Jaargang 112 | Nummer 3 | Maart 2020
ZuivelZicht
Nederlandse kaas in trek bij Japanse consument
JA A RCI JFE R S Transformatie helpt FrieslandCampina aan beter resultaat
NIEU WE WEGEN Melkveehouder Hans Kroodsma boert met de natuur
UIN ? T N IE RIJF E O K BED IN
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen
SA
Graafdijk oost 23 2973 XB Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
FE
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
Sijtsma N oord bv
EMS SYST TY
F OO D
P C C A H
Specialisten in betonrenovatie, stralen, vloer- & wandcoating
IED
CERTIF
• Ruim 35 jaar dé specialist binnen de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie • HACCP coating systemen voor vloeren, wanden, plafonds en pekelbaden • Werkzaamheden kunnen tijdens productieproces worden uitgevoerd 9&$ HQ +$&&3 JHFHUWLÀFHHUG
+31(0)517 23 22 00
info@sijtsma-noord.nl
www.sijtsma-noord.nl
INHOUD
8
14
22 Visie 6
Holy Cow! Hoe melkveehouder en dierenarts beter kunnen samenwerken
8
Nieuwe Wegen De strategie van Hans Kroodsma
11
Fusiegeschiedenis ‘In de melk brokkelen’ is niet zomaar een zuivelboek
12 Jan De Block In Nederland gemaakte kaas blijkt in trek op de Japanse markt.
‘Bedrijven en kennisinstellingen moeten meer samenwerken’
Foto: NZO
Bedrijf 14 FrieslandCampina Transformatie bespoedigt het herstel
16 Zuco www.zuivelzicht.nl
Zuivelcoöperatie werkt aan tweede stadsvestiging
19 Arla Foods Nederlandse dochter sluit jubileumjaar positief af
20 Dairygold Nieuwe investeringen bij Ierse coöperaties
Markt 22 Skyr Duitse bedrijven succesvol met IJslands zuivelproduct
24 Kaas Zuid-Duitse kaasproducenten investeren flink in mozzarella
26 Analyse Japanse kaasmarkt biedt mogelijkheden voor Nederland
29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag
ZuivelZicht maart 2020
3
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt
Boter Margarine Smeltkaas Kaas
2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia
Vertrouwen
Managementteam Ron van de Hoef (commercieel manager) Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman
Onlangs verscheen er een boek over de recente geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie. Het is een boeiende terugblik op het ontstaan van FrieslandCampina en haar voorgangers aan de hand van gesprekken met de hoofdrolspelers. Die hebben elk hun eigen waarheid over bepaalde gebeurtenissen. Vaak wordt verondersteld dat de waarheid in het midden ligt. Een geruststellende gedachte, die veelal bedoeld lijkt om de lieve vrede te bewaren.
E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Ria Besseling, Yves De Groote, Robert den Hertog, Hermann-Josef Martin, Johan Oltvoort
Of de waarheid ook in het midden ligt in het stikstofdossier is nog steeds volstrekt onduidelijk. Zijn de stikstofberekeningen juist? Deugen de modellen? Hoeveel stikstof slaat er neer in de natuur en
Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882
‘In het gepolariseerde debat biedt de wetenschap geen uitkomst’
waar komt-ie vandaan? Percentages die iets moeten zeggen over het aandeel van een sector in de totale uitstoot of neerslag worden keer op keer bijgesteld. Natuurbeschermers, milieuorganisaties, bouwbedrijven, politici, veehouders: er zijn veel partijen die over dit onderwerp hun gelijk proberen te halen. Ze hebben er allemaal belang bij de waarheid hun kant op de trekken. De wetenschap biedt voorlopig geen uitkomst in het gepolariseerde debat. Stikstofwetenschappers worden niet langer vertrouwd, ook al hebben ze er voor doorgeleerd. De kennis van het RIVM wordt al langere tijd in twijfel getrokken, zoals de autoriteit van alle instituten vandaag de dag ter discussie staat. De overheid zette er een aparte commissie op om de huidige praktijk van meten en berekenen door het RIVM te toetsen. En ook die commissie kwam begin deze maand niet met een klip-enklaar antwoord. De modellen deugen, maar kunnen beter. Tja. We zijn bijna een jaar verder sinds de Raad van State het stikstofbeleid van de overheid naar de prullenmand verwees. Het wordt de hoogste tijd dat er snel duidelijkheid komt over stikstofmetingen. Het land moet verder. Welk beleid het kabinet ook ontwikkelt in samenspraak met het Landbouw Collectief en natuur- en milieuorganisaties, het fundament mag in elk geval niet ter discussie staan.
Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur.
René van Buitenen Hoofdredacteur
Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
ZuivelZicht maart 2020
5
V I SI E
Uitkomsten Courage-project ‘Holy Cow!’
Melkveehouder en dierenarts worden (nog) betere partners Als melkveehouders en dierenartsen veel meer als partners te werk gaan, levert dat winst op. Niet alleen financieel, maar ook qua dierenwelzijn, efficiëntie en werkplezier. Tijdens het symposium ‘Holy Cow!’ in het Gelderse Brummen droegen boeren, dierenartsen en onderzoekers bewijsmateriaal voor die bewering aan. Tekst: Johan Oltvoort
Voor een optimale diergezondheid blijkt de vertrouwensrelatie tussen dierenarts en melkveehouder cruciaal. (Foto: NZO)
6
ZuivelZicht maart 2020
VISIE
De afgelopen jaren gingen enkele tientallen melkveehouders om tafel met hun vaste dierenarts. Het doel was verbetering van de gezondheid van hun veestapel. Bijvoorbeeld minder uierontsteking of minder klauwproblemen. De projectmatige samenwerking vond plaats onder de coördinerende paraplu van ‘innovatiemotor’ Courage, een samenwerkingsverband van LTO Nederland, NZO, ZuivelNL en het ministerie van LNV. Eerder deze maand kwamen in Brummen de projectresultaten op tafel. Die liegen er niet om. Hoe kleinschalig het experiment ook, de impact kan groot zijn. De uitkomsten doen vermoeden dat er volop ruimte is voor verbetering. Een belangrijke constatering, zei ook programmadirecteur Carel de Vries van Courage tijdens zijn inleiding: “De maatschappij om ons heen verandert. Als het lukt om de gezondheid van de koeien te verbeteren, dan levert dat winst op. Voor de koe, voor de boer, voor de dierenarts én voor de burger die tegenwoordig heel anders naar dierlijke productie kijkt dan vroeger.”
Cavia De maatschappij legt ook de melkveebedrijven onder een vergrootglas. Reden te meer om aandacht te hebben voor de gezondheid van de koeien. Daar komt de dierenarts in beeld. De Vries: “De boer heeft belang bij zo min mogelijk rekeningen van de dierenarts, terwijl de dierenarts juist leeft van die rekeningen. Wij dachten: kunnen we de belangen niet koppelen, op zo’n manier dat ze er allebei garen bij spinnen en samen de dieren gezonder houden? Zo ontstond het project ‘Gezonde Partners’.” Niet dat de huidige samenwerking tussen boeren en dierenartsen ongezond zou zijn, haast projectleider Geart Benedictus zich te zeggen. “De Nederlandse melkveehouderij is de beste in de wereld, daar mogen we allemaal trots op zijn. Maar, het kan altijd beter. Ik noem de klauwgezondheid. Dat is al 25 jaar een probleem. En tja, de maatschappij heeft daar een mening over. Mensen die zelf in hun appartement met moeite één cavia in
leven kunnen houden, hebben een mening over hoe je moet boeren. De maatschappij gaat uit van gezonde dieren. En dat willen we ook allemaal, maar hoe dan?” Door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren is de rek er een beetje uit, stelt Benedictus. “Zoveel transformaties op en rond het erf, denk aan schaalvergroting, ketenvorming, robotisering, big data, de transitie naar kringlooplandbouw, het stikstofdossier en ga zo maar door. En door het tekort aan dierenartsen is hun werkdruk huizenhoog. Daardoor komen ze vaak alleen toe aan ziektebestrijding en het oplossen van kortetermijnproblemen.” En zo wennen boer en veearts aan een bepaald percentage ziektegevallen, geeft Benedictus mee.
Biest De hamvraag is volgens Benedictus hoe de melkveehouders en de dierenartsen de beschikbare veterinaire kennis en kunde kunnen vertalen in een praktisch haalbare, betaalbare aanpak. Melkveehouder Dirk Bruins uit het Drentse Dwingeloo heeft daar dankzij het Courage-project inmiddels ervaring mee. Samen met dierenarts Corine Tiemens schreef hij een plan van aanpak om de kalversterfte op zijn 130 melkkoeien tellende bedrijf terug te dringen. Het plan bevatte ook een financiële paragraaf en werd bezegeld met handtekeningen. Bruins, ook voorzitter van LTO-Noord: “Ik denk niet dat mijn sterftecijfers slechter waren dan die van anderen. Maar toch, ik wil ziekte voorkomen. Voor het dier én omdat een ziek dier vaak uren extra werk kost. En soms moet je durven experimenteren.” In voorgaande jaren schommelde het sterftepercentage bij de kalveren in Bruins’ kudde rond de 15 procent. Op aanraden van Tiemens kocht hij een betrouwbare biestmeter, hield hij nauwkeurig bij hoe snel een pasgeboren kalf biest kreeg en liet hij de bloedwaarden van de koeien en de kalveren controleren. Ze ontdekten dat de biest prima oogde, maar van matige kwaliteit was. Door de moederdieren door de dierenarts te laten enten, verbeterden de
bloedwaarden van de koeien, met als effect veel betere voedingswaarden van de biest. Gevolg: in het projectjaar stierf slechts één pasgeboren kalf.
Bonus Bruins is tevreden: gezondere dieren, veel minder sterfte, minder werk en meer werkplezier. Hij noemt de vertrouwensrelatie met de dierenarts een cruciale factor. “Dat was nog wel spannend. Vertrouwen we elkaar echt? Wat als ze zegt dat ik dingen anders moet doen? Gelukkig kwam dat helemaal goed.” Hij oppert zelf de vraag of hij het in eerdere jaren dan fout deed. “Een confronterende vraag. Hiervoor handelde ik ook naar eer en geweten. Het punt is niet dat je het fout deed, het punt is dat je het beter wilt doen!” Wat kostte dat? Tiemens doet er niet geheimzinnig over: “Twee derde van mijn kosten werden normaal betaald en het derde deel pas als zou blijken dat onze samenwerking lonend was voor Bruins’ bedrijf. Dat was het, dus iedereen tevreden. En als bonus volgt nog een etentje.”
‘Het punt is niet dat je het fout deed, het punt is dat je het beter wilt doen’ Tijdens het symposium bevestigen ook andere projectdeelnemers de positieve ervaringen en resultaten. Als één boer de kalversterfte zo omlaag kan brengen, wat zegt dat dan over de rest van Nederland? Vanuit de zaal klinken naast positieve geluiden ook bedenkingen. Dierenartsen stellen dat acht van de tien keer hun advies niet wordt opgevolgd. Ook is er een ernstig tekort aan dierenartsen en staat niet elke praktijkhouder achter dit type innovaties. “Hoe krijg ik mijn collega’s mee in dit verhaal? “, vraagt een melkveehouder zich af. Dat houdt ook dierenarts Tiemens bezig: “De hier aanwezige veehouders zien dit project zitten. Maar de grote uitdaging is om een veel grotere groep te bereiken.”
ZuivelZicht maart 2020
7
B E D R I JF
Hans Kroodsma: boeren met natuur
‘Melk en weidevogels produceren’
Melkveehouders krijgen te maken met nieuwe beperkingen en nieuwe kansen. Hoe spelen ze hierop in? In deze serie komen ondernemers aan het woord die ieder op hun eigen manier de toekomst van hun bedrijf vormgeven.
Boer met de natuur mee. Het brengt je lagere opbrengsten, maar ook lagere kosten en meer werkplezier. De waardering voor meer en betere natuur kun je verzilveren op basis van premies die hiervoor in het beleid beschikbaar zijn. En je bedrijf wordt minder afhankelijk van externe inputs en adviseurs. Het is fijn als je boer bent om zelf de gevolgen van je eigen keuzes te ervaren. Tekst: Jeen Akkerman
“Veel boeren vinden het vervelend dat ze steeds te horen krijgen dat ze het niet goed doen”, zegt Hans Kroodsma als we hem vragen naar de stemming in de melkveehouderij. Hij voelt zich persoonlijk niet aangesproken door de criticasters, want hij richt zich op zaken waar ook maatschappelijk waardering voor is.
‘Je moet risico’s durven nemen; niet te veel, maar wel steeds stapjes zetten’ “Ik geniet van mijn manier van boeren en van de ervaring dat die manier past in de huidige tijd.”
Natuurboer Hans Kroodsma (39) is een natuurboer. Op het land bij het dorp Jannum in het noordoosten van Friesland is zijn familie al zeker vier generaties actief als melkveehouder. Al op jonge leeftijd ervoer Hans de liefde voor de natuur. Zijn vader leerde hem kievitseieren zoeken, het genot van buiten ‘in het land’ te zijn en de bijzondere aanblik van koeien in de wei in het voorjaar. Het besluit om boer te worden nam
8
ZuivelZicht maart 2020
Hans nadat hij de havo afrondde. Hij volgde daarop de MAS, liep stage bij andere boeren en zag een aantal klasgenoten dezelfde keuze maken. Hij ging in maatschap werken met zijn vader. Na een jaar of tien nam hij het bedrijf over – dat is nu twaalf jaar geleden.
Kritischer De relatie met zijn vader is prima, Kroodsma senior komt nog dagelijks op het bedrijf met de toepasselijke naam Nije Fûgelsang (Nieuwe Vogelzang). Toch boert Hans anders dan de vorige generatie deed. “Ik ben kritischer op adviseurs en neem niet zonder meer de verhalen van toeleveranciers voor waar aan. En ik leg meer nadruk op boeren met de natuur.” De combinatie van het fundament dat zijn vader legde en de vernieuwende aanpak van Hans resulteert anno vandaag in een moderne serrestal die in 2015 werd gebouwd, met 230 ligboxen. Er lopen in die stal ongeveer 170 melkkoeien, een bonte verzameling van grote en kleine koeien, met diverse kleuren en haarstijlen. Het resultaat van inkruisen met onder andere Jersey en Scandinavisch roodbont in de veestapel die van origine uit louter Holstein
Hans Kroodsma, melkveehouder en natuurboer: “Ik ben kritischer op adviseurs en neem niet zonder meer de verhalen van toeleveranciers voor waar aan.” (Foto’s Ivo Hutten)
Friesian bestond. De koeien geven gemiddeld ongeveer 7.000 kilogram melk per jaar, met 4,60 procent vet en 3,60 procent eiwit. Ze krijgen vooral voer van eigen land; in totaal heeft Hans 85 hectare tot zijn beschikking. “Ik voer bewust weinig krachtvoer. Daarom heb ik een veestapel die op basis van vooral ruwvoer een redelijke melkproductie kan
B E D R I JF
Oppervlakte binnen ANLb (ha)
Aantal deelnemers in ANLb
2016
66.500
6.573
halen. Zo melken we minder per koe, maar onze kosten zijn ook lager, zodat het resultaat zeker niet slechter is.�
2017
76.185
8.138
Risico’s
9.360
Hans startte met deze benadering toen hij het bedrijf overnam. Hij had geen vastomlijnd plan, maar vergaarde op diverse plaatsen informatie en pro-
2018
84.635
Ontwikkeling van het aantal deelnemende boeren en hectares binnen ANLb. (Bron: RVO)
ZuivelZicht maart 2020
9
B E D R I JF
beerde verschillende opties uit. “Je moet risico’s durven nemen; niet te veel, maar wel steeds stapjes zetten”, omschrijft hij zijn bedrijfsontwikkeling. In het begin Bij het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in Nederland spelen werd hij met de nodige scepsis gadegeslade zogenoemde ‘agrarische collectieven’ een sleutelrol. In totaal zijn er in ons gen door collega-boeren. De laatste jaren land veertig van deze organisaties, waarbij boeren zijn aangesloten die een krijgt hij vaker te horen dat het een vergoeding krijgen voor het beheer van natuur- en landschap op hun bedrijf. interessante richting is die hij is Elk collectief stelt een beheersplan op voor het in stand houden van soorten. ingeslagen. Daarmee geven ze invulling aan de ambities die de provincies formuleren. Na Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met goedkeuring van hun plan, kunnen de collectieven subsidie aanvragen bij de de vergoedingen die er binnenkomen op provincie, die het geld verdeelt dat vanuit de EU beschikbaar is voor natuur en basis van het natuurbeheer dat Kroodsma landschap. Individuele boeren ontvangen vergoedingen via het agrarisch coluitvoert. Hij is, net als 150 andere lectief waarbij ze zijn aangesloten. Onderdeel van het werk van een collectief is melkveehouders en veertig akkerbouwers ook de controle (schouw) op de uitvoering van de afgesproken maatregelen, in uit de streek, aangesloten bij natuurcolafstemming met de NVWA. lectief Waadrâne (Waddenrand). Dat verdeelt EU-geld dat beschikbaar is voor natuurbeheer door boeren (zie kader). Sinds 2016 is Kroodsma ook voorzitter de koeien op diverse plekken in het land Het resultaat van de maatregelen? Hans van deze organisatie. zorgen voor meer diversiteit en trekken Kroodsma somt op: meer weidevogels, insecten aan. Die zijn belangrijk als een verdubbeling ten opzichte van voeding voor de kuikens van bijvoortwaalf jaar geleden als het gaat om de Diversiteit beeld de grutto”, licht Hans toe. En hij grutto, de kievit en de tureluur. De De melkveehouder ontvangt vergoedinvertelt enthousiast dat “de koeien de toename van het aantal scholeksters gen voor plasdras (een hectare die hij in is wat kleiner. En sinds vijf jaar is er het voorjaar onder water zet), een hoger slootkanten mooi uittrappen als ze lang in de wei lopen”. Waarschijnlijk is zo’n weer een nestelende veldleeuwerik, een waterpeil in de sloten, een deel van zijn uitspraak voor veel melkveehouders soort die lange tijd niet meer was areaal pas na 15 juni maaien en weidegesignaleerd op het land van de gang in combinatie met nestbeschermers even wennen, maar voor een boer die natuur als een te produceren goed Kroodsma’s. die de leden van de plaatselijke Ook bij de afzet van zijn melk profiteert Vogelwacht plaatsen. “De mestflatten van beschouwt, is het heel logisch. Kroodsma inmiddels van zijn natuuraanpak. In 2019 stapte hij over naar Royal A-ware om deel te nemen aan het duurzaamheidsproject voor Albert Heijn. Dat levert hem zonder extra inspanningen een premie op de melkprijs op.
Veertig agrarische collectieven
Hans Kroodsma: “Ik geniet van mijn manier van boeren en van de ervaring dat die manier past in de huidige tijd.”
