4 minute read

Werkloosheid

De coronacrisis heeft geleid tot een stijging van de werkloosheid. Dankzij steunmaatregelen is die stijging beperkt gebleven: de werkloosheid steeg in 2020 van 3,4% naar 4,0% van de beroepsbevolking. Hieronder vijf aspecten die aandacht verdienen als u het risico met uw klant bespreekt. Let op: bij de aanvraag van een nieuwe woonlastenverzekering weegt het coronarisico mee!

1. Kans op ontslag

Advertisement

Iemand heeft over diens gehele werkzame leven een kans van circa 35% op ontslag.

Juist in deze levensfase sluiten mensen vaak een hypotheek met een duur van 30 jaar.

2. Definitie werklozen

In Nederland zijn er bijna 4,2 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar die niet werken.

Slechts 9% daarvan (378.000) is officieel ‘werkloos’. Dit zijn mensen tussen de 15 en 75 jaar (de ‘beroepsbevolking’) die geen werk hebben maar wel op zoek en beschikbaar zijn.

3. Wel uitkering, niet werkloos

Iemand met een WW-uitkering wordt lang niet altijd tot de werklozen gerekend. Zo heeft iemand die na ontslag uit een voltijdbaan in deeltijd gaat werken, recht op een gedeeltelijke

WW-aanvulling. Ook zijn er WW’ers die niet onmiddellijk weer aan de slag kunnen, bijvoorbeeld door ziekte. En steeds meer mensen kiezen ervoor om als zzp’er aan de slag te gaan tijdens hun uitkering. Ook zij zijn officieel niet werkloos.

4. Geen uitkering, wel werkloos

Ongeveer de helft van de werklozen heeft geen uitkering. Bijvoorbeeld zelfstandigen die geen werk meer hebben. Maar ook iedereen wiens WW is afgelopen maar niet in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering: vanwege inkomsten van een partner of vanwege vermogen (> € 6.295 per persoon in 2021, of > € 53.000 aan overwaarde op de woning).

5. WW-uitkering

De duur van de WW is sinds 2016 afgenomen [zie Kerncijfers sociale zekerheid]. Die is nu nog maximaal 24 maanden. De hoogte van de WW-uitkering is gemaximeerd.

Mogelijk verzachtende factoren bij werkloosheid:

a. Kans op werk: de kans dat iemand opnieuw werk vindt na ontslag is sterk afhankelijk van werkervaring, opleiding en bedrijfstak. Houd daarmee rekening in uw advies. b. Transitievergoeding: sinds 2020 is de transitievergoeding 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar, met een maximum van een heel jaarsalaris of € 84.000 (2021). c. Aanwezigheid van een buffer: is er genoeg eigen geld om een periode van werkloosheid te overbruggen, en zo ja voor hoe lang? d. In cao’s zijn vaak afspraken gemaakt over ontslag, zoals een opleidingstraject of aanvullende uitkering. Denk daarbij ook aan de Stichting PAWW.

Arbeidsongeschiktheid

Eind 2020 telde Nederland circa 817.000 mensen die door een ziekte of ongeval hun werk niet meer (volledig) kunnen doen. Zij krijgen een arbeidsongeschiktheidsuitkering vanuit de overheid: WGA, IVA, WAO of Wajong. Dit betreft 9,1% van de beroepsbevolking.

Werkende mensen hebben een sterke neiging het risico op arbeidsongeschiktheid te bagatelliseren: “Dat overkomt mij niet” en “Ik kan altijd nog wel iets doen” zijn veelgehoorde opmerkingen. In adviesgesprekken is arbeidsongeschiktheid een belangrijk aandachtspunt. Immers, het kan (grote) gevolgen hebben voor de betaalbaarheid van maandelijkse hypotheeklasten. Onderstaande cijfers illustreren het werkelijke AO-risico.

De impact van de coronapandemie is hierin nog niet opgenomen. Iemand stroomt in beginsel pas na twee jaar in een WIA-uitkering. Hierdoor is er eind 2020 nog geen langetermijneffect zichtbaar.

1. Kans op arbeidsongeschiktheid

De kans dat iemand arbeidsongeschikt wordt, is gemiddeld 0,6% per jaar. De kans loopt op naarmate men ouder wordt: bij jongeren 0,2% en onder 55-plussers 1,2% per jaar.

De kans dat iemand in een periode van 30 jaar een WIA-uitkering aanvraagt, is iets meer dan 10%.

De gemiddelde leeftijd waarop iemand arbeidsongeschikt raakt is 46 jaar (mannen) of 42 jaar (vrouwen). Het soort werk dat iemand doet, is van invloed op het AO-risico. De instroom is het grootst vanuit de sector Zorg.

2. In- en uitstroom WIA

Het aantal uitkeringen uit hoofde van de WIA is in drie jaar toegenomen met 26%: bij IVAuitkeringen +41%, bij WGA-uitkeringen +18%. In 2020 kregen in totaal 49.000 mensen recht op een WIA-uitkering (WGA of IVA).

De uitstroom is 27.000. De kans dat iemand met een WIA-uitkering herstelt, is slechts 22%. Hoofdredenen voor uitstroom zijn mensen die de AOW-leeftijd bereiken of overlijden.

3. Oorzaken gestegen instroom

UWV noemt de gestegen pensioenleeftijd als hoofdoorzaak voor de sterk stijgende

WIA-instroom. De gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers is sinds 2006 met vier jaar toegenomen: van 61 naar 65 jaar. In november 2020 lag de gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst iets boven de 65 jaar. Hierdoor zijn er simpelweg meer mensen die onder deze werknemersverzekering vallen.

4. Oorzaken arbeidsongeschiktheid

Van alle uitkeringsgerechtigden is 51% arbeidsongeschiktheid als gevolg van een psychische aandoening. Voor de WIA-instroom ligt dit percentage op 34% (vaak is sprake van Wajong). Op de tweede plaats komen aandoeningen ‘van het bewegingsapparaat’, zoals gewrichten en rugklachten.

5. Veel zzp’ers

Er zijn steeds meer werkenden die geen recht hebben op een (eerstepijler) uitkering.

Er zijn nu 1,3 miljoen zzp’ers die geen aanspraak kunnen maken op een WIA-uitkering.

Slechts 20% van hen heeft zelf iets geregeld: een AOV of deelname aan een broodfonds.

In de loop van 2021 komt er een wetsvoorstel dat zzp’ers gaat verplichten een

AO-voorziening te treffen.

6. WIA-uitkering

Van alle WIA-uitkeringen is bijna 40% een IVA-uitkering (> 80% AO en duurzaam), de rest

WGA (gedeeltelijk AO of niet duurzaam volledig AO).

De IVA-uitkering is 75% van het laatstverdiende (gemaximeerde) loon en keert uit tot de AOW-leeftijd. De loongerelateerde WGA-uitkering duurt sinds april 2019 nog maximaal 24 maanden. Dit kan via de SPAWW (een regeling in veel cao’s) worden verlengd tot maximaal 38 maanden.

De Loonaanvullingsuitkering, die afhankelijk is van benutting van restverdiencapaciteit, duurt tot de AOW-leeftijd.

7. AOV

Van iedereen die zelf een AOV heeft geregeld en een uitkering claimt, doet ongeveer een derde dit vanwege psychische oorzaken. Daarna volgen kanker en gewrichtsproblemen.

Woonlastenverzekering

Er zijn diverse passende oplossingen om het risico op arbeidsongeschiktheid tijdens de looptijd van een hypotheek af te dekken. Een dergelijke woonlastenverzekering kan maandelijks uitkeren of in één keer een deel van de hypotheek aflossen.

This article is from: