ZuivelZicht 8 2021

Page 1

Jaargang 113 | Nummer 8 | Augustus 2021

ZuivelZicht

Vakbond vreest banenverlies bij krimp veestapel

P RO G N O S E OESO: mondiale melkproductie blijft gestaag toenemen

A N A LY S E Duitse kaasprijzen herstellen zich van dip door corona


De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt Boter

Margarine Smeltkaas Kaas

2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten

+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl

www.lekkerkerker.nl

Wanneer kennis en adv Mafait 90x1

.indd 1

kwaliteit telt

De beste plank voor kwaliteitskaas

engineered wood products

Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.

28-05-2020 13:26


INHOUD

9

18

22 Visie 6

Klimaat Vlaamse melkveehouderij boekt flinke reductie van broeikasgassen

8

Krimp Het CNV voorziet een groot verlies aan banen als de veehouderij moet krimpen

Bedrijf 9 Bij een krimp van de veestapel zullen in de verwerkende industrie banen verloren gaan, vreest het CNV. Foto: NZO

De Marke Melkveehouders nemen proefbedrijf in eigen hand om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken

12 DMK

16 Arla UK Stijgende onlineverkoop helpt Arla Foods in Verenigd Koninkrijk door lastig jaar

Markt 18 Plus Supermarktketen overbrugt prijsverschil tussen biologische en gangbare melk

20 Analyse Een blik op het verloop van de Duitse kaasexport

22 Outlook Wereldwijde melkproductie groeit komende jaren stevig door

Stabiele resultaten ondanks corona

14 Savencia www.zuivelzicht.nl

Overnames helpen Franse kaasproducent aan stevigere positie

25 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in één oogopslag

ZuivelZicht augustus 2021

3


Uw melk is meer waard! C. van ‘t Riet staat voor: • • • •

Betrouwbaarheid en Kwaliteit Veilig en Lokaal produceren Advies en Ervaring Service

C. van ‘t Riet is een familiebedrijf dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling en productie van zuivelverwerkingsmachines sinds 1888. Hierbij staat het gebruiksgemak, kwaliteit en de werking van de machine centraal.

C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie B.V. Energieweg 20 2421 LM Nieuwkoop

• In- en verkoop van zuivelapparatuur • RVS tanks (nieuw en gebruikt)

t. e. w.

+31 172 571 304 info@rietdairy.nl www.rietdairy.nl

• Complete projecten • Engineering

Van den Heuvel Dairy and Food Equipment E info@heuvelzuivelmachines.nl | T 0184-641266

N T U I F? N E I IJ KO E B E D R IN

GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!


ZuivelZicht

ZI JLI JN

ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl

vakmedia Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen

Onzekerheid troef Prognoses bestaan bij de gratie van onzekerheden; anders waren het geen prognoses. Maar de onzekerheden zijn vandaag de dag zo talrijk en zo omvangrijk, dat elke economische raming op dit moment eigenlijk zinloos is.

E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman Medewerkers aan dit nummer Mathieu Geuskens, Yves De Groote, Bert Kleiboer, Hermann-Josef Martin, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Uitgeefteam BDUvakmedia Peter Vorstenbosch (uitgever vakmedia) Sonja Voois (adjunct-uitgever vakmedia) Martin ten Hoven (salescoördinator) Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 129,37 exclusief btw (studenten € 79,69 inclusief btw); België: € 144,49 exclusief btw, inclusief portokosten; buitenland: € 171,09 exclusief btw. Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 9.00 uur en 16.00 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Werkendam

Dat geldt voor zowel prognoses van banken, financiële adviseurs als voor de verwachtingen van jaarresultaten van ondernemingen; om nog maar te zwijgen van de perspectieven die instanties als de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en de wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties van tijd tot tijd schetsen. De OESO en de FAO presenteerden vorige maand hun jaarlijkse ‘outlook’, waarin zij tien jaar vooruitkijken. Op basis van economische modellen zetten zij uiteen hoe productie- en

‘De waarde van prognoses is betrekkelijk’

consumptiepatronen zich in de verschillende regio’s zullen bewegen. Leuk, maar de waarde ervan is betrekkelijk. De ongekend grote vraag naar melkvet en de explosieve stijging van de boterprijzen van enkele jaren geleden zagen de marktvorsers in eerdere prognoses bijvoorbeeld niet aankomen. Dat zij vanwege de coronacrisis nu vele slagen om de arm houden in hun voorspellingen, mag duidelijk zijn. Twintig maanden na de eerste uitbraak heeft de pandemie de wereldeconomie nog steeds in de greep. En het is nog volstrekt onduidelijk hoe nieuwe varianten van het virus zich zullen bewegen en welke effecten dat op de markt heeft. Worden bepaalde afzetkanalen weer snel toegankelijk of zijn consumptiepatronen zo veranderd dat andere kanalen moeten worden aangeboord om zuivelproducten tegen een redelijke prijs af te zetten? In Nederland verkeert de sector nog altijd in het ongewisse over het stikstofbeleid. Gaat het mes in de veestapel en zo ja, tot welke effecten leidt dat? Zijn eerder verleende vergunningen nog rechtsgeldig? Mogen koeien straks nog zonder vergunning buiten lopen? Allemaal vragen die wachten op een antwoord. Hoe langer dat uitblijft hoe groter de onzekerheid voor melkveehouders, zuivelproducenten en andere spelers in de keten. Dat is lastig ondernemen. En dan hebben we het nog niet over het klimaatbeleid. Ook zo’n dossier dat wacht op regie van een nieuwe regering. Maar zelfs over de vorming van een kabinet valt vijf maanden na de verkiezingen nog nauwelijks een zinnig woord te zeggen. René van Buitenen Hoofdredacteur

ZuivelZicht augustus 2021

5


V I SI E

Renaat Debergh, BCZ: ‘Belangrijk is inspanningen te blijven leveren’

Vlaamse melkveehouderij reduceert broeikasgassen fors De Vlaamse melkveehouderij is er de afgelopen jaren in geslaagd de uitstoot van broeikasgassen fors te verminderen. “De sector heeft al heel wat stappen gezet, maar het is uiterst belangrijk om inspanningen te blijven leveren”, stelt Renaat Debergh van de Belgische zuivelorganisatie BCZ. Om de emissies verder terug te dringen is een convenant opgesteld. Aandachtspunten daarin zijn de veevoeding en het bedrijfsmanagement. Tekst: Yves De Groote

Volgens een recent onderzoek van de universiteit van Leuven verminderde de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse melk in de periode 2000-2019 tot 0,93 kilogram CO2-equivalenten (-30 procent). “De levenscyclusanalyse (LCA) voor de bepaling van de CO2emissies is gebaseerd op de methodologie van de International Dairy Federation”, weet Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van Belgische zuivelorganisatie BCZ. Eerdere berekeningen over de CO2uitstoot van Vlaamse melkveebedrijven, in 2000, 2009 en 2014 werden uitgevoerd door andere instanties: consultancybureau ERM en UGent. Voor elke vorige studie actualiseerden de onderzoekers van de KU Leuven waar nodig de database. Wanneer de CO2-emissie van een ingrediënt bijvoorbeeld vroeger niet en nu wel bekend is, dan werd dat nu toegevoegd. De cijfers voor de verschillende jaren zijn: 1,31 kg/l (2000); 1,10 kg/l (2009); 0,98 kg/l (2014) en 0,93 kg/l (2019).

Uniforme methode Voor Debergh zijn vooral de evolutie

6

ZuivelZicht augustus 2021

Ongeveer 96 procent van de Belgische melkveehouders, waaronder Wim Verbreuken en Petra Thys van boerderij De Laerhoeve, neemt vrijwillig deel aan deze duurzaamheidsmonitor. (Foto: De Laerhoeve)

in de cijfers en de uniforme methode voor de berekening belangrijk omdat ze zo goed vergeleken kunnen worden. “Het is duidelijk dat de inspanningen van de melkveehouders om de efficiëntie en duurzaamheid op hun bedrijf te verbeteren hun vruchten afwerpen. Om die reden behoort onze zuivel ook tot de absolute wereldtop.” De resultaten van de Vlaamse melkveehouders zijn te danken aan een aantal factoren. Debergh: “Enerzijds steeg de productie per koe, door nauwere afstemming van het voeder op de koe, verbeterde genetica, bredere inzet op preventie van dierziekten et cetera. Anderzijds wordt er binnen de voeding van de koe steeds meer gefocust op circulariteit, door benutting van restproducten uit de voedingsindustrie, zoals

perspulp, bierdraf en koolzaadschroot. Als sector zijn er al heel wat stappen gezet, maar het is uiterst belangrijk om inspanningen te blijven leveren. Zo zal via individuele opvolging van de melkveebedrijven, advisering en de uitrol van extra maatregelen in het kader van Convenant Enterische Emissies Rundvee 2019-2030 de voetafdruk van Vlaamse melk nog verder verkleinen. Vijftien organisaties, waaronder de hele zuivelketen en haar partners zoals boeren- en landbouworganisaties, stellen in het convenant als doel het verder terugdringen van de methaanuitstoot die ontstaat bij het spijsverteringsproces – enterische methaanemissies – met 19 procent in 2030 ten opzichte van 2005. De focus in het convenant ligt op maat-


V I SI E

Onderzoek 140 melkveebedrijven De studie werd uitgevoerd aan de hand van bedrijfseconomische boekhoudcijfers van 140 melkveebedrijven. Op basis van deze data werd het mogelijk om met een groot aantal factoren rekening te houden, waaronder de melkproductie per koe, het veevoeder en zijn ingrediënten, de bemesting voor het telen van al die ingrediënten, de mestverwerking en het elektriciteitsverbruik in de stallen. Voor elke factor zijn de bijhorende CO2-emissies doorgerekend.

regelen op vlak van veevoeding en bedrijfsmanagement.”

