ONDERNEMEN MET CUMELA - BODEMINSPECTEURS
Winst te halen bij melden en verwerken van grond
OP PAD MET DE FRYSKE UTFIERINGSTSJINST MILJEU EN OMJOUWING
Tekst en foto’s: Herma van den Pol
Als je werkt met grond en bagger is de kans groot dat je wel eens te maken hebt gehad met een bodeminspecteur. Wij gingen op pad met twee toezichthouders van de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). Wie zijn deze mannen en wat doen ze? “Voorlichting geven”, zeggen Leonardo Veen en Robert Veldhuizen als ze het over een belangrijk element van hun werkzaamheden hebben. Een onverwacht antwoord, dat meteen aangeeft dat een inspecteur veel meer is dan alleen de persoon die boetes uitdeelt. “Ik kom graag bij ondernemers vertellen hoe het zit”, zegt Veldhuizen. “Zo voorkom je dat het milieu onnodig wordt belast en dat ze boetes krijgen. Nog liever vertellen we het verhaal ook aan medewerkers, omdat zij uiteindelijk degenen zijn die wij zien als we op pad gaan en controles uitvoeren.” Leonardo Veen, toezichthouder bodem en buitengewoon opsporingsambtenaar, doet hetzelfde werk als Veldhuizen. Hij begon zijn loopbaan als adviseur en uitvoerder bodembeschermende voorzieningen en als teamleider groenvoorziening en weet dus goed waarmee ondernemers te maken hebben.
Het gebeurt vaak dat ze pas met ondernemers in contact komen nadat er tijdens controle overtredingen worden geconstateerd. “Omdat bij de meeste ondernemers het werken met grond hun ‘core business’ is, moeten we volgens de normen van de landelijke handhavingsstrategie de overtreding inschalen in categorie C: calculerend, bewust belemmerend en/of risico nemend. Dat leidt vaak tot een zwaardere sanctie, zoals stilleggen en verscherpt toezicht”, zegt Veen. Het betekent dat wanneer de mannen tijdens de controles overtredingen zien het grote gevolgen kan hebben voor de ondernemer. “Vaak ontstaat daarna pas een goed contact en weten ondernemers ons met vragen te vinden, maar liever voorkomen we met voorlichting dat handhaving nodig is.”
PRAKTISCHE ADVIEZEN “Voornamelijk voer ik inspecties uit op het gebied van de Wet bodembescherming (Wbb) en het Besluit bodemkwaliteit (Bbk)”, zegt Robert Veldhuizen, toezichthouder bodem. Hij was in zijn vorige functies betrokken bij milieu en bodemonderzoeken bij verschillende milieuadviesbureaus.
74
GRONDIG 10 2021
Aangekomen bij de grondbank van cumelabedrijf Westra in Franeker maakt het gesprek tussen de toezichthouders en ondernemer Mathijs Westra, waarin adviezen worden gegeven, meteen duidelijk hoe waardevol een goed contact
kan zijn. Westra waardeert de adviezen, maar heeft ook wel eens met hen te maken gehad omdat er een fout werd gemaakt. “Als we een fout maken, moet je die corrigeren en daar niet te moeilijk over doen”, zegt de ondernemer. Wat zijn de fouten die de twee toezichthouders vaak tegenkomen? “De drie meest gemaakte overtredingen: er is geen melding gedaan bij het Meldpunt bodemkwaliteit, de transportdocumenten ontbreken of zijn onjuist ingevuld en verschillende kwaliteiten grond worden met elkaar samengevoegd terwijl dat niet mag.”
‘WANNEER DE MANNEN OVERTREDINGEN ZIEN, KAN DAT GROTE GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONDERNEMER’ Aangekomen bij een park in Harlingen blijkt er juist die dag weinig transport plaats te vinden. “Hier ligt grond met de kwaliteitsklasse industrie, Die is vrijgekomen uit een gebied iets verderop, waar gebiedsontwikkeling plaatsvindt. Daar is weer grond toegepast die is vrijgekomen bij werkzaamheden in een woonwijk in Harlingen. Drie losse projecten, maar dankzij de meldingen wisten we wat er ging gebeuren en konden we contact opnemen met de betrokken partijen om ze te adviseren elkaar te helpen. Zo is alle grond met zo min mogelijk transportbewegingen, en dus kosten, op de juiste manier toegepast”, geeft Veldhuizen als toelichting.