Coachlinkmagazine voorja ar s e d i t i e , m e i 2021, n u m m e r 15
Vitaal
Denise Matthijssen Leer te doen wat er volgens jou toe doet
Hedi van Alphen en Jacqui Halmans over breinleren en creativiteit
Register loopbaanprofessional Hét keurmerk voor alle loopbaanprofessionals
Register loopbaanprofessional,
waarom?
Je titel is een garantie voor je actuele vakbekwaamheid en hoge kennis- en ervaringsniveau. Herkenbaar en gewaardeerd door professionals, opdrachtgevers en loopbaanbureaus. • Onafhankelijke toetsing en borging van jouw vakbekwaamheid • Professionele zichtbaarheid door opname in het Noloc-beroepsregister • Continue stimulering van jouw ontwikkeling als loopbaanprofessional • Onderscheidend vermogen als zelfstandig loopbaanadviseur • Voorsprong bij het binnenhalen van opdrachten bij overheden en grotere organisaties • Registreren als loopbaanprofessional is toegankelijk voor leden en niet-Noloc leden
Zet nu de stap en laat je certificeren als Register loopbaanprofessional. Kijk op noloc.nl/keurmerken
Editorial Het was de eerste dag dat de terrassen weer open mochten in de ochtend. De temperatuur was er niet naar (en het tijdstip eigenlijk ook niet echt), maar toch zaten er al een paar mensen bij de koffiebar onder de luifel. Ik liep erlangs tijdens mijn ochtendrondje, een podcast op mijn oren. Op het braakliggende terrein naast het spoor was een complete spinningzaal uit tentdoek opgetrokken, omdat ook de sportscholen weer open mochten. De plastic ruiten waren beslagen en alle fietsen waren bezet. Het zijn allemaal manieren om vitaal te blijven: fysiek en mentaal. In de vorm van een wandeling in de buurt of een sprintje op de racefiets, door geprikkeld te worden door lees- of luistervoer of te ontspannen met een drankje op een terras. En liefst natuurlijk een combinatie daarvan. We kozen ‘vitaal’ als thema voor dit nummer omdat het een van de grote uitdagingen is in deze tijd, waarin veel mensen nog steeds voornamelijk thuis werken en waarin de stress van het afgelopen jaar nog voelbaar is. En omdat hier een grote rol is weggelegd voor de coach; als begeleider, spiegel, motivator en relativeerder. In dit nummer laten vele meeschrijvers zien welke rol zij hierin voor zichzelf zien weggelegd. Laat je inspireren! En wil je nog meer lezen over vitaliteit? Coachlink wijst je de weg. marloes van beersum hoofdredacteur
coachlink magazine
•1
Inhoud Interviews 8 Ontwikkel je innerlijk
18 Hour of fun bereikt
Denise Matthijssen over de psychologische flexibiliteit waarmee je uitdagingen het hoofd kan bieden
Patrick Heller
kompas
verrassende diepgang
21 Vitaal aan het werk blijven vanuit zelfregie
76 Doe deze boeken!
Andries Scherpenzeel
Hedi van Alpeh en Jacqui Halmans over het samen schrijven van hun doeboek over persoonlijke groei
26 Van overleven naar leven Mariëlle Boersen
Artikelen
30 Seven of Nine: onmacht
14 Goed is goed genoeg
voelt persoonlijk, maar is niet individueel
Lex Mulder
Jaap van ’t Hek & Leike van Oss
Rubrieken Het nachtkastje van Aart Goedhart
7
Het weekendgevoel van Jobbeke de Jong
35 De werkvorm van Paula Kolthoff 51 Hoe ik coach werd Erik Kaptein
2 • coachlink
magazine
Boek
25
41, 62
75 De coachplek van Hilde Backus 84 De coachstijl van Martijn Vroemen
36 Vitaliteit verstopt onder
een kelderluik
56 Chez Stéphanie 56
Wilma van Erven
Tineke Mulder
42 Een kwestie van lef hebben
60 Vitaliteit een must?
Dat bepaal je zelf wel
Marieke van Vliet en Emily Nijhuis
Chantal Samson
48 Even stilstaan loont!
64 En de woestijn zal bloeien
Hans van Dijk
Sandra Benschop
52 Vitaal ondanks
70 Integraal coachen naar
fysieke beperkingen
veerkracht en stuwkracht
Martha Rijkmans Bas Snippert
81 Houd de zaag scherp!
Columns Monique Verhoeven
63 Paula Kolthoff 69 Freek Sarink
En verder 47
Wie werkten mee Colofon
6
4
Sacha Loeffen
86 Vitale tijd
Marianne van Velzen
coachlink magazine
•3
Wie werkten mee Sandra Benschop gaat graag de diepte in met haar cliënten, geeft existentiële coaching en betrekt hoofd, handen, hart en dat wat onder de waterspiegel beweegt in haar aanpak. Gevormd als jungiaans analytisch therapeut en organisatiekundige geniet zij van complexe vraagstukken en eenvoudige antwoorden. > 64
Mariëlle Boersen is psycholoog en werkzaam als lichaamsgericht coach en trainingsacteur. Zij is auteur van Halve Kus, een psychologische roman over de invloed van opvoeding en familiegeheimen op een moeder-dochterrelatie. www.comication.nl > 26
Hans van Dijk is coach/consultant die in opdracht van werkgevers en met een therapeutische achtergrond mensen begeleidt bij het werken aan hun persoonlijk welzijn. Hij richt zich daarbij op vraagstellingen vanuit een pure ontwikkelbehoeften en op vragen die meer ‘probleemgerelateerd’ zijn, zoals het voorkomen van uitval en burn-outproblematiek. > 50
Wilma van Erven coacht op het thema: hoe blijf je dicht bij jezelf, als je dicht bij mensen staat? Ze traint op een opleiding voor integraal vitaliteitscoach en is auteur van Niet normaal zo moe. Hoe kon het zover komen? CVS blijkt een onduidelijke ziekte. Wilma woont samen en is moeder. www.wilmavanerven.nl > 40
Jaap van ’t Hek is gesprekspartner, meeen tegendenker. Hij werkt vooral in kennisintensieve organisaties aan strategie en verandering. Leike van Oss is organisatieadviseur, teamcoach en interimmanager. Zij werkt in de publieke sector aan complexe (verander-)vraagstukken. Samen vormen ze Organisatievragen en schrijven ze over het alsmaar onderschatten van de ingewikkeldheid van sociale systemen. > 30
Patrick Heller helpt als agile coach organisaties vlotter te worden door op een geheel eigen, rustgevende wijze teams, managers en coaches boven zichzelf uit te laten stijgen. www.linkedin.com/in/patrickheller/ > 18
En verder ... Hilde Backus Bianca van den Berg Hilbert Flokstra Aart Goedhart
4 • coachlink
magazine
Jaap Herforth Jobbeke de Jong Erik Kaptein Paula Kolthoff
Bianca Kroonstuiver Denise Matthijssen Mirjam Nederveen Freek Sarink
Elise Verberg Monique Verhoeven Martijn Vroemen
Sacha Loeffen heeft een coachpraktijk in Haarlem. Zij richt zich vooral op individuele werkgerelateerde hulpvragen, zoals loopbaancoaching en stress- en burn-outcoaching. Sacha is EIA Senior Practitioner en Noloc Register-loopbaanprofessional. Omdat zij het coachvak een warm hart toedraagt, is zij actief als vrijwilliger bij de NOBCO. > 81
Lex Mulder is psycholoog. Hij heeft ruim veertig jaar ervaring als psychotherapeut, opleider, trainer en coach. Sinds 1980 leidt hij professionals op in psychodrama, voicedrama en andere dramatechnieken. Samen met Berry Collewijn geeft hij opleidingen en workshops Voice Dialogue en speels coachen en trainen. > 14
Tineke Mulder woont in Washington D.C. en is in de VS en in Nederland actief als online coach, Nederlands- en Engelstalig. Haar focus ligt op burn-outpreventie en loopbaancoaching. www.brightnowcoach.com > 56
Martha Rijkmans coacht vrouwen na borstkanker. Eerder werkte ze als jurist en als (regressie)therapeut. In 2016 werd ze geconfronteerd met borstkanker. Na haar herstel startte ze haar coachpraktijk Leven & Zo, waarin ze vrouwen na borstkanker begeleidt van óverleven naar leven. Daarnaast ontwikkelde ze het onlineprogramma Leer Leven & Zo na Borstkanker. www.levenenzo.nl > 52
Chantal Samson richt zich in haar coachpraktijk op cliënten met burn-out, stressklachten en zingevingsvragen. Daarnaast werkt ze als loopbaancoach en trainer bij UWV. Kernthema’s in haar coaching zijn: talentontwikkeling, duurzame inzetbaarheid, loopbaankeuzes, werkstress, burnout, vitaliteit en zingevingsvragen. Haar missie is: mensen laten floreren in hun werk. www.samsonc8.nl > 60
Andries Scherpenzeel is begeleidingskundige en eigenaar van InCompany Training & Coaching Ede. Daarnaast is hij verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede, onder andere bij de opleiding Social Work en Post-HBO Supervisie en Coaching. www.vitaliteitsreizen.nl > 21
Bas Snippert, MSc is stress- en vitaliteitexpert. Hij is auteur van De Vitaliteitrevolutie (2020) en werkt als hoofd Leren & Ontwikkelen bij het Nederlands Expertisecentrum Vitaliteit. Met zijn bedrijf Optimize Me geeft hij coaching en training richting meer vitaliteit op het werk. En in zijn praktijk Shift Happens ondersteunt hij mensen bij het verwerken van traumatische stress en burn-out. > 70
Marianne van Velzen is coach, trainer én daarnaast Stadsdichter van Leiden. Ze schrijft gedichten over wat haar raakt tijdens haar werk en in het dagelijkse leven. Met haar gedichten wil zij mensen graag van een andere kant naar zaken laten kijken en hen op een positieve manier verwonderen. > 86
Marieke van Vliet (r) werkt als (team) coach, begeleider en docent op het gebied van (persoonlijk) leiderschap en veranderkunde. Met ‘Nijhuis en Van Vliet’ richt zij zich met therapeut en coach Emily Nijhuis (l) op teams en op professionals die op avontuur willen gaan naar het ontwikkelen van zichzelf en de organisaties waarin zij werken. > 46
coachlink magazine
•5
COLOFON Coachlinkmagazine
Wie werkten mee
a p r i l 2 0 14 , n u m m e r 1
Coachlink Magazine is een uitgave van Coachlink/ Boom uitgevers Amsterdam. Hoofdredactie Marloes van Beersum
UITBLINKEN!
Eindredactie Sandra Buijel en Wieke Oosthoek
Uitblinken!
Rubrieken Nienke van Oeveren Het is de klik, Op vol vermogen ‘Je bent een Vormgeving stupid! al je talenten kleine prutser, Andre Klijsen, Villa Y aanzetten hoor ik dan’
Boom uitgevers Amsterdam Postbus 15970 1001 nl Amsterdam www.coachlink.nl info@coachlink.nl @coachlinkNL Adverteren Voor meer informatie over adverteren, kunt u contact opnemen met de uitgeverij via info@coachlink.nl © mei 2021 isbn 9789024438464 issn 2589-4048
Dr. Ad Bergsma is zelfstandig psycholoog, geluksonderzoeker, spreker en schrijver. Hij is coauteur van de boeken Gelukkig werken, Gelukkig voor de klas en Handboek werkgeluk.
Hedda Treffers werkt als eindredacteur bij Uitgeverij De Doelenpers in Alkmaar en als freelance tekstschrijver voor diverse media.
Nienke van Oeveren redigeert vanuit Boekredactie managementboeken en schrijft voor tijdschriften.
Marloes van Beersum Adjunct-uitgever Boom uitgevers Amsterdam en uitgever Coachlink
Martine Siemons Marketing Boom uitgevers Amsterdam en Coachlink
Wieke Oosthoek Fondsredacteur Boom uitgevers Amsterdam
Sandra Buijel Bureauredacteur Boom uitgevers Amsterdam en redactie Coachlink
Elke Parsa, acquisitie advertenties (vanuit Praag).
Andre Klijsen Vormgever Coachlink Magazine
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Foto’s gebruikt onder licentie van Shutterstock.
Wil je een artikel bijdragen aan de volgende editie van Coachlink Magazine? Mail voor meer informatie naar redactie@coachlink.nl
6 • coachlink
magazine
Het nachtkastje van...
Aart Goedhart Boeken met een holistische kijk ‘Als jongetje las ik in De brief voor de koning van Tonke Dragt de les van kluizenaar Menaures. Hij vond dat een mens eigenlijk nergens echt thuishoort en daarom aansluiting heeft te zoeken bij wat hem het beste past.’ Vele jaren later kan proceskundige, adviseur en coach Aart Goedhart die les veel beter plaatsen. Zijn kernthema is inmiddels aandacht, als de basis voor werk en leven. Dit komt ook tot uiting in het boek dat hij hier samen met Barbara van der Steen over schreef: Eindelijk rust in je hoofd. 40 dagen oefenen in aandacht. ‘Auteur Hermann Hesse heeft mijn denken erg beïnvloed, onder andere met zijn boek Siddhartha. Deze roman gaat over een man die rond 450 voor Christus zijn leven wijdt aan de zoektocht naar voldoening. Hij ontmoet de Boeddha, maar wijst daarna een leer als iets wat voldoening geeft af. Hij onderzoekt het leven als asceet en het rijke leven als handelaar, gaat om met adel en heeft een liefdesrelatie met een prinses, telkens om verder te komen en gelukkig te worden. Maar niets brengt echte voldoening.’ Een speciale rol speelt een veerman in dit boek. ‘Die vertelt hem: “Het enige wat voldoening geeft, is aansluiten op de trilling van wat is.” Het is de les van Menaures. Ik vraag me af of Tonke Dragt dit boek ook gelezen heeft. Het idee is fantastisch! Als je aansluit bij het Ohm, ben je in resonantie. Dan verdwijnt de vraag ”wat het je brengt” bij alles wat je doet.’ Door onze manier van leven raken we onze resonantie kwijt, waarschuwt Hartmut Rosa
in Leven in tijden van versnelling. ‘Ook hij heeft het over trillingen; fysiek en mentaal. Uit het waarnemen van deze trillingen kun je zoveel informatie halen. Afleiding daarbij is funest. Het haalt de resonantie uit ons leven.’ Als voorbeeld noemt Aart the quantified self; mensen die van alles wegen, meten en bijhouden om maar vitaal te kunnen zijn. Veel staat dan in functie van een later te behalen doel. ‘Maar het zijn juist verstoringen die je uit resonantie halen.’ Het liefst leest Aart thuis, in alle rust. Het boek dat hij op dit moment leest, is The Secret History of Twin Peaks. ‘Dit boek verscheen in de tijd van het vervolg op de serie, 25 jaar later. Het is werkelijk
‘Niet-rationele bronnen staan centraal’
prachtig vormgegeven.’ Auteur Mark Frost is de bedenker van de serie Twin Peaks en schreef een heel aantal afleveringen. ‘De serie draait om het oplossen van de moord op prom queen Laura Palmer en was enorm populair in Amerika in 1990. De serie is vooral cultureel interessant door de manier waarop FBI-agent Cooper de moord onderzoekt. Hij gebruikt hiervoor Tibetaanse meditatietechnieken, dromen en mythische figuren. Niet-rationele bronnen staan centraal, terwijl eind jaren tachtig de Nieuwe Zakelijkheid de trend was. In de serie werd onophoudelijk benadrukt dat niets is wat het lijkt. Nog altijd kom ik citaten van Twin Peaks tegen in films en series.’ Aart ziet overeenkomsten in zijn eigen manier van werken: ‘Ik geef een royale plek aan ervaring en ben terughoudend in precies te weten hoe het zit. Rationaliteit is niet het enige dat ons kennis geeft.’ (NvO)
coachlink magazine
•7
interview met denise matthijssen
Ontwikkel je innerlijk kompas
8 • coachlink
magazine
Interview
Wie vitaal wil zijn hoeft zich niet altijd goed te voelen, stelt therapeut en auteur Denise Matthijssen. ‘Juist het vermogen ongemakkelijke gedachten en gevoelens te verdragen, stelt je in staat te handelen volgens je waarden. Leer te doen wat er volgens jou toe doet.’ door Ad Bergsma
A
CT (Acceptance and Commitment Therapy) is een therapiemodel dat de afgelopen jaren steeds meer gebruikt wordt in coachingstrajecten. ACT- en systeemtherapeut, opleider en auteur Denise Matthijssen draagt dit gedachtegoed uit in boeken als ACTief opvoeden, Samen ACTief in je gezin, ACT your way en ACT in balans (verschijnt 8 juni 2021), ‘ACT is een goed onderzochte vorm van gedragstherapie waar je mensen mee kunt leren te focussen op hun waarden (intenties) en ze tegelijkertijd leert om te gaan met afleidende lichamelijke sensaties, emoties en gedachten. Je leert je innerlijke kompas te gebruiken, zodat je kan doen wat je waardevol vindt.’ Hoe cruciaal deze vaardigheid is, leerde Matthijssen op jonge leeftijd. Als ze twaalf jaar is, maakt haar tante een einde aan haar leven. ‘Mijn tante was iemand die ik bewonderde. Ze was enorm getalenteerd, creatief en eigenzinnig en had voor mij alles in huis om tevreden met zichzelf en haar leven te zijn. Haar dood leverde voor mij de vraag op hoe iemand die zoveel in huis had, toch zo’n negatief beeld van en slecht gevoel over zichzelf kon hebben. Als tiener vroeg ik mij af of het zelfgekozen einde echt niet anders had gekund. Als volwassene ben ik me gaan afvragen of ze haar negatieve overtuigingen is gaan zien als waarheid en of ze ook last heeft gehad van stigma’s over haar geestelijke gezondheid.’ De suïcide van de zus van haar vader had ook invloed op het gezin van Matthijssen. ‘De noodstap van mijn tante leidde tot een groot schuldgevoel bij mijn vader en oma, maar dit werd nooit onderwerp van gesprek. Ieder verdroeg in stilte zijn eigen pijn. Ik voelde wat onderhuids speelde, maar ik wist me slecht raad met de spanning die dit opleverde. Het gemis ging niet over en het schuldgevoel leek te blijven kleven aan hen.’ De achtergrond van Matthijssen is bijna klassiek voor hulpverlenende beroepen als psychologen, maar zij koos na de
middelbare school voor HBO-verpleegkunde. ‘Ik heb een heel praktische inslag en ben niet zo’n studiebol. De verpleegkunde beloofde mij een functie van waar ik dicht bij andere mensen kon zijn. Toen was dat simpelweg vanuit een sterke gedrevenheid om van betekenis te zijn, maar achteraf denk ik dat ik misschien toch ook de rol van redder zocht. Ik had mijn tante zo graag gegund dat zij haar eigenzinnige zelf mocht zijn, inclusief haar gepieker en somberheid.’
