9 minute read

Gelderland en Overijssel – Marc van den Tweel

Next Article
Zomershop

Zomershop

MARC VAN DEN TWEEL

- 43 - See All This Van jonge leu en oale groond *

Advertisement

Als kind kwam hij met modderige kleren en blauwe plekken thuis. Marc van den Tweel, directeur van Natuurmonumenten, wil onze band met de natuur herstellen. tekst JOOST GALEMA

Zijn kantoor zit op de eerste verdieping van Schaep en Burgh, in ‘s-Graveland. ‘Vermaak van ieders ogen’, schreef dichteres Juliana de Lannoy erover in de achttiende eeuw, ‘Deed hier Natuur of Kunst het schoonst, het edelst pogen.’ Vanachter de ramen beziet Marc van den Tweel, algemeen directeur van Natuurmonumenten, een Engelse tuin met romantische doorkijkjes, beekjes, slingerende paden en sierlijke bruggen, een gestileerde wildernis die zijn inspiratiebron vond in de Italiaanse landschappen van schilder Claude Lorrain. Een paar eeuwen geleden was dit buitenhuis van de Amsterdamse familie Van Loon, die hier de zomer doorbracht om aan de stank van het open stadsriool te ontsnappen. ‘Beneden hingen Marten en Oopjen, de beroemde schilderijen van Rembrandt’, zegt hij. ‘Beide portretten lieten de Van Loons uit hun lijsten aan de Herengracht halen, om ze gewikkeld in paardendekens, per trekschuit naar hun zomerverblijf te vervoeren. In de herfst gingen ze terug naar Amsterdam.’ Hij wijst naar buiten. ‘Kunstenaarshanden boetseerden wat eens woeste grond heette tot dit landschap dat wij nu ervaren als natuur.’

Geometrische vormen Echte wildernis kennen we nauwelijks meer, beaamt hij. De gebieden die ons uniek maken in de rest van wereld zijn door de mens geschapen: de stukken polder met hun dijkjes, sloten en waaien. Vanuit de lucht gezien doen ze met hun strakke geometrische vormen denken aan abstracte kunst. Zoals polder Eemland, gelegen boven Amersfoort, de geboortestad van Piet Mondriaan.

‘Dit land hebben we door de eeuwen heen, jaar na jaar, meter na meter, veroverd op de vroegere Zuiderzee. Het groeide uit tot een paradijs voor weidevogels, die van heinde en verre komen. De meeste mensen associëren de natuur in deze streek met de bossen enkele kilometers zuidelijker. Prachtig, zeker, maar Duitsland telt twintig Veluwes, die stuk voor stuk groter zijn. Maar dit uitgestreken, rijk met leven bestrooide groen van het Eemland zie je nergens anders in Europa. Deze polder begon als puur productieland, maar dat geldt evenzeer voor de Veluwe, die oorspronkelijk bestond uit heide. De aanplant van bomen was bedoeld voor de staatsmijnen en de hoogovens.’ De Nederlandse natuur blijft in zekere zin een artistiek decor, weet Van den Tweel. ‘We delen met zeventien miljoen mensen een kleine ruimte. Wie het landschap wil behouden, moet ingrepen doen, ten koste van het romantische beeld over de ongerepte wildernis. We kennen hier geen gebieden waar het spoor van de mens ontbreekt, waar zijn wil zich moet onderwerpen aan de kracht van de natuur.’

Vier elementen Zelf groeide Van den Tweel op in Nijkerk, aan de rand van de Veluwe en de polders van Eemland en Arkemheen, in een coulisselandschap, een dieptespel tussen de voorgrond en achtergrond. Dat kenmerkende fenomeen moest wijken voor economische motieven. ‘Die schilderachtige lappendeken bestaat in die regio eigenlijk alleen nog rond Putten en Harderwijk. Daar leidde het wantrouwen tegen de overheid er in de jaren vijftig toe leidde dat de boeren zich teweerstelden tegen de oekaze van de ruilverkaveling, die snippers weide en bouwland bij elkaar voegde. De fragmenten natuur daartussen werden dikwijls opgeslokt.’

