Klare lijn & de kunst

Page 1

Broos Stoffels




Bachelorscriptie Ambroos Stoffels 3 Beeldende Kunst Grafisch Ontwerp Academierjaar 2012 – 2013 Promotor: Jeroen Laureyns Copromotor: Peter Van De Cotte


KLARE LIJN & DE KUNST



Inhoudstafel

8 Inleiding

1. De Klare Lijn

11 Definitie en afbakening

12 Techniek, Proces & Inhoud

15 Tijdsgenoten

21 De Amerikaanse “Concurrentie”

2. Oorsprong

23 Hergé: inspiratie en bronnen

27 Ukyo-e

27 Modernisme in Europa

33 Hergé en de Japanners

34 Pop-Art

35 Hergé de Kunstkenner

3. Invloed & Verwantschappen

39 Nutteloos Absurdisme

43 Modernistisch Ontwerp

Hedendaags ontwerp

49

Modern Grafisch Ontwerp

53

Moderne Illustratie

59

De infografische taal van handleidingen,

patenten & cartografie

71

Uitsmijter: Kunst in Strip/Strip in Kunst

73 Conclusie

75 Bibliografie


Inleiding Strips zijn een vorm van kunst voor mij. Als kind las ik er massa’s en vele albums ook meer dan 1 keer. Mijn eigen collectie is beperkt tot de echte kinderstrips. Gelukkig bezit mijn vader alle albums van Kuifje en Asterix. In het begin las ik deze strips vooral visueel, in tegenstelling tot Suke & Wiske werd er in Kuifje veel gepraat wat betere en diepgaandere scenario’s opleverde maar de goedgevulde tekstballonnen schrikten mij ook af. Pas later begon ik de teksten ook echt te lezen en nog later kon ik alles verstaan. Op die manier heb ik elk album van Kuifje minstens al 10 keer gelezen maar ook vandaag blijf ik ze lezen. Hoewel ik de verhalen van buiten ken blijven ze boeien door de geweldige tekeningen en goede plots. Per boek dat ik lees, lees ik zeker vier strips. Naast Kuifje zijn dat vooral graphic novels, een vrij recent medium waar vaak zowel letterlijk als figuurlijk buiten de hokjes van het stripverhaal wordt gedacht. De graphic novel biedt een goed verhaal en vaak ook veel meer diepgang dan de gewone strip. Dit medium is er in geslaagd literatuur met illustratie te vermengen en vooral ook om de strip het juiste, en hogere aanzien te geven die het verdient en te verheffen van de vloek dat het enkel tot vermaak van kinderen kan dienen. De algemene opvatting dat strips louter kindervermaak zijn, is wel eerder een Vlaams fenomeen dat men minder terugvindt in de Angelsaksische of Franstalige leescultuur. Hoewel Hergé’s tekeningen realistisch zijn spreken ze ook tot de verbeelding. Kuifje doet dromen van verre reizen en avontuur. Het eeuwige jongensachtige van deze held vind ik geweldig en streef ik zelf ook na in mijn werk. De tekeningen intrigeren me doordat Hergé zoveel laat gebeuren in 1 klein vakje van het stripverhaal. Hij kan als geen ander een prachtig landschap oproepen met enkele lijnen en een personage een emotie geven met diezelfde, eenvoudige lijn.

Inleiding

| 8


Die duidelijke beeldtaal spreekt me ook aan in grafisch ontwerp. Ik kijk op naar ontwerpen die met enkele lijnen een verhaal kunnen vertellen. Ontwerpen die door simpele elementen een grappig of slim beeld opleveren. Ontwerpen die de essentie vatten. Dat is geen gemakkelijke opgave, het is heel moeilijk om overbodige details op te sporen en weg te laten, en om in te zien wat structureel en essentieel is en wat niet. Deze pure beeldtaal zien we op het vlak van grafisch ontwerp vooral in logo’s. Een logo poogt met één teken te vertellen waar een hele organisatie voor staat. In deze scriptie beperk ik me echter niet tot logo’s, ik ga op zoek naar de klare lijn in andere communicatievormen zoals posters, boeken, handleidingen en patenten, een medium waarvan instructie de basis is en duidelijkheid bijgevolg de norm. De manier waarop ontwerpers informatie vormgeven vind ik zeer interessant. Droge materie boeiend maken met een goed ontwerp is een vak op zich. In deze scriptie vertrek ik van de klare lijn als grafisch element en zoek verwantschappen in de kunst -en ontwerpwereld. Ik probeer ook te achterhalen waar de klare lijn vandaan komt. Wie zijn de voorlopers van Hergé en waarop inspireert hij zich. Ook onderzoek ik de klare lijn vandaag, in de 21ste eeuw. De verwantschappen die ik zie toon ik vooral in de beelden zelf, verwacht dus een scriptie waar beeld wordt afgewisseld met tekst.

uit: The Selected Works of T.S. Spivet — Reif Larsen

9 |

inleiding


Kuifje in Amerika — Hergé, ingekleurde versie uit 1945


1. De Klare Lijn Definitie en afbakening De klare lijn is de term die we gebruiken om de stijl van de striptekenaar Hergé te definiëren. Deze term ontstond in 1977 naar aanleiding van de expo Kuifje in Rotterdam die door de Rotterdamse Kunststichting was georganiseerd. Bij de expo werden in plaats van een catalogus vier boekjes uitgegeven die door tekenaar Joost Swarte werden vormgegeven. De laatste uitgave in deze reeks droeg de titel De Klare Lijn waarmee Swarte dus voor het eerst deze stijl definieerde. Klare lijn of Ligne Claire is een tekenstijl waarbij aan elke lijn een gelijk gewicht wordt gegeven. Deze zijn heel helder en vrij dik, zo wordt enkel de essentie in beeld gebracht. Wat ook betekent dat voor –en achtergrond gelijkwaardig worden want ze krijgen evenveel aandacht van de tekenaar. De lijntekeningen worden vaak egaal ingekleurd zonder aandacht de hebben voor de textuur van het materiaal. Dit biedt vele vertelmogelijkheden voor de strip. Door objecten of personages in de verte even duidelijk af te beelden kan je gemakkelijk relaties en linken in een verhaal stoppen met de omgeving en dus niet enkel tussen de figuren die prominent in beeld staan. De klare lijn maakt Hergé’s werk heel toegankelijk, zowel kinderen als volwassenen genieten ervan. Het biedt dankzij actuele thema’s, woordspelingen en humor voor ieder een eigen analyse-niveau hoewel Hergé donkere thema’s als criminaliteit en corruptie niet schuwt. Dat is een kracht van Hergé’s werk, de angsten van het publiek omzetten in visueel genot. Zo probeert Kuifje in Kuifje in Amerika enkele Amerikaanse gangsters te ontvluchten door via het raam naar het naastliggende te klimmen langs de voegen van de muur. Door het geometrische perspectief levert dit een geweldig beeld op, maar het is ook zeer angst – en duizelingwekkend. 11 |

Op het beeld zien we Kuifje die tekenaars de klare lijn onderwijst, Joost Swarte is één van hen.

