OBV Magazine 9

Page 1

Stefan Hertmans & Wim Henderickx over de wereldcreatie De bekeerlinge

SHARON EYAL / ALAIN PLATEL / RIZOOM!

MAGAZINE 9

EDITIE FEBRUARI 2022 / P209977 VERSCHIJNT 4 KEER PER JAAR AFGIFTEKANTOOR GENT X


© Filip Van Roe

OPERA BALLET VLAANDEREN

OBV MAGAZINE 9

INHOUD

4

UPDATE

6

INTERVIEW / STEFAN HERTMANS EN WIM HENDERICKX OVER DE BEKEERLINGE ‘Ik ben intens Vigdis geworden tijdens het componeren’

13

REPORTAGE / OP BEZOEK BIJ HET STADSKOOR Enthousiaste zangliefhebbers springen in een artistiek avontuur

16

HET RITUEEL / HANNE DENEIRE ‘Muziek is mijn zuurstof, mijn redding, mijn bestaan’

6 — 12

16 — 17

© Marcel Lennartz

© Marcel Lennartz

13 — 15


OBV MAGAZINE 9

18 — 21

VOORJAAR 2022

18

PORTRET / SHARON EYAL Half Life: een futuristisch ensemble op pulserende beats

22

DE BEKEERLINGE / WORK IN PROGRESS

24

INTERVIEW / C(H)OEURS 2022 GAAT IN PREMIÈRE ‘De wereld is de afgelopen twee jaar een andere plek geworden’

32

RIZOOM! IS CREATIEF MET BESTAAND OPERAMATERIAAL Een eindeloze spiraal van upcycling

36

VOOR EN ACHTER DE SCHERMEN Maribeth Diggle en Eva Florizoone werken samen aan SOLA SOLETTA

© RR

24 — 31 38

ONZE VRIENDEN GAAN OP STAP Naar Tourcoing, Brussel en Amsterdam

40

HET SLEUTELMOMENT / BRUCKNER 7 Hoe Wagners muzikale genie Anton Bruckner inspireerde

42

KALENDER

© Filip Van Roe


OPERA BALLET VLAANDEREN

UPDATE

UPDATE / UPDATE / UPDATE / UPDATE © Erika Cotteleer

OBV AMBASSADEUR VOOR DE DAG VAN DE ACADEMIES Kunst oefenen en beoefenen: dat hebben Opera Ballet Vlaanderen en de Academies van Vlaanderen en Brussel gemeen. En dus zijn we bijzonder blij dat we ambassadeur mogen zijn voor de Dag van de Academies 2022 op 19 februari. Het jaarthema is dit keer REMAKE en dat klinkt ons als muziek in de oren. Ook wij herinterpreteren eeuwenoude opera’s of balletten en blazen ze nieuw leven in. Daarom daagde OBV de academies uit om aan de slag te gaan met de choreografie

die artistiek directeur ballet Sidi Larbi Cherkaoui maakte op With drooping wings (uit Dido and Aeneas van Henry Purcell) voor Troostparade, een project dat spijtig genoeg sneuvelde tijdens de tweede lockdown. We voorzagen partituren voor verschillende instrumenten en onze balletmeester Joëlle Auspert en danser Tiemen Bormans creëerden een tutorial voor de choreografie. We zijn nu al benieuwd naar al die ‘remakes’ van over heel Vlaanderen, die te zien zullen zijn via operaballet.be en 2022.dagvandeacademies.be

ROMÉO ET JULIETTE

© Tim Coppens

Op 24 en 27 februari staat een concert gepland rond het iconische liefdeskoppel. Oorspronkelijk zouden we daar Berlioz’ weinig bekende versie van dat verhaal brengen, voor (zeer) groot orkest en (zeer) groot koor. De corona-situatie laat dat op dit moment echter nog niet toe. Daarom wordt het programma aangepast, al blijft het thema hetzelfde. Het orkest speelt nu, nog steeds o.l.v. chef-dirigent Alejo Pérez, Tsjaikovski’s Roméo et Juliette en fragmenten uit Manuel de Falla’s opzwepende El amor brujo. Ook Berlioz blijft met zijn weergaloze liedcyclus Les Nuits d’été van de partij, net als solisten Kristina Hammarström en Werner Van Mechelen. Of hoe we bij Opera Ballet Vlaanderen altijd van de nood een deugd proberen te maken.

4


OBV MAGAZINE 9

UPDATE

UPDATE / UPDATE / UPDATE / UPDATE

LA BOHÈME VERWARMT In december zette OBV samen met Oxfam en De Collectie met ‘La bohème verwarmt’ een solidariteitsactie op poten. Het doel was om, geïnspireerd door het verhaal en de muziek van La bohème, het brede publiek ertoe aan te zetten warme kledij in te zamelen ten voordele van Oxfam. Uit een glazen container op het Antwerpse Operaplein weerklonken achttien dagen lang twee van de mooiste aria’s uit La bohème – Che gelida manina en Vecchia Zimarra. In een begeleidend audioverhaal via QR-code kregen passanten, shoppers in de stad, schoolgangers en wandelaars daar toelichting bij. In de twee textielcontainers die de container flankeerden, werd uiteindelijk 2,3 ton warme kledij ingezameld. Daar waren ongeveer 5.100 stuks winterkleding bij. De solidariteitsactie hielp niet enkel mensen aan betaalbare, kwaliteitsvolle winterkleding, maar maakte ook een verschil voor medewerkers uit de sociale economie die werken in de Oxfam-winkels. OBV dankt iedereen die heeft bijgedragen aan de actie. Ook de vele ondersteunende reacties die we mochten ontvangen, verwarmden ons culturele hart. Wie graag het luisterverhaal nog wil horen, kan dat via deze qr-code

© Tom Cornille

KLINKEN OP CULTUUR DE OPERA WERD EVEN EEN CAFÉ De beslissing van het overlegcomité op 22 december sloeg in als een bom. Alle evenementen binnen werden verboden, wat ook betekende dat de cultuursector opnieuw de deuren moest sluiten. Als ludieke tegenreactie besloten we om de foyers van de operagebouwen in Gent en Antwerpen als OBV Café in te richten. Op die manier konden we toch open blijven. Je kon er genieten van een glaasje glühwein en de prachtige architectuur van onze zalen bewonderen. Tegelijk wilden we van ons publiek horen waarom cultuur voor hen belangrijk is. Hoewel de Raad van State nog geen week later de beslissing van het overlegcomité terugdraaide, zaten onze foyers goed vol en kregen we heel wat hartverwarmende berichtjes. Bedankt voor alle bezoekjes en steunberichten! #WIJVOORJULLIE

5


STEFAN HERTMANS & WIM HENDERICKX INTERVIEW

DE BEKEERLINGE


OBV MAGAZINE 9

STEFAN HERTMANS & WIM HENDERICKX

Opera Ballet Vlaanderen brengt met De bekeerlinge een unieke wereldcreatie. Componist Wim Henderickx vertaalde de gelijknamige succesroman van auteur Stefan Hertmans naar een grand opéra, die in mei in première gaat. Beide heren kijken terug op een bijzondere én emotionele samenwerking. ‘Ik ben heel intens Vigdis geworden toen ik aan de opera aan het werken was. Ik wilde echt voelen wie die vrouw was.’ — door Ilse Degryse en Koen Bollen / foto’s Filip Van Roe

OVER DE BEKEERLINGE


INTERVIEW

DE BEKEERLINGE

‘Haar verhaal had mij in zijn macht’

Het interview vindt plaats bij Wim Henderickx thuis, in zijn muziekstudio in de nok van zijn woning nabij het Antwerpse Stadspark. Het is een koude decemberdag, en de overheid heeft net besloten om het aantal toeschouwers voor cultuurvoorstellingen drastisch te beperken tot 200 mensen. Terwijl Stefan Hertmans van zijn koffie nipt, gaat de componist vol enthousiasme achter zijn piano zitten. ‘Mag ik jullie mijn eerste schets laten horen van de ouverture van De bekeerlinge’, vraagt hij vol vuur. ‘Ik las het boek van Stefan in december 2016, vlak na de verschijning. In twee dagen had ik het uit en meteen wist ik: dit wordt mijn grote opera, mijn grand opéra. Op de derde dag heb ik deze eerste akkoorden gecomponeerd en daar is sindsdien niet veel meer aan veranderd. Wacht, ik laat het even horen…’

‘Ik was erg nerveus om Stefan te ontmoeten’, bekent Henderickx op zijn beurt. ‘Zou hij dit idee wel genegen zijn? Zou ik deze opera wel mogen maken? Maar hij gaf meteen carte blanche. Dit is een droomproces geweest van bij het begin, alles is sindsdien heel organisch gelopen.’ Wat was het dat je zo aansprak in het boek, Wim? WIM HENDERICKX Toen ik De bekeerlinge las, leek het wel alsof dit boek speciaal voor mij geschreven was en dat er – zonder pretentieus te klinken – geen andere componist was die er een opera van kon maken. Alle onderwerpen waar ik als mens en als kunstenaar over nadenk zitten erin: het idee van een onmogelijke liefde, het begrip van la condition humaine. Hoever ga je voor je capituleert? Wanneer zeg je: het hoeft niet meer voor mij? In covid-tijden is dat een zeer pregnante vraag, toch? Ook het religieuze thema, hoe de schoonheid van religie kan kantelen in absolute gruwel, maakt het voor mij tot een erg actueel boek. Het verhaal speelt zich af in de 11e eeuw, maar het gaat over vandaag.

De muziek vult de kamer, die vol staat met de meest uiteenlopende instrumenten, uit alle hoeken van de wereld. Meteen, met die eerste paar frasen, zitten we volop in het noodlottige levensverhaal van Vigdis, de christelijke heldin uit het gelijknamige boek van Stefan Hertmans die uit liefde voor een joodse jongen haar familie en beschermde leefwereld besluit op te geven. Op slag wordt duidelijk: er hangt dreiging in de lucht, de emoties zullen een hoge vlucht nemen en dit wordt een geschiedenis die je niet zo snel van je afschudt.

Toen ik die eerste muzikale schets van Wim te horen kreeg, was dat een emotioneel moment voor me. Je moet weten: ik had vier jaar met dat verhaal geleefd, het schrijfproces was bijzonder intens. De bekeerlinge is ontstaan op een plek die voor mij erg speciaal is, in het dorpje Monieux in de Provence, waar ik een buitenverblijf heb. Daar kwam ik het verhaal van Vigdis op het spoor. Vervolgens ben ik dat meisje – dat tot dan alleen in mijn hoofd bestond – achterna gereisd, tot in de hitte van Caïro toe. Mijn opzet was te vertellen over iets dat heel dicht bij mijn eigen leven zat, iets heel intiems, en ik heb dat zien exploderen tot een wereldverhaal, met vertakkingen naar New York, Chicago, Tel Aviv etcetera. Dezelfde emotionaliteit als in mijn boek herkende ik in de muziek van Wim.

STEFAN HERTMANS

Stefan Hertmans knikt instemmend tijdens het luisteren. ‘Fantastisch, Wim’, zegt hij na afloop. ‘Dit is ook wat je me liet horen bij onze eerste kennismaking. Je zei: luister, dit wordt De bekeerlinge. En inderdaad: het idee van de hele opera zat er al in.’ Hertmans was verrast toen hij de vraag van Henderickx kreeg om zijn boek tot een opera te maken, vertelt hij. ‘Maar zodra het idee er was, was het een vanzelfsprekendheid. Alsof het er nooit niet geweest was. Natuurlijk moet je dan het geluk hebben dat je elkaar ligt qua karakter. Zo’n samenwerking is toch iets heel persoonlijks en intuïtiefs, maar ik voelde onmiddellijk: dit is mijne maat. Ik had van bij het begin een groot vertrouwen in Wim, omdat hij erg genereus en tegelijk heel exact is. Ik hou van mensen die hun uitbundige en hun perfectionistische kant weten te rijmen. Wim is zo iemand die zorgzaam omgaat met zijn enthousiasme.’

Stefan, in veel van je boeken staat een vrouwelijk personage centraal. Denk aan de moeder van je grootvader in Oorlog en terpentijn of aan de echtgenote in je recentste boek De opgang. Wat doet jou als witte man van middelbare leeftijd steeds dat vrouwelijke perspectief opzoeken? 8


Al sinds de jaren negentig ben ik gefascineerd door Griekse heldinnen, zoals Antigone, Medea, Iphigeneia en Helena. In de feministische literatuur vind je vaak de these dat al die vrouwen het slachtoffer zijn van een patriarchale maatschappij. Ik begreep dat nooit zo. Ik zag ze daarentegen als pivots, als turning points. Wanneer zij neen zeggen, stort heel de patriarchale mannenwereld in. Ze zijn castrerend voor de orde. Daar is mijn obsessie voor met name Antigone begonnen en mijn zoektocht naar hoe je dat als witte man op een interessante manier kunt verwoorden. Uiteindelijk komt het neer op de vraag hoe je als witte man van mijn generatie het vrouwelijke beleeft. Een Franse schrijfster die ik goed ken, Maylis de Kérangal, maakte in een interview het onderscheid tussen vulnérabilité en fragilité, tussen breekbaarheid en kwetsbaarheid. Breekbaar zijn we allemaal, sowieso. Je kunt je ook openstellen voor de kwetsbaarheid en die feminiene kant heb ik altijd in mezelf gezocht als man. Omdat ik uit mijn persoonlijke leven weet dat je als man maar goed wordt in de liefde als je ook je vrouwelijke kant ontdekt. Een man wordt pas een goede minnaar als hij de vrouw in zichzelf ziet. That’s the secret. (lacht)

lijke schrijver op een bepaald moment de brug over gaan en in die gevoeligheid stappen van hoe het is om als vrouw in de wereld te bestaan. Die moet je van binnenuit kunnen beschrijven. Na een tijd had dat trouwens een enorme impact op mij. Dan liep ik om middernacht in een verlaten parkeergarage en voelde ik ineens hoe creepy dat is voor een vrouw.

STEFAN

WIM Het emotionele traject van Vigdis is de rode draad in deze opera en dat brengen we niet alleen tot leven door sopraan Lore Binon te laten zingen. We volgen Vigdis ook in haar dromen, in haar innerlijke wereld, als ze reflecteert. Dat doen we met het volledige orkest, koor en kinderkoor, met het stadskoor en de elektronica in de zaal. Het hele register gaat open, het is echt het grote gebaar. Dat heb je ook nodig om die grote emotionaliteit over te brengen. En het is zoals Stefan zegt: tijdens het creëren word je je personage. Ik wilde evenzeer dat menselijke drama volgen en voelen wie zij is. Ik ben net als Stefan heel intens Vigdis geworden toen ik aan de opera bezig was. Op bepaalde momenten vroeg ik me zelfs af of het echt zo erg moest zijn in de muziek? Moest ze echt zo lijden? Ik wilde haar op het einde van de opera ook redden als componist, maar dat kon natuurlijk niet. Integendeel: Stefan heeft haar de dieperik in geschreven en ik heb er bij wijze van spreken muzikaal nog een laag bovenop gelegd.

Jij knikt instemmend, Wim? WIM Wat ik precies zo mooi vond aan het boek van Stefan is dat Vigdis overduidelijk de protagonist is van het verhaal. Dit gaat helemaal over haar en dat is ook de kracht ervan. Ik vind haar een ongelofelijk sterke vrouw. Je moet het maar durven in die tijd, zo te kiezen voor je geliefde. Ze is een grote persoonlijkheid, helemaal geen tuttebel, maar een vrouw met karakter die als een leeuwin vecht voor haar kinderen. Ik maakte overigens eerder al een muziektheaterstuk rond Medea.

Ik heb veel studiewerk verricht voor De bekeerlinge. Mensen denken altijd dat hoe meer je studeert, hoe theoretischer je wordt, maar het omgekeerde is waar. Naarmate je meer studeert, word je meer betrokken. Je intelligentie opent zich, je krijgt een opleving in je denken. Ik ging beseffen dat Vigdis geen Freudiaanse woordenschat had om weer te geven wat er met haar gebeurt. Zij kon niet zeggen: ik ben getraumatiseerd. Ik realiseerde me op een bepaald moment ook dat ze geen god meer had om tot te bidden, dat ze dus dicht bij het atheïsme moet hebben gestaan. Dat is natuurlijk de absolute afgrond in de 11e eeuw. Toen daagde het me: ze wordt gek. Het was voor mij zeer afgrondelijk om dat identiteitsverlies te beschrijven, maar ik had het niet meer in de greep. Het verhaal had mij in zijn macht.

STEFAN

Vigdis moet heel intelligent geweest zijn, klopt. Omgekeerd zie ik in al die vrouwenfiguren ook de mannelijkheid. Net als de Griekse heldinnen is Vigdis een vrouw die niet over zich heen laat lopen, die bepaalde masculiene kenmerken heeft om die tegen de man te keren die haar bedreigt en onderdrukt. Tijdens het schrijven van De bekeerlinge heb ik vaak aan Flaubert gedacht, die zei: Madame Bovary, c’est moi. Je moet als manne-

STEFAN

9


INTERVIEW

DE BEKEERLINGE

10


OBV MAGAZINE 9

STEFAN HERTMANS & WIM HENDERICKX

vijftigtal Antwerpenaren met een uiteenlopende achtergrond, die allemaal hun eigen verhaal hebben en hun eigen stem en inbreng krijgen in De bekeerlinge.

Er zit een grote emotionaliteit in De bekeerlinge, zowel in het boek als in de muziek. Tegelijk gaat het, zoals jullie aangaven, over grote thema’s van vandaag: over migratie, de vluchtelingenproblematiek en religieus fanatisme. Is dit geëngageerde kunst?

Wim, je vertelde dat je in één dag de basismuziek hebt geschetst voor De bekeerlinge. Daarmee was de klus natuurlijk nog niet geklaard. Hoe is het compositieproces verder verlopen?

Tijdens het schrijven probeerde ik me voor te stellen hoe Vigdis de Middellandse Zee overstak, op de vlucht voor de pogroms door christelijke fanatici. ‘s Avonds zette ik de televisie aan en zag ik de tragedies van Lampedusa en Lesbos die op dat moment aan het gebeuren waren. Toen begreep ik de politieke impact van dit verhaal en waarom ik het ook moést vertellen, als spiegel voor vandaag. Maar: dat moet ik er niet in lepelen bij de lezers, dat moeten ze zelf ontdekken.

STEFAN

WIM De muziek was er in één dag, maar voor het schrijven van zo’n groot drama moet je je tijd nemen. Ik heb er de afgelopen twee jaar intens aan geschaafd en gaandeweg voel je dan dat je ook dieper komt. Dit was geen vluggertje, om het zo te zeggen, maar een secuur proces van reflectie en inleving.

WIM De functie van opera is voor mij niet een avondje uit of wat verstrooiing bieden. Kunst mag je door elkaar halen. Het is onze rol om je te laten nadenken en je te laten voelen. De bekeerlinge begint met een gregoriaanse mis en eindigt met de joodse kaddisj (ge­bed dat wordt uit­ge­spro­ken ter na­ge­dach­te­nis van de over­le­de­ne, red.). De opera zet de grote religies met andere woorden in de uithoeken van het drama – zonder een keuze te maken. Er is nooit een vermanend vingertje.

Bij mijn weten is het de eerste keer dat een Vlaamse componist een dergelijke grand opéra heeft gecomponeerd, die zo’n universeel verhaal vertelt met alle stijlen die hij zich kan voorstellen en die hij ook nodig heeft. Dat is overigens nog iets waar Wim en ik elkaar in gevonden hebben: we voelden allebei dat we ons om dit verhaal op een authentieke manier te brengen moesten bevrijden van alle literair-technische en muzikale dogma’s waar we in zaten.

STEFAN

We wilden niet moraliseren maar een ervaring brengen waarin je als in een goeie Netflix-serie wordt ondergedompeld. Van bij de eerste noten word je bij je keel gegrepen. En als je buiten komt, denk je hopelijk: dit is wat nog altijd gebeurt, ik hoef maar om me heen te kijken in mijn stad. We hebben geen boodschap, maar onze ervaring is wel dat je empathie wordt opgerekt als je je in zo’n verhaal verdiept, dat je wereld er groter van wordt.

In die zin voel ik me echt leven in de 21e eeuw, ook als componist. Het hokjesdenken, en zeker het artistieke hokjesdenken, is van de 20e eeuw. Ik heb heel intuïtief en open durven te werken. Ik wilde muziek componeren die mensen kunnen voelen en waardoor ze direct aangegrepen worden. Ik was er niet mee bezig of het nu moderne of etnische muziek was of welke esthetiek er dan ook in zat. In De bekeerlinge zit muziek van over de hele wereld, net zoals het verhaal de wereld omspant. Ik voelde me bevrijd van iedere dogmatiek die op mij gerust heeft als componist. Ik denk aan de Duitse scholen, het modernisme…

STEFAN

WIM

WIM Ik deed mijn research voor De bekeerlinge tijdens de lockdown en kon dus niet reizen. Maar we zitten hier in het hart van Antwerpen, midden in de joodse buurt. Ik hoefde maar in mijn tuin te gaan zitten en te luisteren naar mijn buren. Daar hoorde ik de Sefardische muziek die ik wilde onderzoeken. Belangrijk is ook de rol die het stadskoor speelt in De bekeerlinge. Samen met Opera Ballet Vlaanderen willen we de opera echt naar de stad brengen, bij mensen voor wie dat misschien een vaag of zelfs elitair begrip is. In het stadskoor, dat we samen met de organisatie Madam Fortuna uit Borgerhout hebben samengesteld, zingt een

Dat is voor mij ook zo geweest. De bekeerlinge heeft me blijvend veranderd omdat het me op weg gezet heeft naar een nieuwe manier van verhalen vertellen. Ik kom uit het modernisme, emoties waren daar verboden en iedereen moest à la Beckett schrijven. De bekeerlinge heeft me meegesleurd in een emotionele dynamiek die ik niet voorzien had. Vandaag ben ik niet meer bang om in vele toonaarden te schrijven.

STEFAN

‘Op bepaalde momenten vroeg ik me af of het echt zo erg moest zijn in de muziek? Moest ze echt zo lijden? Ik wilde haar op het einde van de opera ook redden als componist’ Wim Henderickx 11


‘We hebben geen boodschap, maar onze ervaring is wel dat je empathie wordt opgerekt als je je in zo’n verhaal verdiept, dat je wereld er groter van wordt’ Stefan Hertmans Jullie hadden nog twee belangrijke partners in crime: librettist Krystian Lada en regisseur en scenograaf Hans Op de Beeck, die ook de kostuums ontworpen heeft. Ik laat Vigdis in mijn roman geen gebenedijd woord zeggen, omdat ik vond dat ik haar niet kón laten spreken. We hadden het net wel over je inleven in een vrouw, maar tegelijk wilde ik haar me ook niet ‘cultureel toe-eigenen’, om het met een begrip van nu te zeggen. Ik ken haar taal, van de 11e eeuw, niet. In de opera moest onze protagonist echter wel tekst zingen, en dat is de vertaalslag die Krystian Lada heeft gemaakt.

STEFAN

WIM Hij heeft dat super gedaan en dat in een taal die werkt in de opera, in korte zinnen in hedendaags Engels.

Krystian is erg filmisch te werk gegaan, iedere scène heeft een eigen kleur. Bijzonder knap.

STEFAN

Met Hans had ik eerder al het muziektheaterstuk Void gemaakt. Ik ben een groot bewonderaar van zijn werk, we delen een hang naar het mystieke. Wat ik heel fijn vind, is dat hij voor De bekeerlinge opnieuw is gaan schilderen. We moesten een manier vinden om alle reizen die Vigdis maakt te evoceren en het zou allicht te voorspelbaar geweest zijn om dat met video te doen. Toen ik het eerste old school geschilderd scènebeeld van Hans zag, voelde ik de openheid daarin. Je vermoedt meteen: hier kan vanalles gebeuren. Hans is ook niet iemand die zich als regisseur boven de partituur zet, hij werkt ten dienste van het drama. Net zoals wij allemaal eigenlijk: we zijn allemaal dienaren van het grote verhaal. (lacht)

DE BEKEERLINGE

WIM

De bekeerlinge is een op en top Belgische productie: de gelijknamige roman van Stefan Hertmans wordt door Wim Henderickx in operavorm gegoten. Dit poëtische stuk neemt je mee naar de tijd van de kruistochten, een oude wereld die veel op de onze lijkt. OPERA ANTWERPEN vanaf 10 mei OPERA GENT vanaf 27 mei

OPERABRUNCH

Tegelijk is er nog iets dat ons bindt: het lyrisme, het poëtisch aanvoelen van de wereld. Dat is totaal anders dan een episch aanvoelen, dat altijd met inhoud, met content bezig is. Lyrisme draait erom via je intuïtie zo dicht mogelijk bij de dingen te komen, en dat heeft Hans ook. Ook ik ben al lang een fan van zijn werk. Toen ik hoorde dat hij erbij zou komen, wist ik: dit kan niet meer stuk.

STEFAN

Dramaturg Koen Bollen gaat in gesprek met Stefan Hertmans, Wim Henderickx, Hans Op de Beeck en het productieteam. Sopraan Lore Binon licht samen met de componist alvast een tipje van de muzikale sluier. OPERA ANTWERPEN 24 april 12


OP BEZOEK BIJ ONS STADSKOOR De wereldcreatie De bekeerlinge wordt om meerdere redenen een buitengewone productie. Een ervan is zeker het stadskoor: een diverse mix Antwerpenaren al dan niet met zangervaring die een belangrijke rol krijgen in de voorstelling. — door Wilfried Eetezonne / foto’s Marcel Lennartz


REPORTAGE

DE BEKEERLINGE

‘Bij dit soort projecten is het vooral belangrijk dat iedereen bijblijft en plezier blijft beleven. Dit is een hedendaagse opera, dat maakt het best wel een uitdaging’ Bart Pattoor, koorleider

van het stadskoor leidt. ‘Straks komt Wim Henderickx langs en zullen we horen of hij ons werk goed vindt. We hebben het eerste bedrijf volledig gerepeteerd en nu komt het erop aan om alles te blijven herhalen en juist te zetten. In januari beginnen we dan aan het tweede bedrijf.’

Het is zaterdag 18 december en een grijze, mistige aanloop naar de feestdagen, maar in een grote zaal van het ontmoetingscentrum Het Oude Badhuis in de Antwerpse Stuivenbergwijk voltrekt zich een klein kerstmirakel. Nadat ze maanden in twee aparte groepen hebben gerepeteerd, komt voor het eerst het volledige stadskoor samen om te zingen. En luister: het klinkt al meteen erg sterk.

Bart Patoor en Kike leiden de repetities met een aanstekelijke vaart. Als er gezongen wordt, loopt Bart voortdurend van de bassen naar de sopranen en de alten om te horen of iedereen goed zit. Soms stampt hij ritmes mee met de voeten en hij geeft voortdurend kleine tips als de overgangen tussen akkoorden nog niet helemaal snor zitten. Hoewel het work in progress is, is het indrukwekkend wat deze groep in enkele maanden heeft bereikt. ‘Bij dit soort projecten is het vooral belangrijk dat iedereen bijblijft en plezier blijft beleven. Dit is een hedendaagse opera. Het zijn geen liedjes of het klassieke koorrepertoire dat we instuderen’, zegt Bart. ‘Dat maakt het best wel een uitdaging, maar ik mag toch zeggen dat ze serieus goed gewerkt hebben de voorbije maanden.’

Dat stadskoor is een nieuw project van Opera Ballet Vlaanderen naar een idee van componist Wim Henderickx. Voor zijn compositie van De bekeerlinge zal hij niet enkel het internationaal geprezen Koor Opera Ballet Vlaanderen inzetten, maar wilde hij ook inwoners van Antwerpen rechtstreeks betrekken bij het maken van een opera. Samen met het Oude Badhuis en de sociaal-artistieke vereniging Madam Fortuna – die regelmatig professionele voorstellingen maakt met liefhebbers – werden stadsbewoners gezocht die wilden meewerken. Een muzikale achtergrond was niet nodig, een groot hart voor een artistiek avontuur des te meer. Het resultaat is een bonte mix van liefhebbers met een diverse achtergrond van wie sommigen al koor- of toneelervaring hebben, en anderen nog nooit een opera hebben gezien, laat staan gezongen.

Dat vindt Wim Henderickx overduidelijk ook als hij even later komt kijken en luisteren. Dit keer zingen ze een scène die zich afspeelt tijdens een pogrom. Het koor is hier een opgehitste massa die de woorden ‘It’s God will’ zingt in verschillende talen. ‘Wie zijn de professionals en wie zijn de liefhebbers’, lacht Henderickx goedkeurend. ‘Ik hoor geen verschil.’ Om dan meteen tips te geven. ‘Het mag meer in crescendo gaan, er mag meer kracht achter zitten.’ En opnieuw vliegen ze erin…

Om hen goed te begeleiden zijn de repetities voor de productie, die in mei in première zal gaan, al gestart in oktober. In de voorstelling zal het koor naast de solisten en het Koor Opera Ballet Vlaanderen opduiken in een aantal cruciale scènes. ‘In een aantal scènes hebben we veel ruimte gekregen om te improviseren’, zegt koorleider Bart Patoor die samen met Enriqué (Kike) Noviello de repetities

‘In Irak volgen mijn ouders dit avontuur mee’ Abdullah Almejbel 14


OBV MAGAZINE 9

OP BEZOEK BIJ ONS STADSKOOR

ABDULLAH ALMEJBEL ‘Ik kom uit een muzikale familie. Mijn vader speelt ud en mijn moeder viool. Ik wilde zelf ook graag muziek studeren, maar ik koos het keyboard en dat instrument wordt niet aanvaard aan het conservatorium van Bagdad. Dus ging ik theater studeren omdat ik wilde kunnen zingen, dansen en acteren op een podium. Om theater te kunnen spelen, heb je vrijheid nodig en die hebben we niet in Irak. We hebben wel veel talent. Nu ik in Antwerpen woon, ontmoet ik veel gevluchte kunstenaars uit Irak. Ze zijn goed bezig. Denk maar aan Mokhallad Rasem in Toneelhuis bijvoorbeeld. Momenteel werk ik aan enkele voorstellingen, maar door corona ligt dat allemaal een beetje stil. Dit project vond ik een mooi idee, niet alleen omdat het een internationale groep is, maar ook omdat het een project is van Opera Ballet Vlaanderen. Die naam is bekend in Bagdad, hoor. Dat ik met dit huis mag samenwerken is gewoon top. Ik kan nog niet geloven dat ik straks op dat podium zal staan. Het is pas in mei, maar ik vind het nu al spannend. In het stadskoor van De bekeerlinge mag ik improviseren in het Arabisch. In de Arabische muziek gebruiken we veel kwarttonen. Dat is de toon waarmee wij onze emoties uitdrukken en kunnen overbrengen op het publiek. Voor westerse oren klinken die tonen in het begin wat raar. In Bagdad volgen mijn ouders dit avontuur mee. Als ik hen bel, moet ik alles vertellen over de repetities en wat er nieuw is. Ze zijn echt blij. Hopelijk kan ik hen een mooie opname sturen van de voorstelling.’

JASMINA DRIESHH ‘Als kind zong ik in een koor, maar omdat ik het enige meisje was in een jongenskoor ben ik ermee gestopt. Nu speel ik theater bij onder andere Het Gevolg en ik zing mee in het koor van Madam Fortuna. Zij vroegen me of ik wilde zingen in dit stadskoor. ‘s Avonds naar een repetitie gaan is voor mij ontspanning, dan ben ik er even tussenuit. Het is mooi dat ik de kans krijg om bij zo’n groot project te horen en mensen te leren kennen van verschillende culturen die ik anders misschien nooit had ontmoet. Het is spannend, je moet sterke zenuwen hebben. Eens het zover is, zal het wel lukken. We hebben net een scène gerepeteerd die zich afspeelt in een droom. Daarin mag ik improviseren. Ik heb gekozen om een gelukwens te zingen die in Marokko wordt uitgesproken bij huwelijken of geboortes. Als we moeten praten doe ik het in verschillende talen want zelf spreek ik Arabisch, Punjab, Koerdisch, Berbers, Frans, Engels en Nederlands. Ik hou van verschillende soorten muziek. Vroeger had ik wat moeite met opera, maar nu vind ik het zo mooi. Een operavoorstelling is een beleving waar je echt in zit.’

DIRK VAN DOREN ‘Als je mensen met een verschillende achtergrond samenbrengt, duurt het een tijdje voor ze een groep vormen. Koorzang is een van de beste manieren om dat te bereiken. Op het moment dat je naast iemand staat te zingen, telt je achtergrond niet. De enige vraag is of je samen juist zingt en of je steun hebt aan elkaar. Ik heb lang gezongen in het koor Die Cierlycke in Mortsel maar dat hield er voor de coronacrisis mee op. We hebben negen jaar geleden nog een concert gegeven met als soliste Lore Binon, die de hoofdrol vertolkt in De bekeerlinge. Ik was op zoek naar een nieuw koor maar ondertussen kwam de oproep voor dit stadskoor en dat leek me wel een uitdaging. Ik had het boek van Stefan Hertmans al gelezen en dat was ook een reden om mee te doen. Het boek leent zich uitstekend voor een opera. In het begin denk je dat het goed komt, maar dan kantelt het en wordt het een drama van begin tot einde. Ik ken de traditionele koormuziek en ga af en toe naar symfonische concerten, maar opera is nieuw voor mij. La bohème onlangs was de eerste keer dat ik in de Opera in Antwerpen een voorstelling zag en het was bepaald indrukwekkend. Het viel me op hoe intiem die grote zaal is. De muziek van De bekeerlinge is nieuw. Die kan je nog niet halen in de bib om vooraf even te beluisteren. Dat is anders voor mij dan bijvoorbeeld muziek van Bach, Praetorius of Rutter te zingen. Het is hedendaags en gemengd met oosterse invloeden. Iedere nieuwe muziek is vreemd maar door ze te repeteren leer je ze te appreciëren. Als je niet openstaat voor iets nieuws, moet je je ook niet inschrijven voor zo’n avontuur. We zijn ook een heel hybride groep van mensen met veel, een beetje of helemaal geen muziekervaring en dat maakt het een uitdaging. Maar ik ben er gerust op.’ 15


