Het optimaal plannen van vermogensoverdracht leek lang het werkterrein van private bankers en vermogensbeheerders. De jongste jaren begeven ook advocatenbureaus, consultants en notarissen zich op de markt van estate planning. Hoe vindt u als klant nog uw weg in dat labyrint?
‘Estate planning is financieel mikado spelen’
met je vermogen gebeurt als je er niet meer bent.’
Experts in de financiële sector waarschuwen al enkele jaren voor iets wat ze met veel gevoel voor drama de Great Wealth Transfer noemen. Nu ondernemers uit de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd naderen, zullen ze de komende tien tot twintig jaar hun vermogen massaal overdragen aan de volgende generatie. Volgens scha ingen van sommige banken zullen door die shift wereldwijd duizenden miljarden euro’s bij de kinderen en de kleinkinderen terechtkomen. De Belgische babyboomers nemen hun tijd om na te denken over wie hen zal opvolgen in hun bedrijf en wie hun privévermogen in handen krijgt na hun overlijden. Meer dan de helft van de familiale ondernemers ouder dan 60 zegt nog niets op punt te hebben gesteld voor de opvolging in hun zaak. Dat blijkt uit een recente enquête van het expertisecentrum Smart Organisations van de Hogeschool UCLL en de werkgeversorganisatie Voka.
Druk
Ondernemers die zich toch willen voorbereiden op de overdracht naar de volgende generatie hoeven geen gebrek aan aandacht te vrezen. De Belgische markt voor estate planning of vermogensplanning blijkt behoorlijk druk. Je hebt in de eerste plaats de traditionele private bankers en vermogensbeheerders. Maar ook advocatenkantoren, consultants, fiscalisten, boekhoudkantoren, notarissen en zelfstandige financiële planners zijn de jongste jaren almaar prominenter aanwezig in deze tak van de sport.
‘Je moet estate planning zien als de ruwbouw ze en van het vermogen dat je wil opbouwen’, zegt Vincent Lambrecht, directeur estate planning bij de vermogensbeheerder CapitalatWork. ‘Het heeft geen zin dat je jaarlijks hogere rendementen nastreeft als je bij je overlijden uiteindelijk 27 procent erfbelasting betaalt omdat je te weinig hebt nagedacht over wat
Hoe groter het vermogen, hoe complexer het wordt dat zo goed mogelijk gestructureerd te krijgen. ‘Vergelijk het met Mikado spelen’, zegt Lambrecht. ‘Als je dat speelt en je verlegt een stokje, gaat er vaak een ander meebewegen. Zo is dat vaak ook met grote vermogens. Een schenking of een verkoop kan juridische gevolgen hebben voor een ander deel van de investeringsportefeuille. Een vermogensplanner moet iemand zijn die tussen alles de juiste verbanden kan leggen. Hij moet het overzicht behouden voor de families waarmee hij werkt.’
‘De meerwaarde van ons beroep is dat we alles zeer objectief in kaart brengen en een stand van zaken kunnen geven van het familievermogen’, zegt Tillo Dumont, directeur estate planning bij de audit- en consultancyreus KPMG in België. ‘Je merkt vaak dat klanten aanvankelijk heel gefragmenteerd werken. Ze schakelen specifieke adviseurs in voor hun onderneming, maar voor hun privévermogen gaan ze voor de ene vraag naar de notaris, voor de andere wenden ze zich tot een boekhouder of de financieel directeur van hun bedrijf. Op
den duur blijkt het familievermogen te weinig gestructureerd of blijken er beslissingen genomen die bepaalde keuzes in de toekomst kunnen bemoeilijken.’
‘Bij veel klanten zie je dat ze in de eerste plaats focussen op hun bedrijf’, zegt Dumont. ‘De structurering van hun privévermogen komt pas daarna. Vaak schieten ze pas in actie als er iets gebeurt in hun directe omgeving: een onverwacht overlijden of een scheiding van een bevriende ondernemer, bijvoorbeeld.’
Gedwongen professionalisering
Allicht met de Great Wealth Transfer in het achterhoofd legt een groeiend aantal bedrijven zich toe op de markt voor estate planning en advies aan families en familiebedrijven. Toch is dat niet voor iedereen weggelegd, zegt Johan Adriaens, die al jaren actief is als estate planner met zijn kantoor Adriaens & Partners. Volgens hem wordt estate planning meer en meer een business voor heel grote kantoren of middelgrote spelers die zich op een specifieke niche toeleggen.
‘Dat komt vooral omdat de regelgeving zo ingewikkeld is geworden’, legt Adriaens uit. ‘Je moet als estate planner niet alleen
rekening houden met wat de Vlaamse overheid beslist. Wat als je cliënt een bedrijf in Vlaanderen heeft, maar in Brussel of Wallonië woont? Elk gewest werkt volgens zijn eigen fiscale regelgeving. Een boekhoudkantoor met veertig of vijftig personeelsleden kan het zich niet permitteren daar één iemand fulltime op te zetten. Bovendien zijn de geschikte mensen moeilijk te vinden en enorm duur.’ Dumont heeft het over een ‘gedwongen professionalisering’ van het beroep van estate planners. ‘Een overdracht van een bedrijf of een familievermogen structureren op basis van je buikgevoel, dat gaat er stilaan uit. Zowel op nationaal als internationaal is de regelgeving zo specifiek geworden dat je je door specialisten moet laten begeleiden.’ Hij geeft het voorbeeld een ondernemer die zijn bedrijf van Nederland naar België wil verplaatsen. ‘Een deel van de informatie over die transactie moet je melden bij de fiscus, die die informatie centraliseert in een Europese databank’, zegt Dumont. ‘Veel kmo’s hebben ook een internationaal profiel. Soms wonen er kinderen in het buitenland of is er vastgoed in andere landen. Bij een overdracht moet je dan ook met de buitenlandse wetgeving rekening houden. Een bankier of een notaris is daar minder snel van op de hoogte en moet dan in zijn omgeving specialisten zoeken die zijn klanten verder kunnen adviseren.’
De klanten gaan niet snel bij al die verschillende specialisten shoppen om advies in te winnen, zegt Vincent Lambrecht van CapitalatWork. ‘Het blijft iets zeer persoonlijks. Die mensen moeten uiteindelijk in het volste vertrouwen hun hele vermogen en familiesituatie uit de doeken doen. Dat willen ze niet vaak met anderen delen. Maar hoe groter het vermogen, hoe complexer het wordt om alles zo goed mogelijk te structureren en hoe meer nood je hebt aan verschillende specialisten. Het is de taak van de estate planner om als spelverdeler te zeggen: hiervoor heb je een notaris nodig, daarvoor moet je naar een advocaat.’
Vermogensplanners stellen een geleidelijke generatiewissel vast bij hun klanten. ‘Mensen beginnen vroeger na te denken
Estate planning moet je zien als de ruwbouw ze en van het vermogen dat je wil opbouwen. Vincent Lambrecht Directeur Capital at Work
over hoe ze hun successie moeten regelen’, zegt Lambrecht. ‘De coronacrisis heeft ook geleerd dat een ramp iedereen kan overkomen.’
Bejaarden op de trap
‘Ik schaamde me vroeger dat ik geen lift had. Vaak moest ik bejaarde klanten de trap naar mijn kantoor laten nemen’, lacht Adriaens. ‘Nu zie je toch dat klanten zich al op jongere leeftijd afvragen wat met hun vermogen zal gebeuren als ze overlijden.
Met een sudden death-verzekering en eventuele aanpassingen aan het huwelijkscontract kunnen jongere ondernemers dat probleem tijdelijk oplossen voor 4.000 à 5.000 euro.’
Ook bij een scheiding wordt vaak gedacht aan successieplanning, zegt Adriaens. ‘Het gebeurt dat jongere ondernemers van 35 tot 40 jaar hier langskomen met een minderjarig kind. Ze willen dan een constructie opze en zodat ze kunnen
vermijden dat hun ex, de moeder van het kind, het volledige stemrecht krijgt over de aandelen van hun vennootschap.’
‘Het opstellen van een vermogensplanning blijft uiteindelijk iets dat de pater of de mater familias in gang moet ze en’, zegt Dumont. ‘Maar het gebeurt niet langer alleen top-down. De tijd dat de kinderen alleen hun handtekening moesten ze en is stilaan achter de rug. De jongere generatie is mondiger, alles wordt ook meer bespreekbaar.’
