03-02-2011
09:33
Pagina 1
MIJN
MIJN
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
STAD DORP
HISTORISCH TIJDSCHRIFT OVERIJSSEL
JAARGANG 2 | NUMMER 1 | FEBRUARI/MAART 2011 | €5,95
Haarle: de kever van zuster Hilmara
Bidprentjes Echo van de Rusluie Het land van de Ripperda’s IJssellinie
EXTRA:
Het verhaal van Hermien
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
2 inhoud
03-02-2011
09:33
Pagina 2
Omslag: Hermien Timmerman-van der Weide, omstreeks 1975. Collectie Spaarnestad Photo/Harry Pot.
18 6
Het mysterie van de geloofsbrieven aan de Sultan
22
Het land van de Ripperda’s
Samuel Noach: ‘De Man van Deventer’
In dit nummer 10 Tweehonderd jaar familienamen
30 Schaapherder op de top van de Lemelerberg
16 Bidprentjes als levensverhaal 32 Haarle na de oorlog 18 Het land van de Ripperda’s 22 Joods koopman uit Deventer wereldberoemd in Nederland 26 Een late echo van de Vriezenveense Rusluie 28 De wereld in tinnen figuren
EXTRA: 12 Hermien van der Weide (1943-2003) De schijn ophouden met Gert
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:33
Pagina 3
Jaargang 2, nummer 1, februari/maart 2011
3
Wim Coster, hoofdredacteur
Levensverhalen
T
wee bekende namen en gezichten op het omslag. Een voor het grote publiek onlosmakelijk met elkaar verbonden zangduo: Gert en Hermien. In deze aflevering het verhaal over en van de vrouwelijke helft. Op negentienjarige leeftijd als een blok gevallen voor haar tien jaar oudere idool, tijdens een concert in Vriezenveen, niet ver van haar geboorte-
plaats De Krim. Daarna binnen een half jaar getrouwd en weer enkele maanden later moeder. Een leven vol zang, drank en drama volgde, tot Hermien in 2003 overleed. Aanleiding voor dit artikel is een theaterprogramma van dochter Sandra over haar moeder. Tegelijkertijd sluit het aan bij het thema ‘Curriculum Vitae’, vrij vertaald ‘levensverhaal’, van de Boekenweek in maart 2011. Net als andere verhalen in deze aflevering van MijnStadMijnDorp; bijvoorbeeld dat over de Twentse edelman Willem Ripperda, de joodse koopman Sam Noach uit Deventer of de Vriezenveense ‘Rus’ Egbert Engberts. Veel aandacht ook voor Haarle, een klein, sterk katholiek dorp binnen de gemeente
26
Hellendoorn. Samen schreven de ruim tweeduizend inwoners en enkele oud-inwoners een boek met het naoorlogse levensverhaal van hun dorp. In het artikel over bidprentjes én in de beeldbank staat Haarle eveneens centraal. Het dorp staat daarmee model voor al die andere kleine gemeenschappen in Overijssel, die vol
Late echo Vriezenveense Rusluie
geschiedenis zitten en onderwerp kunnen zijn voor MijnStadMijnDorp. Het overzicht van de eerste zes nummers op de volgende pagina laat zien dat MijnStadMijnDorp volop variatie biedt. In tijd, van Prehistorie tot tegenwoordige
Rubrieken
tijd; in thema, van oorlog tot winkelplezier; in persoon, van sportheld tot ambachtsman; in plaats, van Steenwijkerland tot Twente en van Deventer tot Tubbergen. Na een jaar heeft het tijdschrift zijn vorm wel gevonden, al blijft er natuurlijk altijd beweging en moet de inhoud iedere keer weer een verrassing bieden.
5
In de werkplaats van de geschiedenis • Kort nieuws • Het mysterie van de geloofsbrieven aan de Sultan
Zo is er nu de nieuwe rubriek ‘Van wie ben jij er een?’, met telkens een korte geschiedenis van een bekend persoon met Overijsselse wortels. Ank BijleveldSchouten, de nieuwe Commissaris van de Koningin in Overijssel, heeft op de achterpagina de eer de eerste te zijn. De rubriek ‘In de werkplaats van de geschiedenis’
8
Uit de Beeldbank Kruispunt in de tijd in Haarle
zal voortaan ook ‘kort nieuws’ gaan bevatten. In de loop van het afgelopen jaar kreeg de redactie versterking van drie nieuwe leden. Madelon Schiferli-Maarse, werkzaam als medewerkster pr en communicatie
9
Column Ad van Liempt Een grote zoon van Overijssel en een grote dochter van Gelderland
van het Historisch Centrum Overijssel, Herman Broers, journalist en auteur, en fotograaf en beeldresearcher Hans Beerens. Michael Amsman, Ben Siemerink en Ester Smit blijven gelukkig als correspondenten aan het blad verbonden, evenals onze columnist Ad van Liempt.
25
Naar de plek van ‘De Russen? Daar prakkezeerden we niet over!’
Mét elkaar, en met een toenemend aantal andere medewerkers, hopen wij ook in het jaar 2011 voor een nog steeds toenemend aantal lezers weer volop variatie en I
33 34 36 37 39
Genomineerd Gesignaleerd Mededelingen IJsselacademie Mededelingen VORG/Agenda Reacties Colofon
lees- en kijk plezier te bieden in MijnStadMijnDorp!
40
Van wie ben jij er een?
msmdhto@historischcentrumoverijssel.nl
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:33
Pagina 4
ADVERTENTIE
Neem nu een abonnement! GRATIS! Gebonden 360 Afbeeldingen 384 Pagina's TER WAARDE VAN
€ 14,95 Neem nu een abonnement op MijnStadMijnDorp Overijssel en ontvang gratis Het Overijsselse Geschiedenis Boek of profiteer van de introductiekorting. • verschijnt 6 x per jaar • Voor iedereen die geïnteresseerd is in het verleden van zijn stad en zijn dorp in Overijssel • Gevarieerde artikelen, interessante rubrieken, prachtige oude illustraties Kortom voor iedere 'historisch nieuwsgierige' in Overijssel! Haal de antwoordkaart uit het blad, vul hem in en stuur hem op. U kunt zich ook aanmelden via
www.mijnstadmijndorpoverijssel.nl ADVERTENTIE
Spraakmakend boek over verbijsterende zoektocht naar verloren familie € 14,95
De auteur is na zijn geboorte in 1966 door zijn moeder ter adoptie afgestaan. Nadat hij zijn moeder jaren later heeft ontmoet, wil hij meer weten over zijn familie. Hij begint aan een speurtocht die leidt tot een verbijsterende confrontatie met de Tweede Wereldoorlog. Wayne blijkt Joods te zijn en zijn teruggevonden familie, op enkele leden na, uitgemoord in de kampen Auschwitz en Sobibor. Waynes zoektocht wordt ook een queeste naar zichzelf en zijn geloof.
Nu in de boekhandel of te bestellen via www.waanders.nl
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:33
Pagina 5
kort nieuws
in de werkplaats van de geschiedenis 5
Het karakter van deze rubriek gaat enigszins veranderen. In de vorige afleveringen ging het steeds om een artikel rond één onderwerp. Vanaf nu wordt een langer artikel – deze keer op de pagina’s 6 en 7 over het mysterie van de geloofsbrieven aan de Sultan – aangevuld met kort nieuws. Meestal zal dat nieuws uit de provincie komen, want Overijssel is bijzonder rijk aan historie en historische activiteiten. MijnStadMijnDorp krijgt digitaal platform In elke stad, elk dorp zijn verenigingen en andere organisaties, maar ook veel particulieren, bezig met hun geschiedenis. Binnenkort krijgen zij een gezamenlijk digitaal platform dat net als dit tijdschrift ‘MijnStadMijnDorp’ gaat heten. Mede dankzij subsidies van de Provincie Overijssel kan het Historisch Centrum Overijssel komend voorjaar dit internetplatform presenteren. Vanaf dan kunnen bezoekers alle mogelijke Overijsselse historische informatie vinden over hun eigen omgeving; dus over per-
Bert Tigchelaar. Zwolle 1946 – Lemele 2004, journalist en correspondent.
sonen, plaatsen, gebeurtenissen, gebouwen enzovoort. En zij kunnen via MijnStadMijnDorp ook zelf
Honderd nieuwe biografieën
publiceren en hun kennis delen met anderen.
Aan www.wieiswieinoverijssel.nl, een gezamenlijk project van de Overijsselse Bibliotheekdienst (OBD), SAB en HCO, kun-
De eerste versie van dit platform is bijna klaar en zal
nen dankzij subsidies van de Provincie Overijssel en het Prins Bernhard Cultuurfonds in de loop van dit jaar honderd korte
nog uitgebreid worden getest door vertegenwoordi-
biografieën worden toegevoegd. In totaal telt deze site nu zo’n 350 biografieën van Overijsselaars. Suggesties voor nieuwe
gers van Overijsselse erfgoedinstellingen, historische
figuren zijn welkom bij Tonny Peters van de Overijsselse Bibliotheekdienst (OBD): tonny.peters@obd.nl
verenigingen en -kringen en door particulieren. Nederland. De informatie wordt verwerkt op een web-
Binnenkort wordt hierover via www.mijnstadmijndorp.nl meer gemeld. Oók over de
Cursus over Salland
site en in een boek dat in 2012 uit zal komen. Om mee
verbinding van platform en tijdschrift. Mail voor meer
De Stichting Recreatie Deventer Buiten en ROC
te kunnen doen moet u zich aanmelden via
informatie:
Adventus in Deventer organiseren de cursus ‘Leer mij
www.immaterieelerfgoed.nl.
w.oudenijeweme@historischcentrumoverijssel.nl.
Salland kennen!’ Met ingang van maandag 21 februari gaat het zes avonden lang over geschiedenis,
Nog meer kaarten op internet
(agro)economie, cultuur en taal, politiek en religie,
Eind vorig jaar kreeg de website
landschap en geologie en dorpsgemeenschappen. Ook
www.overijsselinkaart.nl een forse impuls. Drie instel-
is er een dagexcursie.
lingen – Museum Twentse Welle (TW) in Enschede,
Kosten: € 150. Aanmelden via
Stadarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) in
www.aventusvolksuniversiteit.nl. Informatie:
Deventer en het Historisch Centrum Overijssel (HCO)
www.recreatiedeventerbuiten.nl.
in Zwolle – nemen hierin deel. Een jaar lang zijn medewerkers en vrijwilligers van de drie organisaties bezig
Maand van de Geschiedenis: Ik en Wij
geweest om de kaarten stuk voor stuk te beschrijven,
De Maand van de Geschiedenis, voorheen Week van
schoon te maken, te digitaliseren en te verpakken. SAB
de Geschiedenis, wordt in 2011 voor de achtste keer
heeft het digitale beheer over de kaarten en regelt de
georganiseerd en vindt plaats in oktober. Het
opslag. Maar liefst 1.500 bruiklenen van de
Nationaal Historisch Museum rond het jaarthema ‘Ik
Oudheidkamer Twente aan de TW werden zo toege-
en wij’. Doel is een breed publiek op een toegankelijke
voegd aan de site. SAB en HCO voegden beide 300
en aansprekende manier in aanraking te brengen met
kaarten uit de eigen collectie toe. Wordt vervolgd.
geschiedenis. Meer informatie: www.nationaalhistorischmuseum.nl; www.innl.nl;
Uw verhaal in de Open Kluis
www.twitter.com/nhm_nederland.
Afgelopen december startte het HCO met het project Open Kluis. Bezoekers kunnen digitaal een kluisje
Denk mee over tradities en rituelen
inrichten, of langskomen bij het HCO, en aan de hand
Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur vraagt de
van een voorwerp een persoonlijke geschiedenis ver-
hulp van het publiek bij het inventariseren van imma-
tellen. Zo kunnen zij die delen met andere bezoekers.
terieel erfgoed, anders gezegd tradities en rituelen, in
Voor meer informatie: www.openkluisoverijssel.nl.
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:33
Pagina 6
6 in de werkplaats van de geschiedenis
Huize De Gelder in Wijhe, omstreeks 1900.
Het mysterie van de geloo In MijnStadMijnDorp van november 2010 schreef archivaris bij het Historisch Centrum Overijssel Jan Wigger, met medewerking van Henk Boom, een artikel over Frederik Gijsbert van Dedem van den Gelder. In de jaren rond 1800 verbleef deze baron uit Wijhe als ambassadeur in Constantinopel. Het was een raadsel waarom een aantal geloofsbrieven uit die tijd ongeopend was gebleven en tussen de familiepapieren waren blijven zitten. Henk Boom vond de oplossing. Geopend na meer dan twee eeuwen.
et waren voor Frederik Gijsbert baron van
hebben aangeboden; mogelijk zelfs nog vaker.
Buitenlandsche Zaken. Eenmaal terug in Constanti-
Dedem van den Gelder zeker niet de gemak-
Na zijn verlof van eind november 1793 tot december
nopel was de Staten-Generaal intussen vervangen
kelijkste tijden toen hij, met enkele onder-
1795, gedurende welke tijd hij op zijn landgoed De
door de Nationale Vergadering. Die overgang van de
brekingen van 1785 tot 1808, als ambassa-
Gelder in Wijhe verbleef, moest hij opnieuw zijn brie-
ene naar de andere republiek in 1795 was er de oor-
deur in Constantinopel verbleef. In die periode was hij
ven van goed gedrag als ambassadeur overhandigen.
zaak van dat Van Dedem in april 1796 bij terugkeer in
twee keer langere tijd voor verlof in Nederland. Ook
Die waren ondertekend door mr. G.D. Jordens, een
Constantinopel ‘foute’ geloofsbrieven bij zich had. De
moest hij één keer, van september 1799 tot januari 1802,
gematigde patriot uit Deventer die tot 25 november
twee door Jordens ondertekende brieven hadden
resideren in Boekarest. Hij was toen in Constantinopel
1795 voorzitter was van de Staten-Generaal van de
geen juridische waarde meer, omdat ze nog waren
namelijk tot ongewenst persoon verklaard vanwege zijn
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Maar
geschreven namens de Staten-Generaal van de oude
Franse gezindheid op een moment dat Turkije en
toen Van Dedem na een lange, moeizame tocht over
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Frankrijk met elkaar in oorlog waren.
land, via Wenen, Belgrado en Sofia, in april 1796
In de brieven die Van Dedem vanuit Nederland had
In al die jaren ‘versleet’ Van Dedem vier sultans:
Constantinopel bereikte, was hij ingehaald door de
meegekregen, resideerde nog de uitvoerende macht
Abdulhamid I (met wie hij staat afgebeeld op de schil-
gebeurtenissen in eigen land. Na de inval van Franse
derijen die zich bevinden in de havezate Singraven in
troepen, eind 1794 – Van Dedem kreeg dat dus nog
Denekamp), Selim III (een neef van Abdulhamid) en,
mee toen hij in Wijhe was – moest de Republiek der
op de valreep in 1807 en 1808, twee zonen van
Zeven Verenigde Nederlanden plaats maken voor de
Abdulhamid: Mustafa IV en Mahmud II. In diezelfde
Bataafse Republiek.
periode kreeg de ambassadeur te maken met elf
Een gemakkelijke reis was het niet geweest, schreef
grootvizieren. Een van hen – Koca Yusuf Pasha –
hij. ‘Ik kan niet uytdrukken, wat moeyte het mij heeft
bekleedde die hoogste regeringspost twee keer.
gedaan en wat ik geleeden heb een zoo lange tijd
Bovendien voltrok er zich ondertussen aan het thuis-
genoegzaam nutteloos voor de belangens van mijn
front van de ambassadeur twee keer een omwente-
vaderland onder het doorstaan der uyterste gevaaren,
ling. In principe zou Van Dedem, conform de etiquet-
moeytens en desagrementen gepasseerd te hebben’,
te, dus minimaal vier keer geloofsbrieven moeten
schreef hij op 25 mei 1796 aan de commissie voor
H
De Nationale Vergadering, de eerste gekozen volksvertegenwoordiging van Nederland, op 1 maart 1796 bijeen in ’s-Gravenhage.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:33
Pagina 7
Onder: voorzichtig opent een medewerkster van het Nationaal Archief een van de verzegelde brieven onder het toeziend oog van de auteur van dit artikel.
door Henk Boom
7
oofsbrieven aan de Sultan machtige, zeer grootmoedige en Onoverwinnelijke
en in het tweede geval de geadresseerde. Door onbe-
prins, de Grote Keizer van de Moslims, Sultan Selim III,
kende oorzaak kwamen de twee geloofsbrieven van
onze zeer geliefde en volmaakte Vriend’.
1795 terecht in Dalfsen, terwijl de brieven uit 1807 een
Een derde brief was gericht aan sultan Mustapha
plaats kregen in de doos ‘Turkse documenten’. De
Khan IV en nog een andere aan zijn grootvizier. Zelfde
inhoud maakte deel uit van het Van Dedem-archief
tekst, zelfde ondertekening, maar wel een ander
dat in 1913 aan het Algemeen Rijksarchief werd
‘handschrift’. Ditmaal staat er bij dat de brief tot stand
geschonken door W.K. baron van Pallandt, namens
kwam op 2 december 1807 in ‘ons koninklijke kasteel’
zijn echtgenote A.W.C.W. baronesse van Pallandt,
in Utrecht. Sultan Selim III was inmiddels afgezet en
geboren baronesse van Knobelsdorff, een kleindoch-
opgevolgd door Mustafa IV. Het jaar daarna, in 1808,
ter van ambassadeur Van Dedem. Het Algemeen
werden hij en Selim bovendien vermoord.
Rijksarchief ging over in het Nationaal Archief in Den
Uit die samenloop van omstandigheden kan maar één
Haag en daar werd eind 2010, na ruim twee eeuwen,
conclusie worden getrokken. Net als in 1796, toen Van
de inhoud bekend. Op mijn verzoek zijn de vier verze-
Dedem was ingehaald door de gebeurtenissen in
gelde brieven onlangs door een medewerkster van het
Eén van de geadresseerde omslagen van een nimmer geopende geloofsbrief.
