15 minute read

Meer lezen levert kinderen veel op

De motivatie van Nederlandse kinderen en jongeren om te lezen is heel laag. Lager dan het internationaal gemiddelde, blijkt uit onderzoek. Ook de leesvaardigheid is flink achteruit gegaan. Als je lezen niet leuk vindt, ga je het minder vaak doen en word je er slechter in. Dan keldert de motivatie helemaal naar beneden, schetst Gerlien van Dalen, directeur van Stichting Lezen. ‘Wij proberen dat om te keren, je wilt geen situatie waarin kinderen straks een handleiding niet snappen of een brief van de overheid niet

kunnen lezen.’ DOOR KLASKE DELHIJ

Van de 15-jarige jongeren had in 2018 zelfs 24% zo’n lage taalvaardigheid dat ze minder goed kunnen meekomen op school en in de maatschappij. En de scholensluiting als gevolg van corona leidde ertoe dat leerlingen in het basisonderwijs minder vooruitgang boekten bij begrijpend lezen, vooral in gezinnen met een lagere sociaal economische status.

Beginnen bij de basis Om kinderen gelijke kansen te bieden, moet je beginnen bij de basis, zegt Adriaan Langendonk, manager landelijke leesbevorderingsprogramma’s bij Stichting Lezen. Niet alle ouders kennen het belang van voorlezen op jonge leeftijd en hun eigen rol om het lezen te stimuleren bij hun kind. Ook zijn ze zich er niet van bewust welke voordelen lezen heeft voor kinderen: een grotere woordenschat, hogere scores op Cito-toetsen en meer motivatie om te lezen. Langendonk: ‘Als je wordt geboren in een gezin waar niet veel gelezen wordt, lees je zelf ook niet of nauwelijks en zijn er minder boeken in huis. Wij proberen dit patroon al op jonge leeftijd actief te doorbreken, door ouders te vertellen over het belang van voorlezen en hen te laten ervaren hoe leuk samen lezen met je kind is.’ Innovatie In 2009 is Stichting Lezen begonnen met BoekStart. Ouders kunnen een gratis koffertje ophalen bij de lokale bibliotheek, waarin baby- en peuterboekjes zitten, ze krijgen een rondleiding en gratis lidmaatschap van de bibliotheek voor hun kind. Langendonk: ‘We bereiken 40% van de ouders, 90% van de bibliotheken doen mee. BoekStart is een behoorlijke innovatie geweest in de leesbevordering de afgelopen tien jaar.’ Ook 40% van de kinderopvangcentra doet mee met BoekStart.

Kwart van pabo studenten vindt lezen niet leuk Daarnaast maakt Stichting Lezen studenten meer bewust. Langendonk: ‘Dat is zeker nodig: van de pabo studenten vindt 25% lezen niet leuk, 10% leest zelf helemaal niet. Ook op het mbo speelt dat een grote rol bij opleidingen voor pedagogisch medewerker en onderwijsassistent.’ Om scholen te helpen met interessante kinderboeken en jeugdliteratuur is er de Bibliotheek op school, waar leerlingen uit een goede, actuele collectie boeken kunnen lenen. Dit is vooral van belang voor kinderen die thuis weinig boeken hebben. De Bibliotheek ondersteunt de leerkrachten daarnaast bij leesactiviteiten en legt contacten met schrijvers die komen voorlezen in de klas.

‘Oraal toedienen’ Taal heb je nodig om straks een sollicitatiebrief te schrijven, een verhaal of de bijsluiter van een medicijn te lezen, legt Van Dalen uit. ‘Laatst vertelde iemand een anekdote over een moeder die het medicijn voor haar kind in z’n oor deed, omdat er in de bijsluiter stond: ‘oraal toedienen’. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren, daarmee zie je ook het belang van woordenschat en leesvaardigheid. En dat begint met voorlezen en leuke boeken lezen als je nog jong bent.’

Een kansrij ke schoolomgeving, een kansrij ke toekomst

Kansengelijkheid is al jaren een thema op de politieke agenda. De komende jaren zal het niet anders worden. De coronacrisis heeft het nog meer inzichtelijk gemaakt dat een toenemend aantal leerlingen opgroeit in een minder kansrijke omgeving. Er is de afgelopen tijd genoeg over geschreven. Maar wat kun je als school en leraar zelf doen?