De klare lijn


Techniek, Proces & Inhoud Hergé wou Kuifje´s avonturen in een reële wereld laten beleven en keerde de in die tijd gebruikelijke cartoonstijl van de krantenstrip de rug toe. Kuifje werd oorspronkelijk gepubliceerd in Le Petit Vingtième, de wekelijkse jeugdbijlage van de katholieke krant Le Vingtième Siècle. De stripkunst is verbonden met de vooruitgang van de druktechniek, in die tijd kon er enkel in zwart-wit worden gedrukt en minder gedetailleerd dan nu. Hergé wist dat en tekende Kuifje als krantenstrip in een duidelijke contourlijn. De beperkte mogelijkheden van die lijntekeningen buit hij ten volle uit in zijn werk Hergé tekende vele poses naar het leven en ging op reis of naar musea om zijn locaties en decors zo juist mogelijk te kunnen weergeven. Voor het maanavontuur liet hij een schaalmodel van de raket maken om er zeker van te zijn dat de tekeningen klopten. Hij had zelfs een vliegtuigexpert in dienst die erop toezag dat alle details van de talloze vliegtuigen in de albums klopten. Een Kuifje-album kostte veel voorbereiding maar leverde dan ook realistische decors en personages op. In zijn eerste albums beantwoordden Hergé’s decors vaak aan het karikaturale beeld dat men in de jaren 20 heeft: Afrikanen zijn achterlijk en bijgelovig en de Amerikanen kapitalisten. Wanneer Kuifje zijn eerste avontuur in het Verre Oosten beleeft vreest men ook dat Hergé in de clichés zal vervallen. Maar vanaf De Blauwe Lotus komt er verandering in Hergé’s stijl. Zijn personages krijgen meer diepgang en de scenario’s zijn zorgvuldiger opgebouwd. Kuifje valt niet meer van de ene hachelijke situatie in de andere zoals in de voorgaande strips. Deze verandering heeft ook te maken met het feit dat Hergé Kuifje niet meer dagelijks op een halve pagina moest publiceren en dus een gag moest voorzien, hij kreeg de kans om meerdere pagina’s per week te publiceren en kon op die manier een evenwichtiger en rustiger verhaal opbouwen. Hergé’s vriend Tchang Tchong-Jen speelt hierin ook een grote rol. Hergé ontmoet deze jonge kunststudent op 27-jarige leeftijd en krijgt door hun gesprekken een goed beeld van de Chinese cultuur. Tchang moedigt Hergé ook aan om realistischer en levendiger te tekenen. De klare lijn | 12


Bron: Duplan, Alain: Un vrai trait de génie in Le Temps, Samedi 8 septembre 2012

1

Aan één pagina ging een hele reeks voorbereidende schetsen vooraf — zie reeks onderaan. Hoewel Hergé’s strips makkelijk lijken getekend, zijn ze het resultaat van een reeks uitgepuurde voorschetsen. Hergé legt het uit als volgt: “Je dessine furieusement, rageusement, je gomme, je rature, je fulmine, je surcharge, je m’acharne, je jure (…). Il arrive même parfois que, à force de revenir sur une attitude, je perce le papier”1

Luc Sante is een Belgische schrijver en criticus die in New York leeft en werkt. Hij heft al verschillende boeken geschreven en schrijft frequent voor de New York Review of Books.

2

Het grafisch talent van Hergé is uitzonderlijk. Elk object dat hij in beeld brengt krijgt even veel aandacht waardoor het als het ware een model wordt voor de lezer. Luc Sante2 omschrijft het als volgt: 3 Oud-Griekse “ Wat Hergé deed is even serieus en eindeloos toepasbaar als geowiskundige die in 300 v. Chr. met de metrie. (…) Hij is niet de Rembrandt, Da Vinci of de Cézanne van de Elementen het meest 3 strip, hij is de Euclides.” invloedrijkste werk in de geschiedenis van de wiskunde schreef.

Proces van een reeks voor het album Kuifje & de Picaro’s

13 |

De klare lijn


Jopo de Pojo — Joost Swarte


Tijdsgenoten Hergé staat echter niet alleen. Na de Tweede Wereldoorlog is er een ware boom in de stripwereld. De modernisten gebruikten de klare lijn als stijl om maatschappijkritische verhalen te vertellen en maakten dus komaf met het heldenavontuur als oorspronkelijke functie. In de jaren 50 ontstond er in de stripwereld in een dynamische tekenstijl, atoomstijl genaamd. Genoemd naar het atomium dat voor de wereldexpo van 1958 werd gebouwd. De stijl beeldt de dynamiek van de Belgische strip en het gevoel van optimisme uit die tijd uit. De atoomstijl kreeg echter pas in 1977 zijn naam. Die kwam wederom van Nederlander Joost Swarte die eerder dat jaar de klare lijn al had gedefinieerd. Hij noemde deze stroming voor het eerst bij naam tijdens een satirisch interview met het tijdschrift Tante Leny Presenteert.4 — zie beeld Joost Swarte werd zich ervan bewust dat er na de klare lijn een nieuwe stroming ontstond tot welke hij zelf behoorde. In de jaren 60 en 70 ontdekte hij de undergroundbladen waar onder andere tekenaar Robert Crumb in publiceerde. De dan gangbare thema’s sex, drugs en rock ’n roll waren daarin geen taboe. Swarte creëerde een antiheld met zijn stripfiguur Jopo de Pojo, die met zijn enorme vetkuif en pofbroek duidelijk van Hergé’s Kuifje is geparodieerd. Swarte gebruikte elementen uit verschillende tijdperken. Designmeubels uit de jaren 50, jukeboxen, abstracte en kubistische schilderijen kwamen allemaal aan bod in zijn werk. Dit is typisch voor een modernistische ontwerper. Hij houdt ervan om terug te grijpen naar oudere iconen en om verschillende stijlen te vermengen. Zoals eerder vermeld is de klare lijn het grootste vertrekpunt van de atoomstijl. Swarte vat elk element in een essentiële lijn maar voegt meer details toe die zijn tekeningen iets menselijker en imperfecter maken. Gemorste drankjes of suïcidale katten komen voor naast zijn rebelse personages. Dit staat in schril contrast met idealiserende Kuifje die als reporter de wereld gaat redden. 15 |

Alternatief striptijdschrift uitgegeven in de jaren ’70. Het artikel werd vormgegeven door Joost Swarte

4

De klare lijn


Moebius


Een pionier van de atoomstijl is Ever Meulen (°1946). Hij gaat het origineelst om met de stromingen van zijn tijd. Met een bijzondere elegantie weet hij met enkele simpele lijntrekken een heel gestileerd realisme op te trekken. Met zijn grafische en dynamische taal en een bijzondere aandacht voor de kleinste details kan hij typografie en beeld perfect combineren. Buiten Ever Meulen spelen in België enkele andere tekenaars een belangrijke rol in het ontstaan van de atoomstijl. Jijé, Franquin, Will, Jidehem en Maurice Tillieux zijn verenigd in de Marcinelle school. Dit collectief is een grote tegenhanger van de Brusselse school waar onder andere Hergé toe behoort. Ze willen het modernisme omarmen na de tragedie van de tweede wereldoorlog. In tegenstelling tot Hergé’s heldere tekenstijl teken ze veel cartoonesker en willen ze vooral beweging en expressie weergeven. Ook Frankrijk kreeg met Yves Chaland, Ted Benoit en enkele anderen versies van hun ligne claire. De bekendste tekenaar uit die tijd is Jean Giraud beter bekend als Moebius. Door gebruik te maken van de klare lijn creëert hij iconografische en surreële landschappen.

Guust Flater — Franquin

17 |

De klare lijn


Poster voor de overzichtstentoonstelling Les Avontures de la Ligne Claire — Exem, 2012


Vorig jaar werd in Lausanne een overzichtstentoonstelling gehouden over de ontstaansgeschiedenis van de klare lijn. Op het campagnebeeld staan de belangrijkste stripfiguren die tot deze stijl hebben bijgedragen of zijn erdoor zijn geïnspireerd aan de voet van een berg opgetekend in de klare lijn. We zien Bécasinne, ze verwijst naar het verhaal dat Hergé diens tekenaar had aangeklaagd voor parodie. George Mc Macus als één van de eerste stripfiguren maar ook Mortimer van Hergé’s collega Edgar P. Jacobs en figuren uit de strips van Rabier. Het beeld is duidelijk geïnspireerd op de cover van Kuifje in Tibet, waar Kuifje en zijn reisgezellen op voetsporen van de Yeti zijn gestoten. Dit album is een meesterwerk waar de klare lijn perfect past bij de pure panorama’s en de lege berglandschappen en het tot het meest minimalistische album van Hergé maakt. Vermoedelijk kiest de Zwitserse tekenaar Exem ook voor deze omgeving omdat Lausanne zich dicht tegen de Alpen bevindt.

cover van Kuifje in Tibet, 1960 — inspiratie voor Exem’s poster

19 |

De klare lijn


Doctor Manhattan uit Watchmen — Dave Gibbon


De Amerikaanse “concurrentie.” In 1938 werd met Superman het superheldengenre geboren. Met krachtige iconische beelden van de pakken en de capes definieerde de superheldenstrip niet enkel de Amerikaanse stripscène maar bijna het gehele medium. De Amerikaanse strip bevat wel meer verschil in lijndikte. Door sommige lijnen dunner te tekenen zien we meer dan de essentie alleen. De gladde en strakke structuur van het superheldenpak en de wind in de cape komen zo tot hun recht. De superheldenstrip bereikte Europa pas laat. Dit is vooral te wijten aan Wereldoorlog 2. Dat kunnen we misschien als een voordeel beschouwen, indien we in de jaren ’40 al vertrouwd zouden zijn geweest met de Amerikaanse comic zou de Belgische stripscène er misschien heel anders hebben uitgezien. Van inspiratie in de omgekeerde richting is er ook niet echt sprake. Ook al bezocht Kuifje Amerika in één van de eerste albums, het sloeg nooit echt aan in de Verenigde Staten. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat Kuifje geen superkrachten bezat maar als menselijke held de problemen aanpakte. De Amerikaanse cultuur was meer gericht op spektakel en die ontbreekt in Kuifje. Ook het feit dat er amper vrouwen opduiken bij Kuifje draagt daartoe bij. In 1986 werd met Watchmen de ultieme superheldenstrip uitgegeven. Deze strip was heel invloedrijk omdat de superhelden in de realiteit werden geplaatst en de actualiteit aanpakten. Ze hadden invloed op De Vietnam-oorlog en de Koude Oorlog en thema’s als de technologische vooruitgang lagen aan de basis van dit verhaal. De superhelden waren veel menselijker dan voordien en stonden niet meer boven de massa. In die zin is er enig verwantschap met de realistische en humane held van Hergé.

21 |

De klare lijn


Scène uit Kuifje in het land van de Sovjets — Hergé, 1930 met duidelijke verwijzing naar Rabier’s ontwerp van het La Vache Qui Rit - logo


2. Oorsprong Hergé: Inspiratie en Bronnen Hergé heeft het medium van het stripverhaal niet uitgevonden. Hij haalde de mosterd bij illustratoren uit de 19e eeuw die beeldverhalen vertelden. Dit gebeurde niet in de vorm zoals we ze nu kennen, van tekstballonnen is er bijvoorbeeld nog geen sprake. De Franse illustrator Benjamin Rabier (°1864 – †1939) tekende in 1897 het beeldverhaal Tintin le Lutin. Hergé gebruikte niet alleen de vrij ongebruikelijke naam van diens hoofdpersonage Tintin – de Franse Kuifje – maar baseerde zich ook op de fysieke kenmerken van dit figuur zoals de typerende kuif en de hond. Hergé geeft de invloed van Rabier toe, maar enkel voor dierenscènes die hij tekende. Rabier was een meester in zulke scènes: hij illustreerde o.a. de Fabels van Jean de la Fontaine en ontwierp het logo voor La Vache Qui Rit. Ook op stilistisch vlak laat hij zich inspireren. In het voorwoord van Rabier’s Fables de la Fontaine schrijft Hergé: “His drawings were very simple. Very simple, but sturdy, fresh, joyful and perfectly readable. In a few well-carpentered lines, everything was said: the setting was shown, the actors were in place; the comedy could start (…) And it’s for sure from this encounter that I date my taste for a clear and simple drawing, a drawing to be understood instantaneously. It is, before anything else, this readability that I myself have never ceased to seek”5 Zijn invloed gaat zelfs zo ver dat hij een grap kopieert van Rabier. — zie pagina’s 24 & 25 Rabier’s beeldverhalen waren een belangrijke aanzet voor Kuifje als stripverhaal. Hij tekent de verschillende scènes van het verhaal in een reeks vakken die elk van vorm verschillen maar duidelijk de chronologie van het verhaal weergeven. De tekst staat nog naast het beeld en moet dus bij elke tekening worden bijgedacht. Bron: Buchet, Alex: Strange Windows: Ha, ha, ha, Moooo…! (Ligne Claire 1), 2011

5

23 |

Oorsprong


Benjamin Rabier, Le serpent à pattes uit Le Journal amusant, n° 46, 27 mars 1920.


Hergé, sequens uit het album Kuifje in Afrika, Les éditions du Petit Vingtième, 1931 (rééd. Casterman, 1982). © Hergé – Moulinsart SA.


Rodolphe Töpffer (°1799 – †1846) is een pionier van het medium stripverhaal, al in 1845 publiceerde hij het eerste moderne stripverhaal. Hij maakte vooral satirische tekeningen die hij buiten zijn eigenlijke job als onderwijzer uitvoerde. Töpffer’s tekeningen zijn gedetailleerder dan die van Hergé maar ook in zwarte Oostindische inkt uitgevoerd. Hergé’s oorspronkelijke stijl bezat dezelfde vrijheid en expressie. Pas later gaat hij realistischer tekenen. Net als bij Rabier gaat Hergé ook van Töpffer inhoudelijke elementen kopiëren. Het begin van Kuifje en de sigaren van de Farao is een echo van Rodölphe Topffer’s Mr. Pencil. Beiden verhalen openen met een scène waar een man een blad papier achternazit dat door de wind wordt voortgeblazen.

Mr. Pencil, 1831 — Rodolphe Töpffer

Openingssequens uit Kuifje en de sigaren van de Farao, hertekende versie uit 1955

Oorsprong

| 26


Ukiyo-e De realiteit heel accuraat en simpel vatten kent zijn oorsprong in de Japanse houtblokdrukkunst, ukiyo-e genaamd. Dat heeft een boeddhistische betekenis en drukt het vluchtige karakter van de realiteit uit. Men gaat een tekening herleiden tot zijn meest essentiële lijnen. Deze methode ontstond in het midden van de 18e eeuw vanuit de volkskunst. Meesters in dit vak waren Hiroshige Utagawa & Katsushika Hokusai. Deze laatste kennen de meeste mensen van zijn bekendste werk De grote golf bij Kanagawa6. De golf beeldt de kracht van de natuur uit. 16 jaar voor zijn dood schreef hij het volgende: “I have slowly learned about the pattern of the grass, the trees, the structure of birds and other animals like insects and fish, so that when I am 80, I hope to be better, At 90, I hope to have caught the very essence of things, so that at 100 I will have reached heavenly mysteries. At 110, every point and line will be living.”7 Doordat ukiyo-e voornamelijk een drukkunst is, kon het op een grote schaal geproduceerd worden en dus ook verspreid. In de jaren 1870 stond Japan opnieuw open voor de buitenwereld na eeuwenlange isolatie, Ukiyo-e bereikte via Frankrijk Europa dankzij de broers Frederick George Taen-Arr-Hee en Alfred George Taen-Hee-Tsen aan het einde van de 19e eeuw. In Europa was het Japonisme lang een trend onder intellectuelen en artiesten.