Nederland, waren de brieven ditmaal ingehaald door
archief geopend en zo weten we nu, na ruim 200 jaar,
revoltes in Constantinopel. Op het moment dat hij de
wat de inhoud is.
van de Staten-Generaal en niet die van de
aan Selim gerichte geloofsbrieven wilde overhandi-
Volksvergadering. Hij noemde dat verhullend ‘huis-
gen, was die verstoten. En toen hij kort daarna zijn
houdelijke schikkingen’ van de Republiek. Toch wer-
opwachting wilde maken bij Mustafa IV was die op
den namens de sultan nieuwe geloofsbrieven geëist
zijn beurt ook weer afgezet. Om het anders te zeg-
die recht moesten doen aan de veranderde juridische
gen: de brieven waren gericht aan twee ‘Grote keizers
situatie in de Bataafse Republiek. Of die brieven er
van de Moslims’ die beiden van de troon waren
ooit zijn gekomen en zo ja, of hij ze ook daadwerkelijk
gestoten op het moment dat Van Dedem zijn
heeft aangeboden tijdens een audiëntie bij sultan
opwachting had willen maken in het Topkapi Paleis.
Selim III, is niet bekend. Maar gevoeglijk kan worden
Zo kwamen ook die brieven, ongeopend en nog voor-
aangenomen dat de verouderde geloofsbrieven niet
zien van de zegellak, terug naar Nederland, met dat
werden geopend en in 1808 terugkeerden naar kasteel
verschil dat in het eerste geval de afzender fout was
De Gelder in Wijhe, samen met andere bezittingen die Van Dedem had laten overkomen uit Constantinopel. Vervolgens kwamen ze door vererving en opslag van inboedels terecht in Huis den Berg in Dalfsen, waar ze begin 2010, nog verpakt in een roodfluwelen foedraal, werden aangetroffen. Daarbij zou het niet blijven. Onlangs vond ik tot mijn verbazing in het Nationaal Archief in Den Haag nog eens vier verzegelde geloofsbrieven met de naam van Van Dedem. Ditmaal waren ze ondertekend door Maarten baron van der Goes van Dirxland die van juni 1806 tot januari 1808 minister van buitenlandse zaken was, in de periode dat Lodewijk Napoleon zich koning van Nederland mocht noemen. De baron signeerde voluit met le Ministre de sa Majesté l’Empereur de Hollande. Een van de brieven is gericht aan de Eerste Vizier le Magnifique Seigneur Elhaz Jussuf Suja Pacha’. Het zal waarschijnlijk de collega van Van der Goes zijn geweest, in de dagen waarin Keçiboynuzu Ibrahim Hiulmi Pasha de grootvizier was. De belangrijkste brief was gericht aan de ‘zeer hoge, zeer excellente, zeer
Frederik Gijsbert van Dedem tot de Gelder (1743-1820).
Echtgenote Adriana Frederica Johanna Sloet (1745-1815).
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
8 uit de beeldbank
09:34
Pagina 8
Op basis van Sprekend Haarle. Het leven in Haarle tussen 1945 en 2010, Haarle 2010.
door redactie
Kruispunt in de tijd n 1962 kreeg ‘zuster Hilmara’ van de inwoners
‘Met verdriet werd afscheid genomen van zuster
werk van deze kruisorganisatie werd op den duur uit-
van Haarle een splinternieuwe auto, een
Odilia.’
gevoerd in groter verband. Overal in den lande
Volkswagen Kever, aangeboden. Ze was in 1956
In 1944 ging de jaarlijkse contributie omhoog van vijf
fuseerden het katholieke Wit-Gele Kruis, het neutrale
als wijkzuster van het Wit-Gele Kruis komen
gulden naar drie rijksdaalders, omdat er een gediplo-
Groene Kruis en het protestante Oranje-Groene Kruis
wonen in het overwegend rooms-katholieke plaatsje.
meerde wijkzuster zou komen. Om te beginnen zus-
tot de Nationale Kruisvereniging. Het werk van de
Het telde in die tijd, net als tegenwoordig, ongeveer
ter Fokkink, die per 1 december 1955 ontslag nam.
vereniging in Haarle werd uiteindelijk overgenomen
2200 inwoners.
Vervolgens begon, na een tijdelijke kracht, op
door Stichting Kruiswerk Noord West Twente. Het
1 februari 1956 zuster Hilmara met haar werk. Ze was
gebouw kon worden verkocht, omdat het eigenlijke
Het Wit-Gele Kruis was in 1928 opgericht door pas-
al snel zeer geliefd bij de bevolking en ook zij had het
kruiswerk werd verzorgd vanuit Nijverdal. De
toor Ferdinand Langedijk, waarna zuster Odilia als
meer dan druk. Haarle had nog geen eigen huisarts en
opbrengst ervan kwam ten goede aan de verenigin-
eerste voorgangster van Hilmara naar Haarle kwam.
dat betekende dat zuster Hilmara contacten moest
gen uit Haarle en het Multifunctioneel Centrum
Ze werkte er tot ze, na ontelbare kilometers met de
onderhouden met niet minder dan dertien dokters.
Haarle ’t Kruuspunt.
bus en op de fiets, in de oorlogsjaren moest worden
Pas in 1976 kwam er een huisarts, die zijn intrek nam
Zo kregen de inwoners van Haarle met rente het geld
ontslagen. Omdat ze niet beschikte over de juiste
in het gebouw van het Wit-Gele Kruis.
voor de Volkswagen Kever uit 1956 terug. In dankbare
diploma’s kwam namelijk de Rijkssubsidie in gevaar.
De dokter bleef en kreeg ook opvolgers, maar het
herinnering aan ‘zuster Hilmara’.
I
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
door Ad van Liempt
09:34
Pagina 9
In maart, tijdens de Boekenweek, komt van Ad van Liempt bij uitgeverij Balans het boek Oorlogshelden en Moffenvrienden uit, met zes portretten van mensen die in de oorlog een bijzondere rol hebben gespeeld. Een van hen is Helena Kuipers-Rietberg.
column 9
Een grote zoon van Overijssel en een grote dochter van Gelderland l jaren staan die twee kloeke delen naast
bezetter hem van het bord wilde vegen. Laatst ont-
Nederlanders aan arbeidsinzet in Duitsland konden
elkaar in de kast, op de plank van boeken die
dekte ik dat in Het Grote Gebod het moment staat
ontkomen.
nergens anders passen: Het Grote Gebod, het
beschreven dat beslissend was voor de toekomst van
Slomp nam onvoorstelbare risico’s, maar kon het na
gedenkboek van het Nederlands verzet,
Frits Slomp én van de onderduikmogelijkheden in
de bevrijding navertellen, hij leefde tot 1978. Tante
geschreven door de mannen uit eigen kring, op basis
Nederland: de dag dat hij in het najaar van 1942 op
Riek niet, ze werd slachtoffer van haar onverzettelijk-
van de verhalen uit eigen kring. Ik heb de tweede
bezoek was in Winterswijk. Hij had gepreekt onder
heid. Ze werd, met haar man, op een onderduikadres
druk, uit 1951, ooit op een markt gekocht, voor weinig.
het pseudoniem ‘dominee Van Zanten’ en kreeg daar-
in Bennekom, door de SD opgepakt, kwam via
Het boek is nog nooit gelezen, ook niet door mij, eer-
na het advies om niet naar huis te gaan, maar eerst
Arnhem in concentratiekamp Vught terecht en werd
lijk gezegd. Ik heb er wel eens in gebladerd, en dan
even een bezoek af te leggen bij Helena Kuipers-
vandaar, bij de nadering van de bevrijders, gedepor-
blijf ik altijd hangen in de mooie verhalen.
Rietberg, een gelovige huismoeder, die zich intensief
teerd naar Ravensbrück. Onderweg gooide ze een
Rogier van Aerde schreef ze, en Anton Coolen en
met hulp aan onderduikers bezighield. Slomp vertelt
briefje uit de trein om haar man en kinderen moed in
K. Norel, echte verhalenvertellers. De inleiding is van
daar dat hij ermee wil stoppen, de spanningen wor-
te spreken: ‘Weest Gode bevolen’, stond erop. Haar
Frits Slomp, alias Frits de Zwerver, een van de oprich-
den te groot, hij is bang dat hij ergens in een trein
godsvrucht hield haar lang overeind, maar in de hel
ters van de LO/LKP, de landelijke onderduikersorgani-
gepakt zal worden, hij wil weer terug naar zijn
die dat vrouwenkamp geweest is, ging ze eind 1944,
satie in de Tweede Wereldoorlog. Frits Slomp is een
gemeente en weer gewoon preken als elke dominee.
op 27 of 28 december (de datum is nooit vastgesteld
van de grote zonen van Overijssel. Hij was dominee in
Mevrouw Kuipers-Rietberg probeert hem ervan af te
kunnen worden), ten onder.
Heemse, bij Hardenberg, hield tijdens de bezetting
houden. Het Grote Gebod: ‘Dat mag hij niet doen. Of
kritische toespraken over de nazi’s en moest dat vanaf
meent dominee misschien dat men hem nu verder
Een heldin, die van dominee Slomp een held had
de zomer van 1942 ondergronds gaan doen omdat de
wel met rust zal laten? Is de gemeente ermee gebaat,
gemaakt.
A
wanneer hij wordt opgepakt? Er is werk in overvloed.’ Ik kén die scène, maar ik heb er toch een iets ander beeld van. Dat komt omdat dominee Slomp er zelf over gesproken heeft in de oertijd van de televisie, in 1963, in de tv-serie De Bezetting, van Loe de Jong. Het is een onvergetelijk stukje acteerwerk van de dominee met de blonde Lenstra-kuif. Hij vertelt hoe het destijds ging, wat Heleen Kuipers-Rietberg, later bekend onder de verzetsnaam ‘Tante Riek’, tegen hem zei: ‘Zeg Frits, wij moeten een organisatie stichten, zodat wij die onderduikers een plaats kunnen geven. En nu dacht ik dat jij dat moest doen, dat je het land door moet. Om de mensen daar warm voor te maken. Ik zeg: maar, dat durf ik niet. Waar ik kom, daar tref ik de mensen, daar ga ik heen met de fiets. Maar ik durf niet met de trein te reizen. Ze keek mij aan en ze zei de woorden die ik nooit zal vergeten. “Zeg kerel, zou het nou zo erg zijn, als jij om het leven kwam en als er duizenden jongens gered werden?” Ik heb daar niks meer op kunnen zeggen.’ Hij kon het fenomenaal vertellen, dominee Frits, en daardoor is het een onvergetelijk moment geworden, die ontmoeting die leidde tot de oprichting van een Frits Slomp / ‘dominee Van Zanten’ / ‘Frits de Zwerver’.
landelijk netwerk waardoor er uiteindelijk 300.000
Heleen Kuipers-Rietberg / ‘Tante Riek’.
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 10
Onderzoek in de registers van naamsaanneming is onder andere mogelijk bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag (@ www.cbg.nl) en het Historisch Centrum Overijssel (HCO) in Zwolle. Zie hiervoor, en voor een korte digitale handleiding voorouderonderzoek: @ www.historischhcentrumoverijssel.nl.
10
Tweehonderd jaar In de ‘mairie’, het gemeentehuis, van Ommen was het kort voor Kerstmis 1811 een komen en gaan. Burgers meldden zich bij burgemeester J. Amama Chevallerau om hun familienaam vast te laten leggen in de registers van naamsaanneming. Die drukte was het gevolg van een decreet van Napoleon Bonaparte van 18 augustus 1811. De Franse keizer had bepaald dat iedereen in het voormalige Koninkrijk Holland die nog geen familienaam had, er binnen het lopende kalenderjaar een aan moest nemen. De oudste man in de familie moest de gekozen naam opgeven.
I
n 1811 werd in Nederland de burgerlijke stand
geen familienaam. Zo’n achternaam, die van generatie
ingevoerd. Sindsdien werden geboorte, huwe-
op generatie werd doorgegeven, kregen de kinderen
lijk en echtscheiding en overlijden geregistreerd
van hun vader. Hun zoons gaven die weer door aan
door de gemeenten. Veel Nederlanders, vooral
hún kinderen.
in het oosten en noorden, hadden toen echter nog
Register van naamsaanneming Ommen. Op de kadastrale kaart van de gemeente Ommen staat ook de boerderij Kampman.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 11
door Rob van Drie (Centraal Bureau voor Genealogie)
@ Zie voor achternamen www.familienamen.nl en Rob van Drie. Verborgen Verleden. Stamboomboek. Waanders/CBG 2010.
11
familienamen Iedereen een achternaam In Overijssel hadden leden van de maatschappelijke bovenlaag meestal wel een vaste achternaam. In de steden kwamen familienamen eveneens nog redelijk veel voor. Ook onder joden kwam de vaste familienaam nauwelijks voor. Op het platteland hadden veel mensen een ‘patroniem’ of heetten ze naar de boerderij waar ze woonden. Bij een ‘patroniem’ heeft iemand de voornaam van zijn vader achter zijn voornaam staan met ‘zoon’ of ‘dochter’ er aan toegevoegd. Als Pieter een zoon Jan heeft, dan heet die bijvoorbeeld ‘Jan Pietersen’ en diens zoon Willem heet weer ‘Willem Jansen’. Veel Overijsselaars heetten naar de boerderij waar zij woonden. Verhuisden zij naar een ander erf dan namen zij die naam aan. Berend Lohuis in Ommen, die verhuisde naar de boerderij ‘Schurink’, ging bijvoorbeeld Berend Schurink heten. Willem
Uit het register van naamsaanneming van Ommen: Hendrik Vruw(e)link krijgt zijn achternaam op 20 december 1811.
dat opnieuw, nu in een Koninklijk Besluit van Willem I.
De aangenomen familienamen zijn vastgelegd in de
Daarna was het niet meer mogelijk zomaar een nieuwe
‘registers van naamsaanneming’. In de jaren 1811-1813
naam aan te nemen of een bestaande naam te wijzin-
zijn die meestal in het Frans gesteld, omdat dit toen
gen. De dynamiek van voor 1811 verdween. Het Neder-
de administratieve taal was. Hendrikus Hannessen
landse familienamenbestand bevroor als het ware.
registreerde in Ommen de naam Lamberink voor zichzelf, zijn zes zoons en vijf dochters, in leeftijd
Voormalig Gemeentehuis van Ommen, in het centrum, 1957.
Registers
variërend van acht tot 33 jaar. Zijn zoons zorgden voor
Nannink, die naar de ‘Kampman’ vertrok, heette vanaf
Het duurde nog wel enkele decennia tot men gewend
een nageslacht dat groeide en bloeide. Volgens de
dat moment Willem Kampman. Bovendien was ieder-
was aan de nieuwe situatie. In de begintijd kwamen
Nederlandse Familienamenbank waren er in 2007 410
een tot de invoering van de burgerlijke stand vrij zijn
mensen nog onder verschillende namen voor. Ook
dragers van de naam Lamberink, vooral geconcen-
naam te veranderen. Die veranderlijke namen droe-
was men aanvankelijk niet zo precies met de spelling
treerd in de regio rond Ommen. Allemaal afstamme-
gen echter niet bij aan de doelmatige bevolkingsadmi-
van de naam. Sommigen bevestigden bij de naams-
lingen van de man die de akte van naamsaanneming in
nistratie die de Franse overheid voor ogen stond.
aanneming een naam die zij al langer gebruikten,
1811 ondertekende als ‘hendrykes lamberink’.
Vandaar het decreet van Napoleon.
anderen kozen een hele nieuwe. Dat een enkeling
In de databank ontbreken de Vruwelinks, want hun
De hiervoor genoemde burgemeester ontving op 20
rond 1811 de spot wilde drijven met de Franse bezetter
familienaam stierf in de negentiende eeuw uit.
december 1811 de ene na de andere inwoner van
en uit protest een lachwekkende naam aannam,
Hendrik Hendriks Vruwelink had twee dochters,
Ommen en de omliggende buurschappen. Zo ver-
berust op een mythe. Uit de aangenomen namen
Jennigje en Hendrikje. De eerste trouwde met Jan
klaarde Hendrikus Hannessen uit Arrien de familie-
blijkt dat men hier serieus mee omging en zich waar-
Jans, die in 1811 evenals zijn schoonvader de naam
naam Lamberink aan te nemen. Hendrik Hendriks en
schijnlijk bewust was van de consequenties van het
Vruwelink aannam. Hij was bij zijn bruid ingetrokken
Jan Jans uit Besthmen kozen die dag beiden voor de
aannemen van een grappige of bespottelijke naam.
op het erf Vruwelink in Besthmen.
naam Vruwelink. Zij waren gehoorzaam aan de keizer.
Een naam als ‘Naaktgeboren' bijvoorbeeld die in dit
Maar de Lamberinks kunnen in 2011 met vele andere
Dat gold lang niet voor iedereen en daarom werd het
verband vaak genoemd wordt, is veel ouder en was al
Nederlanders vieren dat hun familienaam tweehon-
decreet in 1813 nog eens herhaald. In 1825 gebeurde
in het midden van de zeventiende eeuw in gebruik.
derd jaar geleden officieel werd geregistreerd.
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
12
03-02-2011
09:34
Pagina 12
EXTRA: het verhaal van Hermien
Hermien van der Weide (
De schijn In 1993 verscheen de biografie Gert en Hermien, het ware verhaal. Hoewel de titel anders doet vermoeden, is aan het tragische levensverhaal van de vrouwelijke helft van het ooit immens populaire zangduo eigenlijk nooit goed recht gedaan. Simpelweg omdat Hermien van der Weide – vanaf het moment dat ze als negentienjarige in de ban raakte van de Enschedese zoetgevooisde en goed uitziende zanger en charmeur Gert Timmerman – gevangen zat in het keurslijf van het ‘project Gert & Hermien’. Een project dat door haar dominante zang- en levenspartner met straffe hand werd geleid. Toen ze zich in 1999 door een scheiding uiteindelijk uit dit keurslijf wist te bevrijden, was het al te laat. Een leven lang de schijn ophouden en proberen de boel bij elkaar te houden, met behulp van drank, drugs, medicijnen en religie: het had haar lichamelijk en geestelijk gesloopt.