Rantsoen Bij veevoeding gaat het om het veranderen van het rantsoen. Het convenant stelt twee alternatieven voor. De combinatie van bierdraf en koolzaadschroot binnen een basisrantsoen van maïskuil en graskuil is de eerste. Dit reduceert de methaanvorming bij lacterend melkvee met 8 procent, mits het een evenwichtig totaalrantsoen is. De tweede is de verstrekking van geëxtrudeerd/geëxpandeerd lijnzaad via het krachtvoer.

Zo reduceert de methaanvorming bij lacterend melkvee met 9 procent. Bij het bedrijfsmanagement gaat het onder meer om het verlengen van de levensduur van de melkkoeien en het verlagen van het vervangingspercentage voor het verminderen enterische methaanemissies van het totale bedrijf. Door het streven naar een betere diergezondheid en een lagere afvoer kunnen melkkoeien langer aangehouden worden. Het vervangingspercentage daalt dan. Een mogelijke maatregel is ook een optimale jongveeopfok waardoor de melkveehouder een lagere afkalfleeftijd kan nastreven waardoor het aandeel jongvee op een melkveebedrijf beperkt wordt. Door het streven naar een jongere maar verantwoorde afkalfleeftijd, zal het jongvee minder lang niet-productief zijn. Dit resulteert in een lager aandeel jongvee waardoor de emissies van het bedrijf gaan dalen.

bepaald aantal punten behaald hebben. “Als we in de duurzaamheidsmonitor vermelde maatregelen kunnen uitrollen naar het individuele landbouwbedrijf en de koolstofvoetafdruk van dit bedrijf kunnen berekenen, dan kan er ook worden aangegeven welke maatregelen de meeste daling kunnen realiseren”, legt Debergh uit. “In België zijn we nog niet zo ver mee. Uit onze duurzaamheidsmonitor blijkt dat ongeveer 7 procent van de bedrijven over een individuele koolstofvoetafdruk heeft.” Individuele benadering is een nieuwe stap, die volgens Debergh gepaard gaat met individuele bewustwording van de melkveehouders. “Zij krijgen beter inzicht in de achterliggende processen die bijdragen aan de koolstofafdruk en de maatregelen voor hun melkveebedrijf.” Advertentie

Duurzaamheidsmonitor

Renaat Debergh: “De focus in het convenant ligt op maatregelen op vlak van veevoeding en bedrijfsmanagement.”

Volgens Debergh zullen de maatregelen uit het convenant opgenomen worden in de volgende versie van de Duurzaamheidsmonitor begin 2022. Hierin staan de gezamenlijke duurzaamheidsprestaties van de melkveehouders. De monitor omvat nu 35 duurzaamheidsinitiatieven op het vlak van energie, water, dierenwelzijn, milieu, dierengezondheid, voeding van de koe en sociale aspecten. Dit aantal wordt opgetrokken tot vijftig in de volgende versie. Elke melkveehouder bepaalt zelf aan welke maatregel hij op zijn bedrijf prioriteit geeft. Verschillende zuivelbedrijven geven een premie aan hun leveranciers wanneer ze een

ZuivelZicht augustus 2021

7


V I SI E

CNV voorziet massaal banenverlies

Vakbond vreest gevolgen krimp veestapel Het CNV voorziet een groot verlies aan banen als de veehouderij moet krimpen. De vakbond vindt dan ook dat de overheid met een sociaal plan moet komen voor de veehouderij als zij tot een krimp besluit. Tekst: René van Buitenen

Het CNV heeft zich gemengd in de discussie over de toekomst van de veehouderij in Nederland. De vakbond vreest dat een krimp van de veestapel tot een fors verlies aan arbeidsplaatsen zal leiden. Dat kan snel op lopen tot zo’n 30.000 arbeidsplaatsen en dat is nog een conservatieve schatting, aldus het CNV in een analyse die vorige maand werd gepresenteerd.

Enorme klap Het debat over de toekomst van de veehouderij richt zich volgens de vakbond te veel op alleen de primaire sector. De effecten van een krimp voor de verwerkende sector worden over het hoofd gezien. “In de discussie over inkrimping veestapel gaat het vaak over de boeren. Maar niet over de werknemers in die sector”, stelt CNV-voorzitter Piet Fortuin. “Terwijl een kleinere veestapel een enorme klap is voor hen. Zeker 30.000 werknemers kunnen getroffen worden als de veestapel krimpt.” De berekening die het CNV maakt staat los van een exacte omvang van een eventuele krimp. De vakbond redeneert als volgt: in de veehouderij werken ongeveer 10.000 werknemers. Dit getal heeft alleen betrekking op werknemers in loondienst en is dus exclusief de veehouders die bij een krimp hun bedrijf beëindigen. In de sectoren die nauw

8

ZuivelZicht augustus 2021

Een krimp van de veestapel zal grote gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in de verwerkende industrie, vreest vakbond CNV; bijvoorbeeld in het RMO-vervoer. (Foto: NZO)

verwant zijn aan de veehouderij, zoals de zuivel- en vleesindustrie, de distributie en dienstverlenende bedrijven werken drie keer zoveel mensen. Het CNV baseert dit op gegevens van het CBS. Allen kunnen getroffen worden bij een krimp van de veestapel. “Hoe groot het risico is dat mensen hun baan verliezen hangt af van de omvang en intensiteit van de reductie maatregelen.”

Weinig perspectief Het perspectief op ander werk is beperkt, vermoedt het CNV – al verschilt dat per regio, leeftijdscategorie en opleidingsniveau. “Regio’s buiten de Randstad, zoals Friesland, Groningen en Gelderland, bieden minder alternatieven voor een andere baan. Ter illustratie: in Friesland is er een grote zuivelindustrie die zwaar geraakt kan worden (FrieslandCampina, red.) en zijn er nauwelijks alternatieve banen. Een verhuizing naar de Randstad is ingrijpend en bovendien vaak onbetaalbaar.” Daar komt volgens het CNV bij dat werknemers in de landbouw zijn vaak

praktisch geschoold zijn en doorgaans wat ouder zijn. Hun perspectief op de arbeidsmarkt is in het algemeen slechter dan die van jongere werknemers.

Fonds Om een hoge werkloosheid in de landbouw te voorkomen pleit het CNV voor een steunfonds van de overheid. “De overheid moet een perspectief schetsen voor de getroffen mensen en hen begeleiden bij het vinden van een nieuwe baan.” Het fonds zou mensen die als gevolg van de krimp hun baan verliezen, moeten helpen aan ander werk. Het CNV denkt onder meer aan een omscholingsplan, met daarbij een extra focus op de zorg en de transportsector. ”In de zorgsector zijn grote tekorten. De zorg vereist daarnaast vaardigheden die verzorgers van dieren vaak bezitten.” Ook de transportsector is volgen het CNV in een interessant alternatief. “Omdat veel medewerkers in de agrarische sector een rijbewijs bezitten en ervaring met vervoer hebben.”


