1.4.10
VLEERMUIZEN, THUIS IN HET LANDBOUWLANDSCHAP
ALGEMEEN Trekker Contactpersoon (RLKGN) Partners Doelgroep Doelstelling
Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete Joke Maes Stad Herentals, gemeente Olen, Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt, Vlaamse Landmaatschappij, Boerennatuur VL, Agentschap voor Natuur en Bos Landbouwers, openbare besturen en andere grondeigenaars De uitzonderlijke aanwezigheid van de grootste Vlaamse kolonie van de zeer zeldzame ingekorven vleermuis wordt aangegrepen om samen met de lokale landbouwers en de openbare besturen acties rond agrobiodiversiteit op te starten in Herentals en Olen. Hierbij leggen we de nadruk op herstel en beheer van groen-blauwe elementen en op een brede communicatie naar de bevolking.
OMSCHRIJVING Het hoofddoel van dit project is om uitzonderlijke aanwezigheid van grootste Vlaamse kolonie van de zeldzame ingekorven vleermuis te verheffen naar een lokale mascotte ter bevordering van een duurzaam landbouwlandschap.
De ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus)
De vleermuisvriendelijke acties zijn maatregelen die (1) gedragen zijn door alle sectoren en (2) die standhouden en uitgebreid worden na het verloop van het project. De maatregelen die hiervoor in aanmerking komen, zullen ook een positief effect hebben op andere dier- en plantensoorten en landschapsbeleving. Via een brede communicatie streven we er bovendien naar om de bevolking te laten kennis maken met de brede waaier aan positieve effecten van agrarisch natuurbeheer (natuur, educatie, klimaat, landschapsbeleving, etc.).
Concreet worden volgende acties voorzien: 1. Ontwikkeling van een landschapsvisie 2. Kennisuitwisseling en overleg met Vleer- muizenwerkgroep Natuurpunt door o.a. monitoring 3. Actief benaderen van landbouwers én gebruik maken van algemene oproepen voor samenwerkingen 4. Financiële en inhoudelijke steun van landbouwers, stad Herentals, gemeente Olen en andere grondeigenaars bij terreinrealisaties 5. Organisatie, ontwikkeling en lancering van communicatie ten behoeve van educatie en sensibilisatie van het brede publiek, omwonenden en landbouwers in het algemeen. 6. Structurele verankering van het beheer en uitbreiding van nieuwe aanplantingen na het verloop van de projectperiode.
80