Het beste is tot een oplossing te komen die door iedereen wordt gedragen, beklemtoont Dumont. ‘Ik heb al gezien dat sommige kinderen niet willen meewerken als ze het gevoel krijgen dat hen iets wordt opgedrongen. Het risico bestaat dan dat de overlater de zaken weer voor zich uit begint te schuiven. Met duidelijke communicatie, transparantie en een goede voorbereiding behaal je meestal het gunstigste resultaat.’
Veel klanten focussen in de eerste plaats op hun bedrijf.
De structurering van hun privévermogen komt pas daarna.
Tillo Dumont Directeur estate planning KPMG België
Estate Planning
Maak een stappenplan om uw zaak over te laten
Vroeg begonnen is half gewonnen. Die volkswijsheid geldt ook als u uw zaak wilt verkopen of overlaten. ‘Vier à vijf jaar op voorhand starten is geen overbodige luxe. Wacht niet tot u 60-plusser bent.’
SONJA VERSCHUEREN
Denk vroeger aan later. Met die slogan zet de zelfstandigenorganisatie Unizo zaakvoerders ertoe aan zeker niet te wachten tot hun oude dag om na te denken over hun pensioen of de overdracht van hun bedrijf.
‘Almaar minder zaken worden overgenomen door de volgende generatie. Het gaat om minder dan de helft’, zegt Guido Seghers van Overnamemarkt.be, het Unizo-platform waarop bedrijfsleiders hun zaak te koop kunnen aanbieden, een soort Immoweb voor bedrijven. En dus moeten bedrijfsleiders de markt op of hun netwerk aanspreken om een overnemer te vinden.
‘Heel af en toe neemt een personeelslid de zaak over - een managementbuy-out in het jargon - zoals bij het sterrenrestaurant Hof van Cleve. 20 procent van de ondernemers zet zijn zaak ook gewoon stop’, zegt Seghers.
Door de vergrijzing komen ook meer bedrijven op de markt. ‘Maar niet alle verkopers zijn ondernemers op pensioengerechtigde leeftijd’, zegt Dominic Dhaene van Van Breda Advisory. Hij begeleidt bedrijfsleiders en vrije beroepers bij het verkoop- of overnameproces.
‘Er zijn er ook mensen van 30 of 40 jaar die uit hun bedrijf stappen. Ze vinden bijvoorbeeld van zichzelf dat ze niet meer de juiste persoon voor hun zaak zijn en ze zetten een stap opzij in het belang van de onderneming. Of ondernemers die gelukkig waren in een bedrijf met tien werknemers, maar niet langer nadat hun business is uitgegroeid tot honderd werknemers. Anderen stoppen omdat ze met de verkoop van hun bedrijf een mooie meerwaarde kunnen verzilveren.’ 1
Begin er op tijd aan
Wat ook de reden is waarom u uw bedrijf wilt verkopen, één constante komt geregeld terug bij onze gesprekspartners: begin er op tijd aan. Bent u er emotioneel klaar voor, is uw bedrijf verkoopbaar? De overdracht van een zaak is niet in eentwee-drie geregeld. ‘Wie bijvoorbeeld in 2024 zijn zaak wil verkopen, moet daar nu al mee bezig zijn’, benadrukt Seghers. ‘Bij voorkeur begint u zelfs vier à vijf jaar op voorhand.’ Dat lijkt veel, maar een jaar is zo gepasseerd. ‘Zeker als je weet dat het klaarstomen van een onderneming voor een verkoop al snel een paar weken duurt en ook de zoektocht naar een koper enkele maanden in beslag neemt’, zegt Seghers. Ook voor de overdracht van knowhow kan het belangrijk zijn dat u op tijd aan
later denkt. ‘Je ziet dat vaak bij vrije beroepers die zich dan associëren en hun opvolger opleiden als meewerkende vennoot.
Maak daar goede afspraken over.’
‘Aan de andere kant: als alles vlot gaat, moet u als ondernemer ook beseffen dat de zaak bijvoorbeeld al na negen maanden kan beklonken zijn en u uw bedrijf niet meer binnen kunt’, merkt Dhaene op. ‘Ik reken op drie maanden voor de samenstelling van het verkoopdossier, drie maanden voor de zoektocht naar de koper en nog eens drie maanden voor het boekenonderzoek en het opstellen van de contracten.’
‘Door op tijd te praten over de toekomst van uw bedrijf vermijdt u ook dat u te laat verkoopt of dat u verkoopt als de omzet of de motivatie gezakt zijn’, zegt Dhaene.
2Maak een draaiboek
Dat brengt ons naadloos bij de volgende stap: maak een draaiboek waarin u het verkooptraject uitstippelt. Wat zit er precies in uw zaak? Moet u eerst nog privévastgoed afsplitsen? ‘Een partiële splitsing vraagt een goede voorbereiding’, zegt Seghers.
‘Hoe slanker uw vennootschap, hoe beter’, treedt Dhaene hem bij.
En wat draagt u over: gebouwen, een atelier, personeel, machines, knowhow, eventueel vergunningen? ‘Iemand die een webshop overneemt, is misschien niet geïnteresseerd in uw computersysteem of magazijn, maar alleen in uw klantenbestand. Dat is iets om rekening mee te houden’, zegt Seghers. ‘Zie erop toe dat u zelf aan het stuur zit’, zegt Dhaene.
‘U bepaalt hoe u verkoopt.’
Verkoopt u uw vennootschap - de aandelen - of alleen de activiteit van uw vennootschap - het handelsfonds? ‘Beide hebben voor- en nadelen’, zegt Seghers. Bij een verkoop van het handelsfonds wordt de meerwaarde belast in de vennootschapsbelasting tegen (doorgaans) 25 pro-
cent. Aandelen kunt u dan weer belastingvrij verkopen.
‘Bij een verkoop van de aandelen gaat alles mee over: niet alleen de activa, maar ook de passiva en alle risico’s uit het verleden. De vennootschap behoudt haar ondernemingsnummer en de koper zet haar voort. Bij een overdracht van de handelszaak worden de aandelen niet overgedragen. U kunt dan bijvoorbeeld ook uw bankrekening behouden’, zegt Seghers.
‘De risico’s zijn beter afgebakend bij een overdracht van een handelszaak. De bank kan een pand op de zaak nemen, wat beter is dan een pand op aandelen. In de horeca zien we bijna altijd een overdracht van de handelszaak. De bouwsector werkt eerder met aandelendeals, omdat vergunningen vaak zijn toegekend aan de vennootschap’, zegt Seghers. Denk op voorhand ook na over welke rol u nog wilt spelen na de overdracht.
‘Kopers appreciëren het vaak dat de vorige eigenaar nog enige tijd als coach aan de slag blijft. Maar overdrijf daar niet in. Als de overgangsperiode te lang duurt, krijg je twee kapiteins op één schip en dat werkt niet.’
Unizo’s Overnamemarkt.be en Van Breda Advisory werken volgens een systeem van betalend advies. ‘Neem iemand in de arm die vertrouwd is met verkoopdossiers. Een bedrijf is iets anders dan een product. En elk bedrijf, elke familie is anders. Een goede overdrachtsexpert verdient zijn kostprijs terug’, zegt Dhaene. ‘Een verkoop gaat altijd gepaard met emotie, zeker als iemand zijn levenswerk verkoopt of als het om een familiebedrijf gaat. Wij luisteren, maar we objectiveren die emoties ook’, zegt Dhaene. ‘Vaak ligt daar de oplossing.’
‘Soms gaan die emoties ver terug in de tijd. Ooit hebben we een familie begeleid waarbij de twee kleinkinderen de zaak gingen overnemen. We voelden dat een van de twee minder gepassioneerd was. Wat bleek? Hij kreeg 15 jaar geleden op het sterfbed van zijn oma de vraag om het bedrijf over te nemen en er goed zorg voor te dragen. Hij voelde zich dus verplicht, terwijl het andere kleinkind zich meer geroepen voelde om de business over te nemen.’
Belangrijk bij de voorbereiding is ook om alle aandeelhouders op dezelfde golflengte te krijgen. Een uitgekiende voorbereiding komt ook de snelheid en de prijs ten goede, klinkt het.
3Hoeveel is uw bedrijf waard Een belangrijk onderdeel in het verkoopproces: hoeveel is uw onderneming waard? U moet niet alleen de waarde van het vastgoed, de voorraden en het machinepark becijferen, maar ook immateriële zaken zoals een merk.
Grosso modo zijn er drie waarderingsmethoden. Volgens de substantiële waarde (wat zit er in de vennootschap min de schulden), volgens de winstmotor uit het verleden (de operationele cashflow) en volgens de cashflows van de toekomst (omgerekend naar geld van vandaag).