B E D R I JF

Voorzitter Andre Arfman (links) en directeur Jaap Gielen van Coöperatie De Marke op een demoveld voor eiwitrijke voedergewassen van het melkveeproefbedrijf. (Foto: Ivo Hutten)

Eigen onderzoek en innovatie voor boeren oostelijk zandgebied

Proefboerderij De Marke via coöperatie in boerenhanden Een coöperatie van boeren in Oost-Nederland wil melkveeproefbedrijf De Marke overnemen van Wageningen UR. “Er ligt een aantal maatschappelijke vraagstukken en die vragen om een oplossing. Daarvoor hebben we onderzoek en innovatie nodig.” Tekst: Bert Kleiboer

ZuivelZicht augustus 2021

9


B E D R I JF

Melkveeproefbedrijf De Marke ging dertig jaar geleden van start op de moeilijkst denkbare locatie: in een waterwingebied, met rondom stikstofgevoelige bossen en een zeer lichte zandgrond. ‘Als het hier lukt, kan het overal’, was de gedachte. Dat uitgangspunt is nog altijd actueel, zegt directeur Jaap Gielen. “Destijds was de uitdaging het beperken van verliezen van mineralen naar het grondwater. Dat is gelukt. Maar nu hebben we er een paar uitdagingen bij; denk aan stikstof, maar ook de gevolgen van het veranderende klimaat en biodiversiteit.” Gielen is sinds april actief op het proefbedrijf in het Gelderse Hengelo. Eerder was hij specialist melkveehouderij bij accountantsorganisatie Countus. Nu leidt hij coöperatie De Marke, die het gelijknamige proefbedrijf wil overnemen van Wageningen University and Research (WUR). De universiteit wil het melkveeonderzoek herschikken. Een aantal ondernemers en andere belanghebbenden in de sector zag hierin een kans. Ze smeedden een plan om De Marke ‘in boerenhanden’ te krijgen en richtten een coöperatie op. Die wil de boerderij, inclusief gebouwen en een deel van de grond kopen en de overige gronden pachten.

‘In het oostelijk zandgebied zal meer aandacht zijn voor natuurinclusief boeren’ Voor de financiering is eigen vermogen nodig in de vorm van ledenkapitaal. Boeren die lid worden kopen één of meer participatiebewijzen (€ 5000). Ook andere partijen kunnen deelnemen. De primaire sector houdt echter controle: in de statuten is bepaald dat 51 procent van de stemgerechtigden actief boer moet zijn. Het plan is gepresenteerd tijdens informatiebijeenkomsten op verschillende plaatsen in Gelderland en Overijssel. Volgens Gielen hebben voldoende boeren aangegeven dat ze lid willen worden en kan de overname in 2021 worden bekrachtigd. “We hebben honderd à 150 leden nodig. Maar we hopen op meer. Hoe meer boeren instappen, hoe minder we bij de bank hoeven lenen.”

Grip op toekomst Het eerste bestuur van de coöperatie bestaat uit zes boerenleden. Voorzitter is Andre Arfman, melkveehouder in Vorden. In de sector is hij bekend als voorzitter van het NAJK. Die functie

bekleedde hij tot november 2020. Voor melkveehouders in het oostelijke zandgebied is een eigen regionaal proefbedrijf waardevol om grip te houden op hun toekomst, stelt Arfman. “Er ligt een aantal maatschappelijke vraagstukken en die vragen om een oplossing. Daarvoor hebben we onderzoek en innovatie nodig.“ Als het proefbedrijf in boerenhanden komt, profiteren melkveehouders van de korte lijnen, zegt de voorzitter. “Het wordt gemakkelijker vragen te stellen, ideeën aan te dragen of mee te draaien in pilots. Bovendien hebben leden via hun stemrecht invloed op de onderzoekagenda.” De ervaring leert dat de betrokkenheid vanuit de praktijk mooie dingen oplevert, zeggen Gielen en Arfman. Ze noemen als voorbeeld VKA, de Vruchtbare Kringloop Achterhoek en de Liemers. Dat begon als een project met studieclubs voor het verbeteren van bodem- en waterkwaliteit en een efficiëntere benutting van nutriënten.

Wat doet De Marke? Melkveeproefbedrijf De Marke is in 1991 van start gegaan voor onderzoek naar om een melkveehouderij op zandgrond met een minimale belasting van het milieu. Het is een melkveebedrijf met ongeveer 85 melkkoeien en 55 hectare grond. De oostelijke zandgronden, waarop De Marke zich concentreert, vormen een belangrijk productiegebied voor melk. Volgens statistieken van het CBS (data 2020) bevindt zich een kwart van de Nederlandse melkkoeien zich in de zandgrondgebieden van Gelderland en Overijssel. Voor het aantal melkveebedrijven is het aandeel 29 procent. De Marke is nu nog onderdeel van het praktijkonderzoek van Wageningen University and Research (WUR). De Coöperatie De Marke, voor boeren in de zandgebieden van Overijssel en Gelderland, is met WUR in overleg voor een overname. Een programmateam werkt vier onderzoekslijnen uit: kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw, klimaatrobuuste landbouw en precisielandbouw. Kringlooplandbouw is gericht op het beperken van emissies en sluiten van kringlopen. Natuurinclusieve landbouw betreft het combineren van agrarische bedrijfsvoering met natuur- en landschapsbeheer. Met klimaatrobuust worden maatregelen bedoeld die de omgeving beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en wateroverlast. Het vierde thema, precisielandbouw, is geen doel op zich, maar een middel om vooruitgang te boeken bij de eerste drie thema’s. Het agro-innovatiecentrum blijft na de overname betrokken bij een aantal lopende projecten. Een daarvan is ‘Koeien & Kansen’, waarin veertien melkveehouders samen met het proefbedrijf mogelijkheden verkennen van een duurzame en maatschappelijk geaccepteerde en gewaardeerde melkveehouderij. Ook levert De Marke een bijdrage aan de wetenschappelijk onderbouwing van de rekenregels van de KringloopWijzer.

10

ZuivelZicht augustus 2021


B E D R I JF

Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk

Proefboerderij De Marke in Hengelo, Gelderland.

Inmiddels is dit uitgegroeid tot een vereniging van boeren. Een ander voorbeeld is de GLB-pilot van de Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek (Vala). Dit project is gericht op het toepassen van vergroeningsmaatregelen en de mogelijkheid deze in te passen in een verdienmodel. De Marke is bij beide voorbeelden betrokken. De vereniging VKA heeft zelfs haar kantoor op De Marke.

Broedplaats Als verzelfstandigd coöperatief agro-innovatiecentrum wil De Marke samenwerken met verschillende organisaties in de regio en relaties opbouwen met het onderwijs. De proefboerderij moet zich ontwikkelen tot broedplaats voor vernieuwing waar boeren, andere ondernemers, onderzoekers en studenten elkaar ontmoeten en inspireren. Het motto luidt: ‘Samen maken we de toekomst’. Hoe ziet het melkveebedrijf van de toekomst in het oostelijk zandgebied eruit? “Daarvoor hebben

we geen blauwdruk, al kun je wel een paar globale kenmerken noemen”, zegt Gielen. “Er zal meer aandacht zijn voor natuurinclusief boeren, we gaan aan de slag met emissies naar lucht en water en we werken aan een robuustere bodem om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen.” Het overheidsbeleid zou zich moeten beperken tot het stellen van doelen en randvoorwaarden, vinden Gielen en Arfman. In hun ideaalbeeld hebben ondernemers ruimte om keuzes te maken die bij hen passen. Arfman: “Het ene bedrijf zal vol inzetten op biodiversiteit, terwijl het andere zijn efficiëntie vergroot met precisielandbouw. Iedereen kan stappen zetten. Welke dat zijn, wordt bepaald door de omstandigheden op het bedrijf, de stijl van de ondernemer en ligging ten opzichte van de omgeving. Het vinden van passende oplossingen is een zoektocht. Daar willen we met de Marke invulling aan geven.”

Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.

www.voetsdonkers.nl


De nieuwe fabriek in Strückhausen waar DMK babyvoeding produceert. (Foto’s: DMK)

DMK presenteert stabiele resultaten ondanks corona De nummer één van de Duitse zuivelindustrie presenteerde recent de resultaten over het coronajaar. Hoewel het om meerdere redenen een ‘zeer uitdagend’ boekjaar was, is de directie niet ontevreden over de cijfers. Tekst: Hermann-Josef Martin

Onder de leden van de coöperatie van DMK is het al enkele jaren onrustig. Dat heeft alles te maken met de relatief lage melkprijs die de grootste zuivelmultinational van Duitsland de afgelopen jaren uitbetaalde. Die lag in 2019 0,8 cent per liter lager dan wat de concurrentie gemiddeld betaalde. De DMK-top weet de lagere prijs in dat jaar vooral aan noodzakelijk geachte herstructureringskosten en aan gedane investeringen om het bedrijf gezond te maken. Er waren

12

ZuivelZicht augustus 2021

binnen en buiten Duitsland fabrieken bijgebouwd, terwijl minder rendabele vestigingen de poorten voorgoed sloten. Lang niet alle aangesloten melkveehouders gingen mee in die redenering. Er stapten in 2019 zoveel leden over naar de concurrentie dat DMK 1 miljoen ton melk kwijtraakte. In een brief aan de DMK-top eiste een groep leden recent niet alleen een gegarandeerde bodemprijs, maar ook controle van de bedrijfsfinanciën door een ‘onafhankelijke accountant’ en de

aanwezigheid van minimaal één melkveehouder bij de onderhandelingen tussen DMK en de detailhandel. Bij de presentatie van de jaarcijfers over het afgelopen boekjaar meldde de concerndirectie een relatief herstel. De melkprijs is in het coronajaar niet meegegaan met de negatieve markttrend, aldus de onderneming. “Terwijl de uitbetaling in de hele branche gemiddeld daalde ten opzichte van 2019, kon DMK de uitbetalingsprijs op jaarbasis stabiel houden.” Ondanks de marktschommelingen en de hoge kosten als gevolg van de coronapandemie staat DMK er volgens financieel topman Frank Claassen goed voor staat. Hij heeft de leden toegezegd dat de “stijging van de verkoopprijzen van zuivel ten goede zal komen aan de leden”. Die


