Grondig 6 - 2020

Page 1

NIEUWE CAO

THEMA DUURZAAMHEID

PFAS GEREGELD

VAKBLAD VOOR SPECIALISTEN IN GROEN, GROND EN INFRA NUMMER 6 2020


DE 4 ZEKERHEDEN VAN HAVERA-GRAS 1

LG ANIMAL NUTRITION VOEDERKWALITEIT

Toegespitst op de energie- en dve-behoefte van hoogproductief melkvee

Geselecteerd op melkdrijvende parameters zoals de verteringscoëfficiënt van de celwanden, eiwit- en suikergehalte

Voederproeven van Schothorst Feed Research leveren het bewijs: tot wel 1,4 liter méér melk/koe/dag

2

HET SMAKELIJKSTE GRAS VAN NEDERLAND

Koeien profiteren van de smaak en vele extra’s van tetraploïd gras

Betere opname, roestresistentie, wintervastheid, (her)groei en productievermogen

Topfokkers zoals Jan Nieuwenhuizen (Newhouse Farm) kiezen daarom steevast voor Havera:‘ruwvoerteelt is topsport’

3

ALTIJD HET NIEUWSTE UIT DE RASSENLIJST

 Zo

blijft de genetische vooruitgang in ds-opbrengst (0,5%/jaar) gewaarborgd

 Nieuwe

rassen produceren bij gelijke N-bemesting méér of hetzelfde bij een lagere gift

 Door

hun betere N-efficiëntie wordt plantaardig eiwit effectief omgezet in dierlijk (melk)eiwit met zo min mogelijk uitstoot

4 MET HEADSTART GOLD-STARTVOORSPRONG 

Deze 100% organische zaadcoating geeft kieming en vestiging een enorme boost

Biostimulatoren zetten aan tot een efficiëntere opname van vocht en voedingsstoffen

Enzymen stimuleren spruit- en wortelgroei, planthormonen bevorderen stofwisseling

Essentiële (sporen)elementen vanuit coating direct beschikbaar voor jonge plant

07/2020

Verkrijgbaar in 7 verschillende samenstellingen, voor elk gebruiksdoel! Kijk op www.graslandadvies.nl welk mengsel bij jou past.


INHOUD

In dit nummer

GRONDIG 6 2020

Deze editie van Grondig is een groen nummer geworden. Dat begint al met het hoofdverhaal over de Green Deal Het Nieuwe Draaien. Wat zijn de eindresultaten? Vervolgens kijken we alweer naar de opvolger van dit initiatief, De Groene Koers. Uiteraard wil je dan ook weten wat er nu al kan. Onder meer Scholman en Ploegam trakteren je op een inspirerend verhaal.

ONDERNEMEN MET MENSEN

18 5 REDACTIONEEL 6 IN ACTIE: Gebr. Tolenaars 9 COMMENTAAR 10 RESULTATEN GREEN DEAL Het Nieuwe Draaien 12 DE GROENE KOERS: Emissiereductie richting 2030 16 Natuurontwikkeling biedt cumelaondernemers kansen 18 STERK WERK: Van Oostrum Westbroek BV 22 VENT & VISIE: Jörg Gigler, directeur Topsector Energie

ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

24 24 Staad pakt elektrisch en waterstof breed op 28 Scholman kiest voor waterstof 32 Motoren updaten naar Stage V 34 TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL 36 Groeiend aantal GPS-diefstallen vraagt om actie 40 Volvo FM-oprijwagen van Veldhuizen 43 ECONOMIE 43 IN KORT BESTEK 46 SLIM EN DIGITAAL: Bakker&Spees

Grondig 7 ontvang je op vrijdag 28 augustus

ONDERNEMEN MET CUMELA

48 42 Nieuwe cao LEO 44 CUMELARIA 45 GEKRUID 48 MACHTIG MOOI: Johan Oostwouder 50 CUMELA.NL 51 VOORZITTER 52 TOOLBOX: gebruik van spanbanden 54 BEDRIJFSOVERDRACHT: aan de slag 56 Financiële haalbaarheid van waterstof 57 Het belang van goede communicatie 58 Hoe staat het met de eerlijke mestketen? 60 Verantwoordelijkheden bij grondroeren 62 PFAS 63 CAO & ZO 64 Belangen behartigen doe je samen 66 BEDRIJVIG GRONDIG 6 2020

3


Machinist cultuurtechniek Deskundige machinisten maken het verschil!

Sociale partners (CUMELA Nederland, FNV Agrarisch Groen, Vakvereniging Het Zwarte Corps en CNV Vakmensen) hebben ism IPC Werkt het initiatief genomen voor een opleiding waarmee werknemers met ervaring in het cultuurtechnisch werk en/of agrarische loonwerk opgeleid kunnen worden tot groene machinist.

Praktische opleiding De praktische opleiding Machinist Cultuurtechniek leidt op tot vakspecialist die bekwaam is in het werken met de graafmachine en wiellader. De groene machinist is een “allround” machinist die in staat is een groot aantal werkzaamheden uit te voeren in de aanleg en onderhoud van de buitenruimte. Naast het in de praktijk leren werken met de graafmachine en wiellader wordt er aandacht besteed aan de elementen bodem, water, groen, organisatie en aansturing van het werk en communicatie.

Start en einde van de opleiding Oktober 2020 – eind mei 2021

Investering Werknemers van bedrijven die vallen onder de cao loonwerk (LEO) kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage krijgen tot 50% van de kosten*.

Modulaire opleiding Cultuurtechniek algemeen grond-, water- en bodemkennis. Grondverzettechnieken werkvoorbereiding, graven, profileren, afwerken en transporteren. Infratechnieken hijsen, putten en leidingen, machinaal bestraten, waterbouwconstructies Groentechnieken onderhoud watergangen, bomen rooien, onderhoud bermen, verwerken biomassa. Praktijkexamen

*bekijk de voorwaarden op mooivakman.nl/vakman-2-0

Aanmelden of meer info? Aanmelden kan via www.ipcwerkt.nl. De opleidingscoördinator neemt contact op om een intakegesprek te plannen. Wil je meer informatie over de opleiding, neem dan vrijblijvend contact op met Pim de Jonge; p.de.jonge@ipcwerkt.nl of bel 026-3550100.


REDACTIONEEL

COLOFON Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Je kunt je via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel.

Adres Cumela Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl

Cumela-ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl

Grondig / Cumela Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig

Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur)

Voorplaat Cumela Communicatie

Advertentiewerving Lisette Kerkhof, grondig@cumela.nl

Art Direction, Grafische vormgeving en druk Elma Media B.V. www.elma.nl Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk

Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Opzegging van het abonnement schriftelijk vóór 1 november.

Kosten abonnement Nederland € 95,- per jaar / Buitenland € 145,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag

Retro-Sinterklaas Het duurt officieel nog zo’n vier maanden, maar de goedheiligman is voor kinderen natuurlijk op elk moment welkom. Wel de echte dan, want iedereen kent de teleurstelling als er na het officieel binnenhalen op tv ineens een ‘andere’ Sinterklaas op school of thuis arriveert. “Dat is niet de echte, dat is een nep-Sinterklaas”, klinkt het dan. Gedrein, totdat er een pakje wordt overhandigd met iets leuks, want dan is zelfs de nepper ineens zeer welkom als hulpsinterklaas. Aan de hulpsinterklazen moesten we denken bij het verhaal over de mogelijkheid om oudere motoren met behulp van een opbouwsysteem op het niveau van de Stage V-emissie-eisen te brengen. Het is een techniek die in de scheepvaart al enkele jaren wordt toegepast, omdat juist hier motoren zeer lang meegaan en er dus vaak oude relatief vuile motoren in het ruim liggen te stampen.

in het monteren van retrofit-systemen om de motoren naar een hoger niveau te brengen. Natuurlijk zijn er daarbij bedenkingen. Fabrikanten van motoren en machines hebben heel veel tijd en geld in het ontwikkelen en testen van de machines en de ingebouwde motoren gestoken en die hebben uitgebreide duurtesten en testprotocollen doorlopen. Dat doen de bouwers van die retrofitsystemen niet even na. We weten ook dat in het verleden het monteren van extra roetfilters voor ruimtes met uitstootbeperkingen niet altijd even goed uitpakte.

De ontwikkelaars van die systemen ruiken nu ook kansen in onze sector. Het is een gevolg van de harde Stage V-eisen die in steeds meer bestekken opduiken. Die bestekschrijvers denken blijkbaar dat wij allemaal een eigen Sinterklaas hebben, die elk jaar nieuwe machines komt brengen. De realiteit is anders. We hebben nu eenmaal vijf tot negen jaar nodig om een machine terug te verdienen. Die vervang je niet zomaar, zelfs niet als opdrachtgevers in het bestek plotseling uitstooteisen stellen. Zeker niet omdat ze vergeten dat ze dan zelf ook Sinterklaas moeten zijn en dergelijke investeringen moeten belonen.

Je kunt het echter ook anders bekijken. Als motorenfabrikanten geen bezwaar hebben tegen het monteren van dergelijke oplossingen is dat toch een prachtige tijdelijke oplossing om een oudere machine voor een acceptabel bedrag naar een hogere emissienorm te brengen. Natuurlijk horen hier dan afspraken bij over de geleverde kwaliteit en de borging daarvan. Als die er zijn, is het een oplossing om aan buitengewone bestekeisen te voldoen, zeker als de aanbestedende diensten geen geld over hebben voor dure nieuwe machines. Ook zij weten namelijk: cumelaondernemers zijn Sinterklaas niet, maar vinden zo wel een soort passende hulpsinterklaas.

Dat is de reden dat ondernemers op zoek gaan naar een eigen slimme oplossing. Die vinden ze

Team Grondig, Gert, Marijke, Toon, Herma en Lisette

© Stichting Cumela Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.

ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap Cumela Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wil je het lidmaatschap van Cumela beëindigen, dan dien je voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van Cumela in Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

GRONDIG 6 2020

5


ONDERNEMEN MET MENSEN - BEDRIJF IN ACTIE

‘Meedenken met de tijd van nu’

Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Gebr. Tolenaars

GEBR. TOLENAARS NIEUWENDIJK

2 6

GRONDIG 6 2020

3

4


BEDRIJF IN ACTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN

Sander Tolenaars, van Gebr. Tolenaars, kreeg na het bouwen van de slootveegselpers vaak vragen over het meescheppen van fauna tijdens het onderhoudswerk. Het resulteerde in de Fish Protector, knipperende lampen op de maaibak. “Ik wil anderen graag een stapje voor blijven”, zegt hij. De eerste maaironde nadert intussen alweer zijn einde. “Die loopt af op 15 juli”, zegt Sander Tolenaars. “Daarna is er nog een tussenronde en op 1 september gaat weer een volgende maaironde van start”, legt hij uit. De eerste maaironde werd ook benut om de Fish Protector (foto 7) op de proef te stellen. “We hebben samen met het ecologisch adviesbureau VisAdvies drie proeven gedaan om te kunnen aantonen dat het werkt. En het werkt, zo blijkt uit de resultaten”, zegt Sander trots. Hoewel het systeem er vrij eenvoudig uitziet - met één lamp in het midden van de korf en aan elke zijkant één - is het dat absoluut niet, want er komt wel wat bij kijken om iets waterdicht te maken en er ook nog voor te zorgen dat het niet snel kapot gaat. “Daarnaast moet het gemakkelijk schoon te maken zijn, want door de aard van het werk krijg je toch te maken met aanslag.” Het zijn in een notendop de eisen waaraan de drie stroboscooplampen moeten voldoen. “We kwamen op het idee omdat die bij gemalen al langer worden gebruikt om vissen te verjagen. In eerste instantie hebben we een bedrijf gebeld met de vraag om dergelijke lampen te leveren, maar die pasten niet op de korf. Toen zijn we ze zelf gaan ontwikkelen met behulp van landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf A. den Dekker & Zn. uit Werkendam. In 2018 ontwikkelden we samen met Den Dekker ook al de slootveegselpers (foto 3 en 5), nadat deze speciale aanvraag werd gegund door waterschap Aa en Maas.”

1

5

6

Ook werden er specialisten van ledlampen en hars gevraagd om mee te helpen bij de ontwikkeling. “Zo werd voor ons een hars gevonden die krasvast is en net iets zachter is dan glas, zodat deze niet breekt. Zowel de lampen als het verdeelkastje aan de korf - of zoals bij ons aan de giek (foto 4) - worden daarmee opgevuld. Dat is nodig om ervoor te zorgen dat het materiaal niet kapot gaat. Daarbij stel je één keer alles in. Zo blijkt drie keer knipperen per seconde de vissen het meest af te schrikken.” De ontwikkeling van het systeem gaat nog steeds door. Zo heeft Sander alweer fellere ledverlichting weten te vinden die het nog weer beter doet dan de huidige lampen. Uiteindelijk willen we een pasklare set ontwikkelen die iedereen kan gebruiken.” Dit soort projecten passen goed bij Sander en bij het bedrijf. “We kennen veel verschillende werkzaamheden en denken daarin graag mee om aan de eisen van de huidige tijd te kunnen voldoen. Zo assisteren we bijvoorbeeld nu ook regelmatig bij het weghalen van holen van bevers uit dijken, onder toezicht van diverse instanties. Dat vergt weer heel andere kwaliteiten dan slootonderhoud.”

7 GRONDIG 6 2020

7


“Als schadebehandelaar hecht ik veel waarde aan persoonlijk contact met jou als klant.” Frank Wieland schadebehandelaar

Verzekeringsspecialist in de cumelasector Als brancheorganisatie weten we bij Cumela als geen ander waar je als ondernemer mee te maken hebt, met welk materieel je werkt en welke risico’s hierbij komen kijken. Onze polisvoorwaarden zijn hierop afgestemd, wij denken met je mee en geven altijd een persoonlijk advies op maat. Onze voordelen • •

Persoonlijk contact met specialisten Gemak en uitgebreide service

• • •

Kennis van de cumelasector Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding Soepele afwikkeling bij schade

Wij weten wat we verzekeren! www.cumela.nl/verzekeringen 033 247 49 60


COMMENTAAR DIRECTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN

Kijkje in de glazen bol De afgelopen weken zijn we met het team Beleid een paar dagen ‘op de hei’ geweest voor een kijkje in de glazen bol, oftewel om te praten over ‘de toekomst van de cumelasector’. De hei was overigens niet te vinden. Maar goed… de glazen bol. Ik mag nu natuurlijk niet te veel verklappen, want er komt nog een mooi visiedocument, waarvoor ook de input van onze bestuurders zal worden gevraagd. Met het bestuur van de sectie Agrarisch Loonwerk hebben we afgelopen zaterdag in één van de Zuid-Hollandse polders ook al mooie input opgehaald. De meningen over waar het naar toe gaat in de toekomst kunnen natuurlijk verschillen. Ieder heeft daar zijn of haar eigen visie op en niemand weet bij voorbaat of hij of zij gelijk zal krijgen. Daarvoor moet je die waarzegger met de glazen bol hebben, alhoewel ik persoonlijk twijfels heb of je daarop kunt vertrouwen.

‘ER ZIJN VEEL VERANDERINGEN OP KOMST, WAARMEE OOK DE CUMELASECTOR OP KORTERE EN OP LANGERE TERMIJN TE MAKEN KRIJGT’

‘VOORDAT ALLES IN DE BOUW EN INFRA WEER GOED OP GANG IS, ZAL ER NOG BEHOORLIJK WAT TIJD VERSTRIJKEN’

Hoe dan ook, er zijn veel veranderingen op komst, waarmee ook de cumelasector op kortere en op langere termijn te maken krijgt. De coronacrisis lijkt onze sector vooralsnog niet zwaar te hebben geraakt, maar we verwachten dat er dit najaar alsnog klappen zullen vallen, mede ook door de nasleep van de stikstof- en PFAS-crisis. Gelukkig is er 1 juli weer een stap in de goede richting gezet voor wat betreft PFAS en ook op het gebied van stikstof zijn er door de overheid stappen gezet, maar voordat alles in de bouw en infra weer goed op gang is, zal er nog behoorlijk wat tijd verstrijken. Ook het agrarisch loonwerk zal naar verwachting nog wel wat problemen te tackelen krijgen, ook al is er gezaaid, geplant en bemest en zijn er snedes gras geoogst en bollen gerooid.

In deze tijd worden onze bedrijven ook nog eens geraakt door GPS-diefstallen. De dieven worden steeds brutaler, ondanks alle beveiligingsmaatregelen die er al zijn getroffen. Het is heel heftig voor degenen die dit overkomt. Ik roep een ieder op: blijf alert en meld verdachte situaties bij de politie. We gaan nu de zomermaanden in. Voor sommigen zal dit een vakantieperiode zijn en anderen werken gewoon door. Ik wens je een mooie zomer!

Directeur Cumela GRONDIG 6 2020

9


ONDERNEMEN MET MENSEN - HET NIEUWE DRAAIEN

Grip op emissies Tekst: Egbert Jonkheer

HET NIEUWE DRAAIEN GEEFT ZICHT OP UITSTOOT

Na vier jaar zit de looptijd van de Green Deal Het Nieuwe Draaien erop. 34 organisaties uit de bouw, groen en infra hebben zich de afgelopen jaren samen ingezet voor een schoner machinepark. “De partijen hebben concrete handvatten gekregen om te werken aan hun emissies.” Mobiele werktuigen in de bouw en de landbouw stoten samen naar schatting ruim twee megaton CO2 per jaar uit. Dat is acht procent van de totale CO2-uitstoot van het verkeer in Nederland. Daarnaast zijn mobiele werktuigen goed voor negen procent van de stikstofuitstoot (NOx) en ruim negen procent van de fijnstofuitstoot van het Nederlandse verkeer. Die hoeveelheid moet vanwege klimaatdoelen omlaag en dat is de reden waarom aannemers, overheden en andere stakeholders de afgelopen vier jaar hebben samengewerkt in de Green Deal Het Nieuwe Draaien.

‘1400 DEELNEMERS ZIJN GECERTIFICEERD VOOR HET NIEUWE DRAAIEN’ Aanvankelijk was het de bedoeling om concrete cijfers te hangen aan de reductie die alle maatregelen hebben opgeleverd, maar dat streven is algauw losgelaten, vertelt programmamanager Albert Lusseveld van de BMWT. “Dat bleek simpelweg niet haalbaar. Je bent appels met peren aan het vergelijken, want verschillende typen machines draaien onder verschillende omstandigheden. Wil je dat doen, dan moet je eerst een goede referentie hebben. Daarom hebben we ingezet op versnelling van de emissiereductie door het ontwikkelen van concrete handvatten voor zowel opdrachtgevers als aannemers.”

BRANDSTOF BESPAREN Een voorbeeld daarvan is de training Het Nieuwe Draaien, waarbij chauffeurs tips krijgen voor een optimale wisselwerking tussen mens en machine, waardoor het brandstofverbruik en de uitstoot tot een minimum worden beperkt. Op sommige machinistenopleidingen is deze training al standaard en ook de belangstelling voor losse cursussen groeit, laat Lusseveld weten. “Onder de vlag van de Green Deal Het Nieuwe Draaien zijn inmiddels

10

GRONDIG 6 2020

1400 deelnemers gecertificeerd. Ook zijn de principes van Het Nieuwe Draaien breed in het onderwijs en in losse trainingen opgenomen.” Ook Cumela draagt Het Nieuwe Draaien uit onder haar leden, met name via het sectorinitiatief Sturen op CO2 en andere brancheprojecten, zoals BOGO Efficiënt brandstofgebruik. Beleidsmedewerker Nico Willemsen: “Dit is het laaghangende fruit, want het is niet alleen milieutechnisch aantrekkelijk, maar bespaart ook aanzienlijk in de kosten. We weten van deelnemers aan de cursussen dat ze gemiddeld genomen algauw tien procent brandstof besparen. Dat is pure winst. Een belangrijk inzicht is ook dat je met zo min mogelijk stationair draaien niet alleen veel CO2-winst boekt, maar ook veel onnodige stikstofuitstoot voorkomt. Een onvolledige verbranding is namelijk funest.”

‘STUKJE BIJ BEETJE WORDT DE VLOOT STEEDS SCHONER’

NOG NIET AFGESCHREVEN Naast het rijgedrag en de werkstijl heeft de techniek een belangrijke rol gespeeld in de Green Deal. Inzet van energiezuinig en schoon grondverzetmaterieel, verduurzaming van het machinepark en de toepassing van duurzame brandstoffen zijn allemaal elementen die een rol spelen bij het verlagen van de emissie. Naar schatting bestaat

DIT WILLEN DE OPDRACHTGEVERS

Gemeente Amsterdam

uitstootvrije mobiele werktuigen in 2025

Gemeente Den Haag

klimaatneutraal in 2030

Gemeente Groningen

emissievrije binnenstad zijn in 2025

Gemeente Rotterdam

emissieloos materieelpark in 2030

Gemeente Utrecht

klimaatneutrale binnenstad in 2030

Gemeente Nijmegen

energieneutraal in 2045

Rijkswaterstaat

zero-emissie-bouwplaats in 2030


CO2-EMISSIE VERMINDEREN, IS EEN OPTELSOM Een algemeen cijfer voor de verminderde uitstoot van het Nederlandse machinepark heeft de Green Deal. Het Nieuwe Draaien niet opgeleverd. Daarvoor verschillen de omstandigheden en de samenstelling waarin machines draaien te veel. Wel is er via diverse projecten een lijst samengesteld die inzicht geeft in de CO2-besparing van de meest voorkomende maatregelen van Het Nieuwe Draaien. Vastgesteld is bijvoorbeeld dat het verminderen van stationair draaien veel winst kan opleveren in NOx- (tien tot vijftig procent) en CO2-emissie (vijf tot tien procent). De BMWT zegt ook dat een deel van de kengetallen van het Nieuwe Draaien nog steeds een ruime bandbreedte laat zien in de gevonden CO2-indicatie, wat vraagt om vervolgonderzoek.

‘STANDAARDISATIE EN HARMONISATIE VAN DE MILIEUEISEN IS NOODZAKELIJK’

het Nederlandse materieelpark voor vijftig tot zestig procent uit machines met de emissienorm Stage IIIb en ouder. Overheid en machinebouwers willen graag nog sneller naar schonere machines, maar die ambitie moet wel realistisch blijven, vindt Cumela. Volgens Lusseveld is daar begrip voor. “Je kunt zeggen dat zestig procent van het machinepark vervuilend is, maar daar zit natuurlijk veel materieel bij dat nog niet is afgeschreven. Dat is een spanningsveld.” Gemiddeld genomen wordt een machine in zeven tot tien jaar afgeschreven, blijkt uit cijfers van onder andere Cumela. Stukje bij beetje wordt de vloot vanzelf schoner, aangezien de nieuwe motoremissienormen bij de fabrikanten worden doorgevoerd. Is er toch een versnelling nodig, dan zijn er nog mogelijkheden via nabehandelingssystemen of het gebruik van biodiesel. Ook die opties zijn doorgerekend (zie kader).

HAALBAAR EN BETAALBAAR Gemeenten die extra hoge milieueisen stellen aan het werk in hun binnenstad kunnen spelen met de mogelijkheden die er zijn voor een verminderde uitstoot. De verschillende opties hebben een plekje gekregen in de criteria waar gemeenten en andere opdrachtgevers zich op baseren bij het maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) van hun diensten. “Standaardisatie en harmonisatie van de milieueisen is belangrijk, want dan weet je dat iedereen over hetzelfde praat”, zegt Lusseveld. “De eisen aan het werkmaterieel in tenders moeten haalbaar en betaalbaar zijn. Kleine machines zijn er steeds meer in elektrische vorm, het grotere bouwmaterieel nog niet. Alleen als daar oplossingen voor komen, halen we het uiteindelijke doel: een uitstootvrije sector in 2030.”

HET NIEUWE DRAAIEN - ONDERNEMEN MET MENSEN

KENGETALLEN HET NIEUWE DRAAIEN TYPE BESPARINGSOPTIE INDICATIE CO2-BESPARING Gedrag en werkmethode

Jaarlijkse training Het Nieuwe Draaien

5-10%

Jaarlijkse training Het Nieuwe Draaien + coaching

5-20%

Toepassen rijplaten

0-50%

Technisch en brandstof

Nieuwere generatie machines (opeenvolgende Stage-klassen)

ca. 10%

Start-stopsysteem of Eco-modus

2-13%

Hybride machine

10-30%

Volledig elektrische machine: grijze of groene stroom

50-100% *

HVO (hydrotreated vegetable oil) uit afval- en reststromen

ca. 90% *

GTL (gas to liquid)

1-4% **

Standkachel (motor kan vaker uit)

0-0,5%

Instelbare bandenspanning

1-3%

Controle bandenspanning

1-4%

Preventief onderhoud

0-4%

Snelheidsbegrenzer (dumper)

0-10%

* Elektrische aandrijving en biobrandstoffen op basis van well-to-wheel. De vermelde besparingsuitkomsten zullen variëren afhankelijk van machinetype en praktijkomstandigheden. De percentages zijn grotendeels gebaseerd op informatie verzameld via een enquête onder bouwbedrijven en leveranciers. Deze informatie was deels onderbouwd met metingen en berekeningen. Daarnaast is door TNO, machine monitoring data geanalyseerd. ** Op basis van tank-to-wheel. Well-to-wheel heeft GTL geen tot nauwelijks CO2-effect, maar wel een bewezen fijnstof- en NOX-reductie-effect bij toepassing in oude machines en machines zonder roetfilter (Stage IIIa en ouder) tot 50 procent. Bron: BMWT/TNO

GRONDIG 6 2020

11


ONDERNEMEN MET MENSEN - GROENE KOERS

Emissiereductie van mobiele werktuigen

Tekst: Nico Willemsen, beleidsmedewerker Grondverzet en Cultuurtechniek Foto’s: Cumela Communicatie

DE GROENE KOERS IS REALISTISCH, HAALBAAR EN BETAALBAAR

In het project De Groene Koers gaat onder meer Cumela aan de slag met het bij elkaar brengen van partijen en het combineren van kennis. Op die manier wordt samen met ondernemers gezocht naar manieren om de uitstoot van mobiele werktuigen richting 2030 verder te verlagen. “We zoeken bedrijven met goede ideeën!”, zegt beleidsmedewerker Nico Willemsen.

‘HET DOEL VAN DE GROENE KOERS IS ONDER MEER HET BIJ ELKAAR BRENGEN VAN PARTIJEN’

Samen met Bouwend Nederland en BMWT ging Cumela begin dit jaar van start met De Groene Koers, een project waarin de ondernemers een belangrijke rol innemen. “Het is eigenlijk een logisch vervolg van de afgeronde Green Deal Het Nieuwe Draaien. Daarin hebben we al veel bereikt en dat gebruiken we nu om weer een stap verder te zetten”, zegt Nico Willemsen, beleidsmedewerker Grondverzet en Cultuurtechniek bij Cumela. Samen met iemand van BMWT en Bouwend Nederland vormt hij de organisatie van het project.

PODIUM VOOR IDEEËN “Net zoals bij de Green Deal Het Nieuwe Draaien

12

GRONDIG 6 2020

gaan we weer proberen om partijen samen te brengen en zo kennis te combineren”, zegt Willemsen. De voorbereidingen daarvoor werden in februari al in gang gezet via de zogenaamde pitchdagen. “Deze dagen waren vooral bedoeld om ideeën voor emissiereductie van ondernemers een podium te geven. Het was een schot in de roos, want 23 partijen maakten gebruik van deze gelegenheid om hun idee te ‘pitchen’.” De beleidsmedewerker kijkt er met een goed gevoel op terug. “Hoewel er ook technieken en ideeën bij zaten die al wat bekender waren, zagen we ook hele verrassende nieuwe ontwikkelingen.


GROENE KOERS - ONDERNEMEN MET MENSEN

De verwachtingen die we hadden, werden door de ondernemers meer dan waargemaakt”, aldus Willemsen. De afgelopen tijd zijn de ideeën uitgebreid bekeken. “Samengevat hebben we meer gehoord over additieven, schonere brandstoffen zoals HVO en GTL, batterijtechnologie, groene-energiecontainers, waterstoftechnologie, waterstofstations, schone biogasmotoren, ultrafijnstoffiltering, retrofit-uitlaatgasnabehandelingssystemen en slim gebruik maken van data uit machines. Enkele van deze plannen krijgen nog een extra podium in Grondig”, zegt Willemsen. De eerste plannen zijn ook al bestempeld als Koersproject. Niet alleen ondernemers kwamen tijdens de pitchdagen aan het woord. Er werd ook gesproken over financieringsmogelijkheden. Wie dan ook niet mogen ontbreken, zijn de diverse leveranciers van elektrisch aangedreven machines. “Het doel van De Groene Koers is onder meer het bij elkaar brengen van partijen. Schroom daarom niet om contact met ons te zoeken wanneer je meer over één van deze onderwerpen wilt weten en wij brengen je graag in contact met de ondernemer achter het idee.”

UNIFORM INKOOPBELEID OVERHEDEN De hulp van ondernemers wordt ook ingeroepen bij het aankaarten van onrealistische eisen in bestekken. “Kom je als ondernemer in de praktijk concrete voorbeelden tegen waarbij blijkt dat een inkoopafdeling niet over de juiste marktkennis beschikt om het inkoopbeleid goed te formuleren, ga dan daarmee in gesprek”, zo luidt het dringende advies van Willemsen. “Breng die inkoopafdeling op de hoogte van De Groene Koers. Mocht het nodig zijn, dan is het zelfs mogelijk dat wij

MELD SLIMME IDEEËN AAN ALS KOERSPROJECT

De Groene Koers voor Bouw & Infra

namens de sector hierover met een opdrachtgever in gesprek gaan.” Het is goed dat de sector wordt uitgedaagd en dat er koplopers zijn die bereid zijn extra te investeren, stel Willemsen vast. “Daar leert immers de hele sector van. Daarom stimuleert dit project deze vernieuwers. Daarnaast is het belangrijk om met beide benen op de grond te staan. We zien er, in een goed gesprek met opdrachtgevers, overheden, bestuurders en politiek, op toe dat ook het inkoopbeleid aansluit bij de praktijk, waardoor dit realistisch, haalbaar en betaalbaar blijft”, zegt Willemsen om ondernemers gerust te stellen.

‘HOE VAKER DE ENQUÊTE WORDT INGEVULD, DES TE BETER KLOPT HET BEELD MET DE WERKELIJKHEID’ In de praktijk is het nu zo dat de ontwikkelingen van nieuwe technologieën heel hard gaan, maar zero-emissiemachines zijn nog lang niet volop verkrijgbaar. Desondanks kondigen diverse overheden, waaronder grote gemeenten, ambitieus aan dat ze het voornemen hebben om in 2025 zero-emissiezones te introduceren. Ook wordt er in bestekken voor mobiele werktuigen al Stage V (verkrijgbaar sinds 2019) voorgeschreven. De NOx-emissie van Stage IV- en Stage V-motoren is vergelijkbaar, alleen voor fijnstof scoort Stage V iets beter. Natuurlijk wordt een werk nooit uitsluitend met nieuwe machines gemaakt. Daarom verdienen ook de mogelijkheden van het gebruik van emissiearme brandstoffen, waarvan de meerwaarde het grootst is in oudere machines, meer aandacht.

Als je een goed idee hebt om de emissie van mobiele werktuigen te reduceren en bereid bent dit te delen met de sector, dan zoeken we jou. Dit kan gaan over techniek, kennis uit sectoren combineren, slim aanbesteden en contracteren of een veelbelovende samenwerking. Heb je een idee, stuur dan een e-mail naar info@degroenekoers.nl. Je ontvangt dan nadere informatie over De Groene Koers en een aanmeldingsformulier voor het indienen van jouw plan voor een Koersproject. Alle Koersprojecten samen vormen het Koersteam. De praktische ondersteuning wordt gedaan door Wendy van Schaik en Bob Brandjes van APPM. Op

14 juli presenteren we na de afsluiting van de Green Deal Het Nieuwe Draaien de eerste deelnemende Koersprojecten. Bij Cumela is beleidsmedewerker Grondverzet en Cultuurtechniek Nico Willemsen (nwillemsen@ cumela.nl) het aanspreekpunt. “Wat er wordt geleerd (successen én tegenvallers), delen we sectorbreed via voorlichtingsbijeenkomsten, www.de groenekoers.nl en eigen communicatie. In overleg met overheden, kennisinstituten, politiek en bestuurders en natuurlijk het bedrijfsleven vertalen we deze bevindingen naar passend inkoopbeleid en eventueel noodzakelijke stimuleringsmaatregelen.” GRONDIG 6 2020

13


ONDERNEMEN MET MENSEN - GROENE KOERS

NULMETING Sowieso is het belangrijk dat er meer aandacht komt en meer duidelijkheid komt over de echte stand van zaken in de sector. Ook op dat gebied wil De Groene Koers stappen gaan zetten om te voorkomen dat er beleid komt dat ten koste van de ondernemers gaat. De eerste stap die hierin wordt gezet, is het neerzetten van een zogenaamde nulmeting. “Cumela inventariseerde in het verleden voor de Verhuurdersgids eens in de twee jaar de samenstelling van het machinepark van haar leden. De laatste complete inventarisatie is echter verouderd en daardoor misschien niet meer representatief”, zegt Willemsen. “Daarom kwamen wij als Cumela met het idee om sectorbreed een soort nulmeting te gaan uitvoeren door middel van een materieel-enquête”, zegt Willemsen. Het idee kreeg steun van de partners binnen De Groene Koers en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

‘HET DOEL IS MINDER EMISSIE, MAAR WEL OP EEN REALISTISCHE, HAALBARE EN BETAALBARE MANIER’ Heel blij is Willemsen dat de enquête nu op korte termijn bij de leden van veertien branches zal worden uitgezet. “Hoe vaker de enquête wordt ingevuld, des te beter klopt het beeld met de werkelijkheid en des te beter kan daar beleid op worden gemaakt. Mede dankzij de kentekening wordt het in de toekomst mogelijk om deze informatie via de RDW te achterhalen, waardoor die meteen ook betrouwbaarder wordt.

VOORKOM ONWERKBAAR BELEID De tijd dringt echter, want nu al werkt Cumela er samen met de partners hard aan om te voorkomen dat er beleid wordt gemaakt op basis van verkeerde aannames. “Hoewel een Europese verordening motorfabrikanten voorschrijft uiterlijk 2025 ook aantoonbaar te maken dat machines in de praktijk beneden de norm blijven, denkt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nu al na over handhaving in de praktijk. Daarbij is ook al het woord ‘apk-keuring’ gevallen. De Groene Koers is door het ministerie gevraagd mee te denken. Wij als Cumela zijn echter kritisch en zien het als onze taak om samen met de partners te voorkomen dat gebruikers de dupe worden van claims door de fabrikant.” Die claims gaan over de limietwaarden die uit de uitlaat van machines komen en net zoals in de auto-industrie in de praktijk hoger liggen dan tij-

14

GRONDIG 6 2020

‘KOERSVRIENDEN’ Hoewel het initiatief De Groene Koers oorspronkelijk door Cumela samen met BMWT en Bouwend Nederland is gestart, hebben zich inmiddels al drie extra collega-branches gemeld voor de Koersorganisatie. Mobiele werktuigen worden in heel veel sectoren gebruikt. De verwachting is daarom dat meer collega-branches dit goede voorbeeld zullen volgen. Het project biedt ook andere geïnteresseerden de gelegenheid hun ervaring en kennis te delen. Zij kunnen zich op hun eigen manier verbinden en worden verwelkomd als ‘Koersvriend’.

dens de laboratoriumtesten werd gemeten. “Voor mobiele werktuigen bestaat nog geen CO2-labeling”, legt Willemsen uit. “De huidige indeling van Stage-normen zegt alleen iets over stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM). In de loop der jaren is de uitstoot hiervan door onder andere roetfilters en SCR-katalysator en AdBlue met meer dan negentig procent gedaald.” Uit een door TNO in 2018 uitgevoerd onderzoek naar CO2- en NOx-emissie bij twee graafmachines, een wiellader en een trekker bleek dat in de praktijk de NOx-emissie circa 20 tot 350 procent hoger was dan de Stage-limietwaarde voor de laboratoriumtest. Deze hogere emissie hangt sterk samen met het stationair of onder lage belasting draaien (18 tot 57 procent van de tijd). Hierover verscheen in februari 2020 een vernietigend artikel in de Volkskrant, waarna D66 het verantwoordelijke bewindslid ter verantwoording riep. “Als gevolg daarvan laat het ministerie ook dit jaar door TNO een steekproef in de praktijk doen. Wij hebben namens De Groene Koers TNO geadviseerd bij het nemen van een representatieve steekproef.”

HELDER DOEL Wat De Groene Koers vooral gaat doen, is ervaringen bij ondernemers ophalen en ondernemers helpen elkaar te vinden. Goede ideeën worden gedeeld en krijgen een podium om zo elkaar te helpen de plannen verder door te ontwikkelen en uiteindelijk een pakket over te houden waar de hele sector mee geholpen kan worden. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de onderbouwing van beleid door het verzamelen van meer informatie en het vergroten van de kennis over de echte stand van zaken. Het doel is minder emissie, maar wel op een realistische, haalbare en betaalbare manier.


Machines voor professionals ! Balenpersen Werbreedte pick-up 195 cm. Zwaar gelagerde perswagen. Knoperaandrijving met tandwielen Centrale knoper smering. Dubbele fan op de knopers. Enige pers gemaakt in West Europa! Walterscheid groothoek.

6000-S

Overtop frezen In één keer onderwerken van oude graszode Hydraulisch verstelbaar pennenrek. Hydraulische klepverstelling. Resultaat een mooi zaaibed.

Lothar 305

Bieslook 15

gerard.zweers@argi.nl

www.argi.nl

6942 SG DIDAM

06-53236180

like ons op facebook

Cargo-LIFT : VOOR DE KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN • CONTAINER 18 T 4,40 - 6,00 M • HEFCILINDER TER ONDERSTEUNING VAN HET KIPPEN • BANDEN 560/60R22.5 • HYDROPNEUMATISCHE VERING VAN DE DISSEL • SYSTEEM VAN VERGRENDELING VAN BINNEN NAAR BUITEN TOE • KIPPEN TOT 54° • VASTGEBOUTE HEFHAAK • BEDIENINGSKAST VOOR EENVOUDIGE BEDIENING VAN DE HAAK

A

4.074 mm

B

1.140 mm

C

1.109 mm

D

5.580 mm

A

BEPERKTE SERIE

C

7.69 3 t Ne

9€

EXC

L.B

E I T C EA

L A CI

E P S

1.109 mm

m

D

E

5.580 mm

m

joskin.com

4.074 mm

73

• Met , bent u verzekert van kwaliteit voor de grootste waarde van uw materiaal • , een specialist met 15 modellen van Cargo-LIFT • Gepersonaliseerd wisselstukkenboek voor een correcte en snele service

B

1.8

1.140 mm

Cargo-LIFT 54D18

E

1.873 mm

TW


ONDERNEMEN MET MENSEN - GROENE GROEIERS

Natuurontwikkeling een kans voor cumelaondernemers

Tekst: Nico Willemsen, beleidsmedewerker Grondverzet en Cultuurtechniek Foto’s: Cumela Communicatie

SLIMME OPLOSSINGEN VOOR HET STIKSTOFPROBLEEM IN DE NATUUR

De cumelasector bezit de machines voor en heeft de kennis van het onderhoud en de aanleg van natuurterreinen, waardoor de sector bij uitstek geschikt is voor de uitdaging hoe om te gaan met natuurontwikkeling, natuurbeheer en stikstofrechten. Cumela is dan ook één van de partners in het netwerk Groene Groeiers, waarvoor onder leiding van VNO-NCW vijf uitdagingen zijn geformuleerd. Sinds het begin van de stikstofproblematiek neemt Cumela deel aan het overleg in de Taskforce Stikstof, waarin beide koepelorganisaties (VNO-NCW en MKB Nederland) en meer dan 25 branches zijn vertegenwoordigd. Al snel viel de deskundigheid van Teun Jansen (beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en Natuur) daar op. Daarom heeft hij samen met VNO-NCW, Port of Rotterdam, Energie-Nederland en Bouwend

16

GRONDIG 6 2020

AANMELDEN OPLOSSINGEN VOOR NATUURBEHEER Heb je een oplossing voor de uitdagingen rondom natuurbeheer, meld die dan aan bij ‘matchmaker’ Jolanda van Schaick (schaick@ vnoncw-mkb.nl). Meld je ook aan als Groene Groeier op www.groenegroeiers.nl. Dit is een voorwaarde om mee te kunnen doen. Het netwerk Groene Groeiers onderzoekt welke oplossingen kansrijk zijn om uit te groeien tot een sluitende business case. Als na de coronacrisis fysieke bijeenkomsten weer mogelijk zijn, kunnen ondernemers de matches presenteren aan de betrokken ministers en de voorzitters van Groene Groeiers en VNO-NCW. Voorafgaand hieraan zal een deskundige jury de meest kansrijke innovatieve oplossingen selecteren.


GROENE GROEIERS - ONDERNEMEN MET MENSEN

LANDBOUW EN BOUW? Het netwerk Groene Groeiers heeft ook voor de landbouw en de bouw een ‘stikstofuitdaging’ geformuleerd. In de landbouw richt die zich vooral op bronmaatregelen bij boeren. Als je op het onderdeel mestaanwending of agrarisch natuurbeheer vernieuwende ideeën hebt, nodigen we je uiteraard ook uit die in te brengen. In de bouw richt de stikstofuitdaging zich bij het netwerk Groene Groeiers onder andere op emissiereductie van mobiele werktuigen. Aangezien dit ook raakvlakken heeft met andere beleidsterreinen, zoals het Klimaatakkoord (CO2) en het Schone Lucht Akkoord (stikstof en fijnstof) die Cumela te lijf gaat met een ander initiatief, De Groene Koers, werken beide initiatieven intensief samen. Ideeën voor emissiereductie van mobiele werktuigen ontvangen we daarom graag (ook) bij info@degroenekoers.nl.

Nederland namens Cumela ook zitting in het Kernteam Stikstof. Cumela blijkt in beide overlegorganen een unieke positie in te nemen. Als enige hebben we een ledenbestand dat belangen heeft in landbouw én bouw. Juist die verbinding maakt dat onze reacties op beleidsvoorstellen en adviezen in tegenstelling tot sommige grootbedrijven (andere) kritische nuances kennen. Onze inzet voor dit probleem blijft zich richten op het behoud van een gezonde landbouwén bouwsector. Daarbij blijven we zoeken naar snelle oplossingen die beide sectoren versterken in plaats van tegen elkaar uitspelen. Provincies werken het stikstofbeleid uit in een zogenaamde gebiedsgerichte aanpak. Steeds meer provincies erkennen het belang van de rol van cumelaondernemers hierbij en betrekken Cumela bij de aanpak. Ook de natuur verdient een gezonde plek in de Nederlandse samenleving. Wij geloven dat cumelaondernemers daarbij kunnen helpen en daarom dagen we onze ondernemers daartoe uit.

KENNIS GEBRUIKEN De stimulering van natuurmaatregelen, waarvoor de komende tien jaar 300 miljoen euro per jaar wordt uitgetrokken, richt zich op een mix van maatregelen als natuuruitbreiding, verbinden van natuur, regulier natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer, inrichting, herstelmaatregelen en verbetering van de hydrologie. Het spreekt voor zich dat Cumela ervoor pleit dat dit niet ten koste mag gaan van landbouwgrond.

len. Cumelabedrijven zijn ook specialisten op het gebied van het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte (sportvelden, bermen, watergangen enzovoort), parken en natuurgebieden. Deze specifieke kennis en ervaring kunnen we daarom gebruiken om mee te helpen denken over slimme oplossingen. Technische gebiedskennis van hydrologie (natte en droge gebieden), grondsoort (klei, veen, zand) en bodemleven maakt de cumelaondernemer uniek.

NIEUWE MANIEREN Herstelmaatregelen zoals het afplaggen, het toepassen van steenmeel of het vernatten van gebieden zijn bekende bestaande herstelmaatregelen. Cumela zoekt daarnaast naar nieuwe manieren om bodems in natuurgebieden versneld in goede conditie te krijgen. Wij vragen daarom aan onze ondernemers om mee te denken en slimme ideeën aan te dragen. Het gaat dan om methodes voor het optimaliseren van de waterhuishouding in bodems, het afvoeren van stikstof, het filteren van grond, het toevoegen van mineralen, schimmels en bacteriën of andere suggesties. Of heb je juist een idee om met meer structureel natuurbeheer te zorgen voor een ‘robuuste natuur’? Help ons hierbij. Naast ideeën voor natuurbeheer en onderhoud zullen van onze leden ook plannen om de functies natuur in de openbare ruimte te combineren met wonen, werken en recreëren worden gevraagd. Dit wordt het zogenaamde ‘natuurinclusief bouwen’ genoemd. Ook daarvoor vragen we de hulp van onze ondernemers. Cumela stimuleert ondernemers om de rol te pakken van deskundige op het gebied van natuurbeheer. Ook gaan we daarom namens onze leden in gesprek over deze uitdagingen met natuurbeheerorganisaties, zoals Natuurmonumenten, de provinciale Landschappen, Staatsbosbeheer en de provincies. Om dit pakket compleet te maken, gaat Cumela onderzoeken of er naast de bestaande opleidingen specifieke opleidingsbehoefte is op het gebied van natuurbeheer in relatie tot de stikstofproblematiek.

In het bijzonder vragen we daarom aandacht voor het onderdeel natuurbeheer en herstelmaatregeGRONDIG 6 2020

17


ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK

VAN OOSTRUM WESTBROEK BV Het landschap rondom het bedrijf Van Oostrum Westbroek BV heeft de laatste decennia een drastische verandering ondergaan. Zo is veel landbouwgrond door de jaren heen omgezet in bebouwing en natuur. Ook het bedrijf onderging in de loop der jaren een verandering. De vader van de broers begon als agrarisch loonwerker, maar geleidelijk aan werd daarvan afscheid genomen en werden de infra- en cultuurtechnische werkzaamheden steeds belangrijker.

18

GRONDIG 6 2020

In 2001 werd een start gemaakt met de overname van het bedrijf door Rudie en Wouter. Achteraf kijken de broers daar met een goed gevoel op terug en zijn ze blij dat er veel tijd voor is uitgetrokken. Rond 2011 was de overname op papier rond, maar vader Wout komt nog wel wekelijks langs op kantoor. Ondertussen groeide het bedrijf verder en werken er nu dagelijks, inclusief zzp’ers, veertig mensen voor het bedrijf.


STERK WERK - ONDERNEMEN MET MENSEN

Steeds duurzamer werken

VAN OOSTRUM WESTBROEK BV, WESTBROEK

Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Van Oostrum Westbroek BV, Kemp Groep - Reesink Construction Equipment

Bij Van Oostrum Westbroek BV proberen ze steeds duurzamer te werken. Dat doen Rudie en Wouter van Oostrum door goed om zich heen te blijven kijken en te onderzoeken wat er mogelijk is. Onder aan de streep verdienen ze er ook nog geld mee. Het zijn drukke dagen bij Van Oostrum Westbroek BV nu de bouwvak in zicht komt. “Dat komt mede doordat diverse werkzaamheden naar voren zijn gehaald”, zegt Rudie van Oostrum. Samen met zijn broer Wouter runt hij het bedrijf. Ook met de nieuwe Kobelco SK210HLC-10 Hybrid worden alweer meters gemaakt. “Die staat op de dijkverbetering Jaagpad in De Kwakel bij Uithoorn”, zegt de ondernemer. “Dat moet ook, want het is de bedoeling dat de rupsgraafmachine het jaar rond wordt gebruikt”, legt hij uit. Dat streven heeft onder andere te maken met de brandstof die hier wordt ingezet: HVO 100. Dit staat voor honderd procent hydrotreated vegetable oil, oftewel een honderd procent fossielvrije brandstof.

DEELNAME AAN PROEFPROJECT

‘DE EERSTE MODELLEN OP WATERSTOF ZIJN ER PAS IN 2023 OF 2024’

“Het is onderdeel van het proefproject van de fabrikant waaraan we meedoen”, legt Rudie uit. “Over een jaar gaat het motorblok terug naar de fabrikant en krijgen wij een nieuw motorblok. Dan kan worden bepaald wat het doet met de motor als je alleen HVO 100 gebruikt. Dat zal bepalen welke garanties de fabrikant wel of niet kan gaan geven.” Een onverwachte wending, want eigenlijk zocht Rudie een kraan op waterstof. “Ik denk dat elektrisch wel voor elkaar gaat komen, maar voor de grote machines zie ik meer mogelijkheden in waterstof”, zegt hij. Daarvan komen de eerste modellen echter pas in 2023 of 2024 beschikbaar. “Bij Kobelco gaven ze ook aan dit de komende jaren nog niet voor elkaar te kunnen krijgen en dan heb je het puur en alleen over de kraan en het nog niet gehad over de infrastructuur om aan waterstof te kunnen komen.” Omdat Rudie en Wouter op dit gebied toch stappen wilden zetten, kwamen ze uit bij de tussenoplossing van een hybride machine op fossielvrije brandstof. “Onder meer gestimuleerd door de EMVI-criteria proberen we steeds duurzamer te werken”, vertelt Rudie. De nieuwe Kobelco is de tweede hybride machine die de mannen in gebruik hebben genomen. In totaal heeft het bedrijf

inclusief de hybride kranen de beschikking over negen grote rupskranen.

KLEIN HYBRIDE-AANBOD Ook de andere onderdelen in het bedrijf nemen de broers mee in het duurzaam werken. “Zo werken we in de boomverzorging met een elektrische hoogwerker, wekken we zelf stroom op met zonnepanelen en onderzoeken we bijvoorbeeld of warmtepompen een optie voor ons bedrijf kunnen zijn”, aldus Rudie. Iets waar de ondernemer wel vaak tegenaan loopt, zijn de beperkingen vanuit de leveranciers. “Er is bijvoorbeeld nog geen hybride kraan onder de twintig ton. Ik zou graag in alle klassen hybride varianten zien.” Een andere reden waarom Rudie veel met dit onderwerp bezig is, is het positieve effect dat de technieken kunnen hebben op de resultaten van de onderneming. “Een voorbeeld zijn de hybride kranen. Daarmee besparen we, afhankelijk van de werkzaamheden, al snel twee tot drie liter brandstof per uur mee ten opzichte van een dieselvariant. Hij kost in aanschaf al snel € 20.000,- meer, maar op 10.000 draaiuren bespaar je wel weer € 30.000,-.”

VERBREDING VOOR SPECIALISATIE Sowieso letten de ondernemers goed op welke koers ze varen met het bedrijf. Zo is bewust de keus gemaakt om niet te gaan voor specialisatie, GRONDIG 6 2020

19


ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK

‘ONZE MACHINISTEN HEBBEN ELK HUN EIGEN TALENTEN EN WETEN WAT ZE DOEN’

maar te kiezen voor verbreding. De nieuwste stap in deze koers is de overname van P. de Vries Bosen Landschapsverzorging. “We hebben in het verleden ervaren hoe belangrijk het is om iets te hebben om op terug te vallen”, zegt Rudie. “In de crisis gebeurde er bijvoorbeeld heel weinig in de wegenbouw. Toen konden we terugvallen op de werkzaamheden rondom het water. Meer recent hebben we de werkzaamheden rondom het baggeren zien teruglopen”, vertelt hij. Van het totale portfolio van Van Oostrum Westbroek BV neemt baggerwerk een aandeel in van vijftien tot twintig procent. “Als gevolg van de PFAS-regelgeving is de afzet van bagger heel lastig geworden en dat zie je terug in het dalende aantal aanvragen. Er zijn niet veel plaatsen over waar je nog bagger kunt verwerken of storten en de afzetprijzen zijn hoog geworden.” Deze ontwikkeling valt samen met een vertraagde verlening van vergunningen als gevolg van de stikstofproblemen aan de ene kant en de belemmeringen als gevolg van het coronavirus aan de andere kant. “Niet alles kan digitaal worden opgevangen”, zegt Rudie. Het resulteert erin dat er in vergelijking met 2019 voor het derde kwartaal minder werk in de boeken staat. “Misschien dat er de komende twee tot drie weken meer werk zal loskomen, maar de zorgen zijn er wel.”

Soms moet er werk gedaan worden op minder draagkrachtige grond. Speciaal daarvoor beschikt het bedrijf over drieduizend rijplaten.

drijf zich mee bezighoudt en goed in is, is het aanleggen en inrichten van natuurprojecten. “Onderhoud doen we niet, want dat vraagt om andere specialisaties.”

DIJKVERBETERING PAST GOED

Elk soort werk vraagt om specifieke kennis. “Onze machinisten hebben elk hun eigen talenten en weten wat ze doen”, vertelt Rudie. Trots is hij erop dat diverse werknemers dit jaar een jubileum vieren. “Nieuw personeel vinden is lastig, maar ik vind het nog belangrijker om mijn personeel te behouden.”

Het bedrijf doet veel verschillende werkzaamheden, maar als Rudie dan toch mag kiezen welke werkzaamheden het best bij het bedrijf passen, dan is dat de dijkverbetering. “Daar zit al het werk in dat wij doen: het grondwerk, wegenbouw en groen”, verklaart hij dat. Iets anders waar het be-

Na de vakantie lijkt er een wat spannender periode aan te komen, maar ook dan hopen de broers Van Oostrum dat, juist doordat het bedrijf zo veelzijdig is, het gaat lukken om iedereen aan het werk te houden.

OVERNAME VAN P. DE VRIES BOSEN LANDSCHAPSVERZORGING Een paar jaar geleden werden werkzaamheden in groen aan het portfolio toegevoegd. Een succes, want er was meer werk dan de twee tot drie medewerkers van Van Oostrum Westbroek BV aan konden. Rudie ging op zoek naar meer mensen en raakte in gesprek met de eigenaar van P. de Vries Bos- en Landschapsverzorging. Ze kwamen tot een overeenkomst en namen het bedrijf over. “Hier gaan we onze werkzaamheden en mensen in het groen onderbrengen”, vertelt Rudie. “We behouden dan ook de naam. Een bewuste keus, omdat het voor de buitenwereld lastig is om ons te zien als een partij die werkt in het groen. Die ziet ons vooral als grondboeren. Daarom is het beter om onder de huidige naam verder te gaan.”

20

GRONDIG 6 2020


Een demo? Bel met: Ad van den Hurk: 06 53 24 19 18 Marc Berghuis: 06 51 34 68 41

Persen onder alle omstandigheden? Wel met de nieuwe KRONE Comprima CF 155 XC Plus.

Snellere baaloverdracht Net- en/of foliebinding Standaard hogere banden in de maat 500/60 R22.5

www.krone-nederland.nl

Persen onder alle omstandigheden? Efficiënt toolboxen en werkplekinspecties uitvoeren Veilig Vakwerk maakt het uitvoeren van werkplekinspecties en toolboxen veel eenvoudiger. Medewerkers ontvangen de juiste informatie op hun telefoon en kunnen direct aan de slag. Dit kan volledig digitaal, maar het is ook mogelijk om de geprinte versie te bewaren. Veilig vakwerk zorgt voor tijdsbesparing en verbetering van het veiligheidsbewustzijn bij medewerkers. Daarnaast is hiermee de gegeven veiligheidsinstructie aantoonbaar. rd Gereducee r o o v tarief la e Cum Start direct via veiligvakwerk.nl leden

In samenwerking met Cumela, bedrijven uit de sector en Stigas.

Nu in de stores beschikbaar


ONDERNEMEN MET MENSEN - VENT & VISIE

‘We zijn waterstof nog aan het verkennen’ Tekst en foto: Toon van der Stok

JÖRG GIGLER, DIRECTEUR TOPSECTOR ENERGIE

Is waterstof de oplossing om te komen tot een fossielvrije samenleving. Die vraag probeert Jörg Gigler te beantwoorden binnen het TKI Nieuw Gas. “Directe inzet van elektriciteit is efficiënter. Waterstof is echter onontkoombaar om elektriciteit uit zon en wind goed te benutten en energie te halen én te brengen op plaatsen waar geen kabels en leidingen liggen.”

‘ALS OVERHEID ZUL JE IN AANBESTEDINGEN OOK DE EXTRA KOSTEN VAN WATERSTOF MOETEN WILLEN BETALEN’

Nee, hij komt niet met een elektrische auto voorrijden. Dat past niet in zijn beeld van duurzaamheid, als frequente gebruiker van het openbaar vervoer. In deze tijd is het beter om zijn al wat oudere Renault eerst af te rijden. Het past in de pragmatische opstelling die Jorg Gigler heeft als directeur van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor het thema Nieuw Gas. “Wij kunnen de wereld niet veranderen. We kunnen wel helpen om nieuwe initiatieven mogelijk te maken en innovatieve ondernemers bij te staan met kennis. Hoe het precies moet, weten wij ook niet. We verkennen de mogelijkheden met waterstof en hoe we dat zo goed mogelijk kunnen inzetten. Er valt nog heel veel te leren.”

het elektriciteitsnet soms overbelast raakt. Om dat te voorkomen, wordt nu al veel geïnvesteerd in het verzwaren van kabels, maar ook dat geeft zijn problemen, want met meer stroomverbruik heb je bijvoorbeeld meer transformatorhuisjes nodig. Vooral in stedelijke gebieden is met de toenemende elektrificatie vanwege elektrische auto’s en warmtepompen dan de vraag: waar laat je die. Een gevolg is dat er parkeerplaatsen verdwijnen. Dan wentel je echter de behoefte aan extra stroom voor de Tesla-rijder af op de burger in een rijtjeshuis die zijn auto niet meer kwijt kan. Iets kun je nog opvangen door het gebruik van batterijen in de woningen en daar is nog flink wat verbetering te verwachten. Je hebt straks echter waterstof nodig.”

Het TKI Nieuw Gas is een onderdeel van de Topsector Energie. Doel is om de innovaties te faciliteren die nodig zijn voor een klimaatneutrale samenleving in 2050. Daarin is nog een lange weg te gaan, legt Gigler uit. “Nu wordt ongeveer twintig procent van ons energieverbruik als elektriciteit ingezet, tachtig procent is als fossiele moleculen aardgas, benzine en diesel. Het streven is dat in 2030 zeventig procent van de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. Dan wordt ook de inzet van waterstof voor de opslag en het transport van elektriciteit interessant.”

Een ander probleem is soms de plaats waar stroom wordt geproduceerd. “Een bekend voorbeeld is de voetbalclub in Drenthe die zonnepanelen op de kantine wilde leggen, maar dat niet kon omdat het stroomnetwerk volledig vol was. Je kunt dan wel over honderden meters nieuwe zware kabels leggen, maar misschien is het veel beter om daar waterstof op te wekken. Dat stop je in een cilinder en je kunt het overal gebruiken. Vergelijkbaar zou je ook kunnen werken bij velden met zonnepanelen of bij windmolens in afgelegen gebieden. Dat is de plaats waar het dan wel efficiënt is om waterstof te produceren.”

Waterstof is daarbij in beeld omdat het de eenvoudigste vorm is om elektrische energie om te zetten in een brandstof die je overal kunt toepassen waar geen elektriciteit is. Voor het maken van bijvoorbeeld diesel is een heel ingewikkeld proces nodig, Bij waterstof is het een kwestie van water splitsen en goed opslaan.” Gigler erkent dat in vergelijking met elektriciteit waterstof een onrendabele vorm is van energiegebruik, omdat het veel energie kost om van water waterstofgas te maken. “Daarom zien we dit als aanvullend op het gebruik van elektriciteit. Alleen elektriciteit is niet altijd mogelijk. Je ziet nu al dat

22

GRONDIG 6 2020

Bijna omgekeerd vergelijkbaar ziet Gigler het gebruik van waterstof voor de aandrijving van machines. “Waar mogelijk is elektriciteit de efficiëntste methode. Direct via een kabel, maar dat zal in jullie sector vaak niet kunnen. Dan is een accupakket een optie, met machines op batterijen, die soms ook verwisselbaar zijn. Op die manier kun je snel nieuwe energie tanken. Ik kan me ook voorstellen dat je op termijn op de dieplader een machine hebt staan, maar ook één of twee extra batterijen. Daarmee heb je op de bouwplaats voldoende energie en kun je thuis weer opladen.”


VENT & VISIE - ONDERNEMEN MET MENSEN

Hij beseft dat dit voor grotere machines geen oplossing is. “Daar is waterstof het alternatief om emissieloos en stil te kunnen werken. Waterstof kun je met tankauto’s op de bouwplaats brengen, maar je kunt ook denken aan opslag in cilinders die je snel kunt aankoppelen. Dan kun je energie van thuis meenemen naar het werk.” Waar het om gaat, is dat er een nieuwe mix komt, waarbij waterstof een aanvulling is op elektriciteit, benadrukt Gigler. “We weten dat het duurder is, maar aan de andere kant is er ook een grote behoefte om een overschot aan elektriciteit uit zon en wind te kunnen opslaan. In Duitsland is vorig jaar al ruim één miljard euro uitgegeven aan compensatie voor eigenaren van installaties om ze af te schakelen van het stroomnet. Dat kun je voorkomen als je dan waterstof produceert. De behoefte wordt steeds nijpender.”

WIE IS JORG GIGLER? ‘IN DUITSLAND IS VORIG JAAR AL ÉÉN MILJARD EURO BETAALD VOOR HET AFSCHAKELEN VAN ZONNEPANELEN EN WINDMOLENS’

Als directeur van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie binnen de Topsector Energie is Jorg Gigler sinds 2013 verantwoordelijk voor het stimuleren van de ontwikkelingen van waterstof. Zijn opleiding genoot hij aan de Wageningen Universiteit in de studierichting Landbouwtechniek. Daarna was hij onder andere vijf jaar consultant voor de verduurzaming van aardgas, werkte hij vijf jaar bij RVO op aan innovatiesubsidies en was hij enkele jaren actief voor Energy Valley in Noord-Nederland.

Naast de productie van waterstof zullen er de komende jaren ook machines moeten komen die de waterstof gebruiken. Juist daar liggen de mogelijkheden voor bedrijven in de cumelasector die willen verduurzamen, stelt Gigler. “Er is geld beschikbaar voor innovatieprojecten, maar dan moet je als sector samen met je brancheorganisatie plannen maken. Hoe breder de samenwerking, hoe groter namelijk de interesse om subsidies beschikbaar te stellen. Het zou mooi zijn als de sector die ambitie laat zien!” Hij erkent dat de overheid dit ook zal moeten belonen in aanbestedingen. “Het is nu nog een dure techniek. Met subsidies kun je dat toegankelijker maken, maar het prijsverschil zal blijven. Wil je dat overbruggen, dan zal dit niet alleen moeten worden gevraagd in aanbestedingen, maar dan moet je als overheid die extra kosten ook willen betalen. Dat is ook onze boodschap richting overheid: zorg voor goede randvoorwaarden, want dan kan de industrie werken aan oplossingen en krijgt ook de fabrikant van de machines de prikkel om met waterstof verder te gaan. Net als bij de elektrische auto’s kan Nederland dan een voorloper worden in deze sector.” GRONDIG 6 2020

23


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - STAAD DOOSAN

24

GRONDIG 6 2020


STAAD DOOSAN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Uniform uitwisselbaar Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Staad, Ploegam, Vreemann

STAAD, PLOEGAM EN URBAN MOBILITY SYSTEMS PAKKEN ELEKTRISCH EN WATERSTOF BREED OP

Verwisselbare accu’s op de transportmaat van een europallet is wat Staad samen met Urban Mobility Systems in Oss en initiator cumelabedrijf Ploegam ontwikkelt voor de middelzware en zware Doosan-graafmachines. We gingen op bezoek in Oss en zagen dat voor de zwaardere graafmachines de combinatie met waterstof ook al is voorzien. Er komt heel wat op ons af. Toch een moment bij Urban Mobility Systems in Oss. De inbouw van de elektromotor, alweer een belangrijke stap in het gereed maken van de elektrische Doosans. Ook hier puntjes op de i, want het gaat ergens om. In de vorige uitgave van Grondig meldden we deze ontwikkeling al. Desondanks zijn er nog veel open vragen. Reden voor ons om samen met Pieter Staadegaard af te spreken bij Urban Mobility Systems in Oss, dat het elektrische en waterstofgedeelte ontwikkelt en inbouwt. Dat bedrijf is een gespecialiseerde ontwikkelaar van elektrische en waterstofsystemen voor de mobiele sector. Het is onder andere hofleverancier van Nissan en heeft ook de hybride Dakar-truck van het Riwald-team met Gert Huzing ontwikkeld. Staad maakt in samenspraak met Ploegam uiteraard de vertaalslag om deze technieken handig en praktisch in te bouwen in graafmachines. In eerste instantie is dat voor de drie machines die naar Ploegam gaan, te weten een DX300LC-7-rupsgraafmachine,eenmobieleDX165W5-graafmachine en een DX19-minigraafmachine. Alle drie machines staan bij Urban Mobility Systems in de werkplaats om te worden afgebouwd.

KUUBSBATTERIJ ALS VERTREKPUNT Achter op de plek waar deels de motor en het contragewicht zaten, zien we bij de mobiele DX165W5-graafmachine twee en bij de DX300LC-7 rupsgraafmachine drie vakken voor het plaatsen van de batterijen. Onder de frames is ook nog inbouwruimte gecreëerd voor de inbouw van waterstoftechniek. Deze universele achterkant is de basis van het concept. De bijbehorende batterijen zijn circa 1,00 bij 1,00 bij 0,80 meter groot. Daarmee passen ze op een europallet. De batterijen, met een capaciteit van 130 kWh en van klasse C3 (ze kunnen driemaal het opgegeven vermogen als piek afgeven), wegen kant en klaar circa 1250 kilo per stuk. Het aansluiten van deze batterijen na plaatsing gaat handmatig via speciale koppelingen met een vergrendelde koppelingsbeveiliging. Verwijderen en plaatsen zal op locatie met een beschikbare ‘hijsmachine’ moeten gebeuren. Op-

laden kan ook aan de machine als daarvoor ter plekke een mogelijkheid is. Staad en Urban Mobility Systems rekenen in de praktijk op een geschikte laadlocatie voor apart opladen. Desgewenst worden door Urban Mobility Systems losse snelladers geleverd. Het opladen duurt ongeveer drie uur per pakket. Vanaf circa veertien ton tot en met de DX300LC-7 gaat Staad uit van acht uur voluit puur elektrisch kunnen werken op twee of drie van deze accu’s. Hoe dit zich vertaalt naar de dagelijkse praktijk gaat Staad samen met Ploe-

LEVENSCYCLUS ACCUPAKKET Het 1,00 bij 1,00 bij 0,80 meter grote klasse-C3-accupakket met een capaciteit van 130 kWh in een grondverzetmachine heeft een door Urban Mobility Systems geschatte levensduur van tien jaar, waarbij deze degradeert tot zeventig procent van het originele vermogen. De gemonteerde accu kan daarna nog circa tien jaar dienst doen als thuisbatterij voor de opslag en afgifte van zonne- en windenergie en kan daarna volledig worden gerecycled. Als je uitgaat van een geschatte prijs van rond de € 100.000,- voor zo’n pakket schrijf je op jaarbasis € 5000,- af. Op machineniveau gerekend kom je dan per pakket afhankelijk van het aantal draaiuren globaal op ruim € 3,- per draaiuur.

‘VOOR DE OFFROADSECTOR ZIJN WE HARD TOE AAN SCHERPE NORMEN EN EISEN VOOR ELEKTRISCHE MACHINES OM ONGELUKKEN TE VOORKOMEN’ Lars Kool, CEO Urban Mobility Systems

GRONDIG 6 2020

25


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - STAAD DOOSAN

steld aan straling. Een ander aandachtspunt is het geluid. Door het wegvallen van de motor gaat het (hinderlijker) hydrauliekgeluid overheersen. Staad heeft daarom de hydrauliekpompen verplaatst naar een beter geïsoleerde ruimte.

OOK WATERSTOF

gam uittesten. Daarnaast is er de mogelijkheid om de universele batterijen uit te wisselen om 24/7 te kunnen werken. Daarbij is de techniek zo ingeregeld dat je op een karwei bijvoorbeeld ook één van de drie accu’s kunt vervangen om ‘de klus af te maken’. De regelunit zorgt er dan voor dat de verse accu eerst wordt leeggetrokken tot het niveau van de andere twee en ze daarna gelijk op worden leeggetrokken.

Onder de ruimte van de accupakketten van de Doosan DX300LC-7 zitten in het frame compartimenten waarin brandstofceltechniek veilig volgens de normen kan worden geplaatst. Het gaat dan om brandstofceltechniek in combinatie met hogedruk-waterstoftanks (350 bar). Staad en Urban Mobility Systems hebben deze techniek voorzien voor met name de machines van dertig ton en meer, omdat drie accu’s dan onvoldoende zijn voor een hele dag rond werken. Voor die zwaardere machines zien de bedrijven meer in de overstap op waterstoftechniek. Bij plaatsing van brandstofceltechniek blijft dan één accu gehandhaafd. “Brandstofceltechniek is niet berekend op hoge piekbelastingen. Dat is te ondervangen met een accu, die dan als hybride oplossing extra vermogen levert”, legt Kool uit. Voor wie dat wil, zal deze techniek dus ook in

MINIGRAAFMACHINE

VEILIGHEID AANDACHTSPUNT

‘DE ONDERNEMER KAN EEN BASISHOEVEELHEID ACCU’S AFNEMEN VOOR ZIJN MACHINEPARK EN BIJ PIEKEN OF ZWAAR WERK EXTRA ACCU’S HUREN’ Pieter Staadegaard

Urban Mobility Systems ontwikkelt de accupakketten speciaal ‘hufterproof’ voor onze sector. Dat wil zeggen volgens de hoogste veiligheidsvoorschriften en gecertificeerd volgens EMC R10 Automotive en IP 69 voor veiligheid. Praktisch gesproken betekent dit dat ze bestand zijn tegen vallen en dat ze waterdicht zijn. Je kunt er een hogedrukspuit op zetten en bij het onder water raken van een voertuig gaat het ook niet mis. Verder zijn ze geschikt voor een breed temperatuurbereik en zijn ze beveiligd tegen oververhitting bij snelladen of bij piekbelastingen. Lars Kool, CEO van Urban Mobility Systems, wijst daar nadrukkelijk op. “Voor de offroadsector zijn we hard toe aan scherpe normen en eisen om ongelukken te voorkomen. Lang niet alle systemen voldoen aan de eisen die de offroadsector stelt en er is geen keuring of controle.” Voor de inbouw in graafmachines is ook nadrukkelijk gekeken naar het stralingsniveau. Volgens Kool is dit een belangrijk punt, omdat de machinist, zeker bij de zware machines, langdurig wordt blootgesteld aan straling en daar op termijn gezondheidsschade door kan oplopen. Urban Mobility Systems heeft ook dit aangepakt en garandeert dat de machinist niet wordt blootge-

26

GRONDIG 6 2020

De mini’s worden uitgerust met een 40 kWh-accupakket voor volgens Urban Mobility Systems acht uur vollast werken. Het oplaadpunt zit op de plek van de voormalige brandstoftankopening. Deze op maat gemaakte batterijhouder kan worden ingeschoven en past achter de bestaande achterdeur. Deze oplossing is wel even iets anders dan de europallet-gedachte. Staad vindt wisselaccu’s in het compacte segment niet nodig, omdat minigravers ‘s nachts ‘thuis’ kunnen worden opgeladen en het volgens het bedrijf bovendien lastig is hiervoor een verwisselbare oplossing te creëren.


STAAD DOOSAN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

‘HET GEMONTEERDE ACCUPAKKET GAAT TIEN JAAR MEE EN KAN DAARNA NOG CIRCA TIEN JAAR DIENST DOEN ALS THUISBATTERIJ VOOR DE OPSLAG EN AFGIFTE VAN ZONNE- EN WINDENERGIE’

PLOEGAM AANJAGER lichtere machines in te bouwen zijn. Staad werkt inmiddels al aan een aanvraag voor waterstofinbouw in een twintigtons machine.

FINANCIEEL PLAATJE Staad geeft aan dat graafmachine afhankelijk van het type ongeveer drie tot vier maal zo duur wordt. Dat verklaart ook mede de keuze voor verwisselbare batterijen. Pieter Staadegaard geeft aan dat de ondernemer daar ook de voordelen tegenover moet zetten. “Wij monitoren bij graafmachines gemiddeld genomen ongeveer een derde aandeel stationaire draaiuren. Bij elektrisch staat dat stil. Hierdoor wordt de levensduur al met een derde verlengd. Zo’n graafmachine gaat flink langer mee en je zit niet met het verouderen van motoren vanwege de emissieklasse”, zegt Staadegaard. En dan is er natuurlijk het voordeel in brandstofkosten, omdat stroom goedkoper is dan dieselolie. Verder vervallen de onderhoudskosten aan de motor en vooral ook aan de uitlaatgasnabehandelingssystemen. Daar staan volgens Staadegaard nauwelijks kosten van elektro tegenover. Wel is er uiteraard de terugloop van batterijen. “Wij geven vijf jaar garantie op de accupakketten, ze hebben een hoge restwaarde en daar is bij ons wisselsysteem in voorzien”, aldus Staadegaard. Staad gaat al een stap verder door te werken aan een leasepoot of de batterijen bij een verhuurder of brandstofleveranciers onder te brengen, waar je (extra) accu’s kunt huren of leasen. “Op die manier kan de ondernemer een basishoeveelheid accu’s afnemen voor zijn machinepark en bij pieken of zwaar werk extra accu’s huren”, zegt Staadegaard. “Verder zijn er in de praktijk nog de voordelen in aanbestedingen op de besparing van CO2 en NOx. Daar wordt toch ook regelmatig € 100,- per ton CO2 en € 25,- per ton NOx voor gerekend”, aldus Staadegaard. Hij vindt het nog te vroeg voor harde berekeningen. ”We zullen eerst in de praktijk moeten draaien om hardere data te krijgen voor onze berekeningen.”

Cumelabedrijf Ploegam in Oss is de aanjager van het project. Chris Ploegmakers, één van de directeuren van Ploegam: “Wij zijn geïnspireerd en uitgedaagd door onze opdrachtgevers. Zij willen opdrachten door laten gaan, maar dan moeten wij met een passende oplossing komen voor de PAS- en CO2-problematiek.” Elektrisch materieel ziet Ploegam als een oplossing, maar tot nu toe zijn de oplossingen vanuit de leveranciers volgens het bedrijf nog niet afdoende. “De enkele grote machines die worden geïntroduceerd, zijn zeer beperkt inzetbaar en moeten al na een paar uur worden opgeladen. Dit is niet werkbaar voor onze projecten in een natuurlijke omgeving, zoals bij dijkversterkingen”, aldus Ploegmakers. Ploegam wilde niet wachten op oplossingen van fabrikanten en heeft daarom het initiatief genomen. “We hebben het ontwikkeltraject gefinancierd en hebben samen met onze partners Staad en Urban Mobility Systems in ruim een half jaar drie volledig elektrische machines ontwikkeld.”

‘DE ENKELE GROTE MACHINES DIE ER ZIJN, MOETEN AL NA EEN PAAR UUR WORDEN OPGELADEN. DIT IS NIET WERKBAAR VOOR ONZE PROJECTEN IN EEN NATUURLIJKE OMGEVING’ Chris Ploegmakers

Ploegam heeft daarbij ook sterk naar de logistiek gekeken. “Het proces van wisselen en opladen van de verwisselbare accupakketten is hiervoor ontwikkeld”, zegt Ploegmakers. Daarnaast is het bedrijf in gesprek met energieleveranciers van groene stroom om oplaadpunten te realiseren in de buurt van zijn projecten. Ploegmakers sluit treffend af: “Elektrische machines zijn niet nieuw, maar een elektrische machine die kan concurreren met een ‘traditionele’ machine is wel uniek. We zetten nu de eerste stap naar een emissieloze bouwplaats.” Ploegam hoopt de eerste machines na de bouwvak in te zetten.

GRONDIG 6 2020

27


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - SCHOLMAN

Kiezen voor waterstof

Tekst: Gert Vreemann Foto’s en illustraties: Jos Scholman

JOS SCHOLMAN STAPT OVER OP ZELF OPGEWEKTE GROENE WATERSTOF MET EEN EIGEN TANKSTATION

Groene waterstof voor eigen gebruik en voor derden is wat Aannemingsbedrijf Jos Scholman dit jaar hoopt te realiseren met een eigen waterstoftankstation. De aanvragen zijn rond en als iedereen meewerkt, kan er eind dit jaar waterstof worden getankt. Doelstelling van het bedrijf is om op basis van waterstof volledig CO2-neutraal te worden. De eerste machines op waterstof zullen na de bouwvak al gaan draaien. De fraaie ontwerptekening van de nieuwe terreininrichting brengt mooi in beeld hoe het waterstoftankstation bij Jos Scholmans hoofvestiging aan de Morsebaan in Nieuwegein eruit gaat zien. Het is een forse stap, want het hele waterstofgebeuren is immers nog een beetje een kip-en-eiverhaal. Zonder waterstoftankstations geen voertuigen en als er geen voertuigen zijn, komen er ook niet meer waterstoftankstations. Bekend is wel dat de BV Nederland groot wil gaan inzetten op waterstof, maar daar heb je als je nu inschrijft op EMVI-bestekken weinig aan. Dat beseft de familie Scholman ook. Jos senior, Jos junior en Robert Scholman zijn van het type ‘aanpakken en doorpakken’. Dat heeft het gespecialiseerde familiebedrijf in groen en infra ook

28

GRONDIG 6 2020

gebracht tot waar het vandaag staat. Robert Scholman, woordvoerder voor dit project: ”We beseffen als familiebedrijf dat we stappen moeten nemen om duurzaam sterker te staan. Elektriciteit zien we niet als de oplossing. Waterstof wel, omdat dat heldere voordelen heeft ten opzichte van elektriciteit. We hebben besloten de knelpunten op te lossen door zelf groene waterstof te gaan produceren en daarvoor bij ons bedrijf een eigen tankstation op te richten voor ons en voor derden. Ook zijn we het gesprek aangegaan met machineleveranciers.”

GROEN OP WEG Scholman zag daarvoor kansen in de directe nabijheid van het bedrijf. Op circa één kilometer af-


SCHOLMAN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

‘WE ZIJN AAN DE SLAG GEGAAN MET ONZE LEVERANCIERS EN KOMEN MET TUSSENOPLOSSINGEN MET DUAL-FUEL-BRANDSTOFSYSTEEM, WAARBIJ DE KWALITEIT IS GETEST EN GEWAARBORGD MET OFFICIËLE KEURINGEN’

stand van de hoofdlocatie op industrieterrein Plettenburg in Nieuwegein is een tien hectare groot zonnepark gerealiseerd. Samen met een consortium van bedrijven initieerde Jos Scholman hier het project Groen op Weg, met als doel het produceren van groene waterstof uit zonne-energie voor een publiek en privaat tankstation. Scholman heeft hiervoor Hysolar BV opgericht, waarin het bedrijf een meerderheidsbelang heeft. Hierin participeren naast Jos Scholman ook Allied Waters BV, een organisatie die innovaties in de waterwereld op gang wil helpen, en KWR, een onderzoeks- en kennisinstituut op het gebied van water en groene-waterstofopwekking . Op het zonnepark komt een 2 MW-electrolyser, die op jaarbasis zo’n 250 ton groene waterstof moet gaan leveren, wat neerkomt op circa dertig kilo waterstof per uur. Voor de beeldvorming: met één waterstof kan een door waterstof aangedreven personenauto ongeveer honderd kilometer afleggen. Los van het produceren van waterstof zal het zonnepark ook worden ingezet voor stadsverwarming en de levering van stroom. Er wordt al nagedacht over een extra windmolenpark aldaar. Feit is dat er op korte termijn een pijpleiding van de electrolyser naar het tankstation op de hoofdvestiging van Scholman wordt gelegd. Dat waterstoftankstation krijgt twee zuilen met elk één 700-bar-vulpunt voor auto’s en één 350-bar-vulpunt voor bedrijfsvoertuigen (bussen, vrachtwagens, trekkers en grondverzetmaterieel). Daarnaast biedt dit tankstation de mogelijkheid om door middel van trucks waterstof in bulk aan derden te leveren.

WATERSTOF BETER DAN ELEKTRISCH Dit alles klinkt niet als de gemakkelijkste weg. Met name het vergunningtraject bezorgt Robert Scholman nog wel eens wat kopzorgen, maar hij blijft ervan overtuigd dat waterstof voor zijn bedrijf de enige juiste oplossing is. In elektrisch als alternatieve energiebron ziet hij te veel knelpunten, waaronder de beperkingen op het gebied van oplaadcapaciteit en oplaadduur. “Bij waterstof

Jos senior, Jos junior en Robert Scholman beseffen dat ze als familiebedrijf stappen moeten ondernemen om qua duurzaamheid sterker te staan. Ze staan voor waterstof als beste alternatief en pakken dit aan door de knelpunten te doorbreken met de winning van groene waterstof en een eigen tankstation en door met de leveranciers passende machines te ontwikkelen.

kun je bij een fast fill-tankstation, het type tankstation dat bij Scholman wordt geplaatst, in een paar minuten een tank vullen. Over de prijs zit hij ook niet in. “Waterstof is in brandstofkosten ongeveer vergelijkbaar met diesel en benzine nu. Dat is een acceptabele basis”, stelt hij vast. De grootste drempel was de realisatie van de groene-waterstofopwekking en het daaraan gekoppelde tankstation op het eigen bedrijf. “Dit is mogelijk mede dankzij subsidie op het project. Dat was nodig om het rond te kunnen maken”, aldus Robert. Voorlopig heeft Aannemingsbedrijf Jos Scholman een tijdelijk tankstation gerealiseerd op het terrein waar de zonnepanelen liggen en waar de elektrolyser zal worden geplaatst. Dit was noodzakelijk omdat Scholman in maart al elf Hyundai Nexo-waterstofauto’s als bedrijfswagens heeft gekocht, die al volop worden ingezet. “Dat gaat prima”, zegt projectmanager Dik Raadgever. “Met zes kilo waterstof kunnen wij 600 kilometer afleggen. Voor ons werkgebied is dat voldoende.”

KNELPUNT BIJ MATERIEEL Aannemingsbedrijf Jos Scholman heeft de filosofie dat het wil werken met goed af-fabriek-materieel, voorzien van CE-keur en de nodige fabrieksgoedkeuringen, zodat het te allen tijde kan terugvallen op de leveranciers. Zelf verbouwen doet het bedrijf GRONDIG 8 2020

29


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - SCHOLMAN

liever niet, omdat je dan met CE en kwaliteitsborging zit. Bij de Nexo’s is dat geen item, maar in onze sector nog wel. “Auto’s zijn er al wel te koop, in de truckwereld wordt het nodige getoond, maar commercieel is er volgens ons nog geen waterstoftruck te koop, laat staan materieel in de grondverzet- en cultuurtechnische sector”, vertelt Robert. “Dat is nog een knelpunt.”

De eerste stap is dit voorjaar al gezet met de aanschaf van elf Hyundai Nexo-waterstofauto’s als bedrijfswagens, die inmiddels al volop worden ingezet. Hiervoor is een tijdelijk pompstation op het zonnepark gerealiseerd.

Op basis van signalen van leveranciers is de verwachting dat er de komende jaren waterstoftrucks en bedrijfswagens af-fabriek beschikbaar zullen zijn. Voor trekkers en grondverzetmachines gaat dit naar verwachting veel langer duren. “Daar kunnen wij niet op wachten”, geeft Robert aan. “We moeten als bedrijf door en hebben te maken met EMVI-bestekken waarin CO2-neutraal en groen werken is gewenst of vereist, dus zijn we aan de slag gegaan met onze leveranciers van trekkers en grondverzetmachines”, aldus Robert. Merken wil hij niet noemen, omdat dat zo is afgesproken. Hij geeft aan dat ze na de bouwvak vier trekkers op waterstof verwachten in te zetten en dat ze eind 2020 de eerste mobiele graafmachine op waterstof kunnen inzetten. “Het zijn tussenoplossingen met een dual-fuel-systeem, waarbij we met de leveranciers de kwaliteit hebben getest en die waarborgen met officiële keuringen, waaronder RDW- en CE-goedkeur”, vertelt Robert. Dual fuel houdt in dat de motoren op waterstof en dieselolie draaien.

ECONOMISCH RONDZETTEN Los van de idealen moet de ‘pijp ook blijven roken’ in Nieuwegein. Ook hier heeft het bedrijf argumenten om voor waterstof te kiezen. “Een be-

een redelijke prijs op te starten en het eigen tankstation te realiseren. Daarna zal het ons los van ethische argumenten - een schoner bedrijf willen zijn - ook financiële voordelen brengen.” Hij wijst daarbij op de EMVI-bestekken, waarbij

‘ELEKTRICITEIT ZIEN WE NIET ALS DE OPLOSSING. WATERSTOF WEL, OMDAT DAT HELDERE VOORDELEN HEEFT TEN OPZICHTE VAN ELEKTRICITEIT’ de besparing op CO2 en NOx direct financiële voordelen biedt en het bedrijf sterker maakt in aanbestedingen. Bovendien zullen de exploitatiekosten van waterstofmachines waarschijnlijk in de pas lopen met die van de conventionele, door fossiele brandstoffen aangedreven voertuigen. “De brandstofprijzen en de productiviteit zullen ongeveer gelijkwaardig zijn, de machines zijn wat duurder, maar daar staan dan de voordelen in de aanbesteding tegenover”, licht Robert toe. “Daarnaast biedt het publieke tankstation mogelijkheden voor andere partijen om mee te liften. We hebben in ons pand ook nog een busonderneming zitten, die op korte termijn ook CO2-neutraal wil zijn. Ook hebben we het station ingericht voor het vullen van tanks voor bulkafzet.” Kortom, perspectief genoeg voor de familie Scholman. “We lopen nu wat voorop in waterstof en het is nog lastig”, zegt Robert. “We bouwen zo echter wel een voorsprong op in het volledig CO2-neutraal zijn met waterstof als basis. Dat is waar we

‘NAAST ETHISCHE ARGUMENTEN - EEN SCHONER BEDRIJF WILLEN ZIJN ZAL WATERSTOF OOK FINANCIËLE VOORDELEN BRENGEN’

langrijk argument voor ons is de voortrekkersrol die we zo hebben”, vertelt Robert. Hij geeft aan dat hij nu al wordt uitgenodigd door grote partijen om mee te denken in CO2-neutrale oplossingen bij het uitvoeren van grote groen- en infrawerken. Daarbij is de eerste financiële hobbel al genomen. “Dankzij de samenwerking en de DKTI-subsidies is het mogelijk dit traject tegen

30

GRONDIG 6 2020

Jos Scholman heeft Hysolar BV opgericht, waarin het bedrijf een meerderheidsbelang heeft. Op het zonnepark realiseert Hysolar een 2 MW-electrolyser die op jaarbasis zo’n 250 ton groene waterstof moet gaan leveren.


Landbouwmachines voor een betere bodem

• Grondbewerking • Bouwlandbemesting • Graslandverzorging

T 0546 644 866 | eversagro.nl


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - STERK - MOTOREN WERK UPDATE

Kansen met beperkingen Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Leveranciers

MOTOREN UPDATEN NAAR STAGE V MET RETROFIT-SYSTEMEN DIENT ZICH AAN

Technisch zijn de oplossingen om met retrofit-uitlaatgasnabehandelingssystemen bestaande motoren te updaten naar Stage V zeker mogelijk. Motorenfabrikanten en machineleveranciers geven echter wel beperkingen aan en er ligt ook nog het vraagstuk van de borging van de kwaliteit en de bijbehorende controle. Deze oplossing biedt kansen, maar het spel is nog niet zomaar gespeeld.

‘EEN MOTORUPDATE NAAR EEN EMISSIEUITSTOOT OP EURO V OF ZELFS SCHONER IS VOOR VELEN EEN PRIMA OPLOSSING’

Best wel een treffende foto, deze recyclingmachine in het buitenland die met een HJS-retrofit-uitlaatgasnabehandelingssysteem op Stage V-niveau is gebracht. Dat scheelt inruil van een dure machine en geeft kansen op inschrijvingen waar Stage V wordt geëist en vooral ook in aanbestedingen waarin oplossingen nodig zijn om de NOx-uitstoot te beperken. Zo toonde Mourik in Groot-Ammers ons al een asfaltwals die gelijkwaardig geüpdatet is met een Mourik EGP-systeem en werkt VolkerWessel aan eigen NoNOx stand-alone en mobiele oplossingen. Gerrit van der Linde, algemeen directeur van Mourik EGP (Exhaust Gas Purification), verwoordt het treffend. “Vanwege stikstofuitstootnormen vallen er machines stil. Een motorupdate naar een emissie-uitstoot op Euro V of zelfs schoner is voor velen een prima oplossing. Daar spelen wij nu op in.”, zegt hij.

NIET INGRIJPEN OP DE MOTOR Twee aanbieders die zich roeren, zijn Mourik EGP en HJS Emission Technology. Mourik EGP is een tak van Mourik in Groot-Ammers en HJS is een bekende Duitse fabrikant die onder andere via DLS in Dordrecht op onze markt opereert. Beide hebben naar eigen zeggen relatief compacte eenheden ontwikkeld, met als belangrijk kenmerk dat ze niet ingrijpen op de aansturing van de motor en de bestaande motorfabrieksnormen voor uitlaatdrukken en temperaturen respecteren. Desgewenst zijn deze oplossingen te combineren met bestaande

32

GRONDIG 6 2020

SCR-units, roetfilters en dieseloxidatiekatalysatoren of (deels) ter vervanging ervan. Het gaat hierbij om maatwerk per materiaalstuk voor een brede range motoren van onder de 100 kW (136 pk) tot de heel zware. De kostenrange is afhankelijk van de moeilijkheidsgraad en het materiaalstuk ook heel breed, van pakweg € 6000,- tot wel € 75.000,- per materiaalstuk. Mourik EGP biedt al twee jaar completeoplossingenvooremissienabehandelingssystemen aan voor maritieme en industriemotoren. HJS is in Duitsland een bekende speler, die ook aan fabrikanten (OEM’s) emissieoplossingen biedt. Op Grondig.com vind je van beide merken een uitgebreidere toelichting. Beide geven aan desgewenst een testrapport van een onafhankelijk testinstituut te leveren dat het materiaalstuk voldoet aan de Stage V-normen. Ze zijn nog maar kort in onze sector ingestapt en moeten nog referenties opbouwen. Op de site van Volker Wessel vindt u informatie over hun NoNOx oplossingen.

LEVERANCIERS GEVEN GRENZEN AAN Motorenfabrikanten wijzen erop dat de bereikte emissiewaarden hen veel research en energie hebben gekost en er zijn dure tests voor zijn uitgevoerd om ze officieel als Stage V erkend te krijgen. Motorenfabrikanten Cummins en Deutz stellen heel helder dat de opbouw van zo’n retrofit-nabehandelingssysteem wel kan, mits daarbij geen enkele verandering aan of inbreuk wordt gedaan op de aansturing van de motor en de uitlaatgas-


MOTOREN UPDATE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

parameters. Wel vervallen dan alle garanties en aansprakelijkheid. Cummins voegt daaraan toe dat het vraagtekens heeft of met retrofit-oplossingen dezelfde waarden worden gehaald als de eigen motoren onder de wisselende omstandigheden in duurtesten die ze hebben doorlopen. Ook ziet de fabrikant mogelijk beperkingen omdat Stage IIIb- en oudere motoren anders zijn gebouwd dan die van de Stage IV- en Stage V-generaties, zoals andere spelingen, zuigers, cilinderkopvormen, brandstofsystemen, temperatuurhuishouding et cetera. Cummins wijst op een mogelijk flink hogere belasting van deze retrofit-nabehandelingssystemen dan de versies op Stage V-motoren en stelt vraagtekens bij de levensduur en betrouwbaarheid. Machineleveranciers in Nederland reageren ook terughoudend. De BMWT vat het treffend samen. Retrofit-oplossingen kunnen volgens de brancheorganisatie in specifieke gevallen enig soelaas bieden, maar dat verschilt sterk van geval tot geval. De meningen onder leveranciers hierover verschillen, zegt Jan Hommes, directeur van BMWT. Over de voor- en nadelen van retrofit-systemen zijn ze het nog niet eens. “Elke merkgebonden leverancier volgt daarin het voorgeschreven beleid ten aanzien van machineaanpassingen van de desbetreffende merkfabrikant”, zegt Hommes. BMWT adviseert gebruikers om retrofit-machineaanpassingen aan mobiele werktuigen, van welke aard dan ook, bij voorkeur te laten uitvoeren door merkgebonden BMWT-leveranciers.

OOK CUMELA ZIET KNELPUNTEN Cumela heeft de retrofit-oplossingen ook in het vizier. Hero Dijkema, beleidsmedewerker (land) bouwverkeer en vervoer, wijst onder andere op de Europese verordeningen 2017/665 waarin de

EMISSIENORMEN OFFROADMOTOREN 130-560 KW (177-762 PK) Hiernaast de grenswaarden voor de verschillende emissie-stappen en de besparing in uitstoot. Goed is te zien dat Stage IV en V voor de stikstofuitstoot op het hoogste level zitten. Voor de beeldvorming: tien Stage V-machines stoten evenveel stikstofoxiden uit als één Stage IIIa-machine. De opgegeven besparingen in NOx en PM ten opzichte van Stage I komen overeen met de besparingen die bouwers van retrofitsystemen opgeven.

monitoring tijdens het gebruik van Stage V-motoren tussen de 56 en 560 kW is geregeld. Motoren die worden gemonitord, moeten in overeenstemming zijn met de EU-typegoedkeuringsdocumenten ten aanzien van de onderdelen van de emissiebeheersingssystemen die zijn gemonteerd. Dijkema wijst erop dat bij veranderingen aan een voertuig, zoals het plaatsen van een retrofit-uitlaatgasnabehandelingssysteem, de typegoedkeuring en daarmee de waarborgen Stage-klasse vervallen. Als uitvoerder ben je formeel fabrikant en moet je hiervoor emissietesten voor goedkeuring uitvoeren.“ Daar zijn hoge kosten aan verbonden, dus zien wij dat op individueel niveau niet gebeuren”, aldus Dijkema.

‘MOTORENFABRIKANTEN WIJZEN EROP DAT DE BEREIKTE EMISSIEWAARDEN HEN VEEL RESEARCH EN ENERGIE HEBBEN GEKOST’

Nico Willemsen, beleidsmedewerker grondverzet en cultuurtechniek, ziet retrofit als een interessante optie om Stage III- en oudere machines op te waarderen. Hij nodigt initiatiefnemers van deze systemen uit dit als Koersproject in te dienen bij De Groene Koers. Willemsen geeft echter ook kaders aan. “Als we tot een oplossing komen, zullen we de kwaliteit moeten borgen”, zegt hij. Hij wijst erop dat deze oplossing dan in bestekken ook moet worden aanvaard als Stage V. “Ook dit traject is nog niet gelopen”, zegt Willemsen, maar hij sluit niets uit. “Het is een open traject, waarin we met meerdere partijen optrekken. Retrofit-oplossingen, mits met geborgde aantoonbare kwaliteit, kunnen oplossingen bieden en worden daarin meegenomen.”

‘ALS WE TOT EEN OPLOSSING KOMEN, ZULLEN WE DE KWALITEIT MOETEN BORGEN’

GRENSWAARDEN VOOR DE VERSCHILLENDE EMISSIE-STAPPEN EN DE BESPARING IN UITSTOOT EMISSIEKLASSE JAAR NOX (G/KWH)

PM (ROET) BESPARING (G/KWH) NOX (%)

PM (%)

STAGE I

1999 9,2

0,54

-

-

STAGE II

2002 6,0

0,2

35

63

STAGE IIIa

2006 4,0 (+HC) 0,2

56

63

STAGE IIIb

2011 2,0

78

95

0,025

STAGE IV

2014 0,4

0,025

96

95

STAGE V

2019 0,4

0,015

96

97 GRONDIG 6 2020

33


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL

Het beste van Cumela.nl/nieuws

DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR

JCB WERKT AAN WATERSTOF In het diepste geheim heeft JCB de afgelopen maanden gewerkt aan een twintigtons rupsgraafmachine op waterstof. Deze week toonde het bedrijf een eerste filmpje op YouTube dat het bestaan van deze machine prijsgaf. De twintigtons machine met brandstofceltechniek wordt momenteel uitgebreid en intensief getest op de eigen testlocatie van JCB. Daar draait de machine inmiddels al meer dan twaalf maanden. Over het moment waarop deze machine voor de markt beschikbaar komt, heeft JCB nog geen uitspraken gedaan.

DOOSAN-BAKKEN MET DEMPING Doosan heeft een nieuwe reeks laadbakken voor zijn wielladers gelanceerd. Het gaat om een complete serie, met inhouden van 2,0 tot 6,7 kubieke meter. Een opvallend nieuw kenmerk zijn de geïntegreerde schokdempers. Met deze nieuwe laadbakken zet Doosan de eerste stap in de uitbreiding van het assortiment uitrustingsstukken voor zijn wielladers. Doosan besloot deze innovatie in zijn assortiment op te nemen na twee jaar en 6000 uur succesvol testen.

Topmodel John Deere 7R-serie Acht maanden na de lancering van de nieuwe generatie 7R-serie kondigt John Deere alweer een belangrijke update aan en presenteert het merk zijn nieuwe vlaggenschip, de 7R 350. Deze heeft met 285 kW (388 pk) en 11,4 ton eigen gewicht een vermogens-gewichtsverhouding van 29 kg/pk. Op alle 7R-serie-trekkers met 40 km/u-transmissie en voorasremmen is de payload met twee ton verhoogd. Daarnaast zijn grotere IF650/60R34-voorbanden en IF900/60R42-achterbanden mogelijk. De standaard fabrieksgarantie is verdubbeld tot twee jaar of 2000 bedrijfsuren. Verder krijgt de 7R-serie een nieuwe, luxere cabine.

GRONDIG 6 2020

Veldhuizen Wagenbouw heeft voor het laden van zware containers een veertientons dubbellucht-achteras op een Mercedes-Benz Arocs 8x2 gemonteerd. Deze is niet alleen sterker, maar staat ook stabieler en is 41 centimeter verder naar achteren geplaatst, waardoor de wettelijke aslast kan worden verhoogd naar tien ton. De asophanging is uitgerust met een aanslagnok die rechtstreeks op de fusee van de as steunt. Door de achttons as te vervangen door een veertientons versie met dubbele montage kunnen twintig-

H2Trac gaat waterstoftrekker bouwen

De gebroeders Van Ham versnellen met een nieuwe investeerder de bouw van hun diesel-elektrische trekker en willen volgend jaar een waterstofvariant bouwen. H2Trac is het

34

DUBBELLUCHT-ACHTERAS VOOR AROCS 8X2

nieuwe bedrijf dat is voortgekomen uit MTT Tractors in Arnhem. Directeur Peter-Jan van Ham is ervan overtuigd dat de combinatie van slimme technologie en waterstof als energiebron de toekomst is voor duurzame landbouw. Eind dit jaar wil H2Trac de eerste nieuwe 80 kW sterke dieselelektrische E120 klaar hebben en volgend jaar wordt de productie opgeschaald.


TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Eikenprocessierups bestrijden met drone Koppert, specialist in oplossingen voor de teelt van voedsel- en siergewassen, zet voor het eerst in Nederland een drone in bij proeven met de biologische bestrijding van de eikenprocessierups. Na de succesvolle inzet van deze Natutec Drone in de aardbeienteelt is er samen met cumelabedrijf Wolterinck BV in Beltrum een proef opgezet met de drone bij de gemeente Enschede om de eikenprocessierups te bestrijden met Chrysopa. De initiatiefnemers zijn tevreden met de eerste resultaten van de proef.

DENSHYDROZINEAGGREGAAT Hamer, de marktleider op het gebied van brandstofinstallaties in de Benelux, en Dens, de ontwikkelaar van het hydrozine-aggregaat, gaan samenwerken op het gebied van produc-

tie, onderhoud en service van dit hydrozine-aggregaat. Het aggregaat is in staat emissieloos energie te leveren door het gebruik van de vloeibare waterstofdrager hydrozine, die voor het grootste deel uit mierenzuur bestaat. In het aggregaat wordt uit de hydrozine à la minute weer waterstof opgewekt en direct in een brandstofcel omgezet naar schone elektrische energie. Het product is nu klaar om de markt op te gaan.

D-TEC-SCHROOTKIPPER

KRONE SWADRO TC 1250 Met de nieuwe Swadro TC 1250 biedt Krone een nieuw instapmodel voor professioneel gebruik. De nieuwe Swadro TC 1250 heeft een werkbreedte van 9,80 tot 12,50 meter bij een zwadbreedte van 1,40 tot 2,20 meter. De transportbreedte bedraagt 2,99 meter en de transporthoogte 3,99 meter zonder het inklappen van de tandarmen. De diameter van de voorste rotors bedraagt 3,30 meter, die van de achterste 2,96 meter. De voorste rotors beschikken over elf tandarmen, de achterste rotors over dertien tandarmen. Verder herbergt de nieuwkomer tal van bekende Krone-technieken.

Trailerbouwer D-Tec heeft een nieuwe kipper voor de recyclingsector ontwikkeld. De kipper is ontworpen voor stabiliteit en duurzaamheid, maar tegelijkertijd is het een lichtgewicht in zijn klasse. Door het toepassen van Hardox zijwanden van drie millimeter en een Hardox bodemplaat van vijf millimeter is de kipper bij een volume van 57 kubieke meter leverbaar vanaf een gewicht van 7400 kilo. Voor de stabiliteit heeft de kipper een laag zwaartepunt en een torsiestijf chassis. Voor goed lossen is de bak conisch en bestaan de zijwanden uit één plaat zonder extra lasnaden.

EVERS KOMT MET SCHOFFEL-BEMESTER In één werkgang in de maïs een nagift mest uitrijden, inwerken en tegelijk schoffelen is waarvoor de nieuwe schoffel-bemester van Evers is bedoeld. De bemester brengt de mest links en rechts van de rij en de erachter geplaatste roterende schoffel mengt die door de grond en verwijdert onkruid. De schoffelelementen zitten net achter de uitstroomopeningen en mengen de mest door de bovenste vijf tot tien centimeter. De machine is leverbaar in een acht- en een twaalfrijige uitvoering, op wens op 150 of 225 centimeter spoor. GRONDIG 6 2020

35


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - GPS

‘Criminelen hebben te gemakkelijk succes’ Tekst: Egbert Jonkheer Foto’s: Cumela Communicatie

GROEIEND AANTAL GPS-DIEFSTALLEN VRAAGT OM ACTIE

GPS-diefstallen leiden al jaren tot grote schade en ergernis onder loonwerkers. Alleen al in 2019 en begin 2020 werden er meer dan 220 systemen ontvreemd. Een sluitende oplossing is er niet. Politie en ondernemers, maar ook fabrikanten zullen er nog meer aan moeten doen om criminelen de pas af te snijden.

‘ER LIGT EEN GROTE OPDRACHT VOOR LEVERANCIERS VAN GPS-SYSTEMEN’

36

GRONDIG 6 2020

Doorgeknipte kabels, kapotte ruiten en onklaar materieel. Nog los van de bijkomende schade wordt er in Nederland jaarlijks voor ongeveer 2,5 miljoen euro aan GPS-apparatuur ontvreemd. “Een groot probleem, dat nog altijd te veel bij de bedrijven zelf wordt neergelegd”, zegt Gerwin Otten, die binnen de Cumela-organisatie het onderwerp in zijn portefeuille heeft. “Bedrijven kunnen dit zelf niet oplossen. Achter slot en grendel parkeren is niet altijd mogelijk en ook het dagelijks op- en afbouwen is arbotechnisch niet veilig of kan de werking van de apparatuur verstoren. Vandaar dat we bij politie en fabrikanten dit probleem op de agenda blijven zetten. Criminelen hebben nu te gemakkelijk succes.”

Fabrikanten vertellen op hun beurt dat ze niet zo veel kunnen doen. De grote merken hebben de mogelijkheid voor het instellen van een pincode en registreren de serienummers in hun systeem. Wordt een systeem gemeld als gestolen, dan krijgt een dealer elders in de wereld daar melding van. Toch duikt er maar zelden een gestolen systeem op. Wat ermee gebeurt, is niet bekend. Otten merkt dat in sommige regio’s de politie inmiddels goed weet wat er speelt in de sector, en meedenkt, maar ziet helaas nog steeds veel fout gaan als dieven in nieuwe gebieden actief worden. “Het sporenonderzoek moet echt sneller en beter. Dit gaat niet om het jatten van een paar iPads, maar om serieuze schade.”


GPS - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

’10.000 EURO GESTOPT IN PREVENTIE’ Ze kan zich er nog over opwinden, over het optreden van de politie na de diefstal van veertien GPS-systemen en een NIR-sensor in 2018, met een gezamenlijke waarde van ongeveer drie ton. Volgens Jeanne Hesen van loonbedrijf Maas in het Limburgse Kessel zijn ondernemers nog altijd puur op zichzelf aangewezen. “Helaas, maar waar. Het kostte moeite om een agent op locatie te krijgen voor het sporenonderzoek en ook de opsporing heeft geen prioriteit. Je hoort er nooit meer wat van. Zelfs na een tweede diefstal, uit de schuur van een klant van ons, werd geen actie ondernomen. Toen er vanuit Engeland een melding kwam dat het systeem daar was opgedoken, is er geen contact geweest tussen de Engelse en de Nederlandse politie. Wij hebben een presentatie gegeven voor Tweede Kamerleden die hier in Limburg op bezoek waren om het onderwerp op de agenda te krijgen, maar hebben nog altijd het gevoel dat de GPS-diefstallen niet belangrijk worden gevonden. Dat betekent dat de georganiseerde misdaad gewoon vrij spel heeft.” Loonbedrijf Maas doet het maximale om zijn apparatuur te beveiligen. Zo mag personeel geen machines meer mee naar huis nemen voor de nacht. Het materieel wordt op het bedrijf binnen geparkeerd en er is een hekwerk om het volledige terrein gekomen, inclusief camera’s. Recent nog investeerde Maas € 10.000,- om dit compleet te maken. “En dan nog is het afwachten of het genoeg is. Je hoort ook dat ze gewoon de damwandpanelen opensnijden. Afgelopen zomer ontdekten we dat er ventilatieroosters van onze aardappelschuur waren gehaald. Binnen waren schotten aan de kant geschoven. Waarschijnlijk probeerden ze binnendoor naar onze machineloods te komen, maar werden ze gestoord en zijn ze op de vlucht geslagen. We staan als ondernemers machteloos. Dit probleem moet linksom of rechtsom worden opgelost. Politie, ga aan de slag. Diefstal mag niet lonen.”

Cumela houdt een overzicht bij van de diefstallen, inclusief details over de systemen, het schadebedrag en de locatie. Deze gegevens speelt Otten door aan het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), een semi-overheidsinstantie die de landelijke politie adviseert over de aanpak. “Daar zijn we blij mee”, reageert Paul van der Weiden van het CCV. “Ook op landelijk niveau worden die cijfers bijgehouden. Het onderwerp heeft wel degelijk de aandacht binnen de politie, maar we zien inderdaad ook dat er nog altijd onwetendheid voorkomt onder politiekorpsen.”

TASKFORCE De politie heeft dit jaar extra ingezet op opsporing door de landelijke Taskforce GPS-diefstallen weer te activeren. Deze fungeert als vraagbaak voor lo-

kale politiekorpsen, maar heeft ook als taak contact te leggen met getroffen bedrijven. Het opsporingsresultaat is tot nu toe bescheiden: door de centrale registratie van diefstallen en het koppelen en interpreteren van informatie (meldingen van verdachten en camerabeelden) konden er in februari twee Litouwse verdachten worden aangehouden, die konden worden gekoppeld aan een diefstal in Varsseveld. De meeste criminelen blijven echter uit het zicht van de politie. Hoe de bendes precies zijn georganiseerd, kan de politie niet zeggen. Veel sporen gaan in de richting van Oost-Europa. Ook zijn de dieven actief in de omringende landen, vandaar dat de politie ook samenwerkt met collega’s in Frankrijk en Duitsland. Regelmatig duiken er systemen op handelsplatformen zoals eBay op. Zelfs als die herkenbaar zijn als gestolen, kan de politie daar niets mee, ook al kunnen dealers en eigenaren aantonen wie de rechtmatige eigenaar is. Vanwege privacyregels kunnen de gegevens van de aanbieders op een handelsplatform niet worden achterhaald. Alleen kopers of buitenlandse dealers die argwaan krijgen, kunnen diefstallen helpen oplossen.

REGISTREER Wat kan een ondernemer zelf doen? Waar alle betrokkenen die we spraken voor dit verhaal op wijzen, is het belang van een goede registratie van de serienummers. Als er dan ergens gestolen apparatuur opduikt, bijvoorbeeld bij een buitenlandse dealer, dan moet die wel als zodanig bekend staan. Nieuwe systemen staan vaak wel geregistreerd via de verkopende dealer, maar zelf een overzicht bijhouden van alle apparatuur heeft de voorkeur. Dan is ook oudere apparatuur meteen in beeld. “Daar zijn handige apps voor (zie kader, red.)”, zegt Van der Weiden. “Zorg ook voor markeringen. Dat kan met een onzichtbare lak, maar het kan ook juist opzichtig door een postcode en huisnummer te graveren. Daar hebben dieven een hekel aan. En verder: onderhoud contacten met de buurt in WhatsApp-groepen en geef verdachte situaties door aan de politie.”

‘EEN BORDJE ‘HIER WAAKT DE HOND’ HELPT WAARSCHIJNLIJK BETER DAN ‘BEVEILIGD MET PINCODE’’ Verder doen ondernemers er goed aan hun verzekering nog eens na te lopen. “We komen nog altijd gevallen tegen waarbij de apparatuur niet bekend is bij de verzekeraar”, zegt Robert Sleutel GRONDIG 6 2020

37


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - GPS

Niet alleen de gps apparatuur wordt tegenwoordig gestolen. Ook beeldschermen worden meegenomen. Het gevolg is dat machines opeens volledig onbruikbaar zijn.

MEER INFORMATIE? Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Gerwin Otten via het e-mailadres gotten@cumela.nl.

STOP-HELING-APP Een goede aangifte en behandeling van diefstal begint met de juiste informatie. Om problemen met de verzekering te voorkomen en de kans op succes voor criminelen te verkleinen, is het zaak om eigendommen goed te registreren. Dat kan bijvoorbeeld via de stop-heling-app, die geschikt is om de hele inventaris in te voeren, dus ook machines en kleingereedschap. In ongeveer vijf minuten per item is daarmee een compleet overzicht te maken. Ook foto’s van apparatuur kun je toevoegen. Met één druk op de knop is er dan een lijst beschikbaar, waardoor de politie of verzekeraar snel te informeren is om welke spullen het gaat, inclusief alle codes. Via de app kan de gebruiker ook checken of apparatuur die wordt aangeboden is gestolen. Meer informatie is te vinden op www.stopheling.nl.

van fabrikant Raven. “Het is uiteraard geen oplossing voor diefstal, maar het verzacht het leed wel”, zegt hij. Hetzelfde geldt voor het opslaan van ABlijnen en perceelsdata in de cloud. Mocht er een terminal worden ontvreemd, dan zijn in elk geval de verzamelde locatiegegevens veiliggesteld.

moet worden ingegeven. Na het afbouwen en weer opbouwen moet de pincode altijd weer worden ingevoerd. “Vooral mensen die al eens slachtoffer zijn geweest van diefstal maken daar gebruik van”, zegt Klaas Sikkema, FarmSight-manager bij John Deere-dealer GroeNoord.

Dan is er nog de houding van de gebruiker. Veel bedrijven pakken de beveiliging serieus aan, tot aparte brandkasten voor de opslag van de losse GPS-apparatuur aan toe. Er zijn echter ook bedrijven die het minder nauw nemen met de voorzorgsmaatregelen. “Die zullen uiteraard hun verantwoordelijkheid moeten nemen, maar daarmee zijn de problemen niet opgelost”, vindt Otten: “Er wordt ook uit afgesloten schuren gestolen en het dagelijks op- en afbouwen houdt een risico in voor de apparatuur en de veiligheid. Er zit een grens aan wat ondernemers zelf kunnen doen. Actie van politie en fabrikanten is nodig om dit probleem te tackelen.”

Ondanks grote stickers ‘Pin Protected’ werden er recent in Limburg echter nog enkele pinbeveiligde systemen gestolen. Raven-man Sleutel is sceptisch over het nut van de pincode. “Het is natuurlijk mooi dat er iets wordt gedaan, maar worden er geen iPhones meer gestolen nu iedereen een pincode of een duimafdruk gebruikt? Ik denk dat een bordje ‘Hier waakt de hond’ minstens zo goed werkt als een sticker ‘Dit apparaat is voorzien van een pincode’.”

ENCRYPTIE Trimble en John Deere bieden op hun nieuwste apparatuur een beveiliging met pincode aan. Bij John Deere is dat het geval op Starfire SF6000-systemen en op zijn terminals. De gebruiker kan zelf de cijfercombinatie kiezen en hoe vaak de pincode

38

GRONDIG 6 2020

Het enige waar Sleutel wat in ziet, is dat een systeem wordt gedeactiveerd zodra hij na diefstal weer online komt; een encryptie. “Je hebt dan een fabriekscode nodig om een gestolen systeem weer te kunnen opstarten. Een soortgelijk systeem bestaat al voor laptops. Dat zijn wel zaken waar in de sector naar wordt gekeken. Als alle fabrikanten dat doen, wordt het echt minder aantrekkelijk om te stelen”, aldus Sleutel. Cumela wil hier op Europees niveau op aandringen.


en enverzekerigen verzekerigenisis altijd altijdmaatwerk.” maatwerk.” Ralph Ralphde deHart Hart directeur directeurverzekeringen verzekeringen Verzekeringsspecialist Verzekeringsspecialistinindedecumelasector cumelasector Als Alsbrancheorganisatie brancheorganisatieweten wetenwe webijbijCumela Cumela als alsgeen geenander anderwaar waarjejeals alsondernemer ondernemermee mee tetemaken makenhebt, hebt,met metwelk welkmaterieel materieeljejewerkt werkt enenwelke welkerisico’s risico’shierbij hierbijkomen komenkijken. kijken.Onze Onze polisvoorwaarden polisvoorwaardenzijn zijnhierop hieropafgestemd, afgestemd, wij wijdenken denkenmet metjejemee meeenengeven gevenaltijd altijdeen een persoonlijk persoonlijkadvies adviesopopmaat. maat. Onze Onzevoordelen voordelen • • Persoonlijk Persoonlijkcontact contactmet metspecialisten specialisten •• •• •• ••

Gemak Gemakenenuitgebreide uitgebreideservice service Kennis Kennisvan vandedecumelasector cumelasector Uitstekende Uitstekendeprijs-kwaliteitsverhouding prijs-kwaliteitsverhouding Soepele Soepeleafwikkeling afwikkelingbijbijschade schade

directeur verzekeringen Verzekeringsspecialist in de cumelasector Als brancheorganisatie weten we bij Cumela als geen ander waar je als ondernemer mee te maken hebt, met welk materieel je werkt en welke risico’s hierbij komen kijken. Onze polisvoorwaarden zijn hierop afgestemd, wij denken met je mee en geven altijd een persoonlijk advies op maat. Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en Onze zorgenvoordelen voor de beste opslag voor uw producten. • Persoonlijk contact met specialisten • Gemak en uitgebreide service • Kennis van de cumelasector • Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding • Soepele afwikkeling bij schade

Wij weten wat we verzekeren!

uw specialisT in bewaringen en loodsen

www.cumela.nl Kistenbewaring bulkopslag

Hout en beton

(033) 247 49 60 GRONDIG; VAKBLAD VOOR DE CUMELASECTOR Wij Wijweten weten wat watwe weverzekeren! verzekeren!

www.cumela.nl www.cumela.nl (033) (033)247 24749 4960 60

T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl

www.sTeenbergen-bouw.nl


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - VELDHUIZEN

Lange en lage laadvloer Tekst en foto's: Arend Jan Blomsma

VOLVO FM-OPRIJWAGEN VAN VELDHUIZEN

Onmisbaar op veel bedrijven, maar vaak te hoog of de oprijhoek te steil: de oprijwagen. Als antwoord op deze klachten komt Veldhuizen met een nieuwe oprijvrachtwagen met een extra lage laadvloer met een grote lengte.

De lange laadvloer biedt ruimte aan velerlei voertuigen. De lage vloerhoogte leidt minder snel tot problemen.

Veldhuizen gebruikte voor zijn lage oprijvrachtwagen een Volvo FM-truck. Deze heeft op wens af-fabriek een lage framehoogte van 87 centimeter. Vanwege de acht meter lange laadvloer gebruikt Veldhuizen een drieasser, met op alle drie assen luchtvering. Voor extra stabiliteit bij hoge machines heeft de laatste as extra stabilisatoren. Langs de framebalken van de Volvo zijn over de volle lengte van het frame grote platen van Domex-staal geschroefd. Deze overlappen de frame-

balken met 25 centimeter. Aan deze platen zijn de schoren van de dwarsliggers gelast. Die dwarsliggers liggen om de 35 centimeter en lopen door over de hele breedte van de wagen. Ze geven veel stevigheid en zullen, doordat ze over de hele breedte lopen en goed geschoord zijn, niet snel doorbuigen. De laadvloer is overigens 2,55 meter breed. Aan de achterkant zijn de framebalken afgeschuind, terwijl het Domex-frame gewoon doorloopt tot aan het einde van de laadvloer. De opbouw van de laadvloer zorgt ervoor dat de vloerhoogte tijdens het rijden ongeveer een meter hoog is. Het toegestane laadvermogen van de Volvo komt uit op 16,5 ton.

GEMAKKELIJK OPKLAPPEN De ruim twee meter lange oprijplaten staan in een kleine hoek. Hierdoor verloopt het laden en lossen zonder al te veel moeite.

40

GRONDIG 6 2020

De laadvloer is grotendeels van 35 millimeter dik hardhout. Dit geeft, vooral als het nat is, toch nog net iets meer grip dan een vloer van traanplaat. De achterste twee meter van de laadvloer lopen


Domex staalplaten liggen langs het laadframe van de Volvo. De dwarsbalken lopen over de volle breedte van de laadvloer.

schuin af, tot een hoogte van 78 centimeter. Dankzij de luchtvering kan de achterkant zelfs zakken tot 58 centimeter. Om dat mogelijk te maken, heeft Veldhuizen achter banden met een kleinere diameter gemonteerd en is boven die wielen de hardhouten bodem vervangen door een dunnere stalen bodem. De knik van de achterkant loopt in twee gedeelten. De eerste knik is vier graden, de tweede acht. Hierdoor gaat het op- en afrijden rustiger. Vooral rupsvoertuigen maken geen klapper voor- of achterover bij het passeren van de knik. Om de belasting bij het laden of lossen op te vangen, zitten er aan de achterkant twee opklapbare steunpoten. De oprijplaten zijn 2,05 meter lang. Deze worden handmatig op- en uitgeklapt. Dankzij een contraveer gaat dit heel licht. Hoewel de platen 110 kilo zwaar zijn, is dit met één hand goed te doen en til je dan zes kilo. Het voordeel van handmatig klappen is dat het veel sneller gaat dan hydraulisch en veel minder onderhoud vraagt. De oprijplaten zijn zijdelings te verschuiven voor het laden van hoogwerkers of vorkheftrucks.

GEMAKKELIJK VASTZETTEN Om de lading goed te kunnen zekeren, zit in de kantbalken om de 50 centimeter een bindhaak en in de laadvloer nog eens 22 sjorpotten met ringen. Deze zijn allemaal goedgekeurd voor een last van vijf ton. Het zekeringsmateriaal en andere materialen kunnen worden opgeborgen in drie kisten onder de linker kantbalk. Deze hebben met een formaat van 130 bij 70 bij 55 centimeter een groot volume en zijn inwendig voorzien van ledlampen. Ook als deze zouden blijven branden, worden ze niet warm en kunnen ze geen brand veroorzaken. In het kopschot zitten twee werklampen voor het laden in het donker.

VELDHUIZEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

Een handige optie is de tweede dieseltank. Die is voorzien van een elektrisch pompje, waarmee het mogelijk is om machines af te tanken. De standaardtank heeft een inhoud van 330 liter, de tweede van 290 liter. Om te voorkomen dat er algvorming optreedt, komt de retour van de brandstofpomp van de Volvo uit in de tweede tank. Deze staat in verbinding met de eerste tank en wordt op deze manier regelmatig doorgespoeld.

Dankzij twee grote dieseltanks en een elektrische pomp kunnen voertuigen op locatie worden afgetankt.

GEBRUIKERSERVARING De eerste truck is afgeleverd aan Verhart Groen BV in Montfoort. We treffen chauffeur Erik Peek aan het eind van een klus in Zutphen. Eerder reed hij in een oprijvrachtauto met een slaapcabine. “Het is fijn dat we nu een meter meer laadvloer hebben, waardoor we meer met de vrachtauto kunnen vervoeren en de dieplader veel minder vaak nodig is. Je komt nu veel gemakkelijker op moeilijk bereikbare plaatsen. Omdat we ook veel bij particulieren en fruittelers komen, die vaak aan smalle wegen zitten, is dit wel belangrijk.” De tweede tank ervaart hij als erg praktisch. “We zitten nogal eens meerdere dagen op een klus, bijvoorbeeld op Texel. Dan is het gemakkelijk om alles bij je te hebben”, zegt hij. De oprijplaten gaan volgens hem werkelijk licht en hij merkt dat hij dankzij het rooster meer grip heeft bij het naar boven lopen. Ook over de rijeigenschappen is hij dik tevreden. “Dankzij de luchtvering op alle drie de assen zijn de rijeigenschappen perfect. Hij ligt heerlijk op de weg.”

Het op- en uitklappen van de rijplaten gaat handmatig sneller dan hydraulisch. Dankzij de veerconstructie is er weinig kracht nodig.

De eerste vrachtwagen loopt bij Verhart Groen BV in Montfoort. Chauffeur Erik Peek is vol lof over de nieuwe aanwinst.

In overleg met de RDW is Veldhuizen er in geslaagd om tegelijkertijd zowel een vangmuil als een kogelkop te monteren en goedgekeurd te krijgen. De kogel zit op een hoogte van ongeveer 40 centimeter, de vangmuil daar net boven. Vanzelfsprekend zijn aan de achterkant ook alle mogelijke stekkeraansluitingen gemonteerd. GRONDIG 6 2020

41


ONDERNEMEN MET CUMELA - NIEUWE CAO LEO

1,85 procent loonstijging NIEUWE CAO LEO VAN KRACHT

Cumela heeft overeenstemming bereikt met de onderhandelaars en kaderleden van CNV en HZC over een loonafspraak voor 40.000 werknemers in de cumelasector. Het gaat om een kortdurende cao met een looptijd tot en met 31 december 2020. Het resultaat is dat de lonen met ingang van 1 of 13 juli met 1,85 procent omhoog gaan.

Cumela heeft aangedrongen op het maken van tussentijdse loonafspraken om de sector aantrekkelijk te houden voor werknemers. De werkgevers bleken hiertoe bereid te zijn, ondanks de huidige onzekerheid binnen de sector als gevolg van de PFAS-, stikstof- en coronacrises. Vorig jaar zijn de gesprekken over de nieuwe cao gestaakt, waardoor de laatste loonsverhoging dateert van 1 januari 2019.

‘DE WERKGEVERS BLEKEN BEREID TOT EEN LOONSVERHOGING, ONDANKS DE HUIDIGE ONZEKERHEID BINNEN DE SECTOR’

42

GRONDIG 6 2020

procent. Voor werknemers met een vierwekenloon gaat de loonsverhoging in met ingang van periode 8 (13 juli). Hoe de loonsverhogingen exact uitpakken, kun je teruglezen op Cumela.nl. Het akkoord is bereikt met de onderhandelaars en kaderleden van CNV en HZC. Het FNV legt dit als eindbod, met een negatief advies, voor aan zijn achterban. Zij zullen voor 13 juli laten weten of zij ook instemmen met dit voorstel. Dit heeft echter geen effect op de loonsverhoging binnen de cumelasector.

BEROEP OP WW-UITKERING

KORTSTE LOOPTIJD OOIT

Naast de loonsverhoging is het aanpassen van artikel 31 van de cao een belangrijke ontwikkeling. Hiermee kunnen werkgevers bij onwerkbaar weer bij het UWV een beroep doen op een WW-uitkering. De werkgever mag geen externe kracht inhuren voor hetzelfde werk zolang het UWV een uitkering verstrekt.

De nieuwe cao LEO heeft een looptijd van 1 juli tot en met 31 december 2020. Dat is de kortste looptijd ooit. De lonen gaan voor werknemers met een maandloon per 1 juli omhoog met 1,85

De cao-partijen hebben afgesproken om tijdig te beginnen met de onderhandelingen voor de cao na 31 december.

Tekst: Jacqueline Tuinenga Foto: Cumela Communicatie


ECONOMIE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

IN KORT BESTEK - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

GRONDVERZET MINDER MACHINES, MEER EIGEN VERMOGEN Grondverzetbedrijven zijn duidelijk minder kapitaalintensief dan gemengde en agrarische cumelabedrijven. Ook zijn ze voor een veel groter deel gefinancierd met eigen middelen. Dat blijkt uit een vergelijking tussen de balansposities van de verschillende bedrijfstypen.

GEBREKEN AAN EEN OPGELEVERD WERK

Beste Geralde, Dieuwer Heins, adviseur Financiën & Bedrijfsontwikkeling van Cumela Advies, vindt het een herkenbaar beeld. “Allereerst zien we dat de totale balanswaarde van de gemengde bedrijven met bijna 3,2 miljoen euro duidelijk hoger is dan de balanswaarde van bijna 2,6 miljoen euro van een gemiddeld cumelabedrijf. De grondverzetbedrijven zijn met ruim 2,5 miljoen euro een fractie kleiner dan het gemiddelde, terwijl agrarische loonbedrijven met ruim 2,1 miljoen euro duidelijk de kleinste balanswaarde hebben.

BOEKWAARDE MACHINES, EIGEN VERMOGEN EN LANGLOPENDE SCHULDEN IN VERHOUDING TOT DE TOTALE BALANSWAARDE 60% 55% 50% 45% 40% 35% 30% MACHINES Grondverzet

Gemengd

EIGEN VERMOGEN

In 2018 heb ik een werk aangenomen, uitgevoerd en opgeleverd. Vorige week heeft de opdrachtgever ontdekt dat we gedurende de uitvoering van het werk een korfbalpaal door de drainage hebben geboord, waardoor de drainage is beschadigd. Moet ik als aannemer dit probleem oplossen of is dat aan de opdrachtgever?

Beste aannemer, Het uitgangspunt volgens de wet is dat een werk na oplevering voor rekening en risico van de opdrachtgever komt. De oplevering is daarom ook een belangrijk onderdeel van de uitvoering van een overeenkomst en heeft grote juridische gevolgen. Het betekent immers dat de aannemer na acceptatie door de opdrachtgever is ontslagen van aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever bij oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.

LANGLOPENDE SCHULDEN

Agrarisch

MACHINES KLEINER DEEL BALANSTOTAAL De grafiek laat ook zien dat de grondverzetbedrijven een duidelijk minder omvangrijk machinepark hebben. De boekwaarde bedraagt hier € 1.070.735,-, 42 procent van de totale balanswaarde. Bij de gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven ligt dit duidelijk hoger. “Ook bij de financiering is er een duidelijk verschil”, constateert Heins. “Het omvangrijke machinepark betekent een grotere behoefte aan kapitaal. Dit is bij de gemengde en agrarische loonbedrijven voor een groter deel gefinancierd met vreemd kapitaal. De langlopende schulden liggen bij de grondverzetbedrijven op 32 procent van de balanswaarde, terwijl dit bij de gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven uitkomt op respectievelijk 43 en 46 procent. Hiermee is de eigenvermogenspositie van grondverzetbedrijven ook duidelijk gunstiger. De solvabiliteit - het eigen vermogen ten opzichte van totale balanswaarde - ligt met 43 procent duidelijk hoger dan bij de gemengde bedrijven en agrarische loonbedrijven.” De gegevens zijn gebaseerd op in totaal 231 cumelabedrijven die hebben deelgenomen aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas over 2016, 2017 en 2018. Wil je weten hoe jouw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas. Neem hiervoor contact op met je bedrijvenadviseur of bel de ondernemerslijn (033) 247 49 99.

‘WAS HET BIJ OPLEVERING TE ONTDEKKEN?’

Er is een uitzondering op dit uitgangspunt voor gebreken die de opdrachtgever niet kon ontdekken bij oplevering of wanneer later blijkt dat de aannemer gebruik heeft gemaakt van ondeugdelijke materialen. In paragraaf 12 van de UAV 2020 wordt toegelicht wanneer een aannemer na oplevering nog wel aansprakelijk is, namelijk voor een gebrek dat aan hem is toe te rekenen, dat bij oplevering niet kon worden ontdekt en waarover de aannemer binnen een redelijke termijn na ontdekking wordt geïnformeerd. In dit geval moet de aannemer de gelegenheid krijgen om het gebrek binnen een redelijke termijn weg te nemen. Dit om te voorkomen dat de opdrachtgever het direct door een derde laat herstellen en de kosten op de aannemer verhaalt. De vraag is dus of de beschadiging van de drainage bij oplevering had kunnen worden ontdekt. Als dat het geval is, ben je als aannemer niet verplicht om het op te lossen. Was het niet te ontdekken bij oplevering, dan moet je het gebrek repareren voor eigen rekening. Geralde van de Bunt, adviseur juridische & gww-zaken

GRONDIG 6 2020

43


ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELARIA

Cumelaria

DRIVE-IN BIJ JAN BAKKER Bij Jan Bakker werd voor het Agnieten College in Wezep een plek gevonden om de diploma’s uit te reiken aan 45 leerlingen. Via een drive-in werden de geslaagden met ouders bij aankomst in de auto verwelkomd in een hal van Jan Bakker in Hattemerbroek. Daar werden ze door serveersters op rolschaatsen voorzien van een hapje en drankje. Op een groot scherm kon iedereen de persoonlijke toespraken volgen. Voor de leerlingen was het een uniek moment, dat ze niet snel zullen vergeten.

DRIVE-THROUGH BIJ FA. GROOT Op de laatste avond van juni werden de diploma’s uitgereikt aan de geslaagden van het Clusius College in Hoorn. Dit jaar ging dat via een drivethrough bij Loonbedrijf Fa. Groot in Zuidschermer. De geslaagden konden in de eigen auto of tractor - eventueel met familieleden - het diploma en de felicitaties in ontvangst nemen. Aan acht leerlingen werd het diploma Loonwerk niveau 2

uitgereikt en zeven leerlingen namen het diploma Loonwerk niveau 3 in ontvangst. Naast het welverdiende diploma en een attentie van het Clusius College ontvingen de geslaagden van bedrijvenadviseur Ada Kieft een map met onder andere informatie over de cumelasector en een exemplaar van het blad Grondig.

Mooi bankje voor Van Regteren Op vrijdag 22 mei trouwde Herbert van Regteren met zijn Vicky. Het geplande feest moest op een iets andere manier plaatsvinden, maar dat heeft de dag voor het kersverse echtpaar niet minder mooi gemaakt. Medewerkers, vrienden en oud-collega’s hadden een mooie optocht georganiseerd om zo het bruidspaar te verrassen. Herbert van Regteren, voorzitter van het Jongerenbestuur, bestuurslid van het afdelingsbestuur Drenthe en bestuurslid van het sectiebestuur Grondverzet en Cultuurtechniek, ontving van zijn collega-Cumela-bestuurders op een later tijdstip nog een prachtige eikenhouten tafel als cadeau.

DE HEER IN POLSBROEK EERSTE MET KLEURKEUR Op 19 juni heeft Groenkeur-ondernemer De Heer land en water BV in Polsbroek als eerste bedrijf de audit Kleurkeur succesvol afgerond. Het bedrijf is hiermee in het bezit van de oorkonde Groenvoorziening met Kleurkeur, die het in samenwerking met provincie Gelderland als opdrachtgever behaalde. Marco van Vliet, projectleider bij De Heer land en water BV, ontving de oorkonde uit handen van Titia Wolterbeek van de Vlinderstichting en Dick Oosthoek van Stichting Groenkeur. Deze oorkonde staat voor ecologisch bermbeheer dat de biodiversiteit bevordert.

44

GRONDIG 6 2020


GEKRUID - ONDERNEMEN MET CUMELA

EN TOEN WERD HET NOG STILLER...

Soms neemt het leven onverwachts een verdrietige wending. Eind april overleed na een kort ziekbed Peters vader en tevens grondlegger van ons bedrijf op 77-jarige leeftijd. Het is niet te bevatten. Hij was altijd zo sterk en actief. Sinds wij in 2003 het bedrijf overnamen, genoten mijn schoonouders volop van hun pensioen.

LOONBEDRIJF STIGTER VERRAST BRUIDSPAAR Verrassingen zijn altijd leuk. Zeker op een bruiloftsdag, die in deze coronaperiode toch al zijn beperkingen kent. Een mooi voorbeeld daarvan is dat Loonbedrijf Stigter voor medewerker Rens Huijser in het geheim regelde dat de nieuwe Fendt 720 Profi met Herder-maaiarm eerder dan gepland (na de bouwvak) klaar was om zo op de bruiloft aanwezig te zijn. Rens zal de vaste chauffeur worden van de nieuwe combinatie. Bruid Joanne wilde liever niet trouwen met een trekker als vervoermiddel, maar deze verrassing kon ze wel waarderen. Zo werd toch deze passend mooie plaat gemaakt.

WEER BIJEENKOMST CITAVERDE De leerlingen hebben tijdens de coronaperiode hard meegewerkt op de cumelabedrijven, zo constateerde het Citaverde College. In deze periode hadden ze voornamelijk thuiswerk. De meesten kozen er echter voor om de tijd in de praktijk door te brengen en zich op een ander moment te wenden tot de leerstof. Tijdens de bijeenkomst van Citaverde bij Loonbedrijf Hendrix in Castenray werd voor de eerste keer weer met elkaar gesproken. Hendrix had daarvoor alle maatregelen getroffen. Marije van Beurden, beleidsmedewerker Scholing van Cumela, was aanwezig om signalen op te halen en te spreken over het kenteken.

In de jaren zestig startten zij samen met nog een broer het bedrijf vanuit Earnewâld met het maaien en persen van hooi. In 1965 verhuisde het bedrijf naar Oudega. Mijn schoonvader was een harde werker en op zijn best wanneer hij zelf op de machine aan het werk kon. Peters moeder verzorgde de planning en de boekhouding. Ze waren een goed team en samen bouwden ze aan iets moois.

‘WIJ KONDEN ALTIJD EEN BEROEP OP MIJN SCHOONVADER DOEN’ Toen wij het bedrijf overnamen, vond ik het zo bijzonder dat ze altijd veel belangstelling voor het bedrijf hielden, zonder zich er nog actief mee te bemoeien. Wel konden wij altijd een beroep op mijn schoonvader doen wanneer er klusjes waren. Het bijhouden van onze tuin, onderdelen halen, samen met mij het eten langsbrengen bij onze medewerkers, de werkplaats opruimen en ga zo maar door, hij deed het met plezier. Een mooie manier om op gepaste afstand toch contact met het bedrijf te houden. Wat was hij was trots op Peter en mij dat het bedrijf zo mooi doorging. Zij konden zo samen volop genieten van andere mooie dingen in het leven. Nu is aan dat alles een eind gekomen. Mooie herinneringen blijven achter. Wat is het wennen zonder hem in ons leven, hem niet meer te zien rondlopen op ons bedrijf, niet even meer ons praatje in het kantoor. We hebben hem een mooi afscheid kunnen geven. Met de Fiat 550 hebben we hem naar zijn laatste rustplaats gebracht. Wat zullen we hem ontzettend missen. Wat wordt het stil. Gretha Toering, Toering Loon- en Grondverzetbedrijf

GRONDIG 6 2020

45


ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - SLIM EN DIGITAAL

Complexe materie eenvoudig gemaakt Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Bakker&Spees

BAKKER&SPEES: BESTEKKEN MAKEN, CALCULEREN EN ADMINISTREREN

Elk digitaal systeem onderscheidt zich op een andere manier. Deze keer praten we met Bakker&Spees, dat met Civiel de keus maakte om software te maken die is gericht op RAW-bestekken. “Complexe materie die wij verpakken in een gebruiksvriendelijk systeem”, zegt Michiel Banus, productmanager Civiel en MT-lid bij Bakker&Spees.

SERIE: SLIM EN DIGITAAL Welk systeem past bij jouw bedrijf? Bekijk het compacte en eenvoudige overzicht op www.cumela.nl/nieuws/achtergrond/ leverancierstabel-inzicht-leveranciersen-systemen.

Bakker&Spees vierde vorig jaar zijn dertigjarig jubileum en vestigde door de jaren heen zijn naam als bedenker en ontwikkelaar van software voor bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw. De software die het bedrijf aanbiedt, heeft het verpakt in twee pakketten: Visi en Civiel. Met Visi beheer je samen met je opdrachtgever alle (formele) contractcommunicatie. Civiel springt meer i op de dagelijkse gang van zaken bij cumelaondernemers.

RAW-SYSTEMATIEK DE BASIS Daar vind je Bakker&Spees in terug, maar ook de systemen die eerder in de serie voorbij kwamen. Voor elk bedrijf is er een digitaal systeem. Wacht niet en maak er werk van.

Civiel focust zich aan de ene kant op het schrijven, calculeren en administreren van bestekken conform de RAW-systematiek. Deze systematiek wordt beheerd door CROW en elke vijf jaar komt er een nieuwe versie uit. Zo zijn begin juni de Standaard Bepalingen 2020 uitgebracht en is de software daar ook weer op aangepast. Aan de andere kant biedt Civiel de optie om calculaties te maken los van die RAW-systematiek, bijvoorbeeld voor particuliere offertes of voor werk in onderaanneming. Zo hoef je als aannemende partij niet twee aparte softwarepakketten aan te schaffen. “We proberen ook continu het bestaande systeem te optimaliseren. Hierbij luisteren we goed naar de wensen van onze gebruikers en naar de ontwikkelingen in de markt”, zegt de productmanager. Bij bestekken gaat het vaak om complexe en uitgebreide materie. Toch is de automatiseerder erin

‘WE HEBBEN HIERVOOR MICROSOFT ALS VOORBEELD GENOMEN’

geslaagd dit alles in overzichtelijke software om te zetten. “We hebben hiervoor Microsoft als voorbeeld genomen en dat zie je terug. Alles werkt net zo gemakkelijk en volgens die logica”, zegt Banus. Via een op Microsoft geïnspireerde knoppenbalk kan de gebruiker bijvoorbeeld gemakkelijk wisselen tussen de inschrijfstaat en het complete bestek of tussen de Calculatie- en RAW-Administratie-module. Een ander voorbeeld van complexe materie gemakkelijk maken: de UAV 2012. Daarin staan alle (spel)regels met betrekking tot de uitvoering van een werk. De UAV2012 is compleet geïntegreerd in de RAW-Administratie-module, zodat je als aannemende partij alleen maar hoeft in te vullen wat er is verwerkt; de software zorgt ervoor dat je altijd ontvangt waar je recht op hebt.

INTEGRATIE MET ANDERE SOFTWARE Uiteindelijk streeft Bakker&Spees ernaar om een gebruiksvriendelijk programma te leveren, waarin je met zo min mogelijk clicks kunt werken en waarin zoveel mogelijk systemen worden geïntegreerd. Zo hoort het bedrijf steeds vaker van gebruikers dat zij hun calculatiegegevens willen hergebruiken in andere pakketten voor bijvoorbeeld de planning of de boekhouding. “Wij zorgen ervoor dat alle gegevens in een generiek formaat worden opgeslagen”, vertelt Banus. “Zo kan de gebruiker verder werken met deze informatie.” “We bieden Civiel aan als standaardpakket en passen in principe geen maatwerk toe. Als er wensen zijn, kijken we altijd of andere gebruikers hier ook profijt van hebben”, zegt Banus. Om ervoor te zorgen dat het allemaal snel werkt, wordt de software lokaal geïnstalleerd. Updates en upgrades zitten standaard bij het abonnement inbegrepen, evenals een persoonlijke helpdesk en een uitgebreide kennisbank. Voor welke bedrijven is dit bestemd? “De software is vooral bedoeld voor klanten die gemakkelijk en efficiënt digitaal willen werken.”

46

GRONDIG 6 2020


SLIM EN DIGITAAL - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK

IK ZOEK EEN SYSTEEM, WAAR LET IK OP? EÉN STANDAARD IN JE BEDRIJF

Gebr. Griekspoor BV uit Nieuw-Vennep maakt alweer meer dan tien jaar gebruik van Civiel. “Destijds kozen wij voor Bakker& Spees omdat we het werk van dat bedrijf al kenden via de inspectie van de speeltoestellen”, zegt Jacco Griekspoor. “Ook die is door Bakker&Spees geautomatiseerd”, vertelt hij. De overstap naar een digitaal systeem gebeurde in navolging van de digitalisering bij de aanbestedende diensten. Griekspoor gebruikt de onderdelen Administratie en Calculatie van Civiel. “Wij maken vooral gebruik van de software voor het maken van onze eigen calculaties. Vaak hebben die helemaal geen betrekking op een bestek. Dat kan omdat je erin kunt aangeven wat er moet gebeuren, een uitsplitsing kunt maken naar werkzaamheden en een stukje nazorg kunt laten plaatsvinden. Het werkt ook nog eens heel gemakkelijk. Je zet een vinkje aan of een vinkje uit, voegt eventueel een regeltje toe of haalt er één weg, het spreekt allemaal voor zich. Ik haal er vervolgens een rapportage uit op hoofdposten, die weer goed kan worden gecombineerd met andere systemen.” Griekspoor heeft er nooit spijt van gehad dat hij koos voor digitalisering en gebruik ging maken van de software van Bakker&Spees. “Het grootste voordeel is dat het zorgt voor een standaardisatie in je hele bedrijf. Vaak werken we met meerdere personen tegelijk in de software, waarbij iedereen zijn eigen werkzaamheden heeft. Doordat dit gebeurt, beschikt iedereen nu op elk moment over de juiste en dezelfde gegevens.”

‘HET ZORGT VOOR EEN STANDAARDISATIE IN JE HELE BEDRIJF’ Het systeem levert wat de ondernemer wil en biedt maatwerk doordat je als ondernemers altijd de instellingen zo kunt aanpassen dat het weer voldoet aan wat je wilt. Het grootste pluspunt is misschien nog wel de service vanuit de automatiseerder. “Als er wat aan de hand is, hebben ze aan een half woord genoeg, omdat ze het bedrijf kennen. We hebben dan ook al diverse jaren dezelfde gesprekspartner”, aldus Griekspoor. Hij is alles bij elkaar heel erg tevreden over de software. “Ook als je weinig of niet met bestekken werkt, kun je er veel uithalen.”

De markt van digitale systemen in onze sector is divers en vooral in drukke tijden is het lastig om snel de weg te vinden. Op onze website hebben we daarom de leverancierstabel geplaatst om voor jou inzichtelijk te maken welke leveranciers en systemen er zijn en wat zij te bieden hebben.

WAAR LET JE DAN OP?

• Welk probleem moet het systeem voor je oplossen? • Welke functies biedt het systeem? • Voor welke doelgroep is het systeem? Heeft de leverancier ervaring in jouw branche?

Kan •

het worden gekoppeld met je bestaande systemen? • Hoe ziet het kostenplaatje eruit: wat zijn de eenmalige en vaste kosten? • Hoe ‘moeilijk’ is het? Heb je de tijd en mensen in huis om hier aandacht aan te besteden? • Wat zijn de belangrijkste eisen die je hebt? Maak een lijstje en check of het systeem hieraan voldoet.

‘JE COLLEGA KAN JE LATEN ZIEN HOE HET SYSTEEM WERKT’ Heb je dit helder voor jezelf dan is het goed om zo snel mogelijk een gevoel te krijgen bij hoe het in de praktijk werkt. Je kunt hiervoor een demo aanvragen bij de leverancier. Uiteraard ziet dit er gelikt uit, werkt alles perfect en is alles mogelijk. Juist daarom is het ook belangrijk om bij een collega mee te gaan kijken om een écht beeld te krijgen. Bel gerust naar de leverancier om te vragen bij wie van zijn klanten (vergelijkbaar met jouw bedrijf) je eens op de koffie mag gaan om mee te kijken. De collega kan je laten zien hoe het systeem werkt. Probeer ook eens uit hoe het voor jou zou werken: schets een bepaalde situatie binnen je bedrijf en voer dit uit in het systeem. Kijk maar eens hoe dat loopt. Zie je het zitten? Nodig dan de leverancier uit voor een demo en ga verder met elkaar in gesprek. Maar nu eerst naar de leverancierstabel op www.cumela.nl! Sabine Zweverink, specialist digitalisering

GRONDIG 6 2020

47


ONDERNEMEN MET CUMELA - MACHTIG MOOI

De charme van het vak Johan Oostwouder werkt al 28 jaar als kraanmachinist, maar saai wordt het werk niet. “Het werk is afwisselend, je werkt buiten en samen met collega’s maak je iets. Dat is de charme van het vak. Helaas is het beeld van ons werk vaak anders.”

Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom

Op zijn 6,5-tonner draait hij deze ochtend op een bouwproject in Nijkerkerveen. Het werk is maar voor een halve dag. Waar hij vanmiddag en morgen heen gaat, weet hij nog niet. “Ik krijg het vanzelf wel te horen. Soms zitten we wekenlang op een project, soms is het elke dag een andere locatie. Beide hebben hun charme. Enkele weken geleden was ik hier en stond er eigenlijk nog niets. Nu ben ik er weer voor een bodemafsluiting, zodat er straks woningen en appartementen kunnen worden opgebouwd. Zo begint het langzaam vorm te krijgen. Ik vind het mooi dat je op deze manier samen iets maakt.”

48

GRONDIG 6 2020

Je spreekt de uitvoerder, krijgt een tekening mee en je mag het voor de rest zelf uitzoeken. Die verantwoordelijkheid vind ik prettig. Het geeft een gevoel van vrijheid dat je het naar eigen inzicht kunt vormgeven, zonder iemand erbij te hebben die meekijkt en je controleert.”

HET VAK INGEROLD

Aan de andere kant vindt hij het ook wel prettig om alleen op pad te gaan. “Dat doe ik ook graag.

Johan werkt al dertien jaar als kraanmachinist voor Smink Infra in Nijkerk. Daarvoor werkte hij bij twee verschillende loonbedrijven. “Het grappige is dat ik nooit had bedacht dit werk te gaan doen”, zegt hij. Hij volgde ooit de opleiding Veehouderij met het idee het melkveehouderijbedrijf van zijn vader over te nemen. Na de afronding van zijn studie kwam hij bij een loonbedrijf terecht,

NAAM: JOHAN OOSTWOUDER

SINDS: 1992

WERKZAAM BIJ: SMINK INFRA

FUNCTIE: KRAANMACHINIST


MACHTIG MOOI - ONDERNEMEN MET CUMELA

waar hij al snel op de kraan werd gezet. “Ze vonden mij wel heel handig en hebben me een poosje op de kraan laten draaien. Zo ben ik het vak ingerold”, aldus Johan. Terug naar het melkveehouderijbedrijf was toen geen optie meer. “Ik heb het er wel met mijn vader over gehad, maar ook hij zei: blijf maar op die kraan. Financieel gezien was het toen al niet aantrekkelijk meer om het melkveehouderijbedrijf over te nemen.”

‘HET GEEFT EEN GEVOEL VAN VRIJHEID DAT JE HET NAAR EIGEN INZICHT KUNT VORMGEVEN’

Hij begon op een minigraver, werkte zich op tot een twintigtons rupskraan en zit nu al dertien jaar op zijn ‘eigen’ 6,5-tonner. “Ik heb hem nog net niet zelf uitgekozen en gekocht, maar ik ben er wel verantwoordelijk voor”, vertelt Johan. Dertien jaar op dezelfde machine lijkt saai, maar voor Johan niet. “Het is heel afwisselend werk, je bent onder de mensen, je werkt buiten en telkens op een andere locatie. Die aspecten maken het werk voor mij erg leuk. Ik ken de machine door en door en die ervaring is handig als je telkens op een andere locatie werkt. Ik werk erop zonder te hoeven nadenken.”

vlak te staan, je kunt bij alle hoekjes en je bent veel flexibeler. Ik kan nu weer blind met deze machine aan de gang”, stelt Johan vast. Het is een kwestie van doen, meent hij.

SWITCH Of hij ooit nog iets anders zou willen leren? “Bulldozermachinist, dat lijkt me ook erg leuk, maar daar zet ik me toch niet toe. Behalve dat het ook een uitstervend beroep is, zou het betekenen dat ik een andere werkgever moet zoeken. Nu heb ik een vaste baan, thuis een gezin, ik weet wat ik heb.” Toch heeft hij dertien jaar geleden de stap gewaagd. Van een agrarisch loonbedrijf switchte hij naar een bedrijf in de grond-, weg- en waterbouw. “Daar heb ik toentertijd specifiek voor gekozen. Dat had vooral te maken met de werktijden. Ik had toen net een gezinnetje en dat rijmde gewoonweg niet met alle overuren die ik maakte bij het loonbedrijf. ’s Avonds wist ik nooit hoe laat ik thuis zou zijn. Mijn gezin en ik hadden structuur nodig. Ze zeggen dat loonwerk een roeping is. Ik heb het ook met veel plezier gedaan, maar mijn gezin wil ook aandacht. Die kan ik nu geven. Ik werk elke dag van zeven tot vier uur en dan ben ik klaar. Het maakt niet uit of het werk af is of niet. Morgen is er weer een nieuwe dag.”

MENTALITEIT

De grootste uitdaging kwam voor hem misschien wel anderhalf jaar geleden. Hij kreeg een draaikantelstuk aan zijn kraan. “Ik had het idee helemaal weer opnieuw te moeten leren kranen. De eerste drie maanden heb ik me echt ontzettend afhankelijk gevoeld. Met een vaste bak wist ik precies wanneer ik vlak stond en wanneer niet. Met het draaikantelstuk dacht ik dat ik vlak stond, maar als je de bak naar je toehaalde, bleek dat niet zo te zijn”, legt hij uit. Toch wil hij nu nooit meer anders. “O wee wie hem eraf haalt. Het werkt zoveel gemakkelijker. Je hoeft niet meer

Het baart hem wel zorgen dat er steeds minder kwalitatief goed personeel te vinden is in de sector. “Ik denk dat het vooral te maken heeft met de mentaliteit van de jongeren. Ze willen bijvoorbeeld niet meer op zaterdag werken en willen ook andere dingen doen. Daarnaast denk ik dat er geen goed beeld heerst van wat wij doen. Ik heb zo nu en dan stagiairs en die denken dat ons werk moeilijk is, dat we veel met de hand doen, dat het zwaar werk is, maar kijk naar dat draaikantelstuk. Dat maakt het werk alleen maar gemakkelijker. Het werk is niet meer zwaar. We hoeven nauwelijks nog wat met de hand te tillen. Natuurlijk staan we wel eens met de schop in de hand. Dat hoeft niet, maar ik vind dat geen probleem. Samen doen we de klus. Die kameraadschap, met collega’s onderling, dat is de charme van het vak.”

HOE BEN JE DE SECTOR INGEROLD?

WAT VIND JE HET ALLERLEUKSTE?

Deed de opleiding Veehouderij, maar kwam bij een loonwerker op de kraan te werken en bleef in die werkzaamheden hangen.

“Het is heel afwisselend werk, je bent onder de mensen, je werkt buiten en telkens op een andere locatie.”

NIEUWE TECHNIEKEN

SERIE: MACHTIG MOOI Goed personeel vinden is al een tijd problematisch. Werkgevers struinen scholen af en vacatures zijn er in overvloed, maar het blijft lastig de juiste werknemer voor de juiste plek te vinden. Daarom is het wellicht ook eens goed om je als werkgever in die ander te verdiepen. Hoe laat je zien dat de sector een machtig mooie plek is om te werken? Hoe breng je dat goede gevoel over aan die potentiële werknemer? Verplaats je eens in hem of haar, waardoor die zoektocht misschien wat minder moeilijk wordt. In deze serie laten we jonge medewerkers aan het woord die vertellen hoe zij hun werk ervaren, wat er goed gaat, wat er beter kan en hoe zij manoeuvreren in de cumelasector, want dat het een machtig mooie sector is om in te werken, daar zijn we het allemaal wel over eens.

‘JE BENT ONDER DE MENSEN, JE WERKT BUITEN, TELKENS OP EEN ANDERE LOCATIE’

WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? “Niets wat ik zo kan bedenken.”

GRONDIG 6 2020

49


ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELA.NL

DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR

Het beste van Cumela.nl TWEE MILJOEN EURO AAN GPS-APPARATUUR GESTOLEN

VOLLE PERSONENBUSJES MOGEN WEER Personenbusjes mogen sinds 1 juli weer vol zitten. Dit maakte minister-president Mark Rutte bekend tijdens de persconferentie van 24 juni over de versoepeling van de coronamaatregelen. De belangrijkste boodschap blijft echter onveranderd: houd anderhalve meter afstand. Toch mogen alle zitplaatsen weer worden benut in personenbusjes, ook door mensen die niet tot één huishouden behoren. Bijkomende voorwaarde is hierbij wel dat er een mondkapje moet worden gedragen. Voordat iemand een personenbusje betreedt, moet er een checkgesprek worden gevoerd. Dit houdt in dat er vooraf wordt gevraagd of de persoon gezondheidsklachten heeft. Het gaat om verkoudheidsklachten zoals neusverkoudheid, niezen en keelpijn, maar ook om klachten zoals hoesten, benauwdheid en koorts.

De teller bij cumelabedrijven staat voor 2019 en 2020 alweer op ruim twee miljoen euro schade door geroofde apparatuur voor precisielandbouw. Dit is het werk van goed georganiseerde criminele bendes die door het buitengebied trekken. Honden worden verdoofd en moderne alarmsystemen worden omzeild. Cumela roept korpsbeheerders en de politiek op om meer aandacht te besteden aan het opsporen van deze internationale bendes. “Landelijke schadecijfers zijn nog veel groter, want diefstalcijfers van niet-leden en agrarische bedrijven zijn hierin niet in meegeteld”, geeft Gerwin Otten aan. Hij is specialist veiligheid buitengebied bij Cumela. De diefstallen hebben niet alleen impact op het bedrijf, maar ook op de gezinnen die op het erf van hun bedrijf wonen. “Je kunt je voorstellen hoe groot de schrik is als je honden vergiftigd zijn en de trekkers leeggehaald”, zegt Otten.

SOCIAL VAN DE WEEK • • Erkend diploma voor praktijkonderwijs • Trotse medewerkers Jelle Bijlsma leggen media werkzaamheden uit • Al 1700 nieuwe logoborden uitgedeeld Hoe heb jij je hoofd koel gehouden in de hitte?

50

GRONDIG 6 2020

ARTIKEL VAN DE WEEK • De stand van zaken rondom PFAS • Startdatum Omgevingswet uitgesteld • Asbest komt vrij als met asbest versterkt materiaal stuk gaat

• Bermen maaien brengt risico’s met zich mee

WORD MEESTER-MACHINIST Laat je bijscholen of omscholen tot groene machinist door middel van de opleiding Machinist Cultuurtechniek. Tijdens deze opleiding worden werknemers opgeleid tot vakspecialisten die bekwaam zijn in het werken met graafmachine en wiellader. In bepaalde gevallen kunnen medewerkers een bijdrage tot vijftig procent van de kosten krijgen voor deze opleiding. De opleiding richt zich op werknemers die ervaring hebben met cultuurtechnisch werk en agrarisch loonwerk. Medewerkers die aan het einde van de opleiding slagen voor het praktijkexamen ontvangen het diploma Machinist Cultuurtechniek. De groene machinist is een allround-medewerker die een totaalpakket van werkzaamheden in de aanleg en het onderhoud van de buitenruimte kan uitvoeren. Iets wat opdrachtgevers steeds vaker vragen.

OOK OP CUMELA.NL • Nominaties Slimste Handen van Nederland geopend

• Controle op teken blijft aandachtspunt • Subsidie voor ontwikkeling bedrijf en medewerker

• Vakanties in coronatijd


VOORZITTER - ONDERNEMEN MET CUMELA

ROL EN POSITIE

GEVRAAGD: MEDEWERKERS VOOR NACHTELIJK UITRIJDEN MEST De cumelasector is op zoek naar een groot aantal personen die bereid zijn in de nachtelijke uren mest aan te wenden. Vanwege een onbegrijpelijke en onuitlegbare nieuwe eis bij het aanwenden van mest op grasland op veen- en kleigronden kunnen cumelabedrijven worden gedwongen deze werkzaamheden bij nacht en ontij uit te voeren. Er wordt in de derogatie gesproken over een verbod op het aanwenden van mest bij temperaturen boven de twintig graden. In de praktijk betekent dit dat het sinds half mei nagenoeg onmogelijk is om tijdens normale werkuren mest toe te dienen. Aangezien het gras deze mest juist in de top van het groeiseizoen nodig heeft voor een optimale groei, zal het uitrijden voortaan in de nacht moeten plaatsvinden. Daarvoor is veel extra personeel nodig.

REKENMODEL STIKSTOF NIET GESCHIKT Het Aerius-rekenmodel dat nu wordt gebruikt om de stikstofdepositie op natuurgebieden te berekenen, is daarvoor in de huidige vorm niet geschikt. Dit concludeert het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof dat hiernaar onderzoek heeft gedaan. Cumela vindt dat, net als bij verkeer, de depositie op vijf kilometer van een bedrijf niet meer moet worden meegeteld, omdat dit niet goed te meten is. Het adviescollege doet in het rapport ook de aanbeveling om voor verkeer en landbouw hetzelfde model te gebruiken. Het valt niet wetenschappelijk te bewijzen welke effecten de stikstof-emissie op grotere afstand heeft op de depositie, stelt het adviescollege vast in het rapport ‘Meer weten, robuuster meten.’

Mijn partner en ik hebben het regelmatig over onze rol en de positie die je dan inneemt. Ik heb daar op verschillende manieren mee te maken. Naast voorzitter ben ik ook een ondernemer, die op verschillende manieren werk uitvoert. Soms in de rol van hoofdaannemer, dan weer als onderaannemer en een andere keer doen we werk in regie. In die laatste hoedanigheid kwam ik afgelopen week drie keer in een positie terecht waarin ik niet wilde zitten. De keer waarover ik me het meest heb opgewonden, wil ik er hier uitlichten. Het gaat over een kabelschade. Mijn positie was daar inhuurder van een onderaannemer van de hoofdaannemer. Ik zal je de details besparen, maar het is van alle kanten onterecht dat deze aansprakelijkheidsstelling bij mij terecht kwam en het bedrag was ook absoluut niet in proportie met de schade. Een metertje kabel en twee moffen had volstaan, maar er werd direct maar een gestuurde boring van 45 meter meegenomen om de ongelukkige ligging van de kabel op te heffen.

‘DE ROL DIE IK VERVUL, IS VERANTWOORDING NEMEN EN DE HOUDING IS DAT IK MIJN RUG RECHT HOUD’ Andere partijen gaven niet thuis: of ik het maar wilde melden bij mijn verzekering. Die kon dan wel verweer voeren als ik het er niet mee eens was. De stoom kwam uit mijn oren en ik riep hardop “Nee!” Ik ga mijn verzekering hier niet mee belasten, de CROW 500 is zeer duidelijk in dezen! Ik laat mij niet in deze positie manoeuvreren. De rol die ik vervul, is verantwoording nemen en de houding is dat ik mijn rug recht houd. Ik ben wel eerder aansprakelijk gesteld, dus ik ben wel wat gewend, maar het gemak waarmee een andere partij je soms in een positie denkt te duwen, is wat me triggert en waartegen ik me verzet, eventueel tot aan het hekje. Dat mag je van mij in de rol als voorzitter ook verwachten. Wim van Mourik, voorzitter Cumela

ELK NUMMER LATEN WE VIA DEZE COLUMN EEN VOORZITTER VAN CUMELA AAN HET WOORD GRONDIG 6 2020

51


ONDERNEMEN MET CUMELA - TOOLBOX VOOR MEER INFO OVER VEILIG WERKEN, KIJK OP WWW.AGROARBO.NL.

Tekst: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo Foto’s: Cumela Communicatie

TIPS EN VUISTREGELS VOOR DE TOOLBOXMEETING

Gebruik van spanbanden

Vaste lading, zoals een minigraver, moet altijd goed worden vastgezet op een aanhangwagen of oprijwagen. Goed zekeren betekent dat de lading bij een noodstop of bij plotseling uitwijken niet kan verschuiven. Ook losse graafbakken moeten altijd worden gezekerd. Zet spanmiddelen altijd vast aan de sjorogen van de machine en aan de sjorogen van de laadvloer.

ALLE TOOLBOXEN ZIJN OOK DIGITAAL TE GEBRUIKEN VIA DE VEILIG VAKWERK-DIENST. GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR WWW.VEILIGVAKWERK.NL 52

GRONDIG 6 2020


TOOLBOX - ONDERNEMEN MET CUMELA

DIRECT SJORREN LC-WAARDE Bij het direct sjorren is de LC-waarde van belang en moet je daar naar kijken. De LC-waarde bepaalt de maximale breeksterkte van de spanband.

ONDERGROND Hoeveel spanbanden je nodig hebt hangt af van het gewicht van de lading en van de stroefheid van de laadvloer. Met een stroeve laadvloer heb je veel minder spanbanden nodig. Het gebruik van antislipmatten is daarom nodig voor een efficiënte ladingzekering. Op een gladde laadvloer (metaal of glad door modder) heb je anders 10 keer meer spanbanden nodig.

SPANBANDEN OF -KETTINGEN Voor het zekeren van lading worden spanmiddelen (spanbanden of spankettingen) gebruikt. Er zijn twee belangrijke principes voor ladingzekering:

Een vuistregel is dat je bij gebruik van antislipmatten en spanbanden met een STF-waarde van 250 daN, er één spanband per 1000 kg ladinggewicht nodig is. Weegt je minigraver 2500 kg, dan heb je afgerond 3 spanbanden met een STF van 250 daN nodig.

AANDACHTSPUNTEN 1. k rachtsluitende ladingzekering: de lading wordt door een sjormiddel (spanband) met kracht op de laadvloer gedrukt (neersjorren van de lading). Door de grotere wrijvingskracht van de lading op de laadvloer kan de lading niet meer verschuiven.

2. v ormsluitende ladingzekering: de lading wordt opgesloten zodat deze niet meer kan bewegen. Dit kan door rondom (vierkant of diagonaal) met vier spanbanden of spankettingen de lading vast te zetten (direct sjorren van de lading). De lading tegen het kopschot plaatsen is ook vormsluitende ladingzekering.

- Zorg voor een schone en stroeve laadvloer. - Gebruik altijd antislipmatten. - Zet lading tegen het kopschot als het kan. - Gebruik bij neersjorren altijd minimaal twee spanbanden. - Gebruik altijd een spanelement zoals een ratelspanner. - Zet de spanmiddelen vast aan de sjorogen van de laadvloer. - Let er op dat spanbanden niet beschadigd of ingescheurd zijn. - Gebruik spanband nooit als hijsmiddel.

Spanbanden moeten altijd zijn voorzien van een label met allerlei informatie. Belangrijk is het dat spanbanden voldoen aan de norm EN 12195-2 en die staat op het label. De belangrijkste gegevens op de labels zijn de waardes met de maximale belasting van de spanband.

NEERSJORREN EN STF-WAARDE Bij een spanband die wordt gebruikt voor neersjorren is het belangrijk om te kijken naar de STF-waarde. Deze waarde geeft aan wat de maximale neerwaartse kracht is die er met de spanband kan worden uitgeoefend op de lading. De waarden van de krachten staan vermeld in daN (decanewton). Dit klinkt ingewikkelder dan het is, want 1 daN komt ongeveer overeen met één kilogram. Staat op het label van de sjorband STF 320 daN, dan kan er dus een neerwaartse kracht van maximaal 320 kilo worden uitgeoefend op de lading. Een kracht die alleen gehaald kan worden bij het gebruik van een spanratel. GRONDIG 6 2020

53


ONDERNEMEN MET CUMELA - BEDRIJFSOVERNAME

Nieuwe bezems vegen schoon, toch? BEDRIJFSOVERDRACHT, AAN DE SLAG

Wat verandert er in de praktijk van alledag als de overname juridisch is geregeld? Als het goed is, denk je vanaf de eerste stappen in het proces van bedrijfsoverdracht al na over deze onderwerpen, die we in deze tekst zullen benoemen. Nu worden ze in de praktijk actueel.

DE TIPS • Z org voor draagvlak voor een eventuele nieuwe verdeling van taken.

• Z et een praktisch haalbare overlegstructuur op en benoem iemand om de voortgang te bewaken.

• N eem de tijd voor een zorgvuldige vastlegging van de regels voor besluitvorming en laat een deskundige meedenken.

• B egin op tijd met voorbereidingen voor externe publicatie en laat teksten door een ander lezen, om zeker te zijn dat de boodschap overkomt zoals die is bedoeld.

Een nieuwe ondernemer die het op zijn manier gaat doen of een zoon of dochter die nu samen met senior eigenaar is. Er komen veranderingen in de organisatie, die tot onzekerheid of onduidelijkheid kunnen leiden bij medewerkers, leidinggevenden, mede-eigenaren, leveranciers en klanten. Het is daarom belangrijk om een aantal zaken goed door te spreken, vast te leggen en te communiceren met andere belanghebbenden.

TAAKVERDELING Als senior minder gaat werken of misschien wel helemaal stopt, ontstaat er een gat dat moet worden ingevuld. Junior neemt taken van senior over, maar wie neemt er taken van junior over? En welke taken zijn dat dan? Het komt regelmatig voor dat junior andere kwaliteiten in huis heeft dan senior. Een heroriëntatie op de uit te voeren taken is in deze situatie nodig. Vaak gebeurt dit te laat. Dan zijn er al diverse misverstanden geweest en junior raakt overbelast of senior neemt maar geen afstand. Vragen die dan gaan spelen zijn: wie maakt de afspraken met de klant, wie stuurt de medewerkers aan, wie bewaakt de facturering en incasso, wie onderhoudt contacten met leveranciers en wie verdiept zich in het personeelsmanagement? In het verleden heeft senior alle touwtjes in handen gehad en voelt zich daardoor verantwoordelijk. Als deze verdeling anders wordt, moeten betrokkenen goed afspreken wie welke taken verzorgt. Wil en kan senior dit loslaten? Het is verstandig om de nieuwe situatie ook vast te leggen. Dat maakt communicatie naar andere belanghebbenden gemakkelijk en het biedt de mogelijkheid om bij twijfelgevallen nog eens terug te kijken.

OVERLEG- EN COMMUNICATIESTRUCTUUR Het zou wel heel bijzonder zijn als alle puzzelstuk-

54

GRONDIG 6 2020

jes van de bedrijfsoverdracht in één keer op hun plek zouden vallen. Bovendien verandert de wereld om ons heen. Niet alle verwachtingen komen uit. Dit vraagt soms om bijsturing of op zijn minst nadenken daarover. Met meerdere mensen een bedrijf runnen, vraagt om periodiek overleg en gestructureerde communicatie. Dat wordt nog belangrijker bij een ingrijpende operatie als een bedrijfsoverdracht. Het is belangrijk te weten wie welke informatie nodig heeft om zijn of haar werk te kunnen doen en hoe dat op de meest effectieve manier kan worden geregeld. Natuurlijk kan veel informatie worden overgedragen met behulp van geautomatiseerde processen. Daarnaast is afstemming nodig om tot de juiste besluiten te komen. Vader en zoon hebben niet altijd dezelfde inzichten of waarneming. Dat is niet erg en komt in alle bedrijven voor. Het maakt het wel noodzakelijk om tijd te nemen voor het uitwisselen van die inzichten en waarnemingen. Door op vaste momenten en volgens een vaste agenda alle relevante onderwerpen te bespreken, voorkom je misverstanden, tegenstrijdige opdrachten en onrust in het bedrijf. Bovendien blijkt gestructureerd overleg veel minder tijd te kosten dan voortdurend tussen de bedrijven door moeten overleggen. Bespreek ook met elkaar wie er verantwoordelijk is voor het inplannen van de overleggen, wie voorzitter is en wie de actielijst opstelt. Het klinkt misschien wat overdreven, maar ook voor de overlegstructuur is het goed om die vast te leggen. Het geeft houvast voor alle betrokkenen. De stijl van leiding geven is een ander onderwerp. De kans is groot dat de opvolger een andere leiderschapsstijl heeft dan senior. Medewerkers zullen daaraan moeten wennen en kunnen daar verschillend op reageren. Het is belangrijk dat de


BEDRIJFSOVERNAME - ONDERNEMEN MET CUMELA

nieuwe leider zich daarop voorbereidt en zich verdiept in de verschillende medewerkers.

BESLUITVORMING

WIJ ZIJN GEEN VERGADERTIJGERS, MAAR HET IS NODIG Op 1 januari 2017 ging de dagelijkse leiding van het Noord-Limburgse Hendrix & Smits BV over in de handen van Fred en Annet Hendrix (zoon en dochter van Cor Hendrix), Martijn Roelofs (schoonzoon van Cor Hendrix) en Niek Hendrix (zoon van Math Hendrix). Cor en Math hadden tot dan toe de leiding. Extra uitdagend was het omdat het om een grote groep ging. Er zijn externe deskundigen ingeschakeld om het proces van de bedrijfsoverdracht te begeleiden. “Wij moesten leren om als team van eigenaren van dit bedrijf samen te werken”, zegt Martijn. “Gelukkig hebben we alle vier ons eigen werk en vullen we elkaar goed aan”, vertelt Annet. Gemiddeld een keer per week komen ze bij elkaar om de gang van zaken te bespreken. “We zijn geen vergadertijgers, maar het is nodig, anders werk je langs elkaar heen”, zegt Niek.

TIPS DIE DE FAMILIE MEEGEEFT: Begin op tijd en schakel externe hulp in om dit proces te begeleiden, geef de opvolgers al taken als bekend is dat er een overname komt en laat dan al bepaalde ‘touwtjes’ los. Betrek de vorige generatie na de overname evengoed bij gesprekken in het bedrijf en laat die langzaam ‘afschakelen’.

Na de overdracht komt de besluitvorming vermoedelijk op een andere manier tot stand. Er zijn meer of andere personen bij betrokken. Dit vraagt om duidelijkheid. Wie mag welke uitgaven zelfstandig doen en welke uitgaven vragen instemming van alle eigenaren? Soms worden bevoegdheden toegekend per afdeling waarvoor iemand verantwoordelijk is. Soms wordt er een maximumbedrag afgesproken. Mag een monteur beslissen over grote revisies of moet hij daarvoor eerst met de directeur overleggen? Mag junior medewerkers aannemen of ontslaan of moet hij dat eerst overleggen met senior? Het is goed om de rechten en plichten op dit vlak vast te leggen. Dat kan in een directiereglement, maar ook de statuten van een besloten vennootschap, een VOF-akte of een eigenaarsplan kunnen daarvoor dienen. Maak daarbij niet de vergissing om te kiezen voor een standaarddocument dat klakkeloos wordt overgenomen. Zoals elk bedrijf uniek is, moet ook dit document maatwerk zijn.

INFORMEREN BELANGHEBBENDEN Zoals al eerder opgemerkt, verandert er nogal wat bij een bedrijfsoverdracht. Veel zaken zijn al besproken door direct betrokkenen. Veel anderen, zoals de medewerkers, hebben dat echter niet meegekregen. Daarom is het belangrijk aan hen kenbaar te maken welke kant je opgaat, wat er verandert, wat er niet verandert en wat je van hen verwacht. Het is goed om dat te doen zodra de overdracht definitief is, maar ook daarna is het goed om informatie te blijven delen. Niet alle informatie wordt immers meteen opgeslagen. Ook is het goed om extern betrokkenen te informeren. Hoe beter iedereen op de hoogte is, hoe minder strubbelingen er met de overdracht gepaard gaan. Een duidelijk bericht voorkomt dat mensen een eigen invulling gaan geven aan de nieuwe situatie. Maak een lijst met belanghebbenden en neem de tijd voor een zorgvuldige en duidelijke tekst.

Tekst: Ad Karelse en Dieuwer Heins, adviseurs bedrijfsoverdracht

GRONDIG 6 2020

55


ONDERNEMEN MET CUMELA - WATERSTOF

Waterstof als energiedrager Tekst: André de Swart, adviseur bedrijfskundige zaken bij Cumela Advies

HOE ZIT HET MET DE FINANCIËLE HAALBAARHEID?

Waterstof is nu nog een kostbare brandstof dankzij kostbare machines die nog nauwelijks beschikbaar zijn. Het is dus moeilijk om een toekomstig kostenplaatje te schetsen. Duidelijk is wel dat het nu zeker twee keer zo duur is als diesel. De beschikbaarheid van waterstof in de regio is een belangrijke factor bij het mogelijk overschakelen. Veel ondernemers voelen nu de verplichting om zelf waterstof te gaan maken. Dit kan een kip-en-ei-situatie worden. Als je investeert in één of twee machines is een eigen waterstofstation bedrijfseconomisch niet interessant. Dat eigen station is pas interessant bij voldoende omvang. Een tijdelijke oplossing is het aanvoeren van waterstof via mobiele containers. Momenteel kosten een container én een vulpunt op het bedrijf nog meer dan € 100.000,-.

‘DE KOSTPRIJS IS NU VIJFTIG PROCENT HOGER DAN BIJ EEN GEWONE MACHINE’

Om zelf waterstof te maken, is het verstandig om de regionale behoefte te inventariseren. Daarbij moet de ontstane warmte in de regio kunnen worden afgezet (binnen één kilometer). Naast het waterstof ontstaat er zuurstof en ook hiervoor is afzet nodig. Bij een productie van 500 kilogram waterstof per dag is een exploitatie neutraal. De kosten voor waterstof bedragen momenteel € 15,- per kilogram. Met een verbruik van 1,25 kilo per 100 kilometer voor een personenauto is dit ongeveer € 0,18 per kilometer. De kosten voor traditionele brandstof bedragen ongeveer € 0,07 per kilometer. Vrachtwagens rijden vijftien kilometer op een kilogram waterstof, wat neerkomt op € 1,- per kilometer. De kosten voor traditionele diesel zijn € 0,35 per kilometer.

BRANDSTOFCEL Waterstof is toepasbaar in sommige zuigermo-

56

GRONDIG 6 2020

toren (zoals die van Deutz en New Holland). Een andere optie is om te werken met een brandstofcel die de waterstof omzet in elektriciteit in combinatie met een accu voor piekvermogens. Deze brandstofcel kost momenteel nog ruim € 100.000,-. In combinatie met een tank, batterij en software kom je uit op een extra kostenpost van ongeveer € 200.000,- Voordeel is vaak wel dat een traditioneel vermogen van meer dan 100 kW kan worden vervangen door een brandstofcel met 45 kW of minder. De kostprijs komt ongeveer vijftig procent hoger uit dan bij een traditionele machine.

BIJEENKOMST IN SEPTEMBER Cumela wil in september een bijeenkomst organiseren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van waterstof. We horen dan graag de mening van ondernemers over waterstof en hun zienswijze op de rol van waterstof in onze sector. Als organisatie kunnen we ons dan focussen op de wensen uit de praktijk. Wie belangstelling heeft, kan zich melden bij adswart@cumela.nl onder vermelding van ‘Waterstof’.

Waterstof is duurder dan diesel en is dan ook alleen haalbaar voor toepassingen waarvoor zero emissie wordt geëist (in de stad) of extra wordt beloond. De huidige vergoedingen wegen niet op tegen de extra kosten. Hierbij roepen we de uitvragers op om zero-emissieprojecten hiervoor gericht te belonen of milieukostenindicatoren zwaarder te laten wegen, waardoor ondernemers in staat zijn om de extra kosten terug te verdienen.


COACHING - ONDERNEMEN MET CUMELA

Ga het gesprek aan GOEDE COMMUNICATIE IS BELANGRIJK

Praten is in onze sector niet altijd normaal, vooral als het over gevoelens of lastige situaties gaat. We werken liever hard door en schelden een keer op onszelf of op elkaar. Morgen is alles weer beter. Toch is het goed om soms juist wel het gesprek aan te gaan. Waarom, dat lees je hier. vragen hoe hij er daadwerkelijk over denkt of zou vragen waarom hij doet wat hij doet, krijg je misschien wel een heel ander antwoord dan je zelf had gedacht. Daar komt nog bovenop dat iedereen het met een eigen bril bekijkt. De één vindt actie belangrijk, de ander details. Jij vindt het misschien belangrijk om het eerst over koetjes en kalfjes te hebben, terwijl de ander liever direct naar de boodschap gaat. Ieder heeft hierin zijn eigen stijl en gedrag. Elkaar leren kennen, niet invullen voor een ander, maar vragen hoe de ander er tegenaan kijkt, kan helpen om problemen op te lossen.

HOOFDGEDRAGSSTIJLEN “Ik ben niet zo’n prater. Nooit echt geweest. Laten we maar gewoon doorwerken, morgen weer een dag. Hoe ik dan omga met lastige situaties? Ach, soms mopper ik een keer of krijgt mijn vrouw het te horen. Dat lucht dan altijd wel op. Sommige jongens leren het nooit, het zit er gewoon niet in. Ze doen dit al jaren zo, dus ik moet het maar accepteren.” Je ziet dan de rode wangen en het ongemak. Praten is in onze sector niet altijd normaal. Vaak wordt gezegd dat morgen alles weer beter is. Soms is dit inderdaad prima; je moet niet van elke mug een olifant maken. Vaak is het echter toch belangrijk om er juist wel over te praten. Omdat dit oplucht, begrip creëert en ervoor zorgt dat je Niet Invult Voor Een Ander: NIVEA.

EIGEN STIJL EN GEDRAG NIVEA gebruiken wij als adviseurs ook veel in onze coaching. Bedenk maar eens hoe vaak je invult voor een ander: ‘hij zal wel dit denken’ en ‘zij zal wel zo reageren’. Terwijl er helemaal niets is gezegd of gedaan, ga je toch vooraf je gedachten en boodschap al aanpassen of denk je al te weten wat de ander zal gaan doen. Als je zou

Ieder mens verschilt en vertoont ander gedrag. De één is een geboren leider en neemt het liefst direct een besluit. De ander is terughoudend en slaapt er liever een nachtje over voordat hij een beslissing neemt. Er zijn vier hoofdgedragsstijlen die bij ieder mens in bepaalde mate voorkomen: dominant, invloed, stabiliteit en conformisme. Ons gedrag dat we de ander laten zien, is een mengeling van deze vier stijlen. Cumela Advies heeft twee adviseurs die gecertificeerd zijn om de gedragstest af te nemen en mensen of teams te coachen om beter met elkaar te leren communiceren of beter samen te werken met de DISC-methode. DISC kan je helpen om: nog beter te communiceren met anderen, zoals klanten en collega’s; beter in te spelen op de gedragsstijl van anderen, waardoor de communicatie prettiger en effectiever verloopt; het begrip te vergroten in anderen die verder van je af staan; conflicten te voorkomen of op te lossen

• • •

Tekst & foto’s: Lajos Bax, adviseur familiebedrijven

Meer weten over DISC? Bel de Cumela Ondernemerslijn via (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar ondernemerslijn@cumela.nl. GRONDIG 6 2020

57


ONDERNEMEN MET CUMELA - EERLIJKE MESTKETEN

Hoe staat het met de eerlijke mestketen?

KEURMEST EN DIGITALE MESTKETEN

Eind 2017 publiceerden LTO, POV, Cumela, TLN en Rabobank het plan van aanpak ‘Samen werken in een eerlijke keten’. We zijn nu tweeënhalf jaar verder. Hoe staat het met de grote voornemens uit dat plan? Van de twaalf acties die in het plan stonden, zijn de meeste binnen de eerste twee jaar uitgevoerd. Er zijn twee acties die meer inspanningen en voorbereiding vragen. Het gaat dan om het opzetten van een ketencertificering voor de hele mestketen en het vergaand digitaliseren en automatiseren van de mestketen. Op dit moment zijn dat twee parallel uitgevoerde projecten: KeurMest en Digitale Mestketen.

geïnventariseerd, uitgewerkt en zijn daarna nogmaals besproken. Dit om te kijken of de ze ook echt hout snijden en uitvoerbaar zijn en om inzichtelijk te maken welke informatie dan nodig is voor de controle op de eisen.

‘ER IS GROTE BEHOEFTE AAN DIGITALISERING EN EEN DATABASE’

KEURMEST In 2018 en 2019 is in een achttal werkgroepen van ondernemers gesproken over de eisen die je in het kader van KeurMest zou moeten stellen aan schakels in de mestketen. Die eisen werden

58

GRONDIG 6 2020

Medio vorig jaar zijn de concepteisen gepubliceerd en daarop zijn een groot aantal constructieve reacties gekomen. Dit voorjaar zijn in het kader van de voorstudie voor de digitalisering van


EERLIJKE MESTKETEN - ONDERNEMEN MET CUMELA

de mestketen ook proefaudits gehouden. Ook die hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd over het wel of niet nuttig en controleerbaar zijn van verschillende eisen. Al snel tijdens het uitschrijven van de eisen kwamen we tot de conclusie dat voor een goede controle veel gegevens van de mesttransporten (maar ook van de voer- en kunstmestleveringen) nodig zijn. Als een auditor van een certificerende instantie deze gegevens allemaal op het bedrijf bij elkaar moet zoeken, is hij heel lang bezig, worden de kosten heel hoog en is het maar de vraag of er voldoende inzicht ontstaat. Naast de eisen voor certificering is daarom ook grote behoefte aan een database waarin al deze gegevens al bij elkaar zitten en waarin ook de rekenregels zitten om te controleren of een bedrijf aan de eisen voldoet. De uitontwikkeling van KeurMest is daardoor op een wat lager pitje komen te staan, omdat eerst de beschikbaarheid van de digitale gegevens moest worden georganiseerd. In de komende periode moeten alle reacties en leerervaringen van de proefaudits worden omgezet naar aanpassing van de eisen. Ook zal er worden gewerkt aan het opzetten van een opleidingsprogramma voor de auditoren van de certificerende instanties en een strategie voor de invoering van KeurMest.

DIGITALE MESTKETEN Afgelopen najaar zijn we vanuit de eerlijke mestketen in een samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, RVO en NVWA gestart met het maken van een voorstudie voor de Digitale Mestketen. In deze voorstudie zijn plannen van het ministerie voor het realtime en digitale VDM (rVDM) gelegd naast de ideeën van de sectoren zelf over digitalisering en naast de eisen van KeurMest. In de voorstudie wordt de conclusie getrokken dat het opzetten van een private sectordatabase ter ondersteuning van KeurMest en om het rVDM te faciliteren de beste optie is. Op basis van de voorstudie worden sinds dit voorjaar stappen gezet om de Digitale Mestketen ook organisatorisch op poten te zetten. Hiervoor wordt een bedrijf opgezet met de naam AgriData Warehouse. Dit is een volstrekt onafhankelijk bedrijf dat de gegevens rond de mesttransporten gaat verzamelen en dat gaat fungeren als een gebruiksvriendelijke schil rond het rVDM. De bedoeling is dat de data van de mesttransporten via dit bedrijf naar de NVWA worden gezonden en dat de terugkoppeling van de NVWA op deze

Bekijk de animatie over het RVDM via cumela.nl/nieuws/nieuws/einde-aan-de-mestbon.

data aan de leverancier van de data ook weer via dit bedrijf gebeurt. AgriData Warehouse gaat ook controles uitvoeren op de data, zodat er geen foute gegevens bij de NVWA worden aangeleverd. Deze en andere controles kunnen daarnaast ook worden gebruikt voor de controles van KeurMest. Te allen tijde blijft de leverancier van de data eigenaar van zijn data en het bedrijf kan alleen iets met die data doen als het daarvoor door de leverancier van de data is gemachtigd. Voor de verdere ontwikkeling van de Digitale Mestketen moet nog heel erg veel werk worden verzet. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe het rVDM precies wordt ingevoerd. Dat heeft gevolgen voor het project, omdat je pas kunt automatiseren als je precies weet wat het systeem moet kunnen. We hebben wel de ambitie om de Digitale Mestketen zo gebruikersvriendelijk mogelijk te maken, waarbij de ondernemer niet alleen de wettelijke informatie levert en terugkrijgt, maar ook andere informatie waaraan hij voor zijn bedrijfsvoering wat heeft. Bovendien helpen de automatische controles ook om fouten te voorkomen en vroegtijdig te signaleren als bedrijven over de schreef dreigen te gaan.

‘AGRIDATA WAREHOUSE GAAT OOK CONTROLES UITVOEREN OP DE DATA’

DRAAGVLAK Er is de afgelopen jaren enorm veel werk verzet om de inhoud van KeurMest en de Digitale Mestketen te vormen. Dat deel van het werk is ook nog niet afgerond. Verder is hard gewerkt aan het verwerven van draagvlak, zowel binnen de sectoren als bij de grote leveranciers en afnemers van de plantaardige en dierlijke ketenpartijen. Dat draagvlak is er en dat wordt ook duidelijk uit de film ‘Draagvlak voor verantwoord mesttransport’ en het artikel ‘Einde aan de mestbon’ op onze website.

Tekst: Hans Verkerk, beleidsmedewerker meststoffendistributie Foto: Cumela Communicatie

GRONDIG 6 2020

59


ONDERNEMEN MET CUMELA -GRONDROEREN

Voorkom discussies achteraf

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ GRONDROEREN

Bestudeer als zorgvuldig grondroerder vooraf wat de toepasselijke voorwaarden voor het veilig werken in de grond zijn, zodat je hierover gerichter met de opdrachtgever in gesprek kunt gaan. Die opdrachtgever hanteert namelijk een steeds concretere en zorgvuldiger uitwerking van zijn verantwoordelijkheden. Op deze manier voorkom je discussies achteraf. onduidelijk zijn. Ga uit van het principe ‘eerst vragen, dan klagen’. Ontstaan er toch vragen na aanvang van het werk? Bereid je dan goed voor en ga in overleg met de opdrachtgever. Roep hulp in als het nodig is, bijvoorbeeld via brancheorganisatie Cumela.

‘MAAK GEBRUIK VAN BESTAANDE REGELINGEN VOOR EEN EERLIJKE VERDELING VAN RISICO’S, KOSTEN EN AANSPRAKELIJKHEDEN!’ WAT IS BELANGRIJK?

Ook opdrachtgevers moeten op een zorgvuldige manier en in lijn met de CROW 500 opdrachten uitzetten. Je mag en kunt hen daaraan houden. Wat dat betreft is de (graaf)keten zo sterk als de zwakste schakel!