‘Die methodes kan je niet mengen. Het is een of-ofverhaal. Je verkoopt de hele auto, maar ofwel waardeer je hem op basis van de carrosserie, ofwel op basis van de motor, niet op beide’, benadrukt Dhaene. ‘Daar bestaan soms misva ingen over.’
4Zoek een geschikte koper
Als u uw verkoopdossier op punt hebt, kunt u op zoek gaan naar een geschikte koper. Dient zich een overnamekandidaat aan, steek dan meteen uw licht op over die persoon. Wie is hij? Is hij kredietwaardig?
Staat hij niet op een zwarte lijst? Wat is zijn trackrecord? Hoeveel eigen middelen heeft hij?
‘Start ook niet te snel exclusieve onderhandelingen met één partij op’, raadt Seghers aan. ‘Ondernemers focussen soms te snel op één kandidaat. Ze gaan ervan uit dat ze een koper gevonden hebben, maar die kan nog altijd afhaken en dan moet u weer vanaf nul beginnen.’
Bovendien staat u minder sterk in de prijsonderhandelingen als u maar één kandidaat-koper hebt. ‘Bij onderhandelingen met meerdere partijen laat u de markt spelen’, zegt Dhaene.
‘En als u dan toch exclusieve onderhandelingen opstart, beperk ze dan in de tijd. Zo schrikt u andere kandidaat-kopers niet af’, zegt Seghers.
Kijk ook naar de manier waarop de kandidaat-koper de overname wil financieren. Kan hij de prijs uit eigen cashflow aflossen? Bent u gewonnen voor een vendor loan (waarbij een deel van de overnameprijs op een later tijdstip volgt) of voor een earn-out (waarbij een deel van de overnameprijs afhankelijk is van toekomstige resultaten)?
De meeste zaakvoerders willen een mooie prijs voor hun bedrijf, maar ook de zekerheid dat hun onderneming blijft voortbestaan. ‘Gaandeweg valt het soms voor dat de prijs minder belangrijk wordt en dat ze hun bedrijf verkopen aan de kandidaat met wie ze de beste klik hebben, en niet aan de hoogste bieder’, zegt Dhaene. 5
Licht het personeel in Als de verkoop rond is, licht dan zo snel mogelijk het personeel in. ‘Maar wacht daar wel mee tot de zaak beklonken is. Zo zaait u geen onnodige ongerustheid’, zegt Dhaene. ‘De kans bestaat dat personeel anders vertrekt.’
‘Licht het personeel zowel mondeling als schriftelijk in’, zegt Seghers. ‘Dan is iedereen mee.’ Vergeet ook niet de leveranciers, klanten en zakenrelaties op de hoogte te brengen. U kunt overwegen een persbericht op te maken.
Zie erop toe dat u zelf aan het stuur zit. U bepaalt hoe u verkoopt. Dominic Dhaene Van Breda Advisory
Partner Content biedt bedrijven, organisaties en overheden toegang tot het netwerk van De Tijd. Om hun visie, ideeën en oplossingen te delen met de De Tijd-community. Degroof Petercam is zelf verantwoordelijk voor de inhoud.
‘Een eigen plekje onder de zon? Laat u goed begeleiden’
De meest aangewezen aanpak voor de aankoop van vastgoed in eigen land is daarom nog niet de perfecte constructie voor vastgoedaankopen in het buitenland. ‘Laat u goed informeren en begeleiden, zowel hier als daar’, raadt Marc Van de Vloet aan, estate planner bij Degroof Petercam.
Een mooie stek aan een Spaanse costa, aan de rand van een sappig groen bos in Frankrijk of gewoon aan de Vlaamse kust – wie droomt daar niet van? ‘Studies tonen aan dat ruim 850.000 Belgen twee of meer woningen bezitten. Ruim 175.000 Belgen bezitten een woning in het buitenland.’ Of zo’n tweede verblijf een goede investering is, daar wil Marc Van de Vloet zich niet over uit spreken. Maar hij wijst wel op enkele juridische en fiscale aandachtspunten bij de aankoop, het bezit en de overdracht ervan.
Waarop moet ik letten als ik een tweede verblijf wil kopen?
MARC VAN DE VLOET. ‘Begin met alle kosten op te sommen: de totale aankoopprijs inclusief fiscale kosten, kosten voor de lening, voor eventuele herstellingen of renovatie, recurrente kosten, kosten voor onderhoud en beheer van het patrimonium, … Die kosten hangen ook af van de ligging en van het type vastgoed: eigen gebruik, verhuur, toekomstige residentie, … De aankoop van een tweede verblijf vraagt een gedegen voorbereiding.’
‘Een gamechanger wordt naar alle waarschijnlijkheid de energiezuinigheid van het pand. In Vlaanderen geldt sinds dit jaar een renovatieverplichting. Huizen en appartementen met een energielabel E of F moet je binnen de vijf jaar na de aankoop minstens renoveren naar een label D en vanaf 2028 naar energielabel C. Transacties na 2045 krijgen een renovatieverplichting naar label
A. Het staat in de sterren geschreven dat ook de andere gewesten in ons land de internationale tendens naar energiezuinigheid zullen volgen en op regelgevend vlak zullen ingrijpen.’
Wat zijn de fiscale gevolgen van een tweede verblijf?
VAN DE VLOET. ‘In ons land wordt het bezit en vooral de (privatieve) verhuur van onroerend goed fiscaal doorgaans gunstig behandeld. De belastbare grondslag voor de onroerende inkomsten bestaat uit het geïndexeerd kadastraal inkomen (KI) x 1,4. Het KI is geen echt inkomen, maar een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zou opbrengen op een referentietijdstip. En dat tijdstip is … 1 januari 1975. Dat bedrag wordt jaarlijks geindexeerd, maar doorgaans blij het een voordelige belastbare basis. Daarnaast betaal je jaarlijks onroerende voorheffing, ook berekend op basis van het KI, en eventueel gemeentelijke taksen voor tweede verblijven. De werkelijke huurinkomsten worden vandaag in België enkel belast bij professionele verhuur.’
Wat is de beste manier om een tweede verblijf te financieren?
VAN DE VLOET. ‘Je zou spontaan denken aan een hypothecaire lening met het onroerend goed als onderpand. Maar er bestaan andere formules, bijvoorbeeld het zogenoemde “lombardkrediet”. Je gee daarbij niet de woning, maar een deel van je beleggingsportefeuille in onderpand. Dat is vooral handig als je buitenlands vastgoed koopt. Belgische banken zijn doorgaans niet happig om een buitenlands onroerend goed als onderpand te aanvaarden. Bovendien is een notariële tussenkomst niet verplicht en hoef je je beleggingsportefeuille niet te verkopen als je het krediet aangaat. Tot slot kun je ook met deze formule de intresten van de lening a rekken van je belastbare onroerende inkomsten.’
‘Het is meestal weinig interessant om je tweede verblijf via een vennootschap aan te kopen, al is een eenduidig standpunt hier niet mogelijk en blij het een case-by-case-benadering. Als je een vastgoedpatrimonium wilt uitbouwen met meerdere panden die professioneel worden beheerd en verhuurd of gebruikt, kan de vennootschap dan wel weer overwogen worden. Er zijn dan meer mogelijkheden tot kostena rek en het belastingtarief in de vennootschapsbelasting is doorgaans voordeliger dan de progressieve tarieven van de personenbelasting.’
Waarop moet ik letten bij de aankoop van een tweede verblijf in het buitenland?
VAN DE VLOET. ‘Het is dan nog belangrijker om je te laten bijstaan door professionele experts, aangezien elk land zijn eigen fiscale en juridische regels kent. Wie als Belg een buitenverblijf in het buitenland koopt, wordt in de meeste gevallen in dat land belast. Dat geldt zowel voor de belasting
op de aankoop (registratierechten of btw), als voor de belasting op het bezit of op de eventuele inkomsten uit de verhuur.’
‘In een aantal landen word je onderworpen aan een of andere vorm van vermogensbelasting. Frans onroerend goed wordt aan een jaarlijkse vermogensbelasting onderworpen als de nettowaarde 1,3 miljoen euro overstijgt. Ook Spanje kent een vermogensbelasting, maar de tarieven verschillen per regio.’
‘In veel landen moet je ook meerwaardebelasting betalen als je het vastgoed overdraagt. Dat is het geval in bijvoorbeeld Frankrijk, Spanje en Portugal. In België wordt de meerwaarde die een particulier realiseert op een onroerend goed slechts in bepaalde gevallen belast.’
