110151_Overijssel_2011_2.qxd:Opmaak 1
07-04-2011
30
13:57
Pagina 30
door Philomène Bloemhoff, projectleider streektaal IJsselacademie
Overijssels volkslied in dialect In aflevering 4 van MijnStadMijnDorp schreef Wim Huijsmans in 2010 over het Overijssels Volkslied dat al sinds 1952 bestaat, maar nog steeds vrijwel geheel onbekend is; zelfs na de cd-opname in 2000 met meer dan vijfhonderd amateurzangers uit de hele provincie en het Orkest van het Oosten onder leiding van Jaap van Zweden. Misschien wordt het eens tijd voor een nieuw volkslied, was de strekking van het verhaal. ’t Oaveriessels lied Er blijkt echter al een alternatief Overijssels volkslied te bestaan, een streektalige variant: ’t Oaveriessels lied. Volgens een artikel in de Zwolsche Courant van 9 januari 1954 is het zelfs al veel ouder dan het lied uit 1952. Het werd gezongen door Overijsselaars die lid waren van de Overijsselse Kring in Amsterdam. De tekst ervan is geschreven door A.J. Vos Jzn en de erevoorzitter van de Kring, B.H. Schurink, zette het lied op muziek, nadat het lange tijd werd gezongen op de melodie van het Gymnastenlied. De tekst luidt: 1 Ik hold van ut land, dat de Iessel umzoomt, Ut land, waor de Vecht en de Regge deurstroomt. Van greunende velden, met heuvels en hei, Ut land, det mien altied zo trots maekt en bleij. Refrein Vroagt men haar naem, wel dan zeg ik ut voort, Ut is Oaverissel, mien dierboar oord. Ut land met de vlag van ut rood, geel en blauw, Ut land, dat ik deur ’eel mien leeven blief trouw.
2 Ik hold van den es met ut goldgeele graon, En ’t land waor ut vee deur ut grösland kan gaon, Van nievere steden met groot industrie, Ut land, woar ik steeds nog un toekomst in zie. Refrein 3 Ut land woar de arbeid de deugd begeleidt, En in ut roondumme, veel zegen verspreidt, Hetzij in ‘t Twentse- of Sallandse land, Men warkt an haar bleui met un krachtige hand. Refrein
Een groep meisjes maakt rond 1965 een vaartochtje door de Weerribben; op eigen kracht, in een tijd waarin fluisterboten nog niet bestonden.
Op die tekst valt wel het nodige aan te merken. De woorden lijken één op één uit het Nederlands vertaald en daardoor komt het Sallands in een keurslijf te zitten dat die taal niet past. De regels moesten rijmen: hei rijmt op bleij (strofe 1). Dat is wel zo in het Nederlands, maar niet in het Sallands! Daar zegt men wel hei (in sommige plaatsen heed overigens) maar niet bleij. Het Sallandse bliej, of bli’j, waarin we een ie + een j of een i (van pit) + een j, horen, rijmt niet op hei. De rijmdwang in de derde en vierde regel van het refrein is bijzonder storend, ook in het Nederlands trouwens: ‘Het land dat ik door heel mijn leven blijf trouw’ kan net zo min door de beugel als de Sallandse zin. Woorden die absoluut ongebruikelijk zijn in het Sallands zijn: veel (r. 10), hetzij (r. 11), men (r. 12, refrein r. 1). Gekunsteld klinken met name: dat de Iessel umzoomt (r. 1), woar de arbeid de deugd begeleidt, en in ut roondumme, veel zegen verspreidt (r. 9-10), mien dierboar oord (refrein r. 2). Al met al is dit Oaveriessels lied dus geen aanvaardbaar alternatief voor de Nederlandstalige versie.
Een meer authentieke versie Het werkverband dialecten van de IJsselacademie, een groep streektaalliefhebbers uit het westen van de provincie, heeft eens bekeken of de taal van het Oaveriessels lied niet zou kunnen worden omgezet in een meer authentiek dialect. Iedereen probeerde het lied in zijn of haar eigen taal te vertalen. De drie meest geslaagde vertalingen volgen hierna. De versie uit Kampen blijft dicht bij het origineel, maar loopt veel beter; de versies uit Genemuiden zijn vrijer en eigentijdser en lopen óók veel beter.