Biologisch Inmiddels is het bedrijf van Hans Kroodsma niet ver meer verwijderd van een volledig biologische aanpak. Hij wil in 2020 starten met de overgangsperiode, zodat hij twee jaar later zijn melk als biologisch kan verkopen, voor een dito hogere melkprijs. “Die stap is heel logisch vanuit bedrijfseconomisch perspectief”, licht de melkveehouder toe. Hij voegt er meteen aan toe dat hij dan ook overstapt op 100 procent Jersey-koeien en nog meer kruidenrijk grasland, met meer bloemen, vlinders en insecten. Doet hij het daarom? “Dat speelt zeker mee. Op die manier boeren vind ik gewoon het mooiste.”
10
ZuivelZicht maart 2020
V I SI E
‘In de melk brokkelen’:
Standaardwerk van de moderne zuivelgeschiedenis Voormalig FNV-vakbondsman Harry Vellenga legde de recente historie van de noordelijke zuivel vast. ‘In de melk brokkelen’ is niet zomaar een zuivelboek. Tekst: René van Buitenen
“Er is geen ‘waarheid’ of ‘leugen’. Er is een eigen inkleuring van wat er gebeurde en die inkleuring verschilt, afhankelijk van het perspectief. Mijn doel was al die kleuren tot een schilderij te maken.” Met deze woorden beëindigt Harry J. Vellenga zijn boek ‘In de melk brokkelen’, waarin hij de fusiegeschiedenis van de zuivelindustrie beschrijft. Hij heeft er een prachtig schilderij van gemaakt. Vellenga verkeerde als vakbondsbestuurder meer dan twintig jaar in de noordelijke zuivelindustrie. Hij was betrokken bij fusies, fabriekssluitingen en stakingen. Drie jaar geleden ging hij met pensioen. Sommigen schrijven dan de frustraties van zich af onder het mom van memoires. In die valkuil is Vellenga niet getrapt. Hij is veel verdergegaan dan het ophalen van zijn eigen persoonlijke herinneringen. Iedereen die op de een of andere wijze de loop van de recente geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie heeft bepaald, sprak hij. Tientallen boeren, bestuurders, fabrieksarbeiders en zuiveldirecteuren interviewde hij: de bekende hoofdrolspelers Sybren Attema, Kees Wantenaar, André Olijslager, Tiny Sanders, Theo Spierings, Wouter de Bruijne en wijlen Johan Plageman. Maar ook andere personen die langer of kortstondig een prominente rol speelden
in de noordelijke zuivel, deelden hun waarheid met de voormalige vakbondsbestuurder: fabrieksdirecteuren als Klaas de Jong, Wim Betten, Jan de Vries, Jan Willem Koek, werknemers Leen van Poelje, Jan Brouwer en veehouders als Rutger Fopma en Henry Bijsterbosch. Zelf was Vellenga bij sommige gebeurtenissen nauw betrokken. Zoals bij de belegering van café Spoarsicht in juni 2002 in Workum, waar de stakers van de naastgelegen fabriek De Goede Verwachting bijeenwaren. Boze boeren die hun melk vanwege de staking niet opgehaald zagen, haalden er verhaal. Vrienden, bekenden of zelfs familieleden kwamen tegenover elkaar te staan. De bedreigde stakers moesten zich via de achterdeur van het café uit de voeten maken.
Hoewel hij onderdeel was de geschiedenis is Vellenga nergens nadrukkelijk aanwezig in het boek. Hij houdt op prettige wijze afstand en laat anderen vertellen. Die journalistieke aanpak en zijn vlotte schrijfstijl maken ‘In de melk brokkelen’ tot een standaardwerk van de moderne Nederlandse zuivelgeschiedenis. In de melk brokkelen, een fusiegeschiedenis in de zuivelindustrie. Harry J. Vellenga. Uitgeverij Wijdemeer, ISBN: 978-94-92052-60-5
Vrije fabrieken De staking ging niet om meer loon. Het conflict was een achterhoedegevecht tegen de verdwijning van het zelfstandige karakter van de voormalige vrije fabriek. Een gemis dat de boeren uit de streek zelf ook hadden ervaren. De Goede Verwachting was vier jaar eerder opgegaan in Friesland Coberco Dairy Foods. Daarmee had de oude romantiek van de Workumse zuivelfabriek plaatsgemaakt voor de nieuwe zakelijkheid van het concern uit Meppel – tot ergernis van zowel de boeren als de arbeiders die in opstand kwamen. Op fraaie wijze legt Vellenga een verband met de ‘Zuiderzee-mentaliteit’ van de streek, de Friese Zuidwesthoek, een regio die ooit floreerde dankzij de handel en de zeevaart. De fabriek in Workum, inmiddels onderdeel van het alweer tien jaar oude en nog grotere FrieslandCampina, staat centraal in het boek.
ZuivelZicht maart 2020
11
Jan De Block:
‘Bedrijven en kennisinstellingen moeten meer samenwerken’ De toekomst van de zuivel ligt in de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen, ook buiten de zuivelwereld. Ter gelegenheid van zijn pensionering bij Ilvo blikt Jan De Block terug, maar vooral vooruit. Tekst: Yves De Groote
Woensdag 2 januari 1991 was de eerste werkdag van dr. Jan De Block op het toenmalige Rijkszuivelstation, onderdeel van het toen nog federale Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (nu Ilvo). Het voormalig hoofd van het laboratorium werkte daarvoor op de Universiteit van Antwerpen, waar hij was opgeleid als biochemicus. In 1984 promoveerde hij er op de isolatie en karakterisering van oplosbare en membraangebonden eiwitten uit de runderooglens. De zuivel kwam in beeld. Op 31 januari 2020 merkt De Block op dat er verschillende overeenkomsten zijn met de caseïne in melk. “Als de caseïne uit melk aggregeert hebben we kaas of yoghurt: als de membraangebonden eiwitten uit de runderooglens aggregeren hebben we cataract.” Met dit – misschien voor sommigen – vergezocht voorbeeld wil de biochemicus vooral aangeven dat kennis uit het ene onderzoeksgebied soms gebruikt kan worden om inzichten te krijgen in een ander onderzoeksgebied.
Houdbaarheidsonderzoek “Mijn kennis van eiwitten en enzymen was waarschijnlijk de reden voor Guido
Foto’s: Ilvo
12
ZuivelZicht maart 2020
Waes om mij te kiezen als vervanger van Jozef Mottar, die directeur werd van het zuivelbedrijf Inza, nu onderdeel van Milcobel, en inmiddels ook gepensioneerd is”, vervolgt De Block, die per 1 februari is opgevolgd door Barbara Duquenne. “Vanuit de zuivelbedrijven wordt sinds jaar en dag veel beroep gedaan op onze expertise in het voorspellen van de houdbaarheid van lang houdbare melkproducten”, antwoordt De Block meteen op de vraag naar een belangrijke ontwikkeling op het laboratorium. Het ligt hem aan het hart. Proteasen van thermoresistente bacteriën, in het bijzonder Pseudomas-bacteriën, kunnen op termijn uitvlokken van eiwit in melk veroorzaken. De Block: “Het probleem wordt urgenter door het minder vaak ophalen van rauwe melk op het melkveebedrijf. Bovendien vindt steeds meer export plaats ver buiten Europa, waar de klimaatomstandigheden zwaarder kunnen zijn.” De houdbaarheidsperiode kan hierdoor meer dan gehalveerd worden. Hij merkt nog op dat eiwitverrijkte producten het meest gevoelig zijn voor uitvlokken. “Het is zelfs mogelijk dat uitvlokking optreedt bij de productie van de eiwitrijke producten, vanaf om en nabij 6 procent eiwit”, waarschuwt De Block. Gezocht wordt door Ilvo in samenwerking met Imo-Imomec (Universiteit Hasselt) naar een snelle test voor het voorspellen van de houdbaarheid, in het bijzonder wordt gekeken naar een marker peptide in de rauwe of zelfs verhitte melk. “Dat is niet eenvoudig door het extreem concentratie van de marker in de melk.” De huidige houdbaarheidstest omvat een incubatietijd van drie weken bij 37 °C. Hierbij wordt met een kleurtest nagegaan in welke mate de hydrolyse
VISIE
(eiwitafbraak) in de melk is toegenomen. Wanneer de waargenomen eiwitafbraak te groot is betekent dit dat de melk minder houdbaar is.
Authenticiteitsonderzoek Belangrijk onderzoek op het laboratorium is ook de controle op de juiste origine, samenstelling en productiewijze van zuivelproducten. De Block was in het bijzonder betrokken bij de validatie van de beschikbare technieken. “De analyses zijn belangrijk voor het garanderen van een eerlijke handel en concurrentie en het vertrouwen van de consument in de producten.” Hij schetst drie verschillende toepassingen. Vanuit duurzaamheid en kwaliteit is het belangrijk melk niet te intensief te steriliseren of pasteuriseren. “Onderzoek hiernaar doen we vooral bij de inbedrijfstelling van nieuwe installaties in een zuivelfabriek. We gebruiken hiervoor onze eigen norm, gebaseerd op het lactulosegehalte.” Dit wordt bepaald met behulp van HPLC. De Block merkt op dat voor lactulose een Europese norm ontbreekt bij gebrek aan consensus in de EU werkgroep voor Zuivel en Zuivelproducten, waar hij deel van uit maakte.
Bij de samenstelling van melkpoeders is de aandacht gericht op het ongeoorloofd bijmengen van weipoeders in melkpoeder. Laboranten gebruiken HPLC voor het bepalen van glycomacropeptide, dan wel via spectroscopie die de ratio caseïne/wei-eiwit bepaalt, afhankelijk van de vraag of de wei wel of niet uit de kaasbereiding komt. Om de origine van melk, rund, geit, buffel vast te stellen maakt het labo gebruik van iso-elektrische focussering: eiwitten worden gescheiden via hun iso-elektrisch punt in plaats van massa zoals bij SDS elektroforese. Analyserapporten van de samenstelling en de origine worden, vertelt De Block, vooral op vraag vanuit consumentorganisatie Test-Aankoop of afnemers van zuivelproducten opgesteld.
Samenwerken De toekomst van de zuivelindustrie ligt volgens het voormalig hoofd van het laboratorium allereerst in de intensivering van de samenwerking op het vlak van product- en procesontwikkeling tussen de zuivelbedrijven, haar toeleveranciers (van ingrediënten tot machines) kennisinstellingen en universiteiten. “Het agrofoodspeerpuntcluster
Jan De Block: “De zuivelindustrie mag niet wegkijken van de groeiende veganmarkt.”
Flanders’ Food speelt hierin een centrale rol”, verwijst De Block naar de multidisciplinaire praktijkgerichte onderzoeksprojecten en uiteraard de Food Pilot (opgericht door Ilvo en het Flanders’ Food). De proeffabriek, gevestigd in het voormalige Rijkszuivelstation in Melle, is een gat in de markt voor KMObedrijven en start-ups. “Naast de uitgebreide (innovatieve) apparatuur beschikt de Food Pilot over de uitgebreide analysefaciliteiten, inclusief een sensorisch laboratorium.”
Expertise
Food Pilot, gevestigd in het voormalige Rijkszuivelstation, is een gat in de markt voor KMO’s en start-ups.
De biochemicus is van mening dat de zuivelindustrie niet mag wegkijken van de groeiende veganmarkt en de transitie naar plantaardige eiwitten. De Block ziet een hierin vooral opportuniteit, omdat de veganisten sowieso zuivel links laten liggen. “De zuivelindustrie zou gebruik moeten maken van haar uitmuntende expertise en knowhow voor de producten procesontwikkeling van zuivelproducten om deze toe te passen op veganproducten, en haar financiële kracht.” Hij maakt hierbij nog wel de kanttekening dat de koe van gras, een voor ons onverteerbare grondstof, melk met hoogwaardige eiwitten produceert en niet alle landbouwgronden zich lenen voor akkerbouw en dus de productie van plantaardige eiwitten.
ZuivelZicht maart 2020
13
B E D R I JF
Hogere winst en groei voor merkproducten
Transformatie bespoedigt herstel bij FrieslandCampina De resultaten bij FrieslandCampina zijn het afgelopen jaar aanzienlijk verbeterd, tot genoegen van bestuur en directie. De coöperatieve zuivelonderneming heeft volgens de top van het bedrijf goed ingespeeld op de veranderende omstandigheden. Tekst: René van Buitenen
De perspresentatie van de jaarresultaten van FrieslandCampina begon dit jaar niet met de gebruikelijke opsomming van de cijfers uit het boekjaar. Bestuursvoorzitter Frans Keurentjes opende de bijeenkomst eind vorige maand met een schets van de omstandigheden waar zijn coöperatie in 2019 mee te maken had. “Afgelopen jaar is het voor de boeren om meerdere redenen een heel bewogen jaar geweest met het stikstofdossier en de
demonstraties in Den Haag en hier voor de deur in Amersfoort. De boeren hebben laten zien dat ze ontevreden zijn over de aanpak van ontwikkelingen die al jaren op ons afkomen. De afbouw van de marktbescherming, de toenemende concurrentie en de toenemende eisen op gebied van duurzaamheid en milieu brengen beweging in de sector. Daarover ontstaat discussie in bestaande organisaties en ook bij ons.”
Keurentjes vervolgt: “FrieslandCampina heeft stappen gezet om op die veranderingen in te spelen. We hebben geconstateerd dat die veranderingen niet altijd begrepen en herkend worden. Daarom hebben we meer ingezet op transparantie, duidelijkheid en openheid. Uiteindelijk is de coöperatie een verlengstuk van de boerderij. We hebben met elkaar een uniek product in handen. Melk is goud. Door die kracht en door de kracht van samenwerken optimaal te benutten hebben we een sterk vertrouwen in toekomst.”
Florissante jaarcijfers
Frans Keurentjes, voorzitter van de raad van commissarissen van FrieslandCampina: “We hebben met elkaar een uniek product in handen. Melk is goud.” (Foto’s William Hoogteyling)
14
ZuivelZicht maart 2020
Dat vertrouwen in de toekomst werd onderstreept door de florissante jaarcijfers van de onderneming die ceo Hein Schumacher en cfo Jaska de Bakker presenteerden. Bij een lagere omzet stegen het brutoresultaat en de nettowinst. De prestatietoeslag die de boeren boven op de hogere garantieprijs ontvangen, verdubbelde ruimschoots. Ook de financiële kengetallen zagen er beter uit dan een jaar eerder. Dat was voor een belangrijk deel te danken aan de verkoop van roomlikeurproducent Creamy Creation en de verkoop van de aandelen in CSK Food Enrichment. Dat leverde FrieslandCampina een boekwinst op van in totaal € 112 miljoen. Ook zonder deze buitengewone baten presteerde de onderneming het afgelopen jaar beter,
B E D R I JF
Hogere winst bij lagere omzet
Hein Schumacher geeft een toelichting op de jaarcijfers. Achter hem cfo Jaska de Bakker.
tot genoegen van Schumacher. Vooral omdat er meer waarde met basiszuivel is gecreëerd.
Campina-merk Onder meer de kaasverkoop liep aanzienlijk beter dan in het voorgaande boekjaar. Ook de omzet van de Campina-merkproducten lag beduidend hoger boven het niveau van een jaar eerder. Al met al steeg de omzet van de merkproducten met 3,1 procent. Niet alles liep naar wens. Zo ondervond de onderneming tegenwind in Azië. Onder meer door de aanhoudende onrust in Hongkong nam het bedrijfsresultaat van de groep Specialised Nutrionton flink af. In Pakistan blijft de winstbijdrage van Engro Foods (waarin FrieslandCampina sinds eind 2016 een meerderheidsbelang heeft) achter bij verwachtingen. Dat heeft volgens Schumacher te maken heeft met de devaluatie van de Pakistaanse roepie. “Dit is een echt acquisitie voor de lange termijn. We nemen de tijd om de operatie daar op een goede manier uit te voeren.”
Effectiever De gunstige jaarcijfers zijn voor Schumacher een teken dat de veranderingen die na het teleurstellende boekjaar 2018 zijn ingezet, vruchten beginnen af te werpen. “De transformatie van de onderneming, die we in 2018 gestart zijn, heeft ons in staat gesteld om marktgerichter te werken en beschikbare middelen effectiever in te zetten.” Het verbeterde resultaat relativeert de
lagere omzet van het concern. Dat FrieslandCampina minder omzette was voor een belangrijk deel het gevolg van de geringere melkaanvoer. De onderneming kreeg 10 miljard kilogram melk van de veehouders aangeleverd (3,4 procent minder). Dat had grotendeels te maken met het ongekend grote aantal veehouders dat het lidmaatschap van de coöperatie opzegden: 628 melkveebedrijven. Behalve het gebruikelijke aantal bedrijfsbeëindigers stapten er volgens Keurentjes ongeveer vierhonderd veehouders over naar andere zuivelondernemingen. “Zij hebben andere keuzes gemaakt”, sprak Keurentjes verwijzend naar de woorden waarmee hij de persbijeenkomst inleidde.
Doelstelling Overigens is de doelstelling om € 15 miljard aan omzet binnen te halen, niet langer heilig bij FrieslandCampina. Die opgave dateert nog van het vorige strategische plan, route2020. “We hebben die doelstelling losgelaten omdat we elk jaar winstgevende omzet willen”, zegt Schumacher. “Dat betekent bijvoorbeeld dat we een veer laten op niet-winstgevende huismerkcontracten.” De ceo verwacht dat deze zogenoemde strategische netto-omzet (omzet exclusief verliesgevende basiszuivelproducten) dit jaar met 2 à 4 procent zal toenemen. Enkele weken geleden lag de raming iets hoger. Toen werd een omzetgroei van 3 tot 5 procent geraamd. Maar de uitbraak van het coronavirus in China dwingt de onderneming tot bijstelling van die prognose.
De omzet bij FrieslandCampina daalde met 2,2 procent naar € 11,3 miljard als gevolg van de 3,4 procent lagere melkaanvoer. Het bedrijfsresultaat steeg met 26,3 procent naar € 432 miljoen. Dat was vooral een gevolg van de opbrengsten van de verkoop van bedrijfsonderdelen. Exclusief deze eenmalige baten steeg het bedrijfsresultaat met 7 procent. De nettowinst kwam 36,9 procent hoger uit op € 278 miljoen. Ook dat had grotendeels te maken met de eenmalige baten. Daarnaast zorgden ook de betere bedrijfsresultaten bij de groepen Consumer Dairy en Dairy Essentials voor ene hogere nettowinst. Als gevolg van de betere resultaten nam de prestatieprijs voor de leden-melkveehouders toe met 3,6 procent naar precies € 40 per 100 kilogram melk. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen steeg van 7,6 procent naar 10,3 procent. Het eigen vermogen vormt inmiddels 38,5 procent van de totale balans. Een jaar eerder lag de solvabiliteit nog op 36,4 procent.
“We hebben in eerste twee maanden van het jaar gezien dat in China de consumptie van kindervoeding redelijk goed doorloopt. Alleen is het de vraag hoe je producten op een efficiënte en goede manier bij de families krijgt.” FrieslandCampina weet de logistieke problemen volgens Schumacher redelijk het hoofd te bieden dankzij de goede positie die de onderneming heeft in de onlineverkoop. “De voorkeur van de Chinese consument switcht heel snel naar digitaal. We hebben tientallen procenten meer bestellingen online.” Minder optimistisch is Schumacher over de situatie in HongKong, een belangrijke afzetmarkt voor FrieslandCampina, omdat veel Chinese toeristen er babymelkpoeder kochten om mee naar huis te nemen. Door de uitbraak is de grens van Hongkong met China dicht. Daarnaast staan er duizenden containers op Chinese kades te wachten om vervoerd te worden. Dit leidt tot een wereldwijd tekort aan containers, waardoor er logistieke problemen ontstaan bij de uitvoer van producten naar andere delen van de wereld.
ZuivelZicht maart 2020
15
B E D R I JF
Zuivelcoรถperatie zet uitbreiding op de rol
Zuco werkt aan tweede stadsvestiging Zuco in Dokkum werkt aan de opening van een tweede vestiging in Leeuwarden. De locatie gaat mogelijk op 1 april van start. Op dit moment is de zuivelcoรถperatie ook in onderhandeling over een derde stadsvestiging en staat uitbreiding naar het midden en westen van het land op de rol. Verder zijn er plannen voor een centrale zuivelverwerkingslocatie elders in Friesland. Tekst: Ria Besseling
Het Zuco-bestuur verwacht een verdriedubbeling qua productie van de huidige opzet.
16
ZuivelZicht maart 2020
B E D R I JF
Dit meldt Zuco in een jaarbericht met de resultaten van het eerste jaar. Het bedrijf is opgericht door onder anderen agrarisch ondernemer en voormalig melkveehouder Hessel Jan Sinnige van De Molkerij en Sander Wijnstra van Vinostra. Zuco begon in februari vorig jaar aan De Dijk in Dokkum met een ambachtelijke zuivelmakerij voor de verwerking van melkstromen op klantvraag. De ondernemers produceren in de fabriekswinkel dagelijks volle melk, karnemelk, boter, yoghurt, kwark, kefir en roomijs. Hessel Jan Sinnige: “Naast deze basiszuivelproducten groeit het culinaire assortiment in rap tempo. Denk hierbij aan panna cotta’s van onder andere karnemelk, muffins van karnemelk, ijstaarten en luxe ijscreaties.” De zuivel gaat naar de consument, delicatessenzaken, een Albert Heijn- en een Jumbo-vestiging en restaurants in Friesland, Noord-Holland, Flevoland, Overijssel en Groningen. Het aantal liters melk dat Zuco nu wekelijks verwerkt wisselt, maar is minimaal 1.500 liter, aldus Sinnige. Dat is niet de geplande minimale 7.000 liter per week. “Nee, 7.000 halen we niet. We hebben de doelstellingen bijgesteld naar 500 tot 1.000 liter per dag. De nadruk ligt op het verhogen van de omzet per verwerkte liter.”
Verdere groei De coöperatie heeft vastomlijnde plannen voor verdere groei. Op de agenda staan de opening van een vestiging in Leeuwarden, er wordt op dit moment gewerkt aan een derde stadsvestiging en er zijn plannen voor een centrale zuivelverwerkingslocatie. Sinnige: “De zuivelcoöperatie ambieert groei op basis van een zelf gecreëerde marktvraag voor natuurinclusief en circulair ondernemen en de bewezen potentie van het zuivelmerk Zuco.” De doelstelling voor het startjaar 2019 was landelijke bekendheid van het Friese merk Zuco creëren met een aansprekend verhaal van gras tot glas en inmiddels van bodem tot culinaire en exclusieve zuivelproducten. De zuivelcoöperatie heeft aan de hand van deze
ambitie een naar eigen zeggen mooi jaarresultaat gerealiseerd. Vanuit de basis wordt een netto melkprijs van € 1 per liter dagvers geleverde melk uitbetaald. Daarmee steekt Zuco qua boerderijmelkprijs in tegenstelling tot het verwerkingsvolume met kop en schouders boven de grote zuiveljongens uit. De coöperatie wist gemiddeld van elke liter verwerkte boerderijmelk ruim € 4,50 te maken. “Dit is een van de weinige kpi’s waar we als zeer kleinschalige zuivelverwerker mee werken”, aldus Sinnige, die samen met Sander Wijnstra en Erik Jansen het hoofdbestuur vormt. “Voor 2020 willen we boven € 5 per liter uitkomen; we verwachten een verdriedubbeling qua productie van de huidige opzet. Met straks drie stadslocaties, afnemers in de retail en restaurants zien we op dit moment geen limit. Het gaat erom wat we aan kunnen. De markt is er duidelijk klaar voor en ontvangt ons met open armen.”
en in de vorm van uitgifte van obligatiecertificaten gefinancierd. De uitgifte van de certificaten loopt door tot het totaal van 170 obligaties is uitgegeven aan impactbeleggers die de coöperatie als betrokken ambassadeurs steunen.
Naar hogere marge per liter Om op lange termijn haar ambities te realiseren sluit de coöperatie niet uit dat er kapitaal wordt aangetrokken door middel van de uitgifte van aandelen. Sinnige: “Groei betekent voor ons geen schaalvergroting van boerderijen en industriële verwerking, maar uitbreiding van het aantal kleinschalige boerderijen, zichtbare ambachtelijke zuivelverwerking en culinaire stadslocaties waarmee met een zo hoog mogelijke marge per liter melk mogelijk landelijke dekking gecreëerd kan worden.” Advertentie
Duurzaam en natuurinclusief De melk voor het zuivelmerk wordt zoveel mogelijk natuurinclusief en circulair geproduceerd aan de hand van de Kringloopvisie van het ministerie van LNV. Dankzij deze manier van zuivel verwerken zijn de Fries-Hollandse Rundvee Stamboek-koeien in staat de transitie naar kringlooplandbouw aan te jagen en te zorgen voor een goed inkomen van de kleine boer. De cooperatie krijgt de melk geleverd door Agrarisch Dokkum, waar alle melk wordt geproduceerd met uitgestelde maaidatum, zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen, met ruwvoer en aanvullend voer van eigen land en in samenwerking met de akkerbouw. De Molkerij is aandeelhouder van de coöperatie en de bv.
2020: Jaaromzet verdubbelen De doelstelling voor 2020 is een verdubbeling van de jaaromzet van het startjaar 2019. Het verwerkte aantal liters melk is niet relevant, aldus Sinnige. “We werken vraaggestuurd en stemmen melkaanvoer en melkproductie hierop af.” De coöperatie is tot op heden particulier
ZuivelZicht maart 2020
17
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
U se w pa rvi ce rtner ,o nd voo erh r p ou om d e pe n o n, a nd dvi erd es ele , n.
Uw voordelen: V Beste reinigbaarheid: CIP/SIP V EC1935/2004, FDA, 3A, EHEDG, ATEX V Low shear: geen productbeschadigingen V Lage Total Cost of Ownership (TCO)
VERDER HYGIËNISCHE POMPEN Om de perfecte zuivelproducten mee te maken
VERDER BV Leningradweg 5
TEL +31 (0)50 549 59 00
9723 TP Groningen
MAIL info@verder.nl
The Netherlands
WEB www.verder.nl
B E D R I JF
Hogere omzet met merken
Arla Foods Nederland sluit jubileumjaar positief af Arla Foods Nederland heeft de groei van de laatste jaren ook in boekjaar 2019 doorgezet. Het Nederlandse dochterbedrijf van de Scandinavische coöperatie meldt dat het zijn tienjarig jubileum bekroond ziet met sterke cijfers en marktleiderschap in groeisegmenten. Tekst: René van Buitenen
In 2019 bereikte Arla Foods in Nederland een omzetgroei van 5,2 procent met de strategische merken. Onder andere Arla Biologisch, Arla Lactofree, Melkunie Protein, Melkunie Breaker en Starbucks zorgden voor een toename van de omzet. Arla Foods is sinds tien jaar actief op de Nederlandse markt. Inmiddels is het bedrijf naar eigen zeggen marktleider in biologische en lactosevrije zuivel en in ijskoffie. Het marktaandeel in dagverse zuivel in het supermarktkanaal (exclusief Aldi en Lidl) bedraagt 11,5 procent, volgens cijfers van Nielsen. Een jaar geleden was dat nog 11,0 procent. De in Nijkerk gevestigde dochtermaatschappij is binnen Arla onderdeel van het marktcluster Nederland, België en Luxemburg. Die boekte in 2019 een omzet van € 319 miljoen. De omzet van het hele concern groeide het afgelopen jaar door naar € 10,5 miljard (tegenover € 10,4 miljard in 2018 en € 10,3 miljard in 2017). Dat is volgens Arla Foods voornamelijk te danken aan de wereldwijde groei van de verkoop van haar merkproducten. Het verkoop-
volume van Arla Foods’ merkproducten groeide in 2019 met 5,1 procent harder in vergelijking met 2018, toen de groei 3,1 procent bedroeg. De prestatieprijs die coöperatie uitkeert aan haar veehouders kwam het afgelopen jaar uit op 36,6 cent per kilo melk, tegenover 36,4 cent per kilo melk in 2018.
Investeringen Arla Foods verwacht dit jaar flink te investeren. Zij wil € 619 miljoen steken in uitbreiding van de productiecapaciteit van onder meer melkpoeder voor de internationale markt. Zo gaat de onderneming verder met de voltooiing van een nieuwe poedertoren in het Duitse Pronsfeld en wordt ook de Deense productiecapaciteit vergroot. Ook in de fabriek in Nijkerk wordt geïnvesteerd. Er staat een investering van € 12 miljoen op het programma om nog beter te kunnen inspelen op de toegenomen vraag naar hoogwaardige
zuivelproducten. Ook kondigt Arla Foods Nederland aan dit jaar meerdere nieuwe producten op de markt te zullen brengen. Het bedrijf wil dit jaar onder meer inzetten op verdere groei van de consumptie van biologische zuivel. Boekjaar 2019 was voor het Arla-concern ook het einde van het strategische periode Good Growth 2020. Arla Foods verwacht al zijn financiële doelen die het zichzelf gesteld had in deze strategie te bereiken. De verwachte groepsomzet voor 2020 bedraagt tussen de € 10,4 en € 10,8 miljard. Daarvan vormt de nettowinst vermoedelijk tussen de 2,8 en 3,2 procent. “Voor het komend jaar zullen de sterke punten uit Good Growth 2020 benut blijven”, aldus Arla. Het concern zegt dat het de focus nog meer dan voorheen zal leggen op verdere verduurzaming van de keten. De hoofddoelstelling van Arla Foods is de totale CO2-uitstoot met 30 procent in 2030 te verminderen, op weg naar netto klimaatneutrale zuivel in 2050.
ZuivelZicht maart 2020
Arla Foods zag de omzet van haar merkproducten in Nederland het afgelopen jaar verder groeien. (Foto: NZO)
19
B E D R I JF
Dairygold en Aurivo:
Ierse coöperaties investeren in verdere groei van de productie Ierse coöperaties hebben hun fabrieken de afgelopen jaren fors uitgebreid om de hogere melkaanvoer van hun leden te kunnen opvangen. Dairygold en Aurivo bouwen door; zij verwachten de komende jaren nog meer melk. Tekst: Hermann-Josef Martin
Hoewel de ene drie keer zo groot is als de andere zijn er tussen de twee Ierse zuivelcoöperaties Dairygold en Aurivo enkele grote overeenkomsten. Zij zijn allebei sterk op de export gericht en zijn dan ook de voornaamste leden van Ornua, de Ierse organisatie die namens de collectieve Ierse zuivelindustrie de export voor haar rekening neemt. Een groot deel van de producten die Dairygold en Aurivo leveren gaat onder het merk Kerrygold de grens over.
De fabriek van Danone in Macroom, Ierland, is een van de belangrijkste afnemers van de zuivelingrediënten die Dairygold produceert.
20
ZuivelZicht maart 2020
Na afschaffing van de melkquota is de melkproductie in Ierland sterk toegenomen. Beide coöperaties sorteerden daar op voor. Zij investeerden fors in uitbreiding van hun productiecapaciteit. Er is vooral veel geld gestoken in de productie van eiwitrijke ingrediënten voor babyvoeding. Dairygold breidde bovendien de kaasproductie uit en Aurivo investeerde ook in uitbreiding van de productiecapaciteit van consumptiemelk en boter.
Dairygold (na Glanbia en Lakeland Dairies de nummer drie van de Ierse zuivelindustrie) denkt vooral te kunnen profiteren van de groeiende vraag naar zuivel in Azië. De coöperatie is goed voor bijna € 1 miljard omzet (boekjaar 2018), waarvan driekwart afkomstig is van de ingrediëntendivisie. Het bedrijf verwerkt 1,3 miljard liter melk afkomstig van 2.900 melkveebedrijven die voornamelijk in het zuidoosten van Ierland zijn gevestigd.
B E D R I JF
Voorlopig komt er nog geen einde aan de groei van de melkaanvoer. Dairygold houdt er rekening mee dat haar leden de melkproductie de komende jaren zullen opvoeren naar 1,6 miljard kilogram melk in 2025. Op basis van die prognose wordt nog steeds flink geïnvesteerd.
Danone Een van de meest opvallende investeringen van de afgelopen jaren is de uitbreiding van de melkpoederfabriek in de zuidoostelijke plaats Mallow. Daar installeerde Dairygold twee drooginstallaties, die jaarlijks 1,15 miljard kilogram melk verwerken tot ingrediënten voor internationale voedselproducenten. Een groot deel van de extra productie gaat naar een fabriek van Danone in Macroom, in het zuiden van Ierland voor de productie van babyvoeding. Het Franse concern heeft de productie in deze fabriek de afgelopen jaren verhoogd van 30.000 ton naar 135.000 ton. Eerder stak Dairygold al € 33,5 miljoen in uitbreiding van de capaciteit van de fabriek in Mitcheltown waar de coöperatie cheddar, melk- en weipoeder verwerkt. Ook in de fabriek voor kaasspecialiteiten in Mogeely is de capaciteit de afgelopen jaren opgevoerd. Dat heeft te maken met de samenwerking die Dairygold heeft met de Noorse zuivelonderneming Tine. Die wil in de Dairygold-fabriek Jarlsberg-kaas maken van de melk die de leden van de Ierse coöperatie leveren. Het gaat om zo’n 20.000 ton kaas per jaar die vanuit Ierland naar andere EU-lidstaten, de Verenigde Staten en Australië zal worden uitgevoerd.
Agrarische coöperatie In vergelijking met Dairygold is het zuivelbedrijf van de Aurivo Co-operative Society ongeveer een derde zo groot – kijkend naar het aantal aangesloten leden en de hoeveelheid melk die de onderneming verwerkt. Bovendien is Aurivo, gevestigd in Tubbercurry in het noordwesten van Ierland, breder actief dan Dairygold. Aurivo handelt ook in agrarische grondstoffen en diervoeders en beheert bovendien enkele slachthuizen. De coöperatie is tot eind vorig jaar
zestien jaar lang geleid door ceo Aaron Forde. Onder hem groeide Aurivo uit tot een van de grote agrarische coöperaties van Ierland die jaarlijks 500 miljoen liter melk verwerkt tot producten voornamelijk voor de wereldmarkt. Zijn opvolger Donal Tierney wil de exportpositie van het bedrijf verder uitbouwen. Hij zal het in 2018 gestarte investeringsprogramma voltooien. Dat programma moet er toe leiden dat de coöperatie in het boekjaar 2022 een nettomarge heeft van minimaal 2 procent en een eigen vermogen van 45 procent. De coöperatie zette in het laatst bekende boekjaar 2018 € 426 miljoen om, waarvan iets meer dan de helft is toe te rekenen aan de zuivelproductie. Om dat te realiseren is een bedrag van € 48 miljoen beschikbaar. Daarvan is ongeveer de helft uitgetrokken voor de bouw van een nieuwe sproeidroogtoren in de grootste fabriek van Aurivo in Ballaghadereen in het noordwesten. De nieuwe installatie is vorig jaar in gebruik genomen waardoor Aurivo jaarlijks meer dan 60.000 ton melkpoeder en 15.000 ton boter kan produceren. In september 2019 kondigde Aurivo ook aan dat zij nog eens € 6 miljoen zou investeren in de uitbreiding van haar consumptiemelkfabriek in Donegal. Dat moet leiden tot een verdubbeling van de afvulcapaciteit.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Vaste melkprijs Aurivo verwerkt de melk van ongeveer 1.000 veehouders. Sinds dit jaar kunnen zij een vaste melkprijs krijgen voor een deel van hun maandelijkse leverantie. Onder bepaalde voorwaarden garandeert de coöperatie dit boekjaar een melkprijs van 32 cent per liter (bij 3,6 procent vet en 3 procent eiwit). De prijs geldt voor maximaal 10 procent van de leverantie. Met dit systeem probeert Aurivo de inkomensschommelingen op de aangesloten bedrijven enigszins te kunnen temperen. Dairygold kent een vergelijkbaar systeem. Die betaalt haar leden tot 30 november van dit jaar een gegarandeerde melkprijs van 31,25 cent per liter standaardmelk met 3,6 procent vet en 3,3 procent eiwit.
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
Skyr heeft een vast plek veroverd in de supermarkten. (Foto: Shutterstock)
Duitse bedrijven liften mee op skyrsucces Arla Foods Een van de succesnummers op de Duitse zuivelmarkt is skyr, enkele jaren geleden geïntroduceerd door Arla Foods. Inmiddels bieden diverse Duitse zuivelondernemingen skyrvarianten aan. Tekst: Hermann-Josef Martin
De Duitse markt voor eiwitrijke zuivelproducten groeit. Uit cijfers van marktonderzoeksbureau Nielsen Market Track blijkt dat de omzet van producten uit de ‘witte lijn’ in de Duitse retail in 2018 naar € 11,8 miljard steeg. Dat was 4,7 procent meer dan een jaar eerder. Die toename komt door de hogere verkoopprijzen; de afzet daalde met 1 procent tot bijna 6,4 miljoen ton.
22
ZuivelZicht maart 2020
De grootste procentuele stijging komt volgens Nielsen op naam het eiwitrijke product skyr. De omzet daarvan groeide met 34,1 procent. Het van oorsprong IJslandse zuivelproduct dat het midden houdt tussen yoghurt en kwark heeft in korte tijd een stevige positie verworven op de Duitse markt. Het verkoopsucces heeft er toe geleid dat het product inmiddels door verschillende zuivelpro-
ducenten wordt aangeboden. In de Duitse supermarkten is het onder zowel A-merk als huismerk verkrijgbaar.
‘Uniek product’ Arla Foods Deutschland was de eerste zuivelonderneming die het product lanceerde. In juni 2015 zette de Duitse dochteronderneming van het Scandinavische concern Arla skyr in de
MARK T
markt. Skyr (met 0,2 procent vet en 11 procent eiwit) is volgens het bedrijf “een uniek product dat bijzonder aantrekkelijk is voor de groeiende doelgroep van gezondheidsbewuste consumenten”. Skyr trekt zowel de kwark- als de yoghurtliefhebber aan. Al vrij snel na de lancering, die met een intensieve marketingcampagne gepaard ging, slaagde Arla er in haar skyrassortiment in vrijwel alle grote Duitse winkelketens op de plank te krijgen. De groeiende verkoop leverde de onderneming gaandeweg prijzen op: •Good Food Award 2016 (WomensHealth/MensHealth); •Bestseller 2016 (Rundschau für den Lebensmittelhandel); •Country Winner 2016 (World Tour Sial); •Produkt des Jahres 2016 (Milch-Marketing); •Top Marke 2018 (Lebensmittel Zeitung). Arla produceert het grootste deel van de skyr in haar fabriek Upahl in de noordoostelijke Duitse deelstaat MecklenburgVoorpommeren. Daar is de afgelopen drie jaar voor ongeveer € 60 miljoen geïnvesteerd. Het assortiment is de afgelopen jaren flink uitgebreid. Op die manier hoopt zij de concurrentie voor te blijven. Want het skyrsucces heeft andere zuivelproducenten wakker geschud. Ook zij bieden inmiddels skyr aan bij de belangrijkste Duitse discounters en supermarktketens.
DMK In april 2018 kwam de grootste Duitse zuivelonderneming DMK op de markt met verschillende vloeibare, gekoelde en ijskoude skyrvarianten. Aanvankelijk bracht DMK die uit onder haar koepelmerk Milram, maar inmiddels levert zij ook onder de huismerken van verschillende supermarktketens. Voor het foodservicekanaal is skyr beschikbaar
Skyr trekt zowel de kwark- als de yoghurtliefhebber aan
onder het Milram-to-go-concept. Voor de productie van skyr maakt DMK naar eigen zeggen gebruik van afgeroomde, gepasteuriseerde melk met speciale melkzuurbacteriën en stremsel. “Je hebt ongeveer drie keer zoveel melk nodig als voor conventionele yoghurt. Het resultaat is een product dat doet denken aan magere kwark of romige Griekse yoghurt, maar is eigenlijk een roomkaas en heeft een licht zure smaak.” De skyr bij DMK heeft een eiwitgehalte van ten minste 9 procent en een vetgehalte van 0,1 tot 0,2 procent.
Lactosevrij Omira, de Duitse dochtermaatschappij van het Franse concern Lactalis haakte op de skyrtrend in door met een lactosevrije variant te komen. Onder de naam Minus L Lactose Free bracht zij twee jaar geleden verschillende andere eiwitrijke producten op de markt: behalve skyr in een hersluitbare beker, magere melk met 51 gram eiwit per verpakking en verrijkt met vitamine D en twee soorten yoghurt, elk met 12 gram eiwit per beker.
Biologisch Andechser Molkerei Scheitz introduceerde vorig jaar een biologische skyr in drie verschillende smaken. Volgens het familiebedrijf doet Andechser Natur Bio Skyr denken aan zowel een romig mengsel van magere kwark en yoghurt als aan vetarme roomkaas. Het product heeft een vetgehalte van 0,2 procent, 3,5 procent lactose en 11 procent eiwit. De Zuid-Duitse producent van biologische zuivel garandeert bovendien dat haar skyr gmo-vrij is.
Gropper De Duitse zuivelproducent van private labels, Gropper, produceert skyrproducten voor diverse discounters. Aan Lidl levert de Beierse onderneming bijvoorbeeld Milbona Skyr Drink met 0,2 procent vet. Het is een gefermenteerde drank met 60 procent eiwit met een microbieel stremsel. In plaats van toegevoegd suiker zijn er de zoetstoffen aspartaam en acesulfaam-K aan toegevoegd.
MARK T
Zuid-Duitse kaasproducenten investeren flink in mozzarella Beieren is min of meer het centrum van de Duitse kaasproductie. Nergens neemt de productie in Duitsland zo hard toe als in deze deelstaat. De zuivelbedrijven zien vooral potentie in mozzarella. Daar zijn de meeste investeringen op gericht. Tekst: Hermann-Josef Martin
Een van de Duitse deelstaten waar de kaasproductie de laatste jaren sterk toeneemt is Beieren. In het kalenderjaar 2018 groeide de kaasproductie daar tweemaal zo hard als in elders in de bondsrepubliek. De productie groeide er met 3 procent tot 960.000 ton. Het grote volume kan wellicht de indruk wekken dat het vooral generieke soorten betreft, die in Beieren worden gemaakt. Toch proberen de Beierse kaasproducenten
merkproducten te produceren. Die zijn vooral voor de buitenlandse markt bedoeld. Zo is Beieren is al lange tijd de voornaamste producent van mozzarella in Duitsland. Middelgrote melkverwerkers zoals het familiebedrijf Zott en Goldsteig Käsereien Bayerwald behoorden tot de eerste zuivelondernemingen die mozzarella uit koemelk produceerden voor de levensmiddelenhandel. Zij zijn
inmiddels de grootste mozzarellaleveranciers in Duitsland. Vanwege het (internationale) succes dat beide bedrijven boekten, zijn verschillende andere Beierse zuivelbedrijven de afgelopen jaren in mozzarellaproductie gestapt, zoals de coöperaties Bayernland en Bayerische Milchindustrie en het bedrijf Milchwerke Jäger. Ook de grote kaasgroep Hochland en een reeks andere bedrijven die zich meer op de zuivelhandel richten, hebben de mozzarellamarkt ontdekt: de Frischpack Group, Milchwerke Oberfranken West, Bergader Privatkäserei en de Stegmann Emmentaler Käsereien. Zij produceren van oudsher voornamelijk typische Beierse specialiteiten, maar hebben daar mozzarellaproducten aan toegevoegd.
Bayernland
Productie van mozzarella in de fabriek van Jäger Milchwerk in het Zuid-Duitse Haag. (Foto: Grander)
24
ZuivelZicht maart 2020
Bayernland bouwt sinds enkele maanden een nieuwe kaasfabriek in Bayreuth. Daar moet vanaf halverwege volgend jaar een productielijn staan die jaarlijks 40.000 ton kaas kan afleveren, voornamelijk mozzarella. Bayernland produceert nu nog ruim 16.000 ton mozzarella en ongeveer 7.000 ton halfharde kaas per jaar. Alsgevolg van de € 55 miljoen kostende investering gaat fabriek in Kemnath dicht. De niet rendabele Emmentaler-productie in Furth beëindigde Bayernland twee jaar geleden al. Volgens de laatst bekende jaarcijfers (2018) is het Bayernland goed voor € 900 miljoen aan omzet, waarvan 40 procent in het buitenland wordt gerealiseerd. De belangrijkste buitenlandse afzetmarkt voor kaas is Italië
Directeur Hermann Jäger van Milchwerk Jäger (links) sluit samen met zijn collega’s van Gmundner Milch Josef Fürtbauer en Johannes Kogler een akkoord over de bouw van een nieuwe kaasfabriek. (Foto: Gmunder Milch)
BMI Net als bij Bayernland is ook bij BMI, de tweede Beierse zuivelproducent, kaas de voornaamste activiteit. In 2018 boekte de Bayerische Milchindustrie daar wel minder omzet mee dan in het jaar daarvoor. De omzet nam met ruim 2 procent af door beduidend lagere voorloopprijzen. Wel werd de productie opgevoerd. Die steeg in 2018 met meer dan 7 procent naar 60.000 ton. BMI produceert een breed pakket kaassoorten: Gouda, Edam, cheddar, mozzarella en een reeks andere witte en blauwe kaassoorten. Die worden voor een belangrijk deel aangeboden onder het merk Paladin. Afgelopen najaar breidde BMI zijn assortiment uit met een reeks biologische kazen: Organic Gouda, Bio Edam, Bio Landkäse, Organic Cheddar. De belangrijkste kaasfabriek van BMI staat in Jessen, in de deelstaat Saksen-Anhalt. De afgelopen tien jaar stak het bedrijf € 100 miljoen in de deze fabriek. Daar wordt nu jaarlijks 450 miljoen liter melk verwerkt. De laatste jaren voerde BMI in Jessen de productie van mozzarella fors op. Sinds vorig jaar zomer is BMI naar eigen zeggen in staat om in Jessen jaarlijks 9.000 ton mozzarella in 125 gram-verpakkingen voor de consument te produceren en
12.000 ton mozzarella in 15 kilo-blokken voor de professionele markt.
Jäger Milchwerk Jäger, een van de oudste particuliere zuivelbedrijven van Duitsland, nam vorig jaar een opvallende stap om te kunnen profiteren van de groeiende vraag naar mozzarella. Het bedrijf heeft in de nabij de Oostenrijkse grens gelegen Haag geen ruimte om de fabriek uit te breiden. Daarom is het bedrijf een samenwerking aan gegaan met een partner in het buurland. Want de Gmundner Molkerei had nog wel ruimte. Beide partijen sloten vorig jaar een overeenkomst voor de bouw van een nieuwe kaasfabriek bij het hoofdkantoor van de Oostenrijkse zuivelcoöperatie in Gmunden. In de nieuwe fabriek die naar verwachting aan het eind van dit jaar al operationeel zal zijn, gaat Jäger pasta filata-kaas, waaronder mozzarella maken op basis van gmo-vrije melk van de Oostenrijkse partner. De nieuwe fabriek, die een investering vergt van in totaal € 37 miljoen, kan straks dagelijks 250.000 liter melk verweken. Jäger verwerkt in haar eigen fabriek jaarlijks 450.000 ton melk tot 60.000 ton mozzarella en halfharde kaassoorten. De kaas gaat voornamelijk naar Italië, Frankrijk en Oost-Europa. engineered wood products
www.vidarwood.com
MARK T
Analyse Annual Insight
Japanse kaasmarkt toont potentie voor Nederland in AziĂŤ Annual Insight in ZuivelZicht analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand een antwoord op de vraag: waar zit de groei in AziĂŤ? Tekst: Robert den Hertog
Nederlandse kaasproducenten profiteren op verschillende wijze van de groei in de Aziatische markt.
26
ZuivelZicht maart 2020
MARK T
In 2018 exporteerde de Europese Unie 279.000 ton kaas (alle soorten) richting Azië. Grofweg 75 procent daarvan bestond uit mozzarella, Gouda, verwerkte kazen, cheddar en Edam. De export van deze soorten is in 2019 gegroeid. Na elf maanden was de EU-export naar Azië van mozzarella, Gouda, verwerkte kazen, cheddar en Edam gezamenlijk al goed voor 208.000 ton. Daarmee ligt de export van deze kazen al op het niveau van 2018. Met een maandelijks exportvolume van 20.000 ton zal de export in 2019 vermoedelijk zo’n 10 procent hoger uitkomen. De groei zit vooral in de export naar landen als Japan, China en Zuid-Korea. Deze groei wordt gerealiseerd bij mozzarella, cheddar en in mindere mate bij Edammer kaas. Binnen de overige categorie is ook de geraspte kaas van significante omvang. In de periode 2015-2019 neemt de export naar Azië met 22 procent toe, net als de waarde van de export, die met 25 procent stijgt.
Japan Japan is verreweg de belangrijkste markt voor de Europese Unie, met een aandeel van meer dan 30 procent van alle export in 2018. Bijna de helft van alle EU-export naar Japan bestaat uit Goudse kaas, wat weer voor een groot deel afkomstig is vanuit Nederland. De samenwerking met
Japan wordt intensiever vanuit omringende landen zoals Duitsland en Denemarken, maar deze landen kunnen nog lang niet tippen aan de Nederlandse export naar Japan.
Mozzarella Zuid-Korea is dé mozzarellamarkt van Azië. Het exportvolume vanuit de EU van mozzarella was het afgelopen jaar gelijk aan dat van 2018, namelijk 23.000 ton. Het land is hiermee verreweg de grootste importeur van mozzarella in Azië. Japan volgt op gepaste afstand met een importvolume van 10.000 ton in 2019, waarna China volgt met ruim dan 4.000 ton. Het importvolume van China groeit sterk vanaf 2015, wat voornamelijk wordt gedreven door mozzarella (van 600 ton naar meer dan 4.000 ton in 2019) en cheddar (van 150 ton naar 1.400 ton in 2019).
Voor Azië lijkt er voornamelijk potentie te zitten in de export van Edammer en Goudse kaas
Hierboven werd al kort toegelicht dat Nederland een groot aandeel heeft in de export van Gouda naar Azië, en dan met name Japan. Maar wat is de potentie? Sinds 2019 is de Japanse markt een stuk aantrekkelijker geworden door de verlaging van importtarieven. In 2018 tekenden de Japanse premier Abe en EU-commissievoorzitter Juncker een handelsverdrag dat in potentie tot extra handel ter waarde van € 96 miljard kan leiden tussen Japan en de EU. Een voorbeeld van de voordelen is dat Goudse kaas en andere kaassoorten 30 procent goedkoper kunnen worden geëxporteerd naar Japan. In de eerste elf maanden van 2019 is export van Nederlandse Gouda naar Japan beperkt toegenomen met 2 procent. Nederlandse kaasproducenten profiteren op verschillende wijze van de groei in de markt. Royal FrieslandCampina geeft aan dat de kaas die in pizza’s en pasta’s verwerkt wordt en het merk Frico een vlucht nemen. Cono Kaasmakers leverde in 2019 echter alleen nicheproducten, waardoor de absolute groei beperkt is.
Edam Kijkend naar Azië en de ontwikkeling van het exportvolume van Nederland ten opzichte van de totale EU, lijkt er voornamelijk potentie te zitten in de export van Edammer en Goudse kaas.
ZuivelZicht maart 2020
27
MARK T
Vooral de ontwikkeling van de export van Edammer kaas vanuit Nederland ten opzichte van de export vanuit de EU laat zien dat Nederland een sterke groei doormaakt. Hoewel de kaassoort binnen de EU onder druk staat, groeit het exportvolume richting Azië in de periode 2015-2019 sterk, met bijna 50 procent. Daarnaast ligt het prijsniveau van de export € 1 hoger dan het gemiddelde van de EU.
Coronavirus En China dan? Niemand weet precies wat de impact gaat zijn van het coronavirus op de handel met China. De Rabobank publiceerde een analyse waarin een flinke importdaling wordt voorspeld. Vóór de uitbraak van het virus voorspelden analisten een matige groei. Hun analyse richt zich echter voornamelijk op volle en magere melkpoeder, gezien het feit dat deze categorieën een stuk groter zijn in omvang, dan de kaascategorie. De kaasexport vanuit Nederland naar China is door de jaren heen überhaupt vrij volatiel. Waar in 2017 totaal nog meer dan 2.000 ton werd geëxporteerd tot en met november (meer dan 50 procent Gouda), werd in 2018 en 2019 nog maar net boven de 1.000 ton kaas naar China geëxporteerd. De absolute daling van het volume is grotendeels het gevolg van het dalen van de Gouda-export. Gemiddelde exportprijzen liggen in de laatste jaren dan wel weer significant hoger, op gemiddeld € 5,30 per kilo, ten opzichte van € 4,50 in 2017.
Inzicht in productie en handelsstromen De AnnualInsight Market Monitor biedt maandelijks inzicht in de landelijke productievolumes en internationale handelsstromen van belangrijke voedingsmiddelen, in een interactieve BI-omgeving. Daarmee krijgt de gebruiker de mogelijkheid de omvang van een markt te bepalen en zijn aandeel hierin. Ook groeimarkten en trends kunnen worden gesignaleerd, inclusief het aandeel van de gebruiker in de exportstroom naar bepaalde landen.
28
ZuivelZicht maart 2020
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de Aziatische markt een significante mogelijkheden voor Nederland biedt. Ten eerste zijn de markten, waarvan Japan voor Nederland de belangrijkste is, aantrekkelijk vanwege het volume, het vervallen van handelsbelemmeringen en de toenemende verwerking van zuivel in andere producten, zoals pizza’s. Belangrijke kaascategorieën voor Nederland zoals Gouda en Edam laten een sterke groei zien in opkomende markten, zoals Singapore. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight.
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - dec’19; % t.o.v. ’18) EU-28
Verwerking EU (jan’19 - dec’19; % t.o.v. ’18) Kaas
+0,6%
waarvan: Duitsland Duitsland
x 1.000 ton
x 1.000 ton
10.000
+0,1%
Frankrijk Frankrijk
NMMP 750
-0,2% 8.000
+2,1%
600
6.000
+0,6%
450
+10,2%
-0,7%
Nederland Verenigde Staten
+0,3%
Nieuw-Zeeland
-0,7%
Argentinië
-1,7%
Australië
-6,6%
4.000
-3,8%
300
+1,4%
+7,7%
+1,6% 2.000
Wit-Rusland
-6,4%
-5,0%
150
+1,1%
-4,2%
-0,8% +0,7%
Uruguay
-4,2% 0
0 40
80
120
160
0
Overig IT
200
x miljard kg
PL FR
Overig FR
NL DE
BE DE
DK NL
PRIJZEN Melkprijs (jan’20 t.o.v. dec’19, in %)
Marktprijs (feb’20 t.o.v. jan’20, in %)
LTO melkprijsvergelijking 40
€/100 kg
7.000
5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019 2020
38 36 -0,4%
30 jan
€/1.000 kg NL WM
6.000
34 32
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82%
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500 feb-19
€/1.000 kg NL WM
3.000
5.000
2.000 feb-18
dec
3.500
-0,7% +7,3%
feb-20
1.000 feb-18
-0,9% +1,7%
feb-19
feb-20
EXPORT Kaas (jan’19 - nov’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 1.000 800
+3,8% +4,7%
400
+0,8%
4.000
1.200
400
3.000
900
300
2.000
600
1.000
0
+3,9%
NL*
VS
NZ
EU
NL
x 1.000 ton
+3,1%
200 -12,9% -14,4% -26,0%
300 0
0 EU*
Intrahandel EU 500
x 1.000 ton +4,1%
600
Wereldhandel x 1.000 ton 1.500 +16,2%
5.000
+5,2%
200
Niet-mager melkpoeder (jan’19 - nov’19, % t.o.v. ’18)
100
+6,8%
0 NZ
EU*
NL*
VS
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht maart 2020
29
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW
Tel 0522-463684
info@koster-nl.com
www.koster-nl.com
Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen
Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken