Hergé de kunstkenner Dankzij de opkomst van pop-art kreeg de strip erkenning als kunstvorm. Dit kwam voor Hergé te laat, tijdens zijn leven is hij nooit beschouwd als kunstenaar hoewel hij naast striptekenaar ook als kunstschilder actief was. Zijn werk sloeg kreeg geen waardering van curatoren, ook omdat hij ze met Georges Rémi en niet met zijn artiestennaam Hergé signeerde. Hij was wel een groot kunstkenner –en verzamelaar. In zijn latere albums geeft hij af en toe op subtiele wijze zijn kennis weer. In Kuifje en de Picaro’s staat een plastiek van Marcel Arnould en in Cokes in voorraad een doek van Alfred Sisley. In zijn laatste onafgewerkte en postuum gepubliceerde album, Kuifje en de Alfa-kunst plaatst hij de kunst centraal. Aan de hand van schetsen en scenario’s krijgt men een beeld van de verhaallijn. Kuifje worstelt in dit album duidelijk met de kunstwereld waarmee we kunnen veronderstellen dat Hergé het kunstwezen zelf aanklaagt. In zijn tijd werd hij niet als kunstenaar erkend en hij wantrouwde de moderne kunst. Moderne kunst gaat enkel nog om het geld en biedt het onwetende publiek geen houvast, hij wil via Kuifje onderzoeken en bewijzen dat er meer achter de kunst zit. Hoewel hij acht jaar aan dit album werkte tot zijn dood kwam hij nooit tot een plot. Kunst bleef voor Hergé voornamelijk een hobby. Harry Thompson schreef in zijn dubbelbiografie het volgende: “Hij kon het zich veroorloven de meest kostbare kunstvoorwerpen aan te schaffen. Hoewel hij kortstondig had geflirt met het expressionisme schafte hij voornamelijk schilderijen aan die gelijkenis vertoonden met zijn eigen klare lijn, zoals die van Warhol, Lichtenstein, Noland, Fontana, Léger, Hockney en Giacometti. Zijn woning leek sprekend op een kunstgalerie. Hij was zonder twijfel een van de belangrijkste verzamelaars van zijn tijd.”9
35 |
Fragment uit Kuifje en de Picaro’s — Sculptuur van Marcel Arnould
Uit: Thompson, Harry: Tintin: Hergé and his creation, 1992
9
Oorsprong