B E D R I JF

werden behaald “ondanks groeiende concurrentie op de wereldmarkt en ondanks de problemen vanwege de pandemie”. Hij gaf aan dat DMK vasthoudt aan de koers zoals die in het strategiedocument ‘Vision 2030’ is beschreven. Deze langetermijnvisie betreft een mix van besparingen en investeringen. Cfo Frank Claassen Stabiel hamert op kostenbesparingen, bijvoorDe impact van corona leverde DMK een beeld door modernisering van de schadepost op van zo’n € 100 miljoen. financiële afdelingen van het bedrijf en Productie en distributie moesten door minder rendabele bedrijfsonderderazendsnel worden afgestemd op de ‘nieuwe werkelijkheid’ van de lockdowns, len af te stoten. In 2021 gaat het bijvoorbeeld om de verkoop van een het wegvallen van de afzet naar foodsergrote ijsfabriek in Waldfeucht-Haaren vicebedrijven en de beperkingen van de (Nordrhein-Westfalen) en het einde van export. Door omzettingen kon DMK z’n dochteronderneming Sanotact. twintig productielocaties in Duitsland wel in bedrijf houden. Maar de omzettin- Aan de investeringskant zoekt DMK naar bedrijfsovernames, zoals het vrij recent gen plus alle beschermingsmaatregelen de Nederlandse ingrediëntenleverancier voor personeel en leveranciers zorgden DV Nutrition overnam en in Duitsland dus voor veel schade. De omzet over 2020 kwam uiteindelijk uit het merk Alete aankocht. Nieuwbouw past eveneens in de op een waarde van € 5,6 miljard. Dat resultaat lag 3,2 procent onder het niveau plannen, zoals de moderne kaasfabriek die de Duitsers later dit jaar in het van 2019. Met € 24,1 miljoen was ook de Zuid-Russische Bobrov openen. In winst lager dan in het voorgaande jaar: Bremen betreft de investering het eigen -7 procent. Maar: er werd dus nog altijd hoofdkantoor. In 2023 betrekt DMK er winst gemaakt en het eigen vermogen een gloednieuw, naar eigen zeggen bleef stabiel (op circa 30 procent). efficiënter en duurzamer pand. expliciete belofte brengt mogelijk weer wat rust in de tent. Bovendien biedt de coöperatie de leden een ‘prijsstabilisatieprogramma’ aan waarmee de melkveehouders zich beter kunnen indekken tegen het effect van schommelende marktprijzen.

Langetermijnvisie Ceo Ingo Müller toonde zich positief over de resultaten van 2020, die volgens hem

boter, yoghurt, wrongel en skyr tot melkdranken en eiwitrijke producten. Onder het merk Milram verkoopt DMK ook ijs. Dankzij nog drie andere grote ijsmerken groeide DMK de afgelopen jaren uit tot een van de grootste ijsproducenten van Europa. Die positie wil het concern consolideren. Om te kunnen blijven groeien, is de capaciteit van de twee productielocaties voor ijs inmiddels uitgebreid met 35 miljoen liter per jaar.

Babyvoeding Wat betreft babyvoeding zijn de ambities van DMK torenhoog: het wil de omzet van dit bedrijfsonderdeel tussen nu en 2030 verdubbelen. Dat betekent dat de omzet in 2030 rond de € 400 miljoen moet liggen. Om dat te faciliteren, opende DMK in februari 2019 een € 145 miljoen kostende fabriek in Strückhausen (Nedersaksen). Hier wordt volgens planning jaarlijks 40.000 ton ggo-vrije melk verwerkt tot melkpoeder, gecertificeerd voor de Chinese markt.

Grootste ijsproducent

Cfo Frank Claassen: “De stijging van de verkoopprijzen van zuivel zal ten goede komen aan de leden.”

Ceo Ingo Müller is positief over de resultaten van 2020.

Bij de merkactiviteiten van DMK speelt het paraplumerk Milram een belangrijke rol. Milram is DMK’s bestverkopende merk in de foodretailsector, zowel in Duitsland als in andere Europese landen. Het jaarlijks verder uitdijende merk omvat een breed scala van kaas,

Reorganisatie merkactiviteiten Op langere termijn wil DMK de merkactiviteiten binnen Europa uitbreiden. Daarvoor richtte het vorig jaar de divisie Branded Business Europe op. Betere samenwerking met de detailhandel, marktontwikkelaars en distributiepartners moet de verkoop van bekende DMK-merken stimuleren. Richting detailhandel valt daarbij op dat DMK supermarkten gericht advies gaat aanbieden. Als ondernemers willen, komen ervaren accountmanagers van DMK naar de winkel om de nieuwste en beste verkooptips te delen. In het voorjaar van 2021 meldde cfo Claassen dat DMK goed op koers ligt: stijgende zuivelprijzen en verbeterde marktomstandigheden in de eerste maanden van 2021 zorgden voor een positieve start van het nieuwe boekjaar.

ZuivelZicht augustus 2021

13


B E D R I JF

Franse kaasproducent groeit gestaag door

Overnames helpen Savencia aan stevigere positie wijd aan 120 landen en heeft in Zoals kazen tijd nodig hebben om meer smaak en een betere textuur te krijgen, zo kan een rijpingsproces ook de 31 landen dochterondernemingen. kaasmakers goeddoen. Die gedachte komt op bij Savencia Romig kaasje Fromage & Dairy. Het Franse concern is de afgelopen jaren De op een na grootste kaasproducent gestaag gegroeid. van Frankrijk begon in 1956 als een Tekst: Hermann-Josef Martin

Het beursgenoteerde Savencia Fromage van de familie Bongrain is gevestigd in de Parijse wijk Viroflay, niet ver van Versailles. Bijna zestig jaar lang was de bedrijfsnaam Bongrain, maar in maart 2015 doopte de Bongrain Group zichzelf om tot Savencia Fromage & Dairy. Het moederbedrijf Groupe Soparind Bongrain werd tegelijkertijd omgedoopt tot Groupe Savencia Saveurs &

Een kleine impressie van het productassortiment van Savencia. (Foto: Savencia)

14

ZuivelZicht augustus 2021

Spécialités. De holding heeft naast de zuiveltak namelijk ook nog een grote gourmetdivisie, gespecialiseerd in worsten, visproducten en zoetwaren. De reden voor de omvangrijke, bepaald niet goedkope naamsveranderingen was in wezen simpel: het management koos voor een naam waarvan men verwacht dat die internationaal meer aanspreekt. Savencia levert tegenwoordig wereld-

kleine kaasfabriek in het NoordoostFranse Lotharingen. Oprichter JeanNoël Bongrain kreeg de wind in de zeilen toen hij naast de bekende regionale specialiteiten iets nieuws op de markt bracht. De noviteit betrof een zacht, romig kaasje in een ovale verpakking met de naam ‘Caprice des Dieux’. Het merk veroverde in korte tijd de Franse markt. Met de opbrengsten financierde Bongrain vervolgens de overname van tal van productiefaciliteiten in binnen- en buitenland. Al in 1962 breidde het bedrijf uit naar Duitsland,


B E D R I JF

waar het zijn eerste buitenlandse verkoopbedrijf oprichtte. In 1969 kwamen er dochterondernemingen bij in België, Oostenrijk en Zwitserland. De eerste niet-Europese vestiging opende drie jaar later in de Verenigde Staten.

zijn onder meer Géramont (zachte kaas), Saint Agur (blauwe kaas), Le Tartare en St-Morêt (roomkazen), Chavoux (geitenkaas) en Riches Monts (raclette).

Roquefort Nummer vijf In de jaren zeventig groeide het Bongrain-imperium stevig door. Naast de Caprice des Dieux (‘Opwelling van de goden’) produceerde het concern inmiddels nog tal van andere hoogwaardige kazen. Er werden kaasmakerijen overgenomen in onder meer de Verenigde Staten, Brazilië en Australië. In de jaren negentig vond de uitbreiding vooral plaats in Latijns-Amerika en Centraal- en Midden-Europa. In Oost-Europa deed het concern goede zaken na de val van de Berlijnse muur en de verbeterde handelsmogelijkheden die daarmee samenhingen. Eind jaren negentig werd Bongrain ook actief in Noord-Afrika (Marokko en Egypte) en in de dichtstbevolkte landen ter wereld, China en India. Zo kan het dat het bescheiden Lotharingse fabriekje tegenwoordig de nummer vijf is op de internationale ranglijst van kaasmultinationals.

