Kunstletters
JULI•SEPTEMBER 2020
#010
Inhoudstafel Achter de cover | Kim Snauwaert 03 Tentotips 04 Mijn job: tekenaar | An Bessemans 06 Karin Borghouts: Vincent was Here
10
Gezocht: jouw tekenmachine
15
Beeld | De keuze van Gideon Kiefer: Ilka Tillekaerts / Wesley Haex 16 In het atelier | Charlot Van Geert 20 Carte Blanche | Matthijs van der Burgt 26 Peter Troucheau 28 Mijn favoriet | Nico Burssens 34 Painting Nights #2
36
Wide Vercnocke
38
Oooh | 3 portretten van deelnemers 44 Kunst in quarantaine
46
Mijn ritueel | Dries Segers 49 Zelfportret | Jan Theuninck 50 Colofon 51
Achter de cover Kim Snauwaert
� Kim Snauwaert, Badpakje, 2020, olieverf op papier, 29,5 × 42 cm
02
Kunstwerkt zet jouw werk graag in de kijker. Ook in dit blad. Daarom deden we een oproep om een beeld van je werk voor te stellen voor de cover. Waarop jullie massaal reageerden. Dat betekende kiezen uit een kleurrijke verzameling mooi en altijd heel persoonlijk werk. Na kijken en overleggen kozen we uiteindelijk voor een zomers beeld van Kim Snauwaert. Aan iedereen die werk instuurde: bedankt.
Kim: ‘Schilderen doe ik met, of zelfs dankzij, mijn artistieke beperkingen. Ik weet van mezelf dat ik geen held ben in het perfect weergeven van perspectieven, schakeringen of lichaamsproporties. Maar het pure waarnemingstekenen interesseert me eigenlijk veel minder, ook omdat ik er het geduld niet voor heb. Zo portretteerde ik in mijn eerste lijntekeningen de vrouwen met lange halzen en lange vingers, juist omdat ik dat iets heel eigenaardigs vond om exact te kunnen weergeven. Nu, een paar ontwikkelingen in mijn werk verder, stoot ik nog op moeilijkheden om waarheidsgetrouw te werken. Ik weet best dat mijn perspectief niet klopt, maar door niet te focussen op wat ik niet kan, lukt het me om plezier te vinden in het schilderen. Dit ‘Badpakje’ maakte ik omwille van de zonnige sfeer die ervan uitgaat. Tegelijkertijd werk ik ook hier vanuit imperfecties, want het is één van de eerste werken waarin ik schakeringen probeer aan te brengen. Het badpakje zelf zie ik als een eerste test om verder te perfectioneren, want ook hier staat niet alles op punt. Door dit uitgewerkte element te combineren met de kleurvlakken in de achtergrond, past het binnen de stijl waar ik volop aan werk. Ik hou er vooral van om in vlakken te schilderen, en aan de hand daarvan perspectieven te creëren. Het draagt een andere stijl uit, eentje die wat somberder is. Maar met elk afgewerkt schilderij begint de stijl me steeds meer te liggen. Ik werk nog niet zo lang op deze manier. Zo hield ik er in het begin van om eerder decoratief te werken in zwart-witte lijntekeningen. Pas sinds kort schilder ik met kleur.
© Kaat Pype
Eerst kleurde ik vooral de lijnen in, maar nu schilder ik voornamelijk in vlakken. Ook via deze speelse toevoegingen voel ik een evolutie in mijn werk. Ik hou ook rekening met elementen als kadrering en compositie. Zo voel ik meer mogelijkheden in het schilderen dan in het tekenen. Toen ik kunstwetenschappen ging studeren aan de Universiteit van Gent, zag ik voor het eerst een experimentele film van Stan Brakhage. Dat zorgde voor een klik: “Als ook dit kunst is, dan is alles mogelijk!” Daarna ben ik ook autonome vormgeving aan KASK Gent gaan studeren, waarin ik mijn praktijk volop kon ontwikkelen en uittesten.
Ik heb altijd al getekend, maar wissel graag af met mijn andere artistieke praktijk. Ik wil me niet op een medium, zoals video of performance vastpinnen. Van zodra ik ergens in een werk vastloop, loop ik er van weg. Als ik er na een tijd op terugkom, merk ik dat ik opnieuw sprongen heb gemaakt. Schilderen beschouwde ik lange tijd puur als een hobby, maar nu heb ik het gevoel dat het naast mijn andere artistieke werk kan bestaan.’
KIM SNAUWAERT ° 1986 Actrice en beeldend kunstenaar Studeerde kunstwetenschappen (UGent) en autonome vormgeving KASK.
03
Tentotips J U L E S S C H M A L Z I G AU G In het begin van de twintigste eeuw focussen kunstenaars op een veelbelovende toekomst, gekenmerkt door snelheid en beweging. De Antwerpse kunstschilder Jules Schmalzigaug (1882 – 1917) ontpopt zich tot de Belgische pionier van die nieuwe kunststroming, het futurisme. Hij is gefascineerd door lichtvibraties. Hij werkt een eigen kleurenleer uit, met nadruk op de rol die lichtinval speelt op hoe we kleuren waarnemen. Zijn futuristische schilderijen zijn vibrerende, abstracte composities. De essentie is beweging, licht, ritme en ruimte. Vanaf 1 augustus is het werk van Schmalzigaug te zien in de twee galeries van Ronny Van de Velde. In de galerie in Antwerpen krijg je een brede kijk op zijn oeuvre, in Knokke ligt de focus op schilderijen en tekeningen uit zijn periode in Italië, waar hij het futurisme ontdekte. Galerie Ronny Van de Velde, Antwerpen en Knokke Van 1 augustus tot 11 oktober 2020
Jules Schmalzigaug, Dynamische uitdrukking van de beweging van een danseres, 1914. Collectie Mu.ZEE, Oostende.
ronnyvandevelde.com
MAAIKE LEYN: MEMORIES Houtskool en pastelkrijt, dat zijn de materialen van Maaike Leyn (°1975). Ze duwt de pigmenten rechtstreeks op het papier of op ruw, ongeprepareerd schilderdoek. Op die manier ontstaan wazige, fluweelachtige en mysterieuze beelden. Het uiteindelijke kunstwerk spijkert ze vaak gewoon tegen de muur, zonder kader. Leyn tekent geen wereldschokkende taferelen: een landschap, een hond, gebouwen die ruïnes zijn geworden. De mens lijkt wel uit het universum verdwenen. Zijn aanwezigheid blijft voelbaar, maar alleen in de vorm van een afdruk of een subtiel spoor. De zeshonderd jaar oude Jeruzalemkapel op het indrukwekkende Adornesdomein in Brugge vormt de ideale setting voor deze mysterieuze tentoonstelling. Adornesmuseum, Brugge Tot 29 augustus adornes.org Tekst: André De Nys 04
WA B I S A B I De schoonheid van dingen die onvolmaakt, vergankelijk en onvolledig zijn, van dingen die bescheiden en nederig zijn. Wabi sabi is een typisch Japans esthetisch concept dat zich moeilijk in rationale termen laat vangen. In zijn hedendaagse invulling staat Wabi voor rustieke eenvoud, frisheid of rust, en kan zowel op natuurlijke als op door mensen gemaakte objecten worden toegepast. Het kan ook verwijzen naar eigenaardigheden die voortkomen uit het bouwproces, die het object uniek en elegant maken. Sabi staat dan weer voor schoonheid of sereniteit die komt met de leeftijd. Het leven van het object en de vergankelijkheid ervan blijken uit het patina en de slijtage. De tentoonstelling in IBASHO Gallery is een uitnodiging om de elementen van wabi sabi te verkennen in de fotowerken van 9 Japanse en 3 niet-Japanse kunstenaars. En omdat wabi sabi nauw verbonden is met de theeceremonie (chado) heeft IBASHO 2 Japanse keramische kunstenaars opgenomen, die niet alleen luciferkommen, maar ook vazen, hebben gemaakt. IBASHO Gallery, Antwerpen Tot 30 augustus 2020 ibashogallery.com
Norio Takasugi, 2-11-br, silver leaf on paper, screen printing and silver sulfurization, 2018
Naohiro Ninomiya, Nokomi-1, gelatin silver print on Mino-Washi paper, 2019
05
Mijn job: tekenaar ANN BESSEMANS
Ann Bessemans is begeesterd door lettertypes. Ze studeerde grafisch ontwerp en maakte een doctoraat rond letterontwerp voor kinderen met een visuele handicap. Dat onderzoek leidde tot ‘Matilda’, een nieuw lettertype. Zo werkt Ann op de grens tussen wetenschap en ontwerp, onderzoekt ze hoe de vormgeving van lettertypes leesbaarheid kan vergroten.
Pionierswerk Niets dan lof over het lettertype dat Ann Bessemans als doctoraatsstudent ontwierp. Ze wilde graag onderzoeken hoe het leerproces van kinderen met een visuele functiebeperking kan worden verbeterd. Het was pionierswerk waarbij ontwerp en onderzoek verenigd zouden worden. Voor het promotorschap van dit onderzoek, klopte ze aan bij Gerard Unger, de bekendste letterontwerper van Nederland. Hij was erg enthousiast over dit project: het vergroten van
06
de leesbaarheid vormde ook voor hem een continue uitdaging. Zo ontwierp hij de blauwe wegwijzers in Nederland en de borden in de Amsterdamse metro. ‘Ungers lettertype is jarenlang voor alle (bewegwijzerings)borden gebruikt’, legt Ann uit. ‘Het was acht procent leesbaarder dan het Amerikaanse lettertype. Zo’n verschil betekent dat je de borden op de snelweg zeker dertig meter vroeger kan lezen.’
Matilda Ann Bessemans deed twee opvallende ontdekkingen tijdens haar doctoraatsonderzoek. Een eerste vondst heeft te maken met het ritme van de letters. De verticale streepjes in de letters zorgen voor een bepaalde ritmiek. Als de streepjes zich altijd op dezelfde afstand van elkaar bevinden, heb je een gelijkmatig ritme. Maar het viel op dat, voor kinderen met een visuele functiebeperking, een gelijkmatig ritme minder vlot leest dan letters met een dynamischer ritme.
Een andere parameter die bevorderlijk is voor het lezen, is de zogenaamde ‘schreef’. Schreven zijn de ‘voetjes’ die zich boven en onderaan een letter bevinden. Letters met schreven worden makkelijker gelezen. ‘Wel eigenaardig als je weet dat kinderen die net leren lezen tekstjes onder ogen krijgen met schreefloze letters’, zegt Ann. Voor het onderzoek testte ze 110 slechtziende kinderen (tussen 6 en 9 jaar) en 45 kinderen zonder deze beperking. Beide groepen scoorden
beter als er schreven aan de letters hangen. Door deze bevindingen te gebruiken in het lettertype ‘Matilda’ zullen kinderen beter en liever gaan lezen, net zoals Matilda zelf, het hoofdfiguurtje uit het gelijknamige boek van Roald Dahl. De belangrijkste kenmerken van het lettertype zijn brede, open en ronde letters die een vriendelijk gevoel geven. →
07
‘Verpakkingen met lelijke letters zal ik eerder in de rekken laten staan, of ik verstop ze thuis in de kast.’
Zwarte marker Bij het ontwerp van letters schetst Ann in eerste instantie met de hand. Ze tekent dan haar ideeën uit met potlood of zwarte pen. Nooit met blauw: haar studenten vertrouwt ze toe dat het bij letters vooral om zwart en wit gaat. Als je een letter in potlood ontwerpt en je bekijkt die van op afstand, komt die niet goed uit. Als studenten een letter hebben geschetst, kleuren ze die in met een zwarte marker. Alleen zo zie je hoe een letter vanop afstand werkt. Leesafstand en kijkafstand zijn van essentieel belang voor de efficiëntie van een type schrift. Na deze analoge ontwerpfase, werkt Bessemans met het gespecialiseerde
08
softwareprogramma Glyphs. Hier kan ze aan de slag met de fijne details en spaart ze veel tijd uit door eigenschappen van de letter te verankeren. Liefde voor letters Schetsen en tekenen heeft Ann altijd graag gedaan. Toen ze aan haar studies grafische vormgeving begon, dacht ze er eerst aan illustrator te worden, maar het vak typografie bleek heel erg boeiend. Al gauw ging ze zelf op onderzoek. ‘Typografie vond ik ontzettend spannend, bijvoorbeeld hoe de curve in een letter overgaat in een rechte. Als je kijkt naar abstracte kunstenaars, zie je hierin gelijkenissen. Ellsworth Kelly, bijvoorbeeld, speelt ook met
curves en rechten. Of denk maar aan Alexander Calder met zijn grote mobiles in uitgepuurde vormen. Voor mij is ook het experiment binnen letterontwerp heel opwindend.’ Welke letters? Een echt favoriet lettertype heeft Ann niet. Maar voor haar boekontwerpen gebruikt ze graag de lettertypes van haar leermeester Gerard Unger. De extra portie verrassing die hij toevoegt, vindt ze heerlijk. ‘Maar ook het werk van Adrian Frutiger en Matthew Carter is inspirerend’, vertelt ze. ‘Bij hen zit de perfectie op de curves. Het is moeilijk om uit te leggen waarom je een voorkeur hebt. Die hangt ook echt van de context af,
MIJN JOB: TEKENAAR
naar welke contrasten of tekstkleur je op zoek bent.’ Anderzijds vindt Ann ook letterontwerpen van jongere ontwerpers erg boeiend. Het experiment van Radim Pesko of Ale Paul of typefoundries zoals Lineto.com, spreken haar aan. Maar ook de letterontwerpen van Lucas de Groot, Nadine Chahine, Peter Bilak… In mails gebruikt ze het lettertype ‘Georgia’ van Matthew Carter. Een mooie, elegante letter. ‘Ik vind het ook leuk dat die hangende cijfers heeft’, vertrouwt Ann ons toe, ”Hij leest iets beter dan de Times New Roman. Het ritme verloopt iets vlotter en leest zo comfortabeler. Times New Roman is oorspronkelijk ontworpen voor de
ANN BESSEMANS
krant, dus dat is een smalle letter. Het streeppatroon staat korter op mekaar, wat stressvoller is voor de ogen. Letterstress Of Ann ook ‘last’ heeft van letters? ‘Natuurlijk, voortdurend! Dat is beroepsmisvorming. Letterontwerpers sleutelen lang aan de voor hen ideale letters. Dan is het uiteraard moeilijk om te zien dat die letters soms worden vervormd of uitgerekt. Verpakkingen met lelijke letters zal ik in de rekken laten staan, of ik verstop ze thuis in de kast. Je passie voor vormgeving verdwijnt niet plots als je werkdag erop zit, het trekt zich door in alle facetten van je leven.
Maar het gaat in de eerste plaats over schoonheid en functionaliteit.’ Ann Bessemans richtte ook de onderzoeksgroep Readsearch op. readsearch.be
ANN BESSEMANS °1983, woont in Sint-Tuiden Grafisch ontwerp en doctoraat in de beeldende kunsten, specialisatie typografie.
Tekst: Marianne Sneijers Foto’s: Renaat Nijs
09
Karin Borghouts V I N C E N T WA S H E R E
Fotograaf Karin Borghouts is vooral bekend door haar foto’s van gebouwen en interieurs, plaatsen in de publieke ruimte en musea. Ze toont ze als scènes, waar de menselijke figuur opvallend afwezig is. ‘Het huis’ is haar beklijvende kunstproject waarin ze de verbrande interieurs van haar ouderlijk huis fotografeerde. Sinds 2011 brengt ze als werffotograaf de renovatie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen in beeld. Nu pakt Karin uit met een nieuw ambitieus project, met Vincent Van Gogh (1853 – 1890) als focuspunt. De illustere schilder verhuisde al vroeg van plaats naar plaats en verbleef nergens lang. Karin Borghouts volgde het spoor van Van Gogh van zijn geboorteplaats Zundert in Nederland tot Auvers-sur-Oise in Frankrijk en maakte foto’s in 13 locaties waar hij verbleef. Bovendien reconstrueerde ze stillevens van Van Gogh en fotografeerde ze. ‘Vincent Was Here’ bestaat uit een fotoboek, een website en een reizende tentoonstelling. Tot 16 augustus 2020 loopt de expo in het Van Goghhuis in Zundert, Nederland. vincentwashere.com karinborghouts.be
10
© Karin Borghouts — Zonnebloemen 2018
KARIN BORGHOUTS ° 1959 Studeerde schilder- en beeldhouwkunst, werkte als grafisch vormgever en ontpopte zich later tot fotograaf waarbij ze deze andere disciplines in haar fotografie integreerde.
Vincent van Gogh, 1890, Musée d’Orsay Parijs
© Karin Borghouts — Kerk Auvers-sur-Oise FR, 2017
← Vincent van Gogh, 1889, Van Gogh Museum Amsterdam (Stichting Vincent van Gogh)
11
© Karin Borghouts — Kerkhof Auvers-sur-Oise, 2017
© Karin Borghouts — Mand met citroenen en fles 2018
→ © Vincent van Gogh, 1888, Kröller-Muller Museum Otterlo
12
K A R I N B O R G H O U TS
V I N C E N T WA S H E R E
13
Vincent van Gogh, 1886, Van Gogh Museum Amsterdam (Stichting Vincent van Gogh)
© Karin Borghouts — Een paar schoenen, 2019
14
Gezocht: jouw tekenmachine O P E N CA L L
Heb jij een tekenmachine ontworpen of wil je dat graag doen? Dan is dit een unieke kans om ze te demonstreren voor het publiek. Neem deel aan de open call ‘Techeningen’ van HET LABO en misschien maakt jouw ontwerp deel uit van de fascinerende expo met 20 tekenmachines tijdens Drawing Days in Hasselt.
Drawing Days is een reizend tekenfestival, met één geniaal en eenvoudig hoofddoel: iedereen aan het tekenen krijgen. Van 2 tot 4 oktober 2020 strijkt het festival neer in Hasselt. Drawing Days wil zoveel mogelijk mensen aanzetten om hun ideeën uit te voeren en aan de slag te gaan met verschillende materialen. JOUW TEKENMACHINE OP DRAWING DAYS Hoe kan je meedoen? Stuur een mail naar tekenmachine@hetlabo.be voor dinsdag 21 juli met als bijlage: • een foto of schets van de tekenmachine(s) • een korte omschrijving (met afmetingen) • of er elektriciteit moet worden voorzien Wij bekijken alle inzendingen en laten voor 26 juli weten of je tekenmachine opgenomen zal worden in de expo. Praktisch: • elke tekenmachine krijgt een (verf-)deur ter beschikking als canvas voor de tekening. • deze deur meet 2015 × 830 mm en wordt voorzien door Het LABO en Drawing Days • papier wordt voorzien • de grootte van de machine en de positie t.o.v. de deur is vrij te bepalen Over Het LABO Het LABO initieert en bouwt al meer dan 3 decennia multidisciplinaire thematentoonstellingen met veel aandacht voor diversiteit en gevoel voor humor. Voor Drawing Days zet het collectief haar schouders onder deze tekenmachine-expo in haar thuisstad Hasselt.