‘Deze verdwijning viel me weer op bij het zien van de reizende tentoonstelling Lage Landen, waarin vijf regionale musea vragen stellen over onze identiteit aan de hand van de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Veertig werken uit het Rijksmuseum vormen de vaste kern, aangevuld met eigen collecties van Zutphen, Hoorn, Harlingen, Bergen op Zoom en Gouda. Op de schilderijen van vader Johannes en zoon Gerard Bilders herkende ik de coulissen uit mijn jeugd en de zompige weilanden. Op een paar plekken vind je de landschappen uit de musea nog terug: bij de Nieuwkoopse Plassen, in Midden-Delfland of rondom Kasteel Oldenaller tussen Nijkerk en Putten. Ze roepen bij velen een soort heimwee op. De Nederlander reist meer dan ooit, maar hier bij Natuurmonumenten merken we het groeiende verlangen van mensen om weer een band te ontwikkelen met het landschap dat hen voortbracht.’

Gecultiveerde wildernis En dat blijkt niet eenvoudig. ‘De scheidingswand tussen mens en natuur wordt hoger. De natuur bloeit in museale reservaten, maar ebt weg uit het dagelijkse bestaan. Neem Zuid-Holland of grote stukken Friesland. Daar leeft nauwe

‘De natuur bloeit in museale reservaten, maar ebt weg uit ons dagelijks bestaan’

lijks nog een vogel, insect, kruid of bloem in de weiden. Ze zijn verworden tot een groene woestijn. Cynische natuurbeschermers spreken van grasvalt. De Rotterdamse binnenstad kent meer biodiversiteit. Economisering leidt daar tot kaalslag.’

Het grensgebied tussen mens en gecultiveerde wildernis was de grondslag voor zijn natuurfascinatie, zegt Van den Tweel. ‘Als kind speelde ik in en met dat landschap. We vloeiden in elkaar over. Ik kwam thuis met modder aan de kleren, blauwe plekken en schrammen van doornen op de armen. Ik klom en viel. Met mijn vrienden beleefden we daar avonturen waar de hedendaagse ouders van huiveren. Tegenwoordig liggen er rubberen matten onder de schommels. Want ja, je kunt er eens vanaf vallen.’

Grensgebieden ‘Een halve eeuw geleden was de actieradius van kinderen zo’n vijf kilometer, vandaag de dag spelen ze op honderd meter rond hun ouderlijk huis. Dat doet wat met hun lichamelijk en geestelijk welzijn. Natuurmonumenten begon een paar jaar geleden de kinderclub OERRR om de jeugd zijn natuurervaring terug te geven. Het klinkt zweverig, maar het gaat simpelweg om het herstellen van de band met de aarde. OERRR is een waanzinnig succes, tweehonderdduizend kinderen zijn lid. We lijden aan een natuurtekort in onze alledaagse omgeving. Veel mensen weten niet meer hoe ze hun kinderen die beleving moeten meegeven.’

Hij gaat zelf het liefst naar de grensgebieden, de landschappen die natuur en menselijke geschiedenis laten versmelten, de bronnen van verhalen, zoals de randen van het Veluwemeer boven Harderwijk, waar zo’n tachtig jaar geleden tonijn en haring zwommen in de Zuiderzee, waar de stuifduinen nog herinneren aan dat bestaan, waar het landschap de littekens van overstromingen draagt en waar dieren vanuit de beschutting van de Veluwebossen in de schemering komen grazen. ‘Kom hier rond half zes op een zomerochtend en voor je ogen ontvouwt zich een wonder,’ zegt Van den Tweel. ‘Dan kan ik me opgenomen voelen in een groot en mysterieus geheel. In de natuur, zo betogen sommige mensen, ga je vanzelf in God geloven. Ik weet het niet. Want in Nederland blijven we toch onderdeel van een zelfgeschapen natuur. We neigen ernaar die te idealiseren. Dat wel. Praat met mensen in Suriname en ze zullen je vertellen dat ze niet voor hun plezier het oerwoud ingaan. Want op die plek loert gevaar. Nepalezen begrijpen ook niet waarom westerlingen zo nodig Himalaya-reuzen willen beklimmen. Ruim twintig jaar geleden ging ik met een expeditie naar de Noordpool. Daar voelde ik voor het eerst de permanente kwetsbaarheid van de onbetekenende mens. Eén verkeerde stap betekent sterven. In zulke gebieden ervaren we hoe vijandig en onverschillig de natuur is. Hier maken we haar tot kunst.’<

27

‘Kom hier om half zes op een zomerochtend en voor je ogen ontvouwt zich een wonder’

27 ♣ OERRR Ontdek hoe de wereld eruit ziet als je door het gras rolt, voel hoe zacht een pasgeboren lammetje is of plant je eigen geboorteboom. Van de Oerrr-club van Natuurmonumenten kunnen kinderen van alle leeftijden lid worden. Directeur Marc van den Tweel: ‘Het klinkt zweverig, maar het gaat om het herstellen van de band van kinderen met de aarde.’

