20 B E V E I L I G I N G
Hoe worden gedetecteerde incidenten door gemeld? De effectiviteit van een alarmsysteem is er hoofdzakelijk op gebaseerd om de tijd - nodig om ter plaatse te komen bij een detectie - zo kort mogelijk te houden. Zowel de gebruiker als de hulpdiensten hebben er alle baat bij om snel na de binnendringing verwittigd te worden. De zwakke schakels in een conceptuele benadering van de inbraakrisico’s zijn de transmissietijd die verloopt tussen detectie en melding, naast de aanrijtijd naar het pand waar het systeem in functie is. In bepaalde casussen werd trouwens al vastgesteld dat criminelen opzettelijk alarmen genereren om te kijken hoeveel beweegruimte ze hebben tot er iemand ter plaatse is. Meer nog: soms wordt herhaaldelijk een vals alarm veroorzaakt, zodat de eigenaar of verantwoordelijke het beu wordt om zich te verplaatsen en daarom het systeem buiten werking stelt. Uit statistische gegevens blijkt dat het volledige inbraakscenario gemiddeld weinig tijd in beslag neemt. Tijd speelt dus een belangrijke rol.
Verschillende meldingen Het attenderen van de omgeving op het incident gebeurt onder meer door de werking van een sirene eventueel gekoppeld aan een buitenlicht dat voor zichtbaarheid vanop de openbare weg moet zorgen. Aanvullend -of zelfs los daarvan- wordt een doormelding aangeraden. Het meldsysteem kan gebruik maken van diverse communicatiemiddelen. Van zodra een persoon die zich buiten het beveiligde onroerend goed bevindt, op de hoogte wordt gebracht van het alarmsignaal, is er al sprake van een wettelijk gereglementeerde tool. Wordt het alarmsignaal doorgegeven aan de politiediensten of aan het noodnummer, spreekt men over een alarmmelding. In alle andere gevallen blijft het bij een verwittiging: aan de private alarmcentrale, aan een persoon zoals de gebruiker of contactpersoon, ….
Meldingen Een alarm mag slechts gemeld worden indien het signaal het gevolg is van een ongeoorloofde binnendringing of een poging daartoe en nadat er een verificatie is gebeurd door de ontvanger van het sein. Dit wordt wettelijk bepaald, hetzij door een menselijke tussenkomst, hetzij
door een technische ingreep zoals een dubbele opeenvolgende detectie. Indien dit nazicht niet heeft plaatsgevonden, kunnen de politiediensten dergelijke ongecontroleerde oproepen op een lagere prioriteitenlijst zetten. Het doorgeven van het meldalarm gebeurt telefonisch en in reële tijd via een gesprek. Een vooraf opgenomen tekst via geautomatiseerde dragers is uit den boze. In de beginjaren van de alarmsystemen werd veelvuldig gebruik gemaakt van een bandopname waarin opgeroepen werd om tussenbeide te komen.
Communicatiemiddelen Bij het ontwerpen van beveiligingsconcepten speelt de keuze van het aan te wenden communicatiemiddel dus een cruciale rol. Criminelen zijn hiervan op de hoogte. Niet zelden worden, voorafgaand aan de eigenlijke inbraak, de telefoonlijnen en ander verbindingsapparatuur opzettelijk gesaboteerd. Industriezones, kmo’s en administratieve complexen zijn op bepaalde tijdstippen verlaten. In de omgeving is er dan weinig of geen sociale controle. Maar ook private woningen zijn niet het hele jaar door bewoond. Ideale momenten om de slag te slaan. De installateur moet dan ook aandacht besteden aan een immer gewaarborgde werking van verbindingslijnen met de buitenwereld: de primaire verbinding kan analoog of via een internetverbinding zijn. Bij high risk concepten moet voorzien worden in een secundaire of zelfs tertiaire verbinding. Onrechtstreeks verplicht de wet dit trouwens: de ondernemingen voor alarmsystemen zijn verantwoordelijk voor de correcte werking van het inbraakalarmsysteem. Dit houdt onder meer in dat het systeem enkel effectieve alarmen mag genereren. Wanneer de primaire aansluiting door sabotage of hacking zou onderbroken worden, is het van kapitaal belang dat er een garantie is dat het alarmsignaal kan doorgaan. De redundantie-eigenschap van een systeem houdt in dat bepaalde onderdelen (dubbel, of nog vaker) aanwezig zijn, zodat het