H
ermien van der Weide werd op 25 juli 1943 geboren in De Krim in de gemeente Hardenberg. Het gezin Van der Weide woonde er in een eenvoudig arbeiderswoninkje op het erf van een grote aardappelboer en telde op dat moment al drie zonen. Vijf jaar na Hermien meldde
zich nog een nakomertje: Annie. Het jongste zusje zou later uitgroeien tot de grote steun en toeverlaat van Hermien. Vóór en achter de schermen tijdens de gloriejaren van Gert & Hermien, maar zeker ook in haar moeilijke laatste jaren. Het was geen vetpot in het gezin Van der Weide. Vader werkte in de plaatselijke coöperatieve aardappelmeelfabriek ‘Onder Ons’. Hij was verplicht zo nu en dan bij te springen op het land van de boer van wie hij een huisje huurde. Soms trok hij zelfs noodgedwongen op de fiets naar het westen van het land, om daar enkele maanden seizoensarbeid te verrichten. In die tijd speelde het geloof in De Krim een allesoverheersende rol. In huize Van der Weide waren de geesten echter verdeeld, hoewel Hermiens ouders
Hermien in de bloeiperiode van haar carrière met Gert.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 13
13
door Ben Siemerink
e (1943-2003)
ophouden met Gert beiden Nederlands Hervormd waren. Moeder was een zeer gelovige vrouw en zong ook in het kerkkoor. Vader was wat minder fanatiek; durfde zelfs openlijk uit te komen voor zijn sympathie voor de ‘rooien’. Toen de hereboer voor wie hij werkte en van wie hij een huisje huurde bij verkiezingen een affiche van de AR op een boom spijkerde, haalde Van der Weide dat er vanaf toen het donker was. Hij hing er een plakkaat van de PvdA voor in de plaats…
Lippenstift Toen Hermien zeven jaar was, overleed haar moeder op 39-jarige leeftijd aan kanker. Voor haar verbitterde en ontredderde vader reden om de kerk geheel de rug toe te keren. Want, vond hij, juist in de tijd waarin hij ook de geldelijke steun van de kerk nodig had om
Zéér tegen de zin van haar vader op het podium behandeling van zijn zieke vrouw mogelijk te maken, liet die hem in de steek. Na de dood van hun moeder werden Hermien en haar zusje Annie enige tijd ondergebracht bij familie. Het gezin werd herenigd toen hun vader hertrouwde. Na de lagere school ging Hermien naar de huishoudschool, net als al haar vriendinnetjes. Daarna vond ze een baantje bij de Nederlandsche Bontweverij in Slagharen. Een van de eerste dingen die ze van haar zelfverdiende geld kocht, was een felrode lippenstift. Zéér tegen de zin van haar vader. Hermien had op dat
Hermien (links) met haar vriendin Joke Wemmenhove als de Lido’s, het duo Licht en Donker, in 1959.
moment al de nodige podiumervaring als zangeres en een tijdlang had ze met een van haar broers ook accor-
traden op als de Lido’s, een naam die was ontleend
delijk furore te maken als zanger van Duitstalige schla-
deonlessen gevolgd. Vervolgens werd ze gevraagd zan-
aan de haarkleur van beide meisjes: licht en donker.
gers. Toen Gert in 1963 op een dag op de televisie zou
geres te worden bij de band ‘De Vrolijke Trekkers’.
Het duo luisterde in zelfgemaakte, voor die tijd kekke,
verschijnen met zijn hit Blume von Tahiti, bewoog
pakjes bruiloften en partijen op met smartlappen en
Hermien hemel en aarde om zijn optreden te kunnen
De Lido’s
cowboyliedjes. Dat laatste soms met een nep kamp-
zien. Bij de buren. Zelf hadden ze op dat moment nog
Hermien had haar zangtalent niet van een vreemde.
vuurtje op het podium.
geen televisie. In datzelfde jaar trad Gert een keer op
Haar moeder zong in het kerkkoor en haar vader was
In het begin van de jaren zestig, toen het gezin Van
in het naburige Vriezenveen en dus móest en zóu
een verdienstelijk zanger. Hij speelde thuis ook vaak
der Weide inmiddels was verhuisd naar Slagharen,
Hermien haar idool live horen en zien zingen. Ze kre-
op zijn mondharmonica. Nadat Hermien de smaak
werd Hermien hartstochtelijk fan van Gert
gen oogcontact. Na afloop van het concert ontmoet-
van het zingen echt te pakken had gekregen, vormde
Timmerman, in 1935 geboren in Oldenzaal en opge-
ten de twee elkaar en sloeg de vonk over. Het was
ze een duo met haar vriendin Joke Wemmenhove. Ze
groeid in Enschede . Die begon op dat moment al lan-
wederzijds, want de bijna tien jaar oudere Gert viel als
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
14
03-02-2011
09:34
Pagina 14
EXTRA: het verhaal van Hermien een blok voor zowel de ‘looks’ als de stem van de negentienjarige Hermien. Hij gaf haar een foto met handtekening, plus zijn telefoonnummer. Een paar dagen later nodigde hij haar uit voor zangles. Daarbij bleef het niet.
Invloed Nog hetzelfde jaar trouwde het tweetal. Hermien was op dat moment al vier maanden zwanger. Meteen was ook een zangduo geboren dat in de volgende tien jaar ongekende successen zou gaan boeken met zoetgevooisde, gemakkelijk in het gehoor liggende, brave Nederlandstalige liedjes over harmonieus huwelijksen familiegeluk. Gert liet meteen zijn invloed gelden. Zowel in het huwelijk als in hun carrière als zangduo. Hermien brak rigoureus met haar verleden, liet haar
Successen op vinyl. Hermien op haar trouwdag in 1963.
vriendin Joke Wemmenhove in de steek en had, behalve met haar zus Annie, ook nauwelijks nog contact met haar familie. Intussen bouwden Gert en Hermien wel een indrukwekkende discografie op met klassieke hits als Ik heb eerbied voor jouw grijze haren, Alle duiven op de Dam en Wil je altijd bij me blijven? In grote tv-shows, tijdens optredens voor publiek en in ‘de bladen’ wist het tweetal al die jaren de schijn op te houden van een voorbeeldig, in alle opzichten gelukkig en geslaagd stel. De werkelijkheid was anders. Zoals ook Annie, die met haar man Henk zowel privé als bij de optredens jarenlang intensief contact had met Gert en Hermien, van dichtbij meemaakte. De schone schijn was voor
Weg uit het knellende keurslijf het duo enkel op te houden met grote hoeveelheden drank en drugs. Jaren later, toen hun carrière zelfs met allerlei kunst- en vliegwerk niet meer te rekken viel, zou Hermien in een talkshow op tv laconiek bekennen dat ze soms wel twee flessen sherry en de nodige pilletjes naar binnen werkte, voordat ze het podium op durfde. Toen de successen van het duo in de jaren zeventig minder werden, zocht Hermien – na de drank en de drugs – naar een nieuwe uitweg uit het knellende keurslijf dat ‘Gert & Hermien’ in alle opzichten was geworden: het geloof. Gert zag ‘het licht’ pas na enig aandringen van Hermien. Het weerhield hem er niet van haar bekering naar zijn hand te zetten en voor Gert & Hermien een nieuwe carrière in streng-religieuze kringen op gang te brengen.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 15
15
@ Zie voor Gert Timmerman www.wieiswieinoverijssel.nl
Knellende banden
darische Duitse zangeres Hildegard Knef. Maar toen
Ook hierin vond Hermien echter niet haar zo gezoch-
Sandra zich ging verdiepen in leven en werk van deze
te rust en levensvervulling. En al helemaal niet de vrij-
theaterpersoonlijkheid met haar doorleefde stem,
heid om zichzelf te zijn. Hoewel ook nu de schijn, bij-
ontdekte ze steeds meer raakvlakken met haar eigen
voorbeeld voor de EO-televisie, lang werd opgehou-
leven en carrière… én die van haar moeder. Zo kreeg
den, begonnen de banden van de orthodoxe christe-
het theaterprogramma – waaraan begin 2011 nog
lijke wereld steeds meer te knellen. In 1993 werden
volop werd gesleuteld – een steeds sterker
die banden abrupt en met veel lawaai verbroken toen
(auto)biografisch karakter. Hetgeen treffend tot uiting
Gert en Hermien zich in de armen storten van de ‘ver-
komt in de voorlopige titel: Ich hab noch einen Koffer von Hermien…
In de armen van de ‘verderfelijke boerenrockers van Normaal’
Die werktitel is een speelse verwijzing, met een serieuze ondertoon, naar zowel het beroemde lied Ich hab noch einen Koffer in Berlin van Hildegard Knef, als
derfelijke’ boerenrockers van Normaal. Ongeveer
naar het levensverhaal van Hermien Timmerman-van
tegelijkertijd legden hun dochters Sandra en Sheila
der Weide. Dat levensverhaal draagt dochter Sandra
het imago van zedige christenmeisjes definitief af
met zich mee in haar herinnering. Maar ook in tastba-
door in februari 1993 naakt in de Playboy te verschij-
re zin, in een koffer vol tijdschriften en andere memo-
nen. Twee maanden later verscheen in hetzelfde blad
rabilia over haar moeder. Sandra: ‘Die
een interview met Gert en Hermien.
Sandra van Megen, dochter van Gert en
Nog even leek de carrière van Gert & Hermien weer
Hermien.
op te flakkeren, toen ze met oude successen in een overleed ze op 59-jarige leef-
rockchicks She She kortstondig uitgroeiden tot cultfi-
tijd in een ziekenhuis in
guren in het clubcircuit.
Enschede.
In 1999 lukte het definitief niet meer de schijn op te
podium een hartaanval had gehad. Ze besloot te scheiden en – met name in de roddelbladen – deden
Aan het even turbulente
beide dochters een boekje open over hun vader, die
als tragische levensverhaal
hun moeder zou hebben gemolesteerd en Sandra
van Hermien van der Weide
seksueel zou hebben misbruikt.
wordt eind dit jaar een bijzonder
Ernstig verzwakt door een nierziekte leidde Hermien
hoofdstuk toegevoegd met een
nog een aantal jaren een teruggetrokken bestaan in
muziektheaterprogramma van dochter
een klein appartement in Oldenzaal. Op 23 mei 2003
Sandra. Het begon als een ode aan de legen-
Villa ‘Con Amper’ te Usselo, 1972.
leden, als dochter van Gert en Hermien Timmerman heb afgesloten. Daar wil
Ich hab noch einen Koffer von Hermien…
melijk al volledig opgebrand, nadat ze in 1997 op het
toe. Maar ik open hem nooit meer. Zoals ik ook het ver-
eigentijds popjasje en met hun dochters als de sexy
houden. Hermien was toen zowel geestelijk als licha-
koffer sleep ik overal mee naar
ik het niet meer over hebben.’ Hermien gefotografeerd door Govert de Roos.
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 16
16
Bidprentjes als 1
2
Bidprentjes worden in katholieke kringen al honderden jaren gedrukt en verspreid bij het overlijden van een persoon. Ze zijn bedoeld als aandenken aan een dierbare. De functie ervan is door de eeuwen heen veranderd.
hangt waarschijnlijk samen met zijn leeftijd, want hij werd slechts 34 jaar oud. Het oudst bekende bidprentje uit één van de grotere boerenfamilies van het dorp is dat van Gertruid Wolterink-Mulders. Zij was geboren in Uedem, dicht
n de negentiende eeuw werden bidprentjes ook
Uitgevers en drukkers
bij het Duitse Kleef, en kwam aan het begin van de
wel ‘aflaatprentjes’ genoemd. De priester
In Haarle waren verschillende uitgevers van bidprent-
negentiende eeuw als ongeveer vijftienjarige, samen
schreef er dan een aflaatgebed op dat moest
jes actief. De eerste was schoolmeester Bernardus
met haar tien jaar oudere zus Johanna, naar Haarle.
worden gebeden om de overledene sneller van
Johannes Bodde, die waarschijnlijk ook verschillende
Daar woonde al familie van de beide zusters. Haar
het vagevuur naar de hemel te laten gaan. Bovendien
schrijfwaren aan huis verkocht. Daarnaast onderhield
oom Jacobus Winkelman was als kapelaan in 1788 in
vermeldde hij het aantal dagen dat er – afhankelijk van
hij contacten met een drukker elders. Een andere uit-
Haarle gekomen en was van 1801 tot 1831 de plaatselij-
de manier waarop iemand had geleefd – moest wor-
gever, in dit geval een vrouw, was Johanna Maria
ke pastoor. Gertruid overleed in 1879 op 79 jarige leef-
den gebeden: honderd, tweehonderd of zelfs drie-
Theodora Laarman. Het oudst gevonden prentje
tijd, na bijna zestig jaar getrouwd te zijn geweest met
honderd. Op de aflaatprentjes stonden ook afbeeldin-
waarop haar naam als uitgever prijkt, is dat van Joanna
Willem Wolterink. Op haar devotieprentje werd ze
gen, zoals aanvankelijk vooral doodshoofden en been-
Hermina Reimert (1); zij overleed op 12 januari 1915 als
herinnerd als ‘eene voorbeeldige huismoeder’.
deren, om mensen tot vroomheid te bewegen. Later
weduwe van Willem Smeenk. Tot 1950, toen zij bijna
Naast bidprentjes van de grotere boeren vallen er tot
werden vooral bijbelse taferelen en heiligen afge-
zeventig was, verzorgde ‘Jo’ Laarman de uitgifte van
omstreeks 1910 nog enkele andere opmerkelijke voor-
beeld.
bidprentjes van overleden dorpsgenoten.
beelden te noemen. Zo zijn er exemplaren van het
De uitgave van bid- of devotieprentjes was eerst voor-
De prentjes uit Haarle werden vóór 1900 voornamelijk
hoofd der school, Hendrikus Joannes Laarman, de al
behouden aan het meer welvarende deel van de
gedrukt bij J.T. Sommer in Almelo, A.H. Koestal in
genoemde schoolmeester Bodde en verschillende
bevolking. Vanaf het begin van de vorige eeuw wer-
Deventer, J.J. Buijs en A.J. Olthof in Raalte en J.M.W.
pastoors. Ook zij namen allemaal een bijzondere posi-
den ze binnen katholieke gemeenschappen echter
Waanders in Zwolle.
tie in binnen de samenleving. Daarnaast is noemens-
I
gemeengoed. Deze ‘devotionalia’ hebben niet alleen
waardig, dat er rond die tijd ook een begin werd
een religieuze waarde, ze bieden vaak ook een aardige
Voorbeelden
gemaakt met het drukken van devotieprentjes na het
afspiegeling van het leven van de overledene en van
Het oudste voorbeeld van een bidprentje uit Haarle
overlijden van jonge kinderen. Voorbeelden daarvan
de samenstelling van een gemeenschap. Dat valt
dateert uit 1848. Opmerkelijk genoeg behoorde de
zijn de zusjes Everarda Maria en Johanna Hendrika
onder andere op te maken uit de bidprentjes binnen
overledene, Hermanus Brinkman (2), juist niet tot het
Nahuis, overleden in 1911 en 1913 op zeven- en vijftien-
het katholieke kerkdorp Haarle, gelegen op de
meest gegoede deel van de plaatselijke bevolking. Hij
jarige leeftijd.
Sallandse zandgronden.
was een keuterboer. Het verschijnen van dit prentje
Het meest bijzondere devotieprentje dat schoolmees-
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 17
17
door Robert Kemper Alferink
levensverhaal 3
4
ter Bodde uitgaf, dateert uit 1883. In dat jaar overleed
overlijden op 23 oktober 1946. Dat was tevens het
ontdekken. Evert Nije Bijvank (4) werd in 1959 omschre-
op 26-jarige leeftijd Hendrika Maria Logtenberg (3)
laatste prentje dat met teksten van Gezelle is voor-
ven als ‘de oude grijsaard’. Het is onduidelijk wie voor
haar familie gebruikte de naam Lugtenberg, die werd
zien.
die typering verantwoordelijk was. Het karakter van het
geboren in Westenholte, nabij Zwolle. Ze was
bidprentje veranderde in de jaren daarna verder, het
getrouwd met Antonius Gerhardus Geertman, mole-
Ander karakter
werd meer een kort ‘in memoriam’. Tot in de jaren tach-
naar in Haarle. Zij kregen zes kinderen; één in elk jaar
Op het prentje van Hendrikus Wilhelmus Linthorst,
tig van de twintigste eeuw bevatte het nog diverse
van hun korte huwelijk. De laatste zoon kwam op 22
overleden op 30 december 1946, werden door de nieu-
gebeden. Tegenwoordig verschijnen er nog nauwelijks
maart 1883 levenloos ter wereld. Acht dagen na de
we pastoor W.M.A. van Rijn weer bijbelteksten aange-
nieuwe versies. Nu wordt er door de nabestaanden stil-
geboorte overleed Hendrika Maria. Op de achterzijde
haald. Hij overleed in 1954.
gestaan bij de wijze waarop de overledene zijn leven
is een foto van haar te zien. Ze lijkt daarop omstreeks
Sindsdien viel er langzamerhand een luchtiger noot te
heeft ingevuld. Kinderen, maatschappelijke activiteiten,
twintig jaar oud te zijn, wat doet vermoeden dat de
Het kerkhof van Haarle.
hobby’s en dergelijke staan daarbij vaak centraal.
foto kort voor haar huwelijk in Zwolle werd gemaakt. Het is tevens de oudst bekende foto van een Haarlenaar. Haar bidprentje is daardoor van grote waarde, want er is slechts één exemplaar van bewaard gebleven.