De diagnose kan ondermijnen Matthijssen ging werken in de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jeugdigen: ‘Werken volgens de regels van een diagnostisch handboek brengt het risico met zich mee dat we levensproblemen gaan beschouwen als individuele afwijkingen. Ik vind alle elementen van het systeem aandacht verdienen. Denk bijvoorbeeld aan de levensfase, ervaringen van ouders zelf, interactiepatronen in het gezin, enzovoort. Levensproblemen kunnen niet los van de levensgeschiedenis en de context begrepen worden.’
‘Werken volgens de regels van een diagnostisch handboek brengt het risico met zich mee dat we levensproblemen gaan beschouwen als individuele afwijkingen’ ‘De diagnose heeft als risico dat jongeren zichzelf gaan zien als “autist”, “depressief” of “borderliner”. Zo’n stempel kan jongeren in de weg zitten, omdat het de zelfontdekking en groei hindert die nodig zijn voor het bereiken van vitaliteit en veerkracht. Uiteindelijk hebben mensen hulp nodig om te ontdekken wat ze ten diepste drijft. Ze kunnen zich ontworstelen aan niet-helpende gewoontes.’
coachlink magazine
•9
Deze manier van kijken maakt de afstand tussen therapeut en cliënt minder groot. ‘Onder ACT-therapeuten is sprake van een gedeeld besef dat we veel problemen met onze cliënten delen. We worstelen met dezelfde vragen. Op enig moment kan een hulpverlener ook zelf weer hulp nodig hebben.’ Matthijssen zelf heeft als valkuil dat zij zichzelf kan affakkelen. ‘Ik heb een sombere inslag en kan me ontzettend verliezen in de vraag of ik wel goed genoeg ben. Mag ik er zijn indien ik niet helemaal voldoe aan het plaatje? Niet ACT, maar het zenboeddhisme heeft me als eerste geleerd daar wat luchtiger mee om te gaan. Ik leerde mijn gedachten te observeren, zonder erin te verdwijnen. Dit stopt het piekeren niet direct, maar het helpt deze gedachten te herkennen voor wat ze zijn. De gedachten zijn een riedeltje in mijn hoofd dat steeds opnieuw wordt afgespeeld. Ik denk nu eerder: daar ga je weer Denise. Ik neem mijn gedachten niet meer zo letterlijk en ga dingen doen om weer uit de groef te komen, zoals goed slapen, gezond eten of hardlopen. Ik probeer evenmin de ellende te vergeten door eindeloos te netflixen, maar laat in plaats daarvan mijn niethelpende denkgewoonte sneller los.’
'Op enig moment kan een hulpverlener ook zelf weer hulp nodig hebben.’ Een open, observerende blik om de innerlijke beleving te doorgronden, was niet alleen van groot belang voor Matthijssen als persoon, maar ook in haar werk. ‘Ik begeleidde ouders van kinderen en tieners met ontwikkelingsproblemen. Ik legde bijvoorbeeld uit dat het niet altijd helpt om afkeurend en te boos te reageren of dat het stellen van grenzen belangrijk is. Als je kinderen bijvoorbeeld voorleeft dat alles kan en mag, dan leren zij dat zij altijd het centrale middelpunt zijn met als complicatie dat zij geen frustraties leren verdragen. Het kind leert niet te delen noch op zijn beurt te wachten.’ ‘Een deel van de ouders heeft voldoende aan dit soort uitleg en adviezen. Zij passen hun opvoedingsstijl aan. Een ander deel beseft wel dat het niet werkt wat ze doen, maar vindt het desondanks lastig hun reacties te veranderen. Onder spanning vervallen ze ongewild toch weer in hun ingesleten gewoontes. Met deze ouders gebruiken we de technieken uit ACT. We bespreken met hen wat ze hun kind willen leren en wat 10 • c o a c h l i n k
magazine
voor soort rol zij willen spelen. Om hen te helpen vanuit deze gekozen rol te reageren, leren zij vaardigheden als zichzelf te observeren als ze overspoeld worden door negatieve gedachten en emoties. Op tijd herkennen dat je weer dezelfde mentale glijbaan op dreigt te gaan, geeft ouders ruimte om keuzes te maken waar ze bewust achterstaan. Ze stoppen de ingesleten gewoonten en leren op te voeden op een manier die overeenstemt met hun eigen waarden.’ ‘Een van de uitgangspunten van ACT is dat ons lijden wordt bepaald door onze gedachten te zien als waarheid. Je herkent gedachten voor wat ze zijn: ideeën, overtuigingen, beelden en verhalen gemaakt door de associatiemachine die je verstand nu eenmaal is. Je beschouwt je eigen gedachten van een afstandje, op een metaniveau. Je leert beseffen dat denken een uitstekend middel is als je problemen in de buitenwereld wil oplossen, maar dat het denken geen oplossing biedt voor de uitdagingen van de binnenwereld.’
Een breed publiek De ouderbegeleiding met de uitgangspunten van ACT werkte zo goed, dat Matthijssen hier meer mee wilde doen voor ouders, gezinnen en jongeren. ‘Ik ben begonnen een werkboek te maken en ik ontdekte dat ik ondanks mijn dyslexie de gave heb dingen eenvoudig en toegankelijk op te schrijven. Na
anderhalf jaar waanzinnig veel stress, heb ik met hulp van collega’s een bruikbare structuur gevonden. De eerste uitgever aan wie ik de tekst voorlegde, had meteen belangstelling en inmiddels zijn er duizenden exemplaren van het boek ACTief opvoeden verkocht. Hiermee heb ik de manier gevonden om anderen te begeleiden, die ik als jong meisje onbewust had gezocht. Ik wilde niet iemand zijn die anderen vertelt hoe het moet, maar iemand die met humor en ervaring naast de ander staat en op voet van gelijkwaardigheid mensen helpt moeilijke situaties te doorstaan. Samen creëren we de psychologische flexibiliteit waarmee je uitdagingen het hoofd kan bieden.’
Vind je eigen weg Matthijssen beschrijft in haar boek ACT your way hoe jongvolwassenen hun innerlijke kompas kunnen ontwikkelen. ‘Een deel van de jongeren loopt vast in de stap naar volwassenheid. Het lukt ze niet voldoende zelfstandig te worden of een eigen identiteit te ontwikkelen. Ze staan voor keuzes omtrent opleiding, vriendschappen en de zorg voor hun eigen gezondheid. Ze zoeken een zinvolle invulling voor hun leven. Zulke keuzes zijn moeilijk te maken, vooral als je de lat voor jezelf erg hoog legt of als je de neiging hebt om lastige emoties te omzeilen door vermijding of bijvoorbeeld verslavingsgedrag. Jonge-
Denise Matthijssen is sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en systeemtherapeut en werkzaam binnen de Kinder- en Jeugd-GGZ. In 2008 kwam ze door een workshop bij Ando Rokx, en later bij Steven Hayes, in aanraking met ACT. Samen met een collega heeft ze de ACT-cursus voor ouders ACTief opvoeden ontwikkeld. In 2015 schreef ze het werkboek voor gezinnen op basis van ACT, Samen ACTief in je gezin. Matthijssen geeft trainingen in het werken met ACT in de begeleiding van ouders/gezinnen en jongeren, voor coaches en therapeuten. 8 juni verschijnt haar nieuwe boek Act in Balans. Namens Boom Psychologie mogen we drie exemplaren weggeven van Act in Balans. Kans maken? Mail voor 1 september 2021 naar win@coachlink.nl.
ren die nog onvoldoende vaardigheden hebben in het omgaan met hun gedachten en gevoelens, lopen het risico zich vast te draaien in gewoonten waar ze zelf niet blij van worden. Misschien trekken ze zich terug door sociale angst of werken ze te hard vanuit onzekerheid.’
‘Uiteindelijk wil iedereen een waardevol en zinvol leven’ ‘ACT kan jongeren meer perspectief geven, door hen te laten inzien dat ze geen speelbal van hun binnenwereld zijn, maar dat ze zelf richting kunnen geven aan hun leven. Op sociale media zien jongeren te vaak het ideale plaatje, dan helpt het als zij zich realiseren dat zij zelf voor de keuze staan om zich hierdoor te laten meeslepen. We leren ze meer te doen wat ze zelf willen.’ ‘Uiteindelijk wil iedereen een waardevol en zinvol leven,’ zegt Matthijssen, terwijl ze in de lach schiet. ‘Klinkt dit niet teveel als een zendeling? Soms denk ik dat mijn uitspraken zo uit de bijbel hadden kunnen komen.’ Maar als ze een zendeling is, is het er wel een die veel oog blijft houden voor menselijke worstelingen. ACT is een hulpmiddel om in tijden waarin alles kan, je te focussen op wat jij wil en niet op de verwachtingen van anderen of de heersende moraal waarin het een verplichting lijkt om succesvol te zijn. Als jongeren zichzelf die druk opleggen, dan lopen ze het risico zichzelf kwijt te raken. ACT helpt je je te realiseren dat ongemakkelijke emoties bij het leven horen en dat je die kan leren te verdragen, zodat je op een gegeven moment gewoon doet waar je blij van wordt.’
Jong geleerd De rode draad in de loopbaan van Matthijssen is dat zij stroomafwaarts is begonnen, namelijk bij de gezinnen die behoorlijk zijn vastgelopen en te maken krijgen met de specialistische geestelijke gezondheidszorg. ‘Ik ben langzaam opgeschoven naar werk waarbij ik probeer bij te sturen op momenten dat het patroon minder is vastgeroest. Ik denk dat ik zo veel leed kan voorkomen. Ik probeer mensen uit de zorg weg te houden, door ze al in een vroeg stadium te helpen bewust keuzes te maken. Wie het lukt op eigen manier zinvol en waardevol te zijn, heeft vaker een bruisend gevoel van energie en tevredenheid en heeft minder last van een moe en ontevreden gevoel. ACT houdt vitaal, coachlink magazine
• 11
Inzicht in effectiviteit van coaching met de NOBCO Coaching Monitor! C
e ag r ort ito pp n ra Mo ld ee ing orb ch Vo oa
Rapportage coachtraject
Jager
Support
JC 020
Vertrouwelijk C oaching
8. Psychologische basisbehoeftes Autonomie De vrijheid en bevoegdheid om zelf te kunnen handelen.
C oaching
Supportcoaching 020 Coach JP. Janszen
Meting
21
Verbondenheid Het gevoel veilig en hecht contact te hebben met anderen om ons heen.
49
-
2
35 -
3 4
Competentie Het benutten van zijn of haar eigen capaciteiten en effectief te zijn in de interacties met de buitenwereld.
Resultaat meting
Score
1
min. score 7 0%
max. score 49 100%
min. score 7 0%
max. score 49 100%
min. score 7 0%
max. score 49 100%
21
28
1
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
49
-
2
34 -
3 4
1
28
15
2
49
39 -
3 4
15
Toelichting: Elk mens streeft er naar om de eigen psychologische basisbehoeftes te vervullen. Hoe hoger de score op een basisbehoefte, des te meer deze is vervuld. Deze vragenlijst is op meetmoment 1 en 3 afgenomen.
9. Evaluatie door cliënt
Rapportage coachtraject de heer P.R. de Jong Periode september 2014 – maart 2015
Jager
Support
JC 020 C oaching
Support Coaching 020 Coach JP. Janszen
C oaching
Antwoord
1. Ik had twijfels over wat we probeerden te bereiken.
Neutraal
2. Mijn coach en ik hebben een goed inzicht ontwikkeld in het soort veranderingen dat goed voor mij zou zijn.
Enigszins eens
3. Er was overeenstemming tussen mij en mijn coach over wat voor mij belangrijk was om aan te werken.
eens
4. Ik kon in grote mate zelfstandig bepalen hoe mijn coachtraject zou verlopen.
eens
5. Ik was zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de bijeenkomsten tijdens de coaching.
zeer mee eens
6. Ik had veel vrijheid om invulling te geven aan het traject.
eens
7. In mijn coachtraject was ik zelf de baas.
eens
8. Mijn coach heeft mij goed geholpen mijn doelen vorm te geven.
zeer mee eens
9. Door de hulp van mijn coach werden mijn doelen gedurende het traject steeds duidelijker.
zeer mee eens
10. Ik geef het totale coachtraject het eindcijfer (op een schaal van 1 tot 10)
8
11. Ik geef mijn coach het rapportcijfer (op een schaal van 1 tot 10)
8,5
Vertrouwelijk
Dit document is gegenereerd via de Coaching Monitor, een instrument van de Nederlandse Orde van Beroepscoaches | www.nobco.nl
9/10
Vraagt jouw opdrachtgever steeds vaker naar het rendement van jouw coachtrajecten? Streef jij continu naar kwaliteitsverbetering? De NOBCO Coaching Monitor helpt om je coachtrajecten objectief en eenvoudig te evalueren! Want de Coaching Monitor: • geeft inzicht in de voortgang van een coachtraject • biedt de mogelijkheid om tijdig bij te sturen • biedt 360-graden feedback en peer-evaluaties • levert een visuele eindrapportage van de behaalde resultaten • is eenvoudig in gebruik, goed beveiligd en 24/7 online beschikbaar En weet je dat NOBCO-coaches gratis toegang hebben tot deze professionele tool? Voor meer info of aanmelden: www.nobco.nl/caochingmonitor
12 • c o a c h l i n k
magazine
omdat het insteekt op de veerkracht en het aanpassingsvermogen van mensen. Hiermee kunnen mensen telkens weer de balans vinden die bij dat moment past.’
meed ik en ik had daardoor ook nooit conflicten. Ik paste me aan. Soms doe je dingen die je eigenlijk niet wil doen, maar onderken je nog onvoldoende wat nodig is voor verandering.’
‘Voor de jongeren op de drempel naar volwassenheid geldt bijvoorbeeld dat zij een evenwicht moeten vinden tussen dingen aangaan en ontspanning. Wie alleen het “lang leve de lol” omarmt, ontspant zich teveel en komt niet aan volwassen worden toe. En volwassenen die louter de ernst zien en alleen maar doen wat moet, lopen het risico uit balans te raken en het contact met de eigen energiebronnen te verliezen. Leven vanuit de verplichting succesvol te zijn of te voldoen aan een plaatje kan mensen aardig in de weg zitten.’
‘Ik worstel nog steeds wel eens met zulke gedachten, maar ik realiseer me nu beter dat de realiteit minder zwart-wit is dan de oordelende gedachten. Intussen heb ik ervaren dat ik zowel eigenzinnig kan zijn als verbonden met anderen. Ik werk nu aan een boek voor liefdesrelaties, ACT4love, vanuit mijn ervaring met relatie- en gezinstherapie.’
De persoonlijke groei die nodig is om te worden wie je bent en wilt zijn, blijft ook met ACT iets wat tijd en energie kost. Matthijssen: ‘Ik leg net als mijn tante de lat hoog, maar had in tegenstelling tot haar de mazzel dat ik goede hulp kreeg. Ik durfde echter heel lang mijn eigenzinnigheid geen ruimte te geven, uit angst dat ik relaties en erkenning zou verliezen. Ik ben dertig jaar lang iemand geweest die faalangst had. Confrontaties ver-
‘Tegenwoordig durf ik er meer te zijn. Ik geef opleidingen en trainingen, schrijf boeken en spreek me uit. Ik realiseer me dat ik dan soms mensen “verlies” omdat we een andere visie hebben, maar ik laat me daardoor niet meer tegenhouden. Ik ben bereid het risico te lopen dat ik in de steek wordt gelaten en ben bereid het gevoel tekort te schieten te verdragen. Als ik me niet laat verleiden door het idee dat ik steeds controle moet houden, hoef ik mezelf niet te verloochenen. Ik leef zoals ik graag wil zijn, niet zoals het zou moeten.’
coachlink magazine
• 13
Goed is goed genoe
14 • c o a c h l i n k
magazine
lex mulder
Vitaliteit, daar kan je niet tegen zijn. Als individu niet, als gemeenschap niet, als coach niet. Voor veel mensen heeft hun gezondheid en hun welbevinden hoge prioriteit. Het is begrijpelijk dat dit thema ook de coachwereld bezighoudt, want veel mensen wenden zich tot een coach met vragen over vitaliteit. Gezien die groeiende vraag is het volgens Lex Mulder nodig om stil te staan bij hoe coaches hiermee kunnen omgaan.
I
n mijn boeken Speels coachen en Trainen zonder zaaltjesleed benadrukte ik het uitgangspunt: intervenieer zou diep als noodzakelijk, houd het zo licht als mogelijk. Vanuit het idee dat vraagstukken van onze coachees niet nodeloos zwaar geproblematiseerd hoeven te worden. Dat uitgangspunt werkte ik uit door een speelse en ervaringsgerichte aanpak in coaching en training te beschrijven. Nu het thema vitaliteit aan de orde is, wil ik daaraan een ander uitgangspunt toevoegen. Een uitgangspunt dat verwijst naar de doelstelling van coachtrajecten. Moeten we mikken op steeds meer en beter, of is goed goed genoeg? Met deze vraag kunnen we er niet omheen om niet alleen te kijken naar de diepte van onze interventies, maar ook naar de breedte ervan. Richt ik me alleen op de individuele client, of kijk ik ook naar diens omgeving? Ik verduidelijk het belang van de context, de omgeving in relatie tot de doelstelling van een coachtraject door vier mogelijke aanpakken te beschrijven.
voeding, eten en drinken. Is dat een domein?’ Pieter beaamt en schrijft dat op. Er komen meerdere categorieën op het bord te staan: bewegen, zelfzorg, sociale contacten, balans werk-privé. Vervolgens bekijken we welke veranderingen er mogelijk en wenselijk zijn op de domeinen. Pieter maakt bijvoorbeeld met zichzelf de afspraak dat hij, zolang de coronabeperkingen duren en hij niet naar de sportschool kan, minstens drie keer per week gaat hardlopen. We bespreken nog even welke valkuilen hij denkt tegen te komen bij de uitvoering van zijn plannen, maar daar is hij optimistisch over. Een goed resultaat van deze coachsessie. Voor sommige cliënten is hiermee de kous af. Voor hen: Houd het licht, graaf niet dieper, kijk niet verder. Maar niet voor deze Pieter.
