3 minute read
Geen glazen plafond bij de overheid, toch?
Canan Yilmaz (54, geboren in Istanbul) werkt sinds drie jaar voor een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Het begon allemaal zo veelbelovend. “Ze waren onder de indruk van mijn cv. Ik had bedrijfseconomie gestudeerd en had ook de juiste leeftijd.” Er zijn heel weinig goed opgeleide vrouwen van allochtone afkomst op managementfuncties. Alles perfect in orde. Het leek een verstandige carrièrestap. Op basis van een jaarcontract ging ze aan het werk als financieeleconomisch medewerker voor de divisie NL EVD Internationaal van het AgentschapNL. Haar jaarcontract is inmiddels tweemaal verlengd, en mag niet nogmaals worden verlengd. Het ministerie is verplicht haar een vast contract te geven, of de overeenkomst te beëindigen. In 2008 en 2009 volgde ze overigens zowel interne als externe opleidingen en ze werd november vorig jaar gekozen voor de ondernemingsraad van het agentschap. “Ik word door iedereen gewaardeerd in mijn werk. Niets aan de hand. Tot nu toe heb ik allemaal goede beoordelingen gehad.” Nog tot een paar maanden geleden waren er geen problemen. “Op 13 juli had ik een functioneringsgesprek. Daar werd gezegd dat ik een vast contract zou krijgen via een ander payroll-bedrijf. Ik vind het werk leuk en interessant. Het is maatschappelijk werk en ik werk veel met Nederlandse bedrijven.” Maar ook bij de overheid wordt voortdurend gereorganiseerd. “We zitten al een half jaar in spanning. Eerst gaan de niet-vaste werknemers eruit. Toen ik werd aangenomen, werd gezegd dat er geen verschil is tussen ambtenaar en inhuur, en dat mijn aanstelling definitief zou worden. In mei werd me gevraagd of ik nog wilde blijven werken voor hetzelfde programma. Ik had eerder al aangegeven dat ik een meer inhoudelijke en uitdagende functie wil, die naar het middelmanagement zou leiden. Maar door de geruchten over de reorganisatie is er geen doorstroom. Iedereen blijft zitten waar die zit. Ik heb dus ook geen keus en zei dat ik in ieder geval voor minstens nog een jaar bij hetzelfde programma wilde blijven. Iedereen blij. En in juli bij het functioneringsgesprek wordt me medegedeeld dat mijn contract wordt omgezet naar een vast contract.”
Toch gaat het mis. “Twee weken later krijg ik opeens van mijn manager te horen. ‘Ik heb slecht nieuws voor je. Ik had voorgesteld om je contract te verlengen als vast contract, maar dat wordt door de directie niet geaccepteerd’. Ik had zo iets, wat gebeurt er nu? Nog geen twee weken daarvoor krijg ik te horen dat ik een vast contract krijg, en nu dit.” De volgende dag stuurde ze haar manager het verslag van het functioneringsgesprek van twee weken daarvoor. Hij stuurde het terug met één aanpassing; de ‘toezegging’ van een vast contract, had hij veranderd in een ‘voorstel’. Hij wilde me duidelijk niet steunen tegen de directie.” Van het payroll-bedrijf ontvangt ze een brief dat haar contract rechtswege op 30 september
Advertisement
2010 zal beëindigen. Ze is niet officieel ontslagen. “Het is nu onduidelijk wat er gaat gebeuren. Ik heb van het agentschap geen enkel bericht op papier ontvangen.” Van het AgentschapNL krijgt ze slechts mondelinge mededelingen. “Het enige dat mij is gezegd is dat de directie mijn vaste contract niet heeft geaccordeerd. Verder heb ik nog niets gehoord. Er is geen reden gegeven.” De enige collega met wie ze zichzelf kan vergelijken – die tien dagen na haar als inhuurmedewerker is aangenomen – heeft wel Canan Yılmaz promotie gemaakt en oktober vorig jaar een vast contract gekregen. “Ik heb me wel afgevraagd of het te maken heeft met mijn achtergrond. Neen, zeg ik dan. Dat kan niet. Ik werk bij de overheid, die mag niet discrimineren, toch?”
Canan Yilmaz heeft intussen in haar vrije tijd het administratiekantoor Bilanco opgezet en probeert via haar eigen netwerk klanten te vinden. Maar ze is behoorlijk verbitterd: “Er is mij een mooie carrière beloofd. Nu heb ik binnenkort geen inkomen meer.”