Groeistrategie Anno 2021 doet Savencia Fromage het zowel in Frankrijk als ook internationaal goed met een breed assortiment aan kaasspecialiteiten en andere zuivelproducten. Wereldwijd bedienen de ruim 21.000 medewerkers de foodretail, de foodservicesector en industriële klanten. Zoon Alex Bongrain nam enkele decennia terug de taken van oprichter Jean-Noël over. Hij zette de strategie van zijn vader voort: door overnames blijft Savencia doorgroeien. In 2017 werd bijvoorbeeld een meerderheidsbelang verkregen in het grote Russiche zuivelconcern Belebeevski Molochny Kombinat. In 2018 volgde een zuivelfabriek in de Amerikaanse staat Oregon. Hiermee haalde Savencia en passant het internationaal gelauwerde biologische kaasmerk Rogue River Blue Cheese binnen. Andere belangrijke Savencia-merken

Sinds juli 2019 is Savencia ook eigenaar van de Franse kaasproducent SAS Fromageries Papillon, sinds 1906 de rechtmatige eigenaar van de beroemde Roquefort-kazen. Deze onder het merk Papillon verkochte schapenkaasspecialiteit bereikt een jaarlijkse omzet van meer dan € 35 miljoen. De overname van ‘Papillon’ versterkte de verkooppositie en het distributienetwerk van Savencia, zowel nationaal als internationaal. In mei 2020 nam Savencia Fromage ook de Franse joint venture CF&R over. Net als Papillon werd dit succesvolle concern direct geïntegreerd in de eigen kaasdivisie. Dankzij dit soort overnames steeg het marktaandeel van Savencia Fromage binnen Frankrijk vorig jaar met 13,8 procent.

Winstgroei ondanks hoofdbrekens In het boekjaar 2020 was Savencia Fromage qua grootte de vierde Franse zuivelgroep, na Lactalis, Danone en Sodiaal. Vooral dankzij de overnames steeg de omzet met 3 procent, naar een recordniveau van € 5,16 miljard. Wat niet meezat, waren de ongunstige wisselkoersen tussen verschillende handelsvaluta en de euro. Savencia verloor hierdoor tientallen miljoenen euro’s. Ook de coronacrisis zorgde voor hoofdbrekens. Om een aantal snelle interventies en ombuigingen te realiseren en beschermingsmaatregelen te financieren werd aan de kostenkant € 32,2 miljoen bijgeschreven. Dat bedrag is inclusief de gratis aan voedselbanken en soortgelijke sociale voorzieningen weggegeven zuivel: de producten waren anders over de houdbaarheidsdatum gegaan. Ondanks de tegenvallers bereikte Savencia in 2020 een nettowinst van € 78,8 miljoen, 7,1 procent boven het niveau van 2019. De goede resultaten worden door het management verklaard vanuit de sterk gestegen verkoop aan de

retail. Vanwege corona bleven mensen thuis en kozen vaker voor kaas. Zo steeg de verkoop van kaas om te racletten in Frankrijk met 15 procent. Ook geraspte kaas en soortgelijke handige ‘hulpproducten’ bij het koken scoorden opvallend goed.

Verwachtingen 2021 Ongeveer de helft van alle door Savencia in Frankrijk geproduceerde zuivel wordt geëxporteerd. Duitsland is de belangrijkste exportbestemming. Savencia heeft er inmiddels drie dochterondernemingen. Het concern wil vast houden aan de groeistrategie die (ook) in 2020 succesvol bleek. Het succes lijkt bovendien voort te duren. In de eerste maanden van 2021 steeg de kaasomzet van Savencia Fromage met 17,3 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het bedrijf als geheel (kaas en andere producten) zat zo’n 9 procent boven het niveau van begin 2020. De vooruitzichten voor het 65-jarige bedrijf lijken dus goed. Marktanalisten wijzen er wel op dat het groeicijfer met de nasleep van de coronapandemie te maken kan hebben en het dus niet duidelijk is hoe dit zich in de loop van het jaar gaat ontwikkelen. Verder zaten veel andere zuivelproducten van Savencia in het eerste kwartaal van 2021 gemiddeld 0,7 procent in de min. Met daarbij de nog altijd ongunstige wisselkoersen op de valutamarkt in het achterhoofd zullen Axel Bongrain en de zijnen zich zeker nog niet rijk rekenen.

ZuivelZicht augustus 2021

15


B E D R I JF

Arla Foods UK:

Stijgende onlineverkoop versterkt marktpositie De Deense zuivelmultinational Arla Foods levert wereldwijd aan 153 landen. Veruit de belangrijkste afzetmarkt is het Verenigd Koninkrijk. De Britse Arla-dochter blijkt het ook in tijden van corona en brexit goed te doen. Tekst: Hermann-Josef Martin

Ook voor Arla Foods UK was 2020 een turbulent jaar: brexit en corona met verschillende lockdowns. Toch heeft de Britse tak van Arla Foods het vorig jaar gegeven deze omstandigheden prima gedaan. Weliswaar waren de verliezen binnen de sector foodservice groot. De eerste Britse lockdown werd bijvoorbeeld op zo’n korte termijn ingevoerd, dat Arla ervoor koos voor honderden miljoenen aan boter, kaas en melk gratis weg te geven aan voedselbanken. De markt van grootverbruikers kon er op dat moment immers niets meer mee. Het betrof in totaal 838 ton aan zuivelproducten. Tegenover deze verliezen stond echter een sterk gegroeide vraag vanuit de retail. De omzet van Arla UK steeg daardoor naar € 2,38 miljard; dat was 9 procent boven het niveau van 2019.

15.000 documenten extra Verreweg de meeste producten voor de Britse en Noord-Ierse markt betrekt Arla UK uit de regio zelf. Het bedrijf bezit verspreid over Engeland en Schotland tien productielocaties. Daarnaast importeert het zuivelproducten ter

16

ZuivelZicht augustus 2021

Peter Giørtz-Carlsen is als vice-president Europe onder meer verantwoordelijk voor de activiteiten van Arla Foods in het Verenigd Koninkrijk. (Foto: Arla Foods)

waarde van ongeveer € 500 miljoen. De meeste geïmporteerde producten komen uit Denemarken, Zweden en Duitsland. Inclusief die import is Arla Foods UK al jaren marktleider in Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Het bedrijf zal die positie in 2021 behouden, verwacht vice-president Peter Giørtz-Carlsen. De topman maakt wel duidelijk dat de brexit extra inspanningen van het concern vraagt. Arla UK moet bijvoorbeeld per jaar zo’n 15.000 extra douanedocumenten opstellen om aan de regels van de brexit-overeenkomst te voldoen. Denk aan uitvoercertificaten, gezondheidsverklaringen en documenten waar uit blijkt uit welke landen de afzonderlijke grondstoffen komen. Dit treft

bijvoorbeeld de populaire Arla-merken Skyr en Lurpak en de voor Starbucks geproduceerde producten. De extra administratieve lasten liegen er niet om. Daarom onderzoekt Arla UK de mogelijkheden om lokaal te produceren. Recent maakte Arla bijvoorbeeld bekend dat het de sterk groeiende Britse markt voor lactosevrije zuivel vanuit Engeland gaat bedienen. Hiervoor is al een fabriek ten noorden van Manchester uitgebreid. Deze investering vergt € 29 miljoen.

Recordbonus In 2020 leverden bijna 2.300 Britse en Noord-Ierse boeren aan Arla 3,3 miljard liter melk. Dat betekende een stijging van 1,3 procent ten opzichte van 2019.


B E D R I JF

Ondanks die toename kwam Arla UK vorig jaar melk tekort. De vraag naar zuivel in het Verenigd koninkrijk steeg dusdanig, dat Arla de productie van enkele submerken tijdelijk moest staken. Dit trof onder meer de Britse Skyrproductie (-12,9 procent) en Big Milk (volle melk verrijkt met bepaalde voedingsstoffen, -5,1 procent). Al met al draaide Arla UK een prima jaar. De melkveehouders ontvingen een recordbonus van 1,75 (euro)cent per kilo melk.

