6 minute read
Een reis naar het verleden met Amsterdam Time Machine
from SPUI 50
by UvA Alumni
Door: Emma Los
Illustratie: Mattmo
Advertisement
Het team van Julia Noordegraaf werkt aan de Amsterdam Time Machine,een revolutionair, complex informatiesysteem om toegang te krijgen tot het verleden. ‘We leren veel innovatieve verteltechnieken van gamemakers.’
Een Google Earth, waarbij je je door het Amsterdam uit het verleden kunt bewegen, op wijk-, straat- en huisniveau. Dat is Time Machine, volgens Julia Noordegraaf, hoogleraar Digitaal erfgoed en directeur van het Amsterdam Centre for Cultural Heritage and Identity. Met haar team werkt ze aan een revolutionair project waarmee een reis naar het verleden mogelijk wordt.
De basis van de Time Machine bestaat uit drie bouwstenen: historische kaarten, 3d-reconstructies van straten en gebouwen, en een zogenoemde linked data cloud. Daarin wordt open source data verzameld en aan elkaar verbonden. Die data betreffen bijvoorbeeld boedelbeschrijvingen, bouwtekeningen, bevolkingsregisters en schilderijencollecties. Maar ook middeleeuwse manuscripten en historische objecten, moderne romanteksten, smartphone- en satellietbeelden kunnen worden gebruikt.
Concreet werkt dat op de volgende manier, vertelt Noordegraaf: ‘Ik woon op de locatie waar tussen 1936 en 1974 het Hallen Theater stond, aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam. Met de Time Machine kunnen we deze bioscoop en andere theaters lokaliseren en in 3D reconstrueren. Ik verheug me erop straks het Hallen Theater binnen te kunnen gaan en er samen met andere bezoekers Modern Times met Charlie Chaplin te bekijken, de film die daar in de jaren dertig ook echt draaide.’
De gegevens die voor het project nodig zijn worden aangeleverd door wetenschappers, maar ook door musea, bibliotheken en archieven. Noordegraaf werkt bijvoorbeeld samen met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, de Gemeente Amsterdam, het Stadsarchief Amsterdam, de Koninklijke Bibliotheek en Adamnet (de vereniging van Amsterdamse bibliotheken), het Eye Filmmuseum, het Rijksmuseum en het Amsterdam Museum.
De informatie over de programmering van het Hallentheater komt uit Cinema Context, een unieke, open access database waarover Noordegraafs team de beschikking heeft. De database is samengesteld door haar vroegere collega Karel Dibbets, die in 2017 overleed. Deze UvA-docent Filmgeschiedenis verzamelde tienduizenden gegevens over alle Nederlandse bioscopen en de daar vertoonde films vanaf 1896, maar ook de mensen en bedrijven achter die bioscopen. Met een financiële gift aan het Amsterdams Universiteitsfonds stelde Dibbets de toekomst van Cinema Context voor lange tijd veilig. Door de door Dibbets verzamelde gegevens te koppelen aan locatiepunten, in dit geval de kaart van Amsterdam, kunnen onderzoekers nieuwe vragen stellen: hoe waren de bioscopen verspreid over de stad, in welke buurten stonden ze, hoe was de bevolkingssamenstelling daarvan? Daaruit valt bijvoorbeeld op te maken of bioscoopbezoek met sociaaleconomische klasse te maken had.
Noordegraaf: ‘Als cultuurhistoricus, gespecialiseerd in filmgeschiedenis, zoek ik altijd naar nieuwe methodes om het verleden te bestuderen. Hoe kunnen we historisch onderzoek innoveren door zelf nieuwe data en tools te maken? Met Amsterdam Time Machine kunnen we het dagelijks leven van gewone, anonieme mensen digitaal reconstrueren en zo de geschiedenis van onderaf bekijken.’
Amsterdam Time Machine wil zich niet tot één visie beperken, en houdt ook niet op bij de grenzen van de stad. Noordegraaf: ‘Geen gebied staat op zichzelf. We hebben de halve wereld leeggeroofd om Amsterdam te kunnen bouwen. Al die handelsroutes en migratiebewegingen willen we ook met het Time Machine-project zichtbaar maken. Dat maakt het tot een zeer tijdrovend project, want 450 jaar Amsterdam is niet één, twee, drie op te bouwen. We beginnen met een grijs schaalmodel dat als een kleurplaat langzamerhand steeds meer volgetekend zal raken. Over vijf jaar willen we een prototype hebben van de Amsterdam Time Machine, over tien jaar moet er echt iets staan.’
Schaduw
De Amsterdam Time Machine is deel van het onderzoeksprogramma Creative Amsterdam: An E-Humanities Perspective (CREATE), dat Noordegraaf in 2014 opzette. Niet alleen voor historici en andere academici is dit programma interessant, ook voor de makers van overheidsbeleid en educatieve programma’s, onderzoekers en de entertainmentindustrie is er een schat aan informatie uit te halen.
Noordegraaf: ‘Iedere keer als er in de stad iets gebouwd wordt, wil de gemeente weten hoe dat oogt in het straatbeeld. Om dat te visualiseren worden digitale modellen en simulaties gemaakt. Want wat betekent een nieuw gebouw voor de bestaande infrastructuur, hoe valt de schaduw, hoe pakken de veranderingen uit onder verschillende weersomstandigheden?’
Om dit visualiseren eenvoudiger en goedkoper te maken, is de gemeente Amsterdam begonnen de hele stad in 3D te laten namaken. Door deze simulatie te verbinden met de Amsterdam Time Machine krijgen zowel de beleidsmakers als de onderzoekers een compleet beeld van de evolutie van de stad door de eeuwen heen. En het wordt bijvoorbeeld meteen duidelijk waar oude waterwegen liepen, waar al uitgebreid archeologisch onderzoek is gedaan en wat daar is gevonden.
Noordegraaf: ‘Het bijzondere aan Nederland is dat we een relatief klein gebied beslaan met een hoogwaardige digitale cultuur. Er is een grote bereidheid om data te delen en institutionele grenzen te overschrijden.’ De verschillende databases worden samengebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De KNAW heeft zich gecommitteerd om de Amsterdam Time Machine zeker tien jaar in stand te houden.
Naast officiële instellingen, kunnen straks ook individuen bijdragen aan de Amsterdam Time Machine. Noordegraaf ziet een belangrijke rol weggelegd voor alumni van de Universiteit van Amsterdam. Via het Amsterdams Universiteitsfonds hebben alumni al op verschillende manieren geholpen. ‘Zo hebben we dankzij een bijdrage voor Cinema Context de datasets beter geschikt gemaakt voor onderzoek. Met een subsidie van het universiteitsfonds wordt het project “Van Klooster tot Kwartier” gefinancierd.’
Daarnaast is er hulp nodig bij het toegankelijk maken en interpreteren van bronnen, zoals via de website VeleHanden, waar archieven en musea hun gedigitaliseerde collecties ter ontsluiting aanbieden aan het grote publiek. En Noordegraafs team is geïnteresseerd in persoonlijke archieven en verhalen, die kunnen worden gekoppeld aan andere data en locaties in de stad. ‘Met Time Machine willen we niet het verleden vanuit één bepaald perspectief laten zien, maar meerlagige, meerstemmige geschiedschrijving mogelijk maken.’
Hinkstapsprong
Een grote uitdaging is hoe je al die data presenteert en wat je precies gaat aanbieden. En hoe haalt de gebruiker alleen de data naar boven die hij nodig heeft? Noordegraaf: ‘Dat zijn interessante keuzes. Maak je één “voordeur”, of maak je per doelgroep, per soort gebruiker verschillende voordeuren? En hoe vertel je een verhaal dat niet lineair verloopt, maar een soort hinkstapsprong maakt in ruimte en tijd? Daarvoor moeten er nieuwe narratieve paden komen. We leren veel innovatieve verteltechnieken van gamemakers. Zo is op Europees niveau een van onze belangrijke partners Ubisoft, bekend van het populaire spel Assasin’s Creed, dat een fictieve geschiedenis vertelt aan de hand van ware gebeurtenissen en plekken in het verleden.’