Modernisme in Europa De Franse Impressionisten waren onder de indruk van deze Japanse drukkunst. Ze leerden om details weg te laten en beelden uit te puren tot hun essentie. Hun onderwerpen lagen dan ook niet ver uiteen, beiden gaven ze het dagelijkse leven weer, alleen ging het bij de impressionisten meer om een momentopname dan het weergeven van een alledaags tafereel. Monet (°1840 - †1926) beïnvloedde als pionier van het impressionisme een hele kunststroming met zijn fascinatie voor de Japanse drukkunst.Hij had een collectie van 231 Japanse prints, beeldde zijn eerste vrouw Camille af in kimono in La Japonaise en 27 |

Dit werk behoort tot de reeks Zesendertig zichten op de berg Fuji

6

Bron: Morisson, Don: Monet’s Love Affair with Japanese Art in Time Magazine Thursday, Jan. 04, 2007

7

Oorsprong


De grote golf bij Kanagawa — Katsushika Hokusai, 1832


bouwde zelf een Japanse brug in zijn Japanse tuin in Giverny. Hij inspireerde zich op Hokusai’s reeks 36 zichten op de berg Fuji bij het maken van zijn reeksen. Tijdens zijn werk aan de reeks hooibalen was het licht constant aan het veranderen. Hij liet zijn assisterende stiefdochter Blanche vele canvassen aanbrengen om het licht op verschillende momenten te kunnen registreren op doek. Bij zijn bekendste reeks van de Rouen Kathedraal bracht Monet de kathedraal op verschillende tijdstippen van de dag in beeld omdat door het zonlicht het beeld telkens veranderde. Vincent Van Gogh Later bereikte de Japanse drukkunst ook Vincent Van Gogh (°1853 - †1890) die zelfs enkele werken van Hiroshige Utagawa in zijn bezit had. Hij schreef hierover het volgende aan zijn broer Theo: “Ik benijd de Japanners de buitengewone duidelijkheid die alle dingen bij hen hebben. Nooit is het vervelend en nooit lijkt het haastig gedaan. Hun werk is even simpel als ademhalen en zij maken een figuur in enkele zekere trekken met hetzelfde gemak alsof het zoiets eenvoudigs betrof als het dichtknopen van je vest.”8 De brug in de regen illustreert Van Goghs interesse in Japanse kunst. Hij kopieerde deze compositie van een werk van Hiroshige uit zijn eigen collectie. Het grootste verschil met Hiroshige’s versie is het kleurgebruik. Van Gogh gebruikte fellere kleuren. — vergelijking: zie pagina’s 30 & 31 Ook in het latere werk van de schilder blijft de invloed van Japanse prenten zichtbaar, onder andere in het gebruik van sterke contouren, afsnijdingen en kleurcontrasten.

29 |

Uit: brief van 24 september 1888 van Vincent Van Gogh aan Theo Van Gogh Bron: www.kunstbus.nl/

8

Oorsprong


Brug in de regen — Hiroshige, 1856


Brug in de regen — Vincent Van Gogh, 1887


Straatscène uit Kuifje en de Blauwe Lotus — Hergé, 1946

Segura straat — Hiroshige Utagawa, 1853


Hergé en de Japanners Hergé absorbeerde de gehele stijl van de Japanners. Elk zichtbaar onderdeel kon hij uitbeelden in zijn heldere lijn. Vooral bij de avonturen die Kuifje in Azië beleefd zijn de overeenkomsten duidelijk. Hergé’s album Kuifje en de blauwe lotus toont de gelijkenissen met de Japanners zeer duidelijk. Hergé laat zich inspireren door Utagawa in de tekeningen die hij maakt van Shangai. Straatscènes zijn druk bevolkt waarbij elke passant duidelijk in het beeld staat. Ook de vele overlappende uithangsborden en vlaggen benadrukken de massa en de drukte. De berglandschappen van Hiroshige zijn dan weer een vertrekpunt voor Kuifje in Tibet, waar Kuifje op zoek gaat naar zijn vriend Chan die een een vliegtuigcrash in de Himalaya overleeft. Hij tekent de hoogtes en sneeuwstormen met een ontzagwekkend gevoel, wanneer Kuifje door de bergen trekt, krijg je het gevoel alsof je mee op tocht bent.

Kuifje in Tibet — Hergé, 1960 33 |

Oorsprong


Pop-Art In 1968 gebruikte pop-artkunstenaar Roy Lichtenstein beelden van Monet’s reeks bij het maken van een reeks schilderijen en lithografieën waar hij de impressionistische textuur verving door zijn benday dots. Hiermee kopieert hij niet enkel Monet maar refereert ook aan de originele drukkunst van Hokusai en Hiroshige door ze zelf op oplage te verspreiden. Later gaat Lichtenstein ook zelf Chinese landschappen kopiëren in zijn werk. Door zijn dots op verschillende groottes te gebruiken kan hij de enorme leegtes en mistbanken zeer accuraat weergeven. De soberheid die vanuit dit beeld uitgaat staat in groot contrast met zijn expressieve werken uit de jaren ‘60.

Landscape with Philosopher, 1996 — Roy Lichtenstein

Oorsprong

| 34


Hergé de kunstkenner Dankzij de opkomst van pop-art kreeg de strip erkenning als kunstvorm. Dit kwam voor Hergé te laat, tijdens zijn leven is hij nooit beschouwd als kunstenaar hoewel hij naast striptekenaar ook als kunstschilder actief was. Zijn werk sloeg kreeg geen waardering van curatoren, ook omdat hij ze met Georges Rémi en niet met zijn artiestennaam Hergé signeerde. Hij was wel een groot kunstkenner –en verzamelaar. In zijn latere albums geeft hij af en toe op subtiele wijze zijn kennis weer. In Kuifje en de Picaro’s staat een plastiek van Marcel Arnould en in Cokes in voorraad een doek van Alfred Sisley. In zijn laatste onafgewerkte en postuum gepubliceerde album, Kuifje en de Alfa-kunst plaatst hij de kunst centraal. Aan de hand van schetsen en scenario’s krijgt men een beeld van de verhaallijn. Kuifje worstelt in dit album duidelijk met de kunstwereld waarmee we kunnen veronderstellen dat Hergé het kunstwezen zelf aanklaagt. In zijn tijd werd hij niet als kunstenaar erkend en hij wantrouwde de moderne kunst. Moderne kunst gaat enkel nog om het geld en biedt het onwetende publiek geen houvast, hij wil via Kuifje onderzoeken en bewijzen dat er meer achter de kunst zit. Hoewel hij acht jaar aan dit album werkte tot zijn dood kwam hij nooit tot een plot. Kunst bleef voor Hergé voornamelijk een hobby. Harry Thompson schreef in zijn dubbelbiografie het volgende: “Hij kon het zich veroorloven de meest kostbare kunstvoorwerpen aan te schaffen. Hoewel hij kortstondig had geflirt met het expressionisme schafte hij voornamelijk schilderijen aan die gelijkenis vertoonden met zijn eigen klare lijn, zoals die van Warhol, Lichtenstein, Noland, Fontana, Léger, Hockney en Giacometti. Zijn woning leek sprekend op een kunstgalerie. Hij was zonder twijfel een van de belangrijkste verzamelaars van zijn tijd.”9

35 |

Fragment uit Kuifje en de Picaro’s — Sculptuur van Marcel Arnould

Uit: Thompson, Harry: Tintin: Hergé and his creation, 1992

9

Oorsprong


Cover Tintin in the New World, Tuten, Frederic — Lichtenstein, 1993

Cover Nous, Tintin — Haring, 1987


In tegenstelling tot de kunstrecensenten was het respect bij de moderne kunstenaar wel wederzijds. Warhol portretteerde hem in zijn bekende zeefdruktechniek, wat Hergé grote voldoening gaf. Ook de eerder besproken Roy Lichtenstein die wel vaker refereert aan de groten uit de schilderkunst zoals Matisse en Picasso, kwam in contact met Hergé’s werk. Voor de roman Tintin in the New World (1993) van Frederic Tuten ontwierp hij de cover: Kuifje zit verdiept in zijn krant, in een Lichtenstein-interieur met zijn reproductie van de Dans van Matisse aan de muur. Keith Haring ontwerpt in 1987 voor Nous, Tintin de cover. In zijn cartooneske stijl tekent hij Kuifje en koppelt hem daarmee los uit zijn realistische context. Ook enkele tentoonstellingen rond Kuifje bewijzen de verwantschappen met en invloeden op de kunst. Voor de tentoonstelling Het imaginaire museum van Kuifje10 worden er uit de verschillende albums etnografische objecten verzameld en ligt de nadruk op het realisme. In tegenstelling tot de expo Kuifje in Barcelona11 waar Kuifje als archetype wordt afgebeeld in de verschillende stromingen van die tijd.

