3 minute read
Vijftig jaar in de Europese wachtkamer
turkije wacht al sinds juli 1959 op het lidmaatschap van de Europese unie. landen die veel later bij de Eu aanklopten, zijn allemaal al toegelaten, maar van een bruiloft tussen turkije en de Eu komt het maar niet. de turkse bevolking is inmiddels ‘Europa-moe’ en de turkse regering zoekt meer en meer toenadering tot de islamitische landen. Staatssecretaris Egemen bağış van Europese zaken – en hoofdonderhandelaar in het proces met de Eu – blijft echter optimistisch over de toetreding.
Egemen Bağış ontvangt oorkonde voor zijn inzet voor het Turks lidmaatschap. (foto: Turks Ministerie van Buitenlandse Zaken)
Advertisement
de onderhandelingen over toetreding tussen Turkije en de Europese Unie verlopen moeizaam en de meningen over het Turkse lidmaatschap blijven verdeeld. Veel Turken zijn bovendien ‘Europa-moe’.
Uit onderzoek van Tulpia blijkt dat 69% van de Nederlandse Turken niet meer gelooft dat Turkije ooit lid wordt van de EU. Aan de andere kant is meer dan 60% van de Europese bevolking gekant tegen een Turks lidmaatschap. Ook binnen Turkije zelf groeit de weerstand, onder meer omdat men de EU bij het beoordelen van aanvragen tot toetreding verdenkt van het hanteren van een ‘dubbele standaard’. Voormalige Oostbloklanden zouden heel gemakkelijk zijn toegelaten, terwijl Turkije aan de strenge eisen van de Criteria van Kopenhagen wordt vastgehouden.
Het frappante is dat een land als Cyprus en zelfs Roemenië en Bulgarije, die niet voldeden aan de ‘Kopenhagen Criteria’, toch lid werden van de unie, terwijl Turkije met handen en voeten vastgebonden is aan deze criteria. Roemenië en Bulgarije hadden geen stabiele instituten, geen goed werkend marktmechanisme en Cyprus heeft nog altijd ruzie met Noord-Cyprus en met Turkije. Volgens de toelatingscriteria is dit een reden om het lidmaatschap van een kandidaat-land te weigeren. “De EU beschouwt het geval van Cyprus als een uitzondering en de andere twee landen als een bedrijfsongelukje,” zei Europarlementariër Emine Bozkurt lachend tijdens het Tulpia-debat, in mei 2009 in Amsterdam. ‘Waarom dan geen uitzondering gemaakt voor Turkije?’ reageerde de zaal. Het hanteren van dubbele standaarden door de EU heeft er volgens een deelnemer aan de discussie toe geleid dat Turkije nu al ‘een halve eeuw in de wachtkamer van de Europese Unie zit’.
Staatssecretaris en onderhandelaar Egemen Bağış (Europese Zaken) is ondanks alle obstakels optimistisch. “We worden niet eerlijk behandeld door de Europeanen, maar we geven niet op.” Hij hoopt dat de Turkse bevolking op 12 september in een referendum haar goedkeuring geeft om de grondwet te wijzigen. “Dit grootste pakket wijzigingen van de militaire grondwet uit 1982 brengt Turkije een stap dichterbij. De eerste echte stap om deel uit te gaan maken van een groter Europa, was de aanvraag tot toetreding tot de EEG op 31 juli 1959. Die werd ingediend door Adnan Menderes, de eerste democratisch gekozen premier van het land. Diens regering werd echter al na een jaar door een coup van het leger ten val gebracht en de premier zelf berecht en opgehangen. Het duurde even voordat men van de schrik was bekomen. De onderhandelingen werden met het Verdrag van Ankara in 1963 hervat. Doel was te komen tot een Europese vrijhandelszone met Turkije, al lag een volwaardig lidmaatschap van de EEG inmiddels in het verschiet. De EEG presenteerde het associatieverdrag met de volgende bewoordingen: ‘Sedert meerdere decennia volgt Turkije de beweging voor samenwerking en toenadering in Europa en neemt deel aan alle politieke en economische organisaties van de vrije wereld. De associatieovereenkomst tussen Turkije en de gemeenschappelijke markt is een nieuwe etappe in de lijn van deze traditionele politiek’.