Column
C-man
Joint Français Als kind stond Kamiel hier in de buurt met de familie op een camping. Jaren achter elkaar, en altijd dezelfde camping. Het waren vakanties die hem voor de rest van zijn leven gevormd hebben. Tegenwoordig is hij eigenaar van een uit de kluiten gewassen voormalige boerenwoning in de Ardèche, niet ver van de camping van zijn jeugd.
Kamiel is er minstens drie keer per jaar te vinden. Het huis past hem als een oud trainingspak. Wel wat anders dan het benauwende kostuum dat hij doordeweeks in
lusteloos op zijn iPad de nieuwspagina's van een Hollandse krant door. Hij verkneukelt zich nu al bij het vooruitzicht dat de rest van het huis ontwaakt en er weer een nieuwe
een uurtje later half aangeschoten dreigen in te dommelen, verschijnen drie Franse vrienden die Kamiel heeft uitgenodigd voor de barbecue. We hijsen ons moeizaam op uit onze luierbanken om handen te schudden. Jean-Louis, Francis en Thierry, i V > Ìj. Francis draagt een kolossale met bosbessen overladen taart. Zelf geplukt vanochtend, glundert hij. Kamiel schenkt royaal gevulde glazen pastis in, die de mannen tevreden knorrend aan de mond zetten. Zodra de ergste hitte van de dag verdampt is, vraagt Kamiel achteloos – alsof het idee hem zelf ook verrast – wie er zin heeft in een spelletje jeu de boules. Het is een vraag die je elke dag rond hetzelfde tijdstip kunt verwachten. Na al die jaren Frankrijk is hij een ware meester in het spel. Ook de Fransen bewijzen hun kwaliteiten al snel. We worden ingemaakt.
Geheimzinnigheid
Amsterdam draagt. Ik zie hem vijf dagen achtereen in dezelfde afgeragde korte broek rondlopen die hij waarschijnlijk al tien jaar zonder wassen draagt.
Klussen Na een paar weken Frankrijk zijn Kamiels vinger- en teennagels tot centimeterslange hekensenklauwen uitgegroeid. Op zijn gezicht schemert een aarzelend stoppelbaardje dat hij bijna dagelijks van net iets andere contouren voorziet. Hij lijkt beslist meer op een clochard dan de investeringsbankier die hij in het dagelijks leven is. Een hele lieve, gulle en zachtaardige clochard, dat wel. Weer een vooroordeel aan diggelen. Kamiels dag begint altijd om 7 uur 's morgens. Hij is als eerste op, haalt stokbroden in het dorp, zet koffie en vingert
dag – maar toch weer exact dezelfde als gisteren – kan beginnen. Elke dag probeert hij ons over te halen te gaan klussen. Kamiel is dol op klussen, al heeft hij nauwelijks gereedschap, laat staan het talent en doorzettingsvermogen die zelfs voor het simpelste klusje nodig zijn. Her en der zijn de half afgemaakte restanten van eerder enthousiast begonnen projecten te zien.
Jeu de Boules De dag glijdt loom voorbij. We hangen op de ligbanken, klauteren het ravijn in om af te koelen in de ijskoude bergbeek voor het huis en gaan dan weer liggen, lusteloos door een tijdschrift bladerend, of luisteren dromerig naar het bulderen van de waterval. Tegen een uur of drie wordt de eerste fles ijskoude cider opengetrokken. Als we
De tafelgesprekken verlopen moeizaam. Engels praten is er niet bij. We zijn wél in Frankrijk, een land dat nog steeds meer dan genoeg aan zichzelf heeft. Naarmate de flessen leger raken, wordt het steeds moeilijker nog wat Frans uit de hersentjes te persen. Opeens stoot Jean-Louis me aan. Met zijn hand onder de tafel biedt hij me iets aan dat eruit ziet als een rafelig sjekkie. +Õ ÊµÕ ]ÊV¿iÃÌÊÕ Ê Ì, grijnst JeanLouis samenzweerderig. Ik schiet in de lach. We zitten hier op een door bomen afgeschermd terras op 10 km van het dichtstbijzijnde dorp, uit het zicht van de weg. De naaste buren bevinden zich een kilometer verderop achter een enorme rotsklip, en toch die geheimzinnigheid? Dankbaar neem ik het onooglijke peukje aan en neem een trekje. Hmm, dat smaakt naar niets. In zo'n piepklein metalen hippiedoosje zie ik een minuscuul brokje hasj liggen. 10 procent werkzame stoffen, schat Jean-Louis, en trekt een melancholiek gezicht. Blowen en niet high worden, wat een tristesse. Maar ja, sommige dingen kun je nou eenmaal niet veranderen, zeker niet in Frankrijk.
81