‘Muziek is mijn zuurstof, mijn redding, mijn bestaan’ 16


© Marcel Lennartz

HET RITUEEL

Hanne Deneire

Als ik componeer, kan ik moeilijk stoppen. In de eerste fase van het proces heb ik minder last van die bezetenheid en doe ik nog veel andere dingen, zoals lesgeven of muziek spelen. Als ik ondertussen een ingeving krijg, schrijf ik die snel even op of neem ik de recorder van mijn gsm. Maar eens ik echt begonnen ben met schrijven, kom ik er niet graag uit. Zo weet ik dat als ik mijn zoontje moet ophalen, ik beter wat vroeger stop om niet met een druk hoofd aan de schoolpoort te staan. Ook moet het muisstil zijn – zelfs het potlood dat ik gebruik is zo zacht dat je het niet hoort krassen op het papier. Gelukkig ben ik veel alleen thuis en kan ik ‘s avonds en ‘s nachts goed doorwerken. Innerlijke rust en stabiliteit zijn heel belangrijk om te kunnen functioneren. Alleen dan kan ik alles zien en horen. Mensen vinden dat ik erg energiek ben, maar ik moet mijn veelheid aan energie goed doseren om de dag door te komen. Ik neem daarom ‘s ochtends graag mijn tijd voor ik eraan begin. Tijdens het componeren zelf zit ik vaak op de grond. Dat is een overblijfsel uit mijn studententijd, ik schreef toen altijd aan de salontafel van mijn studentenkamer. Bij het mentale stunt- en vliegwerk geeft de stabiele grond de nodige houvast. Ik zet eerst alles met de hand op papier, want digitale programma’s leiden me in die fase nog te veel af. Mijn theekop staat altijd in de buurt en als ik even vast zit of me niet goed voel, mediteer ik. Ik volg mijn hart en mijn gevoel, dat werkt het best om tot de juiste vormen, klanken, kleuren en combinaties te komen. Onderweg fixeren zich bepaalde handelingen, die uiteindelijk goede gewoontes worden. Ik heb bijvoorbeeld iets met kaarsen. Als ik begin te componeren, steek ik er regelmatig een aan. Toen ik enkele jaren geleden het stuk Ami schreef, heb ik zelfs kaarsen verwerkt in de partituur: de accordeonist moest op specifieke momenten een nieuwe aansteken. Dat stuk is op die manier zelf een soort van ritueel geworden. Ik zat toen niet goed in mijn vel en vond geen innerlijke stabiliteit, maar iets banaals als een kaars kon me dat wel bieden. Voor Bonaparte, de opera die ik maakte met Tom Lanoye, is het maakproces niet anders geweest, op twee zaken na. Enerzijds was de opera al vlak voor de eerste lockdown klaar, maar kon hij door de omstandigheden niet opgevoerd worden. Het is bevreemdend om pas na anderhalf jaar de partijen te maken, maar het heeft me wel de kans gegeven om het stuk hier en daar te herwerken. Anderzijds was ik afhankelijk van het libretto van Tom Lanoye. Hij zat toen in Zuid-Afrika, maar we hielden contact en sleutelden simultaan aan het werk. Soms vroeg ik hem om de tekst in te spreken, want ik wilde graag weten hoe hij de woorden hoorde, zodat ik ze verder muzikaal kon vertalen. De samenwerking was magisch, ik voelde een grote verbondenheid tussen ons, ondanks de afstand. Mensen vragen vaak waar ik mijn inspiratie haal. Het antwoord is simpel: als ik een compositieopdracht krijg, moet ik de muziek en de bezetting meteen horen in mijn hoofd. De fantasie moet in gang schieten en ik moet geprikkeld worden door de klank van de instrumenten, de muzikanten, de dirigent en de tekst. Bij Bonaparte was dat direct het geval. Onder componisten wordt soms gegrapt dat je veertig moet zijn om een opera te kunnen schrijven. Ik heb die leeftijd nu bereikt en het maakproces werd een stevig reflectiemoment. Ik zie Bonaparte als een synthese van hoe ik kijk naar muziek, hoe ik componeer en hoe ik in de wereld wil staan. Muziek is mijn zuurstof, mijn redding, mijn bestaan. Zo’n uitspraak klinkt gevaarlijk en destructief, maar zonder muziek kan ik niet leven. Het is de taal waarin ik me uitdruk. De magische kracht van muziek schuilt in de verbinding die ze teweegbrengt – tussen muzikanten, met het publiek, met een partituur. Van kinds af aan voelde ik die kracht en wist ik dat ik wilde componeren. Het is een gevecht geweest om muziek te mogen leren en componist te worden. Vanuit deze ervaring startte ik enkele pedagogische projecten om kinderen en andere mensen te ondersteunen in hun muzikale zoektocht. Want iedereen heeft het recht om de magie van de muziek te ontdekken.

17

Creëren is een intens proces. Welke rituelen houden onze makers er daarbij op na? Hanne Deneire is componist en schreef samen met Tom Lanoye de opera Bonaparte. Binnenkort brengt ons orkest deze nieuwe creatie tijdens het Antwerp Spring Festival.

BONAPARTE HANDELSBEURS ANTWERPEN 24 mei / antwerpspringfestival.be


© RR

‘Ik hou ervan unisono te zien. Maar dan scheve unisono’


OBV MAGAZINE 9

HALF LIFE

Tussen mens en machine, mechanisch maar sensueel. Met Half Life kijken de Israëlische choreograaf Sharon Eyal en haar partner in crime Gai Behar ver vooruit en verbeelden een toekomst. Het resultaat is een futuristisch cyborg-ensemble op pulserende beats. — door Tim Taveirne

PORTRET SHARON EYAL 19


PORTRET

SHARON EYAL

BIJ EYAL BEWEGEN DE DANSERS ZICH ALS EEN LEVEND ORGANISME IN STRAKKE FORMATIES OVER DE SCÈNE. DENK AAN EEN ZWERM VOGELS, EEN SCHOOL VISSEN

Via de populaire cultuur heeft dans lang geleden makkelijk de weg gevonden naar fysieke en psychologische extremen, waarbij de esthetisering van het instinctieve een belangrijke parameter was. Denk bijvoorbeeld aan Suspiria (1977), een Italiaanse horrorfilm waarin de elementaire, primitieve krachten het klassieke decorum van de dans verscheuren. Die eeuwenoude associatie met de oerextase maakt van het dansende lichaam iets exotisch. Maar de klassieke dans – en in het bijzonder ballet – heeft het verlangen naar de vorm van lyriek en gratie nooit echt losgelaten. Tot de komst van Sharon Eyal en Gai Behar. Zij zijn erin geslaagd een nieuwe, ontwrichtende relatie te creëren tussen klassieke dans en popcultuur die hun gezelschap L-E-V naar de belangrijkste internationale podia heeft gebracht, waaronder Sadler’s Wells (Londen) en Sydney Opera House.

VASLAV NIJINSKI Groepen in contrast met het individu, seksualiteit tegenover genderinclusiviteit, archaïsche types en hippe clubgangers. Bij Eyal bewegen de dansers zich als een levend organisme in strakke formaties over de scène. Denk aan een zwerm vogels, een school vissen. De abrupte, soms vloeiende bewegingen resulteren in een grote fysieke krachttoer, gedreven door de beats van componist Ori Lichtik. De dansers bewegen precies en uniform op het ritme van de muziek. Soms slaat iemand zijn eigen weg in, bijna onmerkbaar. Het individu wordt uitgewist en opgenomen in een groot lichaam.

ANDROGYN GEKLEDE LICHAMEN WORDEN VERLICHT ALS SCULPTUREN OF ER ONTSTAAT EEN SAMENSMELTING VAN MENS EN MACHINE

Vraag Eyal naar haar beroep en je krijgt dit als antwoord: ‘Ik creëer een droom. Ik hou ervan om te dromen, ’s nachts en overdag, en die droom naar buiten te brengen. Natuurlijk is dit mijn werk maar het maakt niet uit hoe je het noemt. Het is iets dat er voor mij altijd al was.’ Ze schuwt de term ‘choreograaf’ en toch is dat wat ze al bijna heel haar leven is. Eerst als huischoreograaf bij Batsheva Dance Company in Tel Aviv – waar ze ook haar carrière als 19-jarige danseres begon –, later voor gezelschappen in onder meer Duitsland, Noorwegen en Noord-Amerika. Samen met levenspartner Gai Behar richtte ze in 2013 in Israël haar eigen ensemble op, L-E-V Company.

De gedisciplineerde lichamen lijken soms ingesnoerd in korsetten. De herinnering aan het ballet is nooit veraf. Denk aan de iconische choreografieën van Vaslav Nijinski voor de Ballets Russes. Toch verzet Eyal zich tegen het idee dat haar artistieke praktijk bewust afwijkt van het historische traject van het classicisme. Haar werk is geen correctie maar een continuüm. ‘Alles is dansen, het is beweging, het gebeurt binnen en buiten het lichaam. Je kunt het ene uiterste niet hebben zonder het andere.’ Wanneer de dansers in Half Life eindelijk uit hun hechte formatie breken, is dat om misschien wel het meest klassieke moment van de voorstelling uit te voeren: uitgewaaierd op het podium doen ze een reeks entrechat dix, sprongen met gekruiste voeten – Nijinski’s bekendste sprong nota bene.

Ondertussen zijn Sharon Eyal en Gai Behar niet meer weg te denken uit de Europese en internationale dansscene. Ze ontmoetten elkaar in het bruisende nachtleven van Tel Aviv en vormen al bijna twintig jaar een paar. Een synergie die zich overal ter wereld laat voelen. Ze ontvingen verschillende prijzen voor hun baanbrekende voorstellingen, waaronder de Duitse theaterprijs Der Faust voor Soul Chain (2018). Ze zijn een graag geziene gast op internationale festivals zoals Julidans, Ruhrtriennale en Montpellier Danse. Daarnaast is het duo verbonden aan Nederlands Dans Theater in Den Haag. Hun kenmerkende esthetiek levert interessante samenwerkingen op zoals met het modehuis Dior en de New Yorkse indierockband The National. Met een opmerkelijk minimalisme zoeken voorstellingen als OCD Love (2015), Killer Pig (2009) en Bill (2010) de diepten van emotie en expressie op om te laten zien hoe het lichaam een stem geeft aan diepmenselijke gevoelens: angst, liefde, obsessie.

Half Life waant zich ergens tussen het Zwanenmeer en Berghain, een iconische nachtclub in Berlijn. Dat is niet toevallig want Ori Lichtik, de componist met wie Eyal en Behar al jarenlang samenwerken, is een van de grondleggers van de technoscene in Tel Aviv. De beats van Lichtik en het Tsjaikovski’s Zwanenmeer delen in eenzelfde soort minimalisme. ‘Je hoeft niet veel te doen om het te doen’, zegt Eyal. Zelfs de beste dansers beschikken over een beperkt bewegingsbereik. Ze begrijpt als geen ander dat het bereik intern bestaat. Herhaling is daarom een belangrijk instrument om 20


© Filip Van Roe

© Harley Weir

OBV MAGAZINE8

HALF LIFE

PALMOS : VAN HET KLEINE SCHERM NAAR DE GROTE ZAAL het bereik binnen de eigen beperkingen te onderzoeken. Het choreografische werk van Eyal toont een uitgesproken interesse voor de betekenis en rol van het individu in een dwingende omgeving. ‘Ik hou ervan mensen te zien die hetzelfde zijn maar toch heel verschillend. Dezelfde timing, dezelfde vorm, hetzelfde idee, dezelfde stijl maar toch anders. Ik hou ervan unisono te zien. Maar dan scheve unisono.’ De structuur van Eyals voorstellingen is klassiek contrapuntisch, maar de presentatie doet futuristisch aan: androgyn geklede lichamen worden verlicht als sculpturen of er ontstaat een samensmelting van mens en machine. DANS ALS DOORSNEDE VAN DE ZIEL Eyal interpreteert ‘choreografie’ als een medium waarin het hoogstpersoonlijke, onzichtbare verhaal van de danser via het lichaam gecommuniceerd wordt. Choreografie betekent niet louter de weergave van een stuk dans maar refereert ook aan de innerlijke gevoelswereld van de danser. Creëren of repeteren is een proces dat zich voltrekt vanuit het onderbewuste. Omdat Eyal geïnteresseerd is in het lichaam als een geschiedenis op zichzelf, wil ze in haar voorstellingen niet op zoek naar de weergave van een lineair verhaal. Het verhaal bestaat immers al op de scène in de aanwezigheid van de dansers. Haar voorstellingen ontstaan niet vanuit een bedoeling iets over de wereld te zeggen. Veeleer probeert ze de inherente logica van het repetitieproces te begrijpen en te volgen. Zo ontstaat een choreografie die ook de weergave is van iets wat eigenlijk onzichtbaar en onvatbaar is voor de toeschouwer; de onderlinge dynamiek en energie tussen de dansers. Dans toont zo de doorsnede van het innerlijke verhaal, de ziel. Vandaag werkt Eyal samen met dansers over de hele wereld. Ze staat bekend als een extreem veeleisende choreograaf. Voor Eyal dansen is een ‘reality check’, een diepgaande oefening in zelfbewustzijn en technische vaardigheid. ‘Iets in het werk is inderdaad veeleisend’, zegt Eyal. ‘Je kunt je niet verschuilen achter de beweging en je kunt niet alleen maar de beweging doen, want dan zou het stom en leeg zijn… Het is alsof je een baby moet zijn met een oude ziel. Om puur te zijn en zonder enig maniërisme, maar met de kennis van iemand die het leven echt leeft. Het is extremiteit – het is beide kanten.’

In maart 2021 – toen we van onze huiskamers noodgedwongen theaters moesten maken – toverde de Griekse choreograaf Andonis Foniadakis de voorstelling Palmos op onze schermen. Speciaal gemaakt om te streamen verbeeldden de dansers van Opera Ballet Vlaanderen toen waar we op dat moment naar hunkerden: menselijke connectie, sociaal contact, we hadden huidhonger.

De Süddeutsche Zeitung schreef toen over de voorstelling: ‘ Noch keine Digitalkreation hat unsere Sehnsucht nach Kontakt und Kommunikation in eine derart hypnotische Traumlandschaft verwandelt.’ (Geen enkele digitale creatie heeft onze heimwee naar contact en communicatie in zo’n hypnotiserend droomlandschap omgezet.) Ook andere media waren enthousiast. The Guardian gaf de voorstelling vier sterren en De Morgen stond ‘paf van bewondering voor zoveel kracht, tempo, dynamiek, virtuositeit’. Nu staat Palmos, met muziek van Active Child, live op de scène. Aangepast aan de live-ervaring en hierdoor nog intenser gaat het in dialoog met het hypnotiserende Half Life van Sharon Eyal.