Richt ik me alleen op de individuele cliënt, of kijk ik ook naar diens omgeving?
Pieter Pieter zit tegenover me. Hij is niet tevreden met zichzelf. ‘Ik ben te zwaar, eet niet goed, verzorg me niet voldoende, drink te veel. En door corona kan ik al een tijdje niet naar de sportschool, ik voel me slonzig en niet erg vitaal.’ Ik zie een gezond ogende, goed uitziende dertigjarige man. Keurig in het pak, netjes verzorgd. Maar ik heb geleerd dit soort uitspraken niet tegen te spreken. Positieve affirmaties werken alleen bij mensen die een positief zelfbeeld hebben en hebben een averechtse uitwerking op mensen die er een laag zelfbeeld op na houden. Vooralsnog is dit de realiteit waar hij in gelooft.
1 De individuele, lichte benadering We lopen naar de flip-over. ‘Laten we dan eens kijken op welke domeinen van het leven je dingen kan veranderen. We kunnen, als het om vitaliteit gaat, een aantal domeinen onderzoeken. Wil je die op de flip-over zetten? Je had het daarnet over
2 De individuele benadering, minder oppervlakkig Pieter heeft een lijst zelfgegeven opdrachten. Hij weet wat hem te doen staat. Dat is fijn, hij houdt van uitdagingen. Alleen: uitdagingen waren precies de reden waarom hij aanvankelijk bij mij in coaching kwam. Duidelijker gezegd: hij was bijna burn-out. Afgemat omdat hij te veel hooi op zijn vork nam, de lat steeds hoger legde. Ambitie, presteren, perfectionisme. En een interne criticus die hem bij de minste geringste misstap bij de les hield. De meeste coaches en therapeuten zijn individueel georiënteerd. Ik, opgeleid als een klassieke psychotherapeut, van oorsprong ook. Zij zoeken de oorzaak van waarom mensen zo geworden zijn als ze zijn in het verleden. Opvoeding, school en verdere socialisatie. Pieters ouders waren kleine zelfstandigen. Zij werkten hard, niets was hun te veel. Ook in de opvoeding coachlink magazine
• 15
van hun kinderen. ‘Zorg voor jezelf, een ander doet het niet’ was hun lijfspreuk. Voordat Pieter in deze sessie kwam met het thema vitaliteit hebben we gekeken hoe zijn interne systeem, deels gevormd in zijn jeugd, hem op de rand van burn-out bracht. Hij leerde – zonder al te veel schuldgevoel – in zijn werk grenzen te stellen, nee te zeggen en zelfs ruimte te maken voor vrije tijd. De strijd met zijn werkethos is hij aangegaan en hij heeft daar de broodnodige slagen in gemaakt. Maar nu lijkt het erop, misschien ook door het thuiswerken in coronatijd, dat zijn werkethos – ambitie, perfectionisme, presteren – een nieuw jachtgebied heeft gevonden: vitaliteit. Ik denk dus dat ik er goed aan doe het niet alleen maar te houden bij benadering 1. Want voordat hij het weet raakt Pieter, paradoxaal genoeg, opnieuw bijna burn-out door zijn pogingen zo vitaal mogelijk te worden. Ik moet met hem opnieuw kijken hoe zijn interne systeem hem aanstuurt. Met als belangrijkste vraag: wat wil hij, wat moet hij, wat mag hij van zichzelf op het domein van zelfzorg? Ook in deze benadering focussen we uitsluitend op Pieters individuele zelf. En, opnieuw, voor sommige Pieters is dat voldoende. Maar voor sommigen ook niet.
3 De brede benadering Het was, toen wij ons in vorige sessies bezig hielden met Pieters houding ten opzichte van zijn werk, duidelijk dat zijn werkomgeving een grote invloed heeft op zijn continue streven naar meer en beter. Niet geheel toevallig (soort zoekt soort) is hij terechtgekomen in een organisatie die presteren en targets halen hoog in het vaandel heeft staan en waar perfectie de norm is. Die organisatie is niet te veranderen, althans niet door Pieter en mij. Wel moesten we duidelijk krijgen hoe de vanzelfsprekende verwachtingen van zijn werkomgeving moeiteloos aansluiten bij Pieters interne systeem. Het externe systeem van de organisatie en Pieters interne systeem versterken elkaar. Concreet bespraken we waar en met wie hij grenzen ging stellen en hoe hij zich kon wapenen tegen de verleidingen van het systeem. Dat kon, omdat de ‘verleidelijke vijand’ in zijn werksituatie duidelijk in beeld was.
4 De nog iets bredere benadering Die vijand was duidelijk. Maar de vijand is veel minder duidelijk als we nog iets verder kijken dan Pieters directe werkomgeving. Als we kijken naar de ons omringende maatschappelijke realiteit. En dat is voor het thema vitaliteit nodig. Als zelfacceptatie tenminste ook hoort bij vitaliteit. 16 • c o a c h l i n k
magazine
Pieter heeft niet door hoe hij onbewust beïnvloed wordt door een aantal maatschappelijke vanzelfsprekendheden. Hoe hij beïnvloed wordt door waarden die zo gewoon zijn dat ze niet eens meer opvallen. Hij, maar ook wij met zijn allen, zijn ons nauwelijks bewust dat we ons laten leiden door een aantal onontkoombare eisen: ‘Jij en jij alleen bent verantwoordelijk voor maatschappelijk succes.’ ‘Een individu moet op alle domeinen van het leven uitstekend zijn: financieel, sociaal, qua uiterlijk, qua gezondheid.’ Kortom: ‘wees succesvol, wees sterk, wees gezond, wees evenwichtig, wees mooi.’ En dat alles is maakbaar.
De meeste coaches zoeken de oorzaak van waarom mensen zo geworden zijn in het verleden Marktwerking en individualisme Onnodig te zeggen dat deze vanzelfsprekendheden feilloos opgepikt worden door onze Interne Critici. Die vertalen ze moeiteloos in allerlei ver- en geboden. Ik ben een bewonderaar van Paul Verhaeghe en Dirk de Wachter. Deze Vlaamse auteurs brengen de sociale psychologie en sociale psychiatrie terug naar de plaats die ze verdienen: in de gesprekken over hoe wij als individuen gevormd worden. Hoe en waarom we de keuzes maken die we maken: niet alleen door onze opvoeding en geschiedenis, niet alleen door de interactie met onze directe persoonlijke en werkomgeving. Maar ook door de interactie met de maatschappij. In de literatuurlijst vind je een aantal lezenswaardige boeken van hun hand. In Nederland, in de westerse wereld, hebben we (nog steeds) te maken met het neoliberale gedachtegoed. De pijlers daarvan zijn marktwerking en individualisme:1 • Marktwerking: Vitaliteit is een te vermarkten product geworden. Het is niet meer voor je plezier naar de sportschool gaan. Of een simpel besluit nemen om vegetarisch te gaan eten, te stoppen met roken of minder te drinken en vervol-
1 Ik kan in dit korte artikeltje niet dieper ingaan op het neoliberalismeparadigma. Zie daarvoor bijvoorbeeld Onmacht in samenleving en organisatie (2020) van Leike van Oss en Jaap van ’t Hek.
gens tevreden zijn met de manier waarop je goed voor jezelf zorgt. Nee, zelfzorg en vitaliteit is een markt geworden. • Individualisme: Als individu heb je dus de dure plicht om te beantwoorden aan de collectieve eis (let op de paradox!) dat je goed voor jezelf moet zorgen. Vitaliteit wordt presteren. Zelfzorg komt in het rijtje van te behalen targets. Naast presteren als young potential op het werk. Naast presteren in vriendschappen, als partner, in de seks, als ouder. Gelukkig en gezond zijn wordt presteren. (Lees over geluk en ongeluk Dirk de Wachter, De kunst van het ongelukkig zijn (2019).)
Ik heb het idee dat je probeert te beantwoorden aan allerlei beelden over hoe je moet zijn Hoe je moet leven Hoe dit te vertalen als Pieter mij vertelt dat hij zichzelf slonzig vindt en weinig vitaal? Ik ga een béétje dwarsliggen: ‘Pieter, ik heb je leren kennen als iemand die nogal hoge eisen aan zichzelf stelt. We hebben eerder besproken dat dit deels te verklaren is vanuit je opvoeding en vanuit de druk die de organisatie op je legt. Maar ik denk dat dat slechts de helft van de verklaring is. Ik heb het idee dat je, zonder dat je er erg in hebt, probeert te beantwoorden aan allerlei beelden over hoe je moet zijn, hoe je moet leven, hoe je eruit moet zien. Beelden die de ons omringende maatschappij je opdringt. Door influencers, via sociale media en glossy’s. En jouw perfectionistische, resultaatgerichte kant is heel gevoelig voor die appèls.’ Hij moet even wennen aan het idee, maar stemt toe: ‘Ja, af en toe denk ik ook weleens, waar is het einde, voor wie doe ik dit eigenlijk allemaal? De laatste tien jaar krijg ik alleen maar complimenten van mijn ouders, ze vinden ook dat ik eigenlijk te streng voor mezelf ben.’ Op welke manier je als begeleider dit thema met je coachee bespreekbaar en inzichtelijk maakt, is natuurlijk afhankelijk van je theoretische achtergrond en stijl van coachen. Ik heb de werkvorm ‘De buitenwereld en ik’ hiervoor bedacht. De eenvoudigste versie daarvan is de volgende:
Pieter zit op zijn stoel, daartegenover zet ik drie stoelen. ‘Deze drie stoelen representeren de buitenwereld. Ik ga je straks vragen om achtereenvolgens op die stoelen te gaan zitten, te proberen je te vereenzelvigen met de appèls die de buitenwereld op je doet. Daarna ga ik op die stoelen zitten en herhaal ik dat wat jij gezegd hebt. En dan kan jij, op je eigen plaats, daarop reageren.’ Pieter, op die stoelen: ‘Jij moet minstens drie keer, maar liever vijf keer naar de sportschool. Je merkt dat je geen twintig mee bent. Geen chips meer tijdens dat bingewatchen. Houd sowieso op met series kijken.’ En, een onverwachte, Pieter verbaast zichzelf: ‘Je wordt kaal man. Na corona ga je naar de haartransplantatiekliniek.’ En zo wat meer. Ik stop hem, want ik had beloofd te herhalen wat hij zegt en meer kan ik niet onthouden. Pieter gaat op zijn eigen stoel zitten en ik herhaal wat hij gezegd heeft. Met stijgende verbazing hoort hij zichzelf aan: ‘Confronterend hoor, al die eisen.’ En dan vraag ik hem om zo helder mogelijk bewuste keuzes te maken: welke eisen vindt hij terecht en welke niet? Eén reactie: ‘Ik geloof dat ik me niet zo veel zorgen ga maken over mijn gewicht. Mijn BMI is dik in orde.’ De bedoeling van dit artikeltje is om je te verleiden af en toe verder te gaan dan de individuele benadering. Als zelfacceptatie ook een aspect is van vitaliteit, dan is het waardevol je cliënten te verleiden hun virtuele Delfts blauwe tegeltjes ‘Haal het Beste uit Jezelf’ en ‘Worden wie je Bent’ te vervangen door bijvoorbeeld: ‘Goed is Goed Genoeg’.
Literatuur • De Wachter, D. (2011). Borderline Times, het einde van de normaliteit. Leuven: Lannoo Campus. • De Wachter, D. (2019). De kunst van het ongelukkig zijn. Leuven: Lannoo Campus. • Mulder, L. (2011). Speels Coachen: Actief Coachen met Voice Dialogue en Psychodrama. Zaltbommel: Thema. • Mulder, L. (2020). Trainen zonder zaaltjesleed, Speels en ervaringsgericht werken met groepen. Amsterdam: Boom. • Oss, Leike van & Hek, Jaap van ‘t (2020). Onmacht in samenleving en organisaties. Amsterdam: Boom. • Verhaeghe, P. (2013). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij. • Verhaeghe, P. (2018). Intimiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
coachlink magazine
• 17
Hour of Fun bereikt verrassende diepgang
18 • c o a c h l i n k
magazine
patrick heller
In het pre-corona tijdperk prikten we met onze teams als vanzelf momenten om samen de gedachten te verzetten en even niet te denken aan het onderhanden werk om zodoende onze batterijen weer op te laden. Maar door corona is daar flink de klad in gekomen. Patrick Heller over de creatieve oplossingen die zijn team vitaal houden.
I
edereen werkt vanachter de laptop op de zolder- of huiskamer en de online meetings zijn zo kort mogelijk en erg to-the-point. Op zich is dat laatste niet zo erg, maar de informele praatjes bij binnenkomst met een warme beker koffie in de hand in de zoveelste vergaderruimte worden meer gemist dan we ooit hadden kunnen vermoeden. Toch zijn er ook inventieve nieuwe manieren gevonden om teamleden dichter bij elkaar te laten komen, zelfs zodanig emotioneel inspirerend dat er blijvertjes tussen zitten.
Kunnen ze tegen hun verlies, of worden ze chagrijnig? Als coach binnen veelal grote organisaties wist ik heel goed hoe belangrijk het maken van informele verbinding is voor het formele functioneren van teams. Mensen werken niet als robots en dat is maar goed ook. Onze inventiviteit is onze kracht en die kunnen we stimuleren. Vanuit de psychologie is al jaren bekend dat een relaxte en speelse mindset een reële positieve invloed hebben op ons probleemoplossend vermogen. In tegenstelling tot in voorgaande eeuwen zal iedere moderne coach de praatjes bij de koffieautomaat waarderen en stimuleren, want daar worden de nuttigste verbindingen gelegd en de mooiste oplossingen bedacht. Er wordt daar ook gepraat over het weekend, de kinderen, die nieuwe Netflix-serie, en over de vakantieplannen. Juist die persoonlijke voorliefdes en smaken zorgen voor een mentale verbinding tussen de teamleden die ertoe leidt dat men elkaar eenvoudiger accepteert en respecteert. Die twee aspecten, acceptatie en respect, zorgen ervoor dat mensen zich op hun gemak voelen binnen een groep. Als je je op je gemak voelt, gaan je prestaties omhoog, zo heeft menig onderzoek uitgewezen.
En toen kwam corona... De komst van het virus en de bijbehorende noodzakelijke maatregelen gooiden plots flink wat roet in het eten. Geen praatjes bij de koffieautomaat meer. Geen rake opmerkingen tijdens het werken die iedereen in de lach doen schieten. Niet meer samen naar de auto wandelen en nog even nakletsen. Ik merkte in de eerste weken dat vele collega-coaches net als ik erg op zoek waren naar alternatieven om de verbinding te behouden tussen de mensen. De online koffiemomenten en de online vrijmibo werden snel uitgevonden. Ook de online pubquizzen kwamen spoedig voorbij. Soms werken deze kunstmiddelen en meestal maar gedeeltelijk – het is tenslotte toch niet hetzelfde. Naast het bekende ‘je staat op mute’ en de soms slechte internetverbindingen zijn deze sessies strak ingepland, wat een stuk spontaniteit wegneemt. Nu we inmiddels ruim een jaar verder zijn, heb ik wel wat verrassende ontdekkingen gedaan die een positievere mentale invloed hebben dan eerder genoemde online opties. Samen met mijn collega-coaches van Adaptif organiseren we sinds een aantal maanden een reguliere game night, waarbij we online bordspellen spelen. Dit geeft wat meer inzicht in het karakter van je collega’s dan bijvoorbeeld een pubquiz. Zeker als het spel niet afhankelijk is van pure willekeur, maar een mate van samenwerking vergt, zie je meer van je collega’s terug in de beslissingen die ze nemen. Gaan ze voor de overwinning no matter what, of helpen ze een minder vlotte collega erdoorheen? Kunnen ze tegen hun verlies, of worden ze chagrijnig? Het zijn leuke karaktertrekjes om te ontdekken, en wellicht ook heel nuttig om te weten in toekomstige werksituaties.
De grote verrassing Bij mijn huidige klant ben ik gestart toen corona de wereld al in haar greep had. Enkele teamleden en ik realiseerden ons afgelopen week ineens nog dat we elkaar nog nooit fysiek hebben ontmoet, terwijl dat toch niet zo voelt. Toen ik begon met coachlink magazine
• 19
coachen was er al een nieuwe traditie ontstaan door iedere twee a drie weken een online Hour of Fun te organiseren die was voortgekomen uit reguliere fysieke teamuitjes. Die traditie hebben we voortgezet en door de maanden heen heeft het Hour of Fun steeds meer een emotionele diepgang gekregen, wat door de teamleden voelbaar wordt gewaardeerd. Ze kijken ernaar uit en tijdens het uurtje plezier wordt flink gelachen, gepraat en doorgevraagd. Je merkt dat de mensen dit meedragen in de rest van het werk, het onderlinge vertrouwen is erg groot. Tijdens de retrospectives, de reguliere terugblikken die voornamelijk gaan over het (verbeteren van) de werkprocessen, worden steevast de goede samenwerking en de fijne teamspirit genoemd als grote pluspunten. Ik had van tevoren niet kunnen bedenken dat deze uurtjes zoveel positiefs zouden bijdragen aan het emotionele welzijn van de teamleden.
Hour of Fun Wat doen we dan, in die Hours of Fun? Voor mijn entree als coach lagen de formats in het verlengde van de voormalige fysieke uitjes, bijvoorbeeld online games als Pictionary spelen. De spellen gaven – net als de game nights van mij en mijn collega-coaches – plezier en nuttige inkijkjes in het denken van collega-teamleden. Ik heb het format van het Hour of Fun aangepast naar vormen die nog meer een persoonlijke input vragen van de teamleden.