Pastoor A.Th.L. Hasselbach De teksten van het bidprentje werden voornamelijk bepaald door de plaatselijke pastoor. Hij kende als geen ander de bij de overledene passende bijbelteksten en verwerkte deze al dan niet in een kort verhaal. Beste bewijs hiervoor valt af te leiden uit het werk van pastoor A.Th.L. Hasselbach, die op 23 augustus 1935 in functie trad. De eerste Haarlese die daarna overleed, was Johanna Agnes Geerts. Hasselbach zorgde er, vijf dagen na zijn komst, voor dat er een gedicht van Guido Gezelle op het prentje kwam; iets wat hij – enkele uitzonderingen daargelaten – volhield tot zijn
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
18
03-02-2011
09:34
Pagina 18
Beëdiging van de Vrede van Munster, 15 mei 1648 op een schilderij van Gerard ter Borch. Willem Ripperda staat links, in de cirkel.
Het land van de In de zeventiende eeuw was het verlangen naar eer de belangrijkste levensvervulling van Overijsselse edelen. Hun hele aardse bestaan draaide om het verwerven van een goede reputatie en het vermijden van schande. Het streven naar eer verbond adellijke families, maar kon ook voor grote verdeeldheid zorgen. Een goed voorbeeld daarvan is het turbulente
W
ie in de Gouden Eeuw in de Republiek der Verenigde Nederlanden van west naar oost reisde, kwam in een andere wereld terecht. Dat blijkt wel uit het
reisjournaal van Cosimo de Medici, zoon van de groothertog van Toscane, dat werd bijgehouden tijdens zijn bezoek aan de Republiek in de winter van
levenseinde van Willem Ripperda (1600-1669) uit Hengelo, de Overijsselse
1667 op 1668. De Toscaanse prins en zijn gevolg waren
afgevaardigde naar de onderhandelingen die een einde moesten maken aan
diep onder de indruk van wat zij in Holland aan kunst,
de Tachtigjarige Oorlog en zouden leiden tot de Vrede van Munster.
architectuur en economische bedrijvigheid aantroffen. Veel minder enthousiast toonden zij zich over de oostelijke gewesten, die zij in februari aandeden op doorreis naar Bentheim en die op hen een armoedige indruk maakten. Een dieptepunt vormde Goor, waar het gezelschap halt hield om te overnachten. In het
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 19
19
door Conrad Gietman
stadje hing een onaangename geur door de vele mesthopen die voor de huizen lagen. De herberg was zo smerig, dat veel leden van het gezelschap verkozen de nacht door te brengen op een bed van stro in de stal, ‘in conversazione delle vacche’ (‘in gesprek met de koeien’). De verschillen tussen Holland en Overijssel in de Gouden Eeuw zijn nauwelijks in schrillere bewoordingen te schetsen. Waar het rijke zeegewest stond voor een stedelijke cultuur en voor handel, vertegenwoordigde het platteland van Overijssel een veel traditionelere, minder welvarende samenleving, waar de adel het voor het zeggen had. Dit was het land van de Ripperda’s.
Hang naar eer Met de adel in de landgewesten werd in Holland stevig de spot gedreven. Vooral het in burgerlijke ogen overdreven adellijke eergevoel moest het regelmatig ontgelden. De bekende zeventiende-eeuwse anekdoteverteller en moppenverzamelaar Aernout van Overbeke verhaalt over een ruzie tijdens het dobbelen tussen Willem Ripperda en Cornelis Musch, de corrupte griffier van de Staten-Generaal die stamde uit een door de haringrederij rijk geworden familie. In de hitte van het spel maakte Ripperda zijn medespeler uit voor de zoon van een visboer. Deze zware bele-
De familie Ripperda tot Boxbergen en Hengelo. Links Willem Ripperda, zijn acht jaar voor de vervaardiging van dit portret overleden Hollandse echtgenote Aleid van den Bouchorst en hun dochters Aleid Elisabeth, Anna en Nicolina; rechts hun zonen Willem (met haas in de hand), Amelis (te paard) en Unico, terugkerend van de jacht. In het midden een mausoleum met het wapen Van den Bouchorst (J.P. Wijck, 1650; particuliere collectie; foto M. Hogeboom).
Ripperda’s
hem het spreken en drinken uiteindelijk vrijwel onmogelijk. In 1625 stierf hij, ‘miserabel end impotent’ aldus een tijdgenoot.
Vader en zoon In zijn jaren van glorie had Unico Ripperda daarentegen voldaan aan het toen geldende ideaalbeeld van adellijke eer: hij gaf blijk van een gezond verstand, toonde zich als officier onverschrokken in de strijd en liet zich kennen als een uitstekend ruiter en verwekker van een kleine schare bastaarden. Zijn omstreeks 1600 geboren zoon Willem Ripperda deed wat van een jong edelman werd verwacht. Hij trad al vroeg in de voetsporen van zijn vader, onder meer door het verwekken van een eerste bastaard-
diging pareerde Musch met een niet minder zware
aan te wijzen in het leven van Willems vader Unico
aantijging door Ripperda een Westfaalse boer te noe-
Ripperda, de vermeende varkenshoeder in de anekdo-
men. De gekrenkte Ripperda wierp daarop woedend
te hierboven. In 1618 was hij als drost van Twente ten
tegen dat hij een edelman was en dat zijn vader jaar-
val gebracht, nadat rechtzinnige predikanten vanaf de
lijks meer dan driehonderd varkens had ‘geslagen’
kansel openlijk hadden geageerd tegen de in hun
(dat wil zeggen geslacht). ‘Dat wil ik wel geloven’,
ogen zedeloze levensstijl van deze vertegenwoordiger
sneerde Musch terug, ‘maar met de zweep’, daarmee
van het landsbestuur. De drost moest de statenverga-
insinuerend dat Ripperda’s vader een varkenshoeder
dering met gebogen hoofd verlaten en trok zich ver-
was geweest.
volgens vol wrok terug op Huis Hengelo. Daar vulde
Het zou te makkelijk zijn om te beweren dat deze
hij zijn dagen vooral met het voeren van een grote
nam hij het bevel over een compagnie ruiters van zijn
anekdote alleen het stereotype van adellijke hoog-
staat, het verfraaien van zijn havezate en seksueel ver-
vader over, wiens gezondheid toen al tanende was.
moed verwoordde. Willem Ripperda behoorde tot
tier met zijn dienstmeiden. In Oldenzaal, waar in die
Voor geweld schrok hij evenmin terug: in 1621 ver-
een familie die waar het ging om het verdedigen van
tijd de Spanjaarden de scepter zwaaiden, onderhield
wondde hij tijdens een schermutseling in Deventer
haar eer een nauwelijks geëvenaarde ijver vertoonde,
hij ondertussen een nauwe vriendschap met hun gou-
een edelman omdat deze het op het drostambt van
met als resultaat voortdurend aanvaringen en hoog-
verneur, dus met de vijand. Unico’s laatste jaren
zijn vader voorzien zou hebben. Bij dit ene incident
oplopende ruzies. Heel wat voorbeelden daarvan zijn
waren ontluisterend. Een gezwel in zijn mond maakte
zou het niet blijven. Later deden zelfs geruchten de
zoon. Vanzelfsprekend werd hij ook officier. In 1623
De reputatie van Unico Ripperda voldeed in zijn jaren van glorie aan het toen geldende ideaalbeeld van adellijke eer
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 20
20 ten. In 1652 overleed Amelis, van wie niet meer bekend is dan dat hij in Deventer studeerde. Drie jaar later huwde dochter Aleid Elisabeth met een katholieke Franse graaf. Haar bruidsschat van vijftigduizend gulden zou onbetaald blijven. Haar broer Willem was nog minderjarig, toen hij datzelfde jaar tegen de zin van zijn vader in Parijs trouwde met een zus van zijn nieuwbakken zwager. De oude Ripperda had nog geprobeerd de voltrekking van dit huwelijk door tussenkomst van de ambassadeur van de Republiek te verhinderen, maar die poging mislukte. Nadat er een zoontje, Ludovicus Willem, was geboren verzoende Willem senior zich uiteindelijk met het huwelijk van zijn zoon. Het ging tenslotte om een alliantie met een
De façade van eer en harmonie zou al spoedig in elkaar storten Schets van Huis Hengelo, waarschijnlijk van Jacobus Stellingwerf (1667-1727).
vrouw van aanzienlijke komaf, zo verklaarde hij later. De jonge Willem wilde in 1665 zijn Franse huwelijk
ronde dat hij een doodslag zou hebben gepleegd.
Amelis en Unico, net terugkerend van een grote jacht-
echter annuleren om in de Meierij van ’s-Hertogen-
Toen hij in 1633 om toelating tot de Ridderschap ver-
partij. Het portret toont een harmonieus gezin. Drie
bosch te kunnen trouwen met een vrouw van dubieu-
zocht, moest hij eerst verklaren dat die verhalen
vroeg overleden kinderen zijn afgebeeld als engeltjes,
ze reputatie, bij wie hij een bastaardzoon had ver-
onjuist waren. Een paar jaar later zag hij zich afgevaar-
één van hen reikt een bloem aan Ripperda’s dode
wekt. Hiermee haalde hij zich de woede van zijn
digd naar de Staten-Generaal in Den Haag.
vrouw aan. De jongste zoon schenkt een haas aan zijn
Franse schoonfamilie en, opnieuw, van zijn vader op
Die snelle benoeming vormde een aanwijzing dat hij
vader.
de hals. Van de Raad van Brabant kreeg hij weliswaar
binnen de Ridderschap over veel ‘krediet’ beschikte.
De façade van harmonie zou al spoedig in elkaar stor-
toestemming om huwelijksproclamaties af te laten
In 1646 volgde het hoogtepunt van zijn loopbaan in dienst van de Staten: zijn uitverkiezing tot Overijssels afgevaardigde naar de Munsterse vredehandel, onder toekenning van duizend carolusgulden voor zijn equipage. Door zijn aanwezigheid bij het ondertekenen van de vrede op 15 mei 1648 in het stadhuis van Munster leeft zijn naam voorgoed voort. Tijdens de onderhandelingen zelf maakte hij echter niet veel indruk. Een Zweedse afgevaardigde vond hem gierig en bovendien zowel de kant van Frankrijk als Spanje toegedaan, al naar gelang hij daar profijt uit dacht te trekken.
Façade van harmonie Kort na de Vrede van Munster gaf Willem Ripperda de schilder J.P. Wijk opdracht voor het vervaardigen van een familieportret. Niet alleen het voor Overijsselse begrippen kolossale formaat (263 x 364 cm) maar ook de voorstelling zelf toont de ambities van een man op het hoogtepunt van zijn macht. Links staat de oud-ambassadeur zelf, gekleed als oude Romein, met zijn in 1642 overleden echtgenote Aleid van den Bouchorst en dochters Aleid Elisabeth, Anna en Nicolina. Rechts zien we hun zonen Willem,
De vroeg-zeventiende-eeuwse zandstenen poort van Huis Hengelo dient sinds 1902 als toegangspoort van Landgoed 't Stroot te Enschede.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
Conrad Gietman, Republiek van adel. Eer in de OostNederlandse adelscultuur (1555-1702). Uitgeverij Van Gruting, Westervoort, 2010.
09:34
Pagina 21
Conrad Gietman (1966) promoveerde op de cultuurhistorische studie Republiek van adel aan de Universiteit Utrecht. Hij is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Hoge Raad van Adel in Den Haag en werkt daarnaast als redacteur bij het Centraal Bureau voor Genealogie. Hij publiceert over adel, genealogie en popmuziek.
Leeuwarden ontvluchten, nadat hij in een herberg een graaf had doodgestoken. Na zijn overlijden in 1678 bleek dat hij als het ging om het maken van schulden niet onderdeed voor zijn vader. Wettig nageslacht liet
Het verlangen naar roem eindigde in schulden, steriliteit en dood hij niet na, bastaarden ook niet. Zo smoorde het verlangen naar roem van de Ripperda’s op Hengelo in schulden, steriliteit en dood. In hun spectaculaire verdwijnen van het toneel van eer belichaamden de Ripperda’s een adellijk historisch denken dat de wereldgeschiedenis zag als een rad van fortuin: een eindeloze cyclus van opkomende en weer Maquette van Huis Hengelo, gemaakt in 2008. Te zien in het Historisch Museum Hengelo.
ondergaande geslachten. De eerste Ripperda die zich, in het midden van de zestiende eeuw, in Overijssel had
kondigen, maar tot een huwelijk zou het niet meer
Gesmoord verlangen
gevestigd, had het verdwijnen van de familienaam in het
komen. In januari 1666 werd hij vermoord in de
Willem Ripperda liet een boedel achter die in desola-
gewest al min of meer voorspeld. Een adellijk geslacht
Meierij. De toedracht van de moord is nooit bekend
te toestand verkeerde. Veel goederen moesten na zijn
kan in honderd jaar opkomen en weer ondergaan, was
geworden; men zei dat zijn schoonfamilie er de hand
dood worden verkocht. Alles waar hij als edelman
een uitspraak van hem die enkele decennia na zijn dood
in had.
naar had gestreefd, was in duigen gevallen.
werd opgetekend. Het was echter een glorieuze onder-
Het ergste moest voor de oude Ripperda echter nog
Met zijn opstandige zoon liep het evenmin goed af. In
gang geworden, een teloorgang in stijl. Varkens hebben
komen. Terwijl hij zich inzette om de wettige geboor-
het ‘Rampjaar’ 1672 werd hij verantwoordelijk gehou-
de Ripperda’s in ieder geval nooit hoeven te hoeden. I
te van Ludovicus Willem ook door Ridderschap en
den voor de overgave van Zwolle aan de bisschop van
Steden van Overijssel erkend te krijgen en zich begon
Munster. Een door hem ingediend verweerschrift
voor te bereiden op zijn eigen dood, kwam zijn oud-
maakte weinig indruk. Een jaar later moest hij
ste zoon in opstand door publiekelijk te protesteren tegen zijn voorgenomen tweede huwelijk.
Vadermoord Na de vroege dood van zijn echtgenote had Willem Ripperda twee zonen verwekt bij zijn minnares Elisabeth Herlet. Hoewel zijn relatie met haar binnen de grenzen van de traditionele adellijke moraal viel, bracht de wens tot een rechtvaardige verdeling van de erfenis onder al zijn kinderen hem ertoe zijn laatste dagen niet in concubinaat te willen eindigen. In februari 1668 werd het huwelijk tussen Willem en Elisabeth afgekondigd te Zwolle. Tot zijn woede protesteerde zijn zoon Unico, zijn enige nog in leven zijnde wettige zoon, echter publiekelijk tegen dit huwelijk; ongetwijfeld omdat de echtverbintenis een drastische inbreuk op zijn erfdeel betekende. De Landdag waarop Unico zijn protest indiende, werd nu het toneel van een onverkwikkelijke familietwist. Onder de ogen van standgenoten en stedelijke afgevaardigden dienden vader en zoon het ene na het anders stuk tegen elkaar in. Het verzet van de stamopvolger had succes, aangezien de oude Ripperda in 1669 overleed zonder opnieuw te zijn getrouwd.
De locatie van Huis Hengelo in 2010 aan de Deldenerstraat. Hier stond het HEEMAF fabriekscomplex dat in de jaren negentig van de vorige eeuw werd afgebroken. Daarbij kwamen veel bouwfragmenten van Huis Hengelo tevoorschijn.
21
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
22
03-02-2011
09:34
Pagina 22
Onder: bij zijn dertigjarig jubileum als koopman in 1931 viel Sam Noach, zittend vooraan met familie, een groot onthaal ten deel van de bewoners van het Groote en Voorster Gasthuis, zijn achterburen.
Op een gevel van een hoekpand van de Kuiperstraat en de Nieuwstraat in Deventer zat in de jaren dertig een reclameschildering, bekend van twee foto’s uit die tijd. Voor de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED) in 2009 reden om te onderzoeken of deze schildering nog steeds aanwezig was. Toen dat het geval bleek te zijn, werd een restauratie in gang gezet die in mei 2010 werd afgerond. Maar daarmee was het verhaal nog niet ten einde. Het was namelijk bekend dat de muurschildering in 1931 werd aangebracht in opdracht van een bijzondere Deventenaar: de joodse textielhandelaar Samuel (‘Sam’) Noach, die in dit pand zijn zaak had gehad.
Samuel Noach (1882-1942): ‘De Man van Deventer’
Joods koopman uit Deventer wereldberoemd in Nederland
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
door Sam de Visser
09:34
Pagina 23
Sam de Visser. De Man van Deventer. De man die niet verdwijnen kon. De geschiedenis van Sam Noach en zijn beroemde Kloosterlinnen. Uitgave Stichting Industrieel Erfgoed Deventer.
heel Nederland de lakens blijven uitdelen. Zijn lakens van Kloosterlinnen uiteraard!