PALMOS / HALF LIFE Geniet van ballet in een hedendaags jasje: Palmos werkt met nummers van de Amerikaanse popzanger Active Child, in Half Life wordt gedanst op elektronische muziek. Samen vertellen ze een verhaal van verbinden en durven loslaten. OPERA GENT vanaf 16 maart OPERA ANTWERPEN vanaf 2 april


WORK IN PROGRESS

Kostuumontwerpen voor De bekeerlinge van beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck, die de opera ook regisseert en de scenografie voor zijn rekening neemt.


OPERA ANTWERPEN vanaf 10 mei / OPERA GENT vanaf 27 mei


INTERVIEW

ALAIN PLATEL / HILDEGARD DEVUYST / JAN VANDENHOUWE

Toen C(H)ŒURS van regisseur Alain Platel in 2012 in première ging in Madrid was onze artistiek directeur Jan Vandenhouwe daarbij betrokken als muziekdramaturg en stond hij Hildegard De Vuyst, de huisdramaturg van Les ballets C de la B, bij tijdens het creatieproces. Twee jaar geleden vroeg Jan in zijn nieuwe rol bij OBV zijn gezellen van toen om een remake te maken voor ons huis. Met enige covid-vertraging kan de voorstelling vandaag eindelijk in première gaan. Reden genoeg voor een gesprek, met Jan Vandenhouwe als interviewer van dienst. — door Ilse Degryse / foto’s Filip Van Roe

EINDELIJK C(H)ŒURS 24


25


INTERVIEW

ALAIN PLATEL / HILDEGARD DEVUYST / JAN VANDENHOUWE

JAN Ik herinner me ook dat er toen net iets heel speciaals gebeurd was. Het koor en het ballet waren voor misschien wel de eerste keer sinds de fusie van Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen in 2014 diepgaand met elkaar in gesprek gegaan.

‘Welkom in mijn woonkamer!’ Met een brede armzwaai leidt Jan Vandenhouwe zijn gasten binnen in de Redoute-zaal van de Gentse Opera. Het is een grapje met een pipse ondertoon. Midden in de glorieuze 19e-eeuwse balzaal staat een enkel tafeltje met wat stoelen, waaraan het gesprek zal plaatsvinden. Ook de rest van het operahuis ligt er verlaten bij, terwijl het in deze tijd van het jaar een en al bedrijvigheid zou moeten zijn. De drukke nieuwjaarsperiode is door covid op een laag pitje gezet. Wie niet per se in huis moet zijn, zit thuis achter zijn scherm te werken. Terwijl een sfeer van opwinding en creatieve kruisbestuiving zou moeten heersen, hangt nu een gevoel van onzekerheid in de zalen.

Dat was inderdaad een memorabel moment. Het gesprek was er gekomen naar aanleiding van een scène op het einde van de voorstelling waarbij aan de dansers gevraagd werd om zich uit te kleden en vervolgens naakt tussen de groep van het koor naar achteren te verdwijnen. In de eerste versie van C(H)ŒURS in Madrid hadden we dat ook gedaan en daar had dat goed gewerkt. Ook een aantal koorleden had zich toen helemaal blootgegeven. Niemand was verplicht, maar het effect was wel bijzonder. Ook nu stelden we de vraag wie dat zou zien zitten. De dansers van Opera Ballet Vlaanderen vonden het op zich al opmerkelijk dat die vraag überhaupt op tafel werd gelegd. ‘Meestal wordt zoiets gewoon aan ons opgelegd’, was hun reactie. Ze vroegen zich vervolgens af wat dat voor hun collega’s uit het koor zou betekenen. Zouden ze wel voldoende beseffen wat zoiets inhoudt? Daarna kwam de vraag om daar met zijn allen een gesprek over te voeren. Ik herinner me hoe een van de danseressen toen het woord nam en het over body shaming had. Het koor reageerde daar ongelofelijk goed op. Ze vonden het een cadeau dat de dansers daar zo openlijk over wilden praten. Het werd een intiem gesprek tussen die negentig mensen die op de scène zaten en persoonlijke en gevoelige informatie deelden. De dag erna zou ook het orkest bij de repetities komen.

ALAIN

Meer dan welke andere OBV-productie heeft C(H)ŒURS de afgelopen twee jaren geleden onder de grillen van de pandemie. In maart 2020 stond de voorstelling, die toen C(H)ŒURS 2020 heette, zo goed als paraat om de harten en de geesten van het publiek te beroeren. De première was gepland voor 20 maart; op 17 maart kondigde de federale regering af dat ons land in lockdown ging. Maar zie, nu is het moment eindelijk daar! De voorbije weken is achter de schermen, met een waaier aan voorzorgsmaatregelen, hard gewerkt aan C(H)ŒURS 2022, dat op 13 maart in première gaat. Ik wil jullie graag eerst even meenemen naar dat vermaledijde moment in 2020. Hoe kijken jullie daarop terug?

JAN VANDENHOUWE

Ik had het gevoel dat we klaar waren met de voorstelling. Die hele lockdown kwam als een donderslag bij heldere hemel. Het idee dat de wereld op slot zou gaan, was toen nog een absurd concept, terwijl we ondertussen in- en uit- en inen uitschakelen. Het was een onwezenlijke periode. Je had het gevoel als figurant mee te spelen in een slechte film. Dat verlies van controle op je leven was erg pijnlijk.

HILDEGARD DE VUYST

Een productie staat of valt met de gezamenlijkheid die je kan creëren tussen de artiesten. Zo’n proces is een delicaat kantwerk en Alain is een meester in het timen daarvan. Jij maakt daar ruimte voor binnen de afgemeten tijd die je voor het productieproces van de voorstelling gegeven is, omdat je vindt dat zo’n gesprek op dat moment belangrijker is dan een technische repetitie. Ach, het was erg heftig. Alles was in stelling gebracht om de magie te laten gebeuren en dan plots…

HILDEGARD

Het was heartbreaking. Ik herinner me je telefoontje, Jan: ‘We moeten stoppen.’ Het was een traumatische ervaring vlak voor de première zo abrupt alles te moeten afbreken.

ALAIN PLATEL

‘Ik voelde ook een vooroordeel ten opzichte van een groot operahuis als Opera Ballet Vlaanderen. Maar dat is helemaal omver geblazen’ Alain Platel 26


OBV MAGAZINE 9

TITEL ARTIKEL

JAN Alain, jij voelde aanvankelijk wat weerstand om C(H)ŒURS na het succes in het Teatro Real in Madrid in 2012 bij Opera Ballet Vlaanderen te hernemen.

JAN C(H)ŒURS onderzoekt de kracht van massabewegingen, en de gevaarlijke keerzijde die die kunnen hebben. We zijn tien jaar na de première van C(H)ŒURS in Madrid. De voorstelling werd toen op vraag van intendant Gerard Mortier gecreëerd tegen de achtergrond van de Arabische Lente, de bankencrisis en het protest van de indignados. De wereld is ten opzichte van toen erg veranderd. Terwijl er in 2012 nog eerder een positieve dynamiek in de lucht hing – mensen kwamen op straat en wilden dat alles op zijn kop gezet werd met als doel van de wereld een betere plek te maken – zijn het vandaag niet de grote emancipatorische bewegingen die onze aandacht kapen. Hoe verhouden jullie jullie daartoe?

Ik heb altijd met luide stem verkondigd dat ik nooit een productie opnieuw zou maken met andere mensen dan zij die ze gecreëerd hebben. Ik voelde ook een zeker vooroordeel ten opzichte van een groot operahuis als Opera Ballet Vlaanderen. Ik had schrik voor een bepaalde rigiditeit, dat alles super strak gepland zou zijn en dat er geen openheid zou zijn om te creëren en te improviseren. Ik dacht dat dat met een compagnie van klassiek geschoolde balletdansers niet zou lukken. Maar omdat de vraag van jou kwam, wilde ik het toch wagen. Jij kende C(H)ŒURS ook heel goed. Ik vond het interessant om te zien wat het zou geven.

ALAIN

Dat vind ik een moeilijke vraag. We zitten inderdaad in een stokkend en surplacend deel van de wereld, maar we moeten breder kijken dan Europa en het Westen, want anders word je depressief. We moeten ook de rest van de wereld in ogenschouw nemen. In Chili bijvoorbeeld is net een 35-jarige progressieve vernieuwer verkozen tot president na twee jaar opstanden.

HILDEGARD

JAN Hoe staat het ondertussen met je vooroordeel? Houdt dat nog stand?

Dat is helemaal omvergeblazen (lacht). Een van de dingen die me zijn opgevallen is hoe snel de dansers van OBV materiaal aanleren. Hoe snel ze ook eigen materiaal maken, dat ook meteen interessant blijkt te zijn. Overigens heb ik niet de vijftien dansers die meedoen in de voorstelling geselecteerd uit het gezelschap. We hebben daarentegen de vraag neergelegd wie daar zin in had, wat maakt dat een erg gemotiveerde groep op de scène staat.

In 2012 zijn we vertrokken van de grote opstanden die je net noemde en hebben we de link gelegd naar de opera’s van Verdi en Wagner. Zij leefden in de 19e eeuw ook in woelige tijden en met hun muziek gaven ze een stem aan het progressief nationalisme. Ook zij zagen de protestbewegingen van hun tijd als iets positiefs. Ondertussen weten we dat extreem-rechtse bewegingen hetzelfde platform gevonden hebben om hun ongenoegen te ventileren en dat ze zonder problemen ostentatief

ALAIN

ALAIN

27


INTERVIEW

ALAIN PLATEL / HILDEGARD DEVUYST / JAN VANDENHOUWE

‘Een productie staat of valt met de gezamenlijkheid die je kan creëren tussen de artiesten. Zo’n proces is een delicaat kantwerk en Alain is een meester in het timen daarvan’ Hildegard De Vuyst

op straat kunnen komen. Ik schrok bijvoorbeeld erg toen ik de allereerste keer Schild & Vrienden zag protesteren, toen zij in 2018 het Gravensteen bezetten. De wereld is ondertussen inderdaad een heel andere plek geworden. Denk ook aan de bestorming van het Capitool in Washington vorig jaar. Ik heb het gevoel dat wij geatomiseerd zijn. Alles is in alle richtingen uit elkaar gespat en we zijn in nog sterker gepolariseerde standpunten terechtgekomen. Het woke-denken staat tegenover een uiterst conservatieve reflex en die extremen versterken elkaar almaar meer.

HILDEGARD

JAN Zal zich dat ook vertalen in de voorstelling? Is daar veel aan veranderd?

Ik denk dat dat niet nodig is. Mensen zullen uit zichzelf die reflectie en die nieuwe associaties maken. Waar ze bij bepaalde scènes tien jaar geleden aan de Arabische Lente zullen hebben gedacht, zullen ze vandaag aan de bestorming van het Capitool herinnerd worden bijvoorbeeld.

ALAIN

Je had het al over de naaktheid op de scène. C(H)ŒURS gaat niet alleen over de spanning tussen individu en groep. Daarnaast zijn ook de existentiële vragen, het omgaan met onze sterfelijkheid en kwetsbaarheid, een belangrijk thema. Dat zit ook in de muziek. Het begint en eindigt bijvoorbeeld met delen uit Verdi’s requiem. JAN

Met de covid-epidemie zijn we ons met zijn allen misschien bewuster geworden van onze eindigheid. Je hoeft de radio ‘s ochtends maar aan te zetten of je hoort de dagcijfers over besmettingen, hospitalisaties en sterfgevallen. Dat is zo, maar het besef van sterfelijkheid is een constante in al mijn voorstellingen. Met name in Requiem pour L. (uit 2018, waarin de euthanasie van een vrouw werd getoond, red.) heeft zich dat geculmineerd en zo ver als toen zal ik allicht niet meer gaan. Dat betekent niet dat het thema ooit zal verdwijnen. Het is voor mij zo essentieel verbonden met de manier waarop ik in het leven sta. Het besef dat er een einde aan komt en dus ook de relativiteit van alles wat we doen is een deel van mijn identiteit.