Moet ik mijn buitenlands vastgoed opnemen in de aangi e van de personenbelasting in België?
VAN DE VLOET. ‘Ja. Als Belgisch rijksinwoner moet je je wereldwijde inkomen aangeven: de inkomsten van al je onroerende goederen, ongeacht hun geografische oorsprong en ongeacht of ze al in het buitenland zijn belast. Sinds vorig jaar wordt de belastbare grondslag voor inkomen uit onroerend goed in het buitenland op dezelfde manier bepaald als voor vastgoed in België. Voor vastgoed dat je niet verhuurt of privé verhuurt, zal de belastbare grondslag bepaald worden aan de hand van het KI van het buitenlands vastgoed. Let wel, op basis van dubbelbelastingverdragen wordt de “heffingsbevoegdheid” doorgaans toegekend aan het land waar het onroerend goed zich bevindt.’
Hoe zit het met de successieplanning van een tweede verblijf in het buitenland?
VAN DE VLOET. ‘Bij overlijden is je tweede verblijf doorgaans aan successiebelasting onderworpen in het land waar het zich bevindt. Maar als een Belg ster , moeten zijn erfgenamen in België erfbelasting betalen op zijn wereldwijde vermogen. Theoretisch is er dus mogelijkheid op dubbele belasting. Als het over successierechten gaat, hee België alleen dubbelbelastingverdragen met Frankrijk en Zweden. Anderzijds is er een bepaling in het interne Belgische recht die voorziet dat de in het buitenland betaalde successiebelasting kan worden verrekend met de Belgische successierechten.’
‘Als je het tweede verblijf schenkt, is de situatie anders. Dan moet je meestal schenkbelasting betalen in het land waar het vastgoed ligt. Bij ons hoef je géén bijkomende schenkbelasting te betalen. Dat biedt planningsopportuniteiten in landen met lage schenkbelasting, bijvoorbeeld Portugal.’
Kan ik in het buitenland ook gebruikmaken van de populaire techniek van ‘gesplitste aankoop’?
VAN DE VLOET. ‘Je kunt anticiperen op de successierechten door je kinderen te betrekken bij de aankoop van een onroerend goed. De ouders kopen het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom. Zij financieren de aankoop meestal met geld dat ze voorafgaand van de ouders kregen. Het voordeel: bij overlijden van de langstlevende vruchtgebruiker doo het vruchtgebruik uit en worden de kinderen automatisch volle eigenaar, zonder dat ze er elasting hoeven te betalen.’
‘Daarvoor is het wel belangrijk dat bepaalde “spelregels” worden gerespecteerd, onder andere in het kader van de schenking die de aankoop voorafgaat, en die zijn anders in Vlaanderen dan in het Brussels en Waals Gewest. Dat kan tot absurde situaties leiden, want als de vruchtgebruiker na de gesplitste aankoop naar een ander gewest verhuist, dan stemt de voorafgaande schenking mogelijks niet meer overeen met de voorwaarden die daar van kracht zijn.
‘Ook Frankrijk, Italië en Portugal kennen zulke aankooptechnieken, maar de fiscale gevolgen bij overlijden kunnen verschillend zijn. In Spanje moet je bijvoorbeeld toch nog registratierechten betalen bij overlijden van de vruchtgebruiker.’
‘De planningstechnieken die in België worden gebruikt zijn niet zomaar toepasbaar in het buitenland. En omgekeerd: de in het buitenland gebruikelijke vastgoedplanning is niet altijd de beste vanuit het standpunt van de Belgische resident. Dat bewijst nog eens dat een goede voorbereiding én begeleiding bij de aankoop van een tweede verblijf een must is.’
www.degroofpetercam.com
‘De planningstechnieken die in België worden gebruikt zijn niet zomaar toepasbaar in het buitenland.’Marc
Vande Vloet, Estate planner Degroof Petercam
‘Er bestaan andere formules om geld te lenen, bijvoorbeeld het zogenoemde “lombardkrediet”. Je gee dan niet de woning, maar een deel van je beleggingsportefeuille in onderpand.’
Marc Van de Vloet, Estate planner Degroof Petercam
Estate Planning
Twee ondernemersfamilies die de overdracht van hun familiebedrijf op poten hebben gezet, delen hun ervaringen. ‘Het is een continu proces dat geen begin of einde heeft. Zodra je daar vrede mee neemt, word je rustiger en vermijd je ruzies.’
familiebedrijf overdragen confronteert je met je sterfelijkheid’
Samen met hun vader Dirk zijn Peter en Dieter Vyncke van de specialist in biomassacentrales Vyncke al vroeg begonnen met de overdracht van het familiebedrijf.
‘Het is alsof je je baby afgeeft’
Na rijp beraad besloten Thomas Vanderlinden en Stéphane Mercier om de gelijknamige Antwerpse vermogensbeheerder los te laten en te verkopen aan Van Lanschot.
TOM MICHIELSEN Uiteindelijk kwam de grote Nederlandse vermogensbeheerder
Geven we het bedrijf dat we samen hebben opgericht door aan onze kinderen of verkopen we het aan een externe overnemer? Dat was de vraag waarover de (bijna-)vijftigers Thomas Vanderlinden (foto) en Stéphane Mercier zich sinds begin 2019 het hoofd braken. Samen hadden ze in 2000 de vermogensbeheerder Mercier Vanderlinden opgericht, waarvan het beheerd vermogen in 23 jaar groeide van 250 miljoen naar 4,6 miljard euro.
Van Lanschot Kempen uit de bus.
TOM MICHIELSEN Voor mijn vader begon het toen mijn broer en ik geboren werden, en het gaat nog altijd door. Intussen is daar ook het proces met onze kinderen bijgekomen. Die zijn nu tussen 13 en 26 jaar.’ ‘Samen met onze vader hebben mijn broer en ik het proces nog sneller gestart en sterker gestructureerd dan bij de vorige overdracht. We hebben een familieschool opgericht. Vier keer per jaar komen onze kinderen samen en krijgen ze een uiteenze ing van onze CFO, onze technisch directeur of iemand extern. Na de hogere studies krijgen ze allemaal de kans om een jaar internship te doen in het familiebedrijf. Vervolgens moeten ze minstens vijf jaar buiten het bedrijf hun strepen verdienen voor ze mogen solliciteren.’
Twee jaar geleden besloten de broers Peter (52, foto) en Dieter Vyncke (44), die als vierde generatie het familiebedrijf tientallen jaren succesvol geleid hadden, afstand te doen van de dagelijkse operationele leiding bij de specialist in biomassacentrales Vyncke. Dieter bleef in de thuisbasis Harelbeke, Peter trok met zijn gezin naar Singapore om van daaruit de Zuidoost-Aziatische markt te bewerken. Vorig jaar werd Stefaan Lauwers (ex-Unilin) de eerste externe CEO van het bedrijf, waardoor beide broers zich konden toeleggen op de uitbouw van de familieholding, waarvan Vyncke een onderdeel is.
De Vynckes zijn al jaren bezig met de overdracht van het familiebedrijf naar de vijfde generatie: de zes kinderen van Peter en de drie van Dieter. ‘Dat je doodgaat, is een van de weinige zekerheden in het leven’, zegt Peter Vyncke daarover vanuit Singapore. ‘Dat is hard, maar het voordeel van een zekerheid is dat je je ernaar kan organiseren. Dat heeft mijn vader goed beseft. Nog voor zijn vijftigste is hij ermee begonnen. Tien jaar later, in 2002, kwamen mijn broer en ik aan het hoofd van het bedrijf.’
‘De overdracht is een continu proces: het heeft geen duidelijk begin en het stopt nooit. Zodra je daar vrede mee neemt, word je veel rustiger en vermijd je ruzies.
Dit is Vynckes belangrijkste les: ‘Begin vroeg, in de onverdachte periode waarin de kinderen een onbeschreven blad zijn. Zo kunnen ze nog geen aanspraken maken of verwachtingen koesteren die later toch niet uitkomen.’
Hoe anders is de financiële overdracht vandaag dan twintig jaar geleden? ‘Toen vader het bedrijf overdroeg aan ons, was ik 32 en mijn broer amper 24 jaar. Hij was net terug van op kot in Leuven en plots moest hij bij de banken aankloppen om over miljoenen te praten om het bedrijf over te nemen. Dat klopt niet in je hoofd.’