Te voet met marktkar In oude exemplaren van het Deventer Dagblad en het Nieuws- en Advertentieblad Salland is in verschillende artikelen, en een enkel interview, meer te vinden over het levensverhaal van Sam Noach. Hij werd in 1882 geboren in Deventer, maar groeide op in Zutphen. Daar begon hij op veertienjarige leeftijd als marktkoopman en trok hij samen met de zoon van zijn baas met een kar vol textielwaren naar markten in onder andere Apeldoorn, Doetinchem en Deventer. In 1923 vestigde hij zich als winkelier en marktkoopman in Deventer, waar hij al snel een opmerkelijke reputatie opbouwde. Opvallend was zijn verbouwde Chevrolet, die hij had laten voorzien van een grote wereldbol op De marktkar nog uit de Zutphense tijd van Sam Noach. Foto uit 1913.
het dak. Als een moderne Atlas reed hij daarmee door het hele land, om te laten zien dat hij niet zomaar een
oach was ook bekend onder zijn commer-
strijdvlucht van de Uiver, het nationale voetbalelftal
handelaar in textiel was. Uit documenten van het
ciele aliassen ‘Goedkope Sam’ en ‘De Man
op weg naar het EK in Rome of de muiterij op de krui-
NIOD en het Nationaal Archief blijkt, dat hij jarenlang
van Deventer’. Onder die laatste naam
ser De Zeven Provinciën in 1933. Steevast meldde hij
zakelijke contacten had met Twentse textielfabrikan-
werd hij in de jaren dertig wereldberoemd
echter dat zulks allemaal wel waar kon zijn, maar dat
ten als de Gebroeders Jordaan uit Haaksbergen en
in heel Nederland met de alleenverkoop van zijn
men in het hele land óók praatte over ‘De Man van
Rozendaal uit Enschede. Mogelijk had het ‘Vlaamsche
‘Vlaamsche Kloosterlinnen’. Een product dat naast zijn
Deventer’ en zijn prachtige Kloosterlinnen. In de
Kloosterlinnen’ een Twentse oorsprong.
vermaarde kwaliteit minstens zo bekend werd door
advertenties solliciteerde Noach regelmatig naar een
de legendevorming rond Sam. In Deventer circuleer-
ministerpost. Die kreeg hij niet, maar hij mocht wel in
N
de een aantal hilarische anekdotes rond ‘De Man van Deventer’. Ze maakten duidelijk dat er achter de muurreclame een bijzonder levensverhaal schuil moest gaan. Veel meer was er over Noach niet bekend, maar dat veranderde radicaal toen zich in 2007 bij Otto van Huffelen, de huidige eigenaar/ bewoner van het pand, een kleinzoon van Sam Noach meldde.
Plakboek Leo van Biene, woonachtig in Australië, is de zoon van Sam Noachs dochter Clara en haar man Charles van Biene. Clara was de enige van het vijf leden tellende gezin Noach, die na de oorlog terugkeerde. Haar zoon Leo had, toen hij in Deventer aanklopte, een dik plakboek uit de jaren dertig bij zich dat ooit in bewaring was gegeven bij de zusters van het St. Jozef Ziekenhuis aan de overkant van Sams winkel. Het bevat een hele reeks advertenties die door Sam Noach in allerlei Nederlandse kranten waren geplaatst. Bijna zonder uitzondering zijn ze hilarisch en plaatsen ze ‘De Man van Deventer’ in het middelpunt van de wereldactualiteit. Steeds zijn de advertenties voorzien van zijn portret en altijd eindigen ze bij zijn ‘Kloosterlinnen’. Zo liet Noach keer op keer weten dat heel Nederland praatte over bijvoorbeeld de wed-
De auto met de wereldbol. Volgens Sam Noach het symbool voor zijn grote relatiekring.
23
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 24
@ Meer over doelstellingen en activiteiten van de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer is te vinden op de website www.sied.nl.
24
De adressering is voor de post duidelijk genoeg.
Net als in zijn advertenties was Noach altijd en overal nadrukkelijk aanwezig. Zoals bij het jaarlijkse autoritje met zijn achterburen in de Nieuwstraat, de oudjes van het Groote en Voorster Gasthuis. Of bij een ruzie met collega-middenstanders over een Sinterklaasactie. Hij spande ook rechtszaken aan tegen concurrenten die aan de haal gingen met zijn handelsmerk, het Kloosterlinnen. Niemand anders dan hij had de exclusieve verkoop, betoogde hij. In het plakboek zitten ook talloze ansichtkaarten, soms eenvoudigweg
naam ‘De Man van Deventer’ terug op de gevel. Die
gericht aan ‘Deze man in Holland’. Een plakkertje met
bleek meer klandizie op te leveren dan de eigen
een foto van Sam Noach moest de rest doen. Zo nu
naam... Tot de sluiting van deze winkel in 1969 heeft
en dan schreef een ijverige postbode er met een anili-
de oude naam op de gevel gestaan.
nepotlood het woord ‘Deventer’ bij.
Veertig jaar later kwam ‘De Man van Deventer’ dank-
Boven: zo moet Sam Noach op 21 augustus 1942 op weg zijn gegaan naar het meldingspunt voor het kamp. Het label aan de koffer geeft aan dat Sam hoogstwaarschijnlijk de laatst aangewezene is van de groep van 27 joodse mannen en jongens.
zij de SIED en het restauratiewerk van Ruud Johannes
Het jaar 1942 en daarna
weer terug op de plek waar hij hoort als onderdeel
In de oorlog weigerde Sam Noach onder te duiken,
van de Deventer geschiedenis.
hoewel hij daartoe wel de kans kreeg. Iemand zoals hij, die altijd in het middelpunt van de wereld stond, verdween niet, leek hij te denken. Op zijn stamkaart van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Deventer heeft een NSB (her-)keuringsarts geschreven: ‘Is veel te vet, moet nodig kampdieet hebben.’ Onlangs werden in het Deventer Stadsarchief tot dan toe onbekende foto’s gevonden van de laatste momenten van Sam Noach: vlak voor hij werd afgevoerd naar het werkkamp De Wittebrink in Hummelo, het voorportaal van de hel. Uiteindelijk vond hij op 23 oktober 1942 de dood in de gaskamers van Auschwitz. Zijn dochter Clara was, als gezegd, de enige van het gezin die na de oorlog terugkeerde. Zij probeerde het familiebezit weer terug te krijgen en kreeg te maken met de ronduit beschamende omstandigheden uit de tijd van het Rechtsherstel. In 1950 besloot het gezin Van Biene-Noach te emigreren naar Australië. Een textielketen uit Rotterdam zette na het vertrek van de familie de zaak voort en bracht in 1953 de
I
Onder: de gerestaureerde muurreclame op het voormalige pand van Sam Noach. Het wat vage woord ‘Vlaamsch’ is uit 1931 en kwam nagenoeg onbeschadigd onder de verflagen vandaan. De oude spelling ‘orgineele’ is gehandhaafd.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
door Jan Braakman
03-02-2011
09:34
Pagina 25
Bunker als onderdeel van de IJssellinie.
naar de plek van Marten Bos 25 De oplettende passant op de IJsseldijk tussen Deventer en Olst kunnen de restanten van de IJssellinie niet ontgaan. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw werkt een actieve groep vrijwilligers aan renovatie en herstel van de verdedigingswerken die in de jaren vijftig werden aangelegd als verdedigingslinie tegen ‘Het Rode Gevaar’. Marten Bos (80) uit Olst zag de aanleg, de ontmanteling en uiteindelijk ook de conservering van de restanten van de IJssellinie.
Marten Bos uit Olst (1930).
‘I
‘De Russen? Daar prakkezeerden we niet over!’
k had verkering met Janny Stegeman - zij is nu mijn
geheim. Er werd een stopverbod ingesteld op de dijk.
omhoog gestuwd om de IJssellinie te kunnen inzetten.
vrouw. Zij woonde in het witte huis aan de Dijk bij
Wie toch stopte op de dijk, werd beschoten – al weet
We dachten echt dat er oorlog zou komen. Het was
landgoed De Haere, dat in bezit was van de familie
ik niet of dat ook echt gebeurd is. Wij mochten ook de
linke soep. Pal tegen ons huis stond een ingegraven
Des Tombes. Zodoende was ik daar vaak. Op
bossen van De Haere niet meer inlopen. Daar stond
Shermantank. De munitie lag er naast opgestapeld. We
maandagmorgen kwamen de bussen met bouwvakkers
altijd een militair op wacht. Dat het met het leger te
gingen er echt vanuit dat de Russen zouden komen.
aanrijden. Zij bleven tot vrijdagmiddag. Met de volgen-
maken had, wisten we natuurlijk wel. Zeker toen al die
Maar Chroesjtsjow koos gelukkig eieren voor zijn geld
de lading kwam er een nieuwe groep bouwvakkers,
kleine bunkers kwamen, waar Shermantanks werden
toen Kennedy dreigde met kernwapens. Ondertussen
want niemand mocht weten wat er gebouwd werd.
ingebouwd, bedoeld als afweergeschut tegen vijandelij-
was het rivierwater in enkele dagen tijd fors gestegen.
We hadden geen idee wat er precies gaande was. We
ke vliegtuigen en tegen oprukkende troepen. Maar we
De boeren hadden geen idee waar al dat water vandaan
zagen de hele dag door de betonmixers van Van der
hadden geen idee dat het bedoeld was als verdediging
kwam. Er zijn toen koeien verdronken, heb ik gehoord.
Kamp uit Deventer af en aan rijden naar de bouwwer-
tegen de Russen. Bang voor de Russen waren we niet,
ken bij de IJssel en in het bos. Wat er gebouwd werd,
daar prakkezeerden we toen nog niet over.
Ontmanteling
konden we niet zien. Het werk in de IJssel werd afge-
Langs de bouwwerken was een insteekhaven waar
In de jaren zeventig is de boel ontmanteld. Toen was
schermd door rietmatten en het landgoed kon je niet
voortdurend een ponton klaar lag, met een sleepboot.
de linie niet meer nodig, omdat West-Duitsland als
op, dat werd bewaakt door militairen.’
Vier keer per jaar werd er geoefend met het invaren van
lid van de NAVO de Russen kon tegenhouden. Maar
de ponton - een drijvende stuw, die precies paste tussen
de commandobunker en de ziekenhuisbunker in het
Schipper beschoten
de landhoofden aan beide zijden van de IJssel. Bij die
bos zijn gebleven, net als bunkers in de omgeving
‘Later begrepen we dat het ging om een stuw in de
oefening werd de IJssel afgesloten voor de scheepvaart.
voor de verdediging van de stuw. Er liep ook nog heel
IJssel, die kon worden ingezet om het gebied langs de
Een Belgische schipper die de bouwwerken een keer
lang een militaire wacht. In de jaren negentig is het
rivier onder water te zetten, als verdediging tegen de
goed in ogenschouw wilde nemen met zijn schijnwer-
complex overgenomen door vrijwilligers uit Olst, die
Russen. Maar dat werden we pas veel later gewaar. Het
per, werd onder vuur genomen. De schipper kwam er
de bunkers hebben schoongemaakt en opgeknapt en
verhaal dat toen werd verteld, was dat het ging om een
goed af, maar de schijnwerper was kapot geschoten.
ook voor de inrichting hebben gezorgd. Elke eerste
pontonbruggenplan. Als er oorlog zou komen, en de
zaterdag van de maand zijn er rondleidingen. Ik heb
bruggen bij Zwolle en Deventer zouden kapot gescho-
In 1962
ten zijn, dan kon op deze plek een noodbrug worden
Tien jaar na de bouw, tijdens de Cubacrisis in 1962, wis-
ingezet. Maar wat er echt gebeurde was allemaal
ten we wél van de Russen. Toen is het water in de rivier
zelf ook regelmatig rondleidingen gegeven.’ @ Zie voor meer informatie: www.ijssellinie.nl
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 26
Egbert Engberts en zijn vrouw Sara Bréchet, de grootouders van Toon Tellegen en Adinka de Waal, gefotografeerd in Leiden in 1927.
26
Een late echo van de Vriezenveense Rusluie Toon en Adinka Tellegen in Amsterdam zijn kleinkinderen van Egbert Engberts (18751955). Hun grootvader was één van de laatste telgen uit het Vriezenveense geslacht Engberts, dat in de achttiende en negentiende eeuw als zoveel ‘Rusluie’ vanuit het Twentse textieldorp handel dreef in en vanuit Sint-Petersburg. Egbert Engberts, zelf geboren in Rusland, vluchtte uit angst voor de bolsjewieken in 1918 met vrouw en zes kinderen halsoverkop naar Nederland. In 1929 schreef hij de heimwee naar het oude Rusland van zich af, maar zijn werk verdween in een lade.
e herinneringen bleven liggen, totdat klein-
zeiden stuk voor stuk dat het interessante lectuur
soort gerechtigheid. En Toon nog het meest, omdat
zoon en schrijver Toon Tellegen zich in het
was, dat het de moeite waard was om het uit te
hij dit hoofdstuk nu definitief kon afsluiten.’
begin van de jaren tachtig over de aanteke-
geven, maar dat het helaas in geen enkele reeks of
Het bleef bij één druk. Volgens Adinka is het boek hier
ningen van zijn grootvader ontfermde. Na
fonds paste. En aan een geïsoleerd boek waagt geen
en daar wellicht nog verkrijgbaar, maar een nieuwe
bijna een kwarteeuw leuren werden ze in 2004 uitge-
uitgever zich.’
druk wordt niet meer uitgebracht. ‘En dat hoeft ook
geven als Herinneringen aan Rusland.
Pas toen Querido in 2000 Tellegens boek De trein naar
niet. Dat de geschriften tot hun recht zijn gekomen is
In de inleiding bij het boek schrijft Tellegen hoe zijn
Pavlovsk en Oostvoorne uitgaf, paste er ineens een dek-
genoeg.’
moeder, de dochter van Engberts, de ‘met kleine let-
seltje op het potje. De literaire verhalenbundel, geba-
Toon Tellegen zelf wil geen toelichting meer geven op
ters getypte vellen, zonder marges, zonder wit tussen
seerd op de binnen de familie populaire fantasiever-
het boek. Alles wat hij te melden heeft, staat in de
de regels en vol met de geschreven verbeteringen en
halen die opa Engberts altijd aan zijn kleinkinderen
inleiding ervan, liet hij via zijn uitgever weten. Zus
toevoegingen’ ooit had gered, voordat grootmoeder
vertelde, werd een groot succes. Ineens waren de
Adinka begrijpt haar broer en zegt: ‘Lees
Sara de papieren met de vuilnisman mee zou geven.
Russische memoires van opa óók interessant. In 2004
Herinneringen, wat wij daar nu nog aan toe te voegen
Nadat zijn moeder in 1981 was overleden vond
verscheen uiteindelijk bij Athenaeum – Polak & Van
hebben is nauwelijks het opschrijven waard.’ Dat laat-
Tellegen de aantekeningen. Hij typte ze over en kopi-
Gennep Herinneringen aan Rusland. Adinka ‘bezorgde’
ste valt erg mee, maar het boek zelf en de inleiding
eerde ze voor zijn broers, zijn zuster en enkele ande-
het manuscript en voegde een woordenlijst en anno-
van Toon zijn inderdaad prachtig.
ren.
taties toe. En zo liftte het werk van de grootvader,
Aangemoedigd door onder anderen zijn zus Adinka
driekwart eeuw nadat het was opgeschreven, mee op
Hoogtijdagen in Petersburg
de Waal-Tellegen, slaviste van beroep, klopte hij aan
het succes van de kleinzoon. Adinka: ‘We waren alle-
Egbert Engberts, in 1875 geboren in Sint-Petersburg,
bij een lange rij personen en uitgevers. Adinka: ‘Ze
maal heel blij dat het boek er was, het voelde als een
was het zesde kind in een gezin van acht, waarvan
D
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
door Herman Broers
09:34
Pagina 27
De ‘Rusluie’ familie Engberts, gefotografeerd in 1905 in Sint-Petersburg. Tweede van links zit Egbert, naast hem zit zijn vrouw Sara. Geheel rechts zit zijn vader Gerhardus Engberts (vader Claas). Naast deze zijn moeder Maria Kruys (moedertje).
27
twee kinderen vroeg overleden. Zijn voorouders van beide kanten maakten deel uit van de Vriezenveense ‘Rusluie’, hechte handelsfamilies die al generaties lang zaken deden in en met het tsaristische Rusland. Veel Vriezenveners, onder wie de familie Engberts, bouwden met name vanuit Sint-Petersburg grote handelsmaatschappijen op in textiel, tabak, thee en wijn. Ze leverden ook aan de tsaar zelf. De hoogtijdagen van de Rusluie in Sint- Petersburg lagen in de periode waarin Egbert Engberts geboren werd. Toen hadden Vriezenveners grote winkels en handelshuizen in de Gostiny Dvor, een prestigieus winkelcentrum aan de Nevski Prospekt, de beroemdste straat van de toenmalige Russische hoofdstad. Twee oudere broers waren toegetreden tot het familiebedrijf, maar Egbert had zich na zijn stages in Engeland en Nederland als zelfstandig vertegenwoordiger van buitenlandse firma’s in Sint-Petersburg
hoed van mijn moeder verborgen, ontsnapten aan de
In 1929 – toen Petrograd inmiddels Leningrad was
gevestigd aan de Nevski Prospekt. In 1902 trouwde hij
aandacht van de Russische douane’, schrijft Toon over
geworden – schreef Egbert Engberts in het Nederlands
met Sara Bréchet, een 22-jarige schone van Zwitsers-
de vlucht van zijn grootvader en diens gezin.
zijn herinneringen aan Rusland op. Hij had van jongs af
Baltische afkomst. Ze kregen zes kinderen: vijf zoons
Engberts keerde met andere gevluchte familieleden
al veel geschreven, met name verhalen en gedichten,
en een dochter, de moeder van Toon en Adinka
voor korte tijd terug naar het familiehuis ‘Mon repos’
maar de pogingen zijn werk gepubliceerd te krijgen,
Tellegen.
in Vriezenveen. Met het laatste geld dat hij in
waren steeds op niets uitgelopen. Wel werden de
Nederland op de bank had staan, startte hij een ban-
toneelstukken die hij schreef in het Russisch bij feeste-
Heimwee naar Rusland
ketbakkerij in Leiden. Hij wilde Russische pasteien en
lijke gelegenheden opgevoerd door zijn kinderen.
Oudere Rusluie keerden vaak rijk terug naar Twente
gebak gaan maken, die heel Leiden zou willen eten.
‘In zijn laatste jaren deed mijn grootvader zijn klein-
om hun laatste levensdagen in weelde op hun zelfge-
Tellegen: ‘Hij wist niets van Leiden of de smaak van de
kinderen vaak denken aan de aartsvader Isaäc, zoals
bouwde landhuizen door te brengen, maar voor
Leidenaren.’ Het werd een fiasco.
hij daar bijna blind in de donkere achterkamer in het
Egbert Engberts liep het anders.