15
BEELD D E K E U Z E VA N G I D EO N K I E F E R We vroegen kunstenaar Gideon Kiefer (°1970) een uitgebreide kijk te nemen op beeld.be. Hij koos voor werken van Wesley Haex en Ilka Tillekaerts. Ook het werk van Sophie Depoortere en Vanessa Van Meerhaeghe viel hem op. Gideon: ‘Ik koos voor deze kunstenaars omdat het geheel van hun werken mij aansprak. Er is een duidelijke samenhang in hun werk en ik voel dat het mooi doorleefd is.’ Je vindt Gideons volledige keuze op Beeld. Gideon Kiefer is een van de ‘rechtvaardige rechters’ van onze open call ‘Op eigen hout’, de oproep om een hedendaagse versie van het verdwenen paneel van het Lam Gods te schilderen. In november kan je komen kijken naar de groepsexpo met een selectie uit 300 inzendingen, onder de Gentse Stadshal.
I L K A T I L L E K A E R TS I saw, and I did
De metalen plaat die de basis vormt van dit werk heb ik toevallig gevonden. Ze inspireerde me om er nog verder iets mee te doen. Ik koos ervoor ze te bewerken met spuitbussen. Een toevallige ontmoeting is een vertrekpunt in mijn werk. Ik foto-
16
© Gideon Kiefer, Once It Got Hold of Me. Courtesy Geukens & De Vil — Gideon Kiefer
We kennen Gideon Kiefer als een begenadigd tekenaar die in zijn werk bevreemdende, onbehaaglijke werelden oproept. Zijn werk is gedetailleerd en voelt zowel klassiek als hedendaags aan. Sinds kort schildert hij ook.
grafeer, teken, verzamel, verzamel… Het zien van objecten en tot wat ze in staat zijn zet me aan ze te archiveren. Zo gebeurt het dat een object na verloop van tijd alsnog een betekenis krijgt. Door minimale ingrepen verliest het zijn oorspronkelijke functie en krijgt het een compleet andere invulling. Vaak ontstaat mijn werk in functie van een ruimte. Wanneer ik die ruimte verlaat, verdwijnt het werk ook weer. Mijn grote voorbeelden zijn onder andere René Heyvaert, Gordon Matta Clark en Blinky Palermo. De manier waarop zij omgaan met hun omgeving vind ik ontzettend boeiend. Ze hebben een heel eigen kijk op de wereld. Hoe Heyvaert door minimale poëtische ingrepen de functionaliteit van een object compleet verandert, is majestueus.
Gordon Matta Clark speelt met licht en het gevoel van ruimte. Hij ontleedt ruimtes. Ik ben altijd enorm geïnspireerd door zijn werk.
Gideon Kiefer: ‘I saw, and I did’ sprak me meteen aan. Het is een tamelijk donker sculptuur. Het zou een object trouvé kunnen zijn, waarop Ilka heel beperkt met verf heeft ingegrepen. Dat zou ook de titel kunnen verklaren. Het roept bij mij meteen de associatie op met een ster. Een stervende rode reus. Het einde is nabij. De grid van kleine gaatjes zijn wij, de mens, ieder op zijn eigen planeetje met de drang om alles te ordenen, te rangschikken of te verklaren. Wat ons ook meteen gevangen houdt in een raster.’
17
WESLEY HAEX You don’t face love, love faces you 58 × 75 cm Olie op canvas
Mijn praktijk is vooral gefocust op het idee van zelfportret, zelfidentificatie en zelfreflectie. Ik heb op de PXL MAD Hasselt gestudeerd en ook daar is mijn interesse voor portretkunst en zelfportret gegroeid. Hoever wil ik gaan in dingen tonen van mezelf en wat hou ik liever privé? Hoever stel ik mezelf open naar anderen? Zelfreflectie vormt het middelpunt van mijn praktijk. Ik omschrijf mijn werk graag als een mix van expressionisme, surrealisme, abstracte kunst en outsider art. Een stevige mix om een stevig werk te krijgen. Ik maak vooral schilderijen, maar ook sculpturen en installaties. Ik ben erg nieuwsgierig en wil veel uitproberen. Zo kan ik over die ervaringen reflecteren, om ze dan te gebruiken in mijn werk. ‘You don’t face love, love faces you’ is gebaseerd op een concrete ervaring: een geval van liefde op het eerste gezicht. Echter eenzijdig. In mijn dorp was een feest waar ik met vrienden naartoe was gegaan. Aan de inkom stond een jongedame die de betalende gasten een kruis op de hand plaatste. Bij mij tekende ze geen kruisje op mijn hand, maar een hartje. Met glinsterende ogen keek ik naar de tekening en er ontstond een warm gevoel binnenin. Ik keek de mooie jongedame aan, maar ze was al in gesprek met de volgende bezoeker en gaf mij geen aandacht meer. Het brak mijn hart in fijne, kleine stukjes. Liefde kan je niet forceren. Wat ik wou tonen in dit werk is dat de dingen die je ‘zelfportret’
18
vormen, je op vreemde plaatsen en tijden komen aanwaaien. Mijn gedachtewereld, gevoelens, dromen en ervaringen vormen de basis voor het idee waarmee ik aan een werk begin. Ik stel denkbeeldig een mogelijk interessant beeld samen. Ik start altijd met de achtergrond. Daarover een beslissing nemen is moeilijk. Kleuren, motieven, vormen en composities zijn bepalend voor het gevoel dat het werk zal uitstralen. Het onderwerp van het schilderij komt er zich al snel mee moeien, zodat er uiteindelijk een compromis ontstaat en ik aan de slag ga. Het uiteindelijke beeld is nooit exact het ontwerp. Ik wijk af, doe veel aanpassingen en krijg een heel ander resultaat. Maar als dat me aangenaam kan verrassen, terwijl het idee van het werk er toch in vervat zit, ben ik tevreden. Gideon Kiefer: ‘Bij de schilderijen van Wesley bleef ik meteen even stilstaan. Doorgedreven figuratie versus abstractie. Ik ben ook naar de werken op zijn eigen website gaan kijken en was nog aangenamer verrast. Hij maakt vaak gebruik van het (zelf)portret en doet dat op een persoonlijke, gevarieerde manier met een vleugje Sigmar Polke of wat Neo Rauch. Er zitten dus Duitse invloeden in zijn werk. Zijn gebruik van grafische motieven in combinatie met de surreële figuratie werkt goed en voegt een bizarre gelaagdheid toe aan zijn schilderijen.’
BEELD
D E K E U Z E VA N G I D EO N K I E F E R
19
In het atelier C H A R LOT VA N G E E R T
Het kunstenaarsatelier: de plek waar het allemaal gebeurt. De plek waar de kunstenaar inspiratie vindt, koortsachtig werkt en tot rust komt. Welke objecten verzamelt een kunstenaar om zich heen? In deze reeks selecteert Tamara Beheydt voorwerpen uit een atelier en gaat op zoek naar de verhalen erachter. Deze keer: Charlot Van Geert. 20
De atelierruimte van Charlot Van Geert is een bescheiden kamer in het huis waar ze samen met een huisgenote woont. In normale omstandigheden verdeelt ze haar tijd tussen artistiek werk en een job in een bronsgieterij. ‘Ik vond het niet erg om tijdelijk werkloos te zijn tijdens de coronaperiode’, vertelt ze. ‘Eerst heb ik twee weken rust genomen, daarna had ik eindelijk tijd voor nieuwe creaties en dingen die ik op de lange baan schoof, zoals een nieuwe website.’ Charlot maakt beelden en installaties, waarin ze graag speelt met perceptie. Vaak ontdoet ze gebruiksvoorwerpen van hun oorspronkelijke functie, of speelt ze met de materialen of eigenschappen van een object. ‘Ik maak bijvoorbeeld krukjes in PU-schuim, die eruitzien alsof je erop kan zitten, maar dat is niet zo. Recenter keerde ik het om: krukjes in brons, dat zo gegoten en geschilderd is dat het op schuim lijkt. Of je er nu echt op kan zitten of niet: het gaat me net om die vraag, dat twijfelmoment.’ Aan haar muur hangen enkele waterpassen, in lichtgroen brons. ‘De vormen zijn gespoten in PUschuim en rechtstreeks in de oven geplaatst om te laten gieten in brons. Daarna heb ik ze in een lichte kleur gespoten. Daardoor zien ze er kwetsbaar uit, maar ze zijn loodzwaar. Ze hebben iets droevigs, maar ook veel humor. Dat misleidende, daar word ik een beetje gelukkig van.’
Absurde humor ‘Mijn werk raakt wel aan de grens met design, maar die overstap zou ik nooit maken,’ zegt Charlot overtuigd. Er is een belangrijk onderscheid: de functionaliteit van een object is nooit haar hoofddoel. Zo maakte ze ook enkele lampen en een werkende douchekop. ‘Dat die objecten echt functioneren, is een leuke meerwaarde, maar ze staan perfect op zichzelf, als beeld. Ik hou ervan om te denken dat mensen een sculptuur in hun woonkamer hebben, waar ze graag naar kijken. En dan is het een leuk detail als ze ’s avonds kunnen zeggen: ‘Oh, laten we het licht aansteken’. Een werk kan vele identiteiten hebben.’ ‘Ik heb niet één favoriete kunstenaar,’ bekent Charlot. ‘Vaak is één werk dat me aanspreekt voldoende om een boek over een kunstenaar te kopen: van Michelangelo tot Japanse kunst en van Franz West tot Vaast Colson.’ Eén boekje is wel een grote inspiratiebron: ‘Belgian Solutions’, met foto’s van David Helbich. ‘Heerlijk vind ik dit,’ zegt ze terwijl ze erdoor bladert. ‘Het absurde, de humor van dingen die niet kloppen, daar speel ik ook mee. Er staan ook enkele dingen in die ik als student uitprobeerde. Ik heb met alles geëxperimenteerd tijdens mijn opleiding: van een omgekeerde kerstboom tot plakband op de gekste voorwerpen.’