Aanvankelijk had vader Vyncke, zonder dat zijn kinderen op de
hoogte waren, het bedrijf laten waarderen door specialisten. Daaruit bleek dat het vastgoed en de business ongeveer evenveel waard waren. De twee zussen van Peter en Dieter, die niet geïnteresseerd waren in het bedrijf, kregen de naakte eigendom van het vastgoed, de broers kregen de naakte eigendom van de business. Het vruchtgebruik van het bedrijf moesten ze kopen van hun ouders, het vastgoed van hun zussen.
‘Dat liep via een terugbetalingsplan. Maar wat als er iets ernstigs met het bedrijf zou gebeuren waardoor we de schuld niet konden aflossen? Daarom zijn we naar de banken gestapt en hebben we met een lening onze ouders en zussen in één ruk betaald. Die lening is nog maar heel recent volledig afgelost.’
STAK
Voor de vijfde generatie kunnen de Vynckes dat soort regeling niet meer uitwerken omdat het bedrijf zoveel meer waard is geworden. Daarom werken ze nu met een Stichting Administratiekantoor (STAK). ‘Bij een gewone vennootschap heb je zeggenschap in verhouding tot het aantal aandelen dat je hebt. Bij een STAK zijn beide losgekoppeld. Certificaathouders hebben het bezit, maar daarom niet noodzakelijk de zeggenschap. En andersom kan iemand die geen enkel certificaat heeft, alles te zeggen hebben.’
Dat aanvangskapitaal kwam grotendeels uit het familiefortuin van de twee families. De vader van Vanderlinden controleerde als voorzi er van Anhyp een van de drie aandeelhoudersfamilies achter deze spaarbank. De familie van Stéphane Mercier was de eigenaar van het bekende sauzenmerk Devos-Lemmens en het muntjesmerk Frisk. Ze besloten in 2000 hun middelen samen te brengen in het fonds MercLin en dat te beheren als vermogensbeheerder die ook andere klanten bedient.
Het idee de familiale vermogensbeheerder onder te brengen bij een externe partij had een jaar nodig om te rijpen. Begin 2019 begonnen Vanderlinden en Mercier na te denken over de toekomst van het bedrijf. ‘Er waren wel wat redenen om het niet door te geven aan onze kinderen’, zegt Vanderlinden. ‘Vermogensbeheer is een heel persoonsgebonden dienstenmetier. We hadden het bedrijf immers opgebouwd rond Stéphane, mezelf, twee andere managing partners en onze medewerkers.’
‘De vraag was: gaan onze kinderen dat even graag doen?’, zegt Vanderlinden. ‘En nog belangrijker: gaan ze het even goed in de vingers krijgen? Mijn zonen en de twee dochters van Stéphane zijn tussen 20 en 24 jaar.’
‘Bovendien zijn we altijd een onafhankelijke vermogensbeheerder geweest, en geen bank. Wij richten ons op de persoonlijke relatie met de klanten en het beheer van de portefeuilles. Al de rest besteedden we uit aan depositobanken. Maar door onze groei kwamen we in het vaarwater van die private banken terecht. We moesten ons ook meer bezighouden met technische zaken. Zouden we daar gelukkig bij blijven?’
Confronterend
Peter Vyncke Familiale aandeelhouder Vyncke‘Onze negen kinderen zijn nu al certificaathouders van de STAK, maar mijn broer en ik hebben nog 100 procent de controle. Dat blijft waarschijnlijk zo tot 2036, het jaar waarop ik 65 word en het moment waarop de jongste na zijn hogere studies en zijn jaar internship vijf jaar externe ervaring kan hebben opgedaan. We geloven dat de kans reëel is dat minstens een van onze negen kinderen én geïnteresseerd én capabel zal zijn om het bedrijf voort te ze en.’
In 2020 was de conclusie dat Mercier en Vanderlinden hun vermogensbeheerder zouden onderbrengen bij een bank. Het proces dat volgde, was heel intens, vertelt Vanderlinden. ‘Emoties gaan dan echt spelen. Het is tenslo e je baby die je afgeeft. En die wordt helemaal uitgekleed: alles wordt doorgelicht en in vraag gesteld. Dat is confronterend. Dat is ook de reden waarom de persoonlijke klik met de overnemer zowat het belangrijkste criterium was.’
De vraag was wat Vanderlinden en Mercier zouden doen na de overname. ‘We wilden niet ergens op een zonnig strand gaan liggen, daarvoor zijn we te jong. Bovendien voelden we een verantwoordelijkheid tegenover onze klanten. Daarom hebben we een groot deel van de opbrengst geherinvesteerd in de bovenliggende groep en blijven we daar actief. Vandaag hebben we 4 procent van de aandelen van Van Lanschot Kempen.’ De combinatie zal worden omgedoopt tot Mercier Van Lanschot. ‘Een van mijn kinderen vond het spijtig dat mijn - en dus zijnnaam niet meer voorkomt in de bedrijfsnaam’, lacht Vanderlinden. ‘Daar heb ik zelf geen moeite mee. Je moet dat pragmatisch bekijken: de naam Mercier zal een publiek in het zuiden van het land meer aanspreken. Wat ik wel spijtig vind, is dat mijn vader de verkoop niet meer heeft meegemaakt. De
vader van Stéphane was superfier.’ Als Vanderlinden één les wil doorgeven, is het om voldoende aandacht te schenken aan de talentvolle mensen in het bedrijf dat je overlaat. ‘Ik ben blij dat alle 45 mensen van Mercier Vanderlinden mee overgaan naar het nieuwe bedrijf. Er zijn ook geen klanten vertrokken. Een andere vuistregel is: durf te kiezen vanuit vertrouwen. Zo hadden we in de nieuwe beslissingsstructuur misschien twee mensen van elke zijde kunnen ‘afvaardigen’, zodat Stéphane en ik de overlatende kant zouden representeren, en Erwin Schoeters en een tweede persoon de kant van Van Lanschot. Nu is beslist dat Erwin en ik elk co-CEO zullen zijn.’ Mercier en Vanderlinden willen zich de nieuwe omgeving zo snel mogelijk eigen maken. ‘Doordat we veel gemeenschappelijk DNA hebben met Van Lanschot zal dat meevallen. We blijven ondernemers in hart en nieren, met nu wel een baas boven ons. Dat wordt even wennen.’ (lacht)
‘Een
Begin vroeg, in de onverdachte periode waarin de kinderen een onbeschreven blad zijn. Zo kunnen ze nog geen aanspraken maken of verwachtingen koesteren die later toch niet uitkomen.
We blijven ondernemers in hart en nieren, met nu wel een baas boven ons. Dat wordt even wennen.
Thomas Vanderlinden Medeoprichter Mercier Vanderlinden
Estate Planning
Timing is essentieel bij de schenking van een effectenportefeuille
Sommigen bekijken vermogensplanning
MURIEL MICHEL
Toen de financiële markten vorig jaar tot hun laagste peil daalden, was er één magere troost: de beursmalaise en de val van de aandelen creëerden een gunstige omgeving voor roerende schenkingen.
‘Verstandige beursbeleggers die overwegen hun vermogen over te dragen zien in zulke omstandigheden een opportuniteit om die verrichting te optimaliseren’, zegt Gilles de Foy, specialist in vermogensrecht bij Bazacle & Solon. ‘Zo beperken ze de kosten en vermijden ze een boemerangeffect van hoge fiscale lasten en successierechten op het moment van hun overlijden. Want hoe meer de aandelenkoersen dalen, hoe lager de kostprijs van de schenking van een effectenportefeuille. De begunstigde van de schenking kan dan later profiteren als de beurzen herstellen en een meerwaarde boeken.’
‘Met die fiscale timing moet je wel degelijk rekening houden’, zegt Benoit Verschueren, senior estate planner bij Deutsche Bank. ‘Maar dan moet je wel de middelen en de wil hebben om een schenking te doen. Je geeft niet plots een deel van je vermogen weg, gewoon omdat de situatie fiscaal gunstig is. Vermogens-
Kort
De schenking van een effectenrekening kan gebeuren via een bankgift of via een authentieke akte voor de notaris. In dat laatste geval gebeurt de registratie automatisch. De registratierechten voor de schenking van roerende goederen liggen vast en zijn gering. Door de schenking te laten registreren vermijdt u successierechten als de schenker overlijdt binnen drie jaar (in Vlaanderen en Brussel) of vijf jaar (in Wallonië).
overdracht is een doordacht proces dat tijd vergt en moet kunnen rijpen.’