‘De Rus’, zoals hij in Leiden werd genoemd, trok meer
huis aan de Haagweg zat, (…) soms nog genietend
Na de Russische Revolutie van 1917 waren al zijn bezit-
bekijks dan kopers. Hij werd uiteindelijk vertegen-
van de Russische klassieken, door zijn vrouw of kinde-
tingen waardeloos geworden. De bedrijven van de
woordiger in chocola en snoepgoed en ‘zeulde met
ren voorgelezen, altijd wat etensresten in zijn grote, witte, Russische baard, de hoop op een terugkeer naar Sint-Petersburg eindelijk opgegeven en steeds orthodoxer in zijn geloof.’ Egbert Engberts overleed op 21 maart 1955 in Leiden. I Links: de ‘kleinkinderen’ Tellegen, v.l.n.r. Ben, Egbert, Toon en Adinka. Onder: het familiehuis ‘Mon repos’ in Vriezenveen.
Rusluie werden genationaliseerd. Voor de
zware koffers met het openbaar vervoer door Noord-
Vriezenveners was het door hun rechtstreekse ban-
en Zuid-Holland.’ Een zwaar en vernederend leven,
den met de tsaar niet meer vertrouwd om in Rusland
maar in zijn huis was het een zoete inval van
te blijven. In de zomer van 1918 hadden ze nauwelijks
Russische emigranten die in Leiden bivakkeerden. ‘De
nog iets te eten, behalve brandnetels. Ze werden dat
voertaal was er Russisch en de volgende lente zou
jaar door de communisten gedwongen Petersburg - in
iedereen naar een bevrijd Rusland terugkeren.’ Zo
1914 omgedoopt tot Petrograd – te verlaten. ‘Alleen
ging het jaar na jaar, maar het zou er niet meer van
een paar familiejuwelen, onder een lint rond de stro-
komen.
Foto: Marcel Tettero.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 28
28 de fascinatie van Jan Taco te Gussinklo
Op iedere eerste zaterdag in maart, dus ook op 5 maart 2011, is er in het NTFM een tinnen figurenbeurs. Een tinnegieter toont dan het oude ambacht. @ Zie www.nationaaltinnenfigurenmuseum.nl
De wereld in tinnen figuren In deze aflevering een fascinatie van de vaste auteur van de rubriek ‘de fascinatie van’: tinnen figuren. Die fascinatie vormde de aanleiding voor de oprichting van het Nationaal Tinnen Figurenmuseum in Ommen, kortweg het NTFM. Het ontstond door een samenloop van omstandigheden.
O
m te beginnen met een bezoek – ergens in
Provincie Overijssel gaf het initiatief vleugels. Op
het begin van de jaren tachtig – van mijn
25 februari 1985 was het zover: het museum kon offici-
collega Herman Meulman, toentertijd net
eel van start gaan. Vrijwilligers en vrijwilligsters traden
als ik verbonden aan het ziekenhuis in
aan. Al snel kreeg het belangstelling van buiten, zoals
Hardenberg. Hij raakte gecharmeerd van mijn verza-
van Hans Wiegel in 1986 en van Prins Bernhard in 1987.
meling tinnen figuren en diorama’s, die volgens hem
Ruim een kwarteeuw na de oprichting, en na een
een groter publiek verdiende. Al snel kwam hij met
grondige herinrichting in 2006, telt het Nationaal
een concrete plaats.
Tinnen Figuren Museum meer dan 200.000 tinnen
Het voormalige Gemeentehuis van Ommen was in
figuren in alle soorten en maten. Het oudste object is
1982 overgegaan in particuliere handen en er werd een
5.000 jaar oud en afkomstig uit Sumerië, een gebied
zinvolle bestemming voor gezocht. Ook vanuit de
in het zuiden van het huidige Irak. De jongste aanwin-
gedachte dat Ommen als toeristische plaats wel een
sten zijn figuurtjes in Nederlandse streekdrachten,
echte ‘slecht weer attractie’ kon gebruiken.
want ook die worden als tinnen figuurtjes weergege-
Tegelijkertijd zocht de landelijke vereniging van verza-
ven. Andere laten de vorsten uit het huis van Oranje
melaars van modelfiguren een waardig onderkomen
zien, met ook de gouden koets, huisarbeiders in de
voor een aantal fraaie collecties. Er werd een Stichting
negentiende eeuw, sprookjesfiguren, speelgoedfigu-
opgericht. Steun van de Gemeente Ommen en de
ren uit de negentiende eeuw en meer.
Boven: het Nationaal Tinnen Figuren Museum, gehuisvest in het voormalige Gemeentehuis van Ommen, gelegen aan de Vecht nabij de brug. Soldaat van Napoleon, 12e Regiment de Ligne.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 29
Quint Tempelman met Manga figuurtjes.
door Jan Taco te Gussinklo
29
Slag bij Ane Op Pantaleonsdag, 28 juli, 1227 trok de bisschop van Utrecht, Otto II, met een groot leger van zwaarbewapende ridders op tegen een groep Drentse boeren. Ze werden aangevoerd door een opstandige leenman van de bisschop, burggraaf Roelof van Coevorden. Op het eerste gezicht een ongelijke strijd, maar Roelof en zijn boeren hadden een geheim wapen: het moeras. Nadat de ridders eerst hun kampement hadDetail van de Slag bij Ane.
den opgezet in Ommen, trokken zij op naar Ane, in
Maar een belangrijk deel van de collectie bestaat uit tin-
de buurt van Gramsbergen. Daar zouden ze de strijd
anderden tinnen figuren in tinnen soldaatjes, die werden
nen soldaatjes. Sommige marcheren op antieke mar-
aangaan. Ze voelen zich zeker van de overwinning,
‘gekleed’ in de nationale uniformen van de naties. In het
cheermachines of op wagentjes de hele dag heen en
maar toen ze oprukten tegen de vijand verdwenen
museum komen zo ook de tegenstanders van Napoleon
weer. Indrukwekkend zijn de diorama’s, veilig opgesteld
hun voorste gelederen meteen in het stinkende, dode
Bonaparte, de Franse keizer die in het begin van de
achter glas, van de Slag bij Ane in 1227 en van de Slag bij
moeras. Door het gewicht van hun wapenrusting zak-
negentiende eeuw bijna heel Europa beheerste, uitge-
Waterloo in 1815. Met meer dan tienduizend tinnen
ten ze er geheel in weg. De boeren slachtten hun
breid aan bod. Met name in het diorama van de Slag bij
figuurtjes wordt het verhaal van deze grote gebeurtenis-
tegenstanders af met pijlen en speren en van dichtbij
Waterloo, waar natuurlijk ook soldaten uit La Grande
sen verteld in een klank- en lichtspel.
met het zwaard. De bisschop werd gedood en gescal-
Armée te zien zijn. Al deze tinnen figuren vertegenwoordi-
Tot 4 december 2011 zijn diorama’s te zien met tinnen
peerd. Honderden ridders sneuvelen met hem.
figuren naar licht ironische schilderijen van Carl
I
gen in feite het leven van ontelbare anonieme soldaten. Na de Eerste Wereldoorlog werden tinnen figuren vooral
Spitzweg (1808-1885), over het geluksgevoel in de
Tinnen figuren
gebruikt om historische gebeurtenissen uit te beelden.
negentiende eeuw. Zo trekt de wereld aan de bezoe-
De oudst bekende tinnen figuren zijn grafgiften. Ze
Vanaf 1980 kwamen er steeds luxere ronde of drie-D
ker voorbij op de drie verdiepingen van het Nationaal
namen de plaats in van soldaten, dienstpersoneel,
figuren op de markt en ging ook de kwaliteit van het
Tinnen Figuren Museum.
gereedschap, wagens, boten, huizen, stallen en vee, die
beschilderen van figuren met sprongen vooruit. Quint
voordien nog moesten worden geofferd. Ook werd tin
Tempelman maakt in Ommen furore met haar Manga
gebruikt om er insignes, speelgoed of huisraad van te
figuurtjes naar Japanse strips. Kortom: de tinnen figuren
maken. In de tweede helft van de negentiende eeuw ver-
zijn volop in beweging!
Diorama van de Slag bij Ane.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 30
Landschap Overijssel is in 1999 ontstaan uit een fusie tussen Landschapsbeheer Overijssel en Het Overijssels Landschap, dat al in 1932 werd opgericht. Anno 2011 beheert Landschap Overijssel ruim 5.000 hectare aan natuurterreinen en landgoederen.
30
@ Zie voor meer informatie: www.landschapoverijssel.nl
Schaapherder op de top van de Lemelerberg In ruim een kwarteeuw zag schaapherder Teun Heuver op de Lemelerberg vele veranderingen aan zich voorbijgaan. Hij zag ook hoe het Sallandse heidelandschap floreerde bij de inzet van de schaapskudde van Landschap Overijssel.
A
l meer dan een kwart eeuw leidt Teun
zeventig, liep Gait Wunnink er nog met een kudde, die
Heuver een kudde Veluwse heideschapen
daarna door de gemeente Ommen een tijdje in stand
over de Lemelerberg en de Archemerberg,
werd gehouden. Aan het eind van de jaren zeventig
een natuurgebied bij het Sallandse Lemele in
kwam de kudde onder beheer van Het Overijssels
de gemeente Ommen. De in 1947 geboren Lemelse
Landschap, later onderdeel van Landschap Overijssel.
schaapherder had eigenlijk boer willen worden. Maar
Als de schaapherder voorzichtig door zijn kudde
het ouderlijk bedrijf was niet groot genoeg om hem
loopt, ‘je moet schapen altijd rustig benaderen’,
en zijn broer een goed inkomen te bieden. Min of
komen de makke schapen naar hem toe. Hij laat zijn
meer toevallig rolde Heuver in 1982 in zijn huidige
handen over hun typische, gebogen ronde neus glij-
beroep en kwam hij in dienst van Landschap
den en wijst: ‘Kijk daar is er een met een iets mindere
Overijssel. Hij heeft er geen moment spijt van gehad.
vacht.’
De schapen verrichten nuttig werk in het landschap; zij zorgen voor het behoud van de vierhonderd hectare
Geen breiwerk of herdersfluit
heide op de Archemerberg en de Lemelerberg. In de
Heuver kent ze allemaal, de 245 vrouwelijke dieren
vorige eeuw werd de berg begraasd door schapen van
van Landschap Overijssel, al is het niet met naam en
verschillende boeren. Later in die eeuw, in de jaren
toenaam. ‘Zet je er een vreemd schaap tussen, dan
Een vroege voorganger van Teun Heuver.
pik ik dat er meteen uit.’ Alle ooien zijn voorzien van twee oormerken, waarmee de dieren kunnen worden geïdentificeerd. Het is een symptoom van de steeds toenemende controle op de veestapel in Nederland. De regels waar boeren zich aan hebben te houden, gelden ook voor natuurbeheerders. De schaapherder gaat zelf ook met zijn tijd mee. De nuchtere Sallander heeft in zijn rugzakje natuurlijk zijn dagelijkse proviand bij zich, maar hem zul je niet aantreffen met een breiwerkje of een herdersfluit. Wel met een transistorradio én een mobiele telefoon. Zo blijft hij goed op de hoogte van het nieuws en mocht iemand hem willen spreken terwijl de kudde graast bij het hoogste punt van de berg, dan is hij toch bereikbaar. ‘En ik sta natuurlijk veel te praten met mensen die ik op Een jaarlijkse gebeurtenis in het voorjaar: de schapen worden geschoren.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:34
Pagina 31
door Jan Braakman
31
Teun Heuver
de berg tegenkom.’ Heuver houdt ervan te vertellen over zijn vak, over de slimheid van zijn schapen en over het gebied waar hij dagelijks rondloopt. Hij mag graag een gesprek aangaan, maar moet zich niet te veel laten afleiden. Ongemerkt kan een groepje schapen zich zomaar afscheiden van de kudde. Dan geeft hij zijn Border Collies opdracht de schapen te zoeken en terug te brengen. Soms raakt er een schaap zoek. Bijvoorbeeld als de kudde wordt verstoord door loslopende honden, een grote ergernis van Heuver. Maar schapen die van de kudde zijn weggeraakt, hebben de weg naar de kooi aan de Dalmsholterweg vaak sneller teruggevonden dan de herder met de rest van de kudde. Een enkele keer sterft een schaap in het natuurgebied. Als Heuver dat tijdig merkt, neemt hij het overleden dier mee terug naar de kooi om het netjes af te laten voeren. Soms blijft het lijk achter en wordt het een prooi van insecten, vogels en vossen. ‘Na een tijdje vind je er niets van terug, behalve de wol, die vergaat niet. Vogels gebruiken de wol voor hun nesten.’
Veranderende flora en fauna De schaapherder heeft zijn werkgebied in de loop van de tijd zien veranderen. Sommige dieren verdwenen, andere kwamen er voor terug. Een kwart eeuw geleden werd hij nog wel eens verrast door een wulp die probeerde haar nest te beschermen tegen de herder en zijn kudde. ‘Wulpen nestelden toen nog op de hei. Ik zag de patrijs, de boomleeuwerik en de veldleeuwerik. Ik vond hier vroeger allerlei soorten eieren, zelfs van eenden die toch een heel eind de berg op moesten. Die zie ik nu allemaal niet meer. Ze zijn verdwenen vanwege vossen, roofvogels of steenmarters en door loslopende honden. Maar de nachtzwaluw, de roodborsttapuit en de zandhagedis doen het nu juist weer goed.’ De schapen zorgen ervoor dat de vergrassing wordt tegengegaan en ze houden bovendien de heideplanten kort. Het Veluws heideschaap kan goed gedijen op de Sallandse heidevelden. Het dier houdt van gras;
Rana Berends schilderde ter illustratie bij dit artikel ‘Schaapherder op de Lemelerberg’. Zie voor de wordingsgeschiedenis van dit werk www.facebook.com/ranaberends. Zie ook www.ranaberends.nl
een overdaad daarvan is niet goed voor de heide. ‘Toen ik hier begon, stond er veel bochtige smele, een
noemt Heuver ze: zestigplussers die al wandelend
me dat we elkaar al eens eerder hadden gesproken. Ik
grassoort. Door de begrazing met de kudde is dat ver-
genieten van het landschap.
moest diep nadenken en herinnerde me een mevrouw op een paard, met wie ik eens een gesprekje had
minderd. Een groot deel van de Archemerberg was vergrast. Nu is daar weer veel heide.’
De kroon op het werk
gehad. “U was te paard?”, vroeg ik haar. “Ja, dat was ik”,
De mooiste tijd voor Heuver breekt aan in het voor-
Af en toe treft Heuver bijzondere voorbijgangers. In
zei ze. Ik dacht toen wel, die vrouw komt me bekend
jaar. Dan wordt alles weer groen en hoort hij de
augustus 2009 maakte koningin Beatrix tijdens een
voor, maar ik had me niet gerealiseerd dat het de
vogels weer zingen. De zomer kondigde zich in het
werkbezoek aan Ommen een praatje met hem. ‘Ik had
koningin was. Dat was echt de kroon op mijn werk!’ I
verleden aan met de komst van gezinnen die zich aan
de kudde aan het hek gezet, zodat de fotografen een
het begin van de bouwvakvakantie op de heide stort-
mooie foto konden maken als de koningin daar langs
ten. Dat is veranderd. Kinderen worden nu op de
zou lopen. Ik stond vooraan, zodat ik haar goed kon
campings vermaakt en de ouders verblijven meestal
zien’, vertelt hij. De koningin liep niet gewoon langs,
in de directe omgeving van de tent of de caravan. Veel
maar ze nam ruim de tijd voor een praatje met de
meer dan vroeger treft hij wandelaars. ‘De grijze golf’
schaapherder. ‘Op een gegeven moment zei ze tegen
@ Particulieren, eigenaren en agrariërs, kunnen advies krijgen bij de streekeigen inrichting van hun erf en het beheer van karakteristieke landschapselementen als houtwallen, singels en poelen. Landschap Overijssel zet zich, met behulp van duizenden vrijwilligers, in voor de bescherming van bijzondere soorten als de das, de kamsalamander en de knoflookpad.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
32
09:34
Pagina 32
@ www.stichtingmarkehaarle.nl
door redactie
Haarle na de oorlog Haarle, een dorp met zo’n 2.200 inwoners. Een ‘eigenzinnig buitenbeentje’ volgens burgemeester Van Overbeeke van Hellendoorn in de inleiding, ‘helemaal in de westhoek van de gemeente, afgescheiden van de rest door een geografisch obstakel – in het geval van Haarle ’n barg en overwegend katholiek.’ Omdat ze zo afgelegen woonden, zo wil het verhaal, waren de Haarlenaren vroeger sterk op elkaar aangewezen, met samenwerking als logisch gevolg.
RB Het zilveren bruidspaar Antoon en Annie Wolterink, temidden van hun dertien kinderen, 23 september 1955.
Angela Groothuizen met Howling Hurricane: live in Haarle!
