COLUMN VAN HET BESTUUR
Het KNOV-bestuur maakt in zijn geheel plaats voor een nieuw bestuur. Rond het moment dat dit artikel gepubliceerd wordt, zullen de nieuwe bestuursleden gekozen worden. We geven de ‘oude’ bestuursleden graag de ruimte om op papier te zetten op welke successen van de afgelopen drie jaar zij trots zijn. En van welke fouten het nieuwe bestuur kan leren.
Marrit Smit: ‘De klinisch verloskundigen gaan eindelijk werken onder eigen bevoegdheid, een proces waar tien jaar strijd aan vooraf is gegaan.’
Hard gewerkt rie jaar geleden gooiden wij het over een andere boeg. Aanleiding was de onvrede onder leden en de roep om verandering. We richtten ons op de inrichting van een proactieve en dynamische vereniging die snel kan inspelen op het veranderende geboortezorglandschap. Het bureau kreeg een nieuwe structuur en we introduceerden senior programmamanagers. Zij zouden in nauw contact staan met de leden, zodat zij samen aan de uitvoering konden werken. Deze combinatie van verloskundige inhoud met externe expertise kan een krachtig samenspel opleveren. Dat uitgangspunt is sterk. De uitvoering bleek complex. Zeker met de uitdagingen die wij op ons pad kregen.
D
De KNOV-organisatie was veranderd, senior programmamanagers waren gestart en toen kwam corona. Een tegenslag op een vervelend moment. Senior programmamanagers zouden zich ín de regio’s bevinden; het persoonlijke contact zou de kracht zijn. Dat is lastig als alles digitaal gaat en leden hártstikke druk zijn om zich aan alle nieuwe maatregelen aan te passen. Als bestuur hadden we onze leden meer moeten inlichten over het doel van alle organisatieveranderingen, zeker toen persoonlijk contact moeilijker was. Goede communicatie is onmisbaar. Toen het vertrouwen van leden verminderde, had het kunnen helpen dat bespreekbaar te maken. Er speelt nog iets mee; het brede takenpakket van de KNOV. Onze vereniging heeft namelijk twee belangrijke taken; het behartigen van de belangen én het borgen van de kwaliteit.
34
De Verloskundige
Berteld Kok: ‘We zijn trots dat we met andere stakeholders een goed fundament hebben gelegd voor passende bekostiging vanuit de cliënt, in plaats van vanuit de organisatie.’