Het Kloosterpark Leven in een gerevitaliseerde omgeving
Nick Leenders
Colofon Afstudeerverslag Nick Leenders ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem Master Architectuur Datum: 22 juli 2021 Mentoren: Bas van Mierlo - Houben / Van Mierlo Annemariken Hilberink - ArtEZ Ralph Brodruck - ArtEZ Afstudeercoördinator: Gerard van Heel Trefwoorden: Architectuur, Afstudeerverslag, Transformatie, Herbestemming, Ziekenhuis, Kloostertuin, Woonlandschap, Revitaliseren
p. 2
Inhoudsopgave Inleiding 6 Samenvatting 8 1. Locatie 1.1 Tijdlijn historische ontwikkeling 1.2 Locatie analyse 1.2.1 Omgeving 1.2.2 Klooster(tuin) 1.3 Gasthuis - Sint Joseph Ziekenhuis 1.4 Problematiek 1.4.1 Maatschappelijke problematiek 1.4.2 Stedenbouwkundige problematiek 1.5 Kwaliteiten
10 14 17 18 20 24 32 32 34 34
2. Masterplan 2.1 Inventarisatie 2.2 Het Kloosterpark 2.3 Maatschappelijke uitgangspunten 2.4 Stedenbouwkundige uitgangspunten 2.5 Landschappelijke uitgangspunten
36 38 42 44 47 47
3. Gebouwontwerp 3.1 Gebouwconcept 3.2 De kern 3.3 Skelet - Massa 3.3.1 Isoleren - Confronteren 3.4 Programma 3.5 Routing - Ontmoeting 3.5.1 Primaire route 3.5.2 Secundaire route 3.5.3 Ontmoeting faciliteren 3.6 Materialisatie 3.7 Woningtypologie
52 54 58 64 66 73 77 78 78 84 92 94
4. Beeldkatern
111
Nawoord 132 Literatuurlijst 134 Bijlagen 136 B1a - Verschaling/Uittrekstaat maquette 136 B1b - Digitalisering betonskelet 138 B1c - Bezoek werkplaats t.b.v. maquette 139 B1d - Maken en gereedkomen van maquette 140 B2 - Inspiratiebeelden 142 B3 - Schouw 2 144
p. 3
Voorwoord Middels deze scriptie omschrijf ik mijn afstudeerproject aan de Academie van Bouwkunst ArtEZ te Arnhem. Ter afsluiting van de opleiding Master Architectuur. Dit verslag verbeeld mijn ontwerpend onderzoek om een voorheen belangrijk gebouw op een prominente plek niet in de vergetelheid te laten raken, maar opnieuw leven in te blazen. Het betreft het voormalig ziekenhuis in Veghel dat na sluiting uiteindelijk gesloopt werd. Een gebouw dat van zichzelf niet inspireerde, maar door zijn historie en omgeving unieke kansen bood. Mijn afstudeerproject is een antwoord hierop en vormt een alternatieve realiteit dan hetgeen dat inmiddels is gerealiseerd. Mijn dank gaat uit naar mijn mentor Bas van Mierlo voor de uitbundige kennisbijdrage, nieuwe inzichten en fijne gesprekken. Johan Meeus voor zijn adviezen omtrent landschappelijke kwaliteiten en zijn enthousiasme tijdens de rondleiding in de kloostertuin. Tevens wil ik ook Annemariken Hilberink, Gerard van Heel en Ralph Brodruck bedanken voor de coördinatie en begeleiding vanuit de academie.
p. 4
p. 5
Inleiding Dit verslag neemt je op chronologische wijze mee door het afstudeerproces. Daarbij wordt antwoord gegeven op de door mijzelf geformuleerde probleemstelling. Een ontwerpend onderzoek naar een herbestemming van het voormalig ziekenhuis in Veghel, dat haar functie, status en relatie met de omgeving verloor. De dynamiek van deze centrale plek werd weggehaald en dit zorgde voor ontevredenheid in Veghel. Hoewel het niet uit het hart van vele omwonenden is verdwenen, vormde het in verlaten, verloederde staat, wel een doorn in het oog. Inmiddels is het gebouw gesloopt om ruimte te geven aan nieuwe geschakelde woningen. Mijn opgave is een tegengeluid richting het onnodig slopen en daarmee verwijderen van historische elementen uit de omgeving. De hiernaast weergegeven quote van Architect Nicholas Grimshaw sluit hier goed op aan en kan ik mij erg in vinden1. Ik wil een architectuur creëren waarbij een zichtbare, diep verweven koppeling ontstaat met wat ervoor aanwezig was. Hierdoor ontstaat een historische 1. https://www.dezeen.com/2019/02/15/nicholas-grimshaw-interview-ribaroyal-gold-medal-2019/
Beeld: BHIC, foto gasthuis ca. 1915 p. 6
“The most destructive thing is to demolish a building, get rid of all the demolished material, and then build another one” - Nicholas Grimshaw
gelaagdheid. Karakteristieke bouwkundige of landschappelijke elementen vervullen hierin nog steeds de oorspronkelijke functie. Ze zijn onderdeel van de transformatie die het bouwwerk weer een toekomst biedt. In een fictieve samenwerking tussen de overkoepelende kloostercongregatie, de gemeente en een coöperatieve vereniging van eigenaren die zich ontfermen over respectievelijk de kloostertuin, het park, en het gebouw, wordt hieraan vormgegeven. Mijn project zou inzichten kunnen bieden voor vergelijkbare probleemstellingen die zich steeds meer voordoen in het land2. In het verslag wordt eerst de locatie toegelicht, tentoongesteld en geanalyseerd. Problematieken en kwaliteiten worden uitgelicht. Vervolgens worden deze behandeld in een masterplan, dat zowel stedenbouwkundige, landschappelijke en functionele uitgangspunten bevat. Hierna wordt het gebouwontwerp gepresenteerd en verder toegelicht. Tenslotte reflecteer ik op het proces, de ontwikkeling en de conclusies die hieruit naar voren komen.
2.M.T.C.F. (2016, januari). Kansen voor de kloostertuin. Rijksuniversiteit Groningen.
Beeld: Eigen foto, 2018 p. 7
Samenvatting Het ziekenhuis in Veghel is in 1914 ontstaan vanuit maatschappelijke doelen van de gezusters in het nabijgelegen klooster. Naast onderwijs en religie bood het klooster nu ook uitgebreide zorg. In de volgende decennia maakte het ziekenhuis een enorme groei door. Een groei dat ten goede kwam van het plaatsje Veghel, maar ten nadele van de aangrenzende monumentale kloostertuin van de zusters. Steeds meer groen verdween uit het straatbeeld. Tot het jaar 2013. Door de realisatie van een nieuw ziekenhuis in het nabij gelegen Uden, werd het gebouw op slot gegooid en het terrein afgesloten. Het gebouw met haar centrale maatschappelijke rol in de omgeving, was een levendige plek van zorg en ontmoeting. Een plek dat iedereen in de omgeving kent en wel langs is geweest. Of het nu voor leuke of minder leuke redenen was. Door emotionele gebeurtenissen die er hebben plaatsgevonden ontstaat een herinnering aan, en een relatie met deze plek. Een dynamische plek dat zijn stempel duidelijk heeft gedrukt op de stedenbouwkundige en landschappelijke omgeving. Dit dreigde nu verloren te gaan. Na een analyse van het gebouw, de plek, aangrenzende gebieden en het ontstaan ervan, zijn conclusies getrokken. Uitgangspunten zijn opgesteld die samen het masterplan vormen. Dit masterplan betreft het openbreken en verbinden van het gebouw met aangrenzende landschappelijke structuren. De kloostertuin openstellen voor publiek en opnieuw betrekken bij het voormalig ziekenhuis. Zo ontstaat het kloosterpark. Een parkachtige omgeving waarbij wonen centraal staat. Met name woonruimte voor verschillende generaties. Aangevuld met maatschappelijke, openbare en commerciële functies.
p. 8
Het voormalig ziekenhuis wordt dus opengebroken en gestript tot de absolute kern, een betonskelet. Een skelet dat in het verleden als constructieve drager heeft gefungeerd, maar nu een fysieke, tastbare, herinnering vormt aan deze plek. Als onderdeel van het nieuwe kloosterpark wordt het volledig toegankelijk en wordt het de drager van nieuwe functies. De tijdlijn wordt zodoende voortgezet. Niet langer als dichte massa maar als een open, vrij toegankelijke, structuur in het park. Deze betonnen structuur is uitvoerig geanalyseerd en in beeld gebracht. Het vormt de tijdlijn van het gebouw. Dat door de jaren heen is gegroeid, met steeds een net iets andere bouwwijze. Dit is afleesbaar in het betonskelet door verschil in afmeting van de constructie. Open/dicht, fijn/grof. Je loopt als het ware door de geschiedenis van het gebouw. Dit heeft een direct gevolg gehad voor de grootte en vorm van de nieuwe functies die erin verweven zitten. Door deze op een bepaalde manier ten opzichte van elkaar te plaatsen in het skelet vormt er zich een route die deze tijdsgeest voelbaar maakt. Met dit afstudeerproject wordt een alternatieve belevingswereld getoond. Middels dit alternatief toekomstbeeld wordt aangehaakt op hedendaagse maatschappelijke problemen en laat het gemiste kansen zien. Een verrijking van de bestaande cultuurhistorische omgeving, in plaats van het volledig verwijderen ervan.
p. 9
1. Locatie De locatie is centrum Veghel. Een dorp met ruim 32.000 inwoners dat zich ontwikkeld heeft aan de hand van de uitgebreide industrie. Het woord dorp wordt lokaal gebruikt om Veghel aan te duiden maar doet het niet helemaal recht aan. Gezien de regiofunctie die het vervult dankzij haar grote werkgelegenheid1 en voorzieningenniveau zou je het een stad kunnen noemen. Veghel heeft zich gevormd rondom de aanwezige kloostercongregatie (anno 1844) die destijds veelal de grond rondom het centrum bezat. Het voormalig ziekenhuis was daar onderdeel van. De plek vertegenwoordigd ruim 175 jaar maatschappelijk werk. Geïnitieerd door de welgestelde zusters uit het nabijgelegen klooster werd in 1910 een klein gasthuis gerealiseerd in de aangelegen kloostertuin. Door de jaren is het gegroeid tot volwaardig ziekenhuis dat steeds meer los kwam te staan van het klooster. Na een grootschalige vernieuwbouw van enkele vleugels had het haar hoogtijdagen in de jaren 90. In het jaar 2000 fuseerde de organisatie met ziekenhuis Oss. Onder de naam Bernhoven werden de eerste ideeën geopperd voor een volledig nieuw ziekenhuis. Groter, vernieuwender en centraler in de wijde omgeving. Dit plan zou de ziekenhuizen in Veghel en Oss overbodig maken. Precies dat gebeurde in het jaar 2013. Na oplevering van het nieuwe ziekenhuis in Uden, sloten de ziekenhuizen in Veghel en Oss. Per direct verdween de zorg, waar Veghel in omstreken om bekend stond. Het terrein, dat allerlei sluiproutes bevatte voor fietsers en voetgangers die richting het nabijgelegen centrum, of de tegenover gelegen school gingen, werd afgesloten. Langzaam nam de natuur het terrein weer over, en raakte het gebouw verloederd. 6 jaar na sluiting werd het volledig gesloopt. Hiermee kwam uiteindelijk een einde aan deze dynamische plek in hartje Veghel. Een einde aan 100 jaar zorg, zonder dat er nog een herinnering van zichtbaar is. Daarnaast blijven er vanwege ouderdom steeds minder zusters over in Veghel waardoor zowel het klooster, met de kloostertuin, als het ziekenhuis in de vergetelheid dreigen te raken. 2. prof. dr. O.A.L.C. Atzema & dr. H. Olden (Universiteit Utrecht). “De economische kracht van Midsize Brabant”, BrabantKennis, 24 februari 2015. “De meest uitgesproken industriesteden zijn Oss en Helmond. Bijna een kwart van de werkgelegenheid is te vinden in de industrie. Ook in Veghel is de industrie oververtegenwoordigd. Deze gemeente combineert het industriële profiel met een oververtegenwoordiging in handel en transport.”
p. 10
Beeld: PDOK, luchtfoto omstreeks 1990
p. 11
Veghel vormde tijdens de hoogtijdagen van het klooster een belangrijk centrum van zorg en onderwijs voor de omgeving. Haar wortels rijken dan ook diep in de omgeving. Een omgeving dat zicht uitstrekt tussen Eindhoven-Den Bosch-Oss richting het oosten.