10 Tentoonstelling in 1979 in het Museum voor Schone Kunsten in Brussel

Kunsttentoonstelling in 1986 gehouden in het Miro-instituut in Barcelona.

11

Portret Hergé — Andy Warhol, 1979

37 |

Oorsprong



3. Invloed & Verwantschappen Al dan niet beïnvloed door Hergé tekenen vele illustratoren van vandaag en in Hergé’s tijd in een stijl die vele gelijkenissen vertoont met de klare lijn. Illustratie & grafisch ontwerp gaan vaak hand in hand. In het volgende hoofdstuk bespreek ik enkele grafische vormgevers en illustratoren in wiens werk ik kenmerken van Hergé’s grafische taal herken.

Modernistisch Ontwerp Nutteloos Absurdisme Rube Goldberg (°1883-1970) was een Amerikaans cartoonist, uitvinder en ingenieur. Als cartoonist werkte hij voor verschillende kranten. Met zijn reeks over Professor Lucifer Gorgonzola Butts creëerde werd hij beroemd, deze tekeningen zijn nog steeds een icoon van zijn werk. In deze reeks creëert de professor wekelijks een nieuwe nutteloze uitvinding. Hij laat een machine een complexe handeling doen door allerlei kleine acties achtereen te plaatsen en zo bijvoorbeeld een kop koffie in te schenken of een servet te laten bewegen — zie beeld. Dit soort kettingreacties draagt vandaag de dag nog altijd zijn naam als Rube Goldbergmachines. Als krantenstrip tekent Goldberg zijn cartoons ook slechts in één zwarte lijn. Hij wil de werking van elke machine zo goed mogelijk weergeven door in een schematische stijl te gaan tekenen. Toch behoudt elke tekening een cartoonesk gevoel door de humor die het inhoudt en de expressie van de personages. Rube Goldbergmachines worden nog dagelijks gemaakt, jaarlijks wordt er een wedstrijd gehouden om de meest complexe en originele machine te belonen. Ook in de kunst kent deze techniek navolging, Peter Fischli & David Weiss creëerden met hun kunstwerk Der Lauf der Dinge een enorme installatie waar een aaneenschakeling van acties met dagelijkse objecten wordt gedocumenteerd. 39 |

Self-operating Napkin — Rube Goldberg

verwanten


Een tijdgenoot & collega van Rube Goldberg is William Heath Robinson (°1872 - †1944). Het idee achter hun werk is hetzelfde, nutteloze machines ontwerpen die heel complex in elkaar zitten. Robinson gaat geen acties aaneenschakelen om een handeling te maken maar speelt met de elementen die een machine typeren, zoals schakels, raders, wieltjes en tandwielen. Achter Robinson’s werk zit ook een groter idee. In de tijd van technologische vooruitgang wil hij de machine aanklagen en de pretentie van de mens in dit verhaal in de verf zetten door ze absurde acties te laten doen. Beide cartoonisten hebben veel oog voor detail en gaan dus alles behalve op zoek naar de essentie zoals Hergé dat doet, van invloed is er geen sprake omdat Robinson en Goldberg vóór Hergé leefden en werkten.

In het begin van de 20e eeuw ontstond er dankzij de vooruitgang in de technologie een nieuwe mentaliteit bij ontwerpers en uitvinders van gebruiksvoorwerpen. Ontwerpers moesten in de eerste plaats kijken naar functionaliteit en reproductiemogelijkheid van een voorwerp en zo hun ontwerpen tot de essentie herleiden. Marcel Breuer vond met zijn buisstoel een relatief goedkope en makkelijk te reproduceren stoel uit. Heath Robinson ridiculiseert zijn ontwerp door alle buizen aan elkaar te gaan koppelen in zijn tekening en er zo opnieuw een complex gegeven van te maken.

verwanten

| 40



Victory — Shigeo Fukuda, 1945


Modernistisch Grafisch ontwerp Modernistische ontwerpers gaan zo helder mogelijk communiceren in hun tijd. Duidelijke gestileerde tekeningen zijn de basis van hun ontwerpen. De basis hiervan wordt gelegd ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. In die tijd werden er veel propagandaposters ontworpen waar iedereen boodschap aan moest hebben. Shigeo Fukuda (°1932) is een Japanse ontwerper. Zijn ontwerpen zijn altijd heel eenvoudig. Hij speelt met perspectief, negatieve ruimte en de visuele en geometrische wisselwerking tussen elementen. Zo creëert hij optische illusies die door de geconstrueerde diepte desoriënterend werken voor de kijker. In tegenstelling to Esher blijven Fukuda’s ontwerpen zeer minimaal. Met een eenvoudige lijn weet hij de elementen gestileerd weer te geven die hij met één kleur egaal vult. Fukuda kende al vroeg interesse in de eenvoudige Zwitserse stijl.

43 |

verwanten



Een tijdgenoot van Fukuda is George Hardie (°1944). Na 7 jaar te werken als grafisch ontwerper maakt hij de sprong naar illustratie. Hij ziet die twee kunstvormen los van elkaar. Hardie grijpt in zijn illustraties terug naar zijn eerste lessen als tekenaar waar hij volgens het isometrisch perspectief leerde tekenen. Zo krijgt hij interesse in de relatie tussen object, oppervlak en rand. Zijn geometrische ontwerpen dwingen hem ertoe om in strakke lijnen te tekenen. Dankzij deze techniek valt niet zozeer de hand van de ontwerper op maar komt het onderliggende idee duidelijk over.

45 |

verwanten



Dichter bij huis vinden we Dick Bruna (°1927). Deze Nederlander is een bekende grafisch ontwerper in wiens werk illustratie primeert. Hij begon zijn carrière als vormgever van verschillende omslagen voor boeken waarvan velen voor de Zwarte Beertjes-reeks12. Maar wereldberoemd werd hij met zijn kinderboeken en dan vooral met zijn bekendste figuur Nijntje. De tekeningen zijn gekenmerkt door een duidelijke en vrij dikke belijning die met een reeks heldere kleuren is ingevuld. Zijn werk bevat een grote eenvoud en is zo direct en duidelijk dat het soms als pictogrammen doet aanvoelen. Bruna tekent enkel de meest essentiële lijnen en zet ze heel dik aan maar toch zijn ze nooit even dik. Bruna wil zijn lijnen een “bibber” geven en geeft op die manier zijn karakters toch wat gevoel en laat ze niet te statisch overkomen: “Het gaat om een bepaalde bibber (...) Een goede lijn heeft een goede bibber. Maar die goede bibber vind ik wel het allermoeilijkste. In die bibber zit de tekenaar verborgen.”13 Door het beperkte lijngebruik is hij wel niet in staat zijn personages veel emoties te laten beleven, slechts door tranen toe te voegen of de mond iet of wat te laten bewegen kan hij een emotie overbrengen. Bruna vindt veel inspiratie in de kunst: de kleurvlakken van Léger en de collages van Matisse maar ook het kleurenpalet van De Stijl14 droegen bij tot zijn werk. Hij week later wel weer af door zich niet enkel tot de primaire kleuren te beperken zoals zij. 47 |

Reeks pocketboeken die vanaf 1945 werden uitgegeven.

12

Dick Bruna in een interview met Thomas van den Bergh, Elsevier, 10 november 2007.

13

Nederlandse kunstbeweging die in 1917 door Theo van Doesburg werd opgericht. Rechte lijnen en heldere kleuren kenmerken hun werk.