Het is iets wat iedereen wil, wat een kenmerk van ons land zou kunnen zij n: gelij ke kansen voor ieder kind. Ongeacht achtergrond en thuissituatie zou ieder kind het onderwij s kunnen volgen dat, en de baan kunnen krij gen die, past bij de eigen capaciteiten en dromen. En maken we die ambitie waar? In steeds mindere mate. Het maakt nog steeds veel uit in welk gezin je geboren bent. Het maakt meer uit dan tien jaar geleden, en het maakt hier meer uit dan in landen als Zweden en Canada, constateert het CPB. Al op de basisschool is de kans op goed onderwij s voor een kind met hoogopgeleide ouders aanzienlij k groter. Er wordt al veel gedaan, maar misschien is dat nog niet genoeg en moeten we (ook) andere dingen doen…

Onderzoek Afgelopen september liet Bazalt Groep, bestaande uit onderwij sadviesbureaus Bazalt, HCO en RPCZ, een onderzoek uitvoeren onder leraren en schoolleiders in het primair en voortgezet onderwij s. Doel van het onderzoek was onder andere zicht te krij gen op de kansen(on)gelij kheid van leerlingen en of onderwij sprofessionals het signaleren in hun klas. De helft van alle leraren uit het onderzoek maakt zich zorgen over de kansenongelij kheid van hun leerlingen. Zowel in het basisonderwij s als in het voortgezet onderwij s signaleert twee derde van de leraren dat leerlingen niet allemaal dezelfde kansen hebben. De leraren zien dat het afstandsonderwij s vooral kansarme leerlingen nadelig treft. Tegelij kertij d maakt de periode van afstandsonderwij s tij dens de coronacrisis voor hen inzichtelij ker welke leerlingen opgroeien in een minder kansrij ke omgeving. Leraren zien het als een gedeelde taak om kansenongelij kheid tegen te gaan. Met de ouders, maar ook met de overheid. Naast de gedeelde taak kunnen onderwij sprofessionals invloed uitoefenen op de kansenongelij kheid. Uit het onderzoek blij kt echter dat veel leerkrachten en docenten zich niet bekwaam voelen om hun leerlingen kansrij ker te maken en aangeven niet over de juiste vaardigheden te beschikken.

Ieder kind kansrij k Werken aan het kansrij ker maken van de kinderen op school is een onderneming waarbij je vele wegen kunt inslaan en moet opletten of de weg die je opging je brengt naar je gewenste bestemming. Het grootste deel van de leraren (86%) en de schoolleiders (67%) is zich bewust van zij n rol om kansenongelij kheid tegen te gaan in de klas/op school. Circa de helft van de leraren en 41% van de schoolleiders denkt te beschikken over de vaardigheden daarvoor.

De vraag is of vaardigheden alleen de oplossing zij n. Eric Jensen, wetenschapper en ervaringsdeskundige, deed onderzoek in de VS naar de situatie van kinderen die in armoede opgroeien. Hun omgeving is weinig stimulerend. Zij n bevindingen: “Leraren kunnen dan juist een doorslaggevende rol spelen in het verkleinen van de kloof tussen arm en rij k, door op een rij ke manier les te geven.” Eric Jensen ontdekte dat het vooral belangrij k is om de innerlij ke overtuigingen van leerlingen positief te beïnvloeden. Kansen creëren voor iedere leerling begint namelij k bij de juiste mindset, zowel die van jou als die van je leerlingen. “Je kunt ervoor kiezen om inzicht te krij gen in de mindsets van mensen die opgroeien met tegenslagen. En wat nog belangrij ker is, je kunt ervoor kiezen om nieuwe mindsets aan te leren, zodat je jouw leerlingen kunt helpen om succesvol te zij n.”

