CID: De reis van ons leven

Page 26

Soms valt de appel wél ver van de boom Al het goede komt in drieën, zegt het spreekwoord. Dat is in dit geval zeker waar: drie gedreven wetenschappers van drie verschillende studies doen onderzoek bij de derde generatie deelnemers. Zulk intergenerationeel onderzoek is essentieel om de invloed van genen en omgeving op gedrag te onderzoeken. Tekst: Dorine Schenk Foto’s: Bram Belloni

Is je eigen opvoeding een goede voorspeller voor hoe je zelf opvoedt? Gaat zo vader, zo zoon ook op voor opvoeding? Oftewel: speelt de manier waarop je bent grootgebracht een rol in de opvoeding van je eigen kinderen? Het antwoord daarop blijkt niet eenduidig. Sommige mensen lijken in hun opvoeding erg op hun eigen ouders, anderen juist niet. ­Sanne Geeraerts (1988), onderzoeker bij de RADAR-studie in Utrecht, probeert die verschillen te verklaren en deze zogeheten intergenerationele overdracht van opvoeding in beeld te brengen. Hiervoor zijn grote datasets van langlopende studies nodig. Daarom werkt Sanne aan technieken om bestaande studies te combineren. ‘In mijn onderzoek was ik in eerste instantie geïnteresseerd in zelfregulatie van kinderen, dus in de mate waarin ­kinderen zichzelf kunnen beheersen, hun emoties kunnen controleren en hun aandacht ergens op kunnen richten’, vertelt 26 | New Scientist | Special CID

­Sanne Geeraerts

Sanne. ‘Dat is gerelateerd aan allerlei vormen van probleemgedrag.’ Ze richtte zich daarbij eerst vooral op de kinderen, maar ging steeds meer de ouders betrekken bij haar onderzoek. Zo verschoof Sanne haar aandacht naar opvoeding en kwam ze terecht bij haar huidige onderzoek. Daarbij kijkt ze of de manier waarop je vroeger bent opgevoed voorspelt hoe je je kinderen nu opvoedt. Daarvoor zijn langlopende studies nodig die enerzijds in kaart brengen hoe mensen als kind zijn opgevoed, en anderzijds (vaak ruim tien of twintig jaar later) hoe diezelfde mensen hun eigen kinderen opvoeden. ‘In Utrecht onderzoeken we dit met de RADAR-studie’, vertelt Sanne. Deze studie startte in 2006 met bijna zevenhonderd tieners. Ruim driekwart van de oorspronkelijke deelnemers, die nu ongeveer 30 jaar oud zijn, doet nog altijd mee. Een deel heeft

inmiddels eigen kinderen die ook meedoen. Zo volgt de studie nu drie generaties. Maar hoe meet je opvoeding? ‘Je kunt bijvoorbeeld opvoeding observeren, in een laboratoriumruimte of bij mensen thuis’, legt Sanne uit. Je zet dan een taakje op, zoals het opruimen van speelgoed, en kijkt hoe ouders en kinderen daarmee omgaan. Dat is een redelijk objectieve manier van meten, maar het is ook een momentopname die bovendien kunstmatig is en gefilmd wordt. Bij RADAR stellen onderzoekers daarom ook vragen over de opvoeding, aan zowel de ouders als de kinderen. Sanne: ‘We vragen bijvoorbeeld of ouders hun stem verheffen als hun kind ongehoorzaam is.’ Dat levert interessante inzichten op. Zo zien de onderzoekers veel variatie tussen de studies. In sommige lijkt je eigen opvoeding wel een goede voorspeller te zijn voor hoe je zelf opvoedt en in andere niet.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.