Oude bekenden
Tekst: Joke Dame Foto's: privébezit
Hij werd geboren in Zuid-Limburg, studeerde in Aken, kreeg een baan in Rotterdam, ging naar Noord-Brabant en woont sinds tien jaar weer in Rotterdam. Voormalig solofluitist Raymond Delnoye is op zijn manier een globetrotter. ‘Op een goed moment wil je geen tuin meer en dichter bij je kinderen wonen.’
'Allemaal van onze-lieve-heer'
S
terfluitist verlaat het Philharmonisch, schreef Het Vrije Volk toen Raymond Delnoye op 47-jarige leeftijd zijn soloplaats in het Rotterdamse orkest opgaf. Conflict? ‘Nee hoor’, zegt de inmiddels bijna tachtigjarige. ‘We hadden een fantastische blazersgroep in Rotterdam – we konden geweldig samenspelen, mooi kleuren en we waren ook allemaal goede solisten – maar die club viel ineens uit elkaar en mijn goede vriend Heinz ging dirigeren bij het Brabants Orkest.’ Hoboïst Heinz Friesen vond dat Raymond mee moest naar Brabant, waar hij toch al lesgaf op het Tilburgs conservatorium. Daar voelde Delnoye aanvankelijk niets voor. Maar toen er aan zijn Rotterdamse contract gemorreld werd – bezuinigingen: de soloblazers werden gekort op hun salarissen óf moesten ineens op alle plekken inzetbaar zijn – besloot hij na dertig jaar uit Rotterdam te vertrekken. ‘We hadden notabene net een huis laten bouwen, maar om mijn vrijheid te behouden, ook mijn artistieke vrijheid – ik speelde nog in het Nederlands Kamerorkest, heb ik achttien jaar gedaan – ben ik naar
Brabant gegaan en heb ik kunnen meewerken aan de opbouw van een orkest. Dat vond ik heel plezierig.’ Twaalf jaar was Raymond Delnoye toen hij een concours won en een plaquette ontving uit naam van koningin Juliana. ‘Mijn moeder, een boerendochter, zei: „je hoeft je niks te verbeelden hoor, dat heb je allemaal van onze-lieve-heer.’” Maar hij kwam als kind wel in alle kranten, ook de landelijke. Kort daarop Op 13-jarige leeftijd als solist met het conservatoriumorkest van Aken.
26 14
belde er een man aan de voordeur: woont hier een fluitist? Hij stelde zich voor als de directeur van het conservatorium in Aken en wilde hem horen. ‘Ik was alleen thuis. Stond ik voor hem te spelen toen mijn ouders thuiskwamen. Ik moest de kamer uit en toen ik weer binnen mocht, zat ik op het Akens conservatorium met een stipendium. Vijftien kilometer op de fiets.’ Heinz Friesen heeft hem naar Rotterdam gehaald. Raymond had net zijn eindexa-