In het begin van de jaren tachtig werd Jan Schoot Uiterkamp bij het werk betrokken. ‘Een bijzondere boer, die ging voor ontwikkeling. Daardoor was hij, met alleen maar lagere school als opleiding, toch dijkgraaf van het Waterschap Salland geworden. Hij had in de loop van zijn leven al veel verzameld en na zijn pensionering bijna al zijn vrije tijd gestopt in de geschiedenis van het dorp en de genealogie. Alle kerkelijke en burgerlijke boeken op dit gebied spitte hij door en werkte hij uit in duizenden kaartjes.’ Steeds meer informatie brachten enthousiaste Haarlenaren bij elkaar en zij wilden wel een boek uitJong en oud op de kermis.
geven. Dus werd in 1982 de Stichting Marke Haarle opgericht. Een eerste boek kwam er pas in 1997,
Opening van het postkantoor door de inleg van een tientje, in 1971.
o kreeg ook de belangstelling voor de eigen
Haarle’s hang naar eigenheid, geschreven door Wim
zo kwam Haarle aan het woord over de pastoors, de
geschiedenis vorm, eerst nog door het werk
Cappers. In 2000 verscheen ’t Oog van de meester, met
boeren, de bruiloften, de voetbalclub, de Paltheruiters,
van enkelen die documenten gingen verza-
vele foto’s uit de collectie van de heer Weijkamp. Toen
de Beat Palace Drive in Disco Show, de dorpsagent, de
melen en overschrijven. Er ontstond een uit-
zich in 2010 het zilveren jubileum van de Stichting aan-
emigranten, de toneelclub en nog veel meer, in 63
gebreide collectie die in de loop der jaren vanuit een
diende, was dat reden voor de uitgave van een nieuw
hoofdstukken op 344 bladzijden.
voormalige meidenkamer eerst verhuisde naar
boek. Ditmaal met verhalen door Haarlenaren zelf,
Het is een feest der herkenning van de eigentijdse
Dalfsen, toen naar Mariënheem ging en vervolgens
Sprekend Haarle. Het leven in Haarle tussen 1945 en 2010,
geschiedenis geworden en het laat zien waarin een
weer terugkwam in Haarle.
onder redactie van acht inwoners en inwoonsters. En
klein dorp, een kleine kern, groot kan zijn.
Z
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 33
GENOMINEERD
N
et als 2008 en 2009 krijgt ook 2010 een ‘Overijssels Boek van het Jaar’. De jury – bestaande uit de historici Jan ten Hove en Lamberthe de Jong en de
journalisten Herman van Amelsfoort (Deventer Dagblad), Marion Groenewoud (de Stentor) en Gerard
Lage Venterink (TC Tubantia) – maakt dit jaar een keuze uit elf boeken. In alfabetische volgorde:
Overijssels boek van het jaar 2010
1. Herman Broers. Blauw Haar: het mirakel van academiestad Kampen. B&V Media Kampen, 2010. 370 pp. 2. Aafke Brunt en Jan Haverkate. Tussen twee tijden. Twickel in de negentiende eeuw: het levensverhaal van Carel baron Van Heeckeren 1809-1875. Waanders Zwolle, 2010. 248 pp. 3. Wim Coster en Ben Siemerink. Darius Dhlomo: voetballer - bokser - muzikant – activist. Arbeiderspers Amsterdam, 2010. 198 pp. 4. Conrad Gietman. Republiek van adel: eer in de OostNederlandse adelscultuur (1555-1702). Van Gruting Utrecht, 2010. 343 pp. 5. Wielent Harms. Het geheim van de smid. De vervaardiging en bewerking van Staphorster gebruikszilver. IJsselacademie Kampen, 2010. 224 pp. + dvd. 6. Peter Paul Hattinga Verschure. Een wereld van verschil: een tekenreis door Nederland in het spoor van Andries Schoemaker, Cornelis Pronk en Abraham de Haen. Canaletto/Repro-Holland, 2010. 270 pp. 7. Kamper Canon 2010 . Frans Walkate Archief. IJsselacademie Kampen, 2010. 224 pp. 8. Henk Slechte. Geschiedenis van Deventer. Walburg Pers Zutphen, 2010. 2 delen, 820 pp. 9. Theo Spek, Henk van der Velde, Herman Hannink, Bert Terlouw. Mens en land in het hart van Salland. Uitgeverij Matrijs Utrecht 2010. 416 pp. 10. Sam de Visser. De man die niet verdwijnen kon : de geschiedenis van Sam Noach en zijn beroemde kloosterlinnen Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), 2010. 80 pp. 11. Annelies van der Zouwen; [m.m.v. Irma Thoen; red. Matthijs Dicke]. Menko: de geschiedenis van een Twentse textielfamilie. Stad en Bedrijf Rotterdam [etc.], 2010. 201 pp.
De uitslag wordt bekend gemaakt op vrijdag 18 maart 2011 in het Historisch Centrum Overijssel. De presentatie is in handen van Peter Schoof.
Rechts: trotse winnaars in 2009. Volgens de jury hadden de samenstellers van Het boek van Rheeze & Diffelen, inwoners van beide buurtschappen, in samenwerking met Uitgeverij Heijink uit Hardenberg, ‘een voorbeeldig stukje geschiedschrijving geschapen van een oud agrarisch cultuurlandschap en de mensen die daarin door de eeuwen heen leefden en er vorm aan gaven.’ In 2008 ging de prijs naar Wim H. Nijhof voor zijn proefschrift Kunst, katoen en kastelen, een biografie over de textielfabrikant en mecenas Jan Herman van Heek (1873-1957).
33
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 34
34 gesignaleerd 1. Wim H. Nijhof. Heeren en Helden van Haaksbergen. Geschiedenis van een textieldorp in Twente. Historische Kring Haaksbergen, 2010. 336 pp. € 25. Wim Nijhof, al eerder auteur van Kunst, katoen en kastelen, een biografie over de Enschedese textielbaron Jan Herman van Heek, verklaart de titel die hij aan dit boek gaf als volgt: de Heeren van Haaksbergen waren de machtige textielfabrikanten, de Helden de opstandige arbeiders, de rode kapelaan Alfons Ariëns, de slachtoffers van de april-mei staking in 1943 en een jonge geheim agent die stierf in Mauthausen. Naast de opkomst en ondergang van de textielindustrie in Haaksbergen worden meer facetten van de geschiedenis van Haaksbergen beschreven. Zoals dat van de Tweede Wereldoorlog, waarin sommige fabrikanten niet ongevoelig waren voor het nationaal-socialisme.
1
2
2. Marjan Brouwer. De Gouden Eeuw van Gesina ter Borch. Waanders Zwolle, 2010. 64 pp. € 29,50. Gesina ter Borch (1631-1690) werd geboren in Deventer en groeide op in Zwolle. Ze was een zus van de bekende schilder Gerard ter Borch en artistiek ook zeer begaafd. Ze maakte prachtige, soms ondeugende tekeningen, waarop veel interactie tussen mannen en vrouwen getoond wordt. Zou zij een man zijn geweest, dan had ze ongetwijfeld grote bekendheid verworven. Ze liep echter tegen de grenzen van het vrouw-zijn in de Gouden Eeuw aan: de huiselijke kring was de plek waar de vrouw zich bewoog. In het Stedelijk Museum Zwolle werd een tentoonstelling aan Gesina ter Borch gewijd; in dit boek wordt een beeld geschetst van I Gesina’s leven en werk.
3. Henk Beens. Genemuiden en de bovenstem: Geschiedenis van de unieke Genemuider gemeentezang met bovenstem. Stichting Stadswacht Genemuiden, 2010. 71 pp. € 15. Of Genemuiden echt de bakermat is van de bovenstem valt niet te bewijzen. Maar de traditie van het gebruik van de bovenstem – een tegenstem van de tenoren – tijdens de gemeentezang is in Genemuiden springlevend. Gaat het om een vorm van kerkelijke cultuur of volkscultuur? Welke rol speelt de organist? De auteur heeft zich verdiept in de geschiedenis van dit fenomeen. Een aantal psalmen met bovenstem is in het boek I opgenomen.
3
4
4. Hans Peeters. Romantiek en mythevorming rond een bibliotheek: 450 jaar Stads- en Athenaeumbibliotheek 1560-2010. Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, 2010. 405 pp. € 39,50. Het 450-jarig bestaan als stadsbibliotheek, de oudste van Nederland, is terecht aanleiding om de geschiedenis van de Stads- en Athenaeumbibliotheek in Deventer te beschrijven. Auteur Hans Peeters doet dit op een zeer gedegen wijze. Van 1630 tot 1878 was de stadsbibliotheek tevens bibliotheek van het Athenaeum Illustre – vandaar de benaming Athenaeumbibliotheek. De laatste vijftien jaar zijn de ontwikkelingen snel gegaan: in 1995 werden de collecties en de dienstverlening van de Athenaeumbibliotheek en de bibliotheek van de Saxion Hogeschool geïntegreerd en in 1999 werden de organisaties van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek samengevoegd. Het boek moest niet een ‘traditioneel jubileumboek’ worden. Naast de wapenfeiten werden ook de ‘zwarte en moeizame tijden’ beschreven worden. In een prettige schrijfstijl, waarbij anekdotes de geschiedschrijving verluchtigen, heeft de auteur de geschiedenis van een bijzondere biblioI theek in een bredere context weergegeven.
5. Michael Amsman, Jan de Jong en Siem van der Weerd [auteurs], Frank Inklaar [red.] Zwolle-Zuid: een geschiedenis tussen stad en IJssel. Waanders / Historisch Centrum Overijssel Zwolle, 2010. 120 pp. € 14,95. Waar nu Zwolle-Zuid verrezen is, lagen eeuwenlang drie buurtschappen: Ittersum, Schelle en Oldeneel, waarvan overigens nog sporen in de wijk te vinden zijn. Het leven in de buurtschappen voor de nieuwbouw wordt beschreven, daarna de ontwikkeling van de wijk, ook architectonisch. Vervolgens worden het huidige Zwolle-Zuid en het nabije verleden van de wijk geschetst in een aantal artikelen die weliswaar geen compleet beeld (kunnen) opleveren, maar toch een groot aantal facetten tonen, die typisch zijn voor deze wijk tussen stad en IJssel.
5
6
6. Hans van der Horst, Geraart Westerink. Tekenend voor Kampen: de gemeente Kampen in een reeks van vijftig prenten. IJsselacademie Kampen, 2010. 124 pp. € 19,95. Vijftig prenten tekende kunstenaar Hans van der Horst met als onderwerp de gemeente Kampen. Vanuit verschillende perspectieven, met behulp van verschillende technieken en met af en toe een ‘artistiek grapje’. Uiteraard ontbreken de bekende gebouwen niet, maar het buitengebied van Kampen komt ook aan bod, of een kerkhof of een Kamper stadswijk. De tekeningen worden weergegeven in een hoogwaardige kleurendruk. In een inleiding gaat Geraart Westerink in op de geschiedenis van het topografisch tekenen in Nederland en Kampen. De tekenaar en zijn werk worden door hem ook ‘geschetst’. Tevens is hij verantwoordelijk I voor de bijschriften bij de tekeningen.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 35
35
door Tonny Peters (Overijsselse Bibliotheek Dienst)
7. Klaas Dragt [et al.] [teksten], René Alberts [et al.] [fotografie]. Levend Vroomshoop: een veelzijdig kanaaldorp in woord en beeld. Stichting Levend Vroomshoop, 2010. 300 pp. € 29,95. In Vroomshoopse Geschiedenissen ging C.J. Bos in 1995 al uitgebreid in op het ontstaan en de ontwikkeling van Vroomshoop. De auteurs van Levend Vroomshoop maken in het eerste deel van hun boek dankbaar gebruik van deze kennis. Daarna komt het Vroomshoop van de laatste honderd jaar in vele facetten in beeld. Elk denkbaar onderwerp passeert de revue: werk, vrije tijd, geloof, bestuur, welzijn, sport en nog veel meer. De prachtige illustraties in combinatie met de vlot geschreven artikelen maken het boek zeer lezenswaardig. Het is een must voor elke Vroomshoper en een mooi voorbeeld voor plaatsen die een eigen dorpsgeschiedenis willen.
7
8
8. Annelies van der Zouwen; [m.m.v. Irma Thoen; red. Matthijs Dicke]. Menko: de geschiedenis van een Twentse textielfamilie. Stad en Bedrijf Rotterdam, 2010. 201 pp. € 29,50. Geschiedenis van één van de grote textielbedrijven, die in Enschede ruim honderd jaar lang gefloreerd hebben, tot ze in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw vrijwel allemaal ten onder gingen. De Menko’s waren joodse ondernemers, die aanvankelijk niet echt tot de kring van de overwegend hervormde en doopsgezinde fabrikanten behoorden. De geschiedenis van het bedrijf zelf verschilt niet zoveel van die van andere textielbedrijven in Twente. Wat het boek bijzonder maakt, is de aandacht die er is voor de verwevenheid van familie en bedrijf. Het familieleven, de vele reizen en ook de invloed die de Menko’s hadden in het maatschappelijk leven komen uitgebreid aan bod.I
9. Pier Karenbeld en Wilbert Derksen; m.m.v. Teun Kloosterboer; [eindredactie Lamberthe de Jong]. Eerste Nederlandsche Cocosfabriek: geschiedenis van een weverij in Deventer en Diepenveen, 1860-1969. Historische Vereniging Dorp Diepenveen en Omgeving, 2010. 57 pp. € 7,50. De kokosfabriek van de familie Hubers importeerde vanuit de tropen strengen kokosgarens. Machinaal werden de draden verweven tot een kleurrijke vloerbedekking die tot in de jaren vijftig en zestig erg populair was: kokosmatten en –lopers. Ruim honderd jaar heeft de fabriek in Diepenveen gestaan, in 1969 werd het bedrijf gesloten. Voor Diepenveen is deze mattenfabriek opzichten belangrijk geweest, reden voor de Historische Vereniging Diepenveen de historie ervan vast te leggen.
9
10
10. Leo Enthoven. Schakel in de samenleving: 125 jaar Deventer Dagblad. Arko Uitgeverij Nieuwegein, 2010. 272 pp. € 24,95. De titels De Koerier en Deventer Dagblad wisselden elkaar af, met daarbij nog verschillende ondertitels. Ook de eigenaar wisselde: de oprichter Anthonij Hoovenaar Rutering verkocht de krant aan Kluwer en deze weer aan Wegener. Maar voor de Deventernaar maakte dat allemaal niets uit. Het Deventer Dagblad/De Koerier (of andersom) was onderdeel van het dagelijks leven. De auteur schetst de lange geschiedenis van de krant vanuit diverse invalshoeken: de (hoofd)redacteuren en andere medewerkers, de concurrentie, de advertenties, de technische kant van het verhaal en bovenal de inhoud van de artikelen in de loop der jaren. Het boek lezende, maak je als lezer een wandeling door de tijd aan de hand van voorbeelden van berichtgeving in de krant. Een compleet boek over een regionale krant, waarvan de geschiedenis en achtergrond uiteraard uniek is, maar ook exemplarisch voor veel andere regionale dagbladen. I
11. Harrie Bijker, Ruud Egberts, Hans Kobes [et al]. Honderd jaar Scouting in Overijssel: samen geschiedenis schrijven. Stolp & Co Almelo, 2010. 291 pp. € 19,50. Rijk geïllustreerd (600 afbeeldingen) jubileumboek, waarin de geschiedenis van alle Scoutinggroepen in Overijssel aan bod komt. Ook is een hoofdstuk gewijd aan een van de grondleggers van de Scouting in Nederland en Overijssel, de bevlogen baron Philip D. van Pallandt. Zijn landgoed Eerde bij Ommen is sterk verbonden met de padvinderij tijdens de eerste decennia van haar ontwikkeling.
11
12
12. Clemens van Heck. Deventer De Plek. Gemeente Deventer en SAB 2011. 72 pp. € 7,50. Veertien Deventer pioniers en hun bedrijven onder wie de Pafraets, al rond 1500, Auping, Burgers, Bussink en Kluwer passeren in dit charmante boekje de revue.
Webwijzer @ www.vanoverdeiessel.nl
Een digitaal literair-poëtisch tijdschrift in het Overijssels dialect; een uitgave van de Schrieversbond Overiessel, in samenwerking met IJsselacademie en Twentse Welle. @ www.streektaalindezorg.nl
Informatie over streektaal, streektaal in de zorg, onderzoek en lespakket.
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 36
36 mededelingen van de IJsselacademie
Streektaal in de zorg is mogelijk gemaakt met steun van de Provincie Overijssel en de IJsselacademie, Kampen
Kenniscentrum voor immaterieel erfgoed in Overijssel Onderzoek en publicaties De IJsselacademie is een onderzoeksinstituut en kenniscentrum voor taal, geschiedenis en traditie in Overijssel. U kunt er terecht met vragen over dit immaterieel erfgoed in de regio. De Academie stimuleert en begeleidt onderzoek van wetenschappers en van amateurs en organiseert educatieve programma’s en bijeenkomsten. Daarnaast is de IJsselacademie een uitgeverij. Veel onderzoek resulteert in publicatie van boeken, dvd’s, cd’s. Ruim dertig jaar De stichting IJsselacademie is opgericht in 1977. Haar werkzaamheden worden gefinancierd door de provincie Overijssel, door gemeenten in het werkgebied en door de opbrengst van producties. Ook zijn er incidentele subsidies, zoals van het Prins Bernhard Cultuurfonds, het bedrijfsleven en particulieren die speciaal bij een project betrokken zijn. Het werkgebied spitst zich toe op Salland en het Land van Vollenhove (van Gramsbergen tot Schokland en van Bathmen tot Steenwijk), maar de Academie realiseert op verzoek ook projecten op de Veluwe en in Flevoland.
IJsselacademie
Wordt u donateur?
Voor minimaal € 20,- per jaar krijgt u 20% korting op onze uitgaven en ontvangt u jaarlijks zes keer MijnStadMijnDorp, Historisch Tijdschrift Overijssel. Gratis! @ www.ijsselacademie.nl
Verrassend Nedersaksisch
Aankondiging bundel gemeentearchief Steenwijkerland
Gedichten uit Groningen, Drenthe, Stellingwerf, Salland,
Het gemeentearchief Steenwijkerland herbergt
het gemeentearchief Steenwijkerland hun handen vol
het Land van Vollenhove, Twente, de Achterhoek en de
meer dan duizend strekkende meter lief en leed, uit
gehad aan de complete schriftelijke nalatenschap van
Veluwe. Onder redactie van Jan Glas, Henk Nijkeuter
stad en streek, alles onder één dak. Dat
die veertien voormalige gemeenten.