Oss
Den Bosch Uden
Veghel
Eindhoven
N 5km
Ontstaan aan de rand van het dorp maar door de jaren steeds meer een centrale rol in het centrum van Veghel. De kloostertuin grenst direct aan het centrum en is jarenlang openbaar toegankelijk geweest tot ca. 1995-2000. Inmiddels al 20 jaar een onbereikbaar groen hart in Veghel.
N 1km
p. 12
Een luchtfoto met bovenin het gasthuis, omsloten door de kloostertuin, en daaronder de kerk met klooster. Daaromheen een kapel, dienstwoning en zusterschool. De kloostertuin is net aangelegd en wordt verder aangeplant. Iets wat later de groene longen van Veghel vormen. Beeld: BHIC, luchtfoto omstreeks 1935
p. 13
1.1 Tijdlijn historische ontwikkeling De bouw van een nieuw gasthuis is in 1910 een feit. Het zogeheten Roomsch Katholiek Gasthuis Veghel. Het gasthuis staat in de uiterste hoek van de kloostertuinen. Een stuk grond dat enkele decennia ervoor was aangekocht, met deze invulling als doel. Ontworpen volgens een traditionalistische bouwstijl, opgebouwd met metselwerk en een traditionele houten kap. Er is aandacht voor detail, vergelijkbaar met het klooster. Voorzijde gericht op de doorgaande weg, achterzijde verbonden met het klooster en de kerk.
Beeld: BHIC, foto bouw gasthuis in 1910
In 1915 ondervindt het gasthuis haar eerste uitbreiding. In de vorm van een eigen kapel in Neogotische bouwstijl. Geplaatst aan de achterzijde van het gasthuis, verbonden met een brug en een sluis. In de directe omgeving van het gasthuis begint er meer bebouwing te ontstaan. Het jaar 1935 is een belangrijk jaar voor de ontwikkeling van het ziekenhuis. Een enorme uitbreiding vindt plaats. Een geheel nieuwe vleugel met een nieuwe hoofdingang. De naam werd veranderd in R.K. Zieken- en Gasthuis. De uitbreiding zorgde voor een enorme groei vanuit de regio. Het is 1955, na de enorme groei sinds 1935 vindt in dit jaar de oplevering van een nieuwe vleugel plaats. Daarnaast wordt de vleugel uit 1935 opgehoogd en een keukengebouw gerealiseerd.
Beeld: BHIC, foto gasthuis ca. 1915
Tijdlijn ontwikkeling ziekenhuisterrein Veghel
1910 oprichting gasthuis p. 14
1915
1935
1955
Het ziekenhuis veranderd de naam in St. Joseph Ziekenhuis. De Burgemeester Kuijperslaan wordt omgelegd en verbreed. Dit wordt al snel een drukke straat. Omliggende bebouwing neemt toe en beperkt de uitbreidingsmogelijkheden van het ziekenhuis. Eind jaren ‘80 wordt de Westvleugel volledig herbouwd nadat een wetswijziging de verpleegstersflat overbodig maakte. Hierin wordt de nieuwe hoofdentree gerealiseerd, direct bereikbaar vanuit de Burgemeester de Kuijperlaan. In begin jaren 90 maakt het oude gasthuis uit 1910 plaats voor nieuwbouw. De nieuwe Noordvleugel biedt toegang tot poliklinieken. Het terrein wordt volledig verhard ten behoeve van parkeren. Het groene karakter verdwijnt hierdoor. De voormalige hoofdentree wordt gesloopt, waardoor het achter terrein weer toegankelijk wordt. Veel fietsers en wandelaars maken gebruik van deze doorgang. Eind jaren ‘90 zijn hier tijdelijke units en een kantoorgebouw bij gebouwd waardoor het zijn uiteindelijke vorm heeft aangenomen. Kort na de fusie in 2000 werden nieuwe plannen geïntroduceerd voor het ziekenhuis in Uden. In 2013 werd dat opgeleverd. Hierdoor kwam het ziekenhuis in Veghel en Oss leeg te staan en verdween de zorg. In Oss is het ziekenhuis gesloopt, en is er kleine specifieke zorg voor in de plaats gekomen, in Veghel niets.
Beeld: BHIC, foto gasthuis ca. 1965
Beeld: BD, luchtfoto 2015
N
1960
1980
1995
2013 sluiting ziekenhuis p. 15
Het probleem rondom leegstaande kloosters, met bijbehorende kloostertuinen is niet nieuw en het is groeiend. Hier is uitgebreid onderzoek naar gedaan1 en er bestaan inmiddels succesverhalen rondom deze probleemstellingen. Een van deze successen is een inspiratiebron geweest en bevindt zich in Nijmegen; Kloostertuin Brakkenstein. Het terrein is opnieuw openbaar gemaakt en herbergt nieuwe functies waardoor het een levendige plek is met een bijzonder karakter en een bijzondere geschiedenis.2
1. M.T.C.F. (2016, januari). Kansen voor de kloostertuin. Rijksuniversiteit Groningen. 2. Gouden Piramide, Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap-Nominatie 2018 https://www.goudenpiramide.nl/gouden-piramide-2018/nominaties-2018
Gasthuis
Klooster
Gasthuis
Kloostertuin
N
1915 Na oprichting van het ziekenhuis is de wijde omgeving nog leeg en vrij. Het stuk land tussen het klooster en het ziekenhuis is een moeras achtige omgeving.
p. 16
1965 Door de groei van het ziekenhuis bouwt het klooster dienstwoningen, een zusterschool en overige ondersteunende gebouwen. De kloostertuin is opgehoogd en aangeplant door zand af te graven aan de overzijde. De herkenbare grote vijver is hierdoor ontstaan. Lintbebouwing begint vorm te krijgen.
1.2 Locatie analyse Om beter grip te krijgen op het omvangrijke terrein kijken we naar hoe het terrein deze vorm heeft aangenomen. In het hoofdstuk hiervoor werd de ontwikkeling van het ziekenhuis in beeld gebracht dat op een aantal plekken direct een invloed had op de omgeving. Als we kijken naar historische kaarten zien we een direct gevolg van de groei van het ziekenhuis op de omgeving. Voordelen voor de ontwikkeling van Veghel, maar duidelijke nadelen op het groene karakter van de plek.
Ziekenhuis
N
1996 Een nieuwe weg is aangelegd dat meer verkeer aan kan. Dit vormt een belangrijke verkeersader en geeft het ziekenhuis de ruimte om te groeien. Het ziekenhuis is nu nog gekoppeld aan de kloostertuin en dus ook direct met het klooster. Daar komt snel verandering in.
2016 Het ziekenhuis is volgroeid en compleet losgekoppeld van de omgeving. Het terrein is volledig verhard en er is een hoge barrière gecreëerd om de kloostertuin af te schermen.
p. 17
1.2.1 Omgeving De directe omgeving van het ziekenhuisterrein en de kloostertuin zijn onveranderd nadat het ziekenhuis is gestopt met ontwikkelen. Deze twee zijn sinds het ontstaan van het gasthuis onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest. Sinds het sluiten van het ziekenhuis in 2013 is deze dynamische omgeving volledig stilgevallen en verloederd. Een groot deel van het centrum ging op slot. Dit heeft ook zijn effect gehad op de groei van Veghel, dat haar prioriteiten elders legde. Waardoor er 7 jaar niets is veranderd sinds de deuren op slot gingen. Daarentegen heeft het nieuwe ziekenhuis in Uden tegelijkertijd voor een stevige steun in de rug gezorgd voor de ontwikkeling van dat betreffende gebied. Hiernaast is het betreffende gebied omlijnd. Gelegen in het centrum, ligt het tevens op de route voor veel mensen die van en naar het werk, naar school, of een sportgelegenheid gaan. Doordat het omringd is door belangrijke verkeersaders en busroutes is de plek een centraal verkeerspunt. Visueel is het ook een erg herkenbaar punt aangezien de monumentale bomenrij uit de kloostertuin ver boven de bebouwing reikt.
Beeld: Eigen foto. Links het ziekenhuis, rechts de rand van de kloostertuin die vanuit het ziekenhuis niet meer toegankelijk was
p. 18
N
p. 19
1.2.2 Klooster(tuin) Hiernaast is in geel de oorspronkelijke contour van het kloostergebied aangeduid, met daarop in een lichte kleur de bebouwing die door het klooster is geïnitieerd. In groen het gebied dat nog steeds een groen karakter heeft. Aan de oostzijde de grote vijver, ontstaan door een afgraving om de kloostertuin op te hogen. Rondom het ziekenhuis heeft steeds meer tuin plaats moeten maken voor verharding t.b.v. parkeerplaatsen en dergelijke. Aanwezige bebouwing behorend bij het klooster zijn: 1. Sint Joseph Ziekenhuis (later Bernhoven) 2. Mariaschool (oude zusterschool) 3. Meisjesschool (later Zwijssen College) 4. Zuster appartementen 5. Zuster werkplaats 6. Zuster appartementen 7. Klooster Sint-Franciscus (rijksmonument) 8. Kloosterkapel (rijksmonument) 9. Sint Lambertuskerk (rijksmonument) 10. Congregatiekapel (rijksmonument) 11. Kerkelijke dienstwoning (rijksmonument) 12. Begraafplaats (14 rijksmonumenten) Deze gebouwen, die veelal ontworpen zijn door architect Pierre Cuypers en later zijn zoon Joseph Cuypers, vormen het monumentale ensemble van de kloostercongregatie. Die duidelijk haar stempel drukte op de plaats Veghel. Onderling waren deze gebouwen verbonden door de centrale kloostertuin. Uit archiefstukken blijkt dat de tuin werd aangeplant met planten en bomen vanuit heel de wereld. Vanwege de vele internationale posten en relaties werden allerlei goederen toegezonden en geïmporteerd, waardoor dit mogelijk was. Oorspronkelijk was de kloostertuin openbaar. Met ingang van de privatisering van het ziekenhuis is de tuin afgesloten voor bezoekers. Wie de tuin ontworpen heeft is onduidelijk. De kloostertuin bestond oorspronkelijk uit een bloemen- en kruidentuin, zuster begraafplaats en het park. Deze onderdelen werden middels verschillende wandelroutes verbonden. Een pragmatische route die vanuit het klooster de kortste route bood richting de bijbehorende gebouwen. En een langere wandelroute door de monumentale bomenrij, langs kunstbeelden, tuinen en water- en boompartijen. In het midden van de kloostertuin bevindt zich een kleine vijver die als centraal punt fungeert waar de zusters aan het water kunnen zitten.