Nineties Charlot haalt ook inspiratie uit het straatbeeld, waar de nineties duidelijk helemaal terug in zijn. ‘Overal zie ik kledij en kapsels uit de jaren negentig: crop tops en twee strakke dotjes. Ook tribal is opnieuw hip.’ De tribal tattoo zoals we die nu kennen is gebaseerd op traditionele, symbolische tatoeages van stammenculturen. Vaak dragen ze een diepe betekenis, zoals een overgangsritueel of een afwering van boze krachten. ‘Er zit veel geschiedenis en symboliek achter. Dat fascineert me. Dus zoek ik er allerlei informatie over op en moet ik er gewoon iets mee doen.’ Resultaat: verschillende uitvoeringen van vormen geïnspireerd door tribals, de ene net heel gepolijst en glimmend, een andere schijnbaar gesmolten en gebogen, amper herkenbaar. →
21
22
I N H E T AT E L I E R
C H A R LOT VA N G E E R T
23
24
I N H E T AT E L I E R
Moet kunst blijvend zijn? ‘Ik blijf materialen zoeken en opnieuw ontdekken,’ vertelt Charlot. Zo is ze aan het experimenteren met basreliëfs. Op een wassen plankje maakt ze een nieuwe laag was, in een grof reliëf. De bedoeling is om dit met de verloren wastechniek in brons om te gieten en in één kleur te verven. Maar eerst zal ze tests doen in gips met een siliconenmal. ‘Ik zou dergelijke reliëfs graag aan de muur hangen. Dan zouden ze een interessant kleurvlak kunnen vormen, een klankbord waarmee een werk op de voorgrond kan communiceren.’ Ze werkt al langer met kaarsen, die ze kneedt en ombuigt. ‘Ik krijg er veel goede reacties op, maar mensen
vragen zich af of ze de kaarsen mogen aansteken. That’s up to you. Dat vind ik interessant om over na te denken: moet het blijvend zijn om kunst te zijn?’ Die vraag naar de sacraliteit van een kunstvoorwerp is aanwezig in haar hele oeuvre. Ook het beschilderen van bronzen sculpturen, zodat het kostbare materiaal niet onmiddellijk herkenbaar is, breekt daarmee. De meeste kunstenaars maken schetsen van een idee, voor het uit te voeren. Dat is een standaardmethode in bijna elke discipline. ‘Maar nee, dat doe ik niet,’ lacht Charlot. ‘Ik ben heel slecht in tekenen en schilderen. Ik heb het gewoon niet in de vingers. Ik heb respect voor kunstenaars die
C H A R LOT VA N G E E R T
er wel goed in zijn.’ Wel tekent ze haar sculpturen als ze afgewerkt zijn. ‘Tijdens productieve periodes maak ik meerdere werken vlak na elkaar. Dan is het fijn om een overzicht te maken. Dat geeft me rust. Ik heb graag orde in mijn hoofd.’ CHARLOT VAN GEERT °1992, woont en werkt in Antwerpen. Studeerde in 2018 af als Master in de beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Tekst: Tamara Beheydt Foto’s: Evenbeeld
25
Cyanotype on canvas, 140 Ă— 180 cm, 2020 (detail)
26
Carte blanche In ‘Carte Blanche’ krijgt een kunstenaar vrij spel. BLANCO, de platformfunctie van de atelierorganisatie NUCLEO, duikt geregeld op met projecten waarin het kunstenaars vraagt te reageren op een ‘lege zone’. Twee vellen papier vormen hier het speelveld. De kunstenaars worden geselecteerd i.s.m. de partners binnen de Vlaamse koepel van atelierorganisaties UFO; NUCLEO uit Gent, AAIR uit Antwerpen, Cas-co uit Leuven, Vonk uit Hasselt/Genk en De Tank van het Entrepot uit Brugge.
IN DIT NUMMER:
M AT T H I J S VA N D E R B U R GT (via Cas-co) Matthijs: ‘Mijn werk is een heen- en weerbeweging van en naar het medium fotografie. Waar in vele beeldenstromen van vandaag naar de illusie van een maximum aan transparantie gestreefd lijkt te worden, probeer ik optische media vanuit hun niet-transparante kwaliteiten te benaderen. Ik omarm mediumspecifieke eigenschappen en/of beperkingen, vergroot uit en vertaal naar andere media. Vanuit ruimtelijke impulsen en een uitgesproken fascinatie voor beelddragers en analoge processen zoek ik naar een balans tussen mathematische abstractie en realiteit. Volume, tijd, ruimte en indexicaliteit (Charles Sanders Peirce, Rosalind Krauss) spelen in dit artistieke proces een belangrijke rol. Dit uit zich in zowel ruimtelijk als tweedimensionaal werk waarin vorm en inhoud vaak lijken samen te vallen.’
MATTHIJS VAN DER BURGT °1994, woont en werkt in Leuven. Master in de beeldende kunsten: fotografie, LUCA Brussel.
27
Peter Troucheau ‘ D E D R E I G I N G , D E C O N F R O N TAT I E M E T H E T B R O O S B E STA A N E TST B E E L D E N O P M I J N N E T V L I E S .’
Peter Troucheau houdt er een dubbelleven op na: hij is kunstenaar én verpleger in de eerstelijnshulpverlening. Die twee werelden houden elkaar in evenwicht, vullen elkaar aan, zijn onvoorwaardelijk verbonden.
28
29
Het is koud in de werkruimte van Peter Troucheau. Zonnestralen kruipen langzaam over het grind, richting atelier. Koffie en passie voor de kunst zullen ons moeten opwarmen. Peter stelt zich voor als een niet-babbelaar. ‘Ik vind het moeilijk om over mijn eigen werk te praten. Om de finesses ervan te verwoorden in taal.’ Anderhalf uur later confronteer ik hem opnieuw met deze woorden. Het atelier baadt ondertussen in licht en warmte. De tijd is voorbijgevlogen en Peter geeft lachend toe dat ik al die gedachten en woorden nu wel geordend op papier moet krijgen. Net zoals bij vele kunstenaars kriebelde de muze ook al vroeg bij Peter. Hij volgde kunstonderwijs in het Brusselse Imelda-Instituut voor Beeldende kunsten. Zijn ouders waren niet meteen enthousiast over de artistieke roeping van hun zoon, maar dat weerhield hem niet om de driejarige opleiding plastische kunsten aan te vatten op het HONIM. Een interessante richting die hem de mogelijkheid bood om van verschillende disciplines te proeven. Na twee jaar besloot hij de overstap te maken naar Sint-Lucas voor de opleiding Vrije Grafiek. De ambachtelijke technieken die hij daar leerde, vind je nog altijd terug in zijn werken. Na je artistieke opleiding besloot je om verpleegkunde te studeren. Toch wel een verrassende keuze. Ik was realistisch genoeg om te beseffen dat kunst mijn passie is, maar dat er ook brood op de plank moet komen. Tijdens mijn artistieke studies geraakte ik gefascineerd door de werking van psyche en lichaam. De keuze voor verpleger in de eerste lijn hulpverlening lag in de lijn van de verwachtingen. Ik bied hulp, maar ‘breek ook in’
30
op kritische kantelmomenten van het menselijk bestaan. Als mensen bellen voor assistentie zijn ze kwetsbaar. Je betreedt onbekende ruimtes, ontmoet onbekende mensen. Je wordt gekatapulteerd in een harde realiteit, waar weinig ruimte voor emotie is. Tegelijk wordt mijn aandacht getrokken door bepaalde vormen in die onbekende en vluchtige omgeving. De dreiging, de confrontatie met het broos bestaan etst beelden op mijn netvlies. Maar in de eerste plaats is het natuurlijk een weloverwogen sociaal engagement. Waarbij kunst voor een balans zorgt? Schilderen is voor mij inderdaad ook een vorm van zelfreflectie en meditatie. Het is goed om twee werelden te hebben. Ze verlopen parallel, houden elkaar in evenwicht en vullen mekaar aan. De verkoop van mijn werk is niet noodzakelijk om te overleven en dat geeft mij uiteraard ook een immense vrijheid. Doordat ik in shiften werk, heb ik veel vrije tijd. Je kan me elke week terugvinden in mijn atelier. Een erg ordelijk atelier, als ik het zo zie. Ja, ik ben recent verhuisd en dat geeft me de mogelijkheid om op te ruimen. Ik gooi veel weg of overschilder oude doeken. Ruimte in het atelier is ruimte in het hoofd. Je werken zijn sober, je gebruikt weinig kleuren. Het gebruik van zwart-wit was al van in het begin aanwezig. Ook tijdens mijn opleiding speelden grijstinten een grote rol. Maar ik grijp tegenwoordig meer naar kleur. Zachte kleuren. Versta me niet verkeerd: mijn werken zwalpen niet in melancholie. Mijn schilderijen zijn opgebouwd uit verschillende lagen