Laten we wel wezen, wanneer krijg je dat nou te zien en te horen op deze manier? Zo heb ik teamleden gevraagd hun lievelingsliedje op YouTube op te zoeken en mij de link te sturen. Tijdens het Hour of Funuurtje liet ik dan eerst een liedje horen, voordat de rest mocht raden wiens lievelingsliedje dit was. Nu moet je weten dat ik bij mijn huidige klant twee teams coach, en dat bij beide teams minstens de helft van de teamleden uit India komt, en sommigen daar op dit moment ook verblijven. Dit zorgt voor een heel divers scala aan liedjes, tot grote hilariteit onder de teamleden. India is meer een continent dan een land. De verschillende
20 • c o a c h l i n k
magazine
provincies zijn zo groot als een Europees land en qua taal, cultuur en gewoontes verschillen de provincies soms net zoveel van elkaar als landen hier in Europa. Deze verschillen komen mooi naar voren doordat iemand een liedje heeft gekozen in een bepaalde taal die andere teamleden uit India niet machtig zijn. Normaal gesproken komt dit nooit ter sprake omdat iedereen continu Engels spreekt op de (online) werkvloer. Je ziet dat mensen extra trots vertellen over hun lievelingslied, omdat het ook iets vertelt over hun achtergrond. Anderen luisteren aandachtig omdat ze juist zo geïnteresseerd zijn in het verhaal achter de collega die ze in sommige gevallen al tijdenlang als teamgenoot hebben, maar nog nooit zo gepassioneerd hebben horen vertellen. Diverse formats zijn inmiddels de revu gepasseerd, waaronder favoriete cartoons en kunst die ze mooi vinden. Bij het raden is het soms heel erg duidelijk wiens favoriet het is, maar vaak wordt de verkeerde teamgenoot aangewezen. Des te interessanter is de motivatie voor de keuze en des meer blijft dit hangen bij de rest van het team. Een van de mooiste Hours of Fun hebben we gehad toen ik iedereen had gevraagd tijdens de dagelijkse wandeling een selfie te maken in de directe omgeving – of iemand anders een foto van hen te laten maken. Dit keer niet raden wie het was, maar wel een mooie omschrijving door iedereen van hun persoonlijke dagelijkse leefomgeving. Laten we wel wezen, wanneer krijg je dat nou te zien en te horen op deze manier? Ook in niet-corona-tijden kom je zelden veel te weten over waar iemand woont en leeft. Zeker in teams zo divers als die ik nu coach is het heel mooi om al die persoonlijke verhalen te zien en te horen. Ook de vragen die gesteld worden aan elkaar tonen de onderlinge interesse, acceptatie en respect. Het vertrouwen wat zo wordt opgebouwd komt de teamspirit en het emotionele welbehagen van de mensen heel veel ten goede.
Blijvertje Het moge duidelijk zijn dat ook als de corona-maatregelen ten einde komen, ik de Hour of Fun-formats erin zal houden. Ik heb er geen twijfel over dat de toekomstige koffieautomaatpraatjes positief beïnvloed gaan worden door de diepgang van de Hours of Fun. Ik kijk er nu al naar uit.
Vitaal aan het werk blijven vanuit zelfregie
andries scherpenzeel
Hoe kan je juist nu jouw eigen regie in je leven vergroten om te groeien en tot bloei te komen? Andries Scherpenzeel gebruikt hiervoor het Zelfregiemodel, voor zo veel mogelijk invloed op je eigen leven.
coachlink magazine
• 21
I
n ons leven zijn we vaak druk en gehaast, zowel in ons werk als in ons privéleven. Je kan je druk maken over wat je overkomt of om wat een ander je aandoet. Je kan worden overvraagd, mensen kunnen over je grenzen heen gaan of je vindt het zelf lastig om je grenzen aan te geven. Het kan zijn dat je je niet gezien, gehoord of begrepen voelt. Een derde van de professionals tussen 25 en 45 jaar geeft aan te weinig voldoening uit hun werk te halen. De huidige tijd van verandering en onzekerheid is een kans om als professional te leren hiermee om te gaan. Hoe kan je juist nu jouw eigen regie in je leven vergroten om te groeien en tot bloei te komen?
Behoefte Zelf merkte ik rond mijn dertigste dat ik meer behoefte kreeg aan regie. Als maatschappelijk werker was ik voortdurend op zoek naar meer zelfregie en naar de balans tussen werk en privé. Deze behoefte en zoektocht waren voor mij een van de drijfveren om een eigen bureau voor coaching en training te starten om mensen te begeleiden in het vergroten van hun zelfregie. Ik heb hiervoor diverse scholing gevolgd, zoals ontwikkelingsgericht coachen bij Rudy Vandamme en de masteropleiding begeleidingskunde. Nu heb ik naast een parttime functie in het hoger onderwijs, alweer bijna 30 jaar mijn eigen bureau. Hier houd ik me voornamelijk bezig met mijn passie, waardoor ik tot mijn recht kom en zo een bijdrage weet te leveren aan een groter geheel. Ik heb hiervoor het Zelfregiemodel uitgewerkt, dat ik toepas en deel met iedereen die ook meer regie in zijn leven en werk wil.
Als coach grijp je alleen in waar het nodig is Zelfregie Bij zelfregie gaat het erom dat iemand zo veel mogelijk invloed heeft op zijn eigen leven. Zelf verantwoordelijk zijn voor de keuzes die je in je leven maakt en zelf bepalen hoe je je leven wilt invullen. Het gaat om het zelf bepalen, ook als je hierbij steun van anderen bij nodig hebt. Door als coach te werken vanuit zelfregie ondersteun je mensen in het zo veel mogelijk zelf bepalen en je grijpt alleen in als dat nodig is (Brink & Poll, 2012) De pijlers van het Zelfregiemodel zijn: visie, missie, kwaliteit, eigenaarschap, drijfveren. Hieronder laat ik je per onderdeel zien waar het model uit bestaat en hoe dit voor mij werkt. 22 • c o a c h l i n k
magazine
Visie, waar ik voor sta is GOED Bij visie gaat het erom wat voor jou als persoon belangrijk is. Wanneer je weet wat jij belangrijk vindt, kun je dit omzetten in een concreet beeld van wat je wilt bereiken. Door je visie te formuleren zul je zien dat het makkelijker wordt om te bepalen waarbij je wel of niet betrokken wilt zijn en waarop je invloed wilt hebben. Een visie formuleer je kort en bondig in een aantal kernwaarden. Voor mij zijn gelijkwaardigheid, oprechtheid, engagement en duurzaamheid belangrijke kernwaarden om vanuit te leven en te werken. Om mijn kernwaarden te onthouden, heb ik een ezelsbruggetje: de eerste letters vormen samen het woord goed. Wanneer ik keuzes maak in het alledaagse leven, maar ook op cruciale momenten, neem ik deze waarden mee. Ik kan zo mijn besluit toetsen aan mijn kernwaarden (of het goed is). Bewust zijn van waar ik voor sta, voelt als mijn fundament. Hierdoor sta ik stevig en kan ik mijn keuzes verantwoorden. Als iemand mij bijvoorbeeld overrulet, word ik geraakt in de kernwaarde gelijkwaardigheid. Dan is het aan mij om hier de regie in te pakken.
Missie, waar ga ik voor? Een missie komt voort uit een visie. Bij missie gaat het om waar je voor gaat vanuit je waarden. Je missie kan als kompas dienen bij het maken van bepaalde keuzes in je leven (Smeekes, 2015). Tijdens begeleidingstrajecten zie ik mensen vastlopen in hun opleiding, werk of privéleven. Ze maken wel plannen, maar vaak blijft het daarbij. Ze doen een poging, maar stoppen bij de hindernissen die ze onderweg tegenkomen. Wat voor mij echt werkt, is als ik een duidelijk doel voor ogen heb en mij hierop focus. Als ik hier vervolgens een duidelijk plan voor maak, dat bestaat uit kleine stapjes, is het makkelijker mijn doel te behalen.
Kwaliteit, wat is mijn kracht? We gaan hier uit van het positieve: welke kwaliteit(en) heb jij in je, wat zijn je krachten en mogelijkheden, wat maakt je krachtig? Eigen kracht als element van zelfregie is het vermogen van mensen om zelf te beslissen, om het eigen leven vorm te geven. De kracht, macht en competenties om over het eigen leven te beschikken. Dat vermogen wordt bepaald door bijvoorbeeld kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen. Bescheidenheid maakt het soms lastig om goed naar mezelf te kijken. Waar ben ik nu echt goed in? Voor mij is dit het begeleiden van mensen die bezig zijn met hun ontwikkeling als persoon of als
professional. Zoeken naar waar zij (meer) tot hun recht kunnen komen. Dit gaat mij gemakkelijk af; het geeft me werkplezier in plaats van werkdruk.
Eigenaarschap, wat is mijn verantwoordelijkheid? Eigenaarschap is de kern van zelfregie. Elk mens is eigenaar van zijn eigen leven, elk mens heeft het recht om eigen keuzes te maken. Elk mens wil zelf kunnen beslissen, zelf zijn leven kleuren, hoe moeilijk dat soms ook is in onze complexe samenleving. Het gaat dus om zelf kiezen en zelf bepalen, wat iets anders is dan zelf doen. Het is dus van belang dat je bij jezelf nagaat waarom je iets vindt en waarom je iets doet. De vraag bij eigenaarschap is: in hoeverre voel ik me verantwoordelijk voor wat mij te doen staat? Waar heb ik invloed op en wat ligt bij de ander, mijn partner, collega of bij de organisatie? Ik merk dat ik steeds meer leer om vooral te kijken naar wat mijn aandeel is; voorheen lag het vaak aan de manager of organisatie. Nu merk ik dat als iets me raakt, dit te maken heeft met mijn kernwaarden. Wat is hier niet goed en hoe ga ik hiermee om? Waar heb ik wel invloed op? Zo heb ik oog voor wat me te veel stress oplevert en weet ik een mogelijke burnout te voorkomen. Ook binnen de hogeschool denk ik mee aan oplossingen voor de aanpak van werkdruk. Een voorbeeld hiervan is het organiseren van vitaliteitsreizen in binnen- en buitenland.
Wat voor mij echt werkt, is als ik een duidelijk doel voor ogen heb en mij hierop focus
er een grotere toewijding van de cliënt om de verandering te realiseren (Van der Veen, & Goijarts, 2012). Motivatie is een combinatie van willen, kunnen en klaar zijn om te veranderen (idem). Bij motiverende gespreksvoering kun je verschillende vragen stellen die de client aan het denken zetten. Daarom is deze gespreksvorm een goede manier om zelfregie bij een client te vergroten doordat ze worden aangezet om zelf te willen veranderen. Ook oplossingsgerichte gespreksvoering is een goede vorm van communicatie om te gebruiken. Hierbij wordt de client geholpen om een eigen oplossing te bedenken voor een probleem en wordt het vermogen van de cliënt om oplossingen te vinden vergroot (Bolt, 2018). Op deze manier heeft de cliënt zelfregie en maakt zelf beslissingen. Hierbij wordt de zelfregie dus al vergroot. Oplossingsgericht denken stelt de cliënt in staat om om te gaan met schommelingen in het leven door gebruik te maken van eigen krachten en de krachten van de omgeving (idem). Wat mij motiveert om dit doen, heeft te maken met mijn diepere drijfveren. Ik verlang ernaar om, zoals ieder mens, gezien, gehoord en begrepen te worden. Ook wil ik graag vanuit mijn kernwaarden op gelijkwaardige wijze oprecht betrokken zijn bij de mensen die ik begeleid. De ontwikkeling die ik heb doorgemaakt, blijft doorgaan. Zo sta ik evenwichtiger in het leven en in mijn werk. Wat mij daarin helpt? Ik oefen dagelijks in het ervaren van innerlijke rust door onder andere meditatie- en lichaamsoefeningen. Wat ik van mijn vader heb geleerd, is het zelf te kunnen doen. Ook al leeft hij niet meer, hij blijft nog steeds voor mij een inspiratiebron.
Sociaal netwerk, mijn verbinding met het grote geheel Drijfveren, waar haal ik mijn motivatie vandaan? Het is belangrijk om voor jezelf te bepalen waardoor je gemotiveerd raakt. Hier gaat het om waarom je iets vindt en waarom je iets doet. Je moet jouw drijfveren gaan vinden. Op deze manier kom je er namelijk achter wat jou motiveert en wat jou dus kan helpen bij het behalen van je doelen. Op welke manier kun je iemands motivatie het beste naar boven halen? Om achter iemands motivatie te komen, kun je het beste gebruik maken van motiverende gesprekvoering. Dat is een communicatiemethode die de eigen motivatie van een cliënt probeert te vergroten, door het verkennen en verminderen van hun tegenstrijdige emoties over veranderingen. Op deze manier ontstaat
Het gaat hier om je contacten, ook wel je sociale netwerk genoemd. Bij zelfregie gaat het om het zelf bepalen, maar niet specifiek om het zelf doen. Je mag dus gerust andere mensen bij je keuzes betrekken als je de keuzes maar zelf maakt. Want samen kun je meer bereiken dan in je eentje. Wanneer je anderen bij je ontwikkeling betrekt, maak je de kans op individuele groei groter. Mijn gezin, familie en vrienden; door hen word ik gezien, gehoord en begrepen. Zij zijn voor mij van groot belang, ook en misschien wel juist, mijn kritische vrienden of collega’s die me een spiegel voorhouden. Aan de andere kant gaat verbinding over de vraag hoe ik van betekenis ben voor de ander, door de ander te zien, te horen, te begrijpen en elkaar zo te raken. Dat is mijn bijdrage aan het grote geheel.
coachlink magazine
• 23
VU CERTIFIED EXECUTIVE COACH VOOR COACHES OP ZOEK NAAR PROFESSIONALISERING: POSTGRADUATE OPLEIDING EXECUTIVE COACHING (START IN OKTOBER 2021)
POSTGRADUATE OPLEIDING EXECUTIVE TEAMCOACHING (START IN NOVEMBER 2021)
Voor meer informatie: ee.sbe.vu.nl/executive-coaching ee.sbe.vu.nl/executive-teamcoaching
Succeservaringen In de afgelopen twee jaar hebben al veel mensen individueel en in groepsverband het Zelfregieprogramma met succes gevolgd. Het betreft studenten, (jong) professionals en ook seniormedewerkers. Zij hebben geleerd om meer balans te vinden, werkdruk te voorkomen en doen steeds meer waar ze energie van krijgen om vitaal bezig te blijven in werk en privé. De vitaliteitsreizen in Nederland en Spanje zijn een succes, hier worden concrete stappen gezet en een plan voor de komende jaren wordt ontwikkeld. Op mooie, unieke plekken trekken we ons terug om even afstand te nemen van de hectiek van alle dag. Met allerlei opdrachten in de natuur gaan de deelnemers aam de slag om hun zelfregie te vergroten. Na de zomer staan er al weer drie reizen gepland. Ik daag ook jou uit om een lijstje te maken met jouw visie, missie, kwaliteiten, eigenaarschap, drijfveren en sociaal netwerk. En om deel te nemen aan het Zelfregieprogramma! 24 • c o a c h l i n k
magazine
Op welke manier kun je iemands motivatie het beste naar boven halen? Meer weten? www.incompany-ede.nl/vergrootjezelfregie/
Bronnen • Bolt, A. (2018). Het gezin centraal. Amsterdam: SWP. • Brink, C. & Poll, A. (2012). Werken vanuit zelfregie, wat houdt het in? Utrecht: Movisie. • Smeekes, P. (2015). Je persoonlijke missie. Geraadpleegd van https://pj8.nl/persoonlijke-missie/. • Veen, M. van der & Goijarts, F. (2012). Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk. Houten: BSL.
Het weekendgevoel van ...
Jobbeke de Jong ‘In het weekend vinden geen systeeminterventies plaats’ ‘Met de hond het bos in, lekker hardlopen’, is de eerste reactie als je Jobbeke de Jong vraagt naar haar weekendgevoel. ‘Het ene weekend komen mijn drie kinderen hier, het andere zijn mijn vriend en ik alleen. Gezellig met vrienden en familie samen eten een glas wijn drinken.’ Dat glas wijn hoort er echt bij. ‘Door de week drinken we geen alcohol uit gezondheidsoverwegingen, dus van het glaasje rode wijn in het weekend genieten we erg.’ Doordeweeks werkt Jobbeke veel; voor haar opleidingsbureau Tachles geeft ze opleidingen Interventiekunde en begeleidt ze teams. ‘We leiden veel mensen op in systeemdenken en het systeemdenken gebruiken we ook bij de begeleiding van teams. We maken teamleden bewust van hun impulsen en waar hun impulsen vandaan komen.’ In het weekend past ze die ervaring niet toe. ‘Natuurlijk heb ik altijd mijn systeem oren aan, maar in het weekend vinden geen interventies plaats.’ Ze realiseert zich goed dat ze met haar kinderen een systeem is. ‘Anders dan teams, waarbij de taak de verbindende factor is, is ons gezin een liefdessysteem waarbij liefde de verbindende factor is. In mijn rol als moeder is het moeilijker om mijn primaire impulsen te beheersen. Ik probeer wel heel bewust te kijken naar hoe ik het doe als moeder. Met werk is er meer innerlijke afstand dan met je kinderen.’
‘De tijd doet er even niet toe.’