In zij n op research gebaseerde boek Ieder Kind Kansrij k! neemt Eric je mee in het ontwikkelen van 7 specifi eke mindsets (overtuigingen) en bij behorende strategieën die het verschil kunnen maken. Zo stelt hij : ‘Kansarme leerlingen? Dat accepteren wij niet, ook deze kinderen hebben volop mogelij kheden, dus zorgen wij voor een kansrij ke school!’ Als leraar kun je de innerlij ke overtuigingen van leerlingen positief beïnvloeden. Ieder kind kansrij k! is het boek om hier mee aan de slag te gaan: vol wetenschappelij ke feiten, praktische tips en een leidraad voor onderwij sprofessionals die lesgeven aan kinderen die opgroeien in armoede.

Expeditie Kansrij k Vanuit Bazalt Groep bieden we gebaseerd op het onderzoek en de inzichten van dr. Eric Jensen ook een traject aan om samen met jouw school te werken aan het vergroten van de kansengelij kheid: Expeditie Kansrij k. Het is geen standaard schoolontwikkeltraject, maar een traject waarin wij met de school in co-creatie keuzes maken in de route die passend is. Na een informatieve bij eenkomst denken we samen na over de problematiek zoals de school die beleeft en de mogelij ke oplossingen vanuit de krachten binnen de school. De expeditie is een combinatie van inventarisaties, informatiebij eenkomsten, trainingen, coaching on the job en keuze- en besluitvormingsmomenten.

Hoe je de innerlij ke overtuigingen van jezelf en je leerlingen positief kunt beïnvloeden om succesvol te zij n.

“In heldere taal legt Eric Jensen uit wat armoede met een kind doet, zorgt hij voor bewustwording en anders denken. Met de mindsets en de handvatten kunnen leerkrachten het verschil maken en kinderen laten ontsnappen aan het leed wat armoede met zich mee brengt. Dit boek is een geweldige leidraad voor leerkrachten en voor alle professionals die met kinderen in contact komen die in armoede opgroeien.” Alinda Scheepers, ervaringsdeskundige kinderarmoede en sociale uitsluiting

Ieder Kind Kansrij k Eric Jensen, Bazalt, 2020 shop.bazalt.nl/ieder-kind-kansrij k

Het onderzoek is verricht door onderwij sonderzoeksbureau DUO. De enquête is in september 2020 afgenomen onder vier onderzoeksgroepen (leraren po en vo, schoolleiders po en vo). Doel van het onderzoek was inzicht krij gen in:

- de mogelij ke gevolgen van het coronavirus en het afstandsonderwij s; - wat deze groepen verstaan onder kansen(on)gelij kheid; - wat een leerling kansrij k of kansarm maakt; - de ontwikkeling van kansen(on)gelij kheid t.o.v. 2016 (eerder verricht onderzoek); - de rol die scholen voor zichzelf (en andere partij en) zien bij het tegengaan van kansen ongelij kheid.

De uitkomsten van het onderzoek zij n representatief voor de groep leraren en schoolleiders po en vo en zij n terug te vinden op www.iederkindkansrij k.nl.

Jaap Versfelt

Elke dag bezig voor beter onderwij s

Door onderwijs hebben kinderen in de afgelopen 200 jaar meer gelijke kansen gekregen. Zo is de positie van vrouwen en arbeiderskinderen sterk verbeterd door onderwijs, schrijft de Onderwijsinspectie in haar rapport van 2017.

DOOR KLASKE DELHIJ

Het niveau in Nederland is gestegen: in het voortgezet onderwij s haalt bij na de helft een havo/vwo diploma, steeds meer mbo-studenten halen een diploma op niveau 4 en de instroom in het hoger onderwij s is zelfs verdubbeld in 20 jaar tij d.

Grote niveauverschillen tussen scholen Deze trend lij kt echter te stagneren. Uit internationaal onderzoek onder 15-jarigen blij kt dat Nederlandse leerlingen in de periode 2009-2018 slechtere scores behalen op leesvaardigheid, zelfs onder het EU/OESO-gemiddelde (PISA 2018). Ook de scores op natuurwetenschappen en wiskunde zij n gedaald, al zij n die nog steeds boven het EU/OESO-gemiddelde. Het PISA onderzoek constateert in Nederland een opvallend groot niveauverschil tussen scholen, wat een reden kan zij n voor die slechtere scores. De Onderwij sinspectie deelt die conclusie. Leraren op de ene school geven kwalitatief beter les dan op de andere school. Dat zie je terug in de leerresultaten van de leerling. Dat kan zelfs betekenen dat een leerling op de ene school een havo-advies krij gt en op een kwalitatief minder goede school een mavoadvies zou krij gen. Dit werkt kansenongelij kheid in de hand. Door verschil in kwaliteit maakt niet elke leerling evenveel kans om zij n of haar talent volledig te benutten. Werk aan de winkel dus!