die uit een figuratieve insteek vertrekken. Aanvankelijk is er vaak nog kleur aanwezig. Soms meng ik verf omdat ik ze te zuiver vind. De imperfectie van de maatschappij moet zich weerspiegelen in mijn werk. Een vlek, een overbodige kras, teveel verf of net een stukje canvas of papier waar pigment ontbreekt. Door de overschildering kom ik tot de essentie. Deze uitzuivering, stilering van het beeld is een heel actief proces. Ze vraagt arbeid, tijd en vooral zelfreflectie. Je werk kenmerkt zich ook door lijnen. Krassen in de ziel van de kunstenaar? De lijnen op mijn werk zijn een overblijfsel uit mijn grafische periode, toen ik met een pen op de etsplaat kraste. De krassen vormen een grensafbakening van de ruimte in het werk. De ruimte zit soms in een verkeerd perspectief, vlak of niet afgewerkt. Ik gebruik ook schuurpapier om mijn werk te (be)krassen. Daarnaast zijn de lijnen een metafoor voor de krassen op de ziel, zoals iedereen die heeft. Je werken hebben geen titels. Een bewuste keuze die past binnen je visie dat niet alles hoeft te worden verteld? Ik geef inderdaad nooit titels aan mijn werken. Mensen worden erdoor gefixeerd, beginnen verbanden te zoeken en kijken met oogkleppen. Maar hoe langer ik met kunst bezig ben, hoe meer ik inzie dat kunstliefhebbers wel gebaat kunnen zijn met een titel. Vooral bij abstracte werken kan het interessant zijn om een leidraad te hebben. Maar als mijn werken allemaal dezelfde inhoud hebben, moet ik ze dan dezelfde titel geven? Of moet ik ze dan toch nummeren? →
P E T E R T R O U C H E AU
P E T E R T R O U C H E AU
31
32
P E T E R T R O U C H E AU
Na deze filosofische reflectie toont Peter een schilderij op de wand. Peter: Zie je die lijnen in dit schilderij? Op het eerste gezicht lijken ze willekeurig. Wie de tijd neemt om dieper in het werk door te dringen, merkt op dat de lijnen een plattegrond vormen: van een huis, van een huizenblok, van een stad? Wat is er in de gecreëerde ruimte gebeurd? Niet alleen de lijnen, maar ook het overschilderen neemt een belangrijke plaats in. Wat is er weggeschilderd? Welke invloeden kunnen we terugvinden in je werk? Kunstenaars zoals Walter Swennen, Werner Mannaers en Ante Timmermans spreken me enorm aan. De manier waarop ze soms letters, taal integreren in hun werk, de manier van experimenteren, de grafische toets in hun werk. En de manier om de toeschouwer te laten geloven dat het ‘simpel’ gemaakt is. Niets is minder waar! Peter trekt een boek uit zijn kast. Hij bladert erdoor, op zoek naar een citaat. Peter: Hier lees: ‘Basculer sur la peau des choses.’ Dat is een citaat van Werner Mannaers. Dat is een voorbeeld van hoe je met taal omgaat. Woorden, zinnen gebruiken die zoveel meer inhouden dan de woorden alleen. Ze krijgen als het ware een extra dimensie. Of het woord laten uiteenvallen in letters. Recent luisterde ik naar een podcast van Bent Van Looij en Michaël Borremans. Die laatste vertelde dat kunstenaar zijn niet voor mietjes is. Het is verdomd moeilijk om voor een wit doek te staan en er iets goed op te krijgen. Ik begrijp dat maar al te goed, maar niet alleen het begin is moeilijk. Je moet ook beslissen wanneer een doek af is. Het omgaan
P E T E R T R O U C H E AU
met de eeuwige twijfel is vermoeiend en fascinerend tegelijk. Ik put er kracht uit als ik het juiste spoor vind, als de keuze die ik heb gemaakt, de juiste was. Zelf laat ik een werk een tijdje rusten en begin aan een nieuw. Dus ben ik aan meerdere werken tegelijk bezig en is er een samenwerking tussen schilderen en tekenen. Wanneer is het werk af? Intuïtie. Krijg je of vraag je feedback op je werk? Ik krijg graag feedback, maar dat gebeurt niet vaak. Misschien zijn mensen wel bang om over kunst te praten? Of ondervinden ze dezelfde moeilijkheden als ik en kunnen ze de juiste woorden niet vinden? Ik heb wel de indruk dat veel mensen niet lang genoeg kijken om het te laten binnendringen. In mijn opleiding heb ik vaak mijn werk voor een jury moeten presenteren en dan moet je zaken aanhoren die je niet zo leuk vindt. Maar dat maakt je sterker, het houdt scherp. Een open geest is belangrijk om bepaalde dingen op te nemen en andere te laten varen. Je hebt een eigen website waar beknopte info over je leven en werk terug te vinden is. Hoe treed je naar buiten als kunstenaar? Ik heb geen eigen galerie. Dus ik ben verplicht om zelf naar buiten te treden. En ik geef toe dat het niet altijd even gemakkelijk is. Ik zie me niet binnenstappen bij een galerie met mijn portfolio onder mijn arm. Ik ben trouwens jaren niet buitengekomen. Ik had er geen behoefte aan, of misschien kende ik niet de juiste mensen of locaties. Nu is die drang er wel. Ik sta sterker in mij schoenen en ga wel op zoek naar artistieke initiatieven die de moeite lijken. Zo contacteerde Jan Moeyaert van Stichting IJsberg me voor ‘Parazart #1’: in Damme zouden bezoekers kennis kunnen maken met mijn werk.
Het idee: mijn originele ateliersetting naar daar overgebracht, zodat je mij gedurende drie zondagen ‘live’ aan het werk zou kunnen zien. Spijtig genoeg besliste een pandemie er anders over. Wie zijn de kopers van je werk? Vooral jonge mensen voelen zich aangesproken door mijn kunst. Ik zorg ook dat mijn werken democratisch geprijsd zijn en toegankelijk voor iedereen. Ik kijk naar de markt. Schilderijen zijn unieke stukken, wat een verschil maakt met grafisch werk. En ik lever de werken meestal thuis af bij de mensen. Dan kan ik ook zien of mijn ‘kindjes’ een mooie thuis hebben gekregen. Van welke kunstenaar zou je graag zelf een kunstwerk kopen? Van Ante Timmermans. Hij keert terug naar het niets, naar de gewoonheid van het leven. Hij maakt een wiel des levens en steekt tegelijk een spie onder dit wiel waardoor alles tot stilstand komt. Misschien een perfect beeld voor de tijd waarin we leven. Ondertussen zijn we anderhalf uur en drie koffies verder. Voor een man die niet veel praat heeft Peter Troucheau zich vandaag overtroffen. In zijn atelier hangen lege papieren te wachten op inspiratie. Elke dag vat hij zijn artistieke strijd aan. Kunstenaar zijn, niets voor mietjes.
PETER TROUCHEAU ° 1971 Studeerde aan HONIM, Brussel en Sint-Lucas Gent (grafiek). Combineert zijn artistieke praktijk met een job als verpleger.
Tekst: Yves Joris Foto’s: Evenbeeld
33
Mijn Favoriet NICO BURSSENS In deze rubriek vertelt een medewerker van Kunstwerkt over een beeldend werk dat een diepe indruk heeft nagelaten. Deze keer: Bert Coessens. Hij ondersteunt het Kunstwerkt-team op praktisch en technisch vlak en verzorgt het office management. Ook het abonnementenbeheer van Kunstletters neemt hij voor zijn rekening.
Bert: ‘Een kleine 20 jaar geleden kwam ik op een expositie in Galerij Pim De Rudder te Assenede terecht. Nico Burssens (°1961), een oude schoolvriend, exposeerde er. Vooral de optimistische boodschap die hij in zijn abstracte werken wilde meegeven, bleef me bij. Zijn nieuwe kunststroming ‘ArtOptimist’ die hij met zoveel enthousiasme voorstelde, boeit me sindsdien. ‘ArtOptimist’ bestaat uit imaginaire wezens die rondom ons verblijven en die we alleen zien als we open staan voor vreugde en geluk. Ze worden geboren in een surrealistische droomwereld waar kleurrijke composities de bovenhand halen van de rauwe realiteit. Deze kunst laat geen controle van het brein toe. De dans tussen enerzijds het ritme van de materie en de vorm en anderzijds de overweldigende chaos van woekerende kleuren mondt uit in ArtOptimist. Nico’s kunststroming is ontstaan door een injectie van invloeden uit de existentialistische abstracte kunst waarvan zijn vader Jan Burssens, een icoon van de Belgische schilderkunst, prominent stichtend lid was. Alles draait rond het schilderen, dat vertelt het verhaal. Wie er naar kijkt, kan het begrijpen. Nico studeerde Afrikanistiek aan de UGent, werkte als assistent Afrikaanse taalkunde aan de UGent, en reisde ook vaak naar Centraal-Afrika. Die link met Afrika komt sterk tot uiting in zijn werk. Die heeft als voornaamste doel om vreugde, blijheid en optimisme te creëren, en dat zowel in het maken als in het visueel beleven. Het speelse karakter en de vrolijke felle kleuren vormen altijd het vertrekpunt. Zelf omschrijft hij het als een uit de hand gelopen hobby. ‘Ik schilder en creëer voor mezelf. Wie geen boodschap heeft aan mijn werk, loopt maar voorbij. Wie er plezier aan beleeft, krijgt van mij een kus’. Zijn optimistische gedrevenheid om van deze wereld een betere plek te maken vertaalt zich ook in een sterk sociaal engagement. Naast allerlei persoonlijke initiatieven om mensen en vrienden in nood te ondersteunen is hij ook de bezieler van Fonds Achilles, een vzw die in het Gentse de strijd aanbindt tegen lege boterhammendozen op school. Zijn affiniteit met Afrika ligt ook aan de basis van Gicbanjou, een onderwijsproject in West-Kameroen waar de uitbouw van officieel onderwijs wordt mogelijk gemaakt door te investeren in sociale landbouw. Hoe ouder Nico wordt, hoe groter de stroom van zijn fantasie lijkt te worden. Zijn recentste werken ogen als de neerslag van een overweldigende vitaliteit.’