Geschiedvervalsing moet je natuurlijk zien te voorkomen dus het is belangrijk om aan bronvermelding te doen, zodat duidelijk is van wie de bijdrage komt. Dat kan door het model te voorzien van digitale voetnoten, waarmee je op de originele bronnen uitkomt. ‘We moeten af van het idee dat er slechts één verhaal te vertellen is over de geschiedenis. Aan al die verhalen, van de persoonlijke ervaring van de individuele Amsterdammer tot het resultaat van jarenlang wetenschappelijk onderzoek, willen we de ruimte geven.’
Meer informatie:
https://www. amsterdamtimemachine.nl
https://www.velehanden.nl
https://www. timemachine.eu.
Een Europese tijdmachine
Amsterdam Time Machine is onderdeel van een groter Europees verband, waarbij inmiddels 33 landen en daarbinnen honderden organisaties zijn aangehaakt. Er is intensieve samenwerking tussen de diverse Time Machines die overal worden opgezet – in Nederland is dat naast Amsterdam ook in Leeuwarden, Limburg, Utrecht, Dordrecht, Rotterdam en aan de TU Delft. De officiële kick-off van de pan-Europese samenwerking vond plaats in maart 2019 in Brussel.
Hoeveel energie de internationale samenwerking oplevert, bleek uit een dynamische SPUI25- bijeenkomst op 9 mei, ter afsluiting van een tweedaagse bijeenkomst aan de UvA met de onderzoeksteams van verschillende Europese Time Machines. Daar liet computerwetenschapper Andreas Maier van de Friedrich- Alexander-Universität zien welke geavanceerde Artificial Intelligence-technologieën binnen de Time Machine een rol spelen. Hij ontwikkelde een methode – een combinatie van röntgenscans die metalen in inkt zichtbaar maken, en wiskundige modellen die afzonderlijke bladzijden reconstrueren – om eeuwenoude manuscripten die door ouderdom of vochtproblemen niet meer geopend kunnen worden, toch te kunnen lezen.
Aan het woord kwam ook Frédéric Kaplan, hoogleraar Digital Humanities aan de École Polytechnique Fédérale in Lausanne. Samen met de Universiteit Ca’Foscari in Venetië, lanceerde hij in 2013 de Venetian Time Machine, die de geschiedenis van de evolutie van Venetië in de laatste duizend jaar laat zien. Deze vormt in feite het prototype van alle andere Time Machines, en is het verst in de ontwikkeling.
Andere sprekers vertelden over de mogelijkheden die Time Machine biedt voor de creatieve industrieën zoals game- en tentoonstellingsmakers, voor de bestudering van geografische en klimatologische veranderingen en hoe bedreigd of reeds vernietigd erfgoed wereldwijd in digitale vorm tot in detail heropgebouwd kan worden. Fantasieën kunnen werkelijkheid worden, was de opwindende conclusie van de avond. Noordegraaf, ook een van de sprekers: ‘Dit project is een fantastische trip to the moon, en de reis is nog maar net begonnen.’
Time Machine maakt kans op 1 miljard euro onderzoeksgeld
De Europese Unie heeft het Europese Time Machine-project geselecteerd als een van de zes potentiële Flagship Initiatives, projecten die kans maken op 1 miljard euro onderzoeksgeld. Eerder kregen The Human Brain Project en Graphene deze subsidie al.
In maart van dit jaar kreeg het Time Machine project 1 miljoen euro ‘zaaigeld’ toegekend om een gedetailleerde uitwerking van het voorstel te maken. In Nederland leverde CLARIAH, het Common Lab Research Infrastructure for the Arts and Humanities, al eerder een belangrijke financiële bijdrage. Het doel van Time Machine is om met nieuw te ontwerpen digitaliserings- en Artificial Intelligence-technologieën het rijke culturele erfgoed van Europa – de big data uit het verleden – te kunnen ‘oogsten’. De open toegang tot al die data die door Time Machine ontstaat, kan toekomstige wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in Europa ondersteunen.
De UvA, waar gewerkt wordt aan de Amsterdam Time Machine, is een van de hoofdpartnerinstellingen in het consortium. Julia Noordegraaf coördineert, samen met collega Claartje Rasterhoff, de Amsterdam Time Machine, en is bestuurslid van het consortium.