5 minute read
Kracht en macht van het Europarlement
De EU wil dat Turkije in het kader van de Douane Unie (1995) zijn havens en vliegvelden openstelt voor Griekse en Cypriotische schepen en vliegtuigen. De regering in Ankara weigert dit pertinent en vindt dat de EU eerst maar eens de beloofde 259 miljoen euro moet verstrekken, bedoeld om de infrastructuur van het Turkse deel van het eiland te verbeteren. De Grieks/Cyprioten van hun kant dreigen hun veto uit te spreken over de Turkse toetreding. Ondertussen worden er onderhandelingen gevoerd tussen Noord- en ZuidCyprus, en velen verwachten dat Cyprus uiteindelijk van zijn vetorecht geen gebruik zal maken. In de rapportage van november 2007 maakt de Europese Commissie expliciet melding van de problemen rond wetsartikel 301 inzake de vrijheid van meningsuiting. Regeringen zijn afwisselend voor of tegen een Turkse toetreding, maar Oostenrijk heeft al gedreigd zijn veto daarover uit te spreken. Ook het feit dat enkele Europese landen hebben aangekondigd een referendum uit te schrijven en het volk te laten bepalen of Turkije wel of niet moet worden toegelaten, veroorzaakte in Turkije veel onrust en ontgoocheling. Het jaar 2010 is cruciaal in de onderhandelingen met de Europese Unie. In een van de aanvullende criteria, die aan het Turks lidmaatschap zijn verbonden, is bepaald dat de Commissie aan de hand van zogenaamde ijkpunten zal bekijken of nieuwe hoofdstukken van het acquis communautaire kunnen worden geopend. Ook is de voortgang van de onderhandelingen in hoge mate afhankelijk gemaakt van de bereidheid van Turkije om het Ankara Protocol uit te voeren en Turkse (lucht-)havens open te stellen voor EU-lid Cyprus. De Europese Raad buigt zich in december over deze kwestie. Indien de Turkse regering het Ankara Protocol niet ten uitvoer legt, kan dit ernstige consequenties hebben voor de onderhandelingen. Als Turkije voldoet aan de eisen, verwacht Europarlementariër Emine Bozkurt dat Turkije op zijn vroegst in 2014 volledig lid wordt van de EU. Anderen geloven echter dat de Turkse droom pas in 2020 bewaarheid wordt. Of de Turken dan nog animo hebben voor het lidmaatschap, moet nog blijken.
Kracht en macht
Advertisement
Europarlement in Brussel
criTeria van kopenHagen In juni 1993 hebben de EU-leiders die in Kopenhagen bijeenkwamen drie criteria vastgesteld waaraan een kandidaatlidstaat moet voldoen voordat het tot de Europese Unie kan toetreden. Het land moet • stabiele instellingen hebben die de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en respect voor minderheden waarborgen • een goed draaiende markteconomie hebben en opgewassen zijn tegen de concurrentie van de EU • de verplichtingen van het lidmaatschap op zich nemen, de gemeenschappelijke wet- en regelgeving van de EU overnemen en implementeren, en de verschillende doelstellingen van de
Europese Unie ondersteunen. • Het land heeft geen conflicten met de buurlanden of heeft geen grens geschillen. Turkije’s jongsTe gescHiedenis 1923 Stichting Republiek Turkije 1949 Lid van Raad van Europa 1952 Toetreding tot de NA VO 1959 Aanvraag lidmaatschap van de EEG 1960 Staatgreep en executie premier Menderes 1963 Associatieverdrag 1971 Militairen grijpen de macht 1974 Invasie van Cyprus 1980 Staatsgreep 1987 Nieuwe aanvraag lidmaatschap van de EU 1995 Douane Unie tussen Turkije en de EU 1999 Kandidaat-lid EU 2005 Start onderhandelingen voor volledig lidmaatschap ???? Lid van de EU
van het europarlement
een van de krachtigste wetgevende machten ter wereld, het Europarlement. Die titel wordt wel eens geplakt op het parlement van de Europese Unie, samen met de Raad van Europa het hoogste wetgevende orgaan in de EU. En dat terwijl het EU-parlement een middel mist dat een parlement van elk Europees land wel heeft: het initiatief nemen tot wetten. Dat laatste recht is in Europa namelijk gereserveerd voor de Europese Commissie. Maar het Europarlement is zeker niet vleugellam: door de zogeheten medebeslissingsprocedure heeft het een stevige greep op de gang van zaken. In die procedure is vastgelegd dat Europese richtlijnen en verordeningen alleen na bemoeienis en met toestemming van het EU-parlement tot stand kunnen komen.
Al vanaf 1979 mogen de burgers van de EU elke vijf jaar het parlement rechtstreeks kiezen; een indicatie van het democratisch gehalte. Vandaag de dag kunnen zo’n 375 miljoen kiezers in de Europese Unie hun stem uitbrengen. Zoals gezegd, het Europarlement is niets meer of minder dan de volksvertegenwoordiging van de aangesloten 27 lidstaten. Het deelt het uiterst belangrijke recht om het budget vast te stellen met de Raad van Europa. Maar het Europarlement controleert ook de Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de EU. Het kan bijvoorbeeld zijn veto uitspreken over maatregelen van de commissie en zelfs besluiten om haar te ontbinden en de Eurocommissarissen naar huis te sturen.
Jawel, maar hoe ziet dat parlement er nu uit? De twee grootste Europese partijen zijn de Europese Volkspartij (EVP) met 265 zetels en de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D) met 184 zetels. Natuurlijk hebben nog andere groeperingen zitting in het parlement, maar de meeste afgevaardigden hebben een plekje gevonden binnen de twee reuzenpartijen. In totaal heeft het parlement liefst 736 leden. Sinds 14 juli 2009 staat Jerzy Buzek, de oud-premier van Polen, aan het hoofd ervan met de status van president zonder stemrecht. Zo’n groot bestuursorgaan komt natuurlijk niet zomaar tot stand. Sterker nog, eerst was er sprake van een relatief kleine club. Ooit, of om precies te zijn in 1952, was wat later het Europarlement zou worden niet meer dan een ‘raadgevende vergadering’ van 78 parlementariërs en hoorde het bij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Die was na de Tweede Wereldoorlog opgericht om eventuele oorlogszuchtige landen onder controle te houden. Volgens professor David Farrell van de Universiteit van Manchester was de ‘raadgevende vergadering’ in het begin niet meer dan een ‘meertalige praatwinkel’, maar daar zou spoedig verandering in komen. Niet op grond van een vooropgezet plan, maar ingegeven door de omstandigheden.
Toen in 1958 de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en Euratom (het orgaan dat toezicht houdt op het gebruik van atoomenergie door de aangesloten staten) werden opgericht, groeide de vroegere ‘raadgevende vergadering’ uit tot de ‘Europese Parlementaire Vergadering’. Op dat moment