34
Wijnstapper, hout van een wijnrank, acryl, mixed media. Foto: © mayastudio
NICO:
‘Wijnmakers zijn collega-kunstenaars. Ook zij bottelen vreugde. Toecan, Wijnneus, Chevalier, Wijngarnaal zijn wijnranken die ik geheel volgens de huisregels van ArtOptimist aanpas aan de kunst van het scheppen van vreugde. Kunst is eenvoudig. Geluk, plezier en vreugde zijn alles.’ 35
Painting Nights #2 H E T Z W I N , Z AT E R DAG 2 9 AU G U ST U S 2 0 2 0
Foto: © Sam David
Painting Nights is jouw schildersatelier voor één avond op een bijzondere plek. Voor de tweede editie trekken we naar het Zwin Natuur Park in Knokke-Heist. Kom je op zaterdag 29 augustus 2020 mee schilderen bij zonsondergang? 36
Voor de zomereditie van Painting Nights trekken we op zaterdag 29 augustus 2020 de vrije natuur in. Laat tijdens deze artistieke excursie de vogelspotter in je los en schilder de kokmeeuw, ooievaar of tureluur in zijn biotoop of kies als landschapsschilder voor de natuur in haar volle glorie. Tussen de kustlijn en de riviermondingen van het Zwin Natuur Park heb je een hele avond de tijd om te schilderen in open lucht, tot de schemering valt. Het resultaat is niet belangrijk: Painting Nights is bovenal veel schilderplezier op een inspirerende plek. Deelnemen kost 15 euro (inbegrepen: dagticket Zwin Natuur Park, schildersezel ter beschikking, broodjes met koffie/thee en frisdranken). Bestel je ticket via kunstwerkt.be Waar: Het Zwin, Graaf Léon Lippensdreef 8, Knokke-Heist Wanneer: zaterdag 29 augustus 2020 van 17u30 tot 22u.
Buitenschilderen? T I P S VA N N I LS V E R K A E R E N Nils Verkaeren, buitenschilder par excellence, zal tijdens Painting Nights klaar staan om je feedback en goede raad te geven. Hier geeft hij je al enkele tips om van je avond buitenschilderen een succes te maken:
Nils Verkaeren. © Joseph Puglisi
• Gebruik een veldezel (ter plaatse beschikbaar) of een vouwstoel: in een vlak landschap is het vrijwel onmogelijk zittend op de grond te werken. • Zorg voor voldoende doek of papier. De relatieve eenvoud van een kustlandschap maakt het mogelijk om veel werken te maken. • Neem een spiegeltje mee. Het is niet eenvoudig om de oneindigheid van een landschap te omvatten. Door in een spiegel te kijken kader je de werkelijkheid. • Zorg voor gekleurde dragers. Ze bepalen mee de stemming van je schilderij. • Voorzie je tekenplankjes van een witte, niet te absorberende verflaag. Dat maakt het gemakkelijker om je werk te beoordelen. • Als je op papier werkt, probeer dan verschillende papiersoorten. • Een medium dat het droogproces van je verf wat kan versnellen, kan nuttig zijn. • Neem werkkledij mee die vlot uit te trekken is (overall, schort, oude jas...) Zie de werkelijkheid als verbeelding Misschien wel de belangrijkste tip: bekijk de werkelijkheid als verbeelding. De suggestie van de realiteit is belangrijker dan zijn fotografische broer. Want je bent altijd te laat als je de werkelijkheid wil schilderen: een wolk is voorbij gedreven, de zon staat al wat lager… Kijk met een open vizier naar het landschap. Schilder wat jij er echt belangrijk aan vindt: kleur, emotie, beweging... Toon jouw visie op het landschap, niet die van een camera.
037 37
Wide Vercnocke ‘ I K H E B N O O I T I N E E N P L A N B G E LO O F D, E R WA S M A A R É É N D I N G DAT I K W I L D E .’ Illustrator en stripmaker Wide Vercnocke heeft zopas zijn vierde boek uit. ‘Drieman’ is gebaseerd op een stukje familiegeschiedenis, waarvoor hij samen met zijn vader op zoek ging naar het duistere verleden van zijn grootvader. Wide werkt op het raakvlak tussen strip, poëzie en illustratie en maakt ook (live) tekeningen, muurschilderingen en boek- en afficheontwerpen.
© Andrew Snowball
38
Je vierde boek, ‘Drieman’, is net uit. Waarover gaat het precies? Het gaat over de zoektocht naar het duistere verleden van mijn overleden grootvader, een Vlaams nationalist die zijn schrijfkunst tijdens de Tweede Wereldoorlog ten dienste van de Duitse bezetter stelde. Het is gebaseerd op wat mijn vader ontdekte over het verleden van zijn vader. Samen blikten we terug op wat er fout is gelopen, op de foute kant van de geschiedenis. Waar komt de nood om dit thema te behandelen vandaan? Ik wilde al lang iets met deze familiegeschiedenis doen en was er al mee bezig nog voor mijn derde boek af was. Ik wilde het verhaal van mijn grootvader echt in handen nemen. In mijn werk vertrek ik altijd vanuit een eigen noodzaak om iets te vertellen. De bedoeling was een loutering voor mijn familie teweeg te brengen. En ik denk wel dat dat gelukt is, zowel mijn vader als zijn zus kunnen
zich erin vinden. Het is ook wel wat angstaanjagend: een deel van onze geschiedenis wordt plots naar buiten gebracht. Voor mijn vader betekent het echt een steentje dat uit z’n rugzak is gehaald. Je werkte er maar liefst vijf jaar aan. In 2015 is mijn grootmoeder gestorven, het is dan dat mijn vader zijn zoektocht is gestart. Ik vind het uiteindelijk wel goed dat het zo een lang proces was. Het gaat over een vraagstuk, het Vlaamse vraagstuk, dat zich op het scherpst van de snee bevindt. Ik wilde hierbij een juiste stelling innemen. Wat betekent dat voor mij? Wat begrijp ik? Wat veroordeel ik? In mijn boek cirkel ik rond die vragen. Het is gefictionaliseerde realiteit. Sommige passages heb ik letterlijk overgenomen uit de gesprekken met mijn vader, voor andere heb ik mezelf meer vrijheid gegund. →
39
Wide Vercnocke voor De Standaard
Hoe verloopt de samenwerking met je uitgever? En hoe belangrijk is de steun van Literatuur Vlaanderen? Bries is een van de grote alternatieve stripuitgeverijen in België. Met Ria van Bries heb ik een heel persoonlijk contact. Ze toont veel respect voor de maker, zorgt voor een minutieuze eindredactie en geeft me de nodige vrijheid om keuzes te maken. Bries bestaat ondertussen 20 jaar, heeft een naam in het buitenland en fungeert echt als een kwaliteitslabel. Dus ik ben blij dat die naam op mijn boeken kleeft. Van Literatuur Vlaanderen kreeg ik drie jaar op rij een beurs om aan mijn strip te werken. Dat gaf me ademruimte, waardoor ik minder opdrachten hoefde aan te nemen en verder kon werken aan het boek. Bries heeft ook steun van Literatuur Vlaanderen gekregen voor de productie van het boek. Helaas zijn de productiesubsidies voor 2020 weggevallen. Hoe moeilijk is het om van je job te leven? Ik heb nooit in een plan B geloofd, er was maar één ding dat ik wilde doen. In 2010 ben ik afgestudeerd en drie jaar later kwam mijn eerste boek uit. Er kwam iets in beweging, ik kreeg opdrachten. Ik ben eigenlijk pas echt zelfstandige geworden in 2018. Dat was een grote stap, zowel professioneel als mentaal. Sindsdien neem ik mezelf serieuzer. Nu ben ik echt bezig met mijn inkomsten en uitgaven. Ik durf nu ook opdrachten
40
aannemen die niet ideaal zijn. Vroeger kon ik me afvragen of mijn werk het waard was om voor betaald te worden. Na al die jaren ben ik gelukkig niet meer zo onzeker over mijn werk. Ben je ook bezig met het commerciële aspect? Daar kan je eigenlijk niet omheen. ‘Drieman’ moet ik promoten. Mijn boek verdient het om een zo groot mogelijke verspreiding te krijgen. Ik heb er vijf jaar aan gewerkt. Er loopt een expo (helaas uitgesteld wegens de coronacrisis, red.) en ik organiseerde een boekvoorstelling, waarvoor ik sprekers heb uitgenodigd. Dus dat hoort erbij. Soms voelt het wel aan alsof ik met mijn boek moet gaan leuren. Nochtans heeft het zijn bestaansrecht. Als je onder je eigen naam werkt, moet je die ook promoten en dat is lastig. De manier waarop Eva Mouton haar merk bewust heeft uitgebouwd, daar kijk ik wel naar op. ‘Stripmakers zijn gedoemd om zowel creatieveling als ondernemer te zijn’, zei Lectrr onlangs. Hoe kijk jij daar tegenaan? Ik zal zo blij zijn als de oplage waarop Drieman is gedrukt, verkocht is. Je kan in Vlaanderen niet leven van strips. Daarvoor is de markt te klein. ‘Heeft het dan wel zin?’, vroeg ik me vroeger af. Maar uiteindelijk ben je dan bezig met de zin en onzin van kunst. Je moet echt een →