‘Wat me echt een weekendgevoel geeft, is het gevoel alle tijd te hebben. De tijd doet er even niet toe. Het liefst blijf ik nog even in bed liggen en ga ik héél rustig opstaan. Dan met de hond naar buiten.’ Op zondagochtend gaat Jobbeke graag hardlopen in de bossen en op de heide bij Bussum. ‘Vanuit huis loop ik zo naar het bos en de hond draaft lekker mee.’ Ze heeft een Portugese herder. ‘Een asielhond uit Portugal, die is nu anderhalf jaar bij ons. Ook hebben we een tweedehands kat trouwens’, lacht ze. ‘Eigenlijk werk ik ook bijna elk weekend’, realiseert ze zich. ‘De afgelopen weekenden schreef ik aan mijn boek Competente mensen, incompetente teams. Ook de week doornemen, me verdiepen in marketing, aansluiten bij de tijdgeest en andere strate-
gische zaken doe ik graag in het weekend. Dan heb ik de ruimte daarvoor. Mijn partner stapt nu in het bedrijf, dus we zitten ook vaak samen plannen te maken voor Tachles.’ De weekenden zijn in deze coronatijd wat oppervlakkig, vindt Jobbeke. ‘Aanvankelijk vond ik het prettig dat het allemaal wat kleiner en rustiger werd, dat ik doordeweeks niet meer altijd op pad was door heel Nederland. Nu zou ik graag mijn wereld weer wat groter maken.’ Afspreken met vrienden kan nu helaas veel minder. ‘Ik mis bovendien de dagtripjes naar Amsterdam en naar het Stedelijk museum en optredens met mijn band. Het laatste weekend dat dat nog kon, gaven we een optreden en daar waren ook mijn kinderen en vrienden bij. Dat was ook een systeem, maar dan zonder doel.’ (NvO)
coachlink magazine
• 25
Van overleven naar leven
26 • c o a c h l i n k
magazine
mariëlle boersen
We weten wat we moeten doen om vitaal te leven: gezond eten, bewegen, naar buiten gaan, in het hier-en-nu zijn, sociale contacten onderhouden, een doel hebben. Wat maakt dat we ons hier niet consequent aan houden? Waarom voelen we ons vaak niet vitaal? Omdat we niet luisteren naar ons lijf en rondrennen in ons hoofd. En omdat we ons vaak niet bewust zijn hoeveel van ons gedrag gebaseerd is op oude overlevingsmechanismen. Volgens Mariëlle Boersen is het tijd onze om oude patronen niet langer als vanzelfsprekend te volgen en nieuwe keuzes te maken.
W
e willen wel al die dingen die ons vitaal maken, maar we zijn druk, met name in ons hoofd. Hierdoor vinden we steeds excuses om niet te doen wat goed voor ons is: er is een deadline, je bent al laat, het regent, je bent te moe et cetera. Als een kip zonder kop rennen we door, ons vaak niet eens bewust van waarom we rennen of waarheen. Onze gedachten vliegen alle kanten op, naar wat er fout ging in het verleden, verkeerd kan gaan in de toekomst, hoe we ons eigenlijk zouden moeten gedragen, of de omgeving, en waar dat misgaat. Zo rennen we door terwijl we beter even kunnen stilstaan.
Omdat we te druk zijn in ons hoofd verwaarlozen we vaak de signalen van ons lichaam, dat via emoties en pijn aangeeft wat het nodig heeft. Daarnaast draagt ons lichaam oud zeer. Dit uit zich in onze houding, spierspanning en hoe we reageren op stress. We houden ons fysiek en mentaal overeind met overlevingsstrategieën waarvan we ons vaak niet bewust zijn. En reageren zodoende op situaties in het nu met oud gedrag.
Je lichaam uit het verleden Als kind maken we trauma’s mee. Dit zijn niet alleen de grote trauma’s die sommigen helaas meemaken, zoals misbruik en mishandeling. Het zijn ook talloze kleinere incidenten die erin hakken zonder dat je je daar bewust van bent. Hoe goed de opvoeding mogelijk bedoeld is, iedereen loopt op een bepaalde manier schade op.
In onze eerste levensjaren hebben we nog geen woorden om uiting te geven aan wat we voelen
Wanneer je als baby huilt en er wordt geen aandacht aan je gegeven of je wordt met boosheid opgepakt, kun je dit opslaan als ‘ik moet niet lastig zijn’, ‘ik word toch niet gehoord’, of ‘ze vinden me niet leuk’. Als we als kind ons eerste stapje zetten, moeten we meteen een tweede stapje zetten: ‘Laat ook eens aan oma zien.’ Dit lijkt een normale begeleiding van de ontwikkeling van een kind. Het kan er echter toe leiden dat een kind steeds over zijn grenzen gaat en de indruk krijgt dat het ‘nooit goed genoeg’ is. In onze eerste levensjaren hebben we nog geen woorden om uiting te geven aan wat we voelen. We slaan ervaringen op in ons lijf. Vervolgens vinden we wel de woorden, maar zijn we te klein om ze te kunnen uiten tegenover volwassenen. We luisteren naar wat gezegd wordt en gedragen ons op zo’n manier dat we niet de liefde en veiligheid van het ouderlijke nest verliezen. Kortom, we passen ons aan. En denken dat we zo zijn.
Aangeleerde overlevingsmechanismen In navolging van Wilhelm Reich en zijn leerling Alexander Lowen zijn een aantal karakterstructuren te onderscheiden die het gevolg zijn van onze opvoeding. Hoe wij ons als kind gevoeld hebben, is nog steeds zichtbaar in ons gedrag, de vorm en houding van ons lichaam en in de manier waarop we reageren op stress. Denk maar aan het type uit het lied ‘Ik heb een heel zwaar leven’ van Brigitte Kaandorp, of de opgeblazen borstkast en het apenrotsgedrag van sommige mannen. Fysiek en gedrag zijn gebaseerd op vroege overlevingsmechanismen en pantseringen die zijn gerelateerd aan levensfasen in de eerste zeven jaar van ons bestaan: je voelt je niet welkom en vlucht in je hoofd, je ervaart een tekort in voeding of aandacht en blijft hiernaar verlangen, je past je aan omdat coachlink magazine
• 27
je omgeving het al zo zwaar heeft, doet je groter voor dan je bent en gedraagt je. Om te overleven ontwikkel je verdedigingsmechanismen en vorm je een bepaalde karakterstructuur. Deze hebben nogal zware namen: schizoïde, oraal, symbiotisch, masochistisch, psychopathisch en rigide. Als alternatief wordt ook wel gebruikt: de overlever, behoeftige, versmelter, verdrager, strijder en presteerder (Ponjee, 2019). Ik vertaal ze hier in nummers: 1 Iemand met de eerste structuur trekt zich terug in zijn eigen (gedachte)wereld om maar niet te hoeven voelen. Hij is zich daardoor nauwelijks bewust van zijn lichaam, pijn, kou of emoties. Hij is een denker, dromer, afwezig. ‘Waar gaat het over?’ 2 De tweede structuur vergelijkt zichzelf met anderen, voelt zich vaak tekortgedaan, biedt hulp aan, maar vraagt impliciet zelf om hulp. ‘Heb jij voor mij …?’ 3 De derde structuur past zich volledig aan anderen aan en heeft geen idee wat hij zelf wil. ‘Zeg jij het maar.’ 4 De vierde structuur neemt het leed van anderen op zijn schouders: ‘Laat mij het maar doen’, terwijl onderliggend boosheid of wrok ligt, ‘Waarom moet ik alles doen?’ 5 De vijfde structuur maakt zich groter dan hij zich voelt en ziet alles als strijd. ‘Ik bepaal.’ Onderliggend is er een vaak niet erkende behoefte gewoon zichzelf te mogen zijn. 6 De zesde structuur houdt zich vooral bezig met hoe hij overkomt, streeft naar perfectie en zorgt voor een verzorgd en vaak verleidelijk uiterlijk. ‘Zie mij’ verhult de onderliggende onzekerheid. Je gedraagt je nu nog steeds volgens deze vroeg aangeleerde overlevingsmechanismen. Het kost echter veel energie om je eigen behoeften ondergeschikt te maken, ze überhaupt niet op te merken of je anders voor te doen dan je je voelt. Dit gaat ten koste van je vitaliteit.
Geven waar je lijf om vraagt In lichaamsgerichte coaching kijken we naar je mogelijke karakterstructuur. We letten op fysiek zichtbare kenmerken als ademhaling, spierspanning en houding. Daarbij geven we aandacht aan opgeslagen emoties door aanraking, aandacht en ademhaling. En we luisteren naar wat je lichaam je in het hieren-nu aangeeft. Draag je te veel op je schouders, laat je je hoofd hangen, maak jij jezelf klein of ben je niet meer flexibel? Vaak,
28 • c o a c h l i n k
magazine
maar niet uitsluitend, geven uitdrukkingen letterlijk aan wat er aan de hand is. Als je aandacht geeft aan je lichaam, voel je pas dat je moe bent, waar spanning zit, waar je grenzen zitten en wanneer je onvoldoende vrij ademt. Door op tijd pauze te nemen, je spieren te strekken en te bewegen, voorkom je dat je lijf in een verkramping raakt. Door goed in te ademen, laad je jezelf op. Door uit te ademen laat je spanning gaan. Als je gevolg geeft aan waar je lijf om vraagt, voel je je energieker. Als je signalen van je lichaam echter blijft negeren, zal je lichaam steeds harder ‘roepen’. Kleine ongemakken groeien zo uit tot blessures als rugpijn, chronische hoofdpijn, ziekte en uitval.
Je gedachten uit het verleden Ook onze gedachten spelen een rol in onze vitaliteit. Ben je geneigd te letten op wat er verkeerd is of ben je blij en dankbaar voor wat er goed gaat? Het effect van je gedachten is direct voelbaar in je lichaam. Velen van ons zijn geneigd dag in dag uit dezelfde gedachten te hebben en zo op de automatische piloot ons leven te leiden.
Het kost veel energie om je eigen behoeften ondergeschikt te maken Ook voor onze gedachten zijn onze eerste levensjaren van cruciaal belang. Door onze opvoeding zijn we gewend geraakt aan een bepaalde manier van denken. Denk maar aan de drivers uit de Transactionele Analyse: wees perfect, wees sterk, schiet op, doe je best en doe anderen een plezier. Die zaken die je opvoeders belangrijk vonden, dragen ze aan je over. Gedrag dat gestimuleerd en beloond werd, ging je vaker vertonen. En ook als je je ertegen verzette, heeft het invloed op je. Als het bijvoorbeeld voor je ouders belangrijk was dat je op tijd was, dan is tijd ook nu nog een factor in je leven, of je nu op tijd bent of juist niet. We hebben de stem van onze opvoeders geïnternaliseerd. Je weet welk gedrag gewenst is en hoort in je hoofd een kritisch stemmetje dat commentaar geeft op alles wat je doet. Ook deze stem verschilt per karakterstructuur. Stel dat je manager aangeeft dat hij ontevreden is over je werk en dat jij door deze kritiek gestrest raakt.
1 Het eerste type begint ergens anders over of verdwaalt in zijn hoofd qua ratio of fantasieën die hij niet uit. ‘Als ik nou …’ 2 Het tweede type denkt vertwijfeld ‘wat heb ik verkeerd gedaan’ en vraagt om hulp. ‘Help, ik ben niet goed genoeg.’ 3 Het derde type vraagt zich wanhopig af hoe hij het de ander naar de zin kan maken en wat er impliciet van hem verwacht wordt. ‘Wat moet ik doen?!’ 4 Het vierde type stort zich mokkend op nog meer taken. ‘Waarom ik?’ 5 Het vijfde type gaat in de tegenaanval. ‘Wat een eikels allemaal.’ 6 Het zesde type denkt dat de wereld vergaat omdat hij een fout heeft gemaakt. ‘Wat ben ik dom.’ Dit is uiteraard een schets en je kunt je in meerdere typen herkennen. Wat we vaak niet beseffen, is dat onze reactie en de stem in ons hoofd uit het verleden komen en automatismen zijn geworden. Het is goed te je te realiseren dat de kritische stem in je hoofd niet per se de waarheid vertelt. Luister er eens kritisch naar. Je mag wel degelijk fouten maken, voor jezelf opkomen, jezelf laten horen, je grenzen stellen, aangeven waar je behoefte aan hebt en daarvoor kiezen. Het eerste type mag leren voelen en in het hier-en-nu zijn, het tweede mag balans vinden in zichzelf, het derde mag nagaan wat hij zelf wil, het vierde mag nee zeggen, het vijfde mag leren vertrouwen op een ander en het zesde type mag niet perfect zijn. Dat mogen we allemaal.
Geef jezelf wat je nodig hebt Wees je bewust van je oude patronen en bevrijd je uit de ketenen van vroeger door aandachtig te luisteren naar wat je jezelf vertelt en wat je lijf je wil zeggen. Als je pijn in je nek ervaart na een dag online vergaderen, kun je dit negeren. Of je kunt bewust pauzes inbouwen om te bewegen, oefeningen te doen, stil te zijn, je tijd en lichaamshouding te bewaken en daarna met meer vitaliteit verder te gaan. Als jij merkt dat je gedachten in rondjes draaien, kun je doorrennen of een pas op de plaats maken en stilstaan bij wat je tegen jezelf zegt, of dit waar is, of het je helpt en of dit is wat jij nu nodig hebt.
Bouw pauzes in en ga met je aandacht naar binnen. Let op je houding, pijn, emoties, je ademhaling. In welke situaties stokt je adem? Hoeveel tijd gun jij jezelf om rustig te eten of te drinken? Hoeveel ruimte ervaar jij in je lijf? Ben je je bewust van je voeten? Hoe lang heb je het al koud? Wat heb je nodig? Door dieper te ademen laat je spanningen los en ontstaat er een gevoel van vrijheid of rust. Door een bodyscan voel je je meer aanwezig. Door op tijd en met aandacht te eten, geef je jezelf wat je nodig hebt. Bewaak je eigen grenzen en zorg voor jezelf. Voel waar jij behoefte aan hebt en geef daar gehoor aan. Door aandacht te geven aan de signalen van ons lichaam en kritisch te zijn op de kritische stem in ons hoofd, werken we aan onze vitaliteit. We worden bewust van wat er hier en nu met ons gebeurt, schakelen de automatische piloot uit en gaan zelf weer aan het stuur zitten. We gaan van overleven naar leven!
Je mag wel degelijk fouten maken, voor jezelf opkomen, jezelf laten horen Bronnen en boekentips • Boersen, M. (2020). Halve kus. Soest: Comication. • Herbig, R. (2003). De adem, bron van ontspanning en vitaliteit. Haarlem: De Toorts. • Ponjee, T. (2019). Worden wie je bent. Wijchen: Ponjee. • Totton, N. & Edmondson, E. (2005). Emotioneel en Reichiaans lichaamswerk. Drempt: Karnak. • Veenbaas, W. & Goudswaard, J. (2018). De Maskermaker. Utrecht: Phoenix Opleidingen. • Weiser Cornell, A. (1998). De kracht van focussen. Drempt: Karnak.
coachlink magazine
• 29
Seven of Nine: onmacht voelt persoonlijk, maar is niet individueel jaap van ’t hek en leike van oss
Het verschijnsel onmacht fascineert Jaap van ’t Hek en Leike van Oss al jaren. Ze zien en horen steeds vaker voorbeelden waarin mensen verantwoordelijk worden gemaakt voor het vinden van oplossingen voor vraagstukken die te groot zijn om als individu te veranderen, of juist niet bij oplossingen wordt betrokken terwijl je juist denkt het verschil te kunnen maken. Beide situaties kunnen behoorlijk onmachtig voelen. In dit artikel verkennen ze die dynamiek van het individu in een complex systeem en de onmacht die eruit kan voortkomen. 30 • c o a c h l i n k
magazine
S
even of Nine is een van de personages uit de serie Star Trek. Als mensenkind werd Seven of Nine meegenomen door de Borg, een volk dat geen eenlingen kent. Annika, zoals ze als kind heette, werd geassimileerd tot Borg. Ze werd Seven of Nine, de anonieme zevende van een anonieme groep van negen. Als volwassene wordt ze gered door de Startrekkers die haar helpen zich terug te vormen tot mens, inclusief unieke individuele verlangens en vermogens. Maar dat ze ooit Seven of Nine was, heeft blijvende invloed. Seven – ze kiest ervoor haar mensennaam niet meer aan te nemen, maar wel om het tweede deel van haar Borgnaam te laten vallen – blijft het lastig vinden zichzelf als een uniek individu te zien. Ze blijft zich altijd gedeeltelijk zien en voelen als deel van een groter geheel. Misschien vind je dit een raar begin voor een artikel over onmacht, maar de ambiguïteit die Seven ervaart, is precies de ambiguïteit waarmee we ons onmachtig kunnen voelen in complexe systeemcontexten. We zijn altijd individu én onderdeel van een groter geheel. Dat is soms een lastige combinatie, zeker als we als individu verantwoordelijk gehouden worden voor zaken die groter zijn dan we als individu aankunnen, of als we merken dat het systeem ons ten onrechte niet als individu ziet. In beide situaties kun je je heel onmachtig voelen.
Individualiteit en verbondenheid We zijn niet zo vrij en autonoom als we onszelf vaak voorhouden. We worden in hoge mate bepaald door onze context. De liefde van Romeo en Julia zou er in deze tijd heel anders hebben uitgezien dan in de tijd van Shakespeare. Als je op een feestje van het werk bent gedraag je je waarschijnlijk anders dan dat je met je oude vrienden de beest gaat uithangen. Als je naar een formele vergadering moet, gedraag je je anders dan bij het werkoverleg van je eigen team. Een individuele medewerker is ingebed in het sociale weefsel van de organisatie. Die bedding geeft duidelijkheid over wat er van je verwacht wordt, wat passend is en wat niet, en wat kan en wat niet. Zo’n bedding biedt stevigheid en comfort enerzijds, en is ook begrenzend en belemmerend voor al te autonome keuzes anderzijds. We hebben als (organisatie-)gemeenschap een sociale bedding nodig als common ground, als iets wat we erkennen als gezamenlijke basis voor ons handelen. Zonder dat zijn we gewoon een losse verzameling individuen, geen sociale gemeenschap.
