close-up
Rechts Jeanne Bieruma Oosting, Zeeëgels, z.j., ets, collectie Museum Henriette Polak Onder Jeanne Bieruma Oosting, uit de serie Chairs, 1931, litho, collectie Museum Henriette Polak
‘Een kunstopleiding willen volgen werd als gevaarlijk gezien. Dat kon de goede naam van de familie bezoedelen’ Jeanne, die tot haar twaalfde werd aangekleed door personeel en nooit had leren koken, een kunstopleiding wilde volgen, werd als gevaarlijk gezien. Dat kon de goede naam van de familie bezoedelen. Als snel gold ze als de ‘gifzwam in vaders blombed’. Die strijd met haar achtergrond en haar karakter verklaren haar levenslange gedrevenheid: ze had geen tijd te verliezen. Parijs oh-là-là! Ondanks alle tegenwerking pakte Jeanne begin jaren dertig haar koffers en vertrok naar Parijs, waar ze in het interbellum aan allerhande privéateliers lessen in tekenen, schilderen en grafiek volgde. Daar voltooide zich precies het doemscenario dat haar ouders vreesden: Jeanne dompelde zich onder in het wilde, vrije kunstenaarsleven van Parijs. Ze had soms zo weinig geld dat ze overleefde op gepofte kastanjes van straatverkopers.
Tekenlessen bij de feministische kunstenares Jane Poupelet en bij de openlijk lesbische kunstenares Mariette Lydis hielpen haar bij het vangen van vrouwelijk naakt op doek en papier. Ze tekende in bordelen en etste in het grafisch atelier van Bill Hayter. Veel aandacht was er in de pers voor de lesbische liefde die Oosting opvatte voor onder meer Roline Wichers Wierdsma, die echter geen relatie met Oosting wilde. Het leidde tot hopeloze schetsboeken, dedicaties en prachtig biografisch materiaal in de biografie van Jolande Withuis. Het spreekt natuurlijk allemaal tot de verbeelding, zeker omdat het in geuren en kleuren wordt opgetekend en in beeld gebracht. Toch is het verhaal achter het werk niet altijd het meest interessante. Een aantal werken fascineert ook zonder spannende verhalen.
194
KG_2022_02 SR.indd 194
25-04-2022 22:13