14

Cover voor Walging van Jean Paul Sartre — Dick Bruna, 1939

verwanten



Hedendaags Ontwerp Modern Grafisch Ontwerp Karl Nawrot is een Franse grafisch vormgever die in Amsterdam woont en werkt. Hij tekent structuren met een eenvoudige zwart-wit lijn. Hij gebruikt geen vulkleur maar geeft met dezelfde lijn als de contourlijnen vaak een textuur aan zijn tekeningen. Door enkele jaarringen toe te voegen maakt hij hout herkenbaar. Door lijnen in een cirkel te tekenen wordt een spiegel glad en reflecterend. Voor de vijfde editie van Eastside projects15 ontwerpt hij een handleiding. — zie linkerpagina. Het idee achter deze uitgave is dat de lezer zich betrokken moet voelen bij de organisatie en de ruimte. Nawrot tekent steeds in hetzelfde perspectief de ruimte op in verschillende lagen. De verlichting, de gevel en het dakskelet geeft hij weer in een monotone en architecturale stijl.

Kunstcentrum in Birmingham dat geregeld een publicatie in de vorm van een handleiding uitbrengt om te tonen wat de mogelijkheden van hun kunst en hun ruimte weer te geven.

15

49 |

verwanten


Verwanten

| 50


De Pools ontwerper Edgar Bak creĂŤerde met een lijnenspel een hele huisstijl voor de Warshauwse theatergezelschap Nowy. Een hele speeltuin of dorpskern bouwt hij op met een minimum aan lijnen. Het resultaat is heel monotoon maar biedt vele toepassingsmogelijkheden.

51 |

verwanten


My life inspires so many desires, 1973 — Patrick Caulfield


Moderne Illustratie Patrick Caulfield Patrick Caulfield (°1946 - †2005) is een Britse schilder en printmaker. In zijn werk reduceert hij de realiteit tot geometrische objecten die worden gekenmerkt door een heel aanwezige zwarte contourlijn. Zijn wereld bestaat vooral uit interieurs en daar gaat hij op zoek naar details zoals vensters en openingen. Zijn stijl past goed bij het geometrische perspectief waarin hij deze scènes afbeeldt.

Bathroom mirror, 1968 — Patrick Caulfield 53 |

verwanten


Caravan & Ladehuisje — Tomas Schats


Tomas Schats De Nederlander Thomas Schats maakt kleine humoristische tekeningen. Hij gaat niet op zoek naar de grote verhalen maar toont kleine gebeurtenissen van het leven. In zijn monotone tekenstijl kan hij een poëtische boodschap overbrengen. Vaak heeft hij genoeg aan één element om dit te doen. Zoals Karl Nawrot valt hij vaak terug op architecturale voorstellingen, zij het zeer minimaal. Een huizenrij met een caravan tussen en zijn tenthuisje en ladehuisje zijn hier voorbeelden van. Schats’ tekeningen zijn zoals Hergé het resultaat van een proces, om tot een ontwerp te komen maakt hij vele schetsen waar hij zoveel mogelijk weglaat om tot het definitieve ontwerp te komen. Zijn werk beperkt zich niet enkel tot illustratie, hij creëert ook animaties en installaties.

55 |

verwanten


Bouwmodel uit Jimmy Corrigan, The Smartest Kid on Earth — Crhis Ware, 2000


Chris Ware Chris Ware (°1967) is een Amerikaanse tekenaar en één van de beste van zijn generatie. Met Jimmy Corrigan, The Smartest Kid on Earth schreef hij de ultieme graphic novel. Dit is de eerste strip die ooit een literatuurprijs heeft ontvangen. Ware’s stijl is realistisch en de invloed die Hergé op hem heeft geeft hij graag toe. Hij tekent net als Hergé zijn figuren in een duidelijke contourlijn en vult ze met een egale, natuurlijke kleur. Nog meer dan Hergé gaat Ware op zoek naar pure elementen. Zijn omgevingen geeft hij vaak frontaal weer en door in te zoomen op bepaalde elementen ontstaat er een complex raster in zijn blad. Zo voelt zijn stijl soms schematisch en soms zelfs infografisch aan. Hij voegt veel kanttekeningen toe of vouwvormen van speelgoedfiguren van zijn hoofdpersonages. Hij geeft de lezer zo instructies en zorgt voor een unieke interactie. Zijn nieuwste boek Building Stories is een doos die verschillende kleine verhalen op verschillende formaten en in vele vormen bevat. De interactie met de lezer wordt ultiem doordat deze zelf de verhalen aan elkaar kan linken en zo zijn eigen versie kan creëren.

Zelfportret — Chris Ware

Chris Ware benadert het medium van de strip op een heel originele wijze door deze cut-outs te gaan toevoegen. Hij laat zich niet beperken door het raster van het stripverhaal maar gaat deze beperking juist uibuiten. De lezer kan indien hij wil de pagina verknippen tot speelgoedmodel en zo zijn verhaal vernietigen. Door die bouwmodellen toe te voegen geeft hij de lezer de kans om opnieuw kind te zijn en te gaan knutselen en te spelen. Hij trekt de kritiek van de strip als kindervermaak door tot het extreme en geeft er kritiek op. Aan één van zijn cut-outs in Jimmy Corrigan, The Smartest Kid on Earth voegt hij het volgende toe: ‘As such “paper activities” are sometimes dismissed as “child’s play” or frivolous “hokum” of no value to the serious student of literature, it is hoped that these uncultured negative preconceptions – which really do serve no other purpose than totruncate one’s experience of an evocative work – shall be disspelt by the dainties’ masterful aesthetic and artistic qualities.’16 57 |

Uit: Ware, Chris: Jimmy Corrigan: The Smartest Kid on Earth, New York, 2000

16

verwanten



De infografische taal van handleidingen, cartografie en patenten. Zoals aangetoond in Chris Ware’s werk is de klare lijn perfect toepasbaar op de grafische taal die voor handleidingen wordt gebruikt. Chris Ware laat het medium van de handleiding en de strip samengaan ,maar dat deed Hergé hem voor in het album Raket naar de maan. Wanneer professor Zonnebloem zijn plannen van de maanraket toont aan commandoleider Baxter toont Hergé het plan zelf bladvullend. Zonnebloem’s plan is een blauwdruk, een planafdruktechniek die vooral door architecten werd gebruikt. Door een witte lijn uit te sparen in een blauw vlak kopieert Hergé deze techniek. Enkele Andere Illustrators gaan met deze beeldtaal ook creatief aan de slag. Steven M. Johnson is tekenaar, uitvinder en ontwerper. Hij creëert gebruiksobjecten als bureau´s en toiletpotten maar evengoed oplossingen voor verkeersproblemen of overbevolking of kledij. Zijn ideeën zijn veelal banaal en worden bijna nooit uitgevoerd. Maar Johnson geeft zijn ontwerpen een zekere sérieux door ze in een duidelijke beeldtaal die we kennen van patenttekeningen te gaan ontwerpen. De combinatie van deze strakke stijl met zijn onnozele objecten levert een grappig resultaat op. Hierdoor kunnen we ze in de traditie van Goldberg en Robinson plaatsen. Johnson’s ideeën zijn vaak even banaal als visionair. Veel van zijn ontwerpen ontstaan zoals vele uitvindingen vanuit een probleem. Hij combineert objecten als een bank en douche om mensen meer plaatscomfort te geven. — zie beeld. Maar ook bezigheden combineert hij om tijd uit te sparen, in onze huidige maatschappij moet alles snel gaan en slaan we al eens een ontbijt over. 59 |