p. 20
1
2
3
12 11
4
4
10
5 9
5
8 7
6
N
p. 21
1. Aanzicht klooster met daarnaast de kerk
2. Binnenplaats van het klooster, met een siertuin. In de verte de kloostertuin
3. Een zuster wandelt door een monumentale rij platanen, langs de
4. Historisch beeld van de centrale vijver (Bron: BHIC)
zuster begraafplaats
5. De originele routes naar omliggende bebouwing zijn nog zichtbaar,
6. Foto over de gracht, richting de begraafplaats met verschillende
maar al lang niet meer in gebruik
kapellen en de Sint Lambertus kerk
p. 22
4
5
6 3
2
1
N
p. 23
1.3 Gasthuis - Sint Joseph Ziekenhuis Het ziekenhuis als paradepaardje van de kloostercongregatie is tussen 1910 en 2013 gegroeid van lokaal gasthuis naar volwaardig ziekenhuis. Zoals hiervoor uitgelicht heeft het daardoor allerlei verbouwingen en uitbreidingen ondervonden. Deze zijn tot het eind grotendeels nog zichtbaar gebleven in het gebouw. Middels historische foto’s en archief tekeningen zijn deze te herkennen in het gebouw. Zo is er door de jaren heen een gebouw ontstaan middels een ware mengelmoes aan bouwmethoden. Daarnaast moest het ziekenhuis voortdurend worden vernieuwd aan de hand van de laatste technieken en apparatuur, met name in deze periode. Een periode waarin deze technologische ontwikkeling ontzettend snel ging. Deze vraagstukken zijn meerdere keren middels tijdelijke bouwwerken opgelost. Wat herkenbaar is in de archiefstukken is de overgang van metselwerk/hout, naar metselwerk/ beton, naar volledig beton. Waardoor je in de hoofd draagconstructie een brei krijgt aan bouwtechnische aansluitingen en oplossingen. In de plattegrond is het duidelijk herkenbaar aan de stramienmaat van de constructie. Zo is de stramienmaat in een (ziekenhuis) vleugel uit de jaren ‘50 erg fijn van structuur. Deze komt uit een tijd waarin kostenefficiënt gebouwd werd vanwege de grote schaarste. Met licht uitgevoerde kolommen en liggers die vaak maar meters uit elkaar staan. Veel afwijkende maten die precies afgestemd zijn op de dragende functie, waardoor er zo weinig mogelijk beton nodig was. De betonconstructie die zon 30 jaar later werd gebouwd, uit de jaren ‘80, ziet er heel anders uit. Herkenbaar aan de forse afmeting van de kolommen en liggers, zonder afwijkende maten. Met een veel grotere stramienmaat. Zo ontstaat er meer flexibiliteit en door veelal dezelfde afmetingen kon er sneller worden gebouwd. Daarnaast zijn er meerdere aan- en opbouwen geplaatst in staal. Die vrijwel allemaal als tijdelijke oplossing, of voor techniek bedacht waren. Vaak bleken deze tijdelijke oplossingen toch definitief te worden door ze te laten staan.
p. 24
Beeld: Archief gemeente Meierijstad
Uitbreiding 1935 Uitbreiding 1955
Beeld: BHIC, foto voorzijde ziekenhuis na twee grote uitbreidingen
Beeld: BHIC, foto ten tijde van de uitbreiding in de jaren ‘50
p. 25
Verbouwing hoofdentree, ca 1980. Mix tussen metselwerk en beton
Uitbreiding in de jaren ‘50, volledig in beton met een zeer fijne en herkenbare beukmaat.
p. 26
Vernieuwbouw eind jaren 80, grove beukmaat in beton
Originele uitbreiding van 1935, veelal metselwerk
Keukengebouw ca. 1975, Lichtgewicht gebouwd middels staal p. 27
Wat opvalt aan het gebouw, en wat duidelijk wordt na een analyse van de archiefstukken, is dat de betonconstructie als leidraad geldt voor toekomstige uitbreidingen. De originele vleugel uit de jaren ‘30 is met name van metselwerk en is veelal aangepast aan de latere uitbreidingen. Zo zijn de vleugels die in de jaren ‘50 zijn gebouwd ook al meerdere keren intern en cosmetisch verbouwd, maar hiervan blijft de betonnen draagstructuur overeind. Hetzelfde gebeurt in de vleugels uit de jaren ‘80. Terwijl veel van de metselwerk en stalen aan- en uitbouwen zijn vervangen, gesloopt of aangepast, blijft de betonconstructie als een rode draad door de geschiedenis van dit gebouw overeind. Dit principe is natuurlijk niet vreemd, doordat een betonnen geraamte flexibeler van opzet is dan metselwerk wanden en dus gemakkelijker is aan te passen in de ontwikkeling van het ziekenhuis. De gehele ontwikkeling van dit ziekenhuis is in die zin niet vreemd of uniek, omdat dit hand in hand gaat met de bouwmethode van de tijd. En daarnaast het beoogde gebruik van het gebouw. Begonnen als een kleinschalig gasthuis voor de armere mensen die geen thuiszorg konden betalen, tot aan regionaal ziekenhuis die (specialistische) zorg bood voor iedereen. Begonnen met metselwerk wanden en een houten dak in de jaren ‘20 van de vorige eeuw, tot aan gigantische betonconstructies 65 jaar later. Het is een logische ontwikkeling die in veel bouwwerken terug te vinden zijn. Echter vormt dit relatief jonge betonskelet door zijn flexibiliteit en duurzaamheid een rode draad die zichtbaar en tastbaar blijft door de tijd. Hoe de externe of interne ontwikkeling ook plaatsvond in het ziekenhuis, dit betonskelet bleef hetzelfde. Er liepen mensen doorheen in 1955 en maar 60 jaar later nog steeds. Een fysieke herinnering of wel een drager van die tijd.
p. 28
Als we verder gaan kijken en op zoek gaan naar uitsluitend betonconstructies in het gebouw. Blijven de vleugels uit de jaren ‘50 en ‘80 over als zijnde geheel gebouwd in beton. Hier zijn vervolgens allerlei constructies op, onder en tegenaan
gemetseld. Hiernaast is op de bovenste afbeelding het volledige ziekenhuis in 3D weergegeven. In de afbeelding daaronder is het complete betonskelet gefilterd en weergeven in dezelfde massa.
p. 29
Deze drager heeft een aantal kenmerkende aspecten die als uitgangspunt gaan gelden voor het ontwerp. Zo ligt het qua tijdlijn in chronologische volgorde met de ontwikkeling van het klooster en haar bijgebouwen, zoals de zusterschool, de meisjesschool, de dienstwoning etc. die in de jaren ervoor gerealiseerd werden. En dit is zichtbaar in het skelet van het gebouw. Het volgroeide ziekenhuis bestond uit een tijdgeest van 4 perioden (zie ook hiernaast): 1. De oorspronkelijke bebouwing, voornamelijk uit metselwerk en houten constructies (1910-1940) 2. De enorme uitbreiding uit de jaren ‘50, uitgevoerd in beton herkenbaar in gevel en plattegrond 3. De vernieuwbouw uit de jaren 80, met tevens haar herkenbare structuren 4. De cosmetische ingreep uit begin jaren ‘90, dat het ziekenhuis enigszins 1 gebouw liet worden. Deze laatste cosmetische ingreep heeft voor samenhang gezorgd voor het exterieur, waardoor het gebouw enigszins als 1 voelde en oogde. Maar de constructieve drager bleef uiteraard exact hetzelfde. Deze constructieve drager vormt een cultuurhistorische drager als zijnde de enige constante in de tijdlijn van het ziekenhuis. De tastbare herinnering aan de historische ontwikkeling van dit ziekenhuis en deze plek. Als het ziekenhuis gesloopt zou worden met uitzondering van het betonskelet zou het kenmerkende skelet direct een visueel, maar ook fysiek tastbaar ‘monument’ worden voor de historie en ontwikkeling van deze plek. En dat is wat het uniek maakt.
Beelden rechts: Archief gemeente Meierijstad, plattegrond ziekenhuis (1995) Fotos rechts: Eigen foto’s
p. 30
4 3
2
1
p. 31
1.4 Problematiek Doordat het ziekenhuisterrein door de jaren volgebouwd is en het ziekenhuis al op volle toeren draaide, kon het niet voldoen aan de beoogde toekomstige groei vanuit de organisatie en vanuit de locale overheid. Uitbreidingen waren nagenoeg onmogelijk en bereikbaarheid kon niet worden verbeterd. Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven heeft de bouwhistorie ervoor gezorgd dat het gebouw een mengelmoes is geworden van draagstructuren en stramienen, dat zijn stempel drukt op de plattegrond en verschijningsvorm van het gebouw. Dit gaat ten koste van de flexibiliteit. Daarnaast is in dezelfde periode de techniek razendsnel ontwikkeld waardoor het gebouw moeilijk of niet van deze infrastructuur is te voorzien. Hierdoor deed men besluiten dat dit ziekenhuis niet meer geschikt was. Er moest een nieuw groter centraal gelegen ziekenhuis komen, dat in Uden. Die zou tevens het ziekenhuis in het nabij gelegen Oss ook overbodig maken. En deze intensivering blijkt een landelijke trend.1 1.4.1 Maatschappelijke problematiek De sluiting van het ziekenhuis had een behoorlijke impact op de omgeving en zorgde voor onrust in Veghel23. De zorg verdween, samen met de dynamiek van de plek. Veel mensen waren afhankelijk van de zorg op deze plek. Een plek van ontmoeting. Een plek waar generaties lang talloze levensgebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Dit zorgde voor de band die veel mensen hadden met de plek. Hoewel het geen aantrekkelijk gebouw was, is het wel iconisch geweest voor de plek en kenmerkend voor Veghel. Dit verdween van de een op andere dag. Iedereen had er direct of indirect mee te maken. Banen verdwenen en mensen afhankelijk van dagelijkse zorg moesten dit elders verkrijgen. Er werd vervolgens in 2016 geprobeerd om er een asielzoekerscentrum van te maken door het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Dit stuitte echter wederom tegen kritiek, waardoor het leeg bleef.
1. Skipr Redactie. (2020, 6 april). NZa verwacht afname aantal ziekenhuizen. Skipr. https://www.skipr.nl/nieuws/nza-verwacht-afname-aantal-ziekenhuizen/ 2. Meierij, O. (2020, 18 mei). Ons ziekenhuis is weg, maar niet vergeten (Video). Omroepmeierij.nl. https://www.omroepmeierij.nl/omroepmeierij/ons-ziekenhuisis-weg-maar-niet-vergeten 3. https://www.sp.nl/nieuws/2005/08/sp-wil-debat-over-sluiten-ziekenhuizen-ossen-veghel
p. 32
“En óf de mensen het ziekenhuis missen, weegt Adriaan... potverdorie, dat dit kan! Het is gewoon weggegooid geld, kapitaalvernietiging!”
Archief foto’s: Het ziekenhuis is altijd een toegankelijke plek geweest waar mensen kwamen om te genezen, op bezoek bij dierbaren, een kind te krijgen maar waar ook veel leed heeft plaatsgevonden. Een plek met veel historie.
Beeld: Eigen foto, de tijdgeest van 3 perioden in 1 knooppunt. Jaren ‘30 rechts, jaren ‘50 links en technische ruimtes als dakopbouw uit de jaren 80/90.
p. 33
1.4.2 Stedenbouwkundige problematiek Voor de omgeving had de sluiting nog een ander gevolg. Het werd stukken rustiger in de omgeving en op de aangrenzende straten. Geen vrachtverkeer meer en ambulances, of talloze auto’s van patiënten, bezoekers en werknemers. De voorzieningen waren jaren daarvoor getroffen maar nu overbodig. Grote lege parkeerplaatsen die langzaam door de natuur werden overwoekerd. Dit zorgde voor een somber aangezicht. Doordat het voorstel om een AZC te maken werd afgeschoten, lag er verder geen plan. De plek bleef verlaten. Dit zorgde ervoor dat de voorheen levendige plek steeds meer een doorn in het oog werd van de gemeente en vele omwonenden. 1.5 Kwaliteiten De kwaliteiten liggen niet zo zeer in het gebouw, maar in de relatie die het kan hebben met haar omgeving. Met name de culturele en landschappelijke relatie.
Ontstaan vanuit het klooster, grenzend aan de kloostertuin met haar monumentale boompartijen en bouwwerken. Een uitbundig groene omgeving, in het hart van het centrum. Waardoor het een unieke locatie is. Een locatie dat decennia afgesloten is geweest voor publiek. Maar vanwege het teruglopende aantal zusters, en het doelloze ziekenhuisterrein, biedt deze combinatie kansen. Kansen die gelukkig steeds vaker in Nederland benut worden45 De kwaliteiten van het gebouw zijn hiermee onlosmakelijk verbonden. Los van de verschijningsvorm kan de kern van het gebouw haar functie als drager van het verleden ook fungeren als drager van de toekomst. Het is tenslotte een fysieke herinnering aan dit verleden en aan deze omgeving. Het hoeft niet noodlottig gesloopt te worden.
4. Pandhof Sinte Marie - Home. (2020). Pandhof Sinte Marie. https://www.pandhofsintemarie.nl/ 5. Van Erp, P. (2021, 6 april). Oss trekt de portemonnee voor kloostertuin in Ravenstein, die voor iedereen toegankelijk wordt. Brabants Dagblad. https://www.bd.nl/oss-e-o/oss-trekt-de-portemonnee-voor-kloostertuin-in-ravenstein-dievoor-iedereen-toegankelijk-wordt~aeb6dbd1/
p. 34
Beeld: Impressie van het gebouwontwerp, gezien vanuit de kloostertuin. Visueel direct verbonden en fysiek toegankelijk gemaakt.
