vat 86
De dokter is uw
BOEKBESPREKING
kamera Max Schneider
[ 26 ]
Biografictie is het woord dat de uitgeverij bedacht heeft voor deze vakkundig samengestelde… Ja samengestelde wat eigenlijk? Een levensverhaal, based on a true story dat dus geen bibliografie wil zijn en een feitenverslag dat geen roman wil zijn. Maar wel leest als een trein; niet getreurd dus. Deze enigszins merkwaardige vorm waarbij niet alleen het hoofdpersonage Guust van Mol een schuilnaam draagt, maar ook allerlei figuren het met afkortingen moeten stellen zoals de socialist Steve S. en burgemeester Patrick J. maar ook Jan C, Kris M, Willy P, Kris DP enz, enz, zorgen voor het toch wel onbevredigende gevoel dat je zowel fictie als non-fictie aan het lezen bent, maar niet altijd weet in welk register je zit, want je kunt als jongere lezer niet alle afkortingen thuisbrengen.
H
oe dan ook, Louis van Dievel kent zijn stiel, maar de vaart en de awe die in het boek zit heeft ook veel te maken met dat, zacht uitgedrukt, gevulde, boeiende, heftige leven van deze Guust van Mol. Gewone stervelingen met een min of meer normaal leven zoals ik kijken daar tegenaan met verwondering en bewondering, maar toch ook zonder jaloezie, want waar er bergen zijn, zijn er meestal ook dalen. De reis begint in een katholiek Kempisch onderwijzersgezin met een vader die de begrippen opvoeding en discipline nogal hardhandig invult. Turbulente schoolcarrière die qua intellectuele draagkracht weinig of geen, maar qua gezagsgetrouwheid iets meer problemen oplevert. De tijdsgeest en inspirerende leraren die zijn leesdrang stimuleren, doen Guust bij AMADA belanden (Alle macht aan de arbeiders, later PVDA.) Hij klimt op in de partijhiërarchie en gaat helemaal mee in de bizarre ideologische blindheid en ontkenning van de aberraties die bij het Stalinisme en Maoïs-
me hoorden. Gaat na studie psychologie in o.a. een asbestfabriek en de koolmijn werken, kwestie van te ‘proletariseren’, maar krijgt daar toch, zonder echt te kantelen, een eerste signaal; zijn mede-arbeiders zijn absoluut niet onder de indruk van zijn missioneringswerk. Alsof het, in combinatie met het werk en het militeren voor de partij, om een bijkomstigheid gaat, studeert hij ook nog even tussendoor, zonder noemenswaardige deelname aan de colleges, voor dokter. Het licht begint hem dan uiteindelijk toch te dagen door de incoherentie en de kadaverdiscipline van de partij, maar vooral door twee studiereizen naar de arbeidersparadijzen Albanië en China. Allerlei linkse inzichten uit de boeken en het vergaderlokaal hielden in de buitenlucht geen stand. Hoe hooggestemder de Goede Bedoelingen, hoe harder de klap als je tegen de realiteit aanloopt. Maar dan volgt, volgens mij, het èchte huzarenstukje van Guust. Hij onderkent zowel zijn vergissing als zijn onbegrijpelijke blindheid. En… hij geeft dat ook aan zichzelf toe. De kracht om in de spiegel kijken, ’t is
niet iedereen gegeven. Hij trotseert de volledige biotoop waarin hij ondergedompeld was, inclusief zijn broer Dirk die volhardt. Pas jaren later komt hij te weten dat hij nog lang nadien door de partij, in Sovjetstijl bespioneerd werd. Daarom is dit boek veel meer dan een vlot geschreven kroniek van een leven. Een enorm gedeelte van de conflictproblematiek wereldwijd heeft immers iets te maken met mensen die hun aanhorigheid aan de waarheid van een of andere heilsleer, werelds of metafysisch, door geen enkele realiteit laten tegenspreken. Laat staan dat ze hun wij-groep zouden loslaten en trotseren. Er volgt nog een ontgoochelende passage langs het parlementaire pluche via het zachte rood van sp.a en hij belandt – het apostolaat valt nog het moeilijkst uit te spoelen, blijkbaar – als dokter in een Rotterdamse achterstandswijk. Ook hier is het de dagelijks vast te stellen realiteit op de werkvloer die hem, weg van linkse pampernaïviteit, naar een responsabiliseringprincipe en geestesgenoot Dalrymple leidt. Dat is uiteraard ruim voldoen-