Hide-a-shower: Bank die tot douche kan omgebouwd worden

verwanten


Recreational Vehicles — Steven M. Johnson


Steven Johnson ontwierp een auto met ingebouwde oven zodat de bestuurder zijn ontbijt tijdens de rit kan verorberen. Een grasmaaier waarop je kan zonnen, een botsauto waarmee men de boodschappen kan doen of zwemvliezen waarmee men kan vissen behoren tot deze categorie. Voor rokers ontwierp hij een helm die de rook rechtstreeks uit de mond opneemt en filtert en op die manier de omstaanders dus niet stoort. Transport is ook een veelvoorkomend thema in zijn werk. Een vouwfiets kennen we al, Johnson ontwierp er zelf één die op te vouwen is tot jas en zo makkelijker te vervoeren. Maar hij kaart ook grotere transportproblemen aan, zo biedt hij een oplossing voor het fileprobleem door naast de grote wegen treinen in te leggen waarmee de reiziger indien hij wil zijn reis kan verder zetten. Hij combineert wederom twee middelen, het openbaar vervoer en de fiets tot zijn Pedaltrain, een milieuvriendelijk systeem. Een andere milieuvriendelijke uitvinding is zijn Sky-Light Oven, onder het dakraam installeert Johnson een lift waarop hij zijn kookpotten kan opwarmen aan de natuurlijke warmte van de zon. Op die manier spaart hij energie uit. Steven Johnson verzint voor allerlei problemen oplossingen, van de futielste dingen als een paraplu voor de arm tot maatschappijkritische voorstellen als een volledig benzinevrije stad. Johnson is een idealist, hij gelooft dat door een beetje na te denken het leven veel gemakkelijker zou zijn. Op zijn site biedt hij de lezers een handleiding hoe zelf aan de slag te gaan. 1. Look inside product catalogs or search in “Google Images”. Bathe your mind in themes and details that interest you.
 2. Select for example images listed as “Victorian bath fixtures”.
 3. Pretend to yourself that you are in love with these fixtures and bath shapes! 
 4. Work with them as if they were live objects that you can shape any way you wish.
 5. Note that you are using a different part of your mind from that you must use when you make serious design decisions relating to water flow, user safety, ergonomics, maintenance, ease in clean ing, accessibility, etc.
 17 6. In some cases, practical considerations, as listed above, can be Bron: www. patentdepending. later incorporated into the final design, so the bath tub not only com looks funky, but works!17 61 |

verwanten


Johnson’s ideeën zijn nauw verwant met het werk van Buckminster Fuller (°1895-†1983). Met zijn werk probeert hij oplossingen te bieden voor globale problemen als huisvesting, transport, armoede en andere. Hij is zowel filosoof als ontwerper als kunstenaar. Fuller’s bekendste werk zijn zijn geodetische koepels. Dat is een koepel die met weinig materialen kan opgebouwd worden en die zonder ondersteuning kan staan. Met buizen bouwt hij een sferische vorm door verschillende driehoeken te koppelen. Dit relatief nieuwe materiaal is veel lichter en goedkoper dan hout, baksteen of staal. Door de driehoekige structuur zijn de koepels heel stevig en doordat ze zo makkelijk op te bouwen zijn worden ze zelden permanent gebruikt. Buckminster Fuller werd na de tweede wereldoorlog geconfronteerd met een groot huisvestingsprobleem. Zijn koepels konden snel worden opgebouwd met een minimum aan materiaal. Ze behoefden geen fundamenten dus konden overal gezet worden. In 1954 patenteerde hij de geodetische koepel.

verwanten

| 62


Vaka Valo gaat op ongeveer dezelfde wijze als Steven M. Johnson te werk in zijn reeks Dream Diary. In een schematische beeldtaal beeldt hij sinistere situaties uit. Zijn scène is de bouwwerf waar hij de ene na de andere moordpoging afbeeldt in heldere lijntekeningen die hij opvult met egale, fletse kleuren. Deze stijl doet denken aan de instructiekaarten die we kennen van vliegtuigen. De combinatie van deze absurde acties en de infografische taal levert opnieuw een grappig effect op.

Fragment uit Dream Diary, 2012

63 |

verwanten



Patenten De wereld van de uitvinders en bedenkers brengt ons bij de reglementering omtrent de bescherming van deze ideeÍn. Een patent wordt aangemaakt om een idee of uitvinding toe te eigenen en als jouw gedachtegoed. Net als handleidingen hebben patenttekingen een universele beeldtaal. Een tekening is nodig om je idee zo juist mogelijk te kunnen weergeven om mogelijke plagiaat tegen te gaan. Een duidelijk ontwerp van het product is dus heel belangrijk. Een correcte patenttekening moet voldoen aan vele eisen. Zo worden ze voornamelijk in zwarte inkt getekend en om de textuur van het object weer te geven maakt de ontwerper gebruik van enkele vastgelegde patronen — zie linkerpagina. Ook over de dikte van de lijn bestaan er regels: All drawings must be made by a process which will give them satisfactory reproduction characteristics. Every line, number, and letter must be durable, clean, black, sufficiently dense and dark, and uniformly thick and well-defined. The weight of all lines and letters must be heavy enough to permit adequate reproduction. This requirement applies to all lines however fine, to shading, and to lines representing cut surfaces in sectional views. Lines and strokes of different thicknesses may be used in the same drawing where different thicknesses have a different meaning.18

65 |

bron: Manual of Patent Examining Procedure – MPEP op www.mpep.info 18

Onderaan: Patent voor pizzadekselbeschermer

verwanten


Eerste pagina uit The selected works of T.S. Spivet — Reif Larsen


The Selected Works of T.S. Spivet – Reif Larsen In The Selected works of T.S. Spivet vertelt schrijver Reif Larsen (°1980) het verhaal van de 12-jarige jongen Tecumseh Sparrow Spivet. Hij leeft samen met een familie die getraumatiseerd is door het verlies van een oudere broer en waarvan de ouders een ongelukkig huwelijk leiden. Dit trauma achtervolgt hem doordat hij zich lichtelijk verantwoordelijk voelt. Vanuit zijn onschuldige blik op de wereld probeert hij er vat op te krijgen door alles te gaan ordenen en in kaart te brengen. De pagina’s zien er allesbehalve ordelijk uit. Er ontstaat op elke pagina een wirwar van kanttekeningen, grafieken, kaarten en lijstjes. Het hoofdpersonage is heel obsessief in die dingen en komt autistisch over maar ook briljant. Zijn omgeving, mensen die hij kent en hoe ze zich gedragen, boeken, eetgerij; alles komt aan bod. Zo schematiseert Spivet de duur van het leegdrinken van een glas whisky door zijn vader, per nip zet hij een kort streepje, per slok een lang op een tijdslijn die 17 minuten weergeeft maar ook het mechanisme van een naaimachine geeft hij weer. De koppeling van deze feitjes resulteert in een heel origineel verhaal. Al deze notities en toevoegingen plaatst hij in de marge maar kanttekeningen zijn het in wezen niet. Ze zijn een essentieel elementen van het verhaal en dus nodig voor de narratief. Reif Larsen tekent alle toevoegingen zeer schematisch. De cartografie is een belangrijk uitgangspunt voor zijn verhaal en verschillende grafische elementen uit die beeldtaal vinden we hierin terug.

één van Spivet’s kanttekeningen: een observatie van zijn moeder die haar haar kamt.

67 |

verwanten



Ronald Lampitt Ronald Lampitt (°1906-†1988) is een illustrator en cartograaf. In twee van zijn boeken legt hij op eenvoudige wijze uit hoe kaarten te lezen. In Understanding Maps (zie linkerpagina) verklaart hij de grafische taal die wordt gebruikt bij topografische kaarten, weerkaarten, wegenkaarten en stratenplannen. The map that came to life is een kinderboek waar hij het verhaal vertelt van John en Joanna die een wandeling maken. Lampitt voegt aan elke pagina een kleine kaart toe die hun tocht weergeeft. Op de pagina tekent hij de werkelijke landschappen die John en Joanna passeren. Hij combineert feiten en decoratie en legt zo de symbolische taal van de legende uit.

The map that came to life — Ronald Lampitt, 1948 69 |

verwanten


verwanten

| 70


Uitsmijter: Kunst in Strip/Strip in Kunst Hergé laat bestaande kunstwerken opduiken in enkele van zijn strips. Bertrand Lavier (°1949) gaat nog een stap verder en doet het omgekeerde. Geïnspireerd door het Disney stripalbum Mickey Mouse: The Artistic Thief 19 gaat hij de verzonnen abstracte sculpturen in de realiteit brengen. Zo ontstaat in 1984 het werk Walt Disney Productions. Mickey Mouse staat in dit album sceptisch tegenover de moderne kunst, Lavier versterkt dit gevoel door de werken echt te gaan uitvoeren. Hij stelt de aard van de kunst en meer concreet de tentoonstellingsruimte in vraag want hij voedt de perceptie dat iedereen kunst kan maken door de verzonnen expositie reëel te maken. Hiermee treedt hij in de voetsporen van onder andere Marcel Broodthaers en Marcel Duchamp.

