Column
HET VOLGENDE SLACHTOFFER VAN COVID-19: BUITENLANDSE DIRECTE INVESTERINGEN Covid-19 heeft onmiskenbaar geleid tot een hernieuwde impuls voor het aansturen op een toenemende protectionistische houding wereldwijd. Markteconomieën werpen muren op tegen buitenlandse investeringen, aangespoord door de economische onrust als gevolg van de pandemie, en door de toenemende assertiviteit van China. Landen over de hele wereld scherpen de regels voor buitenlandse investeringen in bedrijven en kernsectoren steeds verder aan.
E
erder dit jaar breidde de regering-Trump de bevoegdheden van Cfius uit, waardoor deze commissie voor buitenlandse investeringen in de VS buitenlandse aankopen van minderheidsbelangen kan blokkeren en haar jurisdictie kan uitbreiden naar meer sectoren, waaronder de onroerend goed-sector. De Europese Commissie gaf in maart richtsnoeren uit aan de EU-lidstaten, die hen verplicht bestaande wetten te gebruiken om kapitaalstromen uit niet-EU-landen te voorkomen die de 'veiligheid of openbare orde van Europa' zouden kunnen ondermijnen. Duitsland, Frankrijk en Spanje hebben de afgelopen maanden de regels voor buitenlandse investeringen aangescherpt. Italië heeft aangegeven dat het iedere buitenlandse entiteit zal beletten strategische bedrijven over te nemen, inclusief investeerders uit andere EU-lidstaten. Zelfs het Verenigd Koninkrijk – van oudsher een van de bolwerken van de vrije markt en lang een van 's werelds meest open landen voor buitenlandse investeerders – heeft vergelijkbare maatregelen geïmplementeerd. Zo ook Australië en Japan. In oktober treedt Verordening (EU) 2019/452, de screeningsverordening buitenlandse directe investeringen (foreign direct investments, FDI), in werking. Nederland versnelde de voorbereiding van de Wet toetsing economie en nationale veiligheid, die een investeringsscreeningmechanisme introduceert. Het wetsvoorstel ligt momenteel ter consultatie. Dit, na de
78 | MenA.nl
invoering van een investeringsscreeningsmechanisme specifiek voor de Nederlandse telecomsector afgelopen mei. De trend richting een toenemende protectionistische houding dateert van vóór de Covid-19-crisis. Deze trend is echter beslist door de pandemie versneld, aangezien de wereldwijde gezondheidscrisis de kwetsbaarheden van een geglobaliseerde economie en de just-in-time supply chain heeft blootgelegd. Het is duidelijk geworden dat er een beperkte hoeveelheid essentiële voorraden is - vaccins, medicijnen, persoonlijke beschermingsmiddelen - en dat het van essentieel belang kan zijn om te kunnen bepalen hoe deze middelen worden ingezet of toegewezen. Covid-19 heeft regeringen er ook toe aangezet om verder te kijken dan de traditionele kritieke sectoren, aangezien de vrees toeneemt dat bedrijven in zwaar getroffen sectoren een gemakkelijke prooi kunnen worden voor buitenlandse kopers. Deze angsten moeten echter worden afgezet tegen de noodzaak om de marktwerking zijn werk te laten doen en door inkomende investeringen en financiering de economie te ondersteunen en zelfs nieuw leven in te blazen. De pandemie heeft al een zware slag toegebracht aan het vrije verkeer van personen. Ook het vrije verkeer van goederen en diensten is niet ongeschonden gebleven. Nu lijkt het erop dat alles in gereedheid wordt