ALAIN

Ik herken dat bij Alain maar ik sta daar helemaal anders in. Ik heb het meer voor de versregel van Paul van Ostaijen waar ik bij het einde van C(H)ŒURS aan moet denken: ‘Ik wil bloot zijn en beginnen.’ Dat altijd maar opnieuw herbeginnen is iets wat mij persoonlijk meer bezighoudt.

HILDEGARD

JAN Het is boeiend om jullie beiden bezig te horen. Hildegard, jij was altijd de trouwe rechterhand van Alain, maar nu begint een nieuw hoofdstuk in jullie samenwerking en worden de rollen een beetje omgedraaid. Jij neemt volgend jaar de artistieke leiding over van Les ballets C de la B van Alain. Mijn liefdevolle vraag aan jullie allebei is: wat betekenen jullie voor elkaar?


OBV MAGAZINE 9

EINDELIJK C(H)ŒURS

29


INTERVIEW

ALAIN PLATEL + HILDEGARD DEVUYST + JAN VANDENHOUWE

Alain is mijn nooit eindigende inspiratiebron van hoe je ook in het leven kunt staan.

Maar neen, totaal niet. Ik heb het gevoel dat er niet zoveel verandert. Ik heb vroeger ook al subsidiedossiers voor Les ballets C de la B geschreven. We gaan de artistieke leiding delen en dat is voor mij superbelangrijk.

HILDEGARD

ALAIN

HILDEGARD

En vice versa. Dat gevoel delen we – wat onze kracht is.

Wij zijn twee verschillende mensen, maar ik leer nog elke dag bij van Alain

Wat ik cruciaal vind, is dat we in de afgelopen dertig jaar met iedereen bij Les ballets C de la B een legacy hebben opgebouwd en dat die wordt voortgezet. Het is voor ons altijd een vanzelfsprekendheid geweest om met een diverse en inclusieve cast te werken, zelfs lang voor die vragen gesteld werden. Jong of oud, volwassenen of kinderen, dun of dik, trans of anders: we hebben altijd een bonte mengeling van dansers op de scène gebracht en daar ben ik erg trots op. Het publiek is daar trouwens ook altijd in meegegaan.

HILDEGARD

ALAIN

ALAIN En ik van Hildegard en dat is niet gefaked. Echt niet. Je kunt onmogelijk dertig jaar met iemand samenwerken als die uitwisseling er niet is. Wat ik nu ga zeggen zal misschien klef klinken, maar jij bent een spiegel voor me. En dan bedoel ik: de meest meedogenloze en tegelijk helderste spiegel die je je kunt voorstellen. Als artistiek leider vraag je voortdurend naar feedback. Hildegard is daarin altijd het scherpste geweest en dat heb ik steeds geapprecieerd. Zelfs al kletterde het bij momenten en botsten de meningen, de dialoog is nooit gestopt.

JAN Ik wil in mijn laatste vraag nog even terugkeren naar de muziek in C(H)ŒURS. Ik herinner me dat Wagner helemaal niet je ding was toen we in 2012 de voorstelling maakten in Madrid, Alain. Hoe is het om nu opnieuw met die muziek aan de slag te gaan?

Ik heb ondervonden dat niet iedereen graag in die harde, heldere spiegel kijkt. Er zijn mensen die dat onverdraaglijk vinden, maar ik blijf altijd dezelfde. I’ll be your mirror van The Velvet Underground & Nico is niet voor niets al jarenlang mijn lijflied. Maar bon, nu moet die spiegel dus een andere functie opnemen bij Les ballets C de la B (lacht).

HILDEGARD

JAN

Word jij dan nu een spiegel voor haar, Alain?

HILDEGARD JAN

Ik ben zo gelukkig, Jan... (lacht). Neen, serieus, als ik ergens blij om ben is dat ik in de loop van mijn ‘carrière’ zoveel mensen tegengekomen ben die me telkens op andere gedachten hebben gebracht. Gerard Mortier is zo iemand, Steven Prengels (de muzikale regisseur van C(H)ŒURS 2022, red.) is zo iemand en jij bent ook zo iemand die elke keer nieuwe deuren heeft geopend. Ik ben een absolute Bach-fanaat. Die heeft geen noot geschreven waarvan ik denk: mmm, da’s een beetje minder. Bij alle andere componisten heb ik zo mijn voorkeuren, maar door met hun muziek te werken heb ik ontdekt wat voor kracht daarin kan zitten. Bij Verdi en ook Wagner is dat net zo geweest. Als ik nu de ouverture van Lohengrin hoor aan het begin van C(H)ŒURS heb ik het gevoel dat die daar speciaal voor geschreven is. ALAIN

Ik hoop het. You’re gonna be my worst critic!

Maar je zult toch geen schoonmoeder worden… (lacht)

Neen, maar het is goed dat je dat zegt, Jan, want daar heb ik een heilige schrik voor.

ALAIN

30


OBV MAGAZINE 9

EINDELIJK C(H)ŒURS

C(H)ŒURS 2022 Waarin schuilen de kracht en het gevaar van een massa anno 2022? Choreograaf Alain Platel beantwoordt die vraag aan de hand van de politiek geladen muziek van Wagner en Verdi. Zowel ons ballet als ons koor danst je doorheen de voorstelling. OPERA ANTWERPEN vanaf 13 maart OPERA GENT vanaf 2 april 31


© RR


OBV MAGAZINE 9

RIZOOM!

Het duo Iris Bouche en Kobe Proesmans presenteert eind april de gloednieuwe familievoorstelling Rizoom! Of je nu een verwoed dans- of operafanaat bent of juist de jongste nieuwkomer, Rizoom! toont voor iedereen hoe een rijkgeschakeerde gemeenschap van dansers samen met een groep muzikanten omgaat met verlies. Vroeg of laat wordt iedereen daarmee geconfronteerd: je verliest misschien ooit je knuffel, een overtuiging of – erger nog – een huisdier of een geliefde. Gelukkig hoeft verliezen niet alleen maar verdrietig te zijn. Wie weet verlies je je ooit wel in een gevoel of een verliefdheid, of misschien opent het ene verlies wel een deur naar iets mooiers? — door Tom Swaak

EINDELOOS VERVLOCHTEN

RIZOOM! 33

8+


PORTRET

RIZOOM!

Sporen van oude rituelen leven voort in die van nu en de toekomst, in een eindeloze, opwaartse spiraal van upcycling

Omgaan met verlies is iets van alle tijden en van alle landen. Miljoenen mensen zijn ons voorgegaan en samen hebben zij bijgedragen aan een enorme waaier aan rituelen en tradities die kunnen helpen om vat te krijgen op een moeilijke situatie en op ons gevoel. Ze bieden een ogenschijnlijk onveranderlijk stappenplan of een kader waar we aan vast kunnen houden wanneer dat nodig is. Als deze oude gebruiken toch gedateerd raken of niet meer werken, staat er iemand op die ze met een nieuwe blik bekijkt, die ze zich toe-eigent, die ze bijschaaft, updatet of omdraait. Zo leven sporen van oude rituelen voort in die van nu en de toekomst, in een eindeloze, opwaartse spiraal van upcycling

arsenaal uit met klassiek geschoolde muzikanten en muzikale souvenirs uit grote opera’s. Samen bewerken en herkleuren ze hits uit La traviata en Rinaldo en kijken ze naar meesters zoals Monteverdi en Donizetti voor inspiratie. Van het initiële idee tot de uiteindelijke uitvoering passeert zelfs het kleinste stukje muziek door vele handen en wordt daar telkens rijker van. EEN RIZOOM IS EEN SOORT ONDERGRONDSE WORTELSTOK DIE ZIJWAARTS GROEIT EN ALSMAAR VERDER VERTAKT

Met precies zo’n open blik kijken de kunstenaars achter Rizoom! naar opera en dans. Zo ontdekten zij de ongelooflijk rijke wereld achter opera- en dansvoorstellingen, met alle teams van specialisten die op elkaar ingespeeld zijn en die allemaal hun puzzelstukjes aanleveren voor die ene productie. Niet zelden werkt een legertje aan mensen meerdere jaren aan muziek, choreografie of tekst, aan decors, kostuums en attributen. Lerend van wat het is en was en denkend over hoe het zou kunnen zijn, keren de regisseurs van Rizoom! al die werkprocessen binnenstebuiten en tonen ze aan het publiek.

Zo zag Lili Proesmans, een van de jonge dansers uit de voorstelling, ooit een filmpje van een orthodox ritueel met een beklijvende hymne in een mysterieuze taal. Begeesterd improviseerde zij daarna een eigen gezang, met een nieuwe melodie en gefantaseerde woorden. Opdat het niet verloren zou gaan, legde Kobe Proesmans het lied vast, schreef het uit en bergde het veilig op. Zo sliep dit idee totdat zijn compagnon Aarich Jespers het herontdekte en voordroeg voor Rizoom! Weer iemand anders ontdekte dat tekst uit Monteverdi’s opera Il ritorno d’Ulisse in Patria op een bijna magische wijze leek te passen op de verzonnen melodie. Operazangeres Liesbeth Devos nam de nieuwe muziek met oude woorden op en zo kan ook haar stem hergebruikt worden in de voorstelling. Op die manier blijft de muziek van Rizoom! eindeloos voortleven en -groeien.

De muziek van Kobe Proesmans en Aarich Jespers volgt dat uitgangspunt. Met hun popensemble The Colorist Orchestra specialiseren ze zich al langer in creatief hergebruik van onverwachte instrumenten en geluiden. Voor Rizoom! breiden ze hun verrassende 34


© RR

© RR

OBV MAGAZINE 9

RIZOOM!

© RR

© RR

Voor de dans laat choreograaf Iris Bouche zich inspireren door allerhande ceremonieën en patronen uit volksdansen. Gegeven rituelen, oud of hedendaags, probeert ze zo te heruit te vinden, om een nieuwe manier vinden om om te gaan met verlies. Ook verwerkt ze inzichten uit de psychologie, die ons leren hoe mensen een verlies verwerken, in de voorstelling. Daarbij houdt ze telkens het idee van een ‘rizoom’ in het achterhoofd: dat is een soort ondergrondse wortelstok die zijwaarts groeit en alsmaar verder vertakt. Voor sommigen is zo’n rizoom daarom een symbool van een wereld die niet hiërarchisch maar horizontaal ingericht is. Op de scène toont Iris Bouche dus niet zozeer een verzameling van anonieme dansers of van solisten, geen strikte rangorde. We zien geen dansers met allen dezelfde stijl, maar wel een verscheiden groep die samen bouwt aan een voorstelling en waarvoor ieder vanuit zijn eigen achtergrond bouwstenen aanrijkt. Inclusiviteit wordt de norm, niemand is belangrijker dan een ander en iedereen geeft vorm aan het samenleven. Op die manier wordt zelfs het idee van een maatschappij of familie opgewaardeerd.

En kostuumontwerper Alexandra Gilbert ging naar hartenlust shoppen in onze magazijnen, niet om kledingstukken klakkeloos te hergebruiken, maar om ze opnieuw te ontginnen als grondstof, als vertrekpunt voor nieuwe, kleur- en fantasierijke kostuums. Een kraag waar iemand ooit met engelengeduld honderden pailletjes op heeft genaaid, krijgt zo misschien een tweede leven, een mouw uit een vroegere Tannhäuser-productie wordt nu wellicht een flitsende broekspijp en een nooit eerder geziene voering steelt dit keer gegarandeerd de show. Het mag dus duidelijk zijn: hoewel we nog tot 29 april moeten wachten voor de première, is Rizoom! al weelderig aan het woekeren in Opera Ballet Vlaanderen. En ook staat het nu al vast dat het, zoals het een rizoom betaamt, een voorstelling zonder afgelijnd einde wordt, die op de een of andere manier zal blijven doorleven in iedereen die ernaar komt kijken en luisteren.

RIZOOM!

In zo’n rizoom als verstrengeld web van wortels is het moeilijk en zelfs irrelevant om te onderscheiden wat waar begint of eindigt, waar iets of iemand vandaan komt. Het voornaamste is dat alles deel uitmaakt van en bijdraagt aan het netwerk waar iedereen mee verbonden is. Scenograaf Wietse Bovri construeert uit geüpcyclede podiumdelen een denkbeeldige stad in voortdurende beweging waarin mensen en gebouwen telkens nieuwe connecties aangaan en iedereen deelneemt aan de eindeloze cyclus van het bestaan.