Onderwij s verbeteren Scholen moeten gericht aan de slag met het verbeteren van hun onderwij s, vindt Jaap Versfelt. Hij startte in 2012 Stichting LeerKRACHT om scholen hierin te begeleiden. Versfelt: ‘Om het onderwij s te verbeteren moet je er elke dag, elke week mee bezig zij n. Daar is een omslag voor nodig naar een verbetercultuur. Op scholen wordt veel vergaderd, vooral over organisatorische zaken. Niet over hoe je de lessen kunt verbe-

teren. Wij zeggen: regel die organisatorische zaken in kleine werkgroepjes en gebruik het overleg met je collega’s juist om het onderwij s te verbeteren. Daar worden leraren zelf ook veel enthousiaster van.’ Het onderwij s verbeteren gaat stapsgewij s. Elk lerarenteam stelt zij n eigen doelen: wat willen we met de leerlingen bereiken? Met deze doelen gaat het team een periode van een aantal weken aan de slag. ‘Als je de leesvaardigheid wilt vergroten, maak je zo’n onderwerp heel klein’, legt Versfelt uit. ‘Bij voorbeeld een grotere woordenschat. Dan kun je een lij st met woorden maken, die elke leraar in z’n les gaat gebruiken. Na een periode heb je een klas zo honderd nieuwe woorden geleerd. Doel behaald. In de volgende periode kun je weer aan leesvaardigheid werken, maar dan op een andere manier.’

Duizend scholen Inmiddels doen bij na duizend scholen mee aan het LeerKRACHT programma. Daarvan zij n 484 basisscholen, 142 scholen voor voortgezet onderwij s, 302 mbo-scholen, 16 hbo-scholen en de rest ‘overig’. De scholen zij n heel divers: openbare, christelij ke, joodse en islamitische scholen, maar ook met montessori- en daltononderwij s. Scholen die als ‘zwak’ zij n betiteld, maar ook excellente scholen.

Leerlingen denken mee Veel leraren bespreken de doelen in de klas, waarna leerlingen meedenken over welke acties ze kunnen uitvoeren om het doel te behalen. Dit werkt heel goed voor de betrokkenheid van de leerlingen. Zo bedachten leerlingen van groep 8: hoe kunnen we meten dat 80 procent van onze klas een bezittelij k voornaamwoord in een zin kan herkennen? ‘In het programma werken we met dagelij kse bordsessies van een kwartier. Daarin bespreken leraar en leerlingen hoe ze het doel kunnen halen. Deze bordsessie werd geleid door een meisje van twaalf, de juf hield haar mond dicht en liet de klas discussiëren.’ Toen het doel nog niet behaald bleek, bedachten de leerlingen zelf een oplossing: de kinderen die het wel snapten, legden het uit aan de rest. ‘Kinderen leren hiermee ook samenwerken, zelf oplossingen bedenken, overleggen. En wat denk je van het meisje dat zelfs een discussie leidt in de klas!’ Goed onderwij s draait niet alleen om goede cij fers halen. De helft van de doelen gaat over kwalifi catie, schetst Versfelt, de andere helft over socialisatie en persoonsvorming. Alle drie factoren zij n van belang bij goed onderwij s. Sommige scholen laten leerlingen meedenken over hoe je zonder ruzie kunt spelen in de pauze of hoe je samen kunt voetballen zonder kinderen uit te sluiten.