Ook in onze basisbehoeften zie je die dualiteit tussen individu en geheel terug. Iedereen heeft de wens om zowel verbonden te zijn met anderen als om zich te onderscheiden. Bert Hermans ontwikkelde in de jaren zeventig de ZelfKonfrontatieMethode (met een ‘K’ inderdaad!). Deze methode is een vorm van persoonlijkheidsonderzoek gebaseerd op de narratieve psychologie. Aan de basis van deze methode ligt het uitgangspunt dat mensen twee diepe drijfveren kennen: de wens om een uniek individu te zijn én het diepe verlangen om bij anderen te horen. Die twee zijn allebei vormend voor de mens en bepalend voor zijn handelen in de context. Beide staan ook op spanning staan met elkaar. Dat zie je terug bij Seven of Nine, die als Borg die totale verbinding met de ander heeft ervaren, terwijl ze later als mens-borg zoekt naar hoe uitdrukking te geven aan haar individualiteit. En waarschijnlijk herken je zelf ook dat je soms bij een groep wilt horen en dat je, als je dat lukt, je weer wilt onderscheiden binnen die groep.
Een individuele medewerker is ingebed in het sociale weefsel van de organisatie Zowel de noodzaak van common ground voor het creëren van gemeenschappen, als de behoefte van mensen om verbonden te zijn met anderen spelen een belangrijke rol in organisaties en hoe we ons organiseren. Common ground is de begrenzende bedding die maakt dat we met elkaar meer worden dan de som der delen, dat we met elkaar als een gemeenschap handelen. Het is ook het gemeenschappelijke dat de basis biedt om constructief met verschillen en conflicten om te gaan. Tegelijkertijd ben je in zo’n organisatiecontext een uniek individu en dat kan organisaties tot zulke leuke, diverse en gevarieerde gehelen maken. Het lastige is dat we zowel in onze neoliberale samenleving als in organisaties vaak overschatten wat het individu als enkeling vermag. We overschatten de autonomie van het individu en onderschatten de common ground of het sociale weefsel waardoor het individu begrensd wordt. Hoe ingewikkeld is het dan om als individu aangesproken te worden op systeemvraagstukken; om gezien te worden als de hefboom om daaraan iets te doen. Neem de scholieren die op het Malieveld protesteercoachlink magazine
• 31
den voor het klimaat, aandacht vroegen voor systeemveranderingen die nodig zijn om de klimaatproblematiek echt aan te pakken, maar te horen kregen dat zij zelf toch wel vlees aten. Alsof je door zelf superconsequent te handelen kunt of moet compenseren dat anderen zich er niets van aantrekken. Hoe onmachtig voelt het ook als blijkt dat jouw individuele verlangens en behoeften die grotere vraagstukken eerder schaden dan helpen. Neem corona. Als individu zijn we een deel van de oplossing van het vraagstuk, maar niet door onze individuele verlangens of behoeften na te streven, maar door ze juist ondergeschikt te maken aan wat er voor het collectief nodig is. In de eerste lockdown konden we dat opbrengen, toen de maatregelen in de tweede golf opnieuw aangescherpt werden, zagen we hoe moeilijk het was om dat te blijven doen en hoe onze individualistische cultuur verleidt naar het maken van individuele afwegingen. In beide situaties ben je als individu onmachtig omdat er geen rechtstreekse lijn is tussen jouw handelen en het oplossen van het vraagstuk.
Onmacht in lagen
tionele patronen met elkaar bespreekbaar te maken en er met elkaar aan kunt werken, los je deze onmacht ook vaak wel op. Maar dat kun je niet alleen. Je hebt de ander nodig om het gezamenlijke patroon te doorbreken. Tot slot kan onmacht gevoeld worden omdat er in de bredere context om je heen, in het systeem waar je onderdeel van bent, situaties zijn waarin je als individu machteloos staat. De context is te complex, ondoorzichtig, vastgeroest, doorgebureaucratiseerd, stukgeorganiseerd of gecorrumpeerd. Daar kom je niet meer uit. Individueel niet, maar vaak ook met elkaar niet. Het vraagstuk is groter dan je als (groep van) individuen aankunt.
Hoe onmachtig voelt het als blijkt dat jouw individuele verlangens en behoeften die grotere vraagstukken eerder schaden dan helpen Onmacht is dus een gelaagder verschijnsel dan je als individu kunt overzien of kunt aanpakken. Onmacht is het onvermogen om grip te krijgen op je onvermogen.
Van Dale beschrijft onmacht als 1. onvermogen, machteloosheid, 2. impotentie 3. bewusteloosheid, flauwte. Opvallend is dat in deze, maar ook in andere definities, de focus ligt op het individueel-psychologisch ervaren, frustrerende gevoel dat je krijgt als je iets niet voor elkaar krijgt. Dat lijkt logisch omdat onmacht altijd individueel gevoeld wordt. Maar de oorzaak van de gevoelde onmacht ligt lang niet altijd bij het individu. Natuurlijk is er individuele onmacht: onmacht die niet alleen individueel gevoeld wordt, maar waarvan de oorzaken ook bij het individu zelf liggen. Je wilt iets bereiken wat gewoon niet kan, je verlangt iets wat niet beschikbaar is, je wilt iets zijn wat je niet bent. Individuele onmacht moet je zelf oplossen. Je hebt iets te doen ten aanzien van je eigen wensen, verlangens, zelfbeeld en sociale identiteit. Als dat je lukt, is de gevoelde onmacht verdwenen.
Het individu als hefboom voor verandering
Maar gevoelde onmacht kan ook zijn wortels hebben in relationele patronen en dynamieken waarin je met anderen terechtgekomen bent en waarvan je niet meer weet hoe je eruit moet komen. Dynamieken die de baas geworden zijn en die de relatie die je hebt met anderen bepalen. Als het je lukt om die rela-
Ook in organisaties zien we vaak hoe individuen wordt gevraagd verantwoordelijkheid of eigenaarschap te nemen voor vraagstukken die hun spanwijdte ver overstrekt. Steeds vaker zien wij dat mensen niet alleen de vraag krijgen om ander gedrag te leveren, maar om ook de condities die daarvoor nodig
32 • c o a c h l i n k
magazine
Wij zien onmacht vaak ontstaan omdat het probleem waar iemand zich onmachtig over voelt, gelabeld wordt als iets wat je dan ook maar zelf moet oplossen. Organisaties worden in verandering vaak teruggebracht tot een verzameling van individuen. Individuen die er – al dan niet met elkaar – door verandering in hun houding en gedrag invulling moeten geven aan de verandering. Grote vraagstukken worden zo teruggebracht tot individueel gedrag. Alsof de optelsom van anders handelende enkelingen de oplossing biedt. Zonder daarbij rekening te houden met die common ground, dat sociale weefsel dat zijn weerslag heeft in instituties en culturen, in routines en vanzelfsprekendheden. Zonder voor ogen te houden dat het vraagstuk te complex en onoverzichtelijk is om met individueel gedrag op te lossen.
zijn zelf te creëren. Wat te denken van cultuurverandertrajecten, waarbij cultuur is teruggebracht tot individueel gedrag? Of de situatie waarin teams zelfsturend moeten worden zonder dat de randvoorwaarden daarvoor aanwezig zijn? Of de uitnodiging aan professionals om hun professionele kracht in te zetten voor vraagstukken die hun bevoegdheden en mogelijkheden overstijgen, in de hoop dat zij er toch oplossingen voor vinden? Geef het omnipotente individu de ruimte en het komt goed, lijkt de remedie.
zien, of aanpassingen in maatschappelijke wet- en regelgeving die diep ingrijpen op hoe organisaties zich organiseren.
Maar dat centraal stellen van het individu is een te eenvoudige voorstelling van hoe individu en systeem samenhangen.
Het individu bestaat. Daarover zijn we het wel eens. En het individu kan gevoelens van onmacht hebben. Misschien is het in individuele coaching wel een van de centrale thematieken, al dan niet net anders verwoord. Maar wat moet je met het besef dat de relatie tussen systeem en individu complex is, met het besef dat het individu vaak te verantwoordelijk gemaakt wordt voor vraagstukken, of zich juist te weinig rekenschap geeft van het grote geheel waar hij onderdeel van uitmaakt? Als het individu veel minder omnipotent is dan we vaak denken, of als het individu met zijn individuele wensen en verlangens het collectief kan schaden, hoe ga je dan met diens onmacht om in coaching?
Het individu dat er niet is Tegelijkertijd zien we onmacht in situaties waarin mensen geen individu meer zijn, maar een nummer, een dossier, een rol, een radertje, een menselijke grondstof (human resource). Situaties waarin je er als individu niet toe doet. Je bent een systeemkenmerk in een door een ander bestuurd systeem. Je zag het recent bij de burgers die slachtoffer werden van de Belastingdienst in de toeslagenaffaire. Maar niet alleen zij waren onmachtig, ook de individuele ambtenaren en hun leidinggevenden en de politiek waren dat. Allemaal als individu gevangen in een situatie die ze niet wilden, maar waar ze niet uit konden breken. Maar je ziet het ook in organisaties. Je zult in economisch slechte tijden maar onderdeel zijn van een flexibele schil, en merken dat waar je voorheen een gewaardeerde collega en samenwerkingspartner was, je nu zelfstandig ondernemer blijkt te zijn die bedankt wordt voor zijn diensten?
Systeemonmacht We voelen die spanning tussen individualiteit en collectiviteit met name in vraagstukken op systeemniveau. Systeemvraagstukken zijn geen eenvoudige vraagstukken die we kunnen begrijpen en overzien en waar de oplossing voor handen is. Systeemvraagstukken zijn vraagstukken die complex zijn en die zich niet met een eenvoudige aanpak laten oplossen. Het zijn ook vraagstukken die tijd kosten en waarin onvoorspelbare reacties ontstaan op interventies. Denk bijvoorbeeld aan vraagstukken als de opwarming van de aarde, de verruwing op social media of de groeiende ongeletterdheid. Maar we zien het ook bij ook stelselwijzigingen waarvoor organisaties zich gesteld
Systeemvraagstukken kunnen onmachtig voelen omdat er geen quick fix is, geen rechtstreekse lijn tussen probleem en oplossing. Je kunt mogelijk een bijdrage leveren aan de oplossing, maar je kunt jezelf er niet persoonlijk voor verantwoordelijk houden, dat veroorzaakt alleen maar onmacht.
Onmacht in coachingsvraagstukken
Je hebt de ander nodig om het gezamenlijke patroon te doorbreken Coaching kan helpen om de eigen bijdrage aan onmacht in relaties onder ogen te zien en om te oefenen met de manier waarop je daar samen met anderen vat op kunt krijgen. Maar het lijkt ons ook goed om attent te zijn op vraagstukken die over geïndividualiseerde onmacht gaan: vraagstukken die veroorzaakt worden door een onmachtige context en waarin gehoopt wordt dat het individu (al dan niet met coaching) al die complexiteit op zijn nek neemt en oplost. Het individu is en blijft in systeemvraagstukken ontzettend belangrijk. Maar niet zozeer met de eigen motieven, belangen en behoeftes, maar vooral als onderdeel van het grote geheel, ten dienste aan het grote geheel. Een beetje als Seven of Nine. Maar ook anders. Want Seven had helemaal niks te zeggen over de context en dat hebben wij mensen natuurlijk wel. Mits
coachlink magazine
• 33
Win! 3 x een exemplaar van Mentale Kracht van Erik Kaptein Stuur vóór 1 september 2021 een mailtje naar win@coachlink.nl met het onderwerp ‘Win!’ Winnaars krijgen bericht.
we leren om met een systeemblik én systeemintelligentie naar het vraagstuk te kijken. Want met die twee vermogens kunnen we deel en geheel zijn in een groter systeem. Systeemintelligentie is een belangrijk vermogen voor het individu in complexe systeemvraagstukken. Systeemintelligentie is het vermogen van mensen om: • te accepteren dat de hele wereld om ons heen bestaat uit een complex web van interacterende relaties waar we deel van uitmaken • de omgeving te zien als feedbackintensief • zichzelf te betrekken bij deze feedbackmechanismen • met de omgeving te interacteren door kleine correcties in de systemen te maken. Systeemintelligentie stelt in staat om de complexiteit en de patronen die er altijd zijn op systeemniveau beter te zien en om het eigen handelen af te stemmen op de grotere context. Het geeft de mogelijkheid om te zien hoe je als individu kunt bijdragen, hoe je niet (alleen) kunt handelen vanuit je indivi34 • c o a c h l i n k
magazine
duele behoeften, maar ook bijdragend aan de gezondheid van het grotere geheel. En het geeft de mogelijkheid tot optionaliteit, het strategisch vermogen om je niet voor één gat te laten vangen. Met een systeemblik kun je de metapositie innemen en vastgelopen patronen onderzoeken. Het biedt de mogelijkheid om alternatieve paden te vinden en zo te voorkomen dat je gevangen raakt in pathologische systeempatronen.
Coaching kan helpen om de eigen bijdrage aan onmacht in relaties onder ogen te zien Met zo’n systeemintelligente blik wordt het individu weer wat is: een unieke Seven, maar wel onderdeel van Nine. Misschien van tijd tot tijd onmachtig, maar niet onmachtig gemaakt omdat ze verantwoordelijk gemaakt wordt om individueel eigenaarschap te pakken voor vraagstukken die groter zijn dan je als individu aankan.
Hoe ik coach werd...
Erik Kaptein Van managementtrainee tot coach mentale kracht ‘Psychologie vond ik interessant. Mijn vader was bij de synode van de kerk bezig met conflicthantering… uiteindelijk ga je toch weer terug naar je voorbeeld’, lacht Erik Kaptein. De link tussen mens en werk had altijd zijn belangstelling. ‘Zo werd ik bij Fortis managementtrainee na mijn studie. Toen was werken in de financiële sector heel wat en binnen Fortis ging ik naar P&O.’ Toen Erik een ingewikkeldere baan wilde, stapte hij over naar ING. ‘Daar mocht ik een postdoc-opleiding Changemanagement bij het Sioo doen en werd ik opgeleid om heel anders naar dingen te kijken. Ik herinner me een intervisie waarbij de coach zei: “Je bent een keurige jongen, hebt een keurige baan bij een keurig bedrijf. Wanneer ga je iets ongenuanceerds doen?!?”’
‘Ik zoek bewust werk op waar ik klamme handjes van krijg. Want dan leer ik wat nieuws!’ ‘Reorganisaties, sluitingen van bedrijven … de harde kant van het P&O-vak heb ik leren kennen bij drukkerij RotoSmeets de Boer. Als hoofd P&O bij Aegon heb ik me daarna vervolgens het schompes gewerkt en daardoor ook enorm veel geleerd.’ Zijn laatste baan in loondienst, bij Unirobe Meeùs Groep, vond Erik niet echt leuk. ‘Bij het bedrijf werkten zo’n drieduizend mensen en ik was heel abstract bezig op de directiegang van het kantoor. Ik stond ver van mensen af; het leek soms wel een managementgame.’ In die tijd overleed zijn vader. ‘Ik realiseerde me dat hij in zijn leven vooral gedaan heeft wat hij leuk vond en ik niet. Ik nam ontslag.’ Samen met Colinda van Dijk begon hij dertien jaar geleden Gewoon-HR. Dat groeide uit tot een bureau voor trainingen en coaching. ‘We werken veel met professionals samen; muzikanten, scheidsrechters, clowns, tv-professionals. We laten graag mensen anders kijken naar zichzelf en hun omgeving’, lacht hij. Naast zijn coachende rol besteedt Erik twee of drie dagen per week aan trainingen geven, lesgeven en aan de stichting Toeterjoepies. ‘Daarin
begeleiden we jongeren uit de Jeugdzorg naar werk of een studie, zoals dakloze jongeren en loverboy-meiden. Met elk klein stapje mag je bij die doelgroep blij zijn. Dit is naast het spelen in mijn band de hobby naast mijn werk.’ De belangrijkste keuzes die Erik voor zijn werk maakte, zijn de afwisseling en verscheidenheid aan activiteiten en doelgroepen. En met lef dingen anders durven te doen. ‘Je creativiteit kun je zeker kwijt in het coachingvak. Dit houdt mij scherp. Ik zoek bewust werk op waar ik klamme handjes van krijg. Want dan leer ik iets nieuws!’ Over vijf jaar is Erik nog meer bezig met mentale kracht. ‘Goed kunnen omgaan met veranderingen, uitdagingen, stress en tegenslag is zo belangrijk! Zeker in deze tijd!’ Colinda en hij hebben dan ook het Centrum voor Mentale Kracht opgericht en het boek Mentale kracht, je kunt het gewoon trainen geschreven. ‘Hoe kan het dat de een goed weet om te gaan met de gevolgen van een reorganisatie en een ander ziek thuis komt te zitten? Hoe kan een scheidsrechter de ene dag de hele wereld over zich heen krijgen en de volgende weer een topwedstrijd fluiten?’ Daar mensen meer over vertellen en verder mee te helpen is zijn ambitie. (NvO)
coachlink magazine
• 35
Vitaliteit verstopt onder een kelderluik
36 • c o a c h l i n k
magazine
wilma van erven
Haar hele leven heeft Wilma van Ervan ik al ‘iets’ gehad met balans zoeken, ze heeft er zelfs haar werk van gemaakt. Maar, zoals ze aan den lijve ondervindt: je kunt deskundig zijn in je vak en blinde vlekken hebben als het over jezelf gaat. Het aanpakken van die blinde vlekken is makkelijker gezegd dan gedaan.
A ‘
ls balanscoach ga ik met coachees op zoek naar een prettige balans tussen wat iemand moet en wat iemand eigenlijk wil. Uiteraard neem ik meerdere aspecten hierin mee, want een betere vitaliteit kan gerealiseerd worden door verder te kijken dan je neus lang is. Soms is een kleine verandering voldoende (een wandeling voor je lunch), maar vaker spelen meer zaken mee. Door anders te gaan eten en je werkweek anders in te delen, kom je meestal niet bij wat je werkelijk dwarszit. Vol passie zoek ik met coachees naar wat er achter hun vraagstuk ligt, en ondertussen val ik zelf volledig om. Ik begrijp er niets van. Hoe kan ik toch zo moe blijven terwijl ik mezelf zo goed in acht neem en continu aan zelfreflectie doe? Met de fiets in de hand loop ik naar de school van mijn zoon Daan. Sinds ik gestopt ben met hardlopen maak ik me zorgen of ik genoeg beweging krijg. Ik probeer van alles, het is lastig. Een wandeling in het bos gaat niet, want daar moet ik dan eerst heen fietsen. Dat is te veel. Naar het schoolplein lopen, is ongeveer twintig minuten, daarna kan ik met Daan terugfietsen. Opeens stopt een oude buurvrouw naast me: ‘Hé hoi, hoe is het met jou?’ Overrompeld zeg ik: ‘Ik ben zo moe en kan niet meer hardlopen, dus nu probeer ik dit.’ Ze kijkt me meewarig aan. ‘Oh, en verder doe ik nog wel af en toe wat leuke werkdingen hoor’, zeg ik er snel achteraan. Op het schoolplein aangekomen, voel ik me gebroken. Ik heb een zere rug van het scheef lopen omdat ik mijn handen aan het fietsstuur moest houden. Dit gaat het ook niet worden, denk ik.
