COLUMN
Snapshot te velde
Amersfoort en zijn mooie Koppelpoort.
afgesteld is, maar als bij het afdalen weer alles soepel bolt, moet ik toegeven dat het mijn benen zijn die niet meer mee willen. Met het laatste restje energie en veel wilskracht fietsen we via brede lanen Arnhem binnen. Deze stad bewijst een gezellige plek te zijn en voor een fijn restaurant hoeven we niet lang te zoeken. De uitbater vertelt ons dat hij de voorbije weken al heel wat Belgen ontvangen heeft en dat het hem telkens opvalt hoe vriendelijk, geduldig en beleefd wij altijd zijn. Het ijs is meteen gebroken voor een leuke babbel.
Reigers en ooievaars Op onze laatste fietsdag keren we naar Utrecht terug langs de Rijnfietsroute. Deze route vormt het Nederlandse deel van de befaamde Internationale Rijnroute (EuroVelo 15), 1500 km van de bron in Zwitserland tot aan de monding in de Noordzee. Via Wageningen en Rhenen, met zijn imposante oude kerktoren, doen we prachtige stukjes natuur aan langs de Rijn. Naaste talrijke reigers laten ook enkele ooievaars zich zien. In Amerongen genieten we van een lunch op een buitenterras, duidelijk populair bij fietsers, om via de Utrechtse Heuvelrug (jawel, weer berg op en af) door heel wat bos naar onze start- en ook eindbestemming Utrecht te fietsen. Waar we vier dagen geleden onmiddellijk de natuur in fietsten, leidt de route ons nu dwars door het centrum. Na 86 km sluiten we af zoals we begonnen zijn: op een zonnig terras, langs één van de vele Utrechtse grachten.
Lotgenoten onderweg Op vakantie willen we graag rust en komen we zeker niet te veel toeristen tegen (al zijn we er zelf ook). Maar het voelt toch altijd fijn om onderweg lotgenoten te zien. Ja, we hoeven er zelfs niet tegen te praten, alleen het zien van een ander koppel of gezin met bepakte fietsen voor- en achteraan het wiel, of met een karretje erbij, geeft ons een gevoel van camaraderie. De eerste (korte) dag hebben we er niet op gelet, maar dag twee viel het ons op dat we toch wel wat trekkers tegenkwamen. Dus besloten we op dag drie te tellen hoeveel vakantiefietsers onze wegen kruisten. Onze criteria waren streng: alleen de ‘echte’ trekkers werden meegeteld, louter twee fietstassen aan het achterwiel was onvoldoende. Een duo of een mama, papa en twee kinderen telde maar voor één. Zo kwamen we op dag drie aan acht lotgenoten en onze laatste dag telden we er zelfs vijftien.
Meneer en mevrouw hebben hun fiets helemaal opgetuigd: volgeladen batterij, lichten die dankzij de elektrische ondersteuning ook bij dag voor extra uitstraling zorgen, stijlvolle fietstas en, last but not least, links op het stuur een glanzende achteruitkijkspiegel. Ze zijn niet meer van de jongsten en verdienen als destijds hardwerkende Vlamingen de best mogelijke uitrusting. Wijzelf worden enkel ondersteund door de eigen stofwisseling. Het volstaat dus niet de batterijen op te laden voor vertrek, wij hebben op geregelde tijdstippen een min of meer gezonde knabbel nodig om de interne energievoorraad aan te vullen. Dat doen wij momenteel op het kruispunt van een vroegere spoorwegbedding en een landwegje. IJverig knabbelend, genietend van zon, landschap en de pas ontdekte slogan Blijven fietsen allemaal die het fietspad hier siert. Dan zoemen de tweewielers van meneer en mevrouw nader. Hij rijdt voorop, één brok ernstige verantwoordelijkheidszin, stopt aan het kruispunt en meldt naar achter dat er niemand is. Wij – de twee niemanden – knabbelen verder. Meneer trapt zijn machine weer in gang en vervolgt zijn weg. Fluks, met een niet te verwaarlozen externe ondersteuning. Mevrouw heeft het iets moeilijker: spijts zijn verklaring dat het kruispunt leeg was, zet zij voorzichtigheidshalve voet aan de grond. Na doorgedreven neerwaartse studie lokaliseert ze vervolgens de positie van haar linker trapper en plant er haar voet op. Bij een dermate grondige studie van wat zich grondwaarts afspeelt is het optisch gezien onmogelijk simultaan gebruik te maken van de achteruitkijkspiegel, die zich op veel grotere hoogte bevindt. Multitasking kent fysieke grenzen. Bijgevolg kan zij zich onmogelijk rekenschap geven van het aanschietend gevaar: een eveneens opgedreven fietser die haar locatie waarneemt, maar niet haar intenties kent en dus in een beperkte bocht rond de hindernis wenst te fietsen. Helaas komt net op dat ogenblik die hindernis in beweging… De alerte reflex van de ene en de vrij grote inertie van de andere weggebruiker hebben tot gevolg dat een aanrijding, zij het nipt, vermeden wordt. Ondertussen bevindt meneer zich al zo’n 50 meter verder en is onze koek op. Hij bereidt zich ongetwijfeld voor op een uitgebreide nabespreking van dit evenement: het bijna-drama bij de overtocht van de Wildestraat … nomen est omen. Elk vervolgt zijn weg, in verschillende richtingen, verschillend uitgerust, met uiteenlopende snelheden en ambities… Maar ondanks de verschillen blijven we verbonden door de wil om buiten te zijn, te genieten van de natuur en de vastbeslotenheid om tijdens corona 1, corona 2 en hopelijk ooit na corona, naar eigen godsvrucht en vermogen gevolg te geven aan de oproep: Blijven fietsen allemaal. Griet Van de Keere en Freddy Cloet
2020-5 Op Weg |
51