WIDE VERCNOCKE
Wide Vercnocke, Drieman
WIDE VERCNOCKE
41
42
WIDE VERCNOCKE
ondernemer zijn. Tien jaar geleden zei ik tijdens mijn jurering in het laatste jaar op school: ‘Ik hoop dat ik zal kunnen rondkomen door te tekenen.’ Dat is toch maar mooi gelukt. Wat heb je geleerd in de afgelopen jaren? Dat je zoveel mogelijk plezier moet hebben in wat je doet. Dingen die achterblijven in je hoofd, waarvan je gefrustreerd raakt, wil ik vermijden. Elke keer als er een boek af is, denk ik dat ik zoiets nooit meer zal kunnen bolwerken. Het lijkt onmogelijk tot het effectief gebeurd is. Je moet het ook gewoon blijven doen, zodat je ervaring opbouwt. Daarnaast heb ik veel geduld gehad. De eerste jaren verdiende ik amper iets. Gelukkig had ik geen verantwoordelijkheden zoals een gezin, dus kon ik me dat enigszins ‘permitteren’. En geloven in jezelf, dat is natuurlijk ook superbelangrijk. Heb je het gevoel ooit gefaald te hebben in de afgelopen jaren? Na mijn derde boek werd ik wat depressief. Toen het gedrukt was, vond ik het niets meer waard. Het is pas achteraf dat ik beseft heb dat ik te laat in gang was geschoten, waardoor ik niet helemaal het gevoel had er alles voor gedaan te hebben. Bij sommige opdrachten kan ik ook het gevoel hebben dat ik mijn ziel niet genoeg in mijn werk heb gelegd. Dat voelt als falen aan. Ik krijg dat ook als het te veel bandwerk wordt. Hoe belangrijk is netwerking voor jou? Ik wil daar niet naïef in zijn, dat is heel belangrijk. Je hebt een netwerk nodig om je in te enten. Ik ben daar niet bewust mee bezig. Het is eerder iets dat zich natuurlijk ontplooit, vanuit mijn interessesfeer. Ik maak ook contact met mensen waarmee ik niet per se wil samenwerken. Ik heb zelfs geen visitekaartjes, maar als ik er eentje nodig heb, dan teken ik dat ter plekke. Hoe anders is het werken in opdracht en je eigen verhalen brengen? Ik wil beide zo dicht mogelijk bij elkaar houden, ik zie ze als een tweeling. Er is beïnvloeding, zoals technieken of composities die je bij het ene ontdekt en bij het andere gebruikt. Opdrachten voor klanten hebben meestal korte deadlines. Daardoor kan je maar tot een bepaald punt gaan, maar daardoor zit er een gevoel van ‘Sturm und Drang’ in. Wat dan weer leidt tot nieuwe dingen. In de
WIDE VERCNOCKE
stress van het moment een gekke oplossing vinden, met andere woorden (lacht). Je begeeft je op heel wat andere domeinen, zoals theater, muziek en literatuur. Voedt die interactie jou? Ja, op die manier kan ik uit de bubbel van het tekenen komen. Ten tijde van ‘De Sprekende Ezels’ (een experimenteel laagpodium voor woord, muziek, comedy en hamsterslingeren, red.) heb ik veel mensen leren kennen, die ondertussen professioneel gegroeid zijn. Ik heb dat altijd als een verrijking gezien. Dat zorgt er nu ook voor dat ik opdrachten doe waarbij ik niet aan mijn tekentafel moet zitten, maar op of rond een podium kan zitten, zoals voor de live tekeningen. Dat soort opdrachten is als een lopend vuurtje gegaan. Die live tekeningen vormen een derde van mijn inkomen. Wat zijn je verdere plannen? Ik had gehoopt even een pauze te kunnen nemen en het wat rustiger aan te kunnen doen na de drukte van de laatste maanden, maar het stopt niet. En ik wil aan mijn volgende boek beginnen. Ik weet wat te doen. Ik word ook papa binnenkort. Zolang ik hier thuis kan werken met Albert (de kat des huizes, red.) vind ik het allemaal prima. Ik hou wel van die stabiliteit en gemoedsrust. Laat me maar verder tekenen en nu en dan een boek uitbrengen. Dan ben ik content.
WIDE VERCNOCKE ° 1985 Heeft ondertussen vier strips op zijn palmares staan: Drieman (2020), Narwal (2016), Wildvlees (2014) en Mijn muze ligt in de zetel (2013), uitgegeven bij Bries. Maakt in opdracht (live) tekeningen, muurschilderingen en boek- en afficheontwerpen. Werkt(e) o.a. samen met en voor Stoomboot, Het Nieuwstedelijk, Bregje Hofstede, Muntpunt en De Standaard.
Tekst: Mies Van Roy Dit interview verscheen eerder in het online magazine van Flanders DC, het aanspreekpunt voor ondernemers in de creatieve sector. flandersdc.be
43
Oooh D R I E G R O E P S E X P O ’S VO L V E R WO N D E R I N G
Wat verwondert jou? Met deze vraag peilde Kunstwerkt begin dit jaar samen met Netwerk Aalst, Stichting IJsberg & Z33 naar de verwondering van beeldend kunstenaars. Uit de bijna duizend inzendingen op deze open call selecteerden drie curatoren zo’n 110 kunstenaars voor drie unieke groepstentoonstellingen die afwisselend te zien zullen zijn van 7 juli t.e.m. 6 december 2020. Maar waar te beginnen tussen die 110 kunstenaars? De drie curatoren zetten per locatie alvast één werk in de spotlight.
Jan Moeyaert van Stichting IJsberg tipt:
MATTHIAS DE WOLF A monster, the new Prometheus (2019) Matthias: ‘Deze afbeelding is een 3D-scan van een van de beelden uit een reeks, waarbij ik start vanuit een hoop klei en armaturen. Eens het beeld is opgezet, maak ik de toeschouwer deelgenoot van het proces. De echte kleibeelden zijn vergankelijk: ze drogen na verloop van tijd uit en verbrokkelen. Het live-aspect is van groot belang, want de echte vorm verdwijnt. Net daarom heeft mijn werk toeschouwers nodig. Onze tijd en plaats, maar ook ons verleden, heden en toekomst geven het beeld vorm. Met dit werk leg ik een eigentijdse link met de gruwel en de horror in het boek van Mary Shelley en het Griekse mythologisch verhaal rond de figuur van Prometheus.’ Oooh in Stichting IJsberg (Damme): 7 juli – 20 september 2020
44
Helen Anna Flanagan,Friday
Tine Brandon, Tuinstoelen
Pieternel Vermoortele van Netwerk Aalst tipt: Matthias De Wolf, A monster, the new Prometheus
Annelies Thoelen van Z33 tipt:
TINE BRANDON
HELEN ANNA FLANAGAN Friday (2017) HD video, 17’00
Tine: ‘Voor mijn werk fotografeer ik ‘gevonden beelden’: dingen die mij in de wereld rondom me verwonderen. De lichtinval in huis op een muur, bladeren op de stoep, de ‘graffiti’ van meeuwenpoep op het strand… Zulke elementen inspireren me. Vervolgens start ik vanuit deze ‘gevonden beelden’ een onderzoek naar vorm, kleur en compositie. Zo worden de gevonden beelden geleidelijk aan mijn beelden.’
Helen: ‘Dit videowerk gaat de limieten van taal na, waar we op botsen als we belevingen en ervaringen met anderen willen delen. Om te communiceren en te connecteren met elkaar, voorbij de taal om, gebruiken we alternatieve systemen: één daarvan is de constructie van gedeelde ervaringen, door spel. In ‘Friday’ wordt een nachtclub de setting én het podium voor twee actrices. Daar, in het schijnsel van kleurrijke lichtstralen, vermengen spraak en vocalisatie, met gebaren en bewegingen. Daarvoor volgen de actrices een scenario dat gedeeltelijk is vastgelegd, maar evengoed geïmproviseerd is.’
Oooh in Z33 (Hasselt): 29 augustus – 8 november 2020
Oooh in Netwerk Aalst: 3 oktober – 6 december 2020
Tuinstoelen (2019) ca 10,5 × 15 cm
Ontdek alle werken op oooh.be
45
Kunst in quarantaine De Coronacrisis dwong ons om ons terug te trekken in eigen huis. Misschien ook in eigen atelier? Hoe beïnvloedde zo’n vreemde tijd jouw werk, jouw ritme en aanpak? Waar werkte je aan? We kregen heel wat reacties op onze vragen. Hier kan je enkele impressies lezen over hoe kunstenaars deze bijzondere quarantainetijd beleefden.
