CID: De reis van ons leven

Page 12

Dienke Bos

Brein tot Byte Tekst: Bruno van Wayenburg Foto’s: Bram Belloni

W

ie binnenkomt bij YOUth, denkt niet meteen: ‘Dit is een echte datafabriek.’ Er zijn lange tafels waar ouders met hun kleine kinderen zitten, er ligt een speelgoedkrokodil en aan de muur hangen foto’s van honderden kinderen. Het doet eerder denken aan een kinderdagverblijf dan aan een wetenschappelijke instelling die gigabytes aan nuttige onderzoeksgegevens produceert. Toch is dat wel degelijk het geval, zegt Dienke Bos (1985), uitvoerend directeur van de YOUth-studie, gevestigd in een cluster bijgebouwtjes van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Dit grootschalige cohort is tien jaar geleden opgezet door het CID en onderzoekt de psychologische, sociale en neurobiologische ontwikkeling van de Nederlandse jeugd, van de zwangerschap tot adolescentie.

Datafabriek ‘We hebben in totaal 4200 kinderen gevolgd’, zegt Dienke. ‘Er zijn twee grote cohorten, jonge kinderen vanaf de zwangerschap tot zeven jaar, en een tienercohort tot 16 jaar’. Zo hoef je geen jaren te wachten op de uitkomsten. De omvang van het project is uitzonderlijk, en uniek voor Europa. ‘De trend is om steeds grotere groepen te onderzoeken, om meer detail en meer statistische power te krijgen’, vertelt Dienke. Dat is belangrijk, want kinderontwikkeling is een complex samenspel van allerlei factoren; soms gaat het om heel subtiele effecten. Deze kun je alleen maar zichtbaar maken als je een grote dataset tot je beschikking hebt. Maar bij deze datafabriek gaat het niet alleen om het verzamelen van zoveel mo12 | New Scientist | Special CID

Kinderen die aan de YOUth-studie meedoen gaan een hele wasstraat door, aldus Dienke Bos

gelijk data. Ook alle processen daaromheen zijn van belang: van het vooraf goed inrichten van de fabriek, tot het achteraf goed uitgeven van de verzamelde gegevens. Bij de YOUth-studie is dit tien jaar geleden met vooruitziende blik en bijna militaire precisie opgezet.

Wasstraat De nadruk in de YOUth-studie ligt op de sociale ontwikkeling en op de ontwikkeling van impulscontrole: hoe gaan kinderen om met anderen en hoe leren ze zich beheersen? De afgelopen decennia is deze kennis over de vroege ontwikkeling van de hersenen met sprongen vooruitgegaan. Maar zonder moeite gaat zulk onderzoek niet: voor YOUth is een team van 40 medewerkers voortdurend bezig: ouders met kinderen zoeken om mee te doen, inplannen, ontvangen, begeleiden, en zorgen dat de verschillende onderzoeksstations naadloos

werken. ‘De kinderen gaan een hele wasstraat door’, zegt Dienke. Zo is er bijvoorbeeld de kamer met de nep-MRI-scanner. Daar worden de kinderen voorbereid op het maken van beelden van de hersenen in een echte MRI-scanner. Dienke: ’Die staat ergens anders in het UMCU, maar daar is maar heel weinig tijd beschikbaar en het moet in een keer goed gaan.’ Met een oude MRI-scanner kunnen de kinderen oefenen met stilliggen in een vrij krappe tunnel. Dienke: ‘Daar zitten ook wel eens drukke tieners bij, dus dat kan lastig zijn.’ Daarna komen we in de eye tracking room, waar de kinderen naar filmpjes kijken, terwijl een eye tracker volgt waar ze naar kijken. Als baby’s iets onverwacht vinden, blijven ze er langer naar kijken. Op die manier is iets af te leiden over wat baby's onthouden of herkennen. In de EEG-ruimte krijgen de kinderen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.