28

30

28

CODA PAPER ART Het woord papier is afgeleid van de papyrusplant die aan de Nijl groeit. Bijna vijfduizend jaar geleden gebruikten de Egyptenaren de plant al om er ‘papier’ van te maken. Elke twee jaar brengt museum CODA in Apeldoorn een ode aan papier met de tentoonstelling CODA Paper Art. De editie van dit jaar laat het meest recente werk van papier en karton zien van 39 kunstenaars en ontwerpers, afkomstig uit vijf continenten. Een van hen is Jelte van Lente (1986). Hij maakt een metershoog schetsboek waarvoor hij zich liet inspireren door cartoons, films en outsider art. Te zien t/m 27 oktober. 29

MEESTERPROEF Verfijnde gastronomische sensaties genieten in een ruw industrieel decor, de sterrenchefs van restaurant De Meesterproef lanceerden dit recept van ogenschijnlijke tegenstellingen met verve. Het restaurant is gevestigd in een oud fabrieksgebouw in Nijmegen waar vroeger de producten van Honig werden gemaakt. Loop je er binnen, dan zie je de woorden ‘passie & ambacht’ op een glimmende tegelmuur geschilderd. Daarmee wordt op even simpele als directe wijze verteld langs welke meetlat het eten hier wordt bereid. En bevalt het eten zo goed dat het romantische gevoelens opwekt, wees gerust, getrouwd worden kan er ook.

‘Nu geven de dertig stijltuinen een overzicht van de tuinarchitectuur van de afgelopen eeuw’

30

TUINEN MIEN RUYS In Dedemsvaart ligt een groen monument van 25.000 vierkante meter dat is ontstaan door het enthousiasme van één vrouw, tuinarchitect Mien Ruys, die zeventig jaar lang haar scheppingskracht gebruikte om een fascinerende tuin te maken. Nu geven de dertig stijltuinen een overzicht van de tuinarchitectuur vanaf 1924 tot nu. In de bijbehorende proeftuinen wordt naar hartelust geëxperimenteerd.

33

‘Die pootafdrukken zijn niet van een hond, maar van de duivel’

31

RUIMTE VOOR DE WAAL Het klimaat verandert, waardoor rivieren steeds meer water te verwerken krijgen. Op meer dan dertig plaatsen, wordt in Nederland meer ruimte voor rivieren gemaakt, waaronder de Waal in Nijmegen. Ingenieurskunst waardoor we met zijn allen droge voeten houden. Door het graven van een nevengeul is in de Waal, midden in het hart van Nijmegen, een nieuw eiland ontstaan dat is ingericht als uniek rivierpark waar je kunt lummelen, zonnen, fietsen en zwemmen. 32

32

KRÖLLER-MÜLLER Deze rijkgeschakeerde tentoonstelling Het begin van een nieuwe wereld in het Kröller-Müller Museum in Otterlo is een eerbetoon aan de verwezenlijkte droom van Bram Hammacher, directeur van 1948 tot 1963, die de ontwikkeling van de internationale moderne sculptuur in beeld wilde brengen. Met werken van onder meer Jean Arp, Barbara Hepworth en Ossip Zadkine bouwde hij een unieke topcollectie op. Sinds de opening van de revolutionaire beeldentuin is het een van de belangrijkste musea voor moderne beeldhouwkunst, wereldwijd. Te zien t/m 29 september. 33

BIBLIOTHEEK LIBRIJE De harten van boekliefhebbers en fans van Umberto Eco’s De naam van de roos kloppen zeker harder door de wetenschap dat een van de meest unieke bibliotheken ter wereld gewoon in eigen land te vinden is, en wel in Zutphen. Daar liggen de eeuwenoude boeken namelijk aan de ketting – letterlijk. Dit gebruik stamt nog uit de middeleeuwen en het moest voorkomen dat onverlaten er met de kostbare folianten vandoor gingen. De in 1561 opgerichte Librije is een van de laatste kettingbibliotheken ter wereld. PS: In de tegelvloer zijn twee pootafdrukken te vinden. Die zijn niet van een hond, zo wil een oude legende, maar van de duivel.

This article is from: