Evidence informed werken aan inclusief onderwijs
‘Kijk zonder vooroordelen naar je leerlingen’ Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) lanceerde in april de zogenoemde kennisagenda, waarin vooruit wordt geblikt op de toekomst van het onderwijs. Een van de thema’s die daarin het verschil kan maken, is inclusief onderwijs. Tekst: Heleen de Bruijn
Inclusief onderwijs is de volgende stap na passend Onderwijs. Passend onderwijs werd enkele jaren geleden ingevoerd om leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte in het regulier onderwijs te laten instromen, in plaats van in het speciaal onderwijs. Een evaluatie van het Passend onderwijs gaf 25 verbeterpunten, die input gaven voor Inclusief onderwijs. Neely Anne de Ronde-Davidse: ‘Ook publiceerde de Onderwijsraad al over inclusief onderwijs. Het is dus een trend in de strategie van de overheid.’ Neely Anne de Ronde-Davidse is directeur van het regionaal samenwerkingsverband passend primair onderwijs in de Hoeksche Waard. Ze heeft een achtergrond in de onderwijswetenschappen en droeg vanuit die rol in belangrijke mate bij aan het thema inclusief onderwijs voor de Kennisagenda. ‘De belangrijkste vraag is: wat is er nodig om inclusief onderwijs beter van de grond te krijgen? Bij passend onderwijs geldt: je moet het als school echt willen en 20
er moeite voor doen om kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte binnen jouw school een plek te geven. Er wordt volop werk gemaakt van inclusief onderwijs, desondanks groeit het speciaal (basis/ voortgezet) onderwijs. Er zijn wel regionale verschillen. Sommige regio’s zitten onder het landelijke gemiddelde en weten veel ondersteuning in het regulier onderwijs te organiseren, anderen zitten erboven en verwijzen vaker door. Het is belangrijk dat er op school al een brede en stevige basisondersteuning is, waardoor je veel kinderen bij voorbaat al kunt bedienen. Dan heb je niet heel veel extra meer nodig voor kinderen die een specifieke onderwijsbehoefte hebben.’
Gamechangers Binnen het thema inclusief onderwijs onderscheidt de kennisagenda een vijftal zogenoemde gamechangers, onderwerpen waar kansen liggen om belangrijke veranderingen teweeg te brengen.