3.7 Woningtypologie De bewoners bestaan uit drie doelgroepen. Dit ingepast middels het hiervoor benoemd concept, heeft geresulteerd in talloze varianten. Omdat ze vergelijkbaar zijn qua diepte/ breedte/hoogte verhouding, zijn de plattegronden allemaal afgeleiden van elkaar. Hiervan zijn 3 woningen uitgelicht op de volgende pagina’s. Bewoners worden vanaf het moment van benaderen al geconfronteerd met het betonskelet, ze lopen erdoorheen om bij de woning te komen en ze verblijven er in de overkapte buitenruimte of rondom het skelet. In de eigen woning is alleen nog de visuele verbinding met het skelet, terwijl het in overige functies nog steeds tastbaar is. Voor de woonfunctie is het uitgangspunt een geconditioneerde ruimte in het betonskelet. Een ruimte met een eigen karakter. Contrasterend met het skelet, is het volume volledig in hout opgebouwd. Dit geeft het een natuurlijk warm karakter terwijl het een onderscheidend nieuwe, maar gevoelsmatig tijdelijke laag vormt in het gebouw. Dit volume biedt in tegenstelling tot het skelet tevens de mogelijkheid op een gezond en comfortabel binnenklimaat. De binnenwanden en het plafond zijn opgebouwd en bekleed met Fins triplex dat zorgt voor een rustige en serene sfeer. Het houten volume sluit zich in verticale en horizontale richting af van de betonconstructie. Zoals hiernaast te zien wordt de vloerconstructie op het beton geplaatst en de dakconstructie onder tegen de betonnen liggers. De vloer lijnt uit met het maaiveld buiten waardoor er geen opstappen zijn. Daarnaast biedt de restruimte tussen het plafond en het betonskelet ruimte voor bergkasten en een individuele technische installatie ten behoeve van de woning. Zodoende wordt het betonskelet niet aangetast door de woningen, waardoor het zijn flexibiliteit behoudt en het in de toekomst wellicht anders kan worden ingevuld.
p. 94