Psychologische aspecten Bij een vermogensoverdracht spelen heel wat niet-fiscale argumenten mee. ‘Je moet een moment in je leven bereikt hebben waarop je het je kunt veroorloven een schenking te doen. Je moet ook rekening houden met psychologische aspecten.’ Wil de schenker zijn vermogen al overdragen? Is het echt de beste manier of het juiste moment voor de kinderen? Is het niet te
vroeg, rekening houdend met hun leeftijd? Is het te risicovol, omdat het kind bijvoorbeeld een zelfstandige activiteit uitoefent?
Schenken is vanuit fiscaal oogpunt altijd interessant, ongeacht hoe de beurs presteert. In rechtstreekse lijn kun je roerende goederen schenken tegen een belastingvoet van 3 of 3,3 procent (afhankelijk van het gewest), terwijl successierechten kunnen oplopen tot 27 of 30 procent.
Estate planners krijgen dezer dagen veel minder te maken met situaties waarin de effectenportefeuille verkocht wordt. In dat geval hebt u er alle belang bij te wachten tot de markten weer in betere doen zijn.
Maar alles hangt af van het doel dat u voor ogen hebt. Het kan gebeuren dat u een deel van uw effectenportefeuille moet verkopen, bijvoorbeeld als u uw kind financieel wilt helpen om vastgoed te kopen. En dan is de timing niet altijd optimaal.
‘We willen vermijden dat klanten overhaast op een slecht moment moeten verkopen. Daarom raden we aan te lenen met de portefeuille als onderpand’, zegt
Dit is het moment om uw dierbaren te beschermen.
Hoe beschermt u uw dierbaren? Wilt u uw vermogen overdragen, maar de touwtjes in handen houden? En uw familiepatrimonium vrijwaren? ING Private Banking helpt u met uw successieplanning zodat u zich kan concentreren op wat er echt telt.
Jean-Michel Segers, woordvoerder van Deutsche Bank. ‘Onze DB Investment Loan is een alternatief voor een verkoop met verlies voor wie liquiditeiten nodig heeft om een project te realiseren.’
Zo’n krediet wordt voornamelijk gebruikt om aan het geld te raken om een onroerend goed aan te kopen of te renoveren. Maar ze kent ook andere toepassingen. ‘Ouders kunnen hun portefeuille in onderpand geven zodat hun kind een lening kan krijgen voor de aankoop van een onroerend goed. Het kind moet dan niet noodzakelijk de eigenaar zijn van de effecten die in pand worden gegeven’, zegt Segers.
Bij een DB Investment Loan hangt het bedrag dat u kunt ontlenen af van uw project, van uw terugbetalingscapaciteit en ook van de waarde en het soort actief dat u in pand geeft. De duur van de lening - zes maanden tot tien jaar - hangt af van uw behoeften. De rentevoet is vast en wordt bij de start van de lening bepaald.
vooral vanuit een fiscale invalshoek, maar dat is zelden de beste motivatie. ‘Vermogensoverdracht is een doordacht proces dat moet kunnen rijpen.’
‘Het scha en van kunst is geen exacte wetenschap’
Als kunstexperte is Laetitia Maes-Bolle (44) gespecialiseerd in het scha en en het verdelen van kunstpatrimonia bij een erfenis of een schenking. ‘Soms blijkt een werk dat achter een deur verstopt zit het topstuk van de collectie te zijn.’
ISABELLE DYKMANS carrière met mij contact opnamen, hadden vaak net een kunstpatrimonium geërfd. Vandaag is het eerder omgekeerd en nemen diegenen die het patrimonium overdragen het voortouw’, zegt ze. ‘Mede dankzij het advies van experts in vermogensbeheer beginnen families ruim van tevoren hun nalatenschap te plannen.’
Bij successieplanning komt het er niet alleen op aan na te denken over wie welk goed gaat krijgen. Ook de waarde is belangrijk. Bij kunst - heel wat families bezi en een aanzienlijk kunstpatrimonium - is het vaak moeilijk die waarde te bepalen.
Wilt u inscha en wat kunstwerken waard zijn op de kunstmarkt, dan moet u de esthetische of emotionele waarde buiten beschouwing laten. Daarom doen particulieren soms een beroep op een kunstexpert om hun kunstpatrimonium en de overdracht daarvan te beheren. Want als er meerdere erfgenamen zijn, rijst meteen de vraag hoe u de werken eerlijk verdeelt.
Kunsthistorica Laetitia Maes-Bolle is al meer dan 15 jaar experte in de materie. Privacy en vertrouwen zijn belangrijk in haar vak. ‘Zonder een introductie krijg je geen toegang tot de families. Klanten die tevreden zijn over mijn werk, zijn mijn beste ambassadeurs’, zegt ze. ‘De mensen die bij het begin van mijn
Gemoedsrust
Een verdeling die gebeurt terwijl de ouders nog leven, levert niet alleen een fiscaal voordeel op. Het brengt ook gemoedsrust, zegt Maes-Bolle. ‘Ouders zijn opgelucht omdat ze problemen tussen hun kinderen kunnen vermijden. En voor de kinderen is het ook een gelegenheid om frustraties te ventileren: een gebrek aan gelijkheid wordt vaak beschouwd als een gebrek aan erkenning.’
Maes-Bolle begon haar carrière in een groot Parijs veilinghuis, waar ze het metier en de kunstwereld leerde kennen. Vervolgens werd ze gevraagd door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel, voor de afdeling Oude Kunst. Daarna keerde ze terug naar Parijs, naar de schilderijencollectie van het Louvre.
‘Aanvankelijk specialiseerde ik me in de oude schilderkunst. Maar door met particulieren samen te werken ben ik breder gegaan. Vandaag doe ik expertises van schilder- en grafische werken, beeldhouwwerken, porselein, zilverwerk en meubilair. Die bestrijken een grote waaier aan kunstdisciplines over de eeuwen heen, iets wat je vaak terugvindt bij erfenissen.’
Vooreerst is er het ‘klassieke’ patrimonium. Dat omvat meubilair, oude schilderijen, Chinees en Europees porselein, brons,
Tevreden klanten
Laetitia Maes-Bolle Kunstexperteenzovoort. Daarnaast is er het ‘moderne’ patrimonium, met de impressionisten, de avant-gardistische kunststromingen van begin 20ste eeuw en de naoorlogse kunst. ‘De werken uit die periodes - schilderijen, meubilair en kunstvoorwerpen - zijn vandaag duur omdat er veel vraag naar is.’
Diepgaand onderzoek
De waarde van een kunstwerk of -patrimonium varieert van enkele duizenden euro’s tot onbeperkte bedragen. ‘Als de waardering door één persoon gebeurt, garandeer je een gelijke waardeschaal. Die is essentieel om tot een billijke verdeling van het patrimonium te komen’, benadrukt MaesBolle. ‘Sommige mensen komen voor een of enkele voorwerpen, anderen dan weer voor een heel interieur, soms van meerdere eigendommen.’
‘Scha en is geen exacte wetenschap, ook al doen we er alles aan om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen. Voor sommige werken moet ik diepgaand onderzoek verrichten. Maar dankzij mijn jarenlange ervaring in musea en de kunstwereld heb ik bevoorrechte contacten met specialisten.’
zijn mijn beste ambassadeurs.
‘Ik heb al meesterwerken ontdekt die waren opgehangen achter een deur of in een kleine gang. Niemand in de familie besefte hoeveel dat werk waard was, terwijl het soms het topstuk van de collectie bleek.’ ‘Daarom schakelen ze mij in. Om de werkelijke waarde van het patrimonium te kennen, want die ligt soms mijlenver verwijderd van wat de familielegendes vertellen’, zegt Maes-Bolle. In het beheer van een kunstpatrimonium bestaan twee waarden: de aankoopwaarde (of vervangingswaarde voor de verzekering) en de verkoopwaarde (de marktwaarde voor erfenissen).
De eerste stap van een scha ing is het inventariseren van het patrimonium. ‘Dat neemt enkele uren tot dagen of zelfs weken in beslag. Alles hangt af van de omvang en de complexiteit van het kunstpatrimonium’, zegt Maes-Bolle.
Gedetailleerd verslag
De waardering van een kunstwerk is gekoppeld aan verschillende criteria: het vinden of bevestigen van de toeschrijving aan een bepaalde kunstenaar, het aantonen van de authenticiteit, de opzoeking van de herkomst en de voorgeschiedenis van het kunstwerk, de technische kwaliteit van de uitvoering, de staat van bewaring...
‘Alle werken worden dan ook ter plekke minutieus onderzocht, gefotografeerd en in detail beschreven na een fysiek onderzoek onder uv-licht, onder strijklicht of on-
Estate Planning
De echte waarde van een kunstwerk is soms mijlen verwijderd van wat de familielegendes vertellen.
