De sprintster rent niet direct weg op maximale snelheid. Haar snelheid neemt toe totdat de maximale snelheid is bereikt. Hoe verandert de snelheid tijdens de sprint? Na hoeveel tijd bereikt zij haar maximale snelheid?
Figuur 2.42
2.4
Willekeurige beweging Een sprintster rent de 100 m in 10,5 s. In figuur 2.43 zie je het (x,t)-diagram en het (v,t)-diagram. De (x,t)-grafiek is een kromme tussen t = 0,0 s en t = 5,0 s. Omdat de steilheid toeneemt is het een versnelde beweging. Of het een eenparig versnelde beweging is, kun je niet zien in het (x,t)-diagram maar wel in het (v,t)-diagram. Tussen t = 0,0 s en t = 1,0 s is de (v,t)-grafiek een schuine rechte lijn. De beweging is dan dus eenparig versneld. Van t = 1,0 s tot t = 5,0 s is de beweging wel versneld, maar niet eenparig versneld. De sprint is een voorbeeld van een willekeurige beweging.
x (m)
▶ applet Rechtlijnige bewegingen ▶ practicum Videometing
Beweging in het algemeen
Figuur 2.43
82
h o ofdstuk 2