Interne concurrentie Kijkend naar de capaciteit van de productiebedrijven van Arla UK springen er twee vestigingen uit. Dat zijn de fabrieken in Aylesbury (Buckinghamshire, regio Londen) en Westbury (Wiltshire, ZuidwestEngeland). In Aylesbury verwerkt Arla een miljard liter melk per jaar. Deze fabriek opende in 2014 de deuren en vergde een investering van zo’n € 174 miljoen. Het is een van de grootste zuivelfabrieken ter wereld. Cravendale, een van de markleiders wat betreft verse melk in Groot-Brittannië, komt hier vandaan. De fabriek in Westbury verwerkt jaarlijks zo’n 750 miljoen liter melk. Arla produceert er voornamelijk smeerbare vetten en poederproducten. Het bekendste merk dat hier van de band komt is Anchor. Onder dit succesvolle merk (omzetstijging 2020: 9 procent) valt een breed assortiment van boter en gemengde vetten. Saillant detail: Anchor, de nummer twee van GrootBrittannië wat betreft het segment boter en gemengde vetten, concurreert vooral met een ander Arla-merk:

In Groot-Brittannië lag in 2020 het niveau van Arla’s onlineverkopen 97 procent hoger dan in 2019

Lurpak. Dit merk, dat in 2020 de omzet met 15 procent zag groeien, komt regelrecht uit een Deense Arla-fabriek.

Onlinebusiness in de lift In 2018 kondigde Arla Foods UK aan dat het bedrijf het aandeel van de onlineverkoop binnen de totale verkoop wilde verhogen. Toen was de doelstelling om vanaf het boekjaar 2025 20 procent onlineomzet te realiseren. Mede dankzij de coronapandemie komt dat doel al in zicht. In het boekjaar 2020 verliep 17 procent van de verkoop online. Het niveau van de e-commerce lag daarmee ten opzichte van 2019 in één klap 97 procent hoger. De groei was volgens Arla vooral in Groot-Brittannië uitzonderlijk hoog. Arla’s onlineverkoop steeg nergens anders zo snel. In Denemarken, Zweden en Nederland kwam de groei niet boven de 7 procent uit. In Duitsland verkocht Arla hooguit 1 procent via onlinekanalen.

Vers van het virtuele schap Het succes van de onlinehandel smaakt duidelijk naar meer. Het Deense moederbedrijf kondigde begin 2021 aan dat het op de middellange termijn de ‘Europese marktleider in e-commerce’ voor wat betreft zuivel wil worden. In 2025 zou de onlineverkoop een waarde van minimaal € 600 miljoen moeten vertegenwoordigen. Ter vergelijking: de onlineverkoop van Arla Foods UK in coronajaar 2020 bracht € 487 miljoen in het laatje. Ook zonder lockdowns wil Arla dergelijke resultaten behalen. Om de ambitieuze doelstellingen voor 2025 te halen, voert het concern de onlineactiviteiten verder op. Er zijn extra verkoop- en marketingspecialisten ingehuurd voor de e-commercesector in Groot-Brittannië, Denemarken, Zweden, Duitsland, Nederland en Finland. Daarnaast wil het bedrijf ‘nauwer samenwerken met Europese onlineretailers’. Een belangrijk onderdeel van de onlinestrategie is dat ook verse Arla-merkartikelen zoals melk, yoghurt, boter en kaas, een plek krijgen op de virtuele schappen.

Great things happen! Gecertificeerd voedselveilig!

Wij produceren al 30 jaar kaasplanken van formaat uit het beste Noord Europese vuren.

Prime Quality Cheese Board Panels

LAMICO B.V. Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl

www.lamico.nl


MARK T

Supermarktketen neemt prijsverschil voor haar rekening

Plus-klant krijgt biologische melk voor gangbare prijs In de Plus-supermarkten is de dagverse melk en yoghurt van het huismerk vanaf deze zomer standaard biologisch. Consumenten betalen daar niets extra’s voor, terwijl leveranciers een biologische melkprijs ontvangen. ‘Om de vraag te stimuleren moet je barrières doorbreken.’ Tekst: Bert Kleiboer

Biologisch melkveehouder Gerben Kool en Sepha Smit, unitmanager Vers bij Plus Retail, brengen een toost uit met een glas biologische melk. (Foto: Marnix Schmidt)

18

ZuivelZicht augustus 2021


MARK T

De melk van 1.000 koeien. Dat is volgens supermarktketen Plus het volume van de dagverse melk, karnemelk en yoghurt dat op jaarbasis in haar winkels onder huismerk wordt verkocht. Het gaat om ruim 7,8 miljoen liter. Deze wordt volledig ingevuld met biologische melk. Nu al zijn alle literpakken melk en karnemelk en de yoghurt standaard biologisch. In september volgen de halve liters. De supermarktketen koopt de biologische melk in via leverancierscoöperatie Eko-Holland.

Plus slaat tussensegment over Plus is een supermarktformule van zelfstandige supermarktondernemers. Bij de coöperatieve organisatie zijn 229 supermarktondernemers aangesloten die in totaal 268 winkels hebben. De keuze voor biologisch als standaard voor het huismerk is opmerkelijk. In de sector werken verschillende partijen met aparte melkstromen die ten opzichte van de standaard verdergaan in verduurzaming, maar laagdrempeliger zijn dan biologische landbouw. Voorbeelden zijn On the Way to Planet Proof of Goed voor Koe Natuur en Boer. Plus slaat voor zijn huismerk het tussensegment over. Het grote voordeel van biologisch is dat het een internationaal erkend begrip is, stelt Sepha Smit, unitmanager Vers bij Plus Retail. “Het keurmerk bestaat al meer dan dertig jaar en de voorwaarden zijn vastgelegd in Europese wetgeving. Dat is voor de consument het duidelijkst. Je weet dat de hele keten is getraceerd en dat alles echt goed is geborgd. Het sluit bovendien aan bij de ambities die de Europese Commissie, die met de Farm to Fork-strategie de productie en verkoop van biologische voedingsmiddelen wil stimuleren.”

Zuivel van strategisch belang Op termijn wil Plus een groot deel van zijn huismerkassortiment invullen met biologische producten. De supermarktformule spreekt van een ‘biologische routekaart’. Zuivel is daarbij van strategisch belang. “Uit internationaal

Melkveehouder Gerben Kool: ‘Bevestiging gunstige trend’ Plus presenteerde haar keuze voor biologisch als standaard voor huismerkzuivel op het melkveebedrijf dat Gerben Kool runt samen met zijn vrouw Lisa en zijn ouders. Dit bedrijf, de Adrianahoeve, ligt op het Landgoed Linschoten. Hier begonnen Gerbens ouders in 1985 met een bescheiden melkquotum (140.000 liter). Vrijwel vanaf het begin was het bedrijf biologisch. “De manier van werken sprak mijn vader aan en vanwege de hogere melkprijs per liter was het op dat moment economisch gezien ook het meest voor de hand liggend”, aldus Kool. Het familiebedrijf heeft zich in 35 jaar tijd stevig ontwikkeld. De veestapel nam toe van ongeveer dertig naar tweehonderd melkkoeien. De afzet van de melk loopt via coöperatie Eko-Holland. Kool is lid van het bestuur. Wat vindt Kool van het feit dat Plus de biologische melk relatief goedkoop aanbiedt bij consumenten? “Ik zie het als een positief gebaar. Dit brengt biologische melk onder de aandacht van een grotere groep mensen en door de prijs niet te verhogen is de drempel voor de consument een stuk lager. Dat biedt kansen voor groei van de markt.” “Eko-Holland ziet de markt voor biologische melk in Nederland positief in. Er zijn steeds meer signalen dat de markt zich verder ontwikkelt en de keuze van Plus is een bevestiging daarvan. In deze tijd, waarin de melkveesector onder druk staat, is dat goed nieuws.” Is hij niet bang dat de lagere prijs voor de consument op termijn wordt doorberekend naar het melkgeld voor de boer? “Plus is commercieel genoeg om te zorgen voor hun eigen verdienmodel. Maar ik ben er niet bang voor dat ze ons onder druk zetten. Wij hebben de afspraken gemaakt op basis van vertrouwen. Het is de rol van Eko-Holland, als boerencoöperatie, om ervoor te zorgen dat we een eerlijke prijs kunnen vragen.” Sepha Smit van Plus Retail verwijst naar eerdere voorbeelden van blijvende verduurzaming in het standaardassortiment, die volgens haar laten zien dat Plus een betrouwbare partner is. “We zijn in 2010 overgaan op volledig Fairtrade bananen en sinds 2012 verkopen we uitsluitend vrije-uitloopeieren met het Beter Leven keurmerk 2-sterren. Steeds heeft Plus de meerprijs zelf betaald.”

onderzoek blijkt dat zuivel de categorie is waar consumenten het eerst mee pionieren als ze interesse hebben voor biologisch. Daarna komen groente, fruit en eieren, vervolgens de gele vetten en daarna de overige boodschappen.” De klanten blijven voor de biologische melk van het huismerk dezelfde prijs betalen. Dat betekent dat Plus genoegen neemt met een kleinere marge, want de kostprijs van biologisch is hoger. “Om de vraag te stimuleren moet je barrières doorbreken”, zegt Smit. “Prijs is zo’n barrière. Dat blijkt uit allerlei onderzoeken. Consumenten zeggen wel dat ze een bepaalde voorkeur hebben, maar nemen vaak toch een ander besluit als ze voor het schap staan.” Plus hoopt met deze stap succes te boeken bij de, zoals zij het noemt, ‘lichtgroene’ consument. “Er is een

beperkte categorie consumenten die consequent biologisch kopen. Daarnaast bestaat een grote groep mensen die af en toe biologisch kopen. Die groep groeit; zeker in het afgelopen anderhalf jaar was dat merkbaar. Door de coronacrisis zijn mensen bewuster gaan consumeren. Daarom is het nu een goed moment voor deze stap.”