Beeld links: Relaties vanuit het ziekenhuis met
Beelden boven: Eerste ideeën over het volledig
de omgeving die verloren zijn gegaan maar
openbreken van het voormalig ziekenhuis en het bloot
eenvoudig zijn te herstellen.
te stellen aan de omgeving
p. 35
2. Masterplan Probleemstellingen, kwaliteiten en kansen die in voorgaande hoofdstukken zijn uitgelicht, hebben de basis gevormd voor mijn nieuwe masterplan. Een plan waarin deze elementen opnieuw aan bod komen, een nieuwe rol vervullen en de basis vormen voor het gebouwontwerp. Ik grijp terug naar een overduidelijke kwaliteit uit het verleden, en combineer dit met antwoorden op hedendaagse probleemstellingen. Zo wordt er opnieuw plaats gemaakt voor een openbaar groen hart in Veghel, een groene long in het centrumgebied. Oude structuren worden hersteld en nieuwe functies worden gerealiseerd, met wonen centraal. Het voormalig ziekenhuis wordt wederom onderdeel van een groene omgeving, in plaats van dat het de rug toekeert. Een nieuwe parkachtige woon- en leefomgeving met historische en monumentale elementen; Het kloosterpark. In dit hoofdstuk inventariseer ik allereerst wat deze specifieke kwaliteiten zijn en wat voor belang ze dienen om vervolgens tot een totaalbeeld te komen van het kloosterpark en zodoende te functioneren. Daarna worden de maatschappelijke, stedenbouwkundige en landschappelijke uitgangspunten onderzocht. Tot slot van dit hoofdstuk wordt het functionele programma getoond. Dat tevens de conclusie vormt van bovenstaande punten.
p. 36
C
N
p. 37
2.1 Inventarisatie Verkleinen footprint Het immense ziekenhuis is uit haar voegen gebarsten door de toevoeging van talloze aan-, uit- en opbouwen. Veelal kwalitatief erg verslechterd. Na een uitgebreide analyse, die verder in het verslag wordt toegelicht, is deze footprint substantieel verkleind. Door de verkleining worden gevels minder massaal en krijgt het qua schaal een betere relatie met de omgeving.
Groenstructuur herstellen Grote delen van het terrein zijn verhard of afgesloten vanwege het ziekenhuis. Dit wordt opengebroken. De ooit aaneengesloten groenstructuur wordt hersteld, waardoor het gehele gebied wederom een open en groen karakter krijgt. En vervolgens bereikbaar wordt voor publiek.
Park als achtertuin Na jaren gedwongen de rug toegekeerd te hebben, wordt de aangrenzende bebouwing opnieuw bij het groengebied betrokken. Zoals ten tijde van realisatie ook bedoeld was. Dit zorgt voor een dynamisch tussengebied, het kloosterpark als de “achtertuin”.
N
p. 38
1
Sport Onderwijs Wonen
2
2 1 2 Park
2 Werk
Klooster
1
Nieuwe relaties Nadat het jaren afgesloten is geweest worden oude structuren samengevoegd met nieuwe. Deze nieuwe relaties bestaan uit primaire (1) en secundaire (2) routing. Over zowel het terrein als door het gebouw. Deze vertalen zich in de vorm van een korte directe verbinding, of een mooie rustige wandelroute.
Aansluiting terrein Het omliggende terrein wordt op drie plaatsen omhooggetild om een betere en directe verbinding te maken met het 2e niveau in het gebouw. Zodoende is de inloop op zowel het 1e als 2e niveau vanzelfsprekend, wat zorgt voor extra dynamiek in het gebouw. Tevens zorgt het voor een betere relatie met het groengebied op hogere niveaus in het gebouw. Er ontstaat een nieuw, extra maaiveld.
Plaatsing van boompartijen Een tweede laan wordt aangelegd, een pad met aan beide zijde bomen vanuit de kloostertuin richting het noorden. Ze vormen een natuurlijke scheiding tussen de aanwezige woningen en het kloosterpark. Daarnaast zorgen de nieuwe boompartijen voor een geborgen karakter. Tevens betrekken ze het gebouw meer bij het park, waar het een centrale rol vervult.
p. 39
p. 40
1
Een dwarsstraat vanuit het centrum Veghel, grenzend aan de kloostertuin
2
Andere zichtzijde van bovenstaande foto. De weg loopt dood tegen het hekwerk van de kloostertuin.
3
2
3
1
Vanuit het ziekenhuisterrein richting de kloostertuin. Grotendeels overwoekerd is er tussen de bebouwing nog een smalle doorgang die doodloopt op een hekwerk.
p. 41
2.2 Het Kloosterpark Het kloosterpark hersteld een eeuwenoude relatie tussen het klooster en het ziekenhuisterrein. Maar ook haar relatie met de maatschappelijke functies die het ooit herbergde. Functies zoals verschillende gradaties zorg, dagbesteding, bijeenkomst-functies (Restaurant, café, gezamenlijke huiskamer) en commerciële functies. Deze functies worden gerealiseerd rondom een gemengde woonfunctie. Dit wil zeggen dat wonen centraal staat. Wonen voor alle generaties. Door de woningnood voor zowel starters als levensloop/ seniorenwoningen wordt hieraan gehoor gegeven en wordt de omgeving opnieuw leven in geblazen. Bestaande uit maatschappelijke, stedenbouwkundige en landschappelijke relaties en invullingen wordt het kloosterpark verder vormgegeven. Op de kaart rechts zijn de hiervoor uitgelichte elementen verwerkt in een totaalbeeld. Het terrein opent zich vanuit het centrum, in het zuiden, en vormt een dynamisch gebied tussen wonen, werken, sport en onderwijs. In rood is de primaire routing te zien die voor fietsers en voetgangers direct toegang biedt tot verschillende plekken op het terrein, in het voormalig ziekenhuis, of in de omgeving. Daarnaast zijn de alternatieve wandelpaden zichtbaar die het gehele terrein beslaan. Dit zijn wandelroutes door het aanwezige bos, langs de waterpartijen, door de siertuin en langs allerlei historische elementen. Oude structuren worden hiermee hersteld, vernieuwd en doorgetrokken over het gehele terrein. Deze elementen uit de oorspronkelijke kloostertuin voegen een dieper cultuurhistorisch karakter toe aan het park. Dit zijn met name de kenmerkende centrale vijver, de religieuze beelden, de siertuin, een imposante zuster begraafplaats en de monumentale bomenrij aan het water. Allen subtiel omsloten door een gracht. Het nieuwe park biedt uniek zicht op verschillende monumenten zoals de begraafplaats (afgesloten), de kloosterkapel, de kerk en het klooster. Het ziekenhuisgebouw wordt onderdeel van dit park als een van deze elementen die altijd al aanwezig waren. Herbestemming van delen van het klooster tot woningen, lerarenopleiding en kinderopvang, zorgen voor dynamiek rondom het oude klooster. Maatschappelijke functies die passen bij het doel van het klooster.
p. 42
P
P
N
1:4000
p. 43
2.3 Maatschappelijke uitgangspunten De speerpunten van de kloostercongregatie waren, en zijn nog steeds, maatschappelijk. In de vorm van zorg, onderwijs en hulp voor de minder bevoorrechten1. Tot een tijd geleden diende deze locatie nog steeds dit doel. Doordat veel functies zijn verdwenen heeft dit een gat geslagen in de maatschappelijke meerwaarde die deze locatie aan haar omgeving kan leveren. Om dit gat te dichten worden enkele functies teruggebracht in een vorm die passend is voor de tijd waarin we leven. Naast een centrale woonfunctie worden nieuwe maatschappelijke functies als zorg, sociale bijeenkomst functies, en beweging toegevoegd. Een eerstelijns zorgcentrum wordt toegevoegd, dat het grote gat grotendeels kan dichten van de zorg die geheel verdwenen is van de plek. Het sluit aan bij de vergrijzing en de vraag naar eenvoudige zorg in de buurt. Daarnaast kan dit versterkt worden door het stimuleren en faciliteren van nuldelijnszorg zoals mantelzorg. De vergrijzing in combinatie met het feit dat steeds meer ouderen alleen zijn en alleen wonen, zorgt voor eenzaamheid2. Dat vervolgens kan leiden naar depressies en zelfs vroegtijdig overlijden. Tegelijkertijd speelt een andere boosdoener een steeds belangrijkere rol, dat is een sedentaire levensstijl. Niet genoeg bewegen met als gevolg allerlei gezondheidsklachten. Een probleem dat steeds groter wordt voor zowel jong als oud. Deze problemen kunnen bestreden worden terwijl ze andere problemen oplossen. Zo kan een mantelzorg woning de betreffende woningbehoefte vervullen, zorg aan huis bieden terwijl het eenzaamheid bestrijd. Plaats deze woning in de buurt van starters-, 1-gezinswoningen, commerciële en bijeenkomst functies en het kan elkaar versterken doordat drempels om actie te ondernemen weg worden gehaald. Op de route tussen deze functies kan op subtiele wijze ontmoeting en/of interactie gefaciliteerd worden in de vorm van kleine perkjes, zitjes en beweegtuinen. Dit haalt de bekende problemen uit de typische vinex- of ouderen wijken, worden verschillende generaties samengebracht en lossen ze elkaars problemen op. 1. http://www.sficnet.org/index.php/nl/home/wat-doen-wij 2. https://digitaal.scp.nl/ouderenzorg/aantal-ouderen-neemt-toe
p. 44
Bron: Gelderse sportfederatie, een beweegtuin dat interessant is voor jong en oud
80+’s is thuiswonend
65+’s is depressief
65+’s is alleenwonend
Mantelzorger
65+’s is eenzaam Uit de database van het CBS zijn enkele cijfers hierboven uitgelicht die het omschreven probleem onderstrepen12. Een probleem dat groeiende is en middels dit plan wordt bestreden.
Ter lering en inspiratie zijn verschillende inzendingen bestudeerd van de prijsvraag ‘ Who Cares’3. Over nieuwe vormen van wonen en wijkvernieuwing. Met korte lijnen naar de zorg. Hierbij komen ook veel van de hiervoor benoemde kwesties aan bod.
1. https://www.cbs.nl/nl-nl/visualisaties/dashboard-bevolking/leeftijd/ouderen 2. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/13/bijna-1-op-de-10-nederlanders-voelde-zich-sterk-eenzaam-in-2019 3. https://prijsvraagwhocares.nl/
p. 45
C
D B
1
A
N
1:5000
p. 46
2.4 Stedenbouwkundige uitgangspunten Stedenbouwkundig had het voormalig ziekenhuis een zeer dominante rol in zijn omgeving. Het begon als een kleinschalig gasthuis maar werd een log, grootschalige zorg-machine. Stedenbouwkundig had het in deze vorm geen meerwaarde. Qua schaalgrootte kan het stukken beter aansluiten op de omgeving. Er moet meer lucht en groen ontstaan in plaats van steen. Dit gebeurt door het drastisch reduceren van het bouwvolume en de massiviteit. Het terrein wordt direct aangesloten op het centrum (1), wat een aantal belangrijke verbindingen mogelijk maakt. Met name tussen het centrum in het zuiden en enkele sportaccommodaties en een voortgezet onderwijsinstelling in het noorden. Deze verbinding wordt veel door fietsers en voetgangers gebruikt. Daarnaast ligt het terrein tussen het industriegebied in het westen en de woonwijken in het noorden en oosten. Hierdoor wordt het een belangrijk centrum voor verkeersstromen. Hierop wordt aangehaakt waardoor het kloosterpark een kortere, veilige en bijzondere route voor fietsers en voetgangers verzorgd. 2.5 Landschappelijke uitgangspunten De landschappelijke kwaliteiten zijn het grenzen aan de monumentale kloostertuin (B), de siertuin (A) en de grote siervijver (D). Inclusief het ziekenhuisterrein (C) vormen deze gebieden nu het kloosterpark. In de omgeving is verder weinig groen, waardoor het belang van dit gebied versterkt wordt. Door het toegankelijk en goed bereikbaar te maken wordt deze groene long het centrale park van Veghel. Het gebouw sluit hierop aan op een laagdrempelige en vanzelfsprekende manier. De aanwezige boompartijen beschermen de monumentale rij platanen aan het water van harde wind uit het oosten. Zonder deze boompartijen zouden de platanen het niet lang volhouden en omvallen door de weersinvloeden. Ze vervullen een belangrijke rol en worden behouden. Een belangrijke zichtlijn wordt gecreëerd tussen de voormalige kloostertuin (1) en het ziekenhuisterrein (C). Door hoge wildgroei weg te halen wordt het achterliggende terrein erbij betrokken, waardoor het als 1 park gaat fungeren.