Laetitia Maes-Bolle Kunstexperteder een vergrootglas. Vervolgens analyseer ik al die informatie op kantoor.’ Niet alle werken van eenzelfde kunstenaar zijn evenveel waard. ‘De waarde hangt af van de periode, het onderwerp en de kwaliteit van het werk. Het is een tijdrovende maar fascinerende taak, die uitmondt in een gedetailleerd scha ingsverslag van het kunstpatrimonium’, zegt de experte. Vervolgens begint de fase van de verdeling. ‘De voorbereiding is essentieel. Je moet billijke regels vinden die geschikt zijn voor iedereen. Vaak begin je met een lo rekking om te weten in welke volgorde de werken gekozen mogen worden. En dan wordt elk kunstwerk toegekend aan een erfgenaam, volgens zijn voorkeurslijst.’
‘Sommigen kiezen in functie van de waarde van een werk, anderen hechten meer belang aan de emotionele waarde. Ik raad erfgenamen altijd aan de werken een tweede leven te geven in hun nieuwe onderkomen. Want het heeft geen enkele zin ze op te slaan in een meubelbewaarplaats.’
Anderen verkiezen de verdeling als een soort veiling te laten verlopen. Dat gebeurt meestal bij onrechtstreekse erfgenamen. Na de verdeling gaan de kunstwerken die niet werden toegewezen naar een veilinghuis. ‘Ik begeleid de families door advies te verlenen en in de veilinghuizen de best mogelijke prijs te bekomen. Tijdens die fase is het een must de markt te kennen’, beklemtoont Maes-Bolle.
Na de scha ing en de verdeling kunnen kunstwerken in waarde stijgen of dalen. ‘De verdeling is correct en billijk zolang ze op hetzelfde moment als de scha ing gebeurt’, zegt Maes-Bolle.
‘Natuurlijk evolueert je persoonlijke smaak met de jaren. Maar je moet de kunstwerken kiezen waarvan je houdt en die je in huis wil hebben. Speculatie is niet aan de orde. Niemand kan in de toekomst kijken. De kunstmarkt functioneert op dezelfde manier als andere economische markten: ze schommelt in functie van vraag en aanbod.’
Wealth Solutions for Generations
Estate Planning
Schenk en behoud toch de controle met een maatschap
ook geen erfbelasting verschuldigd.
‘Die methode wordt regelmatig gebruikt, maar ze heeft beperkingen’, zegt Delboo. ‘Door te werken met een onrechtstreekse schenking kan je iets minder voorwaarden koppelen aan de schenking dan met een notariële akte. Een restschenking is bijvoorbeeld niet mogelijk in het geval van een onrechtstreekse schenking.’ Bij een restschenking wordt meteen een volgende begunstigde aangeduid voor het geval de eerste begunstigde overlijdt.
> RICHT IK EERST DE MAATSCHAP OP OF DOE IK EERST DE SCHENKING?
Dat hangt af van uw situatie. Als er een minderjarige bij betrokken is, gaat de voorkeur ernaar uit eerst de maatschap op te richten en dan de aandelen in de maatschap te schenken. Als de minderjarige eerst de goederen geschonken krijgt, zal hij die moeten inbrengen in de maatschap. En daarvoor is een machtiging van de vrederechter nodig.
Met meerderjarigen vindt Delboo het interessanter eerst te schenken en pas daarna de inbreng in de maatschap te doen. ‘De kinderen hebben het recht na de schenking de inbreng te weigeren. Als ze dus wel inbrengen, doen ze dat volledig vrijwillig’, verduidelijkt hij. ‘Zo is het duidelijk dat het echt om een schenking gaat en dat de kinderen geen controlestructuur opgedrongen krijgen.’
DIRK SELLESLAGH
Iedereen probeert erfbelasting te vermijden. Begrijpelijk, want die kan stevig oplopen, ook voor erfgenamen in rechte lijn. Kinderen en partners betalen op de eerste schijf van 50.000 euro 3 procent erfbelasting. Tussen 50.000 en 250.000 euro is dat 9 procent, en voor de bedragen boven 250.000 euro is het tarief 27 procent.
Een mogelijkheid om erfbelasting te vermijden is uw vermogen geheel of gedeeltelijk schenken terwijl u nog leeft. Laat u de schenking registreren bij een notaris, dan betaalt u 3 procent schenkbelasting. Gaat het om de schenking van onroerend goed, dan is een geregistreerde schenking trouwens de enige optie.
Roerende goederen, zoals geld of kunst, kunt u ook schenken met een handgift of een bankgift. In dat geval is geen schenkbelasting verschuldigd. Maar u moet dan nog wel minstens drie jaar blijven leven. Anders is op de schenking erfbelasting verschuldigd.
Een knelpunt voor sommigen is dat ze met een schenking de controle over hun vermogen uit handen geven. In het kader van een schenking kan wel worden afgesproken dat de schenker de zeggenschap over de activa in handen van de begunstigden legt, maar het vruchtgebruik van het geschonken goed behoudt.
Voor wie de controle over de geschonken activa nog niet meteen uit handen wil geven, bestaat de mogelijkheid de schenking in een maatschap onder te brengen.
Dat is een eenvoudige administratieve constructie waarvan de schenker zichzelf als een onafzetbare statutaire zaakvoerder kan aanstellen.
> HOE RICHT IK
EEN MAATSCHAP OP?
Een maatschap is weinig meer dan een onderhands contract tussen de schenkende ouders en hun kinderen. U moet dus niet naar de notaris om een maatschap op te richten. Een uitzondering is als u vastgoed in de vennootschap inbrengt. De eigendomsoverdracht van onroerend goed moet altijd met een notariële akte gebeuren.
In het contract moet vermeld staan wie de partijen zijn en hoeveel elk van hen inbrengt in het vermogen van de maatschap.
‘Maar de belangrijkste bepalingen zijn die over het bestuur van de maatschap. Wie maakt deel uit van het bestuur? Wat zijn hun bevoegdheden en voor welke duur?
Wie zijn eventueel de opvolgers?’, zegt advocaat Mark Delboo.
Voor elke partij moet er een volledig getekende en geparafeerde versie zijn omdat de statuten meestal niet notarieel zijn. Is dat wel het geval, dan volstaat de notariële oprichtingsakte.
Theoretisch gesproken kan iedereen het contract opmaken. Daarvoor zijn standaardteksten op het internet te vinden. ‘Toch is het aangewezen dat aan juristen
over te laten’, zegt Delboo. Want vroeg of laat kunnen er spanningen in de familie ontstaan over het beheer van het vermogen van de maatschap.
> WELKE ACTIVA KAN IK IN EEN MAATSCHAP ONDERBRENGEN?
Alle activa komen in aanmerking. Als het gaat om roerende goederen, zoals een aandelenportefeuille, een kunstcollectie of een oldtimercollectie, dan kan dat zonder notaris. Als het gaat om onroerende goederen, dan moet u toch via de notaris passeren. De overdracht van vastgoed kan alleen met een notariële akte.
Ook een patrimoniumvennootschap kan in een maatschap worden ondergebracht. Het is een populaire manier om die
te schenken zonder dat er schenkbelasting op moet worden betaald.
Als u een patrimoniumvennootschap rechtstreeks schenkt, kan dat niet belastingvrij. Omdat aandelen immaterieel zijn, kunnen ze niet via een handgift van eigenaar veranderen. Zo’n schenking moet altijd met een notariële akte gebeuren, en dat betekent dat ook schenkbelasting verschuldigd is.
Uit bepaalde rulings van de Vlaamse belastingdienst blijkt dat een constructie met een maatschap wordt toegelaten. De aandeelhouder van de patrimoniumvennootschap brengt zijn aandelen eerst in een maatschap onder. Normaal krijgt de inbrenger in ruil de deelbewijzen van de maatschap, maar die gaan in dit geval zo goed als allemaal meteen naar de kinderen. Zo worden de kinderen grotendeels eigenaar van de maatschap en dus ook van de onderliggende vennootschap. Als de schenker minstens drie jaar blijft leven, is
Er zijn nog gevallen waarin het interessanter is eerst te schenken en daarna een maatschap op te richten. ‘Bijvoorbeeld voor wie roerende goederen wil schenken via een handgift of een bankgift om én schenkbelasting én aktekosten uit te sparen', zegt Delboo. 'De aandelen van een maatschap staan op naam en kunnen daarom alleen via de notaris geschonken worden. Wie niet langs de notaris wil gaan, doet dus beter eerst een handgift of bankgift. Pas daarna gebeurt de oprichting van de maatschap en wordt het geschonken vermogen ingebracht in ruil voor aandelen op naam in de maatschap.’