Signaal naar veehouders Met het aanbieden van biologische melk voor een gangbare prijs wil de retailer ook een signaal afgeven aan de veehouderij. “Boeren die overwegen om te schakelen naar biologisch ervaren dit als een mentale steun. Wij willen laten zien dat we echt stappen willen zetten. Soms volg je de trend, soms wil je een keer je nek uitsteken.”

ZuivelZicht augustus 2021

19


Analyse A-Insights

Prijs Duitse kaasexport herstelt bij gematigd volume A-Insigths (eerder bekend als Annual Insight) gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. In deze maandelijkse rubriek neemt het de lezer mee in hoe de groeiende hoeveelheid gebruikt kan worden bij het beter begrijpen van ontwikkelingen binnen de zuivelmarkt. Deze maand: de kaasexport van Duitsland. Tekst: Mathieu Geuskens

De Duitse export van Nederlandse kazen (Gouda, Maasdam, Edam) is in 2020 licht gestegen ten opzichte van 2019. Met een exportvolume van 312.000 ton

20

ZuivelZicht augustus 2021

realiseren onze oosterburen een volumestijging van 1,2 procent, waarbij een lichte prijsdaling ervoor zorgde dat de waarde van de export iets minder

sterk toenam (met 0,9 procent). Duitsland wist te profiteren van een toegenomen vraag uit Nederland en Japan, terwijl de export naar Italië en Spanje sterk onder druk stonden. Naast de toename van de export van Gouda, Maasdam en Edam zag Duitsland het volume van het belangrijkste exportproduct, mozzarella, met 3 procent toenemen, waarbij een evenredige prijsdaling ervoor zorgde dat de exportwaarde stabiel bleef.

Tegengestelde trend De Duitse prijsstijging is een tegenstelling van de trend die de Nederlandse


MARK T

export in coronajaar 2020 doormaakte: waar het volume van de Nederlandse export met 1,2 procent lager ligt, draagt een hogere prijs bij aan een stijging van 2,1 procent voor de waarde van de export. Een nadere analyse leert dat de Duitse export na een sterk herstel in de maanden mei, juni en juli onder druk stond in het najaar. Duitsland profiteerde in de zomermaanden van een toegenomen vraag naar hun relatief goedkope producten, opvallend genoeg voornamelijk vanuit Nederland. Vanaf september stond de export echter weer sterk onder druk (-14 procent ten opzichte van een jaar eerder), onder andere door een normalisering van de Nederlandse vraag en door een afname van de vraag vanuit Italië en Spanje. Deze druk op de export is opvallend, aangezien een groot deel van de

belangrijkste exportmarkt, de Europese markt, in deze maanden vergelijkbare effecten ervoer van coronamaatregelen als tijdens de zomer. Een deel van het volumeverlies werd goedgemaakt in december, toen het land maar liefst 21 procent meer Gouda, Maasdam en Edam exporteerde dan het jaar daarvoor. Nederland wist in dezelfde periode met een jaar eerder vergelijkbare volumes te exporteren, wat aangeeft dat Nederland een groter stuk van de gekrompen markt bediende in deze maanden.

Geringere volumes Na de sterke exporttoename in december 2020 ziet zowel Duitsland als Nederland de export afnemen in januari van dit jaar. Beide landen herstellen hier in februari en maart van, waarbij vooral Duitsland sterke groei vertoont en hogere volumes

exporteert dan voor het losbarsten van de coronacrisis een jaar eerder. In april ziet Duitsland de groei verdampen, en exporteert het land slechts 1 procent meer dan in dezelfde maand in 2020 en 8 procent minder dan in april 2019, voor de uitbraak van corona. Wel zien beide landen de prijsniveaus herstellen naar het niveau van voor corona: met een gemiddelde exportprijs van € 3,24/kg in april weet Duitsland significant hogere prijzen te realiseren dan gedurende 2020 (gemiddeld € 3,06/kg). De toekomst zal leren of dit prijsherstel zich doorzet, en of de Duitse export verder aantrekt nu de vaccinatiegraad in de afzetmarkt blijft stijgen en verdere versoepelingen mogelijk lijken. Mathieu Geuskens is zuivelanalist bij A-Insights (eerder bekend als Annual Insight).

Duitse en Nederlandse exportvolumes en -prijzen van Gouda, Edam en Maasdam.

Verandering exportvolume Gouda, Maasdam en Edam ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.

ZuivelZicht augustus 2021

21


MARK T

Outlook: mondiale productie naar 1.000 miljoen ton per jaar

Wereldwijde melkproductie groeit stevig door In het komende decennium jaren passeert de wereldwijde zuivelsector de productiegrens van 1.000 miljoen ton per jaar. Dat voorspellen de OESO en FAO in hun nieuwe agrarische outlook. De voorziene productie is een mijlpaal die de al decennia aanhoudende groei markeert. En die stijging houdt de komende tien jaar aan, aldus de prognose, die deze keer wordt beïnvloed door een mondiale crisis: de Covid-19-pandemie. Tekst: Bert Westenbrink

22

ZuivelZicht augustus 2021


MARK T

economieën en lage-inkomenslanden, schrijven de organisaties. Voor de zuivelsector gaan ze uit van een iets hoger jaarlijks groeipercentage: 1,7 procent. Daarbij wordt met name gekeken naar India en Pakistan die de komende tien jaar meer dan de helft van de groei van de wereldmelkproductie voor hun rekening zullen nemen. In 2030 zijn ze goed, aldus de prognose, voor 30 procent van de wereldproductie. In de Europese Unie zal de productietoename lager zijn dan het mondiale groeipercentage met als oorzaken de omslag naar een duurzamere productie en tragere groei van de binnenlandse vraag. Met een jaarlijks groeipercentage van 1,7 procent verwachten OESO en FAO een iets lagere groei dan hun prognoses in hun vorige twee outlooks. Het gemiddelde groeipercentage voor de prognoseperiode 2011-2020 werd geraamd op 1,9 procent, iets minder dan de 2,1 procent in het voorgaande decennium.

het komende decennium het prijsverschil tussen boter en magere melkpoeder, de belangrijkste referentieprijzen, kleiner zal worden. In het afgelopen decennium steeg vanaf 2015 de prijs van boter explosief, een gevolg van de toegenomen vraag naar melkvet en de interventie van de Europese Unie voor magere melkpoeder. Voor de komende tien jaar zal de mondiale vraag naar magere melkpoeder groter zal zijn dan die naar melkvet, verwachten OESO en FAO. Het sterk opgelopen prijsverschil zal afvlakken: de boterprijs die in het coronajaar 2020 al daalde door het wegvallen van de vraag uit de horecasector, zal de komende jaren ‘gematigd’ dalen en de prijzen van magere melkpoeder zullen gedurende de hele projectieperiode ‘in reële termen’ stabiel blijven. De wereldprijzen voor volle melkpoeder en kaas zullen naar verwachting worden beïnvloed door de prijsontwikkelingen voor boter en magere melkpoeder, aldus de prognose.

Te behoudend

In de Europese Unie zal de melkproductietoename lager zijn dan het mondiale groeipercentage, vanwege de omslag naar een duurzamere productie en een tragere groei van de binnenlandse vraag. (Foto Shutterstock)

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) publiceerden in de agrarische vooruitzichten voor 2021-2030 in juli. In de prognose schetsen de organisaties trends in landbouw en voeding en verwachte ontwikkelingen in de markt. In het komende decennium zal de mondiale landbouwproductie naar verwachting met 1,4 procent per jaar toenemen, waarbij de extra productie voornamelijk zal worden geproduceerd in opkomende

Met hun groeiprognose waren beide organisaties in hun agrarische outlook 2011-2020 iets te behoudend. In 2011 werd er 745,5 miljoen ton aan melkequivalenten geproduceerd, in 2020 was dat 906,2 miljoen ton. Dat is een toename van 160,7 miljoen ton en dat is ruim 7 miljoen ton méér dan de prognose in 2011 (153 miljoen ton). Nu voorzien OESO en FAO een groei van 114 miljoen ton in tien jaar en staat de teller in 2030 op 1.020 miljoen ton. Ergens dit decennium wordt de grens van 1.000 miljoen ton gepasseerd. Het mondiale verbruik van verse zuivelproducten per hoofd van de bevolking zal het komende decennium naar verwachting met 1,2 procent per jaar toenemen, iets meer dan in de afgelopen tien jaar, schrijven de beide organisaties. Voor de consumptie van vaste melkbestanddelen en verwerkte zuivelproducten (melkpoeder, boter, kaas) wordt geen groeipercentage afgegeven, wel dat deze regionaal sterk zal variëren.

