V I SI E
Renaat Debergh, BCZ: ‘Belangrijk is inspanningen te blijven leveren’
Vlaamse melkveehouderij reduceert broeikasgassen fors De Vlaamse melkveehouderij is er de afgelopen jaren in geslaagd de uitstoot van broeikasgassen fors te verminderen. “De sector heeft al heel wat stappen gezet, maar het is uiterst belangrijk om inspanningen te blijven leveren”, stelt Renaat Debergh van de Belgische zuivelorganisatie BCZ. Om de emissies verder terug te dringen is een convenant opgesteld. Aandachtspunten daarin zijn de veevoeding en het bedrijfsmanagement. Tekst: Yves De Groote
Volgens een recent onderzoek van de universiteit van Leuven verminderde de koolstofvoetafdruk van de Vlaamse melk in de periode 2000-2019 tot 0,93 kilogram CO2-equivalenten (-30 procent). “De levenscyclusanalyse (LCA) voor de bepaling van de CO2emissies is gebaseerd op de methodologie van de International Dairy Federation”, weet Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van Belgische zuivelorganisatie BCZ. Eerdere berekeningen over de CO2uitstoot van Vlaamse melkveebedrijven, in 2000, 2009 en 2014 werden uitgevoerd door andere instanties: consultancybureau ERM en UGent. Voor elke vorige studie actualiseerden de onderzoekers van de KU Leuven waar nodig de database. Wanneer de CO2-emissie van een ingrediënt bijvoorbeeld vroeger niet en nu wel bekend is, dan werd dat nu toegevoegd. De cijfers voor de verschillende jaren zijn: 1,31 kg/l (2000); 1,10 kg/l (2009); 0,98 kg/l (2014) en 0,93 kg/l (2019).
Uniforme methode Voor Debergh zijn vooral de evolutie
6
ZuivelZicht augustus 2021
Ongeveer 96 procent van de Belgische melkveehouders, waaronder Wim Verbreuken en Petra Thys van boerderij De Laerhoeve, neemt vrijwillig deel aan deze duurzaamheidsmonitor. (Foto: De Laerhoeve)
in de cijfers en de uniforme methode voor de berekening belangrijk omdat ze zo goed vergeleken kunnen worden. “Het is duidelijk dat de inspanningen van de melkveehouders om de efficiëntie en duurzaamheid op hun bedrijf te verbeteren hun vruchten afwerpen. Om die reden behoort onze zuivel ook tot de absolute wereldtop.” De resultaten van de Vlaamse melkveehouders zijn te danken aan een aantal factoren. Debergh: “Enerzijds steeg de productie per koe, door nauwere afstemming van het voeder op de koe, verbeterde genetica, bredere inzet op preventie van dierziekten et cetera. Anderzijds wordt er binnen de voeding van de koe steeds meer gefocust op circulariteit, door benutting van restproducten uit de voedingsindustrie, zoals
perspulp, bierdraf en koolzaadschroot. Als sector zijn er al heel wat stappen gezet, maar het is uiterst belangrijk om inspanningen te blijven leveren. Zo zal via individuele opvolging van de melkveebedrijven, advisering en de uitrol van extra maatregelen in het kader van Convenant Enterische Emissies Rundvee 2019-2030 de voetafdruk van Vlaamse melk nog verder verkleinen. Vijftien organisaties, waaronder de hele zuivelketen en haar partners zoals boeren- en landbouworganisaties, stellen in het convenant als doel het verder terugdringen van de methaanuitstoot die ontstaat bij het spijsverteringsproces – enterische methaanemissies – met 19 procent in 2030 ten opzichte van 2005. De focus in het convenant ligt op maat-