p. 47
Impressie Kloosterpark Vanuit het stedelijk centrum (rechts) komen we in het kloosterpark waar direct het volledige park zich openbaart, inclusief het voormalig ziekenhuis (linksboven). Deze zichtlijn is mogelijk door het combineren en openstellen van deze gebieden.
p. 48
p. 49
Alleenstaand / Duo
65+ / 80+
Gezin
Overkoepelende kloostercongregatie -
Klooster (tuin)
Gemeente Meierijstad -
(Klooster) Park
Coöperatieve vereniging van eigenaren -
1955
p. 50
1990
2021
Functionele (buiten)ruimte
2055
2.6
Uitgangspunten gebouwfunctie
Het gebouwgebonden programma is divers maar heeft wonen centraal. Met enkele nieuwe commerciële en maatschappelijke functies zoals winkels, horeca, bijeenkomst en zorg wordt het een dynamisch woonlandschap. Wonen in het kloosterpark, terwijl het ook als een verlengstuk van het centrum zal fungeren. Hoewel het voor velen een thuis is, zullen andere er een hapje komen eten, gezamenlijk een film of wedstrijd kijken, of een terrasje pakken. Zoals in de abstracte weergave hiernaast wordt aangeduid, betreft het woonlandschap een menging van verschillende generaties. De hiervoor getoonde maatschappelijke problematieken worden zodoende aangepakt. Het gemengde programma in een parkachtige omgeving versterkt dit proces door omwonenden hierin te betrekken. Door het skelet als kapstok te gebruiken ontstaat een flexibiliteit. Deze flexibiliteit zorgt ervoor dat het programma toekomst bestendig is doordat het gemakkelijk aangepast kan worden naar de tijd. De verdeling van het programma bestaat uit ca. 75% wonen en 25% nevenfuncties. Daarbij is ca. 30% van het totale oppervlak buitenruimte. Deze buitenruimte wordt gebruikt als aansluiting op het kloosterpark, collectieve tuinen, maar ook voor ontmoeting en interactie. Daarnaast vult het de belangrijke rol om het voorheen massieve karakter van het gebouw open te breken.
p. 51
3. Gebouwontwerp Elementen van het masterplan zijn op kleinere schaal doorgezet en vormen de basis voor mijn gebouwontwerp. Een ontwerp waarin het bestaande verweven wordt met het nieuwe. Een symbiose, waarin het betonskelet als tastbare herinnering aan het verleden fungeert als drager van de toekomst. Hierdoor wordt de historische tijdlijn voortgezet. Uitgangspunten vanuit het masterplan die hierin samenkomen: - Relatie met het kloosterpark, - Grenzen binnen/buiten vervagen en/of vervallen - Het skelet ten opzichte van de massa - Routing en ontmoeting - interactie faciliteren - Diverse woningtypes Mijn gebouwontwerp is functioneel gezien een woongebouw in het park, echter vormt het door deze relatie een woonlandschap. Waarin verschillende generaties hun thuis vinden, van starter tot senior. Daarnaast vormt het in combinatie met ondersteunende en aanvullende functies een verlengstuk van het centrum in het park. Middels de volgende pagina’s wordt op chronologische wijze het ontwerp uitgelicht. Te beginnen met het concept. Hierna wordt de kern van het ontwerp en van het gebouw uitgelicht, het betonskelet. Deze heeft natuurlijk verschillende relaties met het nieuwe programma. Hoe deze relatie is gevormd, welke conflicten er optreden en hoe er met materialen is gewerkt wordt hierin uitgelegd. Vervolgens worden enkele woningen uitgelicht om verder in te zoomen op de functionele werking als ook de relatie met het skelet en de omgeving.
p. 52
p. 53
3.1 Gebouwconcept Het opbreken van de grove massa en het toegankelijk maken van zowel gebouw als aanliggend terrein. Het gebouw is uitvoerig geanalyseerd en wordt gestript tot de absolute kern. Verlost van alle opsmuk, tijdelijke oplossingen, aan- en opbouwen. Hierdoor wordt een kern zichtbaar die volledig toegankelijk wordt gemaakt. Er ontstaan lange zichtlijnen met een weids uitzicht. De gebouw contouren zijn nog steeds zichtbaar maar het wordt luchtiger en overzichtelijker. In en op dit
p. 54
skelet worden nieuwe functies geplaatst die middels een overzichtelijke routing met elkaar in verbinding staan en verbinding maken met het kloosterpark. Hierdoor heeft het straatbeeld van dichte gevels met talloze auto’s plaats gemaakt voor een luchtig skelet, waar het groen doorheen sijpelt. Het skelet staat op kolommen, waardoor het park er onderdoor kan lopen. Een open object in het park waar men leeft, woont, eet, in, op en doorheen kan.
Buitenruimte = ontmoetingsruimte en daar ontstaat interactie. Ontmoeten en dus verbinden van mensen. Een gebouw dat openbaar is tot aan de voordeur. Voor jongeren een eerste huis, voor ouderen een remedie tegen een sedentair en eenzaam leven. Hiervoor worden ondersteunende functies geplaatst.
p. 55
Het betonskelet staat vrij op zichtzelf, is gestript van alle in- aan- en opgebouwde elementen en heeft nu een open karakter. Het park vloeit eronderdoor naar de centrale patio
p. 56
p. 57
3.2 De kern De kern van het gebouw is het betonskelet. Een constante factor in een gebouw dat zich daarna nog decennia heeft doorontwikkeld. Hoewel het als ziekenhuis tegen de maximale capaciteit aan zat, geldt dit niet voor het gewapende betonskelet. Dat voor haar begrippen nog relatief jong is en dus nog zeker als drager kan fungeren voor een nieuwe opleving. Dus niet alleen vanuit een duurzaam standpunt is het zonde om te slopen, maar met name de historie die ermee gemoeid is. Door het gebouw te strippen wordt een tijdlijn zichtbaar, en tastbaar. Met alle archiefstukken tot beschikking, is het betonskelet eruit gefilterd en in beeld gebracht. Dit vormt de kapstok voor het ontwerp. Fascinerend is de tijdgeest die een dergelijk kil materiaal kan overbrengen door de tijd. Zoals gestort in de jaren ‘50, in een geheel andere tijd, wordt het opnieuw tentoongesteld als onderdeel van het kloosterpark. Veel dingen zijn hieruit op te maken en brengen deze tijdgeest over. Zoals de manier van maken, de nerven van de houten planken van de bekisting. Deze worden tegenwoordig met name voor esthetische doeleinden toegepast, niet uit praktisch noodzaak. Maar met name de verfijndheid van de constructie is wat we tegenwoordig niet snel meer zien. Elke ligger en kolom die ook maar iets afwijken qua krachtenspel hebben een eigen afmeting gekregen. Dit zorgt voor een verfijnd beeld met een speels lijnenspel. De vloeren zijn erg dun doordat ze niet veel overspannen en weinig doen voor het constructief geheel. Dit is iets wat ze tegenwoordig nog gebruiken bij industriële panden, zodat men flexibel is met het perforeren of geheel weghalen van dergelijke vloerdelen. Dit is al stukken minder als we doorlopen naar een vleugel uit de jaren 80. Met haar immense afmetingen is hier gegeneraliseerd. Betonkolommen zijn veelal gelijk van afmeting en liggen op vaste afstanden, ditzelfde geld voor de liggers. Minder verfijnd, meer gericht op snelheid en eenvoud van bouwen. Daarnaast biedt het uiteraard meer flexibiliteit.
p. 58
Beeld: Archief Gemeente Veghel, betonconstructie uit 1956
Beeld: Archief Gemeente Veghel, betonconstructie uit 1986
p. 59
Betonskelet jaren ‘50 Fijne constructie Klein stramien
p. 60
Betonskelet jaren ‘80 Grove constructie Groot stramien
1955
1990
2020
2055
Leeftijd betonskelet
p. 61
Te slopen: Techniek ruimtes Gevelpakket voornamelijk bestaand uit metselwerk
Te slopen: Tijdelijke units
Beeld: Eigen foto, mix van uitbreidingen
Beeld: Adriaan van der Linden - ‘Bouw en sloop Ziekenhuis Bernhoven, het vroegere Sint Josephziekenhuis.’ Ingehaald door de tijd laat deze foto de sloop zien van het ziekenhuis, waarbij even het betonskelet tevoorschijn kwam
p. 62
Te slopen: Techniek ruimtes
Gevelkozijnen Gevelpakket voornamelijk bestaand uit metselwerk
Verlaagde plafonds
Bouwkundige doorsnede voor en na het strippen van het gebouw. Zoals aangegeven worden alle aan en opgebouwde elementen gestript van het betonskelet. Deze elementen zijn veelal toegevoegd tijdens de cosmetische verbouwing in de jaren 90.
Wat overblijft is een kaal betonskelet dat maximale flexibiliteit biedt. De vorm van het ziekenhuis is nog steeds zichtbaar echter leent de constructie zich nu voor een nieuwe invulling.
p. 63
Om beter grip te krijgen op de schaal van het gebouw, het dragend skelet en de manier waarop het in elkaar steekt, is besloten hier een maquette van te maken. Het totale betonskelet met al haar nuanceringen is in een schaalmodel verwerkt. Dit geeft inzichten in wat voor ruimtes er ontstaan en hoe de verschillende constructies op elkaar aansluiten. Dit is de basis voor het plaatsen van het nieuwe programma. De maquette heeft geholpen met het bepalen waar functies geplaatst worden. Waar kansen en kwaliteiten liggen ten behoeve van het nieuwe programma. Waar het best doorbraken gemaakt kunnen worden of lange zichtlijnen kunnen ontstaan. 3.3 Skelet - Massa Doordat het gebouw is gestript wordt een passant, een gebruiker of bewoner al snel geconfronteerd met het betonskelet. Men loopt erlangs of doorheen, het is altijd zichtbaar en tastbaar. Dit versterkt het gebouw als ruimtelijk element in het park. Door het plaatsen van functies ontstaat het conflict tussen bestaand en nieuw. Het betonskelet doorbreken of ontwijken. De gebruiker confronteren of isoleren. De nieuwe functies in het skelet worden geplaatst middels losse massa’s in het skelet. Zodat er zichtlijnen in en door het skelet ontstaan. Door het plaatsen van de massa’s wordt er ook vormgegeven aan de routing erdoorheen. De locatie van verschillende volumes is sterk gebaseerd op de principes van een gemixt programma, het mengen van doelgroepen en functies. Met daarbij het bieden van weidse zichten naar de grote centrale patio, of het omliggende park met bijzondere kenmerken. De inpassing van deze volumes wordt op de volgende pagina beschreven.
p. 64
Inventarisering betonskelet per type kolom en ligger
Volledig skelet in hout, verschaald 1:50
p. 65
3.3.1 Isoleren - Confronteren Er wordt onderscheid gemaakt in twee manieren van plaatsen: 1. Geïsoleerd van het betonskelet 2. Confronterend met het betonskelet. In beide gevallen is het skelet nog steeds dominant en leidend, maar wordt er een compleet andere sfeer gerealiseerd. In de eerste variant staan de volumes volledig afgezonderd van het betonskelet. Dit wil zeggen dat de schil van het volume nergens het betonskelet doorkruist. Ze zijn er als het ware subtiel in gehangen. Waardoor je een nieuwe, eigen ruimte binnenstapt. Met een eigen identiteit, los van het betonskelet. Deze volumes hebben bescheiden gevelopeningen wat het volume een ingetogen karakter geeft. Dit principe betreft de woonfunctie. Maar bewoners zich terug kunnen trekken. In de tweede variant kruisen de volumes het skelet. Waardoor betonnen kolommen en liggers ook binnen zichtbaar blijven. Middels grote openingen vervagen grenzen tussen binnen en buiten. Het maaiveld loopt van buiten door naar binnen. Het volume sluit nauwelijks af van de omgeving. Dit geeft het volume een bijzonder open karakter. Dit principe is gekozen voor de nevenfuncties zoals de maatschappelijke en bijeenkomst functies.
p. 66
Meest open variant. De gebruiker verplaatst zich in het open betonskelet. Op de grens van binnen/buiten. Beschut, maar weersinvloeden en geluiden van de omgeving zijn zichtbaar, voelbaar en hoorbaar.