Opera en dans, klassiek en pop. Deze familievoorstelling gaat over omgaan met verlies: van je jeugd, je favoriete knuffel, je baan of een dierbare. Dat iedereen dat op zijn manier doet, met oog voor elkaar, is de mooie boodschap die Rizoom! uitdraagt. OPERA GENT vanaf 29 april 35


VRAAGSTAART

MARIBETH DIGGLE & EVA FLORIZOONE

© Marcel Lennartz

Eva Florizoone

Bij onze voorstellingen schitteren de artiesten op het podium, en ook backstage is een grote equipe in de weer. Graag stellen we onze collega’s aan jullie voor. Regisseur Maribeth Diggle en technisch tekenaar Eva Florizoone werken samen aan SOLA SOLETTA. Allebei vullen ze de vraagstaart van Proust in.

VOOR /

ACHTER DE SCHERMEN Maribeth Diggle over SOLA SOLETTA ‘La bohème is een van de mooiste werken uit de operageschiedenis, maar het personage van Mimì heb ik altijd problematisch gevonden. Ik voelde geen connectie met haar. Misschien omdat haar contouren zo ongedefinieerd zijn. Waarom wordt ze Mimì genoemd, terwijl haar echte naam Lucia is? Wie is ze wanneer ze alleen is, sola, in haar kamer? Vandaag worden steeds meer vraagtekens geplaatst bij dat archetype van de tragische vrouw in de kunsten. Al dat lijden is uiteindelijk een vrij povere voorstelling van vrouwen en hun potentieel. In SOLA SOLETTA wil ik Mimì heruitvinden.’

OPERA GENT vanaf 18 mei

Maribeth Diggle

© Sergei Shauchenka

SOLA SOLETTA


OBV MAGAZINE 9

SOLA SOLETTA

Maribeth Diggle / regisseur

Eva Florizoone / technisch tekenaar

1

Wat is je idee van perfect geluk? Italië.

1

Wat is je vroegste herinnering? Buitenspelen in de tuin van de crèche.

2

Wat is je grootste angst? Niet kunnen ademen.

2

3

Welke eigenschap van jezelf betreur je het meest? Mezelf afremmen voor ik begin.

Welke levende persoon bewonder je en waarom? Mijn oma, de mama van mijn mama, 31 december 2020 werd ze 90 jaar. Als je haar vraagt hoe het met haar gaat, antwoordt ze: ‘Ik kan niet klagen’. Eeuwig positief en kranig dametje, zo wil ik ook graag oud worden.

4

Welke levende persoon bewonder je het meest? Er zijn er te veel om op te noemen.

3

Wanneer was je het gelukkigst? Ik voel me best vaak gelukkig en daar ben ik dankbaar voor.

5

Wat is je grootste uitspatting? Muziek maken met collega’s overal ter wereld.

4

Wat is je grootste angst? Iemand dierbaars verliezen.

6

Wat is je huidige gemoedstoestand? Sceptisch optimisme.

5

Wat is je meest onhebbelijke karaktertrek? Ongeduldig zijn.

7

Welke deugd vind je overroepen? Vrouwelijke schoonheid.

6

8

Lieg je weleens? Op de luchthaven. Ik ga steevast de grens over met voedsel in mijn handbagage.

Wat is je favoriete zintuig? Voelen, ik ben een heel tactiel persoon. In winkels ben ik die irritante klant die overal wil aankomen, sorry.

7

9

Wat is je meest uitgesproken eigenschap? Ik ben een beschermer.

Wat wilde je later worden als kind? Toen ik echt klein was, droomde ik ervan heilig verklaard te worden.

8

Wat zie je als je naar de toekomst kijkt? Op wereldvlak probeer ik mijn steentje bij te dragen en blijf ik hopen dat het goed komt. Op persoonlijk vlak word ik liever verrast, dus no spoilers!

9

Wat maakt je ongelukkig? Onrechtvaardigheid, maar dat maakt me misschien eerder boos.

10 Aan welke levende mens heb je de grootste hekel? Te veel om op te noemen. 11 Welke eigenschap bewonder je het meest in een vrouw? Meer luisteren en minder praten. 12 Welke eigenschap bewonder je het meest in een man? Meer luisteren en minder praten.

10 Als je iets wat uitgestorven is, zou kunnen terugbrengen, wat kies je dan? De dodo, een knullig en hulpeloos wezentje dat geen vlieg kwaad deed. Het at zaden en vruchten, kon niet vliegen en had geen natuurlijke vijanden. Wie wil zoiets nu niet als huisdier?

13 Welke stopwoordjes gebruik je te veel? ‘I’m sorry.’ 14 Wie of wat is de liefde van je leven? Muziek was mijn eerste liefde en ik hoop dat het ook mijn laatste liefde zal zijn.

11 Wat is je foutste guilty pleasure? Paprikachips met ribbels.

15 Wanneer was je het gelukkigst? Vandaag.

12 Wie mag aanschuiven aan je droomdiner? Mijn lief, want eten is een van zijn hobby’s.

16 Welk talent zou je graag hebben? Sneller meer boeken kunnen lezen.

13 Welke stopwoordjes en -zinnetjes gebruik je te veel? Dat is echt niet oké!

17 Als je één ding aan jezelf zou kunnen veranderen, wat zou dat zijn? Ik zou nooit moe willen zijn.

14 Wat was je grootste teleurstelling? De Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.

18 Wat zie je als je grootste verwezenlijking? Dat ik ervoor blijf kiezen om gelukkig te zijn.

15 Als je het verleden kon veranderen, wat zou je dan doen? Zonder cynisch te willen klinken: er zijn wel meerdere dingen verkeerd gelopen in het verleden.

19 Waar zou je het liefste wonen? In Kaapstad.

16 Als je terug in de tijd kon reizen, waarheen zou je gaan? Mijn onbezonnen kindertijd.

20 Wat is je meest gekoesterde bezit? Mijn oren.

17 Noem één ding dat de kwaliteit van je leven zou verbeteren? Minder slaap nodig hebben.

21 Wat vind je het dieptepunt van ellende? Niet gezien worden.

18 Wat is de belangrijkste les die het leven je heeft geleerd? Met koppigheid bereik je niets en enerveer je alleen jezelf.

37


© RR

VRIENDEN / DAGTRIPS

In 2019 was Corinne Winters Rachel in La Juive van Halévy bij Opera Ballet Vlaanderen, nu zingt ze twee van de hoofdrollen in Puccini’s drieluik Il Trittico in De Munt.


OBV MAGAZINE 9

VRIENDEN OPERA BALLET VLAANDEREN

We hebben er, naar ons gevoel, veel te lang op moeten wachten om met de Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen ook weer naar bevriende huizen in de nabije en minder nabije omgeving te trekken. Die draad pikken we graag opnieuw op met trips naar Noord-Frankrijk, Brussel én Nederland.

TOURCOING / RECITAL MICHAEL SPYRES

AMSTERDAM / ANNA BOLENA IN NATIONALE OPERA & BALLET

Waar Michael Spyres gaat, daar volgen de Vrienden. En zeker als we er maar net de grens voor over moeten, in het Noord-Franse Tourcoing. Op zaterdag 5 maart is hij er te gast voor een recital rond de grootmeester van het Italiaanse belcanto, Gioacchino Rossini. Die kreeg van de Franse pers de bedenkelijke bijnaam ‘Monsieur Crescendo’, terwijl zijn talent en menselijkheid zonder meer de muziekgeschiedenis hebben veranderd. Op het programma in Tourcoing staan de Franse liederen die Rossini aan het eind van zijn leven schreef naast zijn vroege Italiaanse werk. Spyres wordt aan de piano begeleid door zijn compagnon de route Mathieu Pordoy. In de namiddag brengen we (facultatief) een bezoek aan Villa Cavrois, een icoon van de modernistische architectuur van Robert Mallet-Stevens. Na afloop van het concert dineren we samen.

Anna Bolena, de moeder van koningin Elisabeth I, is het hoofdpersonage in de gelijknamige opera van Gaetano Donizetti. Zij is de tweede vrouw van Hendrik VIII en wordt door hem aan de kant geschoven voor zijn nieuwe minnares Jane Seymour. De opera gaat over macht, passie, eer en kwetsbaarheid met dodelijke gevolgen en dat alles in een woelig tijdperk. De regisseur Jetske Mijnssen, een van Nederlands toptalenten in de internationale operaregie, debuteert hiermee bij De Nationale Opera. Muzikaal heeft de Italiaanse dirigent Enrique Mazzola (in een lang verleden nog bij ons te gast voor Falstaff) de touwtjes in handen. Hij leidt een indrukwekkende cast met de Letse superster Marina Rebeka, naast Raffaella Lupinacci, Ismael Jordi en Cecilia Molinari, alle drie oude bekenden van Opera Ballet Vlaanderen.

AUDITORIUM CONSERVATORIUM TOURCOING za 5 mrt om 18:00u

NATIONALE OPERA & BALLET AMSTERDAM zo 15 mei om 14:00u

€13 / concert, €60 / concert + diner, €78/ concert, diner + bezoek Villa Cavrois eigen vervoer of carpooling

€225 / cat. 1 , €175 / cat. 2, incl. busvervoer vanuit Gent of Antwerpen en lunch vooraf (excl. dranken)

BRUSSEL / IL TRITTICO IN DE MUNT

OPERAREIZEN BUITENLAND

De legendarische Puccini-cyclus in Antwerpen en Gent werd in 2002 afgesloten met Il Trittico. Sindsdien stond dit drieluik, misschien wel een van de mooiste werken van het begin van de 20e eeuw, niet meer op de affiche van een Belgisch operahuis. Tot nu dus. Onze collega’s van De Munt in Brussel brengen een gloednieuwe productie op de planken van de jonge Duitse regisseur Tobias Kratzer. In de cast herkennen we heel wat oude bekenden voor regelmatige bezoekers van Opera Ballet Vlaanderen. Adam Smith, Raehann Bryce-Davis en Raphaële Green waren alle drie lid van ons Jong Ensemble voor hun internationale carrière in gang schoot. Ook Corinne Winters, Tineke Van Ingelgem, Karen Vermeiren en Kurt Gysen waren eerder allemaal graag geziene gasten op onze podia. Op alle vlakken een blij weerzien dus.

We trekken in de komende maanden ook weer naar prestigieuze huizen in het buitenland, in maart naar München, in juli naar Aixen-Provence. De reizen waren in geen tijd volgeboekt, dus de reishonger is duidelijk groot.

Nog geen Vriend? En je wil ook van alle voordelen genieten en die extra schouder zijn waarop we kunnen leunen? Dat kan al vanaf 60 euro. Ontdek onze formules op operaballetvrienden.be

DE MUNT BRUSSEL zo 3 apr om 15:00u €55 euro / eigen vervoer 39


ANALYSE

SLEUTELMOMENT

SLEUTEL MOMENT

‘SEHR FEIERLICH UND SEHR LANGSAM’: HET ADAGIO UIT ANTON BRUCKNERS ZEVENDE SYMFONIE door Piet De Volder / illustratie Lenah de Wit

waarbij je weldadig in sound mag baden en je je zonder schroom mag overgeven aan gigantische klankkathedralen. ‘Een symfonie zal majestueus, verheven en groots zijn of zal niet zijn’, is het onuitgesproken credo van de componist.