Douchen is een energieslurpende activiteit geworden Mijn vakgebied, maar ook mijn persoonlijkheid vroegen altijd al om zelfonderzoek. Op mijn eenentwintigste ga ik naar een haptonoom. In de jaren die daarop volgen doe ik emotioneel lichaamswerk, familieopstellingen, intervisie, probeer meditatie en bezoek meerdere coaches en psychologen. Als ik me weer aanmeld voor een workshop of behandeling, dan is dat
omdat mijn moeheid en zwaarmoedigheid weer de kop opsteken. Die thema’s kijk ik al aan sinds ik begin twintig ben. Nu op mijn zesenveertigste ben ik zo moe dat douchen een energieslurpende activiteit is geworden. Ik kan niet meer goed voor mijn gezin zorgen en werk is eigenlijk teveel. Ik schaam me voor mijn aanhoudende vermoeidheid en ben bang. Bang dat mensen me niet meer serieus nemen, bang dat ze me afschrijven, bang om in een rolstoel te belanden. Tegen collega’s ben ik terughoudend over mijn vermoeidheid, ik vertel niet het hele verhaal. Hiervoor voel ik me te onzeker en ik heb last van gêne. Zouden ze me nog wel geschikt vinden als trainer voor vitaliteitscoaches?
Dit gaat het ook niet worden, denk ik Wanhopig ga ik op zoek naar een handvat om minder moe te worden. Ik ga naar een bioresonantietherapeut, een familieopsteller, een psycholoog, een cursus voor hsp‘ers en een orthomoleculair arts. Ik loop vast bij niet-begrijpende artsen en wel begrijpende, maar niet helpende alternatieve geneeswijzen.
Waarom ben ik zo goed geworden in moe zijn? In plaats van beter gaat het alsmaar slechter. De meeste dagen zie ik niemand anders dan mijn eigen man en zoon (en dit is voor de coronatijd). Als geïntegreerd vitaliteitscoach weet ik maar al te goed dat op deze manier mijn levenskracht moeilijk kan stromen. Ondanks dat ik er de energie niet voor heb, moet ik toch echt zelf verder op zoek naar wat mij kan helpen. Onderzoeken waarom ik zo goed geworden ben in moe zijn. Maar hoe dan? Ik heb hier al zo vaak aandacht aan besteed, maar kennelijk lukt het me niet bij de kern te komen. Hoe benader ik liefdevol mijn patronen die stijf en vasthoudend voor mijn innerlijke zoektocht en verandering gaan liggen? coachlink magazine
• 37
Hoe kom ik bij mijn diepe verborgen luikjes waarvan ik geen weet heb dat ze er zijn? Luikjes die zich niet zomaar tonen, en niet zomaar open gaan. Mijn patronen nemen hun taak heel serieus, overtuigd dat het nog steeds van groot belang is mij te beschermen. Die laten zich niet lukraak verleiden door het toepassen van de RET of The Work. Koste wat kost bewaken ze de boel en als vanzelf onderdrukken ze hiermee ‘iets’. Ze laten me niet dicht bij de kern komen, weet ik. Ze laten me hooguit geloven dat ik dichtbij ben en het allemaal wel begrijp. Uiterst intelligente patronen heb ik.
We zijn toch geen psycholoog? Als coach leer je hoe belangrijk het is stil te staan bij emoties, aandacht en ruimte te geven aan iets wat pijn doet. Hierop doorvragen in plaats van eromheen te lopen. Bij coaches in opleiding merk ik regelmatig dat ze dit erg spannend vinden, maar ook twijfelen of dit hun taak wel is.
collega’s haar wezen op haar gelige huid had ze geantwoord: ‘Oh, ik eet veel wortels.’ Je kunt deskundig zijn in je vak en blinde vlekken hebben als het over jezelf gaat.
Tot actie aanzetten kan ook een valkuil zijn Terugkerende thema’s schreeuwen soms en zijn dan luid en duidelijk te herkennen Maar zo nu en dan fluisteren ze angstvallig. Duiken ze heel even op om zich vervolgens nog sneller terug te trekken. Naast het creëren van veiligheid vraagt het fingerspitzengefühl om zo’n patroon uit te nodigen om uit zijn schulp te kruipen, op een subtiel zachte (en soms confronterende) manier.
’We zijn toch geen psycholoog?’, krijg ik vaak als vraag. Nee zeker niet, maar we willen wel onze coachees een stap verder helpen, ze bewuster maken van valkuilen en blinde vlekken. Ze contact laten maken met pijnpunten die vaak nog stammen uit onze jeugd. Pijnlijke gevoelens laten liggen helpt hier niet bij.
‘Dus iemand uit zijn comfortzone halen?’, vraagt de coach in opleiding. Niet per se. In deze context misschien juist wel het tegenovergestelde. Dat – uit je comfortzone – vind ik soms overgewaardeerd. Het riekt soms naar willen, vermomd als moeten. Alsof iets wat je onzeker maakt snel weg moet, snel moet worden veranderd. Als coach kun je goedbedoeld bezig zijn om de coachee in beweging te laten komen. Beweging is goed als het niet per se betekent dat je in de actie hoeft. Iemand stimuleren ergens bij te durven stilstaan is eigenlijk ook een beweging.
Signalen herkennen?! Ja bij een ander
Waar is mijn vitaliteit?
Signalen herkennen wanneer iets diep raakt, of wanneer iets te veel is, kan ik heel goed. Bij een ander. Ik kan er dan ook hele wijze dingen over zeggen. Bij mezelf tijdig opmerken wanneer ik over mijn grens ga, lukt helaas een stuk minder goed. Zonder dat ik het doorheb, doe ik veel op wilskracht en adrenaline. Een heuse vitaliteitskiller. Dit hebben meer mensen.
Ikzelf start met een lange intensieve therapie omdat ik mijn vitaliteit nog steeds niet heb teruggevonden. Na een tijd van wanhoop, weerstand en tranen kom ik, nog net voor mijn vijftigste, uit bij mijn verborgen persoonlijke kelderluik. Ik zie het luik helder in mijn geest, het ligt diep. Het is dik en zwaar en klemt enorm. Mijn moeder staat er, met haar eigen zware onderdrukte ballast, wijdbeens bovenop.
Je kunt deskundig zijn in je vak en blinde vlekken hebben als het over jezelf gaat
Meerdere keren in mijn leven heb ik gehoord, dat het erop lijkt dat ik een trauma in mijn jeugd heb liggen. ‘Tja, wie niet?’, dacht ik altijd. Mijn opgelopen emotionele tekorten uit mijn jeugd onder ogen gaan zien en de gevolgen hiervan echt serieus nemen, vind ik pittig. Mijn absolute en starre loyaliteit zit me stevig in de weg. Mijn strenge beschermer, de volhouder, wil niet aan de kant, mijn bewakende controller wil niet loslaten. Ze doen er werkelijk alles aan om voor mijn bange en kwetsbare kleine kind te blijven staan.
Mijn yogajuf (en fysiotherapeut) gaat na een operatie te snel weer aan te slag. ‘Ik ben zo’n slechte therapeut voor mezelf!’, roept ze uit. ‘Mijn cliënten kan ik er altijd heel goed op wijzen als ze te grote stappen willen zetten.’ Een verpleegkundige zittend op een yogamat vertelt dat ze al een hele tijd met een extreem laag ijzergehalte rond liep. Toen 38 • c o a c h l i n k
magazine
Het is een inkopper, maar het helpt als ik milder ben en probeer (elke keer weer) niet anderen, maar mezelf op nummer 1 te zetten. Een paar jaar later komt mijn doorgeslagen weegschaal langzaam weer iets meer in balans. Mijn vitaliteit is niet meer tiptop. Zeker niet. Die heeft te lang opgefrommeld in de donkere kelderruimte moeten vertoeven. Heeft onvoldoende emotionele voeding en veiligheid gekregen om licht op te kunnen groeien. Mijn vitaliteit is gebutst en beschadigd. Niet alles valt te herstellen. Maar mijn energie holt niet meer achteruit. Wel moet ik mezelf er nog regelmatig aan herinneren dat ik mijn schaarse energie goed heb te doseren. Als ik een terugval heb, dan is het eigenlijk altijd zo dat er meer aandacht mag naar mijn kleine ik. Inmiddels kan ik haar gelukkig zo veel eerder en beter horen.
Terugkerende thema’s hebben het nodig nog meer gezien te worden. En hier aandacht voor hebben is iets totaal anders dan forceren. Ruimte geven aan angsten, verdriet, weerstand, gebabbel, onzekerheden, twijfels en ontevredenheid draagt bij aan het vinden van verstopte poortjes, deuren en luiken in ieders unieke doolhof. Mijn gesloten luiken hadden ooit een functie, maar later knaagden ze als hongerige hamsters aan mijn vitaliteit.
Is de verandering liefdevol? Het in toom houden van je wilskracht klinkt zo tegenstrijdig als je het hebt over verbeteren van vitaliteit. Aanpakken die handel, klinkt krachtig, actief en dapper. We gaan ervoor! Niets mis mee als we ook bij onszelf onderzoeken waarom we iets willen doen, waarom we iets willen veranderen. Is deze verandering mild en liefdevol naar onszelf? Of gaat het over iets weg willen hebben omdat we ons niet goed genoeg vinden? Of iets (onbewust) uit de weg gaan? ‘Dus tranen zijn een goed teken?’, vraagt een coach in opleiding. Ik lach. Diepgang in je gesprek betekent niet dat er per se gehuild moet worden. Houd ook die coachees in de gaten die vrolijk, en net iets te snel, over je vraag of opmerking heen babbelen.
Knagen aan vitaliteit Coaches zijn inderdaad geen psychologen, maar kunnen wel een hoop bereiken. En ja, er kan iets spelen bij een coachee dat te veel, te oud of te diepgeworteld is om als coach te kunnen behappen. Soms is iets te kwetsbaar en daarom te onveilig om meteen al op door te pakken. Maar ook dan kan een coach wel een belangrijk bijdrage leveren. Een coachtraject kan een belangrijk scheurtje veroorzaken in iemands systeem. Dit scheurtje, het nieuwe inzicht of die ontlading kan leiden naar iets nieuws. En soms is dit een opstap naar een zwaarder traject. Niet onbelangrijk, maar juist heel zinvol.
LEES TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE! HÉT PRAKTIJKWETENSCHAPPELIJKE VAKBLAD VAN BEROEPSVERENIGING LVSC
WORD ABONNEE en je krijgt: • 4 fysieke themanummers per jaar • TsvB digitaal in je mailbox • Toegang tot online TsvB-archief en LVSC Kennisbank
VRAAG NU EEN GRATIS PROEFNUMMER AAN OP WWW.TSVB.NL
coachlink magazine
• 39
40 • c o a c h l i n k
magazine
Boek
Evelyne Meens, Een leven lang kiezen 208 blz, 1e druk, 2020, Boom Uitgevers Amsterdam, ¤ 23,50 Een leven lang kiezen wijst de weg bij de begeleiding van cliënten die worstelen met keuzestress. Er valt steeds meer te kiezen in ons leven en er lijkt ook steeds meer van die levenskeuzes af te hangen. De keuzestress neemt toe terwijl ons welbevinden afneemt. Daar komt nog bij dat de druk vanuit de maatschappij om ‘goede’ keuzes te maken alsmaar wordt opgevoerd. Steeds meer mensen worden in hun dagelijks leven belemmerd door keuzestress. Hoe kun je als coach iemand begeleiden bij het maken van een keuze? En wanneer is een keuze ‘goed’? Dit boek leert coaches op een praktische en wetenschappelijk onderbouwde manier om samen met hun coachees een intern keuzekompas te ontwikkelen. Het gaat om loopbaan- en levenskeuzes waarbij identiteitsontwikkeling, zelfdeterminatie en motivatie centraal staan. Coaches krijgen naast wetenschappelijke inzichten ook een scala aan voorbeelden, testjes en oefeningen aangereikt die ze direct in hun coachingspraktijk kunnen toepassen.
Jaap Herforth
Bianca van den Berg
Hilbert Flokstra
Coach bij Yourmove Coaching Grote loopbaan- of levenskeuzes komen voort uit vele eerdere stapjes. Elk coachgesprek eindigt immers met de vraag: en op welke manier ga je nu in beweging komen? Kiezen dus. Het boek van Evelyne Meens verlegt voor mij daarom het accent van coaching. Veel opleidingen, ook de mijne, hechten belang aan het blootleggen van belemmerende gedragspatronen. Evelyne laat zien dat achter de keuze die de coachee vervolgens maakt een wereld schuilgaat. Daar zit ook de toegevoegde waarde van de coach. Haar notie – dat mensen soms pas echt kiezen wanneer ze de consequenties van een keuze ervaren – interpreteer ik als een tip om als coach niet te vroeg los te laten. Hoe keuzeprocessen verlopen, beschrijft Evelyne kort en krachtig. Het boek is dun genoeg om nog eens na te slaan en bevat heldere voorbeelden en praktisch toepasbare oefeningen. Ik gebruik het al.
HR-manager en coach bij ASML Het boek Een leven lang kiezen bevat een fijne combinatie van wetenschappelijke achtergrond en heel veel oefeningen, die ik meteen kan toepassen in mijn coachgesprekken. Hierdoor leer je niet alleen meer over de psychologische processen achter kiezen, je kunt er praktisch mee aan de slag. Dit is extra prettig omdat het onderwerp kiezen in al mijn coachtrajecten wel op een of andere manier aan bod komt. Ik herken dat veel mensen worstelen met studiekeuzes, loopbaankeuzes en levenskeuzes, onder andere door de veelheid aan opties die we hebben. Hoewel ik de meeste theorieën en methodieken uit het boek kende, geeft het toch nieuwe inzichten en handvatten voor coachtrajecten door de manier waarop de onderwerpen gecombineerd worden en in een logische volgorde worden gepresenteerd. Ik zou dit boek zeker aanraden voor coaches, studiebegeleiders en andere professionals die mensen begeleiden bij het maken van keuzes.
Loopbaancoach bij Coach op koers In dit boek werkt Evelyne Meens een onderwerp uit waar veel coaches mee te maken hebben. Achter de keuzes die mensen in hun leven maken, schuilt een behoorlijk psychologisch spectrum. Voor een coach is het prettig als deze psychologie op een heldere manier uitgelegd en toepasbaar wordt gemaakt. Wat mij betreft is dat uitstekend gelukt. Evelyne beschrijft een inzicht vanuit psychologisch perspectief en dat geeft mij als coach een theoretisch kader. Een voorbeeld hiervan is de uitleg over cognitievedissonantiereductie. Mensen stellen hun opvattingen bij over een keuze wanneer deze anders uitpakt, in plaats van terug te gaan naar de basis en een andere keuze te maken. Het gevaar hiervan is dat mensen aan hun persoonlijkheid morrelen. Dit is de kracht van het boek. Als coach geeft het de mogelijkheid tot verdieping. Herkenbare situaties worden vanuit de psychologie verklaard en praktisch uitgewerkt in gevarieerde oefeningen.
9
8 8 coachlink magazine
• 41
Een kwestie van lef hebben 42 • c o a c h l i n k
magazine
marieke van vliet en emily nijhuis
Marieke van Vliet en Emily Nijhuis werken met teams die op ontdekkingstocht gaan naar datgene wat er echt toe doet, wat écht belangrijk is. Die bewustwording leidt tot mensen die tot hun recht komen en organisaties die er wel bij varen.
L ‘
euk dat je geïnteresseerd bent in de Vitaliteitsdagen. Tijdens deze dagen staat een gezonde leefstijl centraal. We organiseren allerlei activiteiten voor onze collega’s en studenten, zoals een health check, stoelmassages, tips voor stoppen met roken en een lunchwandeling.’
Nieuwsgierig geworden door dit bericht klikte ik door op het intranet. Ik was benieuwd naar hoe de organisatie waarvoor ik werk nog meer aandacht besteedt aan het thema vitaliteit. Onder de knop Gezond&Vitaal lees ik het volgende: ‘We vinden het belangrijk dat jij je werk op onze hogeschool in goede gezondheid kunt blijven doen. Daarom willen wij je met verschillende voorzieningen en adviezen helpen om gezond te blijven en zelfs gezonder te worden. Zowel mentaal als fysiek.’ De Vitaliteitsfolder, te downloaden op dezelfde pagina, wijst mij vervolgens de weg naar allerlei regelingen voor en informatie over manieren waarop ik dat kan doen, gezond blijven. Zo lees ik onder andere over het aanschaffen van een nieuwe fiets via een fietsplan en de mogelijkheid tot een preventief bezoek aan de bedrijfsarts, over het aanvragen van coaching die mij kan helpen bij het zorgen voor een juiste balans in mijn leven en over de manier waarop ik in aanmerking kom voor een vergoeding van een hoortoestel.