> WELKE ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN ZIJN VERBONDEN AAN EEN MAATSCHAP?
Op grond van de nieuwe vennootschapswetgeving wordt een maatschap voortaan als een onderneming gezien. Daarom moet een maatschap zich bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) inschrijven voor ze met de activiteiten kan beginnen. De KBO is een databank van de federale overheidsdienst Economie die alle basisgegevens van ondernemingen beheert. Ook bestaande maatschappen moeten zich bij de KBO aanmelden. De uiteindelijke begunstigden van de maatschap moeten ook worden gerapporteerd aan het UBO-register. UBO is de afkorting van Ultimate Beneficial Owner. Het register werd in het leven geroepen om te kunnen optreden tegen fiscale fraude, witwassen en de financiering van terrorisme. Maatschappen zijn nu ook verplicht een boekhouding te voeren. Als de omzet van de maatschap onder 500.000 euro blijft, volstaat een vereenvoudigde boekhouding met een aankoopboek, een verkoopboek, een financieel dagboek en een inventaris van de goederen. Heeft de maatschap een grotere omzet, dan is een dubbele boekhouding vereist.
Het is een dilemma.
U wilt een schenking doen om erfbelasting te vermijden, maar u wilt niet de zeggenschap over uw goederen verliezen. Met een maatschap valt dat op te lossen: u schenkt en behoudt de controle.
U moet niet naar de notaris om een maatschap op te richten, tenzij u vastgoed inbrengt.
Estate Planning
Leid uw erfgenamen op
Estate planners besteden veel aandacht aan de kinderen of kleinkinderen van hun klanten. Als erfgenamen zijn ze belangrijke gesprekspartners. Met opleidingen op maat dompelen ze de ‘next generation’ onder in het beheer van het familiefortuin.
MURIEL MICHEL
Vermogensoverdracht beperkt zich niet tot louter geld overdragen. Er is nood aan kennis om alle face en ervan te kunnen begrijpen. Gaat het om vastgoed, kunst of andere activa? Het is cruciaal de juiste beslissingen te nemen, zodat het vermogen in stand kan worden gehouden, kan groeien en later opnieuw kan worden overgedragen.
Het idee om erfgenamen op te leiden wint terrein. ‘Goede huisvaders beseffen hoe belangrijk het is de jonge generaties op te leiden. Onderzoek heeft aangetoond dat vier op de vijf families hun vermogen bij de derde generatie kwijtspelen’, zegt de vermogensbeheerder Puilaetco.
‘Als we ouders en hun kinderen of grootouders en hun kleinkinderen rond de tafel samenbrengen, merken we vaak terughoudendheid om de volgende generaties bij die emotionele gesprekken te betrekken. Maar we zien een positieve evolutie’, zegt Dirk Huybrechts, marketingen communicatieverantwoordelijke bij Nagelmackers.
Elke bank heeft haar eigen aanpak.
Sommige betrekken de kinderen en de ouders geleidelijk aan, in functie van de belangrijke levensmomenten. Andere banken organiseren activiteiten en events die gericht zijn op de ‘next generation’.
‘Om het voortbestaan van een familievermogen te garanderen, is het belangrijk uit te leggen hoe dat vermogen is opgebouwd en wordt beheerd’, zegt Nicolas Chauvin, hoofd estate planning Brussel & Wallonië bij Degroof Petercam. ‘Door onze hulp aan te bieden op sleutelmomenten krijgen we vaak de kans de jongste generatie te bereiken. Dat kan zijn bij een schenking, een erfenis, het opstellen van een zorgvolmacht of bij de algemene vergadering van een maatschap.’
Erfbelasting beperken
‘Ouders vragen ons de geplande maatregelen en het doel ervan aan hun kinderen uit te leggen’, zegt Bernard Goffaux, verantwoordelijke estate planning bij Banque de Luxembourg. ‘Sommigen kiezen voor een overdracht vanuit een zuiver fiscale invalshoek, om de erfbelasting te beperken en de controle te behouden over de geschonken goederen. In dat geval moeten we aan de kinderen duidelijk maken welke successierechten ze moeten betalen en wat ze
kunnen doen om die tot een minimum te beperken.’
Anderen willen hun kinderen dan weer geleidelijk aan betrekken bij het beheer van het familievermogen. ‘De oprichting van een maatschap is dan een goede oplossing’, zegt Goffaux. ‘Tijdens de jaarlijkse algemene vergadering wordt de balans opgemaakt en worden de activiteiten van de vennootschap tijdens het voorbije jaar geanalyseerd. De kinderen kunnen daarbij aanwezig zijn en geleidelijk aan meedoen. Zo leren ze het vermogen te beheren.’
Een andere mogelijkheid is de oprichting van een familieraad die twee tot drie keer per jaar samenkomt en waar iedereen samen het beheer van het familievermogen bespreekt. ‘Onze adviseurs lichten dan de marktsituatie toe, praten over de juridische en de fiscale evoluties die het vermogen kunnen beïnvloeden en beantwoorden vragen’, zegt Goffaux.
Degroof Petercam en Puilaetco hebben opleidingen op maat samengesteld om de volgende generatie klaar te stomen. Het Next gen-masterclassprogramma van Degroof Petercam is ontwikkeld samen met Solvay Brussels School of Economic & Management. De opleiding van zes dagen biedt de deelnemers een inleiding tot de
financiële markten en uitleg over technieken om activa te waarderen, portefeuillebeheer, duurzame financiering, het starten van een bedrijf, liefdadigheid en familiaal bestuur.
Netwerken
De deelnemers krijgen ook de kans om te netwerken. ‘We creëren momenten waarop de deelnemers elkaar kunnen ontmoeten en contact kunnen leggen na een masterclass, tijdens een festival of een kunsttentoonstelling. Daar kunnen ze partners ontmoeten en inspiratie opdoen voor hun projecten.’
Ook Puilaetco rich e onlangs een community op van jonge en toekomstige beleggingsklanten van 28 tot 40 jaar waar ze hun kennis met elkaar kunnen delen. Daar blijkt vraag naar. ‘Al snel hadden we een zestigtal deelnemers. Dat was het maximale aantal dat we voor ogen hadden om de geest van een ‘familiebijeenkomst’ te kunnen blijven garanderen’, zegt communicatie- en pr-manager Laure-Eve Monfort.
Zij namen deel aan de NextGen Academy, een vormingsprogramma gespreid over drie thema-avonden, gevolgd door een presentatie van een inspirerende persoonlijkheid. Antoine Geerinckx, de stichter van CO2logic, kwam spreken over de klimaatuitdagingen. Ook Cédric Dumont, coach van topatleten en auteur van ‘Dare to Jump’, gaf een voordracht.
‘In onze familie spreken we nooit over beleggingen. Ik was dan ook meteen geïnteresseerd in het NextGen-programma’, zegt een van de deelneemsters.
Podcast en video
Nagelmackers pakt het anders aan. De bank maakt gebruik van podcasts en educatieve video’s om de volgende generatie te informeren over de overdracht van de on-
derneming, een gesplitste aankoop, investeren in de onderneming of een testament. Met haar NextGen Talent Program wil de bank een brug slaan naar de kinderen en de kleinkinderen van haar klanten. Nagelmackers gaat tien jongeren tussen 12 en 20 jaar, allemaal rijzende sterren in de sport- of muziekwereld, helpen hun ambities te realiseren. Zo wil de bank stevige banden smeden met hen en de basis leggen voor een langetermijnrelatie.
80%
Onderzoek heeft aangetoond dat vier op de vijf families hun vermogen bij de derde generatie kwijtspelen.
Een van die tieners is de 14-jarige golfer Hugo Duquaine, die al tal van nationale en internationale wedstrijden gewonnen heeft. Hij wordt gerekend tot de grootste Belgische beloftes in de golfsport. ‘Meedoen aan het NextGen Talent Program kan mijn traject een boost geven. Om beter te worden in het golfen moet ik veel reizen. Dat brengt hoge kosten met zich. Ik hoop een professionele golfer te kunnen worden en binnen vier jaar te studeren aan een Amerikaanse universiteit’, getuigt hij op de website van de bank.
Banque de Luxembourg organiseert dan weer elk jaar een zomeracademie voor jongeren die nog niet betrokken zijn in het familiebedrijf. Er zijn ook seminaries voor leden van de nieuwe generatie die al in het beroepsleven staan.