dendriet 2021 nr 4 - jaargang 20

Page 24

Hoe gaat het met onze bosvogels? Niet alle vogels bouwen hun leven uit op dezelfde plaats. Je hebt stads- en tuinvogels, akker- en weidevogels, watervogels, en ook bosvogels. Verschillende van deze bosbewoners doen het steeds beter. Bossen krijgen weer ruimte om oud te worden en worden natuurlijker beheerd. Daar profiteren sommige vogelsoorten van. Jammer genoeg doen niet alle bosvogels het even goed, door verschillende oorzaken.

Een bosvogel? Sommige vogelsoorten zijn voor hun overleven op een of andere manier afhankelijk van bos. Die soorten lijkt het de laatste decennia gemiddeld beter af te gaan dan veel vogelsoorten die aan andere gebiedstypes gebonden zijn, zoals graslandsoorten. Bosvogels hebben geprofiteerd van het ouder worden van het bomenbestand in de meeste bossen en van een veelzijdiger bosbeheer, dat minder sterk op houtproductie is gericht. Belangrijke factoren die de aanwezigheid van een rijke bosvogelgemeenschap verklaren, zijn vooral de variatie in de structuur van een bos, de bosoppervlakte, de vorm van het bos en het omgevende landschap. De structuurvariatie omvat de gelaagdheid, open plekken, dood hout, boomdikte en bijzondere elementen zoals klimplanten en kruidenrijke bosranden. Door het meer ecologisch gerichte beheer is er tegenwoordig in veel bossen meer dood hout aanwezig. Er wordt vaak gesteld dat ons bosvogelbestand het om die redenen goed doet. Maar de ene bosvogel is de andere niet. Sommige bossoorten doen het slecht. Nog andere soorten zijn al (heel) Appelvink foto: Wesley Poelman

lang verdwenen. Onze bosavifauna moet worden beschouwd als een ietwat kunstmatig overblijfsel van wat ooit een veel rijkere soortengemeenschap moet zijn geweest. Het gaat wat beter omdat we ooit nog veel dieper in het dal hebben gezeten. Maar dat ‘het’ goed gaat met ‘de bosvogels’, dat is toch een brug te ver.

Holenbroeders in de plus Sommige bosvogels zijn afhankelijk van holtes in bomen om in te nestelen. Bepaalde soorten hakken hun eigen nestholte uit in voldoende dikke bomen. De meeste soorten gebruiken bestaande holtes, ofwel uitgehakt door een andere soort ofwel op een andere natuurlijke wijze ontstaan. Ouder wordende bossen waarin ruimte wordt gegeven voor natuurlijkheid bevatten veel meer dergelijke holtes. Een aantal holenbroeders zit daardoor duidelijk in de plus. Hoewel historische gegevens ontbreken of zeer onvolledig zijn, mag je aannemen dat soorten als bosuil, boomklever en glanskop halverwege de vorige eeuw in de regio ontbraken of er minstens zeer zeldzaam waren. Zowel bosuil als boomklever hebben een enorme opmars gekend. Tegenwoordig zijn deze soorten zelfs niet meer gebonden aan grote bossen. Vooral bosuil is nu overal in de streek te vinden, en het is vermoedelijk de meest algemene uilensoort geworden. Boomklevers zijn nog iets meer aan bossen gebonden, maar ze zijn zich ook wel tevreden gaan stellen met kleine populierenbosjes. Met de glanskop loopt het minder hard van stapel dan met de vorige twee. De soort is nog steeds vrijwel uitsluitend beperkt tot de grotere


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.