Het gebod van de moderne mens: ‘gij zult in beweging komen’ Trage vragen We snappen het wel, deze focus: de gerichtheid op doen, op aanpakken, op actie ondernemen. Het is een focus die past bij de hedendaagse tijd. Onze dagen zijn immers vaak meer dan gevuld, we hebben het druk. We doen veel, we hebben veel, we willen veel en worden overspoeld met informatie. Terwijl we vaak te midden van alle overvloed het verlangen hebben naar rust en verdieping en ons bezig willen houden met datgene wat echt belangrijk is, zoeken we de sleutel meestal niet in
rust en in reflectie. Dat houdt immers zo ontzettend op. Het gebod van de moderne mens: ‘gij zult in beweging komen’. Het is een tegenstrijdigheid die we veel tegenkomen in onze (team)begeleidingstrajecten: aan de ene kant het verlangen om stil te staan bij datgene waar het jou en/of jouw team nu echt om te doen is, waar je echt van betekenis in wilt zijn en aan de andere kant de waan van de dag en alles wat die met zich meebrengt aan focus op doelen halen, resultaten boeken, actie ondernemen. Een tegenstrijdigheid die schuurt en die regelmatig zorgt voor ongemak: bij de individuen die we begeleiden, bij de teams en bij ons zelf. Omdat we diep vanbinnen weten dat een antwoord op ‘trage vragen’ – levensvragen over relaties, werk en verlangens en keuzes waarvoor geen snelle oplossingen zijn – kan leiden naar (nog meer) energie, levenskracht en veerkracht. En omdat we ook zien hoe we onszelf daar vaak van afhouden: door gedrag te laten zien dat bekend is en om die reden comfortabel voelt, maar waarmee we, in de woorden van Arend Ardon in zijn boek Traag versnellen, een plafond creëren voor onszelf.
Meer dan het overbrengen van kennis Met Nijhuis en Van Vliet richten we ons op onderwijsteams en op professionals die willen gaan naar het ontwikkelen van zichzelf en de organisaties waarin zij werken. Die het beste uit zichzelf en uit anderen willen halen. Die zo het vuur ontsteken voor verwezenlijking van datgene wat we met elkaar met het onderwijs voor ogen hebben. Dat ons onderwijs verandert is een open deur. En dat werken in het onderwijs en alle veranderingen die daarin gaande zijn veel van leraren en docenten vraagt, is de tweede. Leraren en docenten wisten dat al, mensen buiten het onderwijs weten het nu ook. Om die bewering enigszins te staven, hoeven we alleen maar te kijken naar de maanden van lockdown die achter ons liggen: hoe groot was de opluchting van menig ouder toen het bericht kwam dat leerlingen weer terug naar school mochten? coachlink magazine
• 43
Ineens werd glashelder dat ‘leren’ niet alleen maar het overbrengen van kennis, het werken aan competenties en het voldoen aan de normen van de inspectie is. Ineens werd glashelder dat het vak uit nog veel meer bestaat: uit zaken die soms niet zo goed te definiëren zijn en waarvoor het soms moeilijk is om de juiste woorden te vinden die vertellen waar het dan óók nog om gaat.
Dansen in de regen We dachten hier veel over na naar aanleiding van de documentaireserie Klassen die in de afgelopen maanden op televisie is uitgezonden: een serie die, zo blijkt, heel veel heeft losgemaakt. De documentaire gaat over de strijd voor gelijke kansen in het onderwijs. Week in week uit konden we zien hoe velen strijden voor het belang van leerlingen: de zeer betrokken leerkrachten, de mentor, de bestuurder en de wethouder. Ze gaan de strijd aan met systemen, met regels en procedures die ‘zijn omdat ze nu eenmaal zo zijn’, met maatschappelijke tendensen en publieke opinies. Omdat ze verschil willen maken en op een beslissend moment in het leven van een leerling iets wezenlijks willen betekenen. Dát is waarom ze het doen, dát is waarom zij (en wij) in het onderwijs werkzaam zijn. ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass, it’s about learning to dance in the rain.’ Deze uitspraak van visionair, kunstenaar, auteur en ondernemer Vivian Greene helpt ons om een antwoord te vinden op de vraag hoe de hierboven genoemde professionals het volhouden, en de energie en de veerkracht hebben om in alle weerbarstigheid van de dagelijkse praktijk hun werk te kunnen doen. Die dagelijkse praktijk vraagt nogal wat, zo verwoordden we het hierboven al: we zien het in de documentaire, we stellen het vast in ons werk als coaches en procesbegeleiders binnen het onderwijs en we ervaren het aan den lijve in ons werk als docent.
Waarom je doet zoals je doet In dit kader is het aardig om een uitstapje te maken naar het boek Je binnenste buiten van Manon Ruijters, lector professionele identiteit en organisatieontwikkeling bij Aeres Hogeschool in Wageningen en hoogleraar Leren, ontwikkelen en gedragsverandering bij de VU in Amsterdam. Volgens haar gaat het erom dat je weet of ontdekt waar je van bent, waar je voor staat, wat je wilt in je vak, waar je passie zit en hoe je daarmee de verbinding mee blijven maken. Het gaat erom goed te willen zijn in dat vak en het met overtuiging uitoefenen, erin leren 44 • c o a c h l i n k
magazine
‘dansen’, ongeacht de omstandigheden. Dansen in de regen dus. Het is precies wat ze doen, de bevlogen professionals uit de documentaire. Het is ook precies datgene waar we in onze trajecten op inzetten: bevragen op en faciliteren van gesprekken die gaan over ‘waarom je doet zoals je doet’. Bewustwording daarvan geeft je de mogelijkheid om vervolgens de verantwoordelijkheid te nemen voor wie je bent, wat je doet en wat je wilt. Het resultaat daarvan? Mensen die tot hun recht komen en organisaties waarin ze werken die daar wel bij varen.
Professionele identiteit: weten waar je van bent Volgens Manon Ruijters herken je mensen met een sterke professionele identiteit vrij gemakkelijk: ‘Kijk maar om je heen. Ze hebben een sterke gedrevenheid, passie en de wens om waarde toe te voegen. Ze zijn leergierig en willen zowel zichzelf als het vak, de organisatie en het veld waar zij werken verder brengen.’ Professionele identiteit is eigenlijk alles wat jou kleur geeft als professional, wat jou maakt tot wie je bent, hoe je in je vak staat en hoe je met elkaar – je collega’s, de beroepsgroep waarin je werkt – naar dat vak kijkt. Maar buiten dat alles maakt het vooral ook echt verbinding met jouzelf. In een tijd van heel veel veranderingen, waarin heel veel gevraagd wordt van professionals aan verwerking van nieuwe kennis, nieuwe informatie, nieuwe manieren van in een organisatie staan, is aandacht besteden aan je professionele identiteit zoiets als werken aan je basis.
Aandacht besteden aan je professionele identiteit is zoiets als werken aan je basis Bij professionele identiteit draait het om zelfsturing, samenwerken, excellentie en veerkracht. Dat zijn allemaal dingen die je niet leert in een klaslokaal. Zelfsturing ontwikkel je door goed te weten waar je van bent. Aan veerkracht kom je met name door scherp te hebben wat voor jou belangrijk en onbelangrijk is. Dan maak je je immers om een heleboel dingen niet meer zo druk en ben je veel beter bestand tegen alle veranderingen die in organisaties gaande zijn. Samenwerken wordt makkelijker als je weet wat van jou is, en wat van de ander: dan kun je veel respectvoller en wijzer met elkaar omgaan. En als je echt weet waar je goed in wilt worden, dan kun je dat
ontwikkelen. Dus ook excellentie vindt zijn basis in professionele identiteit. Zoals Ruijters verwoordt: ‘Nadenken over wat de essentie is van je werk voor jou, daar kun je eigenlijk nooit voldoende aandacht aan besteden.’ Net als identiteit blijft ook je professionele identiteit altijd in ontwikkeling.
Op avontuur In de wereld van leren en ontwikkelen maken we ons volgens Ruijters in opleidingen, trainingen en coachtrajecten vaak druk over de vraag: ‘Wat ga je nu morgen met het geleerde doen?’. Ruijters stelt voor om daarmee te stoppen. De vraag: ’Hoe past dit bij jou?’ is wat haar betreft een veel belangrijkere vraag. Als je daar immers een antwoord op vindt, ontstaan ruimte en energie: om (andere) keuzes te maken, om zaken te laten stromen. Dit is dan ook precies wat we doen in onze (team)begeleidingstrajecten: ruimte bieden aan teams en professionals om met elkaar te praten over en in zichzelf op ontdekkingstocht te
gaan naar datgene wat er echt toe doet, wat écht belangrijk is. We faciliteren gesprekken waarin meningen niet over elkaar heen buitelen, maar waarin echt luisteren en helpen (onder) zoeken de uitgangpunten zijn. Waar nieuwsgierigheid centraal staat en waar we vooral ook plezier hebben met elkaar. Waarin we de spanning opzoeken door vragen te stellen die verrassend zijn, en ook een beetje vilein. Vragen die schuren omdat ze tikken tegen het zelfgecreëerde plafond, in de hoop dat we bijdragen aan het creëren van barstjes daarin: omdat we weten dat daar het licht door naar binnen komt. Avontuurlijke trajecten. Trajecten die leiden tot verdieping en verbinding. Met een ander, én met jezelf. Om vanuit die kracht je leven verder vorm te geven: levenskracht.
Literatuur • Ardon, A. (2020). Traag versnellen. Amsterdam: Boom. • Ruijters, M. (red.) (2015). Je binnenste buiten. Deventer: Vakmedianet.
coachlink magazine
• 45
Coachlink
De coach voor coaches
Wil je als coachingsprofessional bijblijven op je vakgebied? Met Coachlink heb je online toegang tot honderden artikelen over coaching en persoonlijke ontwikkeling. Je vindt in de kennisbank de nieuwste vakinformatie en praktische tools voor nog meer impact in je coachgesprekken en teamsessies.
Overal en altijd online toegang tot meer dan 250 boeken.
46 • c o a c h l i n k
Gemakkelijk zoeken op veelvoorkomende thema’s, methoden en technieken.
Probeer ProbeerCoachlink Coachlink • •Eerste Eerstemaand maandgratis! gratis! • ¤ • ¤21,25 21,25per permaand maand (incl. (incl. btw) btw)
Laat je inspireren door ruim 600 werkvormen van MyMethods
www.coachlink.nl magazine
Column
Verlangen is het vuur voor de toekomst
monique verhoeven Voorheen was vitaliteit vooral een probleem voor zij die niet gezond waren. Je kent de uitspraak wel: een gezond mens heeft duizend wensen, en als je het niet bent heb je er maar één. Tegenwoordig is vitaliteit een onderwerp geworden waarmee iedereen noodgedwongen te maken heeft gekregen. Het afgelopen jaar zijn we door het uitbreken van covid-19 allemaal in meer of mindere mate op de proef gesteld. De media staan bol van adviezen om gezond te blijven. Maar vitaliteit gaat verder dan mentale en lichamelijke gezondheid. Het gaat over veerkracht en levenslust, energie om te leven en om ervan te kunnen genieten. In onze coachpraktijk worden we geconfronteerd met mensen die worstelen. Die het even niet meer zien zitten omdat ze last hebben van de negatieve consequenties van thuiswerken, minder sociale contacten, thuisonderwijs, onregelmatig geopende bso’s. En wat te denken van die ondernemers die hun reserves hebben aangesproken omdat ze niet of beperkt kunnen ondernemen? Die wakker liggen omdat het voorbestaan van hun bedrijf in gevaar komt? Er is meer behoefte aan coaching dan ooit. Dit virus zet onze wereld op zijn kop en wakkert vooral onze angstdrijfveer aan. Ieders overlevingsmechanisme wordt aangespro-
ken. Voorkomen dat je ziek wordt, klanten en omzet verliest en de toekomst van jouw werk gevaar loopt. Als de overlevingsmechanismen het overnemen, drijven we weg van onze authenticiteit. Dat waar eerst je kracht lag, kan nu juist tegen je gaan werken of zelfs een valkuil worden. Door alle beperkingen is de levenslust en de kunst om ervan te genieten verloren gegaan. En juist hierin schuilt het gevaar. Want zoals wij als coaches maar al te goed weten: als we voornamelijk leven vanuit de angstdrijfveer, lopen we op de lange termijn het risico onszelf in het ongeluk te storten. Juist daarom ben je als coach nu zo belangrijk. We hebben maar één opdracht: mensen te bewegen uit hun angstdrijfveer te komen en het verlangen weer aan te wakkeren. Hoe je dat doet? Maak bespreekbaar welke doemscenario’s er in de hoofden van jouw klanten spelen, en pel deze af. Ons brein is zo geprogrammeerd dat we eerder geneigd zijn om vanuit angst te handelen. De hersengolven die angstgedachten creëren, zijn sterk en overheersend. Voordat je de angstgedachten stil krijgt, moet je er eerst naar luisteren. Kijk je angst daarom recht in de ogen. Daarna kom je er vaak achter dat
Kijk je angst recht in de ogen
de kans dat je grootste angsten uitkomen heel klein is. En als ze onverhoopt toch uitkomen, heeft elk mens alles in huis om ook deze dip weer door te komen. Pas als je de angst in de ogen kijkt, ontstaat er ruimte om ook vanuit de andere drijfveer te gaan handelen. Die van het verlangen. In het verlangen ligt het vuur voor de toekomst verborgen. Ga daarom vervolgens lekker met jouw klanten dromen, stel je voor dat het wel lukt, stel je voor dat je alles inzet wat je in je hebt en iets heel moois kunt neerzetten. Wat zou hiervan de impact zijn op jouw omgeving, maar vooral ook op jezelf? Innoveren is de sleutel om de spiraal naar boven in te zetten. Er komen andere tijden en juist in tijden van crisis zit de belofte in het zoeken en grijpen van nieuwe kansen en mogelijkheden. Deze bewustwording, dat is de taak van de coach. Zo kussen we bij onze klanten de belofte en de moed wakker om in beweging te komen op weg naar een rooskleurige toekomst. Zo ontstaat er weer levenslust en veerkracht en worden onze klanten gelukkiger en vitaler. Monique Verhoeven coacht leiders in transitie, directieteams, managers en professionals die ergens voor staan en gaan. Als interim-manager staat ze regelmatig zelf met haar voeten in de klei. Daarnaast ondersteunt ze collega-coaches in de ontwikkeling van hun coachvaardigheden.
coachlink magazine
• 47
Even stilstaan loont! hans van dijk
Hoe makkelijk is het om ‘ja, goed’ te antwoorden als iemand je vraagt hoe het met je gaat. En hoe ingewikkeld kan het zijn om erbij stil te staan en je af te vragen wat je echte antwoord is. Hans van Dijk laat zien hoe waardevol dat kan zijn.
H
oe gaat het met je?’, een vraag we meerdere keren per dag krijgen voorgelegd, zeker in de huidige tijd. Laten we ervan uitgaan dat de ‘afzender’ de vraag oprecht meent en daarbij in het midden laten of die dan ook op een echt antwoord is voorbereid. Veel interessanter is het om zelf eens even echt stil te staan bij deze vraag. Hoe gaat het eigenlijk met je? Hoe ervaar je de balans tussen werk en privé op dit moment? Hoe sta je sowieso in je werk, heb je het naar je zin, ervaar je energie en plezier, is er voldoende perspectief en geeft het voldoening? Hoe is het voor je om (meer) vanuit huis te werken en je collega’s zo weinig fysiek te ontmoeten, met het gegeven dat dit nog wel even duurt? Hoe gaat het met je gezondheid, beweeg je genoeg, ben je tevreden over je eetpatroon? Hoe gaat het met je relaties: jij met je partner, jij met je kinderen, jij met je familie, jij met je vrienden? Kortom: hoe gaat het met je?
Persoonlijk welzijn Al ver voor de coronacrisis was er een groeiende behoefte om meer en vooral bewuster stil te staan bij persoonlijk welzijn, waarschijnlijk ingegeven door een groeiend bewustzijn dat je daar uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor bent. Meer en meer zien mensen in dat het de moeite loont om in onze snel veranderende samenleving aandacht te geven aan zaken die binnen de eigen invloedssfeer liggen. Ze zitten op zich prima in hun vel, genieten van het zelfinzicht en er staat weinig in de weg om gewoon door te kunnen gaan.
Het is van belang dat de ‘sluimerende issues’ aandacht krijgen
48 • c o a c h l i n k
magazine
Maar juist omdat vast te houden, om daadwerkelijk verder te kunnen, is het van belang dat de ‘sluimerende issues’ aandacht krijgen. Ze gaan anders onherroepelijk hun weerslag hebben op privé en op werk. Niet zelden is het negeren van de ‘welzijnsvragen’ de oorzaak van mentale problemen en zelfs ook van het eveneens sluimerende proces van burn-out. Je kunt stellen dat nagenoeg iedereen die met een burn-out te maken krijgt, (achteraf) inziet dat ze onvoldoende hebben stilgestaan bij het persoonlijk welzijn.
Meer dan een leuke aanvulling Ruimte hebben, nemen en krijgen om van tijd tot tijd stil te kunnen staan, is ieders eigen verantwoordelijkheid. Gezien het belang ervan zou het daarnaast een structureel en vanzelfsprekend aandachtspunt moeten zijn van werkgevers. Zij kunnen ‘stilstaan bij persoonlijk welzijn’ stimuleren en faciliteren door het als een vanzelfsprekend onderdeel van beleid te beschouwen. Dus niet als een ‘leuke’ aanvulling op het studieaanbod, of als een extra bestedingsmogelijkheid voor het persoonlijk ontwikkelbudget, maar structureel en net zo logisch als het inrichten van een goede werkplek, het hebben van een volwaardige cao en de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijk ontwikkeling van de medewerkers. In de meeste gevallen is het de praktijk dat ze wachten met ingrijpen en ondersteunen tot het moment waarop problemen (bijvoorbeeld burn-out) zich daadwerkelijk aandienen. Dit leidt tot een onnodig grote impact en dito kosten. Er is daarbij een soort psychologische drempel voor veel werkgevers om te investeren in problemen die er (nog) niet zijn. Onder de noemer van preventie worden gelukkig wel de eerste stappen gezet, maar dat is nog steeds een andere motivatie dan echt het nut en de noodzaak inzien van ‘even stilstaan’ bij persoonlijk welzijn.
Gewetensvragen
Wil je het eigenlijk wel oprecht horen?
Aan de manager stel ik de vraag: wil je het eigenlijk wel oprecht horen als het eventueel niet goed gaat met je medewerker? Dat hij het niet meer trekt, dat er problemen thuis zijn, dat er gezondheidsklachten zijn, dat ze zich alleen voelt of het werk niet meer aankan? Kun je echt de tijd nemen voor het antwoord; echt horen, zien en voelen wat hij of zij zegt? Luisteren zonder direct een advies of