Alles begint bij het doornemen van het bestek, de bijbehorende nota van inlichtingen en de voor het werk geldende voorwaarden. Die vormen immers de basis van je overeenkomst met de opdrachtgever en daardoor ook een verdeling van taken, verantwoordelijkheden en rechten. Naast bepalingen over zorgvuldig grondroeren is het belangrijk om ook aandacht te hebben voor bepalingen rondom aansprakelijkheid en verzekeringen. Zijn er zaken onduidelijk? Mis je iets? Wil je iets aangepast hebben? Stel je vragen in de nota van inlichtingen, want dit versterkt jouw positie op een later moment wanneer zaken uit het bestek

60

GRONDIG 6 2020

Je kunt nagaan of de CROW 500 van toepassing is verklaard en ook juist is uitgewerkt. Daarin worden immers de verantwoordelijkheden onder beide partijen verdeeld. De opdrachtgever moet de opdracht dan ook conform deze richtlijn uitzetten. Draagt elke partij de kosten en de risico’s (ook op schade) die hierbij horen? Is geregeld wat er wordt gedaan in onverwachte situaties en hoe de kosten hiervan worden verdeeld? Dit kun je uit het bestek halen. Ook is het goed om na te gaan in welke projectfase (conform CROW 500) jij in beeld komt. Elke fase brengt eigen verantwoordelijkheden met zich mee. Zo mag je van jouw opdrachtgever bij het uitbrengen van een bestek verwachten dat de volgende zaken aanwezig zijn: een maatregelenplan met per grondroeractiviteit de beheersmaatregel, gelokaliseerde kabels en leidingen die zijn weergegeven in een kabel- en leidingtekening en een overzicht van afspraken met netbeheerders, voor zover van toepassing. Er moeten tijd, middelen en geld beschikbaar zijn om op een zorgvuldige manier te werken!


GRONDROEREN - ONDERNEMEN MET CUMELA

Het is belangrijk om de opdrachtgever er op te wijzen dat hij moet zorgen voor een overzicht van de ligging van kabels en leidingen.

Een ander aandachtspunt is of het zorgvuldig grondroeren uit de concurrentiesfeer is gehaald, bijvoorbeeld door in bestekken stelposten of eenheidsprijzen daarvoor op te nemen. Dan blijft natuurlijk de vraag of deze tarieven redelijk zijn en de kosten afdoende dekken. In de praktijk valt dit nogal eens tegen. Als ook op het zorgvuldig grondroeren moet worden ingeschreven, dient de opdrachtgever ten minste alle informatie te hebben verschaft om dit goed te kunnen doen. Bovendien dienen er afspraken te worden gemaakt als er onverwachte tegenvallers zijn.

AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN Let voor wat betreft de bepalingen rondom aansprakelijkheid en verzekeringen op: • vrijwarings- en exoneratiebedingen, waarmee de aansprakelijkheid naar jou wordt verschoven en dat is lang niet zo vanzelfsprekend en logisch als opdrachtgevers het vaak presenteren; • eisen aan jouw verzekeringen: zijn deze redelijk en mag van de opdrachtgever ook nog iets worden verwacht, bijvoorbeeld in het kader van een CAR-verzekering? Voldoen jouw verzekeringen wel aan de gestelde eisen? En wil je jouw opdrachtgever en anderen wel laten ‘meeliften’ op jouw verzekeringen door hen hierop mee te verzekeren als daarom wordt gevraagd?

‘ER MOETEN TIJD, MIDDELEN EN GELD BESCHIKBAAR ZIJN OM OP EEN ZORGVULDIGE MANIER TE WERKEN!’ • het

verschuiven van verantwoordelijkheden op grond van wetgeving en CROW 500 naar jou,

terwijl dit wettelijk gezien helemaal niet mag en/ of gezien de omstandigheden niet mogelijk is. Als je op regie werkt, hoef je natuurlijk de Klic-melding niet te doen en mogen je mensen in beginsel vertrouwen op de instructies van de uitvoerder van je opdrachtgever.

HOE ZOU HET MOETEN GAAN? We zien vaak dezelfde problemen ontstaan, omdat de opdrachtgever zich niet of onvoldoende heeft voorbereid of zich niet bewust is van zijn verantwoordelijkheden in het voortraject. Schades worden veroorzaakt door het ontbreken van voldoende kennis over zorgvuldig grondroeren bij de opdrachtgever en/of de opdrachtnemer. Ook worden onvoldoende tijd, middelen en geld beschikbaar gesteld om zorgvuldig grondroeren door alle partijen mogelijk te maken.

EEN TIP Streef zoveel mogelijk naar bestekposten met resultaatsbeschrijvingen. Spreek anders duidelijk af onder welke post(en) de kosten worden opgenomen. Kies daarbij eerder voor personeelsuren dan voor een geldbedrag, want dat is eenvoudig(er) aan te tonen als er sprake is van overschrijding. Door dit vooraf te bespreken, voorkom je discussies achteraf.

Verder zijn opdrachtnemers nog steeds bereid problemen over te nemen, al dan niet onder druk van de tijd, de omstandigheden of de opdrachtgever, en daarbij ook de bijbehorende risico’s over te nemen. Hierdoor ontduikt de opdrachtgever zijn verantwoordelijkheden en komen schades lang niet altijd op de juiste plek terecht. Moraal van het verhaal: wees alert, kom op voor je eigen belangen en maak gebruik van bestaande regelingen voor een eerlijke verdeling van risico’s, kosten en aansprakelijkheden! Alleen door anderen aan te spreken en tijdig in gesprek te gaan, kunnen graafschades worden voorkomen. En dat is de doelstelling van alle partijen in de graafketen, zo is onder meer vastgelegd in de CROW 50. Lees op onze website Cumela.nl meer over de specifieke bepalingen over zorgvuldig grondroeren in de aanbestedingsfase.

Tekst en foto’s: Herman Arissen, Cumela Verzekeringen

GRONDIG 6 2020

61


ONDERNEMEN MET CUMELA - PFAS-NORMEN

Lucht voor grondtransport

PFAS-NORMEN ZIJN VERRUIMD

Op 1 juli stuurde staatssecretaris Van Veldhoven de Tweede Kamer een brief over een tussentijdse verruiming van het tijdelijk handelingskader PFAS, die moet resulteren in meer ruimte voor de toepassing van grond onder het oppervlaktewater. Dit is mede het resultaat van de intensieve lobby door Cumela en een aantal collega-organisaties. Het RIVM en Deltares zijn de afgelopen maanden bezig geweest met een aantal onderzoeken naar de effecten van PFAS in grond en baggerspecie. Omdat PFAS een niet-genormeerde stof is, hanteerde de overheid een heel strenge interpretatie van het voorzorgbeginsel. Dat leidde ertoe dat wanneer PFAS meetbaar in een partij grond zat, die partij niet meer mocht worden toegepast. Het resultaat is bekend: een algehele stagnatie van het grondverzet in Nederland, want overal bleek PFAS meetbaar aanwezig te zijn. Daarop is in november 2019 via een snelle inventarisatie een landelijke achtergrondwaarde bepaald (0,8 microgram per kilo droge stof voor PFAS en 0,9 microgram voor PFOS). Nu heeft het RIVM na een betrouwbare nieuwe bepaling de normen bepaald op 1,4 microgram per kilo droge stof voor PFOS en overige PFAS en 1,9 microgram voor PFOA. Dit zijn de definitieve achtergrondwaarden voor PFAS op landbodems.

‘TOTDAT HET DEFINITIEVE HANDELINGSKADER KLAAR IS, HEBBEN WE NOG EEN AANTAL UITDAGINGEN’

GROND EN BAGGERSPECIE Nu er geen verschil meer is in uitloging worden grond en baggerspecie volgens de volgende waarden geaccepteerd in toepassingen onder oppervlaktewater en diepe plassen: • V oor rijkswateren of diepe plassen die hiermee in verbinding staan PFAS 0,8 microgram per kilo droge stof en PFOS 3,7 microgram. • V oor niet-rijkswateren of geïsoleerde diepe plassen PFAS 0,8 microgram per kilo droge stof en PFOS 1,1 microgram.

• D iepe plassen waar verontdieping nog niet is

gestart, zullen door het lokale bevoegde gezag eerst moeten worden beoordeeld om te bepalen of verontdieping kan plaatsvinden. V oor baggerspecie die in hetzelfde oppervlaktewater of stroomgebied blijft, verandert de regeling niet. Deze was en is altijd toepasbaar.

Voor alle toepassingen (dus op landbodem en onder oppervlaktewater) geldt overigens dat de toepassingswaarden voor overige PFAS moeten worden getoetst per stof (dus niet gesommeerd). PFOS en PFOA worden getoetst aan de hand van de sommatie van de concentraties lineair en vertakt.

BETROUWBAARHEID In het eerste tijdelijk handelingskader van 8 juli 2019 zorgde de onbekendheid over uitloging van PFAS uit grond in water dat grond boven de 0,1 microgram per kilo droge stof niet onder oppervlaktewater mocht worden toegepast. Eén van de belangrijkste onderzoeken door het RIVM was of grond en baggerspecie zich anders gedragen in water. Daaruit blijkt dat er geen verschil bestaat in uitloging tussen grond en baggerspecie in waterbodems.

62

GRONDIG 6 2020

Nadat het tijdelijk handelingskader in 2019 was ingevoerd, was er veel te doen over de nauwkeurigheid van de analyses. Daarop heeft onderzoeksinstituut WEPAL een ringonderzoek uitgevoerd bij tien laboratoria om vast te stellen of de meetnauwkeurigheid betrouwbaar genoeg is en de onderlinge afwijkingen tussen de labs niet te groot zijn. De uitkomst van dat onderzoek was dat de onderzochte labs een acceptabele en gelijkwaardige nauwkeurigheid rond de toepassings-


CAO & Z0 - ONDERNEMEN MET CUMELA

‘HET TIJDELIJK HANDELINGSKADER ZORGDE VOOR EEN ALGEHELE STAGNATIE VAN HET GRONDVERZET IN NEDERLAND’

Al jaren wordt er gesproken over een nieuw pensioenstelsel. Dat is best wel bijzonder, want het Nederlandse pensioenstelsel wordt door veel andere landen met jaloerse blikken bekeken en geldt als het beste stelsel ter wereld. Nu zijn de onderhandelaars het, na tien jaar praten, eens op hoofdlijnen. Het pensioenakkoord dateert van juni 2019. De gesprekken over de uitwerking hadden eind mei een resultaat moeten opleveren. Dat werd half juni. Wat is het probleem?

limiet van 0,8 microgram per kilo droge stof hadden. Wat wel naar voren kwam, was dat de afwijking rond de detectielimiet van 0,1 microgram groot was. Dat probleem is met de nieuwe normen grotendeels opgelost.

Op dit moment werken de pensioenfondsen volgens het principe ‘u krijgt 70 procent van uw gemiddeld verdiende loon als pensioen’. Die belofte heeft jarenlang dienst gedaan, maar is de afgelopen vier jaar onder vuur gekomen door de extreem lage rente. Die lage rente maakt namelijk dat een pensioenfonds nu meer in kas moet hebben voor een uitkering over veertig jaar dan wanneer de rente vier procent zou zijn. Een voorbeeld: om in 2040 € 1000,- te kunnen uitkeren, is in 2020 bij een rente van nul procent € 1000,- nodig. Is die rente vier procent, dan heb je in 2020 maar € 456,- nodig.

Het herziene tijdelijk handelingskader is inmiddels ingegaan na de melding aan de Tweede Kamer. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft bestuurlijke afspraken gemaakt met de regionale overheden om deze tijdelijke normen over te nemen. In december wordt het concept voor het definitieve handelingskader. Deze laatste aanpassingen zullen dan in het voorjaar van 2021 worden opgenomen in de regeling Bodemkwaliteit en daarmee worden de PFAS genormeerde stoffen, net als andere schadelijke stoffen.

MEER OP WEBSITE

‘HET NIEUWE STELSEL STELT DE PENSIOENPREMIE CENTRAAL’

Dit artikel staat ook op de website van Cumela. Daarin is ook een uitgebreide tabel opgenomen met de normen die gelden bij de verschillende toepassingen van grond en bagger op land of onder water.

AANTAL UITDAGINGEN Totdat het definitieve handelingskader klaar is, hebben we nog een aantal uitdagingen. Zo wordt nog onderzocht wat het effect is van accumulatie (ophoping) van PFAS in organismen en wat daarvan de gezondheids- en ecologische risico’s zijn. Ook de mobiliteit naar het grondwater is nog in onderzoek en er komt ook nog een landelijk onderzoek naar verontreinigde locaties. Op basis van alle onderzoeken zal in het definitieve handelingskader een verschil in toepassingsnormen voor landbouw/ natuur, wonen en industrie worden gemaakt. Ook de reiniging van PFAS-houdende grond is nog niet opgestart. Cumela blijft nauw betrokken bij dit dossier en ziet toe op een praktisch werkbaar definitief handelingskader.

PENSIOEN UITKERING MINDER ZEKER

Tekst: Gerben Zijlstra, beleidsmedewerker Bodem Foto: Cumela Communicatie

Waar er in het huidige stelsel sprake is van een garantie die mogelijk door omstandigheden moet worden bijgesteld, stelt het nieuwe stelsel niet de pensioenuitkering, maar de pensioenpremie centraal. Je weet dus niet van tevoren hoeveel pensioen je later ontvangt. De hoogte van de pensioenuitkering is niet langer een belofte. Pensioenkortingen zullen dus niet meer voorkomen, maar er komt op een andere manier meer onzekerheid. De vraag is dus waarom er wordt gekozen voor dit nieuwe stelsel, terwijl het ‘probleem’ ook met goede communicatie had kunnen worden opgelost. Zeker is al wel dat de verplichtstelling blijft. BPL Pensioen zal dus het pensioenfonds voor de agrarische sector blijven. ‘Wij zijn er voor u’ is de slogan van BPL Pensioen en dat blijft zo. Jaqueline Tuinenga, beleidsmedewerker sociale zaken

GRONDIG 65 2020

63


ONDERNEMEN MET CUMELA - BELANGENBEHARTIGING

Belangen behartigen doe je samen EEN STAPPENPLAN OM JE OP WEG TE HELPEN

Als branchevereniging informeren en adviseren wij de leden, maar behartigen wij ook hun belangen. Dat doen we individueel en voor de gehele sector. Ik, John Augustijn, ben in mijn werkgebied namens Cumela bij 127 projecten betrokken (geweest). Ook jij moet ongetwijfeld regelmatig je eigen belangen verdedigen. Het leek me daarom nuttig om er eens een stukje over te schrijven. In de wijze van belangenbehartiging zijn drie strategieën te onderscheiden; conventionele, demonstratieve en confronterende. Door Cumela wordt vrijwel altijd de conventionele strategie toegepast. Het is een strategie die uitgaat van respect voor de gesprekspartner. Deze aanpak past daarom prima in onze overlegcultuur en we profileren ons hiermee als een betrouwbare onderhandelings- en overlegpartner. Ik ga daarom dieper in op deze strategie.

‘WE PROFILEREN ONS HIERMEE ALS EEN BETROUWBARE ONDERHANDELINGS- EN OVERLEGPARTNER’ SUCCES MET CONVENTIONELE STRATEGIE Om op basis van een conventionele strategie succesvol en efficiënt belangen te behartigen gelden er een paar belangrijke uitgangspunten. • Om het doel van de actie helder en transparant te krijgen zijn een goede voeling met en kennis van de praktijk een voorwaarde. • Er zijn altijd meerdere partijen bij een project betrokken. De basis waarop deze partijen sa-

64

GRONDIG 6 2020

menwerken dient vertrouwen te zijn. Respecteer elkaar, luister goed naar elkaar en maak gebruik van ieders vakmanschap.

• Maak er een gezamenlijk project van, pak het samen op. Dat zorgt voor draagvlak voor het resultaat en dat bevordert de acceptatie ervan door alle betrokkenen.

Het proces van belangen behartigen kun je opdelen in een aantal stappen: 1. Stel het probleem vast. Waar loop je tegen aan, waar heb je last van? 2. Bepaal je doel. Wat wil je precies bereiken? 3. Zoek medestanders met vergelijkbare doelen. 4. Verdiep je in de belangen en argumenten van de “tegenpartij”. 5. Maak een plan; Wie gaat wat, waarom, wanneer en waar doen? 6. Is er een vervolg nodig? Ik ga deze stappen aan de hand van een voorbeeld toelichten, zodat je een nog beter beeld krijgt van het behartigen van belangen.

DE RONDWEG Een paar jaar geleden is er in onze gemeente een nieuwe rondweg aangelegd. De aanleiding daar-


BELANGENBEHARTIGING - ONDERNEMEN MET CUMELA

voor was de overlast die het vele verkeer in de kern van het dorp veroorzaakte voor de bewoners. Bovendien waren er regelmatig gevaarlijke situaties vanwege de vele scholieren die dagelijks door de kern naar een van de vele scholen fietsen. De maximumsnelheid op de nieuwe rondweg werd vastgesteld op 80 km/uur en daarom gesloten verklaard voor het landbouwverkeer. “Geen probleem”, aldus de wegbeheerder, want het landbouwverkeer reed immers al sinds jaar en dag dwars door de kern en omdat het autoverkeer in de kern af zou nemen zou het er een stuk veiliger worden. Om de snelheid te temperen werd de kern voorzien van diverse snelheidsremmers, zoals drempels en versmallingen.

STAP 5. Tijdens de aanleg en aanpassingen in het wegennet worden meestal inspraakprocedures voor belanghebbenden opgestart. Het is belangrijk om deze bijeenkomsten te bezoeken, die vaak in plaatselijke krantjes worden aangekondigd. Het is daarnaast natuurlijk handig dat onze organisatie bij alle wegbeheerders bekend is waardoor we ook door hen worden uitgenodigd voor alle inspraakavonden. Ook is het handig om met de andere betrokken partijen te overleggen, maar pas wel de gespreksonderwerpen aan op de doelgroep.

‘HAAL VOORBEELDEN AAN WAAR MET SUCCES EEN RONDWEG IS OPENGESTELD’

STAP 1. Door de aanleg van de snelheidsremmers ontstonden er voor het landbouwverkeer meerdere problemen. Zo vormen drempels een extra belasting, beperken wegversmallingen en chicanes de doorstroming en ze verkleinen het overzicht voor chauffeurs van grote machines en wordt de reistijd langer.

STAP 2 EN 3. Openstelling van de rondweg voor landbouwverkeer zou zeer wenselijk zijn, maar omdat ook alle landbouwpercelen bereikbaar moeten blijven dient ook de kern redelijk berijdbaar te blijven voor het lokale landbouwverkeer. Boeren hebben hierin hetzelfde belang, waardoor samen optrekken met branchevereniging ZLTO voor de hand ligt.

Geef ook extra informatie. Haal bijvoorbeeld tijdens de gesprekken voorbeelden aan waar met succes een rondweg is opengesteld, wijs op onderzoeken die aantonen dat toelating van landbouwverkeer op een rondweg nauwelijks leidt tot tijdverlies voor het overige verkeer en presenteer ervaringen met passeerstroken. Om betrokkenen een goed beeld te geven van de praktische omstandigheden kan het nuttig zijn om ze een keer mee te nemen op een (groot) landbouwvoertuig. Vaak blijkt dat verhelderend te werken.

STAP 6. Of er een vervolg nodig is hangt er onder meer vanaf of de omstandigheden wijzigen. Ook is het handig om contact te houden met de diverse partijen. Dat kan al door af en toe relevante ontwikkelingen aan ze door te geven bijvoorbeeld een artikel, een brochure of ons vakblad Grondig.

TOT SLOT

STAP 4. De “tegenpartijen” zijn aanwonenden, scholen en ouders van scholieren. Zo vrezen aanwonenden de gevolgen van de drempels: trillingen, extra afremmen, meer geluid en meer uitlaatgassen. Scholen en ouders willen juist voorkomen dat de situatie in het verkeer onveiliger wordt. De wegbeheerder, deze keer provincie en gemeente, is meestal gevoelig voor de mening van de kiezer. Iets om rekening mee te houden.

De laatste jaren komt er nogal eens nieuwe weten regelgeving bij die door onze sector als ondoelmatig en onduidelijk wordt ervaren. Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals toenemende communicatie en actiever bewustzijn zijn er steeds meer partijen die mee willen praten over het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving. Hierdoor wordt het behartigen van onze belangen steeds belangrijker. Om dat effectief en efficiënt te kunnen doen zijn een grondige kennis, betrouwbaar handelen, redelijke opvattingen en een uitgebreid netwerk belangrijk. Ook wil je weten wat de knelpunten zijn en daarvoor vragen we jouw hulp: meld het bij ons als je iets tegenkomt. Dan kunnen wij in actie komen. Belangen behartigen doe je samen!

Tekst: John Augustijn, bedrijvenadviseur Foto: Cumela Communicatie

GRONDIG 6 2020

65


ONDERNEMEN MET CUMELA - BEDRIJVIG

ONDERNEMEN MET CUMELA - COLUMN

VRAAG AAN DE ONDERNEMERSLIJN

Wat is er sinds 1 juli 2020 veranderd aan het geboorteverlof? Sinds 1 juli 2020 is er nog een aanvullend geboorteverlof bij gekomen. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, vaderschapsverlof of partnerverlof genoemd. Werknemers ontvangen tijdens dit aanvullende verlof geen loon, maar een uitkering van het UWV. Tijdens de periode van het aanvullend verlof heeft de werknemer recht op een uitkering van 70 procent van het dagloon, tot 70 procent van het maximumdagloon. Het UWV betaalt deze uitkering. Het is ook mogelijk om minder dan vijf weken aanvullend geboorteverlof op te nemen. Tijdens dit verlof bouwt de werknemer alleen wettelijke vakantiedagen op.

Na acht weken thuiswerken mochten we gelukkig weer op pad. Wat fijn is het om onze leden weer te mogen bezoeken, want dan hoor en zie je pas echt wat er speelt. Toch is ook dit anders dan toen er nog geen corona was. Zo mogen we geen handen schudden en houden we anderhalve meter afstand. Tegelijkertijd zien we wat pas echt belangrijk is: aandacht!

Vincent Tijms, Ondernemerslijn

Het aanvullend geboorteverlof bedraagt maximaal vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur per week. De werknemer kan de verlofdagen binnen een periode van zes maanden na de eerste dag van bevalling opnemen en mag deze verlofdagen spreiden.

HEB JE OOK EEN VRAAG? Stel je vraag aan de medewerkers van de Cumela Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of het e-mailadres ondernemerslijn@cumela.nl

NIEUWE LEDEN De afgelopen periode zijn vijf bedrijven ingeschreven als lid van Cumela. • • • • •

66

P eter Zethof Loon- en Verhuurbedrijf | Kudelstaart L oonbedrijf de Laeye BV | Oude Niedorp L oon- & Verhuurbedrijf Stefan van Vulpen | Leersum G rondverzet Henk Smit | Sint Pancras Fa. van Staveren Loonbedrijf en Cultuurtechniek | Nieuw-Vennep

GRONDIG 6 2020

FIJN OM WEER OP PAD TE GAAN

‘TEGELIJKERTIJD ZIEN WE WAT PAS ECHT BELANGRIJK IS: AANDACHT!’

Extra feestelijk werden deze eerste bezoeken door de feestelijke pakketten die we mochten bezorgen en wat een respons kwam er op de nieuwe ledenborden. Op de foto voor Facebook? Geen probleem en als ik het al bijna was vergeten, dan wezen de aanwezigen mij er zelf op nog op de foto te willen. Een mooie manier om als ondernemer te laten zien dat je bij Cumela hoort. Onze sector blijft ondanks de onzekere en hectische tijden positief. In deze periode, waarin weinig bezoekers naar het bedrijf komen, bleek de aandacht ook nog eens meer dan welkom. We konden elkaar even zien en spreken en vooral in gesprek gaan over de afgelopen periode. Elk bedrijf heeft de crisis anders ervaren of ervaart deze nog. Een voordeel dat een deel van onze leden had, was dat ze werkzaam zijn in een cruciale sector. Meteen een mooie opsteker als je ooit twijfelt over je rol in Nederland. Nog een voordeel was dat de meeste medewerkers alleen in de machine zitten en weinig op het bedrijf te vinden waren, omdat ze in het veld of op de bouwplaats bezig waren. En als je als bedrijf toch in aanraking met corona was geweest, was het fijn dat je even met iemand kon praten. Wij leven met je mee en laten graag zien dat je er als ondernemer niet alleen voor staat.

Irma Gottenbos, bedrijvenadviseur


LDSR 300 BUILT TO PERFORM, BUILT TO BE STRONG Een prima keuze voor uw wiellader: Zwaar transport eist een excellente stabiliteit en stevigheid. Gemaakt om te presteren op de zwaarste ondergronden. Premium rubberkwaliteit die bestand is tegen inrijdingen. Uitstekende tractie.

Voor meer info: www.forrez.nl

KALKSTIKSTOF


vervaet.nl | sales@vervaet.nl | +31 (0) 115 48 17 20

Met VERVAET de laagste kostprijs per hectare! Lage onderhoudskosten Doordachte techniek Hoge capaciteit Gegarandeerd hoge restwaarde Door een lichtgewichte zelfrijder en het “één-wiel-perspoor” principe is de VERVAET ook favoriet bij uw klanten Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Belangen behartigen doe je samen

4min
pages 64-65

BEDRIJVIG

2min
pages 66-68

Verantwoordelijkheden bij

4min
pages 60-61

grondroeren PFAS

5min
pages 62-63

Het belang van goede

2min
page 57

Financiële haalbaarheid van

2min
page 56

communicatie Hoe staat het met de eerlijke

3min
pages 58-59

BEDRIJFSOVERDRACHT: aan de slag

5min
pages 54-55

VOORZITTER

2min
page 51

TOOLBOX: gebruik van spanbanden

2min
pages 52-53

Johan Oostwouder CUMELA.NL

2min
page 50

SLIM EN DIGITAAL: Bakker&Spees

6min
pages 46-47

GEKRUID

2min
page 45

CUMELARIA

2min
page 44

Nieuwe cao LEO

1min
page 42

Volvo FM-oprijwagen

3min
pages 40-41

TECHNISCH NIEUWS

4min
pages 34-35

OP CUMELA.NL Groeiend aantal GPS-diefstallen

10min
pages 36-39

Motoren updaten naar Stage V

5min
pages 32-33

Scholman kiest voor waterstof

7min
pages 28-31

STERK WERK: Van Oostrum Westbroek BV

11min
pages 18-23

DE GROENE KOERS: Emissiereductie richting 2030

6min
pages 12-15

Natuurontwikkeling biedt cumelaondernemers kansen

3min
pages 16-17

Gebr. Tolenaars COMMENTAAR

2min
page 9

REDACTIONEEL

3min
page 5

Staad pakt elektrisch en

8min
pages 24-27

RESULTATEN GREEN DEAL Het Nieuwe Draaien

5min
pages 10-11

IN ACTIE

2min
pages 6-8
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.