Prijsverschillen Voor wat betreft de prijsontwikkeling van zuivel voorzien de organisaties dat

In het afgelopen decennium steeg vanaf 2015 de prijs van boter explosief Tien jaar geleden voorzagen beide organisaties de historische explosieve stijging van de boterprijzen niet; wel werd voorspeld dat de export van boter wereldwijd (verder) zou toenemen en dat boterprijs zou verbeteren ‘overeenkomstig de stijging van de prijzen van andere vetten en oliën’.

Corona In langjarige vooruitzichten kan niet worden geanticipeerd op onverwachte calamiteiten, zoals de Covid-19pandemie die in 2020 plots de wereld veranderde. Hoewel de zuivelsector tijdens de pandemie bijzonder veerkrachtig is gebleken, kan de nasleep van mondiale coronacrisis de sector de komende jaren structureel beïnvloeden, stellen OESO en FAO. De wijze waarop regio’s wereldwijd zich herstellen van de pandemie loopt sterk uiteen en zal

ZuivelZicht augustus 2021

23


MARK T

van invloed zijn op consumptiegewoonten, geraamde inkomensniveaus en toeleveringsketens. Allemaal factoren die van invloed zijn op de vraag naar zuivelproducten en tot blijvende veranderingen kunnen leiden in de zuivelconsumptie, aldus de outlook. Zo kan er een verschuiving optreden in consumentengedrag (blijvend meer thuis koken en bakken), wat gevolgen zal hebben voor de afzet van zuivelproducten zoals kaas, die vaak buitenshuis worden geconsumeerd (in hamburgers, pizza’s et cetera).

Gezonde voedingsmiddelen Ook moet rekening worden gehouden met bbp’s die lager uitvallen dan de niveaus waar voor de coronacrisis nog mee werd gerekend in prognoses. Als de stijging van de inkomens stagneert is dat van invloed op de groei van de zuivelconsumptie. OESO en FAO voorzien dat met name de inkomens van de armere huishoudens onevenredig hard zullen worden getroffen. “Vooral in Centraal-Azië, Indonesië en de minst ontwikkelde Afrikaanse landen.” Een trend die mogelijk ook wordt gestimuleerd door de pandemie is een groeiende belangstelling voor voedingsmiddelen die consumenten als gezond beschouwen. De ontwikkeling was er al, maar werd voor wat betreft zuivel vooral gevoed door zorgen over de milieu-impact van zuivelproducten. Het leidde tot een sterke groei van de consumptie van zuivelvervangers, zoals amandel- en sojadranken, maar ook die producten roepen inmiddels vragen op over hun milieuduurzaamheid. In hun prognose houden OESO en FAO al met al een slag om de arm en stellen dat er voor de langere termijn onzekerheid is over de impact van

Wereldmelkproductie • Wereldmelkproductie groeit tot 2030 jaarlijks 1,7 procent • Sterke toename verwacht in India en Pakistan • Groeitempo in EU blijft achter

24

ZuivelZicht augustus 2021

Ontwikkeling van de wereldmelkproductie volgens de OESO/FAO.

plantaardige zuivelvervangers op de vraag naar zuivel. Tien jaar geleden werd in de outlook tot 2020 de toenemende bezorgdheid van de consument over gezondheid en voeding ook gesignaleerd. “Een belangrijke kwestie voor de toekomst, die de zuivelsector kansen maar ook uitdagingen biedt”, schreven OESO en FAO in 2011. Toen stonden verzadigde vetten (die ook betrekking hadden op bepaalde zuivelproducten) ter discussie, zoals dat overigens ook het geval was in de outlook van 1990 en 2000. Die publieke opinie wijzigde voor melkvet in het afgelopen decennium, mogelijk door nieuwe studies over de gezondheidsvoordelen, met een niet voorziene wijziging in het consumptiepatroon en de stijging van de melkvetprijzen tot gevolg.

Handel Het komende decennium kunnen, naast ontwikkelingen als almaar strengere milieuwetgeving voor de melkproductie in verschillende regio’s en de klimaatverandering (droogte, overstromingen, ziektes), wijzigingen in het handelsklimaat de handelsstromen aanzienlijk beïnvloeden, schrijven OESO en FAO. Het nieuwe handelsakkoord tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada, USMCA (United States-Mexico-CanadaAgreement) zal van invloed zijn op de

handelsstromen in Noord-Amerika, aangezien de leden meer toegang krijgen tot de binnenlandse zuivelmarkten. Verder is het afwachten hoe de nieuwe handelsrelatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie zich ontwikkelt. Voorts, schrijven OESO en FAO, zullen landen als Polen, Oekraïne en met name Wit-Rusland zich als belangrijke spelers op de wereldmarkt kunnen ontpoppen vanwege hun gunstige landbouwcondities. En wat doen India en Pakistan? Verwacht wordt dat de sterke melkproductiegroei in beide landen geheel en al nodig is om aan de groeiende binnenlandse vraag te kunnen voldoen, zodat ze zich ook de komende tien jaar niet op de wereldzuivelmarkt laten zien als belangrijke spelers. In 2011 zag de zuivelwereld er anders uit. China speelde in de decennium-outlook van 2011 een sleutelrol in de prognoses voor de handel, productie en export. Ook dat was met name een gevolg van een calamiteit: het melamineschandaal in 2008 dat het vertrouwen van de Chinese consumenten in de eigen zuivelproducten (babyvoeding) ernstig schaadde. Het leidde tot een spectaculaire toename van de invoer van melkpoeder door China en OESO en FAO voorzagen in hun outlook dat die invoer ‘slechts langzaam zal afnemen’. Hetgeen ook zo was.


MARK TCIJFERS

WZK h d/ DĞůŬĂĂŶǀŽĞƌ ŵŽŶĚŝĂĂů (jan’ 21 - mei ’21, % t.o.v. ’20) EU-27

ƵŝǀĞůƉƌŽĚƵĐƚŝĞ h (jan’ 21 - mei ’21, % t.o.v. ’20) x 1.000 ton

-0,2%

Duitsland ǁĂĂƌǀĂŶ͗ ƵŝƚƐůĂŶĚ

5.000

-1,9%

Frankrijk &ƌĂŶŬƌŝũŬ

-1,9%

Nederland EĞĚĞƌůĂŶĚ

+2,9%

4.000

-1,6%

Verenigde Staten

+2,3%

Nieuw-Zeeland

+5,7%

Verenigd Koninkrijk

3.000

+0,9%

Argentinië

+4,3%

Australië

+0,8%

Wit-Rusland

2.000

+1,8%

Uruguay

+5,9% 0

-1,2%

1.000 15

30

45

-3,9%

60 75 x miljard kg

-12,0% 0

Totaalvolume in de periode januari-mei 2021: 132,3 miljard kg (+1,3%).

Kaas

Boter

NMMP

MMP

WZ/: E 'ĞŵŝĚĚĞůĚĞ h ŵĞůŬƉƌŝũƐ (jun ’21 t.o.v. mei ’21, in %) euro per 100 kg

EĞĚĞƌůĂŶĚƐĞ ŶŽƚĞƌŝŶŐĞŶ ;ƚŽƚ ĞŶ ŵĞƚ ǁĞĞŬ Ϯϵ ϮϬϮϭͿ 700

37 2019

2020

36

euro per 100 kg MMP

2021

Boter

600

+0,6% 500

35 400

jul-21

jan-21

jul-20

jan-20

jul-19

dec

jan-19

jan

jul-18

100 jan-18

32

jul-17

200 jan-17

33

jul-16

300

jan-16

34

yWKZd tĞƌĞůĚŚĂŶĚĞů (jan’ 21 - apr ‘21, % t.o.v. ’20)

EĞĚĞƌůĂŶĚƐĞ ĞdžƉŽƌƚ Melkequivalenten

Waarde

x 1.000 ton NMMP

+6%

MMP

+3%

5.000

3.500

4.000

Kaas

1.424

1.375

3.000 +4%

863

778

1.735

1.831

1.400 2.847

3.150

1.000 Boter en -olie

2.800 2.100

2.000

x miljoen euro

700

-6% 0 0

Bron: ZuivelNL

200

400

600

800 1.000 x 1.000 ton

0 jan-apr '20 jan-apr '21 EU

Derde landen

jan-apr '20 jan-apr '21 EU

Derde landen

www.zuivelnl.org

ZuivelZicht augustus 2021

25


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat

veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid

Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.

Meer weten? Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200

Kijk op actemium.nl

IN- EN VERKOOP TANKS

LUCHTBEHANDELING

KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW



Tel 0522-463684

info@koster-nl.com

www.koster-nl.com

Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen

Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.