Ruimtes gebruiksklaar maken
Opdracht 9 Een recreatieruimte gebruiksklaar maken Werk voor deze opdracht samen met een klasgenoot.
Een recreatieveld of -plein gebruiksklaar maken
er w ijs
Gebruik een apart vel papier of werk de opdracht uit op de computer. a. Bespreek samen hoe je de zaal gaat inrichten voor een theatervoorstelling. b. Teken de plattegrond van de inrichting van een zaal voor een theatervoorstelling. Laat ook zien waar het toneel zich bevindt.
ps on d
Een plein of veld op een vakantiepark moet een veilig veld zijn. Gasten mogen geen gevaar lopen. Zo’n veld of plein dient vaak meerdere doeleinden. Het is een ontmoetingsplek, er worden spelletjes gespeeld en er wordt een drankje gedronken. Tijdens activiteiten lopen publiek en deelnemers regelmatig door elkaar. Als het goed is, staan er prullenbakken, maar die gebruikt niet iedereen. Daardoor raakt een veld of plein vervuild.
be ro e
Gebruiksklaar maken van het recreatieveld of -plein houdt in dat je: • de geldende afspraken, regels en voorschriften volgt • het plein of het veld controleert: verwijder lastige, gevaarlijke, scherpe of vieze voorwerpen, zoals stukjes glas, blikjes, stokken en dergelijke • de prullenbakken controleert (Zijn ze vol, dan leeg je ze.) • bespreekt welke toestellen, materialen en attributen nodig zijn (Maak eventueel een lijst.) • het veld of plein uitzet voor de activiteit die gaat plaatsvinden • alle benodigdheden verzamelt en controleert • alles op de juiste plek zet.
tB oo
m
Na afloop controleer je alle materialen en toestellen en ruimt ze op. Je controleert het veld of plein op achtergelaten rommel en afval. Ook dat ruim je op en maak je schoon. Tekorten of gebreken die je zelf niet kunt oplossen meld je aan je leidinggevende.
Opdracht 10 De knutselmiddag
op yr
ig h
Maak een draaiboek voor het gebruiksklaar maken van de zaal voor een knutselmiddag voor kinderen of kies een eigen activiteit voor het draaiboek. a. Bepaal de inhoud van de knutselmiddag. Wat laat je knutselen of doen? Voor welke leeftijdsgroep?
C
b. Bespreek welke materialen nodig zijn en waar je die vandaan haalt.
c. Stel de opstelling van de ruimte vast. Bespreek daarbij het meubilair waarop je laat werken.
46