Zelfs kleuters geven feedback Een belangrij k onderdeel van het programma is dat leraren maandelij ks bij elkaar in de klas observeren en feedback geven over de les. Ook leerlingen worden om feedback gevraagd. Dat gebeurt elke periode met een leerling-arena. Vij f leerlingen zitten in een kring en bespreken het doel met hun leraar, daaromheen zitten andere leraren te luisteren naar de feedback. ‘Ja, zelfs kleuters kunnen feedback geven’, lacht Versfelt. ‘Ik werd eens gevraagd bij een kleuter-arena, waarin vij f kleuters met hun juf een kwartier over het onderwij s praatten. Het was geweldig. Ze konden haarfij n uitleggen op hun kleutermanier wat ze prettig vonden: lekker bewegen, korte uitleg, veel tij d om dingen zelf uit te proberen.’ Doordat leerlingen zich betrokken voelen bij het onderwij s, zij n ze ook veel gemotiveerder om te leren.

Het ministerie van OCW doet onafhankelij k onderzoek naar de e ecten van het LeerKRACHT programma. Hieruit blij kt dat er binnen een jaar een verbetercultuur is gecreëerd op de deelnemende scholen, een zeer snel resultaat. Welke impact het programma heeft op de leerresultaten wordt dit jaar onderzocht.

Leren door doen

Jaren geleden, vlak na de invoering van het vmbo, heb ik eens een begin gemaakt met een artikel onder de naam ‘Koken en koken’. De aanleiding daarvoor vormde het gegeven dat directeuren van vmbo-scholen bedachten, dat één keuken voor de programma’s Verzorging en Consumptief - de voorloper van HBR - wel voldoende was.

Liefst een zogenaamde ‘grootkeuken’; een soort restaurantkeuken met grote gasfornuizen. Daar zouden de dames van Verzorging ook wel op kunnen koken. Het was toen lastig hen aan het verstand te peuteren dat koken voor restaurantgasten wezenlij k anders is dan het bereiden van een verantwoorde maaltij d in een huishouden of verzorgingshuis.

In maart 2020, toen de scholen op slot gingen en het onderwij s thuis gegeven moest worden, dacht ik aan dat artikel terug. Niet dat er bij Zorg & Welzij n nog veel gekookt hoeft te worden, maar het idee dat al snel postvatte was: ‘Ook beroepsgerichte programma’s kunnen thuis uitgevoerd worden’. Een misvatting die, wat mij betreft, vooral laat zien dat degene die hem uitspreekt geen idee heeft van wat er in de beroepsgerichte programma’s van het vmbo gebeurt.

Beroepsgerichte programma’s zij n geen fröbellessen. Ze zij n niet te vergelij ken met techniek in de onderbouw. Het gaat om serieuze beroepsoriëntatie en/of -voorbereiding; om levensechte situaties die niet met thuis te vergelij ken zij n. Het maakt nogal wat uit of je als leerling voor je eigen gezin een maaltij d kookt, of dat er gekookt moet worden voor gasten in een restaurant. Niet alleen vanwege de ingrediënten die gebruikt worden, maar ook qua planning, timing, voorbereiding en de druk die erop staat. Het is nogal een verschil of je een keer de zomerbanden op de auto van een van je ouders zet, of dat je bij een bandencentrum stage loopt en de hele dag niets anders doet. En wie laat de verwarmingsinstallatie thuis opnieuw aanleggen, omdat kindlief dat voor school moet leren? ‘Nou’, hoor ik mensen zeggen, ‘maar dan kan in elk geval toch de theorie van de praktij k thuis gegeven en geleerd worden. Nee!, zou ik uit willen roepen, want HET kenmerk van het vmbo is nu juist dat praktij k en theorie in combinatie met elkaar aangeboden worden en dat leerlingen de theorie leren, omdat ze die in de praktij k toegepast zien worden. ‘Vmbo-leerlingen leren door doen’, zei Jan Vos, mij n eerste baas bij SLO, ooit.

Ik ben heel blij dat de scholen weer open zij n en dat vmbo-leerlingen weer ‘gewoon’ - met inachtneming van de RIVM-maatregelen - beroepsgericht onderwij s kunnen volgen. Laten we er met z’n allen voor zorgen dat de scholen open kunnen blij ven, niet alleen voor de sociale contacten, maar vooral ook voor: het leren door doen!

Drs. Jacqueline Kerkho s Directeur Stichting Platforms VMBO

Kij k voor meer informatie op www.platformsvmbo.nl

This article is from: