Jaargang 112 | Nummer 8 | Augustus 2020
ZuivelZicht
Twee jonge zuivelhandelaren doen het anders 11_Cover_01L.indd 1
‘ VLOEIBA AR GOUD’ Ondernemers zien mogelijkheden voor overtollige biest
VEER A SSEN Het melkveelandschap verandert: minder koeien, meer variatie
10-08-20 09:42
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk
Yoghurt Boter Margarine Smeltkaas Kaas 2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
Wanneer kennis en
kwaliteit telt
De beste plank voor kwaliteitskaas
engineered wood products
20ZUI008_ADVERTENTIE.indd 2
Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.
10-08-20 09:52
INHOUD
19
11
7 Visie 6
ZuivelNL Juist nu is er behoefte aan een sterke ketenorganisatie, meent Jorrit Jorritsma (ZuivelNL)
Bedrijf 7
Royal A-ware Familiebedrijf groeit rustig verder
8
Amsterdam Ingredients Zuivelhandelaren ‘Terence en Tijmen’ doen het net even anders
Terence Molnar (links) en Tijmen Fikse, oprichters van Amsterdam Ingredients. Ze willen het net iets anders dan andere spelers in de zuivelhandel. Foto: Ivo Hutten
11
FrieslandCampina Coronacrisis verstoort goede start van boekjaar 2020
12 Aurora Jubilerende kaasproducent zoekt verdere groei
14 Hochland www.zuivelzicht.nl
Grootste kaasmaker van Duitsland breekt eigen records
Markt 16 A2-melk Producenten A2-melk zien nieuwe mogelijkheden
19 Veerassen Het aantal melkkoeien in Nederland neemt af, maar de diversiteit neemt toe
22 Litouwen Litouwse zuivelindustrie klimt uit het dal
24 Aloya Studenten ontwikkelen nieuwe, met omega 3-verrijkte yoghurt
26 Biest Belangstelling consumenten voor ‘het vloeibare goud’ groeit
29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag
ZuivelZicht augustus 2020
11_Inhoud_01R.indd 3
3
10-08-20 09:43
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
N T U I F? N E J I I KO E B E D R IN
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen ,XFMEBNXFH B 2973 -" Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
20ZUI008_ADVERTENTIE.indd 4
10-08-20 09:52
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia Hoofd content Peter Vorstenbosch Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl
Verdienmodellen De consument wil best betalen voor een duurzamer product. Alleen, hij doet het niet. Een bekende conclusie, die LTO Nederland onlangs opnieuw moest trekken. De boeren- en tuindersorganisatie had een onderzoekbureau gevraagd de mening van de Nederlanders te peilen over de boerenstand. Daaruit blijkt volgens LTO dat de consument boeren best beter wil waarderen, vooral als zij het voedsel op duurzamere wijze produceren. Bijna twee derde van de ruim 1.500 ondervraagden vindt bijvoorbeeld dat de kiloknallers van de schappen moeten verdwijnen. Maar voor een duurder stukje vlees trekt men de portemonnee niet. Woorden en daden, het blijft een lastige combinatie.
Want bij een sterke primaire producent zijn alle schakels in de keten bij gebaat. Diverse initiatieven voor een duurzamer product lijken vroegtijdig te sneuvelen. Kijk naar de Boeren van Amstel, die worstelen om hun bestaansrecht te bewijzen. Zij benaderden vorig jaar de Amsterdamse consument met ‘natuurzuivel’ (niet-gestandaardiseerde melkproducten en natuur- en weidevogelbeheer). Maar de afzet stagneert; de melkveehouders krijgen de meerkosten niet of nauwelijks vergoed en zoeken andere financieringsvormen. Niet voor niets richtten de boerenprotesten de afgelopen tijd zich niet alleen op het stikstofbeleid. Veel dieper zit de frustratie over het ontbreken van een volwaardig verdienmodel.
De uitkomsten van het onderzoek zijn allerminst verrassend, maar niet minder ernstig voor een bedrijfstak die het moet hebben van consumentenbestedingen.
De overheid lijkt zich dat te realiseren. In antwoord op Kamervragen liet minister Schouten vorige maand blijken dat de inkomenspositie van de primaire producenten moet verbeteren. Zeker als hen gevraagd wordt meer te doen dan de wet vraagt. Bovenwettelijke eisen kosten geld. Dat moet uit de markt komen vindt Schouten. Ze kondigde een ‘agrarische ondernemerschapsagenda’ aan. Die moet boeren aan een betere boterham helpen. Deze agenda richt zich op onder andere meer markttransparantie, meer samenwerking, minder marktmisbruik van ketenpartijen en betere toegang tot financiering. Het is de vraag of zo’n agenda tot een beter verdienmodel leidt. Bij het aantreden van dit kabinet reageerde de agrarische sector hoopvol op de passage in het regeerakkoord over de margeverdeling in de keten. Daarin stonden veelbelovende voornemens over de machtsverhoudingen in de keten. We zijn nu ruim drie jaar verder en er is nog een lange weg te gaan.
Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Ria Besseling, Yves De Groote, Sjoerd Hofstee, Hermann-Josef Martin Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Velp Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Woorden en daden, het blijft een lastige combinatie
René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht augustus 2020
11_Zijlijn_01R.indd 5
5
10-08-20 09:44
VISIE
ZuivelNL-voorzitter Jorrit Jorritsma:
‘Juist nu is er behoefte aan een sterke ketenorganisatie’ De melkveehouderij staat onder druk en juist dan is een sterke organisatie in de zuivelketen belangrijk, stelt Jorrit Jorritsma naar aanleiding van het jaarverslag van ZuivelNL dat vorige maand door de leden werd vastgesteld. Tekst: René van Buitenen
“Het piept en kraakt in de melkveehouderij”, constateert de ZuivelNL-voorzitter Jorrit Jorritsma. “Het al langer sluimerende ongenoegen binnen de Nederlandse boerenstand over de steeds verder toenemende eisen, plotselinge beleidsveranderingen en de vaak ongenuanceerde kritiek over de werkwijze in de agrarische sector is in 2019
naar buiten gekomen met de aanpak van de stikstofproblematiek. De weerstand van boeren keerde zich ook tegen de vertegenwoordiging en belangenbehartiging in eigen geledingen. Het vertrouwen in de overheid, maar ook het vertrouwen onderling, was zoek. De versnippering in de boerenvertegenwoordiging is zichtbaar geworden.”
moeten dan de extra inspanningen op bijvoorbeeld duurzaamheid terugverdiend worden. De realiteit is dat marktpartijen, in een internationaal concurrerende markt, én consumenten daar nauwelijks een boodschap aan hebben. Van de melk gaat nog eens 65 procent naar het buitenland. Het is een uitdaging voor de sector om de inspanningen om bijvoorbeeld de CO2-footprint te verlagen ook daadwerkelijk terug te verdienen in de internationale markt. Ook overheden en maatschappelijke organisaties hebben daarom een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan realistische verdienmodellen.”
Bijdrage aan economie Concurrentiepositie Daarom is er volgens Jorritsma, ondanks alle interne meningsverschillen, juist nu behoefte aan een sterke ketenorganisatie die zich richt op de ontwikkeling van de sector. “Uiteindelijk gaat het om de concurrentiepositie van de zuivelsector op de wereldmarkt en de maatschappelijke acceptatie van de wijze van ondernemen in combinatie met verdienmodellen. Overheden en maatschappelijke organisaties stellen steeds meer eisen aan de wijze van boeren. Daar staat echter weinig tegenover om de hogere kosten te compenseren. In de markt
Jorrit Jorritsma: “Uiteindelijk gaat het om de concurrentiepositie van de zuivelsector op de wereldmarkt en de maatschappelijke acceptatie van de wijze van ondernemen in combinatie met verdienmodellen.”
6
11_Artikel_04R.indd 6
Het gemiddelde inkomen op een melkveebedrijf is in 2019 met 17 procent afgenomen naar € 49.100
Jorritsma stelt vast dat de Nederlandse zuivelsector met een exportwaarde van € 7,8 miljard een zeer relevante bijdrage levert aan de Nederlandse economie, dat de Nederlandse zuivelketen steeds duurzamer wordt, maar dat het gemiddelde inkomen op een melkveebedrijf in 2019 met 17 procent is afgenomen naar € 49.100.
Investeringen Voor de verdere ontwikkelinge van de sector investeerde ZuivelNL het afgelopen jaar € 19,7 miljoen in diergezondheid (€ 6,7 miljoen), voedselveiligheid (€ 1 miljoen), onderzoek en innovatie (€ 6,4 miljoen), duurzaamheid (€ 4,5 miljoen) opleiding & arbeid (€ 0,2 miljoen) en marktinformatie, export & voorlichting (€ 0,9 miljoen). De activiteiten zijn gefinancierd uit de contributie van de ledenorganisaties en partners. Die is gebaseerd op een inhouding van € 0,05 per 100 kilo melk van melkveehouders en van € 0,02 per verwerkte 100 kilo melk van zuivelondernemingen.
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:45
B E D R I JF
Groei van omzet en winst in 2019
Royal A-ware groeit gestaag verder Royal A-ware zet de groei van de afgelopen jaren gestaag door, blijkt uit de jaarcijfers die het familiebedrijf onlangs publiceerde. Tekst: René van Buitenen
Royal A-ware heeft de resultaten vorig jaar verder verbeterd. Het familiebedrijf meldt in 2019 een omzet te hebben geboekt van € 1,5 miljard. Dat is een toename van 5 procent vergeleken met 2018. Het nettoresultaat steeg met circa € 3 miljoen naar € 21,5 miljoen. Daardoor nam de marge toe naar 1,4 procent. Ceo Jan Anker is tevreden met de resultaten, gelet ook op het feit dat de onderneming vorig jaar opnieuw flink investeerde in uitbreiding van de activiteiten: “Het jaar 2019 heeft in het teken gestaan van de bouw van onze mozzarella- en roomfabriek en van de verdere ontwikkeling van ons bedrijf. Daarbij zijn wij in staat geweest een prima resultaat te realiseren. Ik wil onze medewerkers dan ook bedanken voor hun inzet en onze melkveehouders, klanten en leveranciers voor het in ons gestelde vertrouwen.”
Royal A-ware laat al een aantal jaren een geleidelijke groei van de resultaten zien. Vijf jaar geleden lag de omzet nog op € 1,1 miljard, bedroeg het bedrijfsresultaat voor afschrijvingen € 50 miljoen en werd een nettowinst geboekt van € 6 miljoen. Inmiddels bedraagt de omzet € 1,5 miljard, is het bedrijfsresultaat gegroeid naar € 72 miljoen en ligt de nettowinst inmiddels op € 21,5 miljoen.
Royal A-ware onthoudt zich van prognoses over de resultaten van het lopende boekjaar. Vanwege de onvoorspelbare marktomstandigheden wil de onderneming geen verwachtingen uitspreken. Dat doet zij wel over bijvoorbeeld lopende projecten. Zo zal – ondanks de coronacrisis en de daardoor verwachte wereldwijde recessie – de bouw van een nieuwe kaasmakerij in Ierland onverminderd worden voortgezet. “Royal A-ware bestaat dit jaar 130 jaar en zal ook in deze uitdagende marktomstandigheden blijven investeren in de versterking van haar positie op de korte en de lange termijn.”
Investeringen Het bedrijf zegt zijn investeringsagenda te blijven uitrollen. Nadat de afgelopen jaren al voor enkele honderden miljoenen euro’s in de zuivelproductie werd geïnvesteerd, stak Royal A-ware in 2019 € 102 miljoen in de uitbreiding van zijn activiteiten. De investeringen gingen met name naar de eerder genoemde nieuwe mozzarella- en roomfabriek in Heerenveen. Om de positie van de bestaande bedrijfsonderdelen te blijven versterken is ook geïnvesteerd in verpakkings- en rijpingscapaciteit. Ook is geld gestoken in verdere ontwikkelging van het logistieke dochterbedrijf AB Texel.
Het terrein van Royal A-ware in Heerenveen, met op de voorgrond de mozzarella- en roomfabriek, die sinds eind 2019 operationeel is, en daarachter de kaasmakerij. (Foto: Royal A-ware)
ZuivelZicht augustus 2020
11_Artikel_12R.indd 7
7
10-08-20 09:46
B E D R I JF
Terence Molnar en Tijmen Fikse, oprichters van zuivelhandelsbedrijf Amsterdam Ingredients: “We beschouwen onze klanten het liefst als vrienden.� (Foto: Ivo Hutten)
Twee Amsterdamse jongens doen het anders
De krenten in de pap van de zuivelhandel Als je een nieuwe onderneming start in een bestaande markt, moet je opvallen. Door het net even anders te doen dan de rest, bouw je sneller bekendheid op. De twee jonge handelaren van Amsterdam Ingredients doen dat met de handel, productie en distributie van op maat gemaakte speciaalpoeders voor afnemers in food en feed. Ze combineren dat met een persoonlijke, vriendschappelijke manier van zaken doen. Dat werkt en inmiddels is het tweetal gestoten op een niche die misschien nog interessanter is. Tekst: Jeen Akkerman
8
33_Artikel_07L_2.indd 8
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:29
B E D R I JF
werk bij Havero hun eerste baan. Ze leerden samen het vak en hielden contact. Ook toen ze allebei bij andere handelsbedrijven gingen werken. Molnar: “Ik wist dat ik met Tijmen een onderneming wilde opzetten. Hij was daar toen nog niet aan toe. Ik was bang dat we het contact zouden verliezen toen we bij verschillende bedrijven gingen werken. Daarom hebben we allebei een seizoenskaart van Ajax gekocht. Zo zagen we elkaar regelmatig.”
Speedboot
‘Terence en Tijmen’ is voor insiders in de Nederlandse zuivelhandel een bekend begrip. Terence Molnar is met zijn 34 jaren een jaar ouder dan Tijmen Fikse. De eerste is de man van de snelle ideeën en deals. De tweede is de bedachtzame van het koppel; hij richt zich meer op de structuur en fungeert als kritisch klankbord.
Eerste baan Ze vullen elkaar perfect aan, zo merkten ze toen ze samenwerkten bij Havero. Dit handelsbedrijf is onderdeel van Hoogwegt, een van de grootste internationale spelers in de zuivelhandel. Het legt zich toe op derivaten en mengsels die standaardmelkpoeder kunnen vervangen in levensmiddelen. Voor zowel Molnar als Fikse was het
33_Artikel_07L_2.indd 9
Toen Fikse, door onder andere gesprekken op de voetbaltribune, ook de uitdaging van het ondernemerschap steeds interessanter begon te vinden, hakten ze de knoop door. Ze begonnen voor eigen rekening te handelen. Daarvoor richten ze een bv op met een bijzondere naam: Amsterdam Ingredients. Ingredients staat voor de zuivelderivaten die worden toegepast in voeding voor mens en dier. Amsterdam staat voor de cultuur van hun start-up: internationaal, persoonlijk en met een ondernemende handelsgeest. Fikse wijst op de tekening op de muur van hun informele kantoor aan de Wibautstraat in de hoofdstad. Naast verwijzingen naar Amsterdam, Ajax en zuivel staat midden in het beeld een speedboot. “Zo zien we onszelf graag”, legt de jonge ondernemer uit. “We zijn klein en wendbaar en weten zo zaken te doen die grote spelers als kruimels beschouwen, maar die voor ons interessant zijn. We vinden het leuk om bijzondere dingen tot stand te brengen.”
Vrienden In de nabijheid van de speedboot is op de tekening ook een stukje mast en een vlag te zien van een schip dat kennelijk ten onder gaat. Is dat de metafoor voor de concurrenten van Amsterdam Ingredients? De mannen grijnzen. “Het is een grapje”, legt Molnar uit. “Wij hebben met andere handelsbedrijven in zuivel prima contacten. Daarbij zijn voor ons vriendschap en humor de uitgangspunten.” Die vriendschap is ook de basis voor
10-08-20 09:29
B E D R I JF
klantrelaties. Gevraagd naar een voorbeeld noemen ze de relatie met Ba’emek, een Israëlische producent van hoogwaardige wei-eiwitten. “Toen we van start gingen, gunden ze ons meteen een groot deel van hun distributie in Europa; dat deden ze op basis van de persoonlijke relaties die we met hun mensen al hadden opgebouwd”, aldus Molnar. Fikse vult aan: “Ook bij de financiering van onze activiteiten hebben we bij de start steun gehad van mensen die we kennen en die ons vertrouwen. Kijk, als je wilt handelen moet je posities innemen en dus heb je geld nodig. We vonden in Van Lindenberg Ingredients een partner die ons op weg wilde helpen.” Deze onderneming in Putten hielp de startende ondernemers; inmiddels heeft Amsterdam Ingredients de ‘lening’ afgelost. “We staan nu op eigen benen en drijven handel op basis van ons eigen geld”, zegt Molnar. Ze weten zich daarbij gesteund door
‘We zijn klein en wendbaar en weten zo zaken te doen die grote spelers als kruimels beschouwen’ adviseur Jan Peter Rotmans, die destijds bij Havero hun baas was en een schat aan ervaring heeft in de internationale zuivelhandel.
IJsfabriek Hun handelsonderneming heeft in korte tijd een miljoenenomzet opgebouwd. De basis is het bedienen en ontzorgen van middelgrote klanten in de veevoer- en voedselindustrie. Gevraagd naar een typisch voorbeeld van een transactie, schetsen de beide mannen het volgende beeld: een middelgrote ijsfabriek heeft
Zuivelafval? Ja, dat is waardevol Wat doe je met melkpoeder of boter die om wat voor reden dan ook niet (meer) geschikt is voor menselijke consumptie of voor veevoer? Die breng je naar een afvalverwerker en daar wordt het goedje meestal verbrand. Maar dat hoeft niet. Je kunt dergelijke restpartijen ook vergisten of er vet uit winnen. Om vervolgens de gewonnen biobrandstof te benutten voor de opwekking van bio-energie. Deze toepassing ontwikkelde Terence Molnar toen hij werkte bij ACT, een Amsterdamse handelsfirma die zich richt op biobrandstoffen. “Toen de superheffing verdween, ontstond er een overschot op de zuivelmarkt. Ik dacht toen: waarom gaan we dat niet gebruiken voor biobrandstof?” Het bleek technisch goed mogelijk en bij de toen geldende prijzen ook interessant. Inmiddels zijn de zuivelprijzen hersteld. Maar Terence Molnar en Tijmen Fikse komen bij hun leveranciers regelmatig afgekeurde partijen zuivel tegen. “We bedachten dat die ook goed te benutten zijn voor biobandstoffen.” Het idee is recent omgezet in een nieuw bedrijf met de toepasselijke naam Circumilk. ‘Converting dairy waste into green energy’ luidt de belofte. De onderneming ontzorgt de zuivelindustrie bij het oplossen van dit specifieke afvalvraagstuk. Het afgekeurde product wordt opgehaald, gescheiden van de verpakking en vervolgens gebruikt voor energieproductie. Om ook de grote spelers in de zuivel met dit concept te bereiken, heeft Circumilk een exclusieve samenwerking met Suez, een van Europa’s grootste afvalverwerkers. Suez sluit contracten met grote Nederlandse voedingsbedrijven over de totale afvalstroom. Het onderdeel ‘zuivelproducten’ wordt vervolgens ondergebracht bij Circumilk. Fikse en Molnar hebben inmiddels een medewerker aangesteld om deze nieuwe zelfstandige activiteit tot bloei te brengen. Het lijkt een interessante niche in de markt, met een mooi toekomstperspectief nu de aandacht voor circulair ondernemen groeit. Wie weet wordt het wel iets meer dan een speedbootje.
10
33_Artikel_07L_2.indd 10
een contract met een retailer in de wacht gesleept voor de levering van ijsjes voor het komende jaar. Melkpoeder is traditioneel een belangrijk ingrediënt. Amsterdam Ingredients bedenkt dan een receptuur op basis van diverse melk- en weipoeders; dat mengsel heeft bijvoorbeeld betere eigenschappen voor de ijsproductie of verlaagt de kosten. Zodra de juiste receptuur met de klant is ontwikkeld, wordt een jaarcontract gesloten met een vaste prijs. Afspraak is afspraak.
Corona Dat betekent voor Amsterdam Ingredients ook risico’s nemen; maar dan wel gecalculeerd, zodat het vaker goed gaat dan niet. Gemiddeld zitten ze negen van de tien keer goed. “Van die ene keer ben ik dan ook wel een paar dagen ziek, dat wil je gewoon niet”, licht Molnar toe. Recent gebeurde dat bij de uitbraak van de coronacrisis. De beide mannen hadden wat al te enthousiast inkoopposities ingenomen en zagen zich geconfronteerd met plotselinge vraaguitval. “Toen hebben we het verlies genomen, omdat het risico te groot werd, zeker voor een jonge onderneming als de onze”, legt Fikse uit. Achteraf jammer, want toen de aanvankelijke coronapaniek weg begon te ebben, konden ze juist weer veel verkopen. Molnar: “We kregen vragen van diverse kanten, die bij de poederfabrikanten en de grote handelshuizen niet snel werden geholpen omdat die allerlei procedures hebben rondom corona, zoals het thuiswerken van hun mensen. Wij zijn gewoon altijd hier en kunnen meteen inspelen op de vragen die binnenkomen.” Zoals de speedboot, die sneller en wendbaarder is dan een tanker. Ze glimlachen en wijzen naar een ander detail op de wanddecoratie. Helemaal in de hoek staat een arm met daarop de tatoeage van een mes en vork. “We beschouwen onze klanten het liefst als vrienden en gaan dus ook graag met ze eten en drinken. We geloven in menselijk contact en elkaar iets gunnen.”
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:29
B E D R I JF
Coronacrisis doet goede start FrieslandCampina teniet FrieslandCampina presenteerde vorige maand de cijfers over de eerste helft van dit jaar. Die zijn sterk beïnvloed door de coronacrisis.
voorzien. We hebben hier met z’n allen gedisciplineerd en hard aan gewerkt.”
Dalende marges
Het eerste kwartaal dit jaar zag er nog goed uit bij FrieslandCampina – totdat de coronacrisis uitbrak. Die heeft de resultaten van het zuivelconcern in de eerste helft van 2020 behoorlijk onder druk gezet. In vergelijking met de eerste zes maanden van vorig jaar bleef de omzet vrijwel stabiel, maar namen het bedrijfsresultaat (17,2 procent) en de nettowinst (37,2 procent) fors af.
Tot eind maart lagen de resultaten van FrieslandCampina volgens Schumacher boven het niveau van vorig jaar. Toen werd de coronapandemie in de cijfers zichtbaar. “Onze totale omzet bleef nagenoeg gelijk, maar we zagen een verschuiving van het winstgevende out-of-homekanaal, waar de omzet grotendeels wegviel, naar omzetgroei voor basiszuivelproducten, waarvan de prijzen en winstmarges door de coronacrisis flink daalden. Ook de verkopen van de winstgevende kindervoedingbusiness in Hongkong liepen terug als gevolg van de dichte grenzen met China.”
Productieketen intact
Aanpassing
“De coronapandemie heeft tot marktomstandigheden geleid die we nog niet eerder gezien hebben”, concludeert Hein Schumacher, ceo van de onderneming. “In veel landen moesten mensen door lockdowns binnen blijven en werden de horeca en andere out-ofhomekanalen gesloten. Basiszuivelprijzen daalden flink, maar bepaalde kosten, zoals voor transport en zeecontainers, stegen daarentegen.” Een ongekende situatie, volgens Schumacher, die er op wijst dat de productieketen intact is gebleven. “Onze leden-melkveehouders zijn altijd melk blijven leveren die door ons op tijd werd opgehaald en volledig verwerkt in onze productielocaties. Ook onze klanten hebben we de afgelopen maanden steeds van producten kunnen blijven
Schumacher vindt dat de onderneming zich razendsnel heeft aangepast aan een nieuwe situatie van wat het bedrijf ‘business as unusual’ is gaan noemen. “Er is een enorme focus op het primaire proces – op het produceren en leveren van onze producten – en we maken enorme slagen met verdere digitalisering en met e-commerce. Ten slotte hebben we onze marktposities in ingrediënten wereldwijd en in belangrijke consumentenmarkten zoals China, Indonesië, Nigeria, Pakistan en onze thuismarkten Nederland en Duitsland, de afgelopen periode weten te versterken.”
Tekst: René van Buitenen
kosten omlaagbrengt en de productiviteit structureel gaat verhogen. In dat verband is onlangs de sluiting van de fabriek in Rijkevoort aangekondigd. De herstructureringskosten zullen de winstgevendheid van FrieslandCampina in 2020 negatief beïnvloeden is de prognose. “De wereldeconomie zal in 2020 naar verwachting grote, negatieve invloed van de coronapandemie ondervinden en daarna slechts langzaam herstellen.”
Verwachting Niettemin is het volgens Schumacher onvermijdelijk dat FrieslandCampina de
‘We zagen een omzetverschuiving van out-of-home naar basiszuivel’
Hein Schumacher: “We hebben onze marktposities in ingrediënten wereldwijd en in belangrijke consumentenmarkten de afgelopen periode weten te versterken.”
ZuivelZicht augustus 2020
11_Artikel_11R.indd 11
11
10-08-20 09:46
B E D R I JF
Producent van biologische kaas bestaat veertig jaar
Aurora Kaas ziet kansen voor verdere groei Aurora Kaas bestaat veertig jaar. Het bedrijf, begonnen in 1980 in het Limburgse Ven-Zelderheide als zuivelboerderij De Dageraad, is uitgegroeid uit tot een moderne biologische kaasmakerij. De nieuwe fabriek in Kranenburg verwerkt de biologische melk van de boeren in de regio tot een breed assortiment biologische kazen. Tekst: Ria Besseling
De groei van Aurora Kaas kwam in stappen, vertelt Harry ten Dam, gepensioneerd maar nog altijd betrokken bij het bedrijf. “Ik kom uit de tijd van de opkomst van de natuurvoedingswinkel. De vraag naar biozuivel steeg en samen met mijn vrouw Janny begon ik
in 1980 een boerenkaasmakerij en biologische zuivelboerderij in VenZelderheide. Al snel breidden we hier diverse keren uit: in 1986, 1990 en in 2000. In 2012 besloten we het pakhuis te verplaatsen naar Duitsland. In Nederland was geen locatie beschikbaar
of dit was te duur. Daarom zijn we destijds de grens over gegaan.” Dochter Manon, directeur in het familiebedrijf, gaat verder: “Enkele van onze boeren in het Niederrhein-gebied, een echt veeteeltgebied, waren omgeschakeld en biologisch gecertificeerd en leverden al
Aurora Kaas is een familiebedrijf. De oprichters Harry en Janny ten Dam geflankeerd door hun kinderen, die ook in het bedrijf werken. (Foto’s Aurora).
12
22_Artikel_19L.indd 12
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:47
B E D R I JF
Een overzicht van het productassortiment van Aurora.
melk aan ons. We waren dus al gericht op Duitsland. Ook melkveehouders in de Achterhoek waren leverancier.” Tegenwoordig leveren zeventien boeren biologische melk aan Aurora. Tien daarvan hebben hun melkveebedrijf in de Achterhoek – twee werken met Demeter- en acht met Bio-certificatie. De zeven Duitse collega’s zijn Bioland-gecertificeerd. De melkveehouders hanteren een gesloten kringloop. Ze betrekken hun voer van eigen land en hanteren allemaal zoveel mogelijk weidegang. De biologische melkveehouders hanteren daarnaast de aanvullende normen van boerenvereniging De Natuurweide, een uitbreiding op de Skal-normen van de Europese biologische wetgeving. De boeren werken sinds januari met de extra normen voor welzijn en weidegang, diergezondheid en voer.
Duurzaamheid De melk van de bedrijven, circa 10 miljoen kilo per jaar, gaat naar de kaasfabriek in Kranenburg die een jaar geleden in gebruik werd genomen. In het familiebedrijf van Ten Dam, dat inmiddels 25 medewerkers heeft, zijn naast dochter Manon ook de zonen actief: Joris houdt zich bezig met kwaliteitsmanagement, Tim met pakhuis en expeditie en Daan met de kaasproductie. Duurzaam krijgt veel aandacht in het
proces. Harry: ”We werken met twee gesloten wrongelbereiders en een draineerbak. Een bactofuge moet de bacteriën remmen en sporen van de boterzuren uit de kaasmelk halen. Een investering in duurzaamheid is ook de nieuwe reverse-osmose-installatie die de vrijkomende wei indikt. Dit product leveren we aan een babyvoedingsproducent. Een bijkomend duurzaam voordeel is dat we fors op transport besparen. Hiermee hebben we acht transporten per week kunnen terugbrengen naar twee wekelijkse transporten met weiconcentraat.” Het water dat vrijkomt bij het indikken van de wei wordt als proceswater voor reiniging ingezet. De vijfhonderd zonnepanelen op het dak van de fabriek, goed voor 150 kW ofwel een derde van de stroomvoorziening, zijn een andere investering in duurzaam, net als de warmteterugwinning op de koelinstallaties.
Zonder stoom “Als een van de weinige kaasproducenten gebruiken we geen stoom, maar een cv-installatie voor ons proces”, vertelt Harry. “Stoom is een verspillende vorm van energie; het gaat om werken bij hoge temperaturen die je niet nodig hebt. Veel van de warmte lekt weg. De warmte in een cv-installatie circuleert en wordt via wisselaars afgenomen. In
de toekomst willen we voor hergebruik van warmte naar warmtepompen. Hoewel we hier dure stroom voor nodig hebben blijft dit een investering om te overwegen. Om meer in de eigen stroomvoorziening te voorzien is ook windenergie een optie voor de toekomst. Feit blijft dat we uniek produceren door zonder stoom te werken en toch geen problemen met te weinig warmte hebben.”
Afzet creëren De kaasfabriek in Kranenburg heeft een capaciteit die op deze basis voldoende is voor uitbouw van de productie, constateert Manon. “We kunnen zonder problemen van 10 naar 25 miljoen liter melkverwerking gaan. Daarvoor willen we afzet gaan creëren.” Ook in de productie van carronkazen ziet Aurora Kaas kansen voor het vergroten van de afzet. De natuurgerijpte kazen kunnen daarmee ook in plakken worden versneden, een opening naar een nieuw marktsegment. Het biologische assortiment met 4,5 kilo- en 10 kilo-kazen is innovatief met seizoenskazen, kruidenvarianten en specialiteiten als curcuma-zwarte peper. “We willen vernieuwend zijn mits noviteiten toegevoegde waarde bieden. Onze kazen zijn in de Nederlandse retail verkrijgbaar en in Duitsland vooral in het biologische kanaal en in de supermarkten.”
ZuivelZicht augustus 2020
22_Artikel_19L.indd 13
13
10-08-20 09:47
B E D R I JF
Hochland kijkt met vertrouwen voorbij de pandemie
Grootste kaasmaker van Duitsland breekt eigen records Het Beierse familiebedrijf Hochland zit in de lift: voor het zevende jaar op rij stegen de omzet en de winst. Hoewel het concern rekening houdt met een terugval vanwege de coronacrisis, houdt het voor de langere termijn onverminderd vast aan een robuuste groeistrategie. Tekst: Hermann-Josef Martin
In 2018 groeide de omzet van de Hochland-groep met 3,1 procent. Over 2019 komt daar liefst 7,2 procent groei bij. Cfo Hubert Staub ziet de toekomst dan ook rooskleurig in. In zijn commentaar op de meest recente jaarcijfers sprak hij van een ‘solide financiële basis’ waardoor het bedrijf tegen een stootje kan. Wat heet: “Zelfs als we enkele jaren een slecht resultaat moeten accepteren,
blijven we overeind. We zijn tegen een crisis opgewassen.” Staub doelt op de wereldwijd dalende omzet van kaas als gevolg van de covid-19-pandemie. Zijn bedrijf houdt rekening met een omzetdaling tussen de 5 en 15 procent.
Groei Als die verwachting uitkomt, betekent dat het einde van zeven vette jaren,
want zolang al groeit de Duitse kaasmakerij. In die periode zijn stevige financiele reserves opgebouwd. Op zijn website laat het bedrijf weten dat het eigen vermogen boven de 62 procent ligt. Met de financiële buffers achter hand kijken Hubert Staub en zijn collegabestuurders al ruim voorbij 2020. De Hochland-groep houdt vast aan de in gang gezette groeistrategie, met 2027 als stip op de horizon. Dat jaar moet de omzet met maar liefst een derde zijn gestegen. Voor de productie betekent dit dat de huidige 378.000 ton omhoog moet tot boven de 500.000 ton.
Reclame
Productie van smeltkaas in de Hochland-fabriek in Heimenkirch. (Foto: Hochland)
14
22_Artikel_09L.indd 14
Producten waarmee Hochland in 2019 scoorde, waren onder meer gesmolten kazen (+35 procent, omzet circa € 600 miljoen) en roomkaas (+28,1 procent, € 450 miljoen). De verkoop van harde en gesneden kaas groeide met 15,2 procent, terwijl de zachte kazen daar met een verkoopstijging van 14,7 procent nauwelijks voor onderdeden. De groei manifesteerde zich in Duitsland, maar zeker ook in Roemenië en Rusland. De Hochland-merken hebben in verschillende Oost-Europese landen een sterke marktpositie. Mede dankzij extra reclame-inspanningen piekte de verkoop in Rusland. Dat kan ook van de totale reclame- en marketingactiviteiten als geheel gezegd worden: die stegen in 2019 met 9,1 procent naar een totaalbe-
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:57
B E D R I JF
drag van € 42,3 miljoen – voor de Hochland-groep een record.
Duitse markt Het hoofdkantoor van Hochland, het op drie na grootste zuivelconcern van Duitsland, staat in Heimenkirch, in de deelstaat Beieren. Vanuit dat kantoor zal cfo Staub vorig jaar met groot genoegen naar de kaasverkoop binnen de Duitse detailhandel hebben gekeken. Na tegenvallende binnenlandse prestaties in 2018 steeg het marktaandeel van Hochland in 2019 met 4 procent. Niet alleen het Hochland-merk deed het goed, maar ook Grünländer (harde en gesneden kaas), Patros (witte kaas, feta), Almette (verse kaas), Valbrie (zachte kaas) en Gervais (hüttenkäse, kruidenkwark) droegen stevig bij aan het succes. Hochland Deutschland produceert voor de detailhandel, de foodservicesector en ook voor Duitse voedselketens die de producten onder eigen label op de markt brengen. De totale omzet in eigen land was € 851,5 miljoen, 67,5 procent van de totale bedrijfsomzet.
Oost-Europa Vijf jaar geleden droeg export voor iets meer dan een kwart bij aan het bedrijfsresultaat van Hochland. Inmiddels is dat
De Hochlanddirectie met van links naar rechts: Thomas Brunner, Peter Stahl en Hubert Staub. (Foto: Photostudio Weinmann)
gestegen tot bijna een derde. De dochterondernemingen in Rusland en de Verenigde Staten dragen het meest bij aan deze stijging. Hochland Russia produceerde in 2019 een recordhoeveelheid kaas (63.000 ton) en is daarmee marktleider. Gesteund door die goede resultaten investeren de Duitse kaasmakers meer en meer in uitbreiding en modernisering van de Russische zuivelfabrieken. Uit gegevens van marktonderzoeksbureau Nielsen blijkt dat Hochland blijft groeien in Rusland. Voor verschillende soorten kaas is men
Hochland verzet duurzaamheidsbakens Hochland publiceerde medio 2020 een uitgebreid duurzaamheidsrapport. Hierin beschrijft het concern hoe men samen met de melkleveranciers wil zorgen voor bescherming van biodiversiteit, minder plastic in het milieu en meer aandacht voor dierenwelzijn. Een deel van de maatregelen is al doorgevoerd. Opvallende maatregelen zijn: - Melkleveranciers gebruiken geen herbiciden zoals glyfosaat (2018); - Melkleveranciers gebruiken geen fermentatiesubstraten met plastic deeltjes (2019); - Meer melkproductie volgens eisen dierenwelzijnslabel (gecertificeerd); - Een verbod op het gebruik van overzeese diervoeders (per 1 juli 2020); - Melkleveranciers en verwerkers maken geen gebruik van genetische manipulatie; - Toewerken naar volledig recyclebare verpakkingen (30 procent nu, volledig in 2025); - Halvering van en compensatie voor alle klimaatschadelijke CO2-uitstoot. Deelnemende melkveehouders verdienen hun kosten terug via een iets hogere melkprijs.
marktleider of staat men op het punt dit te worden. Het financiële resultaat in Rusland werd in 2019 wat getemperd door oplopende prijzen voor rauwe melk (+5 procent) en andere grondstoffen. Ook in Roemenië (+6 procent) en Polen (1 procent meer omzet boven op een al groot marktaandeel) presteerde Hochland in 2019 goed. In beide landen is het concern marktleider.
Grote investering in Frankrijk Hochland pompt veel geld in de modernisering van het Franse kaasbedrijf Henri Hutin. Het zou gaan om tientallen miljoenen euro’s. De in NoordoostFrankrijk gelegen fabriek wil de productieprocessen zodanig moderniseren dat het kaas en andere zuivel kan leveren die aan de nieuwste trends voldoet. Rekening houdend met veranderende opvattingen bij consumenten zet men in op producten die gentechvrij zijn, minder of geen milieuschade veroorzaken, maximaal inzetten op dierenwelzijn en bovendien voldoen aan de strengste eisen qua voedselveiligheid. Binnen de Hochland-groep krijgt de Franse fromagerie daarmee een voortrekkersrol op het gebied van duurzaamheid. Dat Hochland serieus werk wil maken van duurzaamheid, blijkt niet alleen uit deze buitenslandse investering. Ook in eigen land verzet het concern de bakens, waarbij de melkveehouders een belangrijke rol spelen.
ZuivelZicht augustus 2020
22_Artikel_09L.indd 15
15
10-08-20 09:57
MARK T
Producenten A2-melk zien nieuwe kansen A2-melk werd enkele jaren geleden beschouwd als een veelbelovend segment van de zuivelmarkt. De melk van rassen die uit de oerkoe voortkomen zou gezonder zijn dan de gangbare melk. De interesse van de consument bleef beperkt: de veronderstelde gezondheidsvoordelen bleken niet onderscheidend genoeg. Toch zien producenten van A2-melk volop kansen, blijkt uit een rondgang langs verschillende ondernemingen. Tekst: Ria Besseling
Enkele tientallen Nederlandse melkveebedrijven met Jersey-koeien leveren melk voor de A2-zuivelmarkt.
16
33_Artikel_03L.indd 16
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:58
MARK T
A1 en A2 A1 en A2 zijn aanduidingen die samenhangen met de meest voorkomende genetische varianten van het eiwit bèta-caseïne van de koe. A1-melk is melk van Europese koeienrassen die het gen A1 hebben en de eiwitten bèta-caseïne A1 en A2 bevat. Het is in feite de reguliere Nederlandse consumptiemelk. Bij het verteren van A1-caseïne wordt het peptide BMC-7 gevormd. Dat zou de intolerantieverschijnselen voor A1-melkeiwit, zoals verteringsproblemen, veroorzaken. A2-melk is melk van rassen als Jersey, Guernsey en Fleckvieh die uit de oerkoe voortkomen en die bij het consumeren geen BMC-7 vormt. Dit peptide, gevormd vanwege een ander aminozuur op de 67ste positie in de eiwitketen, vormt het verschil tussen bèta-caseïne A1 en A2. A2-melk zou geen maag- en darmklachten veroorzaken. Bij deze veerassen is A2 de meest voorkomende genetische variant. A1 komt ook wel voor, maar wat minder dan bij Holsteins. Een overzicht van het A2-assortiment van Holland Jersey.
Enkele jaren geleden richtte VecoZuivel via dochterbedrijf Blu Cow een eigen A2-stroom op, met melk afkomstig van drie melkveebedrijven. Het werd geen succes. “De verse A2-melk was enige tijd verkrijgbaar bij Plus en Jumbo”, vertelt Edgar Leblans, commercieel directeur bij VecoZuivel. “De reden voor stopzetten was destijds een operationele aangelegenheid. De afzet bleef beperkt, volumes die toen werden weggezet waren te klein om goed te kunnen organiseren.” Leblans is ervan overtuigd dat het toen te vroeg was voor A2-melk. “Er was wel rotatie in het schap maar het duurde te lang voordat volumes op het juiste niveau waren. Bovendien startten we in dagverse A2-melk met risico op derving.” Toch ziet VecoZuivel alsnog mogelijkheden voor A2-zuivelproducten. Leblans signaleert signaleert beweging op deze specifieke markt. “Nu weet ik wel zeker dat het met A2-melk de goede kant op gaat. We zijn met verse biologische A2-melk actief bij biosuper Dennree in Duitsland en in China. Op den duur zal A2-melk ook in Nederland en elders in Europa succes hebben. We brainstormen momenteel over mogelijkheden om
vraag te creëren. We willen eerst via social media en onlinedistributie bouwen en dan in fysieke winkels aanwezig worden. A2-melk vergt veel communicatie om bij de consument bekend te maken, omdat dit melk met een verhaal is.”
Jersey Holland Jersey is een van die spelers die in de markt actief zijn gebleven. Het bedrijf zet de melk al langere tijd in het schap. Het zuivelbedrijf, in 2015 opgericht door Peter van Dronkelaar en Harald Hoffmann, verwerkt A2-melk afkomstig van aanvankelijk vijftien melkveebedrijven tot een breed assortiment met dagverse zuivelproducten. “Inmiddels hebben we twintig Jersey-boeren die aan ons leveren”, vertelt marketingmanager Toon Branbergen van Holland Jersey. “Daarnaast verkopen we zo’n 35 miljoen liter Holstein Friesian A2-melk aan de industrie, onder andere voor de
‘We halen er niets uit en voegen niets toe’
productie van babypoeder. We zien de laatste tijd de vraag toenemen onder meer door de vraag naar producten die appelleren aan producten van vroeger. A2-melk wordt gezien als gezonder en meer premium.” De zuivelproducten doen het goed bij de consument, ervaart Branbergen. “We zijn nu gegroeid naar een mooie positie in zowel retail als horeca. De rek is er nog niet uit. De Jersey-categorie laat zien dat het waarde toevoegt en ‘here to stay’ is. We zien in de cijfers van onder andere Albert Heijn dat we een grote groep loyale kopers hebben.” Branbergen noemt enkele verklaringen voor de groeiende populariteit van Jersey A2-melk. “We halen er niets uit en voegen niets toe. Jersey A2-melk heeft van nature meer vet, proteïne, vitaminen, mineralen en omega 3 dan gewone melk. Er is een groeiende groep consumenten die ondanks intolerantie wel dagverse A2-zuivel kan verdragen.” De melk past volgens Branbergen in de trend van producten die puur zijn en zo dicht mogelijk bij de oorsprong blijven.
Nieuwe lijn houdbaar Deze zomer lanceert het bedrijf een nieuwe lijn houdbare A2-melk en
ZuivelZicht augustus 2020
33_Artikel_03L.indd 17
17
10-08-20 09:58
MARK T
yoghurt in 1 liter- tot 250 milliliter-verpakking voor de buitenhuismarkt. “Dat doen we samen met onze producent Immergut en Tetra Pak”, vertelt Branbergen. “Dat kan als private label of met ons eigen premium A2-label. Verder leveren we ook A2-melk in bulk en als melkpoeder voor de industrie.” Vanaf september gaat Holland Jersey voor marketing, sales en logistiek samenwerken met Vandersterre Vers Concepten. Verder levert Vandersterre kaas van Jersey-melk onder diverse Jersey-labels aan retail in binnen- en buitenland, aan markthandel en kaasspeciaalzaken. Weerribben Zuivel brengt nu twee jaar volle A2 Jersey-melk in literpak op de
‘Nader inzicht in impact is goede vervolgstap’ Nizo food research merkt een toename van de vraag naar A2-melk door een wereldwijde toename van productintroducties die A2-melk bevatten. “We zien een verbreding van consumentenmelk naar meer complexe producten als zuigelingenvoeding. Deze worden geïntroduceerd door gerenommeerde multinationals, bedrijven die met een sterke promotie inspringen op de consumentenvraag naar producten met A2-melk”, vertelt businessdevelopmentmanager Raymond Kievit. Zuivelbedrijven overwegen meer te focussen op A2-melk omdat ze inmiddels de mogelijkheden en een duidelijke marktvraag hebben, merkt Kievit. “De veestapel van hun veehouders is in staat A2-melk te leveren en deze kan vaak apart worden gehouden in de verwerkingsprocessen. Nu de interesse in zuigelingenproducten stijgt, multinationals instappen en de analysemethodes door de keten beter worden, ontstaan er meer mogelijkheden voor A2-producten. Verdere inzichten in de gezondheidsimpact zijn ons inziens een strategisch goede vervolgstap.” “Melkeiwitten zijn een bron van bioactieve eiwitfragmenten ofwel peptides”, legt projectteamleider Lex Oosterveld uit. “Uit onderzoek komt naar voren dat A2-peptides, vergeleken met A1-peptides, een positief effect kunnen hebben op de spijsvertering en het ontstaan van ontstekingmarkers in de darmen en het bloed. Werkingsmechanismen en andere voorgestelde gezondheidseffecten van A2-eiwitten zullen in de toekomst nader onderzocht moeten worden. Hier draagt Nizo graag actief aan bij.”
18
33_Artikel_03L.indd 18
markt. Het product staat bij Marqt en Ekoplaza en kan worden bezorgd via Crisp en de Odin-bezorgdienst.
Uitbreiden De halfvolle variant, sinds 2016 verkrijgbaar, werd vorig jaar gesaneerd. ”We zien een gestage groei, al kunnen we niet aangeven of dat aan de A2- of aan de Jersey-herkomst ligt. In het begin brachten we alleen A2-melk, maar dit groeide weinig. Na omschakelen naar A2 Jersey denken we het product meer lading te geven”, stelt Klaas de Lange van Weerribben Zuivel. Al is het niet gemakkelijk om met de melk een claim uit te dragen erkent hij. “We werken samen met diëtisten die darmklachten en allergenengedrag in verband met A2-melk onderzochten, maar het onderzoek blijkt te mager om door te zetten naar een goed onderbouwde claim.” Het zuivelbedrijf is in overleg met strategische partners over uitbreiden met yoghurt en karnemelk. De Lange: “We kunnen dan niet enkel een product, maar een lijn met Jersey A2 zuivel in het schap zetten.”
Melkpoeder Melkveehouders Henk Aa en Jan van Dorp van Organic A2 Dairy laten de A2-melk van een vijftiental boeren tot poeder voor de Chinese markt verwerken. Dit gebeurt bij een buitenlands zuivelbedrijf. Aa geeft niet aan welk bedrijf dit is. “We willen de buitenlandse afzet van A2-melkpoeder vergroten en breiden gestaag uit.” Enkele jaren geleden wilden Aa en Van Dorp A2-melk op de Nederlandse markt introduceren. Het plan bleef zonder succes vanwege terughoudendheid van zuivelaars. Zo’n 35 boeren meldden zich destijds aan in afwachting van zekerheid over de afname.
Biologische kaas Bij Biokaas Kinderdijk, een biologische boerderij en kaasmakerij in Alblasserdam, verwerkt André van Houwelingen sinds een jaar of vijf A2-melk tot biologische kaas. De melk komt van enkele melkveebedrijven waarmee de kaasmakerij al jaren
Vecozuivel is met verse biologische A2-melk actief bij biosuper Dennree in Duitsland.
samenwerkt. Sinds de start van de samenwerking is dit reeds biologische A2-melk, vertelt Van Houwelingen, die geen gegevens over het geproduceerde volume geeft. De kaas is te koop in de boerderijwinkel en via kaasspeciaalzaken, maar wordt niet op grote schaal gepromoot. Van Houwelingen: “Daardoor zijn de klanten specifiek die consumenten die willen ontdekken wat A2-kaas kan betekenen in smaak en ervaring en of zij de kaas kunnen eten zonder of met minder intolerantieverschijnselen voor koemelk. Dit zou een belangrijke doelgroep voor nieuwe marktkansen kunnen zijn. Om deze groep actief te bereiken is het noodzakelijk dat er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar eventuele voordelen van A2-zuivel voor deze consumenten.”
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:59
MARK T
Hoe het Nederlandse melkveelandschap verandert
Minder koeien, meer variatie Het aantal melkkoeien in Nederland daalt de laatste jaren weer, na een kortstondige stijging in reactie op de afschaffing van de melkquotering. Het ras Holstein Friesian blijft dominant, maar sinds een jaar of tien neemt het aandeel van dit ras licht af. Vooral enkele buitenlandse rassen groeien sterk, veel inheemse rassen tellen nauwelijks meer mee. Tekst: Jeen Akkerman
Koeien horen bij het Nederlandse landschap. De zuivelketen stimuleert weidegang om het imago van de producten te ondersteunen. Burgers die het landschap verkennen – zowel de binnenlandse consument als de internationale toerist – genieten van het fraaie beeld met grazende zwartbonte koeien in groene weiden.
Niet meer louter zwartbont Het is trouwens niet meer louter zwartbont dat in de Nederlandse wei loopt. De afgelopen jaren nam het aandeel anders gekleurde rassen en kruislingen toe. Voor de argeloze toerist is dat lastig vast te stellen. Enkele
afwijkende koeien in een koppel zie je niet meteen. Sommige veehouders kiezen exclusief voor een bijzonder ras, dus als je goed oplet zie je soms zomaar een koppel Jerseys of MontbĂŠliardes lopen.
Niveau van 1950 Even een paar cijfers over de totale Nederlandse melkveestapel (zie ook grafiek): in 1950 bedroeg die 1,52 miljoen melk- en kalfkoeien. Dat groeide in de jaren zestig en zeventig in een bijna rechte lijn naar de piek van 1984: 2,55 miljoen koeien. Vanaf dat moment doet de superheffing, in combinatie met de voortgaande stijging
van de melkproductie per koe, zijn werk. De stapel daalt naar 1,41 miljoen in 2007, dat is zelfs ruim 7 procent lager dan in 1950. Vooruitlopend op de afschaffing van de melkquotering in 2015, vergroten melkveehouders hun veestapel, zodat in 2016 weer een piek wordt bereikt: 1,7 miljoen dieren. Sindsdien is er een dalende tendens onder invloed van fosfaat- en stikstofregels: in 2019 waren er 1,6 miljoen koeien, bijna weer het niveau van 1950.
Leger landschap Maar er is ook veel anders dan in 1950. Zo kromp de oppervlakte grasland door de groei van steden, wegen en natuur. In 1950 was het 1,3 miljoen hectare, vorig jaar nog 0,9 miljoen; een daling met ruim 30 procent. Per hectare lopen er nu 1,7 koeien, in 1950 was dat minder dan 1,2. Evenveel koeien op een kleiner oppervlak, dat zou onze toerist het gevoel kunnen geven van een overbevolkt weiland. Toch is dat niet zo. Dat komt vooral doordat de koppels koeien veel groter zijn. Had een melkveehouder in 1960 nog gemiddeld achttien koeien, in 2016 is dat gegroeid tot 160 per bedrijf. Sinds 2016 stagneert de schaalvergroting, maar het beeld in het landschap is leger dan enkele decennia geleden. Hier en daar grazen grote koppels koeien.
Holstein minder dominant Sommige toeristen zullen ervaren dat Holstein Friesian niet het enige ras is dat Nederlandse veehouders benutten. Het
ZuivelZicht augustus 2020
34_Artikel_02R.indd 19
19
10-08-20 10:00
MARK T
is nog steeds dominant, maar het aandeel in de Nederlandse melkveestapel neemt sinds ruim tien jaar licht af. In de periode 2008-2019 daalde het van ruim driekwart (75,1 procent) naar minder dan 70 procent in 2019. De reden hiervoor is met name het inkruisen met rassen die sterker zijn en soms wat minder melk maar meer/beter vlees produceren. In de genoemde periode verdubbelde bijvoorbeeld het
Jersey: van 2.580 (2008) naar 4.250 (2019)
Wim Wijnhout melkt in maatschap met zijn vrouw Hennie en zoon Wouter ongeveer tweehonderd koeien in Wijhe. Twaalf jaar geleden startte hij voorzichtig met inkruisen van Montbéliarde, afgewisseld met Deens en Zweeds roodbont. Het levert een veestapel op die net zo veel melk geeft als de HF-koeien, maar met een betere vruchtbaarheid en uier- en klauwgezondheid. “Kruisen met Montbéliarde heeft de gemiddelde levensduur van onze koeien verhoogd van 4,3 naar zes jaar.”
Hoge gehalten voor bijzondere kaas
Montbéliarde: van 4.048 (2008) naar 12.039 (2019)
Jersey koeien zijn klein en bruin en hebben een speciale oogopslag door hun donkere wimpers en amandelvormige bruine ogen. Ze komen oorspronkelijk van het gelijknamige kanaaleiland. De melk van dit ras heeft hoge gehalten: vet tot 6 procent, eiwit boven de 4 procent. Ook zit er meer caroteen in Jersey-melk, waardoor deze een gelere kleur heeft. Het ras wordt relatief vaak gehouden door biologische melkveehouders, omdat de dieren sterk zijn en met weinig (rijk) voer toe kunnen voor een redelijke productie. Het vlees van het ras is van goede kwaliteit, maar economisch minder belangrijk vanwege het lage gewicht van deze kleine koetjes.
Montbéliarde is een roodbont dubbeldoelras. De oorsprong ligt in het gebied rondom de Franse stad Montbéliard in de Vogezen. Uitdagende weersomstandigheden in heuvelachtig terrein zorgden er via natuurlijke selectie voor dat de Montbéliarde een taaie koe is die niet gauw opgeeft. In de genoemde regio wordt de melk onder andere verwerkt tot de bekende Comté-kaas. Net als Fleckvieh heeft dit ras het Simmentaler rund als basis. Het zijn sobere dieren met een grote weerstand en prima vruchtbaarheid. De Montbéliarde – ongeveer even groot als de HF-koe, maar meer gespierd – is vooral gefokt op melk. De gemiddelde productie ligt rond de 7.500 kilogram per lactatie, met een gemiddeld vetgehalte van 3,9 procent en een eiwitgehalte van 3,45 procent.
Zonder problemen langer leven
aantal MRIJ-(kruisling)koeien. Dit traditionele Nederlandse ras is bezig met een kleine revival. Maar het aandeel in de totale populatie stamboekkoeien die CRV registreert is nog steeds lager dan 2 procent. En alle andere traditionele Nederlandse rassen spelen een hele kleine rol: van het FH (Fries Hollandse) ras, de Blaarkop, het Brandrode rund en de Lakenvelder waren er in 2019 minder dan 1.000 in de telling van CRV. Peter van de Voort (33) is melkveehouder in Lunteren, waar zijn familie sinds 1650 actief is. Het bedrijf was een van de eerste in Nederland dat startte met Jerseys; er lopen nu ongeveer 90 dieren. Van de melk maakt Van de Voort kaas met een bijzondere smaak, die hij onder de merknaam Remeker verkoopt. “Jerseys zijn de basis van onze biologische kaas. Die maken we van romige melk die onze koeien produceren uit ruwvoer aangevuld met Europees graan.”
20
34_Artikel_02R.indd 20
Buitenlandse rassen Er duiken meer buitenlandse koeienrassen op in de Nederlandse melkveestapel, zoals Jersey, Montbéliarde en Brown Swiss. Hun aantal stijgt spectaculair, maar per ras is het aandeel niet meer dan maximaal 2 procent. Absolute koploper is Fleckvieh; dit ras liet een nog sterkere groei zien en maakt met
26.850 dieren (grotendeels kruislingen) inmiddels ruim 3,5 procent uit van de Nederlandse melkveestapel. De melk van de nieuwe rassen gaat grotendeels mee in de grote witte stroom naar de diverse zuivelbedrijven. In specifieke houderijsystemen, bijvoorbeeld met veel ruwvoer van eigen land, passen de nieuwe rassen goed. Dat betekent dat die melk vaak terechtkomt in regio- of natuurproducten. Ook de samenstelling van de melk, bijvoorbeeld het hoge vetgehalte in Jersey-melk, wordt benut om onderscheidende producten te maken. Niet zelden zijn die producten in boerderijwinkels te koop. Passerende toeristen kunnen zo genieten van een bijzonder product, afkomstig van de koeien die ze in het Nederlandse landschap zien lopen.
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 10:00
MARK T
Fleckvieh: van 660 (2008) naar 26.850 (2019)
Veel melk en betere kalverprijzen Fleckvieh ontstond in CentraalEuropa in de negentiende eeuw. Het ras stamt af van het roodbonte Simmentaler rund uit de Alpen. Kenmerkend is onder andere de witte kop. Van Fleckvieh bestaan twee varianten: dubbeldoel en vleesvee. Het kerngebied is Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland, met name de zuidelijke deelstaten Beieren en Baden-Württemberg. De stevige bouw van de dieren zorgt voor een grote voeropnamecapaciteit, met name voor ruwvoer. Hierdoor is een combinatie van een hoge melk- en vleesproductie mogelijk. Fleckvieh past zich gemakkelijk aan aan wisselende omstandigheden en kent een goede vruchtbaarheid. Het ras leent zich bijzonder goed voor een kruisingstrategie gericht op robuuste koeien met een goede uiergezondheid.
Hans Borst runt samen met zijn vader Nick een melkveebedrijf met ongeveer 250 koeien in Warmenhuizen. Ze kruisen hun Holstein-veestapel al een jaar of tien in met Fleckvieh. Dat bevalt prima, omdat de melkproductie hoog blijft en melkziekte of afkalfproblemen tot het verleden behoren. Ook de betere opbrengstprijzen van de kalveren en de restwaarde van de koeien is een pluspunt. “We gaan door op deze weg totdat onze veestapel 100 procent Fleckvieh is.”
Brown Swiss: van 2.905 (2008) naar 11.436 (2019)
Harde klauwen, moeiteloos melken Het ras Brown Swiss vindt zijn oorsprong in het noordoostelijk Alpengebied van Zwitserland. Het heette daar Braunvieh. De Engelstalige naam is ontstaan toen het ras ook elders in de wereld in zwang kwam, onder andere in Frankrijk, de Verenigde Staten en Nederland. Wereldwijd zijn er ongeveer 7 miljoen van deze koeien, die een vale grijs/bruine kleur hebben. In de zomer is de vacht vaak wat bleker, onder invloed van de zon. Brown Swiss is gefokt op melk, maar de dieren zijn ook aardig gespierd. De melk is eiwitrijk en de Brown Swiss koeien zijn sterk en hebben harde klauwen. Fokkers roemen de uiervorm en het gemak waarmee deze dieren worden gemolken. Jan Willem van der Wal heeft een melkveebedrijf in Creil met negentig melkkoeien die 10.500 kilogram melk per jaar geven met 4,30 procent vet en 3,40 procent eiwit. Hij kruist Holstein met Brown Swiss en Fleckvieh. De combinatie van deze drie melkrassen zorgt voor een extra groot heterosiseffect. Daarbij brengt Brown Swiss met behoud van liters hardheid van skelet en sterke klauwen in. “Met Brown Swiss zet je stappen vooruit.”
ZuivelZicht augustus 2020
34_Artikel_02R.indd 21
21
10-08-20 10:00
MARK T
Grootste zuivelconcerns Litouwen klimmen uit het dal In Litouwen heeft zowel de melkveehouderij als de zuivelindustrie een aantal moeilijke jaren achter de rug. Bij de vier grootste zuivelondernemingen lijkt een kentering gaande. Tekst: Hermann-Josef Martin
Qua inwoneraantal zijn de Baltische staten kleine landjes. De meest zuidelijke van de drie, Litouwen, telt 2,8 miljoen mensen. Kijk je naar de oppervlakte, dan is datzelfde land net zo groot als Nederland en België samen. De zuivelsector wordt er gedomineerd door vier grote beursgenoteerde bedrijven: Rokiškio
sūris, Žemaitijos Pienas, Pieno žvaigždės en Vilkyškiu pieniné. Internationaal gezien zijn het kleine spelers. Hun omzet ligt tussen de € 114 miljoen en € 208 miljoen per jaar. Maar door een
breed productportfolio, met vrijwel alle internationaal gewilde kaasvariëteiten aan boord, plus naar verhouding hoge exportquota, springen de vier er in het internationale veld toch uit.
De grootste: Rokiškio suˉris
Pieno žvaigždės: kleiner en toch marktleider
De grootste zuivelproducent van Litouwen en is gezeteld in de provinciestad Rokikis, 160 kilometer ten noordwesten van hoofdstad Vilnius. De Rokiškio suˉrisgroep is gevormd vanuit vier dochterondernemingen. Twee van de vier komen van oorsprong uit buurland Letland. In Litouwen is de groep marktleider op het gebied van boter, natuurgerijpte kaas, verwerkte kaas, kefir en karnemelk. In het boekjaar 2019 behaalde het bedrijf een nettowinst van € 4,1 miljoen, 114 procent meer dan in het voorafgaande jaar. Het concern exporteert zuivel naar veertig landen. Terwijl de uitvoer binnen de EU stagneerde, floreerde de handel met het Midden-Oosten (+344 procent) en Noord-Amerika (+256 procent). Ook in Oost-Azië (+9,3 procent) werden goede deals gesloten. Door krimpende afzet op andere markten en tegenvallende resultaten bij de verkoop van verse melkproducten bleef de totale omzetgroei in 2019 beperkt tot 2,3 procent.
Qua volume is Pieno žvaigždės de nummer drie van het land, maar omdat het concern zich meer dan de concurrentie richt op de binnenlandse afzetmarkt is het op nationaal niveau wel degelijk marktleider. De joint venture zetelt in hoofdstad Vilnius, van waaruit leiding wordt gegeven aan de vier zuivelfabrieken elders in het land. Het boekjaar 2019 zorgde voor een lichte omzetstijging (+1,1 procent) met een totaalwaarde van € 170,6 miljoen. Bijna 60 procent daarvan werd in eigen land verdiend. Daarnaast zijn Italië en buurland Letland belangrijke afzetmarkten voor Pieno. Runner-up is Duitsland (+13,8 procent) terwijl ook de export naar Israël in de lift zit (+17,8 procent). Het concern produceert meer dan vijfhonderd verschillende zuivelproducten, waarvan oude kaas, weipoeder en verse zuivel voor de meeste opbrengst zorgen.
Sterke verschillen per divisie De belangrijkste divisie Kaas & andere melkproducten, zorgde voor een omzetstijging van 6 procent. Goed lopende producten waren vooral gerijpte kaas, weiconcentraten, lactose en room. De divisie die verse melkproducten levert, verging het in 2019 minder goed. De verkoopresultaten daalden met 3,1 procent, waardoor de brutowinst van dit onderdeel ten opzichte van 2018 met bijna een derde kelderde. Er is dus nog volop werk aan de winkel, maar na twee verliesgevende jaren koestert het concern het positieve bedrijfsresultaat over 2019.
22
22_Artikel_03L_2.indd 22
Goede vooruitzichten Inmiddels heeft het management alvast een doorkijkje gegeven wat betreft de verwachtingen voor 2020. Het bedrijf verwacht een omzetstijging van 3,5 procent te realiseren. Tegelijk geeft men aan dat de gevolgen van de covid-19-pandemie dit resultaat nog fors kunnen beïnvloeden.
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:30
Topjaar voor Žemaitijos Pienas Qua omzet is Žemaitijos Pienas de nummer twee van Litouwen. Het hoofdkantoor staat in Telšiai, in het westen van het land. Door verschillende fusies ontstond in de afgelopen veertig jaar een zuivelconglomeraat. De nieuwste loot aan de stam is een vorig jaar overgenomen mineraalwater- en frisdrankfabrikant. Dat voegt nieuwe mogelijkheden (onder andere mixdranken) toe aan het toch al brede zuivelassortiment. In het boekjaar 2019 verwerkte het concern ruim 400.000 ton rauwe melk, 4,7 procent meer dan in 2018. Het zorgde voor een nettowinst van € 10,8 miljoen, een stijging van 0,7 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Er werd voor in totaal € 185,6 miljoen omgezet. De helft daarvan (49,3 procent) betreft exportopbrengsten. Nadat de export in 2018 met bijna 9 procent kromp, noteerde het bedrijf over 2019 een stijging van bijna 5 procent.
Een kaasproductielijn van Rokiškio sūris. De kaasdivisie van het bedrijf zag de omzet het afgelopen jaar met 6 procent toenemen. (Foto: René van Buitenen)
Legendarische kaas Met Džiugas heeft het concern een specialiteit met een beschermde status in huis. De EU heeft de kaas de Beschermde Geografische Aanduiding verleend. Het is een vrij harde kaassoort die zijn naam dankt aan een Litouwse legende. Het merk weet inmiddels z’n weg te vinden naar tal van landen. Kaas is sowieso een belangrijke inkomstenbron voor Žemaitijos Pienas, naast boter, verse melkproducten, gemengde vetten en melkpoeder.
Advertentie
De worsteling van Vilkyškiu pieniné De drie grootste zuivelconcerns van Litouwen lijken de wind weer in de zeilen te hebben, maar nummer vier Vilkyškiu pieniné dook ook in 2019 in de rode cijfers. Er zijn zeker ook lichtpuntjes te melden, maar feit is dat 2019 onder de streep een verlies van bijna € 500.000 opleverde. Vergeleken met de € 1,9 miljoen verlies over 2018 een stap vooruit, maar ‘Vilky’ heeft het lek nog niet boven. De uit drie dochterondernemingen opgebouwde groep is vooral actief in het zuidwesten van het land, richting buurland Polen. Het moederbedrijf is gespecialiseerd in de productie en verkoop van diverse kazen en weiproducten, room en rauwe melk. De dochterondernemingen hebben elk nog weer andere specialiteiten. In 2019 zette het concern bijna € 115 miljoen om. In eigen land daalde de omzet met 8,4 procent ten opzichte van 2018. Stijgende export Dan naar de wapenfeiten waar het bedrijf moed uit kan putten. Allereerst zijn dat de goede exportcijfers. Vilky levert aan 350 zakelijke klanten in 58 landen. Vergeleken met 2018 steeg de export met 11,1 procent. Vooral buiten Europa (Azië, Afrika, Zuid- en Midden-Amerika) klonken de resultaten als de spreekwoordelijke klok, met een gemiddelde omzetverbetering van ruim 34 procent. Voor 2020 wil de groep onder meer haar sterke positie in China, Maleisië, Indonesië en de Arabische landen uitbouwen. Het management wil ook extra investeren in de ontwikkeling van nieuwe producten en in betere arbeidsomstandigheden voor de medewerkers.
ZuivelZicht augustus 2020
22_Artikel_03L_2.indd 23
23
10-08-20 09:30
MARK T
Met omega 3 verrijkte yoghurt Aloya op de keukentafel ontwikkeld
Studenten dingen mee naar de Ecotrophelia Europe Award Drie studenten van de universiteit van Leuven ontwikkelden het innovatieve biologisch yoghurtproduct Aloya, verrijkt met omega 3 uit walnoten en microalgen voor een optimale vetzuursamenstelling. Dat leverde hen dit voorjaar de Food At Work Ecotrophelia Award op. Tekst: Yves De Groote
De Belgische voedingsindustrie Fevia wil studenten uit het hoger onderwijs motiveren om te kiezen voor een carrière in de voedingssector. Door innovatiewedstrijden te organiseren daagt de brancheorganisatie jongeren uit om een duurzaam en innovatief voedingsproduct te ontwikkelen. Dit jaar ging de eerste prijs van de zogenoemde Ecotrophelia-wedstrijden naar een team van de universiteit van Leuven met het product Aloya: een yoghurt verrijkt met walnoten en microalgen. Met dit evenwichtig product willen de studenten van de UCL inspelen op het tekort aan omega 3-vetzuren bij consumenten. Als winnaars van de Belgische wedstrijd mag dit team België ook vertegenwoordigen op de Europese Ecotrophelia-wedstrijden die aanvankelijk tijdens de Sial in oktober in Parijs gehouden zouden worden, maar vanwege de coronacrisis zijn uitgesteld.
Zuivelproduct
Fevia wil studenten uit het hoger onderwijs motiveren om te kiezen voor een carrière in de voedingsindustrie. (Foto’s: Fevia)
24
22_Artikel_03L.indd 24
Het team koos voor zuivel omdat 98 procent van de consumenten te weinig calcium binnenkrijgt en melk een belangrijke bron van calcium is. Bovendien maakt zuivel een belangrijk deel uit van het dagelijks eetpatroon van de Belgen. “Voor een meer evenwichtige vetzuursamenstelling en een evenwichtigere voeding besloten we de yoghurt te verrijken met omega 3-vetzuren”, legt de laatstejaarstudent Eline Moulin uit.
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 10:01
MARK T
Ecotrophelia Ecotrophelia is een jaarlijks terugkerende Europese wedstrijd voor studententeams uit wetenschappelijke of commerciële richtingen in hoger onderwijs. Het doel is het stimuleren van ondernemerschap en versterken van het concurrentievermogen in de Europese voedingsindustrie. De uitdaging voor de teams is de creatie van een prototype van een innovatief en ecologisch voedingsproduct, rekening houdende met de hedendaagse voedingstrends, de verwachtingen van de consument en de technische en wettelijke aspecten die gepaard gaan met productontwikkeling. Gezonde voeding lag aan de basis van het project van de drie studenten aan de Waalse universiteit.
Het team van Université Catholique de Louvain koos voor een onderscheidende verpakking.
“Negen op de tien consumenten krijgt te weinig omega 3 binnen. Onze doelgroep zijn volwassen en werkende jongeren in de industriële regio Namen”, verwijst ze naar een marktonderzoek onder tweehonderd consumenten in deze regio. Hieruit kwamen ook een grote belangstelling voor lactosearme, biologische zuivel naar voren. De keuze voor de biologische walnoten lag voor de hand, omdat deze van nature rijk zijn aan omega 3 en de balans omega 3/omega 6 in de yoghurt zo beter is. “Bovendien geeft walnoot ook een aangename textuur en smaak aan het product en vanuit duurzaamheidsoogpunt komen
Vijf nieuwe trends Ook de innovatiepolen Flanders’ Food (Vlaanderen) en Wagralim (Wallonië) van Fevia zaten mee in de jury om de teams en hun producten te beoordelen. Zij zien alvast vijf trends in de producten die de jongeren ontwikkelden, en vandaag al in het winkelschap te zien zijn: 1. Evenwichtig en duurzaam; 2. Zero-waste; 3. Alternatieve eiwitbronnen; 4. Diversiteit; 5. On-the-go.
de noten uit de regio.” De reden om microalgen in olievorm toe te voegen is dat deze rijker aan DHA zijn dan walnoten die rijker zijn aan EPA; beide zijn gezonde omega 3-vetzuren. “Microalgen zijn plantaardig en duurzaam. Van oudsher wordt DHA gewonnen uit olie van vissen die notabene microalgen eten.” Net als die van de walnoten vindt de productie van microalgenolie lokaal plaats.
Op de keukentafel De productontwikkeling van het innovatieve yoghurtproduct Aloya vond plaats op een keukentafel met standaardkeukenapparatuur. “Aloya is een samenvoeging van de eerste letters van algae, omega 3 en yaourt (het Franse woord voor yoghurt, red.)”, verduidelijkt Moulin de naam. “Naast walnootpasta, kleine brokjes walnoot en microalgen in olievorm bestaat de basisreceptuur nog uit ei, suiker en natuurlijk melk en ferment (melkzuurcultuur, red.). Hieraan voegen we seizoenvruchtenpreparaat toe.” Bewust werd gekozen om geen additieven toe te voegen, zodat een clean label mogelijk is. Dankzij trial-and-error slaagden de drie studenten erin de voornaamste technologische uitdagingen aan te gaan: het oplossen en voorkomen van oxidatie van de omega 3-olie. “We werkten hiervoor samen met de leverancier, die ons adviseerde bij de productontwikkeling”, zegt Moulin. Om in het schap op te vallen viel de keuze op een onderscheidende vierkante – uit duurzaamheidsoogpunt – glazen verpakking. “We bezochten hiervoor verschillende winkels. In het biosegment viel ons
vooral de groene kleur op en dat de meeste yoghurtproducten in een kunststof- of glazen ronde verpakking zitten.” Moulin: “Met uitzondering van de microalgenolieleverancier werkten wij verder niet samen met andere bedrijven, maar willen dat in de toekomst wel gaan doen.” Dit is ook de bedoeling van het Ecotrophelia-project. “Studenten moeten meer toegang krijgen tot bedrijven. Zij zijn de toekomstige werknemers en van groot belang voor innovatie in de voedingsindustrie”, zegt Ivo Francken, adviseur Voedingstechnologie bij sectororganisatie Alimento voor de voedingssector in België en Ecotrophelia- jurylid.
Project “De ontwikkeling van Aloya vond plaats binnen de cursus agronomie van de faculteit Bio-ingenieurs van de universiteit”, zegt François Heroufosse. Hij is directeur van de Waalse innovatiepool Wagralim en betrokken bij deze cursus als gastprofessor. “Een drie- of viertal studenten identificeert een probleem of uitdaging in de landbouw of maken een keuze uit een lijst. Ze plaatsen dit in een brede context, zoals gezondheid en duurzaamheid, en gaan op zoek naar een innovatieve oplossing binnen een R&D-project. Studenten die voor een voedingsonderwerp kiezen, kunnen – vrijwillig – deelnemen aan de Ecotrophelia-wedstrijd.” Heroufosse is onder de indruk van de professionele aanpak van het project door het team. “Met de ontwikkeling van Aloya maakten de studenten een goede keuze.”
ZuivelZicht augustus 2020
22_Artikel_03L.indd 25
25
10-08-20 10:01
MARK T
De eerste melk na het afkalven is voor het jonge dier. Voor de overtollige biest is een groeiende belangstelling onder consumenten. (Foto: Landpixel)
In poedervorm de wereld over
Groeiende belangstelling onder consumenten voor biest Biest, de eerste melkgift na afkalven van een koe, is natuurlijk vooral voor het nieuwe kalf bedoeld. Vaak is er echter meer dan genoeg. Weggooien blijkt zonde. Er is een groeiende behoefte onder consumenten naar het ‘vloeibare goud’. Bedrijven die biest verpoederen springen erop in. Een overzicht. Tekst: Sjoerd Hofstee
26
33_Artikel_07L.indd 26
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:33
MARK T
tandpasta: allemaal producten waarin biestpoeder steeds vaker een belangrijke rol speelt.
BioNatIn
’Biest is geen medicijn, maar een sterke ondersteuning van de gezondheid’
De eerste melkgift van de pas afgekalfde koe is belangrijk voor het pasgeboren kalf om voldoende antistoffen binnen te krijgen. Meer dan eens produceren koeien na afkalven veel meer, kwalitatief hoogwaardige biest dan het kalf kan opdrinken. Veehouders bewaren als veiligheidsmarge vaak wel enige liters in hun eigen vriezer, maar ook dan blijft er nog over. Sinds kort halen twee bedrijven bij in totaal achthonderd Nederlandse melkveehouders de overtollige biest op. Zij hebben markten aangeboord waarin het zeer hoogwaardige zuivelproduct een andere bestemming krijgt. Sportdranken, handcrèmes, cosmetica,
Koen van de Pas startte ruim twee jaar geleden in Son en Breugel samen met zijn vader het bedrijf BioNatIn. Als enigen in Nederland openden zij ook een eigen fabriekslocatie waar de biest verwerkt wordt tot poeder om vervolgens wereldwijd te worden vermarkt. “Inmiddels halen we jaarlijks zo’n 100.000 kilo biest op bij ruim driehonderd melkveehouders in Brabant, Limburg, Gelderland en Zeeland. Om logistieke redenen houden we nu nog deze straal aan. Er zit duidelijk groei in de vraag, dus wellicht breiden we wel uit naar het noorden om biest in te zamelen.” De ingezamelde biest wordt gepasteuriseerd en ontvet om daarna in poedervorm te worden verhandeld. “Nederland heeft niet echt de cultuur om biest op waarde te schatten”, stelt Van de Pas. “In Nieuw-Zeeland en Azië roemen ze de gezondheidskenmerken van dit unieke en schaarse zuivelproduct. Toch begint het in Nederland ook te groeien. Onze poeder gaat voor ongeveer de helft de grens over. Wist je bijvoorbeeld dat het ook in Zendium tandpasta wordt verwerkt?” BioNatIn betaalt melkveehouders € 1,50 per kilo biest. Daarvoor moet de biest van goede kwaliteit zijn en geen vuil of bloedsporen bevatten. “In het begin moesten we soms boeren nog wel er even op wijzen dat bijvoorbeeld bloedsporen echt niet kan. Die biest keuren wij af. Maar dat leerproces zijn we nu wel door, onze leveranciers weten wat wij wel en niet willen. Ze krijgen transparante emmers om in een vriezer te bewaren. Ongeveer één keer in de vier weken komt een medewerker van ons langs om de voorraad af te halen.”
Uitbetalen op brixwaarde Een ander bedrijf dat in Nederland op grotere schaal biest verzamelt en verhandelt is VitoMega Colostrum. Dit bedrijf opereerde al meerdere jaren in deze markt toen het in 2018 failliet ging.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
33_Artikel_07L.indd 27
10-08-20 09:40
MARK T
De familie Van den Boomen uit Deurne zag echter voldoende perspectief en nam de boedel over. “Wij zijn vanaf onze start al groeiende”, vertelt Jeroen Van den Boomen, een van de huidige eigenaren. “Inmiddels halen we de biest op bij vijfhonderd melkveehouders vanuit zo’n beetje alle delen van het land. Het gaat dan om 150.000 kilo op jaarbasis. Daar zit nog veel rek in.” Dat de familie Van den Boomen Vitomega in 2018 overnam en in de biesthandel verder ging, is niet louter toeval. In Weert runden zij toen reeds het bedrijf Joosten young animal nutrition dat gespecialiseerde jongdiervoeders produceert en verkoopt. Ongeveer de helft van het huidige
Biest voor beauty Carin Rietjens runt samen met haar man een melkveebedrijf en activiteitenboerderij ‘het Hobbyschuurtje’ in het Limburgse Haler. Zij leveren de biest die ze te veel hebben aan Vitomega. Vervolgens koopt Rietjens een nog grotere hoeveelheid biestpoeder terug van hetzelfde bedrijf. Dit laat ze namelijk verwerken in verschillende cosmeticaproducten voor een mooie en vooral gezonde huid. Die producten verkoopt Rietjens in een webshop én gebruikt ze op haar activiteitenboerderij bij de workshops ‘Beauty with Biest’. Bij deze workshop nemen deelnemers een kijkje in de stal bij de koeien en kalveren; krijgen een ‘boerensmoothie’ met biest erin verwerkt te drinken om vervolgens colostrum gezichtsschrub, gezichtscrème, bodymilk en handcrème uit te proberen. “Biest is een ontzettend gezond en rijk product”, vertelt Rietjens over haar overtuiging en passie. “Er zit echter ook veel kwaliteitsverschil in. Voor onze kalveren meten wij de biestkwaliteit altijd al. Die moet minimaal 21 brix zijn. Darmproblemen bij jonge dieren worden vaak veroorzaakt door minder goede biestkwaliteit. Ook mensen met darmproblemen zijn vaak gebaat bij biest. Net zoals het helpt tegen huidproblemen als eczeem, psoriasis en acné.” Rietjens startte de verkoop van producten met biestpoeder pas een jaar geleden. In de webshop, maar ook voor de workshops, merkt zij een groeiende belangstelling. “Vanwege de coronacrisis lagen de workshops natuurlijk stil, maar online trekt de verkoop verder aan. Biest is geen medicijn, maar een sterke ondersteuning van de gezondheid. Dat horen we keer op keer terug van onze klanten. Ik noem het daarom vaak het vloeibare goud.”
28
33_Artikel_07L.indd 28
aanbod biestpoeder gaat dan ook richting diervoederproducten, de andere helft naar humane consumptie. Vitomega laat de ingezamelde biest verpoederen door een Duits bedrijf. “Door onze ervaring in Weert weten wij hoe hoog de investeringen zijn in een eigen productielocatie. En ons Duitse partner is hier perfect op ingericht.” Melkveehouders die aan Vitomega biest leveren, krijgen betaald op basis van de brixwaarde. Daarin wordt de kwaliteit van biest uitgedrukt. Die waarde moet minimaal 17 zijn. Bij 17 brix ligt de vergoeding op € 1,39 per kilo. Bij 20 brix is dat € 1,64 en bij 29 brix krijgt de melkveehouder € 2,37 per kilo biest vergoed. “Gemiddeld ligt de vergoeding op € 1,60 die de melkveehouders krijgen uitgekeerd”, aldus Van den Boomen. Daarvoor moet de biest ook vrij zijn van antibiotica en hooguit minimaal bloedresten bevatten. “Er is ons veel te doen om zo’n goed mogelijke kwaliteit. Hoe beter die is, hoe beter wij het poeder weer kunnen vermarkten. Momenteel doet een stagiair daarom voor ons ook onderzoek naar de invloed van bedrijfsfactoren zoals droogstandrantsoenen en koerassen op de kwaliteit van de biest. De uitkomsten hebben we nog niet, maar deze zijn nuttig voor ons én voor de melkveehouders die ons weer beleveren.”
Verkoop aan huis Voor biestpoeder zijn dus allerhande markten, maar voor vloeibare biest ook. Veel mensen vinden het lekker of zoeken er specifiek naar in verband met het zeer gezonde image dat biest heeft. Wetenschappelijk is voor de verschillende gezondheidsclaims nog maar weinig bewijs, maar vooral vanuit de homeopathie en alternatieve geneeskunde wordt vaak naar biest gewezen als een interessant en waardevol product. Gert Jan Esveld uit Nijkerk verkoopt vanuit zijn vriezer jaarlijks ruim 300 kilo biest van het bedrijf dat hij met zijn broer runt, aangevuld met biest van het bedrijf van de buurman. “Een groot deel van mijn klanten zijn mensen met een Hindoe-achtergrond of Surinamers. De mensen die het kopen, komen vooral uit
de Randstad. Ik vraag € 3 per kilo, maar omdat het aantal kilo’s zo laag is, is het puur voor de lol en niet om echt serieus aan te verdienen. Ik heb ook geen ambitie om verder te groeien.” Die groeiambitie had ook Hanny de Rooij uit Wadenooijen niet. Ook zij verkocht tot een halfjaar geleden zo’n 250 kilo biest per jaar, afkomstig van de 175 melkkoeien van het bedrijf dat zij runt met haar man Hielke. “De hoeveelheid was altijd de limiterende factor, want er was veel belangstelling – van mensen met een migratieachtergrond, maar ook bijvoorbeeld van mensen die herstellende waren van kanker. Zij krijgen biest geadviseerd door diëtisten of andere voedingsexperts.”
COKZ Sinds een halfjaar is De Rooij echter opeens noodgedwongen gestopt met de bescheiden biestverkoop. “Na een controle gerelateerd aan onze rauwe melktapinstallatie, kregen we van het COKZ (Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel – red.) te horen dat we de biest niet verpakt mochten bewaren en verkopen. Ingevroren in de vriezer bewaren was uit den boze. Dat zou betekenen dat ik bij elke keer dat we een paar kilo biest overhebben, klanten moet bellen die het vervolgens direct moeten afhalen. Dat is praktisch onwerkbaar waardoor we gestopt zijn. Ik vind het zonde en de klanten ook. Nog wekelijks krijg ik telefoontjes, maar het mag niet meer. Voor het geld maakt het niets uit, met zulke lage hoeveelheden stelde dat immers niet veel voor. Het is erg spijtig dat we mensen niet meer blij kunnen maken met zo’n mooi product.” Het COKZ laat in een reactie weten dat biest voor verkoop inderdaad gelijkgesteld wordt aan de eisen waaraan rauwe melk moet voldoen. De wettelijke bepalingen voor de directe verkoop van rauwe melk en dus ook colostrum aan de consument, staan in het Warenwetbesluit Hygiëne van Levensmiddelen. Daarin staat dat het alleen rechtstreeks vanaf de boerderij en niet voorverpakt aan de consument mag worden verkocht.
ZuivelZicht augustus 2020
10-08-20 09:40
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’ 20 - mei ’20, % t.o.v. ’19) EU-27+VK waarvan: Duitsland Duitsland
Verwerking EU (jan’ 20 - mei’20, % t.o.v. ’19)
+1,3%
MMP x 1.000 ton
1.250
+1,1%
Frankrijk Frankrijk
Boter x 1.000 ton 1.000
+0,9% 1.000
800
+2,7%
Nederland Nederland
+2,4%
Verenigde Staten
+2,0%
Nieuw-Zeeland
750
+0,1%
600
+0,7%
-0,3%
Argentinië Australië
+5,4%
Wit-Rusland
+5,6%
+10,2% -1,0% -4,7%
500
+9,0%
250
Uruguay
-1,7% -10,8% -3,2% +20,1% -6,7%
200 +1,2%
+4,8% 0
+4,3%
400
15
30
45
60
75
x miljard kg
0
0
Overig PL
Overig BE FR
NL FR
IE DE
NL PL
IE DE
PRIJZEN Melkprijs (mei ’20 t.o.v. apr ’20, in %)
Marktprijs (jul ’20 t.o.v. jun ’20, in %)
LTO melkprijsvergelijking 36
7.000
35
6.000
34
5.000
33 32
2018 2019 2020
-1,3%
31 jan
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82%
€/100 kg
€/1.000 kg
3.000
NL +6,1% WM +0,7%
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500
2.000 jul-18
dec
3.500
jul-19
€/1.000 kg
NL -1,4% WM +3,2%
1.000 jul-18
jul-20
jul-19
jul-20
EXPORT Boter en -olie (jan’ 20 - apr ’20, % t.o.v. ’19) Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 250
500
200
400 -15,0%
150 +66,5%
100
Mager melkpoeder (jan’ 20 - apr ’20, % t.o.v. ’19)
50 +108,0%-23,3% 0
x 1.000 ton
-1,1%
EU*
NL*
VS
500
400
400
300 -19,2%
200
200 -3,6%
100
Intrahandel EU
500
300
300
+14,9% -7,4%
100
NL
-6,7%
200
+8,5%
0 EU
x 1.000 ton
100
-28,0%
0 NZ
Wereldhandel x 1.000 ton
0 EU*
NL*
VS
NZ
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht augustus 2020
11_Marktcijfers_02R.indd 29
29
10-08-20 10:02
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat
veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid
Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.
Meer weten?
Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200
Kijk op actemium.nl
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW
20ZUI008_ADVERTENTIE.indd 30
10-08-20 09:26
20ZUI008_ADVERTENTIE.indd 31
10-08-20 09:26
20ZUI008_ADVERTENTIE.indd 32
10-08-20 09:27