Vrouw tot Vrouw magazine - jan 2022

Page 40

Verhaal

Genade? Er zit een monster in mijn hoofd, zwart, voortdurend veranderend van vorm. Soms is het klein, soms zo groot dat het uit mijn hoofd lijkt te barsten. Toen ik klein was, huisde het al in mijn brein.

‘De hond van oom Piet zit in mijn hoofd,’ zei ik ooit tegen mijn moeder, maar zij begreep mij niet. ‘Wat doe je toch weer raar,’ zei ze. Ik had willen zeggen dat er iets in mijn hoofd zat waar ik net zo bang voor was als voor de hond van oom Piet, maar ik wist niet hoe ik het beter kon zeggen.

‘Toen er net eten gebracht werd, groette de jonge soldaat die het bracht, mij niet. Misschien durfde hij niet. Hij wist dat ik net had gehoord dat de koning het gratieverzoek had afgewezen.’

Vreemd waar ik allemaal aan denk, deze laatste nacht. Ik had gedacht dat het monster nu zo groot zou zijn als het nog nooit is geweest. Ik heb alle reden om bang te zijn. Toen er net eten gebracht werd, groette de jonge soldaat die het bracht, mij niet. Misschien durfde hij niet. Hij wist dat ik net had gehoord dat de koning het gratieverzoek had afgewezen. Of misschien vindt hij mij ook een lafaard. Misschien droomt hij zichzelf nog heldendaden, denkt hij nog dat deze oorlog heroïsch is. Het is ongetwijfeld allang tijd om te gaan slapen, maar waarom zou ik dat doen? Misschien moet ik de tijd die mij nog rest gebruiken om het monster te bevechten, eindelijk niet meer de lafaard te zijn die ik altijd ben geweest. Hoe kon ik zo dom geweest zijn om ooit vrijwillig dienst te nemen? Ik had kunnen weten dat niets het donkere monster zou bezweren. Ik had ook niet gedacht dat dit de oorlog was. Dat er zo weinig van ons over zou blijven. Dat we er eigenlijk amper toe deden. Ik denk dat het is begonnen toen we net aan het front kwamen en ik wacht moest lopen in de dodengang. Ze hadden ons vreselijke verhalen verteld over de dodengang, want dat was het punt

40

waar onze loopgraven die van de Duitsers bijna raakten. Er was al verschillende keren vreselijk gevochten, en in plaats dat er bevel gegeven werd om dat gedeelte gewoon af te sluiten, kregen wij orders om tot het uiterste te verdedigen. De gang was maar een meter breed en enkele tientallen meters lang en wij moesten om beurten wachtlopen. En toen het mijn beurt was, kon ik niet. Ik werd gepord door mijn kameraden maar mijn handen begonnen te trillen en ik kon ook mijn been niet stilhouden. Het monster vrat mijn hoofd vanbinnen op. ‘Kom, allee,’ zei Stephany, een blaag van nog maar negentien, ‘’t is uw beurt nu.’ Maar ik kon niet zeggen waarom ik niet kon, ik kon alleen maar staren en trillen. Uiteindelijk is iemand zo goed geweest om mijn wacht over te nemen. De volgende dagen konden wij niet wachtlopen, want een metalen storm woedde over het land en wij konden niets anders doen dan ons zo diep mogelijk verschuilen in onze abri’s. De grond scheurde herhaaldelijk open door plotselinge ontploffingen en af en toe was het zo vlakbij dat er aarde over ons heen regende. Wij moesten een keer helpen om de doden en gewonden uit een loopgraaf te halen. Die gezichten zie ik nu nog voor ogen, alsof ze aan de binnenkant van mijn oogleden gebrand zijn. Ik denk dat het ook goed is om aan ze te denken, deze nacht. Wie anders denkt hierna nog aan ze? Het begon daar dus in de loopgraaf en het is niet meer weggegaan. Soms was het dragelijk, maar er hoefde maar iets te gebeuren of ik moest mij trillend terugtrekken. Natuurlijk moest ik na verloop van tijd weer wachtlopen. Ik had mijn sigaretten bewaard en


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.