‘Sehr feierlich und sehr langsam’ of: ‘heel plechtig en heel langzaam’. Zo luidt de karakterisering van het tweede deel van de monumentale Zevende Symfonie van Anton Bruckner (1824-1896). Bij uitbreiding vat de omschrijving zowat het hele sonore universum van de Oostenrijkse componist samen. Niet dat hij alleen maar langzame muziek schreef, hij verrast in enkele symfonieën ook met spitse en energieke delen. Uitgerekend in de Zevende Symfonie moet het derde deel ‘Sehr schnell’ (‘Heel snel’) worden gespeeld. Toch zijn een verheven, ceremoniële toon en een langzame puls onvervreemdbare ingrediënten van Bruckners muzikale taal. Het is muziek die steevast in een vererende modus verkeert en het ‘boven de boomgrens’ zoekt, om de woorden van wijlen maestro en Bruckner-eminentie Bernard Haitink te citeren. ‘Aan de lieve God toegewijd’ luidt de opdracht van Bruckners laatste, Negende Symfonie. Ook deze woorden zijn volstrekt van toepassing op het volledige oeuvre van een kunstenaar die zijn leven lang een diepgelovige, praktiserende katholiek is gebleven. Vandaag komen Bruckners symfonieën ons vooral voor als ideale onthaastingsmuziek die genereus tijd en ruimte inneemt. Bij Bruckner ben je aan het juiste adres voor een overrompelende, immersieve ervaring

Op imposante koperfanfares heeft Bruckner een patent. De koperblazers zijn geen obligate ‘vullers’ zoals in sommige romantische orkestraties, goed om climaxen van extra decibels te voorzien. Bruckners kopers hebben eenzelfde gewicht als de andere orkestgroepen en zijn evenzeer dragers van melodische thema’s. Het ‘Sehr feierlich und sehr langsam’ uit de Zevende illustreert dit perfect, met de focus op een aparte groep kopers: de zogenaamde Wagnertuba’s. Ze krijgen hier het gezelschap van de contrabastuba, die instaat voor een stevig sonoor fundament. De Wagnertuba is een speciaal voor Richard Wagner ontworpen instrument dat karakteristieken van de hoorn en de tuba combineert maar dat qua klank eerder bij de hoorn dan bij de tuba aansluit. Bruckner zet vier van die instrumenten in in zijn symfonie: twee tenor- en twee basinstrumenten. Ook in de daaropvolgende, laatste symfonieën, de nummers acht en negen, trakteert hij ons op de warme en elegische 40


OBV MAGAZINE 9

BRUCKNER 7

sound ervan. Het uitlichten van het Wagnertuba-kwartet in de Zevende Symfonie voert ons naar de vaak aangehaalde Wagnerverering van Bruckner. Het ‘Sehr feierlich und sehr langsam’ geldt vandaag als een in memoriam voor zijn grote idool. De componist verwoordde het zelf als ‘een aandenken aan de zalige, vurig geliefde en onsterfelijke meester’ (‘zum Andenken an den Hochseligen, heißgeliebten unsterblichen Meister’). Toch begon hij aan dit Adagio enkele weken voor Wagner overleed in Venetië (13 februari 1883). Bruckner had het oorspronkelijk gepland als een treurmars ter nagedachtenis aan slachtoffers van de brand van het Weense Ringtheater in december 1881. Maar na het bericht van Wagners overlijden herwerkte hij zijn partituur vastberaden als een eresaluut, met integratie van de Wagnertuba’s. De componist had de Wagnertuba’s leren kennen bij de creatie van Wagners opus magnum Der Ring des Nibelungen in Bayreuth in 1876. Wagner genoot zelf van de grenzeloze en blinde verering door zijn meest verhitte ‘groupie’ maar engageerde zich in geen enkel opzicht voor de verspreiding van zijn symfonieën. Ten huize Wagner had men het over ‘die arme organist uit Wenen’, verwijzend naar Bruckners eerste roeping. De hoogst zelfbewuste, zeg maar narcistische, maestro voor wie de Oostenrijkse, provinciale kunstenaar ooit letterlijk op de knieën ging (!), had geen hoge pet op van de ‘dilettant’ Bruckner, die zich op latere leeftijd stortte op het symfonische genre. Wanneer Bruckner zijn Derde Symfonie aan Wagner opdroeg en het werk met een persoonlijke, in sierlijke letters neergepende opdracht naar hem zond, ontving hij alleen een formeel dankjewel van Wagners echtgenote Cosima.

NA HET BERICHT VAN WAGNERS OVERLIJDEN HERWERKTE BRUCKNER ZIJN PARTITUUR VASTBERADEN ALS EEN ERESALUUT, MET INTEGRATIE VAN DE WAGNERTUBA’S

Beluistering van het Adagio uit de Zevende Symfonie leert ons dat, ondanks de extatische en kruiperige bewondering die Bruckner Wagner toedroeg en ondanks inspiratie door illustere momenten uit Wagners opera’s, het om muziek gaat die allesbehalve wagneriaans geconcipieerd is. Beter nog: de enkele sonore gelijkenissen tussen Wagners en Bruckners klankwerelden beperken zich tot oppervlakteverschijnselen, met name in het gebruik van koperblazers. Als Wagners orkestraties uitmunten in ‘Mischklang’ of in het ingenieus mengen van solistische instrumentale timbres, dan

heeft Bruckner een uitgesproken voorkeur om instrumentengroepen als zuivere kleuren tegenover elkaar uit te spelen. Wagner beschouwde zichzelf als een meester in geleidelijke overgangen en een uiterst fluïde muzikaal verloop. Bruckner daarentegen hanteert montage-achtige structuren waarin thema’s en klanksferen met elkaar contrasteren en soms door stiltes van elkaar worden gescheiden. In het langzame deel van de Zevende Symfonie valt daarbij op hoe hij heel intieme, kamermuzikale passages alterneert met het grote symfonische geweld. De voortdurende wisselingen in volume, klankmassa, kleuren en sferen in Bruckners orkestratie worden vaak in verband gebracht met de praktijk van het orgelspel waarbij men door verandering van registers contrasterende kleuren tevoorschijn tovert en men snel schakelt tussen intiem en volumineus. De organist Bruckner heeft zeer zeker een stempel gedrukt op de eigengereide orkestratietechniek van zijn negen symfonieën, die in zijn eigen tijd met veel onbegrip werd bejegend. Bruckner schat het gewicht van een klankgebeurtenis steeds feilloos in. Een goede uitvoering van een Bruckner-symfonie vraagt dan ook om een intense en liefdevolle concentratie op de klankproductie zelf. In de Zevende Symfonie maken de vermelde Wagnertuba’s alleen hun opwachting in het tweede deel en de finale. Doordat ze bij het begin van het ‘Sehr feierlich und sehr langsam’ solistisch aantreden, verrast de componist ons met een nieuwe, toegevoegde kleur in een palet dat hij in het imposante, eerste deel had ontvouwd. ‘Hervortretend’ (‘naar voren komend’) luidt de aanduiding voor de elegische melodie van het Wagnertuba-kwartet en de contrabastuba. De vijfkoppige groep staat daarbij helemaal in de spotlights. De strijkers beantwoorden de rouwende kopers met een smartelijk thema, dat als ‘sehr markig’ (‘zeer pittig’) wordt gekarakteriseerd en dat van felle accenten is voorzien. Aan nadrukkelijkheid ontbreekt het nooit bij Bruckner maar tegelijk wordt duidelijk hoezeer deze muziek de luisteraar uitnodigt in te zoomen op het moment zelf en deel te worden van de groeiende klankstructuur. De Wagnertuba’s zijn de sonore leidraad en de hekkensluiters van het tweede deel, dat zonder twijfel tot de meest geïnspireerde bladzijden behoort die de componist ons heeft nagelaten. Niet toevallig is de Zevende Symfonie uitgegroeid tot een van zijn meest favoriete werken, dat bij zijn creatie eindelijk een internationale doorbraak bracht, na de vele vernietigende en vileine kritieken die Bruckner eerder te beurt waren gevallen. Wanneer hij op 30 december 1884 in Leipzig kwam groeten na de première van zijn Zevende Symfonie door het Gewandhausorchester onder leiding van Arthur Nikisch, was het publiek stomverbaasd geen jong talent te zien maar een kloeke zestiger met wit donshaar! Hoezeer Wagner bij leven ook op hem had neergekeken, het was Wagners muzikaal genie dat Bruckner inspireerde en tot grote hoogten voerde.

© Tim Coppens

BRUCKNER 7 De Zevende Symfonie van Bruckner is een overweldigende ervaring, een klankkathedraal waar je maar niet genoeg van krijgt. Ons Symfonisch Orkest trakteert je op een muzikaal feest en laat je genieten van dit magistrale werk. DE BIJLOKE MUZIEKCENTRUM GENT 26 mei DE SINGEL ANTWERPEN 28 mei


OPERA BALLET VLAANDEREN

MAGAZINE 9

KALENDER C(H)ŒURS 2022 Waarin schuilen de kracht en het gevaar van een massa anno 2022? Choreograaf Alain Platel beantwoordt die vraag aan de hand van de politiek geladen muziek van Wagner en Verdi. Zowel ons ballet als ons koor danst je doorheen de voorstelling.

RIZOOM! Opera en dans, klassiek en pop. Deze familievoorstelling gaat over omgaan met verlies: van je jeugd, je favoriete knuffel, je baan of een dierbare. Dat iedereen dat op zijn manier doet, met oog voor elkaar, is de mooie boodschap die Rizoom! uitdraagt. OPERA GENT vr 29 apr om 19:00u / za 30 apr, zo 1 mei om 15:00u schoolvoorstellingen: woe 4 mei om 10:30u / di 3, do 5 en vr 6 mei om 13:30u

OPERA ANTWERPEN © Tim Coppens

zo 13, di 15, wo 16, vr 18, za 19, di 22, vr 25 mrt om 20:00u / zo 20 mrt om 15:00u OPERA GENT za 2, di 5, wo 6, za 9, wo 13, do 14, vr 15 apr om 20:00u / zo 3, zo 10 apr om 15:00u / In juni ook te zien in Opéra de Lille

PALMOS / HALF LIFE Geniet van ballet in een hedendaags jasje: Palmos werkt met nummers van de Amerikaanse popzanger Active Child, in Half Life wordt gedanst op elektronische muziek. Samen vertellen ze een verhaal van verbinden en durven loslaten. OPERA ANTWERPEN wo 16, vr 18, za 19, di 22, wo 23 mrt om 20:00u / zo 20 mrt om 15:00u OPERA GENT

DE BEKEERLINGE De bekeerlinge is een op en top Belgische productie: de gelijknamige roman van Stefan Hertmans wordt door Wim Henderickx in operavorm gegoten. Dit poëtische stuk neemt je mee naar de tijd van de kruistochten, een oude wereld die veel op de onze lijkt.

za 2, di 5, wo 6, do 7, vr 8 apr om 20:00u / zo 3 apr om 15:00u

OPERA ANTWERPEN

ZONE X

OPERA GENT vr 27 mei, do 2 en za 4 jun om 20:00u / zo 29 mei om 15:00u

Wat zullen onze nakomelingen over honderd jaar van onze tijd denken? Wat blijft er van ons over? Zone X is een tijdreis naar de toekomst. Je maakt een toeristische stadswandeling en wordt zo deel van een unieke performance met muziek en theater. OP LOCATIE IN ANTWERPEN do 31 mrt om 19:30u en 20:00u / vr 1 apr om 19:00u, 20:00u en 20:30u / za 2 apr om 14:00u, 14:30u, 15:30u, 16:00u, 19:30u en 20:00u OP LOCATIE IN GENT do 5 mei om 19:30u en 20:00u / vr 6 mei om 19:00u, 20:00u en 20:30u / za 7 mei om 14:00u, 14:30u, 15:30u,16:00u, 19:30u en 20:00u

SAMENSTELLING & REDACTIE Koen Bollen, Maarten Boussery, Ilse Degryse, Wilfried Eetezonne, Tom Swaak, Lotte Suvée, Tim Taveirne, Wim Van Bree, Barbara Voets

V.U.: Opera Ballet Vlaanderen, Jan Raes, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen

EINDREDACTIE Ilse Degryse

Alle rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.

GRAFISCH ONTWERP Lodewijk Joye

DRUK Stevens Print

COVER © Filip Van Roe

Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

BACK COVER © Filip Van Roe

di 10, vr 13, di 17,do 19 mei om 20:00u / zo 15 mei om 15:00u

BRUCKNER 7 De Zevende Symfonie van Bruckner is een overweldigende ervaring, een klankkathedraal waar je maar niet genoeg van krijgt. Ons Symfonisch Orkest trakteert je op een muzikaal feest en laat je genieten van dit magistrale werk. DE BIJLOKE MUZIEKCENTRUM GENT do 26 mei om 20:00u DE SINGEL ANTWERPEN za 28 mei om 20:00u

met de steun van

hoofdpartner

mediapartners

OPERABALLET.BE



Alain Platel Giuseppe Verdi Richard Wagner

‘Few directors today can match Platel’s inventive sincerity, the fluid physicality and honesty with which he can move both dancers and non-dancers around the stage.’ ★★★★ FINANCIAL TIMES

OPERA ANTWERPEN & GENT 13.03 – 10.04.2022


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.