De gebruiker bevindt zich in een afgesloten ruimte, maar is nog duidelijk in contact met het betonskelet en haar omgeving. Echter is dit met name visueel.
De gebruiker bevindt zich in een afgezonderde ruimte. Een woning, afgesloten van het betonskelet en invloeden van buiten. Middels gevelopeningen is de omgeving zichtbaar.
p. 67
De verschillende gradaties van afscherming bepaald de plaatsing van functies. Doordat de woonfuncties geïsoleerd worden geplaatst, heeft dit direct gevolg voor de mate van flexibiliteit voor de inrichting. Maar ook voor de grootte en dus de doelgroep van de gebruiker. Een fijnmazig betonskelet kan geen grote volumes herbergen zonder het te doorbreken. Waardoor een gezinswoning erg lastig hierin te plaatsen is, maar een kleine seniorenwoning wel mogelijk is. Daarnaast zijn landschappelijke elementen tevens leidend voor het plaatsen van functies. Zoals de horeca die direct toegankelijk is vanuit het park en panoramisch uitzicht hierover biedt. Het plaatsen van een gemixt programma middels deze principes, die met een logische maar doelmatige routing verbonden zijn, leverde een complexe puzzel op.
p. 68
Grote siervijver, vergezicht door park
Parkomgeving
Kloostertuin (kerk, klooster, kapel) Prive ‘balkon’ aan patio
Corridor langs kolommen rij (schaduwwerking), met zicht op monumenten
Centrale patio
Door analyse van de omgeving en inzicht vanuit de maquette zijn ideeën en handvatten ontstaan voor het plaatsen van functies en de routing. Hierboven zijn een aantal van deze inzichten zichtbaar.
N
Panorama zicht vanuit openbare functie op kloostertuin 1:200
p. 69
Bestaand betonskelet Vloer van een woonfunctie op bovenliggend niveau
Geïsoleerd dicht paneel, in lijn en in kleur van kozijn, ter afsluiting ruimte Aanzichtlijn betonliggers Transparant gevelkozijn
Voor personen die zich door het betonskelet begeven worden grenzen als binnen/buiten vervaagd. Er is nauwelijks een afgesloten ruimte. Voor de openbare functies zoals horeca en bijeenkomst is dit principe doorgezet in de afscheiding van deze volumes. De scheiding vormt een volledig glazen wand. Waarbij het betonskelet doorloopt naar binnen zoals ook het maaiveld onder je voeten doet. De ruimte is nu geconditioneerd en afsluitbaar. Visueel ben je nog steeds in dezelfde omgeving, echter afgesloten van weersinvloeden en geluiden van buiten.
p. 70
Gevelpakket nieuwe woonfunctie. Demontabel geisoleerde wanden, voorzien van verticale houten planken Groen of verhard maaiveld op verschillende plekken in het gebouw, gelijk aan hoogte binnenzijde
Buitenzijde woonfunctie tot aan betonconstructie dichtgezet. Zowel thermisch afgescheiden maar ook qua geluid en brandtechnisch. Tevens voorzien van folies om vocht problemen te voorkomen.
Zoals het grote betonskelet als element in het park staat, staan de woonvolumes in het betonskelet. Ze zijn onderdeel van het groter geheel, maar hebben een eigen karakter en dienen een eigen functie. Het volume is verder afgesloten van buiten en van het betonskelet. Hiervan is boven een principe detail zichtbaar. Dit zorgt voor een eigen sfeer en voor een comfortabele woonruimte binnen het volume. De bewoner staat binnen in zijn woning nauwelijks in contact met het betonskelet maar ziet door de ramen de constructie rondom de woning staan. Het woonvolume is namelijk gevormd naar de beschikbare ruimte binnen deze betonconstructie.
p. 71
Alleenstaand / Duo
65+ / 80+
Gezin
Constructie Groen Verkeer Neven Woningen sen Woningen
Geschikt voor senioren/mantelzorg
p. 72
3.4 Programma Het programma is gebouwd rondom wonen. Dit wordt aangevuld met enkele commerciële en maatschappelijke functies. Woonfunctie; De woonfunctie, opgezet middels een coöperatieve vereniging van eigenaren, bestaat uit ca. 5000m2 met daarop 70 woningen met buitenruimte. Toegespitst op drie doelgroepen: 1. 2. 3.
40-55 m2 60-70 m2 80-110 m2
Mantelzorgers en/of alleenwonenden -senioren- duo’s Gezinnen
Ongeveer 60% van de woningen zijn geschikt voor senioren en mantelzorgers. Deze groep is de belangrijkste doelgroep van het plan. Maar gezien de flexibiliteit kan hier in de toekomst een andere invulling aan gegeven worden. Nevenfuncties Dit is een brede term voor de aanwezige functies naast wonen. Deze functies sluiten aan op het wonen, waar men dagelijks mee in aanraking komt. Zoals een supermarkt, wasserette, eerstelijnszorg (Fysio, tandarts, huisarts), filmzaal/auditorium, restaurant, klein café, winkels en gezamenlijke huiskamer. Veel van deze functies waren voorheen aanwezig maar zijn weggehaald zonder vervangende voorzieningen. De inpandige buitenruimte waar al deze functies mee verbonden zijn, worden gezamenlijk onderhouden.
p. 73
Het plaatsen van het programma is gebeurd aan de hand van de aanwezigen elementen op grote schaal. Zoals gezegd is wonen de verweven hoofdfunctie, de belangrijkste nevenfuncties zijn zorg, bijeenkomst en commercie. Vanwege de bereikbaarheid en toegankelijkheid is gekozen om de zorg op de begane grond aan de noordzijde te plaatsen, zodat deze vanaf de weg het best bereikbaar is met de kortste loopafstanden. Hier is namelijk ook een bushalte gesitueerd en zijn parkeerplaatsen aanwezig. De
horeca functies bevinden zich aan het park, zodat tijdens een hapje eten of een drankje een uniek uitzicht geboden wordt over dit park, daarnaast is de oriëntatie op het zuiden wat zodoende optimaal benut kan worden. Ook wordt voor bezoekers de verbinding tussen het centrum en het gebouw zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt. Resterend bevindt het winkelen zich aan de zuid/westzijde. Goed bereikbaar vanaf de weg, dicht bij parkeerplaatsen en centraal gelegen in het gebouw.
Grote commerciele functies en de zorg bevinding zich op de begane grond, ten behoeve van toegankleijkheid. Wonen kleine winkels en bijeenkomstfuncties zijn verspreid over verdiepingen, wat kansen biedt op mooie uitzichten
p. 74
P
P P
N
1:2500
p. 75
p. 76
3.5 Routing - Ontmoeting Routing haakt het plan aan elkaar, daarnaast kunnen deze verkeersstromen subtiel geleid worden om men andere zichtlijnen op de omgeving te bieden, of met elkaar in aanraking te laten komen. Het plan bestaat uit een primaire en secundaire routing. De primaire routing bestaat uit lange assen die gebieden en elementen vanuit het masterplan met elkaar verbindt. Zoals de centrale vijver met het betonskelet, of met het centrum. Toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Het heeft een rood kleuraccent zodat het door het gehele plan herkenbaar is. De secundaire route is een aftakking van de primaire route voor voetgangers. Waardoor wandelroutes ontstaan door bijvoorbeeld het bos, langs het water. Of het pad naar de voordeur. Wat ook herkenbaar is zijn de trappenhuizen. Ze zijn op dezelfde plek gebleven, maar de betonwanden zijn begroeid met klimop beplanting. Hierdoor worden het groene bakens in het totaalbeeld.
p. 77
3.5.1 Primaire route De routing ontstaat uit het masterplan, de lange assen die daarin zijn uitgestippeld. Hiernaast is met (1) en hoofdas aangeduid die zich voor wandelaars heeft gesplitst om zowel toegang te bieden op het maaiveld, als op de verdieping. Deze komt midden in het gebouw uit, waar het zich splitst (2) in allerlei sub-assen die verbinding maken met verschillende punten in het gebouw en het park. De rode hoofdas komt binnen op de verdieping (3), hierdoor wordt de dynamiek hoger in het gebouw getild. Tevens de bereikbaarheid voor mensen met de fiets, zodat je niet ellenlange afstanden hoeft te lopen. Aan de route zijn fietsenstallingen geplaatst zodat men de fiets kan stallen om naar de woning, of naar de winkel te lopen. Op de verdieping kun je op deze route drie richtingen op, twee daarvan gaan het gebouw weer uit. Terwijl de ander je een niveau hoger brengt. Deze primaire route is aan de binnenzijde van het betonskelet geplaatst, in de grote patio, zodat ten alle tijde overzicht is. Het doel van deze primaire route is het verplaatsen van mensen van A naar B, of een doorgang te bieden vanuit het park. Het is de snelle, korte route. 3.5.2 Secundaire route Als men wil ronddwalen, of doelbewust gaat voor een bepaalde functie, zullen ze zich afsplitsen op de secundaire route. Doordat de functies los in het betonskelet staan, vloeit de kasseien verharding hier doorheen. Gevoelsmatig ontstaat er een vrije route. Dit is echter niet helemaal het geval. Door verschil in breedtes van doorgangen, wordt de breedste de meest waarschijnlijke route. Dus wordt de smallere doorgang rustiger, wat wenselijker is bij bijvoorbeeld een voordeur. De secundaire route sijpelt verder langs functies, door trappenhuizen en het gehele betonskelet (4). Het verbindt de primaire route met alle overig aanwezige functies. Daarnaast leid het men langs grote open bijeenkomst plekken (5) of bijvoorbeeld een beweegtuin (6).
p. 78
2
1
Constructie Groen Verkeer Neven Woningen sen Woningen
6 6
5
5
4 3
5 Mantelzorg | Alleenwonend
40-55m2
Duo | Senioren
60-70m2
Duo | Gezin
80-110m2
Nevenfunctie p. 79
Toegang woning cluster
Lift Trap
‘Balkon’ dat uitzicht biedt op park
p. 80
Hiernaast een uitvergroot fragment uit de plattegrond van de voorgaande pagina. Hier zien we hoe een primaire routing overgaat in de secundaire routing waarmee bewoners bij hun woning komen. Hierbij komen ze terecht in een binnenplaats van woning clusters met verschillende doelgroepen bewoners. Hierdoor ontstaat interactie. En belangrijker, interactie tussen verschillende generaties. Zoals hiernaast weergeven biedt de semi-privé binnenplaats ruimte voor ontmoeting en ontspanning. Het is grotendeels afgesloten van de rest van het gebouw waardoor het zal voelen als je eigen ‘buurt’. Dit stukje gebouw wordt hierdoor belangrijker en persoonlijker. Verbinding met buren wordt snel gemaakt waardoor sociale relaties ontstaan. Een voorbeeld: een alleenstaande senioren man komt buiten om te genieten van het uitzicht dat zijn ‘balkon’ biedt op het park. De buurvrouw komt thuis met haar kinderen, waarna de kinderen nog even buiten blijven spelen terwijl de moeder de spullen naar binnen brengt. Een eerste interactie ontstaat aangezien ze gebruik maken van dezelfde buitenruimte en de paden worden gekruist. De eerste keer zal wellicht vriendelijk gegroet worden. Na twee weken enkele praatjes. Na een (half) jaar is er wellicht een dergelijke band ontstaan waardoor de man regelmatig op de koffie gaat bij het gezin, samen een park wandeling maken, of hij even op de kinderen past terwijl boodschappen worden gedaan. Of waarbij een buur even boodschappen voor de oudere man doet, enzovoort. Dit kan plaatsvinden bij elke bewoner en elke buur. Doordat de anonimiteit wordt weggehaald en bewoners een band krijgen met hun eigen plekje, een eigen buurt, binnen dit grote betonskelet. Paden worden bewust gekruist, interactie ontstaat, er is ruimte en er zijn faciliteiten voor ontmoeting. Dit zorgt voor sociale cohesie. Het zal bewustwording onder jongeren vergroten en tevens bestrijding van een eenzame en sedentaire levensstijl van ouderen.
