Stadswerk Magazine 7 2019

Page 69

COLUMN TEKST GABBY VAN MEER, Compris Consulting

Duurzaam ontwerpen Ontwerpen, in welke vorm dan ook, begint met een wens die vertaald wordt naar een set eisen. De ontwerper gaat met de eisen aan de slag om een ‘functionele decompositie’ te maken die hij of zij vertaalt naar een globaal technisch ontwerp met ‘functievervullers’. Dat klinkt tamelijk abstract, laten we het daarom wat concreter maken. Stel, we willen een emmer (1) aan een touw (2) op een as (3) met een zwengel (4), die op twee bokjes (5, 6) staat, omhoog kunnen halen en weer laten zakken om water uit een put te halen. Om het geheel te laten werken, moeten alle onderdelen goed functioneren. Als er één onderdeel niet functioneert, functioneert ook de constructie als geheel niet. Dus als we willen dat de hele constructie 75 procent betrouwbaar is, weten we bijvoorbeeld dat alle componenten 95 procent betrouwbaar moeten zijn. Duurzaamheid wordt, zeker bij ontwerp in de openbare ruimte, een steeds belangrijkere eis. Hoe geef je daar invulling aan als ontwerper? Vroeger was dat niet meer dan ‘voldoe aan alle wet- en regelgeving’. Omdat wetgeving vaak achterloopt op maatschappelijke ontwikkelingen, biedt deze onvoldoende bescherming van alles wat op onze aarde leeft. Gelukkig zijn er wel andere kaders ontwikkeld zoals het Raamwerk voor Strategische Duurzame Ontwikkeling. Net als bij een ontwerp moet je begrijpen hoe een systeem werkt en hoe het kapot kan gaan. Als uitgangspunt namen de opstellers de drie hoofdsystemen waardoor de aarde kan functioneren. Eén open systeem voor energie: er valt energie van de zon op de aarde, er blijft wat hangen en de rest kan weerkaatsen op het aardoppervlak. Eén snelle cyclus waarbij organisch materiaal wordt gemaakt met behulp van fotosynthese. Dit materiaal wordt opgegeten door de dieren, dieren ontlasten, dieren vergaan en zo komt de materie weer terug in vormen waaruit het is ontstaan. Tot slot een hele trage cyclus waarbij stoffen uit de aardkorst in omloop komen, gebruikt worden en via het grondwater, de regen en de rivieren weer terug gegeven worden aan de aarde.

Maar... we vernietigen de natuur sneller dan die kan groeien. We halen stoffen sneller uit de aardkorst dan de natuur ze af kan breken (zware metalen en fossiele brandstoffen).

We vernietigen de natuur sneller dan die kan groeien We maken nieuwe stoffen waarvoor de aarde geen afbreukmechanisme kent (plastics en medicijnen). Nu we weten hoe de constructie ‘aarde’ stuk gaat, weten we ook welke eisen we moeten stellen om te zorgen dat de aarde wel kan blijven functioneren. Het zijn er in hoofdzaak vier. 1. We moeten de natuur niet sneller afbreken dan de natuur zich kan herstellen. 2. We moeten geen stoffen uit de aardkorst in omloop brengen en de aarde uitputten zolang we grondstoffen storten die hergebruikt kunnen worden. 3. We moeten geen nieuwe stoffen in omloop brengen die de natuur niet af kan breken of die we zelf niet kunnen recyclen. 4. We moeten geen dingen doen die andere mensen belemmeren om in hun levensbehoefte te voorzien. Terug naar het voorbeeld van de emmer voor onze waterput. We maken die emmer dan niet meer van ijzer, maar bijvoorbeeld van een gerecyclede kunststof. Het touw is niet van nylon dat uit aardolie is geproduceerd, maar van een biobased materiaal. Ook zijn de grondstoffen niet bewerkt of vervoerd met machines die op fossiele brandstoffen werken. Tot slot hebben alle mensen die de realisatie mogelijk hebben gemaakt een eerlijke vergoeding gekregen voor hun bijdrage. We zijn in staat om alle ontwerpen beter en duurzamer te maken als we deze vier top-eisen voortaan meenemen in het eisenpakket.

07/2019 Stadswerk magazine 69


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.