Verschenen in nummer 1279 van Journal de Mickey, 2 januari 1977.

19

71 |

verwanten



Conclusie Met de klare lijn vond Hergé een uitzonderlijke grafische taal uit zonder het zelf te weten. Hij inspireerde tijdsgenoten en blijft ook vandaag de dag tekenaars inspireren. Nog steeds kan hij verschillende generaties lezers bekoren. Hergé vond met zijn stijl een essentiële beeldtaal. Zonder details je verhaal vertellen met een minimum aan lijngebruik valt op vele manieren te vertalen. Jean-Marie Derscheid, organisator van de recentste Klare Lijn tentoonstelling in Lausanne stelt het als volgt: “La ligne claire, elle est là où on veut bien la trouver.”20 De klare lijn kent vele toepassingsmogelijkheden maar de link met Hergé is niet altijd even “klaar”. Infografische ontwerpen moeten de elementen zo duidelijk mogelijk kunnen vatten en in de eerste plaats informatief zijn. Die droge beeldtaal toont zeker verwanten met de stijl van Hergé en zijn collega’s maar is niet zozeer geïnspireerd door de klare lijn. De verwantschappen zijn eindeloos, ik heb me beperkt tot de meest voor de hand liggende en degene die ik het interessants en meest innovatief vond. De klare lijn is een open taal, het zal blijven bestaan en ontwerpers zullen het blijven heruitvinden.

Bron: Duplan, Alain: Un vrai trait de génie, in Le Temps, Samedi 8 septembre 2012

20

73 |

conclusie



Bibliografie Boeken

Kranten & Magazines

Assouline, Pierre: Hergé: The Man Who Created Tintin, 2009, Oxford

Arieff, Allison: Searching for Value in Ludicrous Ideas in The New York Times, 4 mei 2009

Farr, Michael: Kuifje: Droom en werkelijkheid., 2002, Moulinsart

Bantjes, Marian: Milton Glasser, The rules of the game in Eye 58, Winter 2005.

Fisher, Jay McKean: The Essence of Line: French Drawings from Ingres to Degas, 2005, Baltimore

Bellafante, Gina: Map Quest in NY Times 19 juni 2009

Kuifje in Barcelona, een hommage aan Hergé, casterman, 1997 Peeters, Benoît: Hergé, son of Tintin, 2002, Parijs. Sante, Luc: The Clear Line in Kill All Your Darlings: Pieces, 1990-2005, Yeti Thompson, Harry: Tintin: Hergé and his creation, 1992, Sceptre Töpffer, Rodolphe: The Complete Comic Strips, 2007, Mississippi. Ware, Chris: Jimmy Corrigan: The Smartest Kid on Earth, 2000, New York

Claudio, Ester: Would you admit it? (On Chris Ware’s Cutouts) in The Comics Grid, 2011 Duplan, Alain: Un vrai trait de génie door in Le Temps, Samedi 8 septembre 2012 Kempeneers, Michel: Waar haalde Hergé de mosterd voor Kuifje? In De Standaard donderdag 23 juli 2009 Kempeneers, Michel: Kuifje was niet de eerste, In de Standaard donderdag 23 juli 2009 Gravett, Paul: Father of Tintin: Hip Hip Hergé! op www. independent.co.uk, 2006 Gurdhon, Cox Megan: Tintin & Co: How a boy reporter from Belgium became one of the world’s most beloved fictional characters in The Wall Street Journal.

75 |

Bibliografie


Heller, Steven: The Accidental Futurist: Steven M. Johnson’s Alternate Realities in The Atlantic, 25 augustus 2011

Bertrand Lavier Expositions, 1976 –­2001 op www.artmag.com/museums/a_suisse/ mamco/lavier.html, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Morrison, Don: Monet’s Love Affair with Japanese Art in Time Magazine, Jan. 04, 2007

Buckminster Fuller Institute op www.bfi.org, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Van Den Boom, Hans: Stripschrift 99, 1977

Gravett, Paul: Hergé & The Clear Line op www.paulgravett. com/index.php/articles/article/herge_the_ clear_line/, laatst geraadpleegd op 28 april 2013

Ware, Chris Strip Mind: Among other things, Rodolphe Töpffer invented the graphic novel, 2008

Essays Bilwet: KUIFOSOFIE, Over Hergé en de Alfa-kunst

Gravett, Paul: In Search Of The Atom Style op www. paulgravett.com/, laatst geraadpleegd op 21 februari 2013.

Buchet, Alex: Strange Windows: Ha, ha, ha, Moooo…! (Ligne Claire 1), 2011

Johnson, Steven M.: www.patentdepending.com, laatst geraadpleegd op 29 april 2013

Topper, Veronique: Dick Bruna, “Form follows function” of “Less is more”, 2005

Parke Leslie: The print project: Hokusai, Monet & Lichtenstien op leslieparke.com/, laatst geraadpleegd op 28 april 2013

Online Belth, Alex: The Banter Gold Standard: The Clear Line, 2012 op www.bronxbanterblog.com/tag/tintin/, laatst geraagpleegd op 23 maart 2013 Bengal, Rebecca: Tintin and I, op www.pbs.org, 2006

Paques, Frédéric: “Le serpent à pattes” par Benjamin Rabier op www.topfferiana.fr/, 2010 Pleban, Daphne: Investigating the Clear Line Style op comicfoundry.com/?p=1526 www.atoomstijl.nl/, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Bibliografie

| 76


Quinn, Bryony: Schematics gets sinister in Vaka Valo’s illustration op www.itsnicethat.com, 2012 Stamps, Laura: Een interview met Tomas Schats, Absurditeit en het normale op www.8weekly.nl, laatst geraadpleegd op 28 april 2013

The Basics of a Design Patent and Design Patent Searches op www.legaladvantage. net, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Sjöberg, John: What techniques did Hergé employ in creating The Adventures of Tintin? op www.quora. com, laatst geraadpleegd op 28 april 2013

1.84 Standards for drawings. - PATENT RULES op www.ibiblio.org, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

nl.wikipedia.org/wiki/Ukiyo-e, laatst geraadpleegd op 4 april 2013 www.man-pai.com/Grandes_series/Hokusai_Fuji36/hokusai_36_vistas_monte_fuji_e. htm, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 www.kunstbus.nl/kunst/ando+hiroshige. html, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 tintinology.poosk.com/2009/04/19/tintin-andlichtenstein/, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 www.designishistory.com/1960/shigeo-fukuda/, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 strips.clubs.nl/blog/detail/10764_de-klarelijn, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 Landscapes in the Chinese Style door The Art Institute of Chicago op www.artic.edu, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 www.ilike.org.uk/2008/09/the_map_that_ came_to_life.html, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Manual of Patent Examining Procedure - MPEP op www. mpep.uspto.gov, laatst geraadpleegd op 28 april 2013.

Caulfield, Patrick op www.tate.org.uk/art/ artists/patrick-caulfield-873, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 www.oxfordartonline.com, laatst geraadpleegd op 28 april 2013 Van kinderachtig tot perfectionistisch op www.webring.org, laatst geraadpleegd op 28 april 2013

Video Tekenaar in de ban van Hokusai op Cobra. be - 28/03/2013 – VRT Ever Meulen geïnspireerd door Expo ‘58 op Cobra.be – 18/04/1998 – VRT ARTIST SERIES: Milton Glaser op Vimeo Charles Burns in het spoor van Kuifje en Hergé, CobraTV - Aflevering 7 op Cobra.be, Canvas, 2010

77 |

Bibliografie





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.