46
Margareta Van Dijck: klaar voor onverwachte wendingen ‘Als kind was ik al gefascineerd door kijken. De continue stroom aan beelden die mijn nieuwsgierige netvlies prikkelde, zette me ertoe aan om gevoelens en gebeurtenissen vast te leggen, om ze beter te kunnen begrijpen. Mensen portretteren is voor mij vrij werk: het is een combinatie van een klein plan opstellen en tegelijk de rest open durven laten, klaar voor onverwachte wendingen. Maar tijdens de lockdown waren de enige modellen, die ik ter beschikking had, mezelf en mijn man. Dus ging ik met de zelfontspanner aan de slag. Ik zocht attributen die ik in huis vond en bouwde kleine installaties. Ik experimenteerde om structuren in mijn beeld te creëren. Alles gebeurde tijdens de opname zelf.’ Pierre Muylle: exposeren op het raam ‘Tijdens de lockdown maakte ik kleine expo’s op het venster van ons huis. Aanvankelijk toonde ik er eigen werk. Op een heel directe manier hing ik werken aan het raam met het materiaal dat hier voorhanden is. Ik vroeg mijn huisgenoten om er een tekst bij te schrijven of schreef er zelf een. Wekelijks kwam zo nieuw werk in de vitrine. Ik ging hierop verder: ik belde bevriende kunstenaars om ze te vragen een werk te maken voor de lockdown expo’s. Het is een mooie, kleine ruimte geworden waar je vrij kan zijn en communicatie kan opzetten.’ Laura Van Wingen: creatief met raamkleuren Laura is de initiatiefneemster van vzw KunstBaan. In normale tijden maakt ze, samen met volwassenen met een verstandelijke beperking, kunstwerken in bedrijven. Omdat de teams niet op pad konden, ging Laura graag zelf naar hen toe om creatief aan de slag te blijven. Ze trok naar zorgvoorzieningen om er ‘Corona-proof’ raamkleurplaten te maken. Aan de straatkant tekende zij de contouren van een tekening op de ramen. Tegelijkertijd kleurden bewoners met een verstandelijke beperking aan de andere kant van het venster de tekeningen in. Zo fleurden de ramen zowel voorbijgangers als bewoners op. →
Foto: Margareta Van Dijck
47
Foto: Edith Meijering
Foto: Wivina Ockier
Foto: Kathleen Ramboer
Edith Meijering: the artist way ‘Schilderen is altijd een interne dialoog, maar nu was het alsof ik de wachtende spanning en de angst van de mensen over dit onzichtbare virus in me opnam. De sfeer in de lucht voelde geladen, anders dan anders, maar ook weer niet. Want veel dagen, ook voor het Coronatijdperk waren zo. Het is ‘the artist way’: je terugtrekken in jezelf en het atelier om de focus te houden, en om zonder teveel afleiding te kunnen horen of voelen wat er in mij leeft. Dat is het mooiste wat er is.’ Kathleen Ramboer: de wereld op zijn kop ‘Na de vroegtijdige stopzetting van mijn expo had ik plots genoeg van kunst en alles wat met kunst te maken heeft. Ik nam mijn atelier onder handen en ruimde op, als voorbereiding voor betere tijden. Maar het begon snel weer te kriebelen en ik startte met een nieuwe reeks mixed media die ik ‘De wereld op zijn kop’ doopte. Want niets is wat het was. De natuur stoort zich niet aan de vreemde omstandigheden, ook al staat de wereld op zijn kop. Dus benader ik het landschap vanuit een ander standpunt, ondersteboven.’
48
Meike Janssens: keramiek aan de keukentafel ‘Ik maakte elke dag een keramisch stuk, gewoon aan mijn keukentafel. Aangezien ik niet meer naar een atelier kon. Al is de keukentafel ook gewoon veel dichterbij en dat voelde goed. Langzaam werkte ik zowel aan functionele stukken als aan kunstobjecten. Mijn eigen kleine reflecties van werelddelen uit mijn dromen, gewoon onder een kunstzinnige stolp. Die leiden hopelijk tot echte collecties.’ Hans De Smedt: kunst is een krachtig middel ‘De social distancing bezorgde me soms het gevoel alleen te zijn in het grote geheel. Het heeft even geduurd, maar na vele jaren schilderen merk ik dat ik nog moeilijk zonder kan. Schilderen is een uitlaatklep en daagt me tegelijkertijd uit om steeds iets nieuws te proberen. Daar haal ik veel voldoening uit. Kunst is ook een krachtig middel om even te ontsnappen aan deze drukke wereld, vol met regeltjes. Ik vind het een aanrader voor iedereen. Kunst werkt echt.’ Meer en uitgebreidere reacties vind je op kunstwerkt.be
K U N ST I N Q UA R A N TA I N E
Mijn ritueel D R I E S S EG E R S
Een ritueel benader ik liever vanuit spiritualiteit dan vanuit ‘de nood aan een gewoonte’. Vanuit een spirituele kijk is het (oprecht) bezoeken van een tentoonstelling voor mij een ritueel. Het is het moment waarop je aanwezig bent in een tentoonstelling, waarop je samen bent met de kunstwerken en de mensen rondom je en het moment waarop die ook onderling met elkaar interageren. Het is iets waardevols en lichamelijks. Misschien zal de quarantaineperiode ervoor zorgen dat we het ritueel anders zullen moeten benaderen. Hoe zal de wandelrichting bepaald worden? Wordt er een tijdslimiet gehanteerd voor videowerk en performance? Zullen we de ruimte met mondmaskers betreden? Bij tentoonstellingen denk je ook aan openingen en het publiekelijk vieren van een bijzonder moment in een werkproces. Zal je met een publiek kunnen samenkomen om dat moment te vieren? Hoe gaan die rituelen hun vorm terugkrijgen? Ik ben daar heel nieuwsgierig naar. Voor mijn volgende solotentoonstelling, in DMW Gallery (Antwerpen), denk ik na over een digitaal luik. Dat zal op zichzelf kunnen staan. Dus niet zo’n digitale versie die de tentoonstellingsruimte omzet in een 3D-model en waar ik mijn werk in kan uploaden. Want in zo’n digitale platformen valt voor mij het ritueel van een tentoonstelling weg. Een tentoonstelling is een fysieke uitdaging met een werk. Daarom hoop ik dat een tentoonstelling nog meer een ritueel kan worden dan voorheen, en we die tijd ook anders zullen spenderen. DRIES SEGERS ° 1990 Studeerde aan de Academy of the Arts in IJsland en volgde een opleiding Fotografie aan Sint-Lukas in Brussel. Heeft een atelierruimte bij de coöperatieve organisatie kunstenaarsstudio Level Five, op een steenworp van de Beurs in Brussel.
Tekst: Zoë Hoornaert Our companion, our other. Foto’s: Nici Jost / VITRINE, Basel.
49
ZELFPORTRET JAN THEUNINCK
Jan Theuninck, Self-portrait with heraldic family weapon, acryl, 70 × 100 cm, 2015
Jan: ‘Dit zelfportret, in acrylverf, schilderde ik in 2015. De zwarte romp was in een eerdere versie een abstracte kop, getekend op computer. Jaren later ontdekte ik, bij een bezoek aan de Herbert Foundation in Gent, dat het overeenkomsten vertoonde met een werk van Gilbert & George. Het blauw van het hoofd symboliseert mijn weelderige haardos. Een gezicht is er niet, vandaar een witte vlek. Ik pleeg te zeggen dat ik ‘niets en niemand’ ben. Zo heb ik ook jarenlang het Italiaanse ‘uomo senza volto’ of ‘man zonder gezicht’ als codenaam gebruikt.
50
Een wapenschild werd vroeger weleens bij een portret geplaatst. Een bekend voorbeeld is het portret van Jan Parmentier uit 1627, dat deel uitmaakt van de collectie van het Sint-Janshospitaal in Brugge. Het heraldisch familiewapen in mijn werk, een witte vlek met bruine rand, verwijst naar familieverhalen uit het verleden, met een existentiële impact op het heden. Portretschilderen is niet mijn specialiteit. Ik leg me vooral toe op abstracte schilderijen in de Hard edge-stijl, soms in combinatie met een lijnenspel, dat doet denken aan Miró. Ik werk het liefst met felle, harde, monochrome kleuren.’
JAN THEUNINCK ° 1954 Woont in Halle. Maakt voornamelijk abstracte schilderijen, is daarnaast ook dichter.
Jouw zelfportret in Kunstletters? Zet een foto van een zelfportret op ons digitaal platform Beeld.be en gebruik het woord ‘zelf’ of ‘self’ in de titel van het werk. Misschien staat jouw zelfportret in het volgende nummer.
Abonneren? Prima idee! Een abonnement kost 15 euro (4 nummers). Een groepsabonnement kost 35 euro (5 ex. van 4 nummers) Alle info: kunstwerkt.be | 09 235 22 70 Werkten mee aan dit nummer: Tamara Beheydt, Karin Borghouts, Bert Coessens, André De Nys, Anna De Paepe, Priscilla Devries, Zoë Hoornaert, Yves Joris, Gideon Kiefer, Telma Lannoo, Jonas Nachtergaele, Renaat Nijs, Sarah Poesen, Marianne Sneijers, Matthijs van der Burgt, Mies Van Roy, Annemie Vingerhoets. Coördinatie: Ward Desloovere Vormgeving: Wilderzicht Druk: Die Keure V.U.: Hilde De Leeuw Kunstletters is een magazine van Kunstwerkt vzw, Bijlokekaai 7C, 9000 Gent
C O LO FO N
Je vindt Kunstletters ook in Passa Porta (Brussel), De Groene Waterman en Copyright (Antwerpen), Grim (Hasselt). Kunstletters online Meer lezen, meer bekijken? Kunstletters leeft ook volop online. Op kunstwerkt.be vind je extra beeldmateriaal bij artikels en ook heel wat andere reportages, foto’s en tips. Je vindt Kunstletters ook op Facebook en Instagram. Vragen, tips, opmerkingen: info@kunstletters.be
Meewerken aan Kunstletters? Heb jij een eigen kijk op wat er aan beeldende creativiteit te ontdekken valt? Een kunstenaar, trend, techniek of project zo de moeite waard dat je het graag wil of móet delen? Werk mee. Stuur je idee met een schets van wat je in een stuk wil vertellen of tonen naar info@kunstletters.be.
Telma Lannoo maakte de mooie illustraties in deze Kunstletters. Ontdek meer werk op vertelma.tumblr.com.
51