Steenwijkerland over zo'n enorm archief beschikt,
Archiefmedewerkers en vrijwilligers gingen dagelijks
komt doordat de gemeente stukje bij beetje is
op speurtocht in de spelonken van de tijd. Met veel
Vijftien jaar geleden werd het
opgebouwd uit een aantal kleinere gemeenten:
expertise en eindeloos geduld brachten zij, tussen
Nedersaksisch erkend in het raamwerk
Steenwijk, Steenwijkerwold, Blankenham, Kuinre,
2001 en 2011, de archieven van alle voormalige
van het Europees handvest voor regio-
Oldemarkt, IJsselham, Stad Vollenhove, Ambt
gemeenten op orde. Nu die grootscheepse inventari-
nale talen en talen van minderheden.
Vollenhove, Vollenhove, Blokzijl, Giethoorn,
satie is voltooid, is er alle reden voor een feestelijke
Verdere opwaardering van die status
Wanneperveen en Brederwiede. De bronnen van al
uitgave!
valt binnenkort te verwachten: erkenning onder deel
die ooit opgeheven en gefuseerde gemeenten zijn
Het archief is veel leuker dan veel mensen denken, en
III van dat handvest is op handen. In 2005 verscheen
nu netjes geordend en samengevoegd op één cen-
verre van saai of stoffig. In de ondergrondse bewaar-
de Taaltelling Nedersaksisch, en in 2008 werd het eer-
trale locatie aan de Vendelweg in stad Steenwijk.
plaats van de gemeente Steenwijkerland gonst het
ste exemplaar van hét wetenschappelijke standaard-
Liefst tien jaar lang hebben de vakspecialisten van
van de verhalen. Spannende, mooie, ontroerende.
en Henk Bloemhoff.
werk: het Handboek Nedersaksisch (uitgeverij Van
Verhalen van doodgewone mensen. Een kostbare
Gorcum) aangeboden aan toenmalig minister van
schat op papier en perkament, in woord en beeld.
OCW Ronald Plasterk. In het handboek wordt veel
Auteur Jolanda de Kruyf doet in Ontmoetingsplaats
aandacht besteed aan de positie en geschiedenis van
van verhalen een boekje open over het gemeentear-
de Nedersaksische literatuur.
chief Steenwijkerland. Met eeuwenoude topstukken
Alle aanleiding om een prachtige bundel poëzie te
en geheimzinnige charters. In zwierig schrift van kei-
laten verschijnen, die de kwaliteit en zeggingskracht
zers en kerkvorsten, maar ook haastige krabbels op
van de Nedersaksische literatuur laat zien en die nieu-
een kladje. De historische collectie bevat brieven en
we lezers zeker zal verrassen: niet alleen door de rake
notulen, wetboeken en reisbescheiden, geboorteak-
poëzie maar ook door het bijzondere gebruik van
tes, bouwvergunningen, statige zegels en trotse
Nederlands derde taal, het Nedersaksisch. Bekende specialisten op het terrein van de
Schaatswedstrijd op de ijsbaan aan de Tukseweg in Steenwijk, omstreeks 1950.
wapens, verordeningen, circulaires, foto's, prentbriefkaarten en gedichten. Samen vertellen zij het kleurrij-
Nedersaksische literatuur maakten een eigenzinnige
ke levensverhaal van Steenwijkerland. De publicatie
en verrassende keuze uit het poëtische aanbod van
wordt op 19 maart aanstaande gepresenteerd.
alle zeven Nedersaksische gebieden in Nederland. Het zijn Jan Glas (Groningen), Henk Nijkeuter (Drenthe), Henk Bloemhoff en Peter Riksma (Stellingwerf), Gees
Fondslijst
Bartels (Salland en Land van Vollenhove; Twente),
In MijnStadMijnDorp is geen ruimte voor het afdruk-
Henk Krosenbrink (Achterhoek) en Philomène
ken van onze fondslijst. Wilt u toch de titels weten
Bloemhoff (Veluwe).
van onze (nu) 221 uitgaven, belt of mailt u ons dan
Verrassend Nedersaksisch werd uitgegeven door
gerust. Op onze site staat overigens een lijst met boe-
Uitgeverij Kleine Uil in samenwerking met Stichting
ken met daarbij een korte beschrijving:
Salland en de Nedersaksische koepelorganisatie SONT. Meer informatie bij phbloemhoff@ijsselacademie.nl.
Feestelijke opening van de autobusdienst OldemarktSteenwijk van ondernemer G. J. Collee, in 1922.
www.ijsselacademie.nl > Uitgeverij > Overzicht leverbare publicaties.
I
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
mededelingen van de VORG
Excursie VORG vrijdag 27 mei 2011
09:35
Pagina 37
ALMELO: Stadsmuseum Almelo Gerrit van Houten, tekenaar en aquarellist (1866-1934) t/m 5 maart 2011 @ www.stadsmuseumalmelo.nl DELDEN: Zoutmuseum ‘Zout in zilver’; unieke hedendaagse, oude en antieke zoutvaten t/m 26 februari 2011 @ www.zoutmuseum.nl DEVENTER: Historisch Museum Korteling: Deventer schilders van ambacht naar kunst t/m 4 september 2011 @ www.deventermusea.nl DEVENTER: Speelgoedmuseum Barbie, eeuwig jong! t/m 8 mei 2011 @ www.deventermusea.nl
VORG
ENSCHEDE: Rijksmuseum Twenthe Nicolaas Verkolje (1673-1746). De fluwelen hand t/m 12 juni 2011 @ www.rijksmuseumtwente.nl
De zomer-excursie van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis wordt gehouden op vrijdag 27 mei 2011 en voert dit jaar naar het Landgoed Vilsteren in de gemeente Ommen. In het landgoedcentrum worden we ontvangen door Mevrouw Liesbeth Cremers. ‘Vilsteren’ is een landgoed met een interessante
geschiedenis en het biedt veel afwisseling op cultuurhistorisch, landschappelijk en ecologisch gebied. Op
het landgoed ligt Huis Vilsteren, een historische bui-
tenplaats, gebouwd naar ontwerp van Eduard Cuypers. Verder vinden we er de korenmolen uit 1858, fraaie
historische boerderijen, de ‘kluizenaarshut’, de dode arm van de Vecht, de kerk en de begraafplaats met enkele bijzondere grafmonumenten.
Het beleid van de particuliere eigenaren van
Landgoed Vilsteren is erop gericht het evenwicht tus-
sen de verschillende functies - bos, natuur, landbouw, recreatie en cultuurhistorie - te handhaven. Dit leidt
ENSCHEDE: TwentseWelle Beter dan God; hoe ver gaat de mens voor uiterlijk vertoon? t/m 28 februari 2011 @ www.twentsewelle.nl
diging met het programma en kunnen zich dan opgeven voor de excursie.
@ Kijk voor meer informatie op www.vorg.nl.
VOLLENHOVE: Cultuur Historisch Centrum Land van Vollenhove Durgerdammers schampen Schokland t/m 7 mei 2011 @ www.chcvollenhove.nl ZWOLLE: Museum de Fundatie Neoclassicisme en Biedermeier uit de Collecties van de Prins van Liechtenstein t/m 8 mei 2011 @ www.museumdefundatie.nl ZWOLLE: Stedelijk Museum Reaction & Reflection t/m 27 maart 2011 State of the Arts Zwolle t/m 10 april 2011 @ www.stedelijkmuseumzwolle.nl ZWOLLE: Het Vrouwenhuis Reaction & Reflection t/m 27 maart 2011 @ www.kunstenzo.nl ZWOLLE: Kunst & Cultuur Overijssel KCO Reaction & Reflection t/m 25 maart 2011 @ www.kco.nl
GOOR: Goors Historisch Museum Wim ten Broek; schilderijen 13 maart t/m 29 april 2011 @ www.historischgoor.nl KAMPEN: Ikonenmuseum Parels uit Ethiopië; ikonen uit schenking t/m 26 februari 2011 @ www.ikonenmuseumkampen.nl OMMEN: Nationaal Tinnen Figuren Museum Carl Spitzweg door Peter Scheuch; ‘Toen was geluk nog heel gewoon’ t/m 4 december 2011 @ www.tinnenfigurenmuseum.nl OOTMARSUM: Onderwijsmuseum Educatorium 120 jaar tekenonderwijs t/m mei 2011 @ www.educatorium.nl RIJSSEN: Rijssens museum Kinderen in beweging. Tentoonstelling uit eigen collectie t/m 12 maart 2011 @ www.rijssensmuseum.nl STEENWIJK: Instituut Collectie Hildo Krop Dans- en toneelmaskers van Hildo Krop t/m 31 maart 2011 @ www.hildokrop.nl
tot een kleinschalig en zeer gevarieerd landschap.
De leden van de VORG ontvangen te zijner tijd een uitno-
agenda 37
m.m.v. Ans Borst (KCO)
STEENWIJK: Stadsmuseum Steenwijk Klasje van Ot en Sien t/m september 2011 @ www.stadsmuseumsteenwijk.nl
www.tinnenfigurenmuseum.nl
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 38
A DV E RT E N T I E
03-02-2011
09:35
Pagina 39
colofon Jaargang 2, nummer 1, februari/maart 2011 MijnStadMijnDorp Historisch Tijdschrift Overijssel is een uitgave van Uitgeverij Waanders en het Historisch Centrum Overijssel.
MIJN
nummer 2 verschijnt op 29 april 2011
MIJN
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
STAD DORP
HISTORISCH TIJDSCHRIFT OVERIJSSEL
Het tweede nummer van MijnStadMijn Dorp zal in het teken staan van ‘Plaatsen van herinnering’.
Hoofd- en eindredactie Wim Coster. Redactie Hans Beerens (beeld), Herman Broers, Menno van der Laan, Madelon Schiferli-Maarse Vormgeving Frank de Wit. Columnist Ad van Liempt. Correspondenten Michael Amsman, Ans Borst (KCO), Girbe Buist (KCO), Ab Gellekink, Lamberthe de Jong, Robert Kemper Alferink, Hans Kobes, Tonny Peters (OBD), Vincent Sleebe (VORG), Ben Siemerink, Ester Smit (HCO), Dinand Webbink (SAB), Jook van Zeeland (IJsselacademie) Overige medewerkers aan dit nummer Lou G. van der Aa, Hans Beerens Fotostudio Hengelo, Ank Bijleveld-Schouten, Job Boersma, Henk Boom, Marten Bos, Jan Braakman, B & V Media Kampen, Hans Dijkstra, Rob van Drie (CBG), Conrad Gietman, Jan Taco te Gussinklo, Geert Hannink, Teun Heuver, Janine Jager, Robert Kemper Alferink, Hans Kobes, Landschap Overijssel, Els van der Meer, Sandra van Megen, Provincie Overijssel, Michiel Satink, Ben Siemerink, Stichting Marke Haarle, Stichting De IJssellinie Olst, Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED), Uitgeverij Van Gruting, Vereniging Oud Ommen, Sam de Visser, Adinka de Waal-Tellegen Redactieadres Historisch Centrum Overijssel Postbus 1510, 8001 BM Zwolle T. 038 - 4266300 F. 038 - 4266333 msmdhto@historischcentrumoverijssel.nl www.historischcentrumoverijssel.nl www.mijnstadmijndorpoverijssel.nl Advertenties jhugen@waanders.nl
De Synagoge in Enschede
Opgave en vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-310405
39 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Jaarabonnement (6 nummers): € 29,95. Het abonnement kan op elk gewenst moment ingaan. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk twee maanden voor beëindiging van het lopende abonnement worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Druk Èpos|Press Zwolle. Illustraties De uitgever heeft zijn uiterste best gedaan de rechten met betrekking tot de illustraties te regelen volgens de bepalingen van de Auteurswet. Hij die desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Voor werken van beeldend kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam C/o Pictoright Amsterdam 2011. © 2011 Uitgeverij Waanders b.v. Zwolle www.waanders.nl www.mijnstadmijndorpoverijssel.nl Illustratieverantwoording L = Links, R = Rechts, B = Boven, BA = Balk O = Onder, M = Midden Cover Spaarnestad Fotoarchief, RB Sprekend Haarle 6 RB Henk Boom, RO Historisch Centrum Overijssel; 5 www.wieiswieinoverijssel.nl en Historisch Centrum Overijssel; 6 LB Henk Boom, RO Historisch Centrum Overijssel. 7 LB Henk Boom, RM Nationaal Archief; RO Gevers/Mensema Havezaten van Salland; 8 Sprekend Haarle; 9 LO IJsselacademie, RO Het grote Gebod; 10 Historisch Centrum Overijssel; 11 LM Vereniging Oud Ommen, RB Historisch Centrum Overijssel; 12 National Gallery Londen 13 Particuliere Collectie / foto M. Hogeboom); 14 Historisch Museum Hengelo/ Foto Hans Beerens; 15 RB Historisch Museum Hengelo RO Foto Govert de Roos; 16 en 17 Collectie Robert Kemper Alferink; 17 RO Sprekend Haarle; 18-20 Stichting Industrieel Erfgoed Deventer / De Man van Deventer; 21 BA Stichting De IJssellinie, LB Jan Braakman; 22Spaarnestad Fotoarchief; 23 Particuliere Collectie; 24 RB Collectie Historisch Centrum Overijssel, LO Particuliere Collectie; 25 Particuliere Collectie; 26-27 Archief Adinka de Waal-Tellegen; 27 RO Marcel Tettero; 28 Nationaal Tinnen Figuren Museum, Janine Jager; 29 Onder Lou G. van der Aa; RB Jan Taco te Gussinklo; 30-31 Vereniging Oud Ommen Rana Berends; 32 Sprekend Haarle; 40 RO archief Ank Bijleveld-Schouten; kleurenfoto Job Boersma / Provincie Overijssel.
Reacties Op pagina 13 van aflevering 6 stond in de kop bij de foto’s van het gebouw der Coöperatie Samenwerking, waarin later lunchroom Cosa werd gevestigd, dat dit in Almelo zou staan. Het staat echter, zoals oplettende lezers opmerkten en ook het bijschrift liet zien, in Hengelo. Tegenwoordig is er een Grand Café in gevestigd.
Omslag achter: Michiel Satink met de nieuwe rubriek: ‘Van wie ben jij er één?’ Kent u een ‘BN-er’ met Overijsselse wortels? Mail naar msmdhto@historischcentrumoverijssel.nl.
Oproep De redactie van MijnStadMijnDorp nodigt instellingen (archieven, bibliotheken, musea, historische verenigingen enzovoort), maar ook particulieren, in en buiten Overijssel, uit om uitbreiding te geven aan de lijst van vaste correspondenten. Om melding te maken van activiteiten en nieuwe publicaties, maar óók om artikelen en illustratiemateriaal aan te bieden, suggesties te doen of te reageren op de inhoud van het tijdschrift. Tevens roept de redactie auteurs op om met voorstellen te komen voor bijdragen aan een thema, een rubriek of anderszins. Op die manier kan MijnStadMijnDorp Historisch Tijdschrift Overijssel nog beter laten zien hóe en wáár geschiedenis leeft in deze provincie! Belangstellenden kunnen zich melden via:
msmdhto@historischcentrumoverijssel.nl
110043_Overijssel_2011_1.qxd:Opmaak 1
03-02-2011
09:35
Pagina 40
Van wie ben jij er een?
Ank Bijleveld-Schouten Commissaris van de Koningin Op 17 maart 1962 was de lente nog ver weg, het kwik bleef diep onder het vriespunt steken. De winter zou dat jaar veel later dan gewoonlijk eindigen, maar bij het katholieke militairengezin Schouten, in de vrijwel gelijknamige Schoutstraat in IJsselmuiden, brak die dag het voorjaar aan. Dochter Anna Theodora Bernardina, roepnaam Ank, werd geboren. Bijna 48 jaar later, op 1 januari 2011, werd ze als Ank Bijleveld Commissaris van de Koningin in de provincie waarmee ze vergroeid was geraakt. De ouders van Ank Bijleveld-Schouten kwamen van Gendt, in de Betuwe, naar IJsselmuiden. Haar vader was beroepsmilitair en om de paar jaar elders gelegerd. Het gezin kon daardoor niet echt wortelen, waar het ook terechtkwam. Moeder Schouten werkte als kleuterleidster, totdat ze trouwde en, zoals destijds nog wettelijk bepaald was, bij die gelegenheid werd ontslagen. Ook Anks jongere zusje kwam in de IJsseldelta ter wereld, omdat vader in Kampen was gelegerd. In 1966 verhuisde het gezin naar Woudenberg, weer drie jaar later was het Oosterhout. ‘Ik heb in mijn jeugd drie basisscholen van binnen gezien’, zegt Bijleveld. Ze was te jong om het nomadenbestaan als dochter van een militair als een last te zien. ‘Langdurige contacten leg je pas op latere leeftijd. Ik herinner me uit die jonge jaren dat ik vooral veel met mijn zus optrok.’ Uiteindelijk wortelde Ank Bijleveld in Twente, waar ze inmiddels al meer dan dertig jaar woont. Nadat ze aan de toen nog Technische Hogeschool in Enschede bestuurskunde had gestudeerd, maakte ze snel politiek carrière binnen het CDA. Eerst in de gemeenteraad van Enschede, daarna in de Tweede Kamer. Zeven jaar lang was ze burgemeester van Hof van Twente, waarna ze in 2007 landelijk doorbrak als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Als Commissaris keert ze nu – opnieuw – terug naar Overijssel. Naar Goor, om precies te zijn. Ze woont er inmiddels al vele jaren. Ondanks de Betuwse wortels van haar voorouders beschouwt ze het als haar thuis. En IJsselmuiden? Daarvan herinnert ze zich vooral die koude winters: ‘Mijn moeder vertelde me altijd dat in maart de IJssel nog dichtgevroren was. Ze kon met de kinI
A 5,95
derwagen over het ijs naar Kampen lopen.’
Ank Schouten als peuter.
historischcentrumoverijssel