p. 81
p. 82
Hier wordt een knooppunt uitgelicht waar plek is voor ontmoeting. Waar tevens een stukje natuur naar binnen wordt gehaald. Daglicht dringt verder door in het skelet en er ontstaan zichtlijnen naar buiten als ook verbinding met de etage erboven. Het voorbeeld verhaal verteld op de vorige pagina kan hier plaatsvinden.
p. 83
3.5.3 Ontmoeting faciliteren Zoals in voorgaande impressies al te zien was, is er veel ruimte gereserveerd voor ontmoeting. Een perkje waar men samen kan komen. Of een beweegtuin dat vaste toestellen huisvest die interessant zijn voor jong en oud. Niet alleen komt dit ten goede van de vitaliteit van mensen en bestrijdt het een sedentair leven. Het brengt mensen samen, er ontstaat interactie. Tevens biedt het unieke zichtlijnen op het kloosterpark en het centrum van Veghel. Vanuit een hoek die voorheen niet mogelijk was. Deze ontmoetingsplaatsen zijn verweven in het plan. Het biedt niet alleen interactie met mensen die daaromheen zitten, want het biedt ook zichtlijnen naar andere niveaus. Hieronder is een concept uitgebeeld van zon dergelijke bijeenkomst plek. Het brengt licht, lucht en zon dieper in het betonskelet en verbindt visueel verschillende niveaus. Een stukje groen dat veelal geplaatst is op hoeken van het betonskelet. Zodat het ook een plek wordt om even in de zon te zitten, uit te waaien, of om van het uitzicht te genieten. Deze plekken in combinatie met het groene natuurlijke karakter dat vanuit het maaiveld doorgetrokken wordt in het gebouw, zorgen ervoor dat het als een wandeling door het park voelt. Met plekjes langs het wandelpad waar men kan gaan zitten, of even in het gras kan liggen.
p. 84
Constructie Groen Verkeer Neven Woningen sen Woningen
Mantelzorg | Alleenwonend
40-55m2
Duo | Senioren
60-70m2
Duo | Gezin
80-110m2
Nevenfunctie p. 85
p. 86
Hiernaast een uitvergroot fragment waarbij duidelijk zichtbaar is hoe de secundaire routing in het gebouw de mensen en het functionele programma verbind. De hoofdroute (in rood) loopt vanuit het kloosterpark door in het gebouw. Op veel plekken kun je van deze route afstappen om de route te vervolgen naar een specifieke plek. De zichtlijnen van de route rondom de openbare functies zijn naar binnen gericht, naar de centrale patio. Hierdoor ontstaat overzicht zodat je ten alle tijden weet waar je bent en waar je naartoe moet. Hierdoor ontstaat een soort winkelstraatje waar mensen doelbewust doorheen lopen. Maar ook een plek waar mensen bijeen kunnen komen of om af te spreken.
p. 87
De centrale patio is volledig opgenomen in het park en vormt een centrale ontmoetingsplaats alsmede een belangrijk knooppunt. Het is de plek waar je uitkomt nadat je door het park binnen in het gebouw bent gekomen.
p. 88
p. 89
De primaire route takt af naar secundaire routing waar ontmoeting plaatsvindt en informele verbindingen tussen functies worden gelegd.
p. 90
p. 91
3.6 Materialisatie Een vast gegeven is het gewapende betonskelet dat qua materialisatie dominant zal blijven in het ontwerp. Hier worden op enkele plekken vloerdelen uitgezaagd om zichtlijnen te creëren door verschillende niveaus. De hoge dichte beton wanden die voorheen de trappenhuizen huisvestte worden Over de vloeren van dat skelet wordt een nieuw maaiveld gecreëerd. Waarvan de primaire route bestaat uit gebakken waalformaat straatstenen met een roodbruine tint, gelegd in keperverband. Dit materiaal loopt vanuit het kloosterpark door in het maaiveld van het gebouw. Dit refereert naar de verharding rondom het klooster en de kloostertuin. Deze kleur heeft tevens het uitgangspunt gevormd om de primaire routing ook in andere materialen in deze kleur af te stemmen. Zoals de stalen bruggen in de patio en tussen de vleugels. Deze zijn gematerialiseerd in geperforeerd cortenstaal, waardoor het tevens constructief is als dat het een natuurlijk levendig karakter geeft. De secundaire routing door het gebouw wordt verhard middels kasseien. Dit geeft een authentiek karakter aan het maaiveld waardoor het niet voelt alsof je op verschillende verdiepingen door het gebouw loopt, maar door een park. Dat gevoel wordt versterkt doordat op ontmoetingsplaatsen op de randen van het gebouw grasveldjes zijn aangelegd. Door een sterke schaduw-grassoort te planten kan dit stevige langzaam groeiend gras plek bieden voor spelende kinderen of een picknick. De volumes die de functies herbergen worden opgebouwd middels houtskeletbouw, met een verticaal houten gevel bestaande uit Siberisch lariks en de binnenzijde van Fins multiplex. Zodoende gaat het in contrast tegen het beton. In zowel het gevoel van tijdigheid als hardheid. Het wordt een opzichzelfstaand volume in het betonskelet. Daarnaast geven de verticale houten banen met op enkele plekken een afronding, een natuurlijk karakter en gevoel van verfijning in het starre, kille betonskelet.
p. 92
H
p. 93
3.7 Woningtypologie De bewoners bestaan uit drie doelgroepen. Dit ingepast middels het hiervoor benoemd concept, heeft geresulteerd in talloze varianten. Omdat ze vergelijkbaar zijn qua diepte/ breedte/hoogte verhouding, zijn de plattegronden allemaal afgeleiden van elkaar. Hiervan zijn 3 woningen uitgelicht op de volgende pagina’s. Bewoners worden vanaf het moment van benaderen al geconfronteerd met het betonskelet, ze lopen erdoorheen om bij de woning te komen en ze verblijven er in de overkapte buitenruimte of rondom het skelet. In de eigen woning is alleen nog de visuele verbinding met het skelet, terwijl het in overige functies nog steeds tastbaar is. Voor de woonfunctie is het uitgangspunt een geconditioneerde ruimte in het betonskelet. Een ruimte met een eigen karakter. Contrasterend met het skelet, is het volume volledig in hout opgebouwd. Dit geeft het een natuurlijk warm karakter terwijl het een onderscheidend nieuwe, maar gevoelsmatig tijdelijke laag vormt in het gebouw. Dit volume biedt in tegenstelling tot het skelet tevens de mogelijkheid op een gezond en comfortabel binnenklimaat. De binnenwanden en het plafond zijn opgebouwd en bekleed met Fins triplex dat zorgt voor een rustige en serene sfeer. Het houten volume sluit zich in verticale en horizontale richting af van de betonconstructie. Zoals hiernaast te zien wordt de vloerconstructie op het beton geplaatst en de dakconstructie onder tegen de betonnen liggers. De vloer lijnt uit met het maaiveld buiten waardoor er geen opstappen zijn. Daarnaast biedt de restruimte tussen het plafond en het betonskelet ruimte voor bergkasten en een individuele technische installatie ten behoeve van de woning. Zodoende wordt het betonskelet niet aangetast door de woningen, waardoor het zijn flexibiliteit behoudt en het in de toekomst wellicht anders kan worden ingevuld.
p. 94
1. Kaal betonskelet
2. Een volume wordt in het skelet geplaatst zonder het aan te tasten
3. Restruimte kan worden gebruikt ten behoeve van individuele installaties of bergruimte
4. Ten behoeve van flexibiliteit kunnen volumes gekoppeld en/of uitgebreid worden
p. 95
Mantelzorg | Alleenwonend, 40-55m2
Deze geschakelde woningen zijn gevormd rondom het fijnmazige betonskelet uit de jaren 50. Vanwege deze fijnmazigheid zijn minder grote afmetingen mogelijk, waardoor het interessant wordt voor alleenwonende of mantelzorgers. In het midden ontstaat een gezamenlijke patio die toegankelijk is vanuit beide woningen. In deze patio is de betonstructuur zichtbaar en voelbaar.
p. 96
Corridor
Woning 1
Woning 2
p. 97
Een eigen privé patio tussen de twee wooneenheden van deze mantelzorg woning. Een patio, een ontmoetingsplaats of bezinningsruimte. Hier wordt de verbinding met het historische betonskelet van dichtbij versterkt.
p. 98
p. 99
Een lange corridor aan de zijkant van het fijnmazig betonskelet biedt toegang tot woningen, maar tegelijkertijd uniek uitzicht naar de kloostertuin met op de achtergrond de kerk, het klooster en bijbehorend kapel. Deze zijde was voorheen een nagenoeg dichte gevel van het ziekenhuis.
p. 100
p. 101
Mantelzorg | Alleenwonend, 40-55m2
Duo | Gezin, 80-110m2 Deze geschakelde woningen staan op een nieuw maaiveld dat voorheen als dak van het ziekenhuis fungeerde. Het is een combinatie van een kleine en een grote woning, of een mantelzorg woning met een interne verbinding, maar is ook uit te breiden naar 1 grote woning. Omdat ze op de hogere niveaus geplaatst zijn, biedt het vanaf het dakterras een uniek uitzicht richting het park en Veghel centrum.
p. 102
2.
1.
p. 103
Vanaf de hogere niveaus ontstaat een weids uitzicht richting het park, de kloostertuin en het centrum van Veghel.
p. 104
p. 105
Duo | Senioren, 60-70m2
Deze woning is hiervoor al eens uitgelicht in relatie met de directe omgeving. De woning is bedoeld voor senioren alleenstaanden of duo’s. Hij is verweven met het betonskelet en met andere woningen om kleine buurtschappen te vormen. De nadruk ligt niet op uitzicht, maar op toegankelijkheid en de relatie met omwonenden.
p. 106
p. 107
Vanuit elke woning in het gebouw is zicht op het kloosterpark, of op een van de binnenpatio’s, zoals hier is weergegeven.
p. 108
p. 109
p. 110
4. Beeldkatern Middels dit beeldkatern wordt er visueel door het gebouw gewandeld. Hierbij worden verschillende plekken en belangrijke knooppunten uitgelicht middels visualisaties met onderschrift. Op de onderliggende afbeelding zien we de aanloop vanuit het kloosterpark richting het voormalig ziekenhuis. Het maaiveld splitst zich en leidt ons naar en door het gebouw.
p. 111
Op dit punt zijn we net voorbij de bloementuin van de kloostertuin en begeven we ons in het park. Rechts zien we de imposante bomenrij die als herkenningspunt in grotendeels heel Veghel zichtbaar zijn. Linksachter zien we het gebouwontwerp.
p. 112
p. 113
p. 114
We staan bij de centrale vijver waar vroeger de nonnen bijeen kwamen om te bezinnen. Het was tevens het centrale punt vanuit waar ze naar het gasthuis of andere gebouwen gingen. Deze functie vervult het nu weer, echter is het nu voor iedereen toegankelijk.
p. 115
We zijn nu het gebouw deels voorbij gelopen en kijken terug naar het park en het centrum van Veghel.
p. 116
p. 117
Via de primaire route komen we lopend dan wel fietsend aan op de 1e etage, met recht voor ons de grote centrale patio en aan de rechterzijde een lunchroom met uitzicht op het park. Echter kan vanuit dit knooppunt de route ook overzichtelijk vervolgd worden.
p. 118
p. 119
Terugkijkend vanuit het gebouw naar de kloostertuin zien we tot in de verte het park en de bijgebouwen van het klooster. Een route die gemakkelijk wordt gemaakt door middel van hellingbanen
p. 120
p. 121
Via een secundaire route komen we een grote open ruimte tegen. Daglicht en natuur wordt dieper in het betonskelet getrokken. Een doorkijk ontstaat naar onderliggend niveau. Het trekt de aandacht en er ontstaat ruimte voor ontmoeting. Aan deze bijeenkomst plek zijn toegangen gerealiseerd naar woningen.
