Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen richt zich op de kinderen, maar ook op de ouder(s)/verzorger(s). De arts geeft het communicatiemiddel, de flyer, rechtstreeks aan het kind, maar ook aan de ouder(s)/verzorger(s). Samen kunnen zij namelijk aan de hand van de flyer een gesprek voeren over Billy en of dit voor het kind een hulpmiddel is. Er is alleen voor een flyer gekozen als communicatiemiddel, doordat er in de Geneesmiddelenwet staat dat publieksreclame verboden is als deze gericht is op kinderen (Geneesmiddelenwet, 2019). Het risico wordt niet genomen om tegen de wet in te gaan, dus wordt er alleen een informatieflyer gemaakt die vanuit de huisarts of kinderarts wordt meegegeven.
Offline communicatie
Om ervoor te zorgen dat kinderen en ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte worden gebracht van Billy ĂŠn het terecht komt bij de juiste doelgroep, namelijk kinderen met een chronische ziekte van tussen de 6 en 12 jaar, is er gekozen voor een flyer met informatie over Billy. De flyer ligt bij de huisarts in het huisartsenpraktijk of bij de kinderarts in het ziekenhuis. Via de flyer wordt het kind en de ouder(s)/ verzorger(s) geĂŻnformeerd over Billy en kunnen zij thuis rustig nadenken of zij hier gebruik van willen maken.
Mond-tot-mondreclame
De (huis)arts zal de ouder(s)/verzorger(s) bewust maken van het feit dat Billy bestaat. Hij of zij maakt dan reclame voor Billy. Ouder(s)/verzorger(s) die Billy gebruiken en als positieve toevoeging ervaren, delen dit met andere ouder(s)/verzorger(s) die een chronisch ziek kind hebben. Met de socials waar iedereen tegenwoordig over beschikt, kan het nog makkelijker gedeeld worden.
58
Voorkant flyer
De voorkant stelt een vraag aan degene die de flyer ontvangt. Billy biedt namelijk hulp aan of hij jou kan helpen met het nemen van de dagelijkse medicatie!
Hoi, ik ben Billy! Kan ik jou helpen met het nemen van je medicatie?