p. 122
p. 123
p. 124
Trappenhuizen bevinden zich op hun originele plek. De dichte wanden zijn begroeid met klimop vanuit het maaiveld. Het vormen herkenbare pilaren in het gebouw. De primaire route begeleid men langs deze punten. Een tweetal overbruggingen verbinden de uit elkaar liggende vleugels.
p. 125
Vanaf de 1e verdieping kan via hellingbanen de route vanzelfsprekend vervolgd worden naar het naastgelegen park.
p. 126
p. 127
p. 128
p. 129
p. 130
Op het dak van het voormalig ziekenhuis is plaats gemaakt voor woonruimte. Maar het bevat ook bijeenkomst plekken die uniek uitzicht op het centrum en de nabijgelegen monumenten bieden.
p. 131
Nawoord Het sluiten van ziekenhuizen komt steeds vaker voor. De ene gaat failliet, de ander wordt overbodig. Dit alles heeft te maken met intensivering van de zorg. Ook de sluiting van kloosters en kerken is al jaren aan het toenemen door de terugloop van kerkgangers en nieuwe zusters. Kort gezegd de terugloop van het geloof. Hiermee gaat vaak een enorme historie gepaard waardoor er complexe opgaven ontstaan voor gemeenten, ontwikkelaars en architecten. Het was kort na het opstellen van mijn afstudeeropgave dat de gemeente met het plan naar buiten kwam voor de herontwikkeling van het gebied. De volledige kloostertuin zou op de schop gaan en er zouden talloze nieuwe geschakelde woningen gebouwd worden. In de ogen van ontwikkelaars een interessant en vooral lucratief plan. Tijdens mijn afstuderen heeft de tijd mij ingehaald en staan deze woningen inmiddels op het betreffende terrein. Het plan heeft geen enkele relatie met de kloostertuin, het snoept er zelfs nog meer vierkante meters natuur van af. Ik heb het gestripte betonskelet van het ziekenhuis als intermedium gebruikt om nieuwe toekomstgerichte functies te herbergen op de exacte plaats waar de zusters het ‘gasthuis’ destijds hebben opgericht. Door de menging van functies en doelgroepen kan opnieuw een dynamiek teweeg worden gebracht die jarenlang kenmerkend was voor deze plek. Een dynamiek tussen dit plan en het centrum van Veghel zou een meerwaarde vormen voor de omgeving doordat de historie bewaard, tastbaar en herkenbaar blijft. Hedendaagse problemen zoals woningnood zijn hiervoor geen belemmering maar vormen juist de invulling. Met mijn plan heb ik aangetoond dat dit een alternatieve invulling zou kunnen zijn in plaats van het gebouw te slopen, het terrein te splitsen in talloze stukjes en het vervolgens vol te bouwen.
p. 132
Mijn ontwerp sluit aan bij een thema dat we in de architectuur steeds vaker tegenkomen, ook op internationaal vlak, onder de naam ‘Adaptive reuse’1. Het aanpassen en hergebruiken van bestaande gebouwen. Het voortzetten van de tijdlijn van een gebouw, in plaats van het te slopen. Ook het flexibel oplossen van toekomstig gebruik is hier onderdeel van. Toekomstbestendig bouwen. Ik vind dat dit te gemakkelijk vergeten wordt en er te snel en kortzichtig aan permanente nieuwbouw gedacht wordt. Hoewel die nieuwbouw op korte termijn problemen kan oplossen moet er ook aan de lange termijn gedacht worden. Juist in gevallen waar je historische gebouwen gaat weghalen. Het is wellicht een resultaat, en uiterste vorm, van de hedendaagse wegwerpmaatschappij2. 1. Plevoets, B., & Van Cleempoel, K. (2013). Adaptive reuse as an emerging discipline 2. https://tabitha-whiting.medium.com/how-we-created-a-throwaway-society3b31bd097533
Bron: Zenzo Vastgoed. Het hedendaagse beeld van het voormalig ziekenhuisterrein / kloostertuin
p. 133
Literatuurlijst Artikelen M.T.C.F. (2016, januari). Kansen voor de kloostertuin. Rijksuniversiteit Groningen. Mulder, L. (2018, 6 november). Sloop oude ziekenhuis Bernhoven in Veghel start eind april. www.bd.nl. https://www.bd.nl/veghel/sloop-oude-ziekenhuis-bernhoven-in-veghel-start-eind-april~a61d7a36/ Kloosterkwartier (z.d.). Zenzo maatschappelijk vastgoed. Geraadpleegd op 4 januari 2019, van https:// www.zenzo-mv.nl Zenzo. (2018, 25 juni). ZUSTERS FRANCISCANESSEN VAN VEGHEL: VOORBEELD VAN VEERKRACHT. Zenzo maatschappelijk vastgoed. https://www.zenzo-mv.nl/kloosterkwartier-veghel/zustersfranciscanessen-van-veghel-voorbeeld-van-veerkracht/ Tussen de jeugd of veilig achter de geraniums. (2011, 23 februari). de Volkskrant. https://www. volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/tussen-de-jeugd-of-veilig-achter-de-geraniums~bbb7f9e6/ Vermeij, L. (2017, 24 juli). Jong en oud leven in gescheiden werelden. Sociale Vraagstukken. https:// www.socialevraagstukken.nl/jong-en-oud-leven-in-gescheiden-werelden/ CBS, van Beuningen, J., & de Witt, S. (2016, september). Eenzaamheid in Nederland. CBS. van Dongen, S., & Visser, M. (2016, 9 maart). Ouderen zitten en liggen te veel. Medischcontact. https:// www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/ouderen-zitten-en-liggen-te-veel.htm Gemeente Utrecht. (2008). Groene daken en vegels in het stationsgebied. Aedes-Actiz, de Jong, E., & Witter, Y. (2013, april). Generaties verbinden, inspiratie vinden. Kenniscentrum Wonen-Zorg. Plevoets, B., & Van Cleempoel, K. (2013). Adaptive reuse as an emerging discipline: an historic survey. Reinventing architecture and interiors: a socio-political view on building adaptation, 13-32. Boeken Linden, A., van der Linden, A., & Rovers, P. (2020). Bouw en sloop ziekenhuis Bernhoven. Adriaan van der Linden. Websites Historische foto’s - BHIC. (2018). Brabants historisch informatie centrum. https://www.bhic.nl/memorix/ images M. (2016). Geschiedenis. Bernhoven. https://www.bernhoven.nl/over-bernhoven/profiel/geschiedenis/ PDOK. (2018). PDOK. https://www.pdok.nl/
p. 134
Who Cares, voor nieuwe vormen van wonen, zorg en ondersteuning. (2018). Prijsvraag Who Cares. https://prijsvraagwhocares.nl/ Waag. (z.d.). All buildings in the Netherlands, shaded by year of construction. Buildings in the Netherlands. http://code.waag.org/buildings/ SFIC. (2017). Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis SFIC. Geraadpleegd op 16 mei 2017, van http://www.sficnet.org/index.php/nl/ Who Cares, voor nieuwe vormen van wonen, zorg en ondersteuning. (2018). Prijsvraag Who Cares. https://prijsvraagwhocares.nl/ Adaptive reuse. (z.d.). TU Delft. Geraadpleegd op 21 juli 2020, van https://www.tudelft.nl/bk/overfaculteit/afdelingen/management-in-the-built-environment/organisatie/leerstoelen/real-estatemanagement/adaptive-reuse Video StukTV. (2018, 20 juni). #297: Nacht in Verlaten Ziekenhuis 3.0 [OPDRACHT]. YouTube. https://www. youtube.com/watch?v=0rmyR6tKm6A&feature=emb_title
p. 135
Bijlagen B1a - Verschaling/Uittrekstaat maquette
Nick Leenders - Uittrekstaat tbv maquette Omschrijv ing
Vl. Afm 1:1 (mm)
Kolommen
Totale lengte in m (incl. 10% velies)
b
x
d
Kolom A
350 350
x x
350 350
7 7
x x
7 7
3000 3340
60 66,8
246 172
14,76 11,49 29
Kolom B
600
x
400
12
x
8
3090
61,8
142
10
Kolom C
400
x
400
8
x
8
3090
61,8
132
9
Liggers
p. 136
Lengte 1:1 Lengte 1:50 Aantal (mm) (mm)
Afm 1:50 (mm)
b
x
h
Ligger A
C B D
350 350 350 350
x x x x
400 400 400 400
7 7 7 7
x x x x
8 8 8 8
49200 51050 32955 2250
984 1021 659,1 45
4 6 4 85
3,94 6,13 2,64 3,83 18
Ligger B
F F F F E A A A
600 600 600 600 600 600 600 600
x x x x x x x x
650 650 650 650 650 650 650 650
12 12 12 12 12 12 12 12
x x x x x x x x
13 13 13 13 13 13 13 13
22700 15200 3780 6240 23510 45980 8200 19800
454 304 75,6 124,8 470,2 919,6 164 396
18 2 2 6 2 6 6 3
8,17 0,61 0,15 0,75 0,94 5,52 0,98 1,19 20
Ligger C
F F F F E A A A A A A
400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400
x x x x x x x x x x x
650 650 650 650 650 650 650 650 650 650 650
8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8
x x x x x x x x x x x
13 13 13 13 13 13 13 13 13 13 13
65640 21820 36340 22700 23510 45980 12900 1100 4500 19800 16640
1312,8 436,4 726,8 454 470,2 919,6 258 22 90 396 332,8
2 2 2 2 2 6 3 3 3 9 3
2,63 0,87 1,45 0,91 0,94 5,52 0,77 0,07 0,27 3,56 1,00 20
Ligger D
B B C C C C C D
350 350 350 350 350 350 350 350
x x x x x x x x
740 740 740 740 740 740 740 740
7 7 7 7 7 7 7 7
x x x x x x x x
14,8 14,8 14,8 14,8 14,8 14,8 14,8 14,8
51050 46800 49200 11450 1700 16750 16400 32955
1021 936 984 229 34 335 328 659,1
3 3 2 1 8 4 2 4
3,06 2,81 1,97 0,23 0,27 1,34 0,66 2,64 14
Ligger E
B B C C C C D
350 350 350 350 350 350 350
x x x x x x x
600 600 600 600 600 600 600
7 7 7 7 7 7 7
x x x x x x x
12 12 12 12 12 12 12
5875 3750 4625 5525 6675 5525 4230
117,5 75 92,5 110,5 133,5 110,5 84,6
42 42 18 23 7 2 36
4,94 3,15 1,67 2,54 0,93 0,22 3,05 18
Afm 1:1 (mm) b x h
Dikte 1:1 (mm)
Omschrijv ing
Vl.
Wandtype A
A A A A A A E F F F F F F F F F F
5650 6350 16860 9620 4500 3400 8040 7040 3500 2740 4100 1000 7610 7080 4680 2700 1150
x x x x x x x x x x x x x x x x x
3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 3740 2400
113 127 337,2 192,4 90 68 160,8 140,8 70 54,8 82 20 152,2 141,6 93,6 54 23
x x x x x x x x x x x x x x x x x
74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 74,8 48
200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
C B
950 3935
x x
3000 3740
19 78,7
x x
60 74,8
E F
800 7080
x x
3090 1340
16 141,6
x x
61,8 26,8
lift lift lift 1 lift 1 lift 1 lift 1 lift 1 lift 2 lift 2 lift 2 lift 2 lift 2
Wandtype B
Wandtype C
lift 2
Afm 1:50 (mm)
Dikte 1:50 (mm)
Aantal
Oppervlak in m2
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
18 6 3 3 6 9 4 2 4 2 2 2 4 2 4 2 2
0,15214 0,05700 0,07567 0,04317 0,04039 0,04578 0,04811 0,02106 0,02094 0,00820 0,01227 0,00299 0,04554 0,02118 0,02801 0,00808 0,00221 0,696
350 350
7 7
2 6
0,00228 0,03532 0,041
400 400
8 8
4 2
0,00396 0,00759 0,013
p. 137
B1b - Digitalisering betonskelet
p. 138
B1c -
Bezoek werkplaats t.b.v. maquette
p. 139
B1d - Maken en gereedkomen van maquette
p. 140
p. 141
B2 -
p. 142
Inspiratiebeelden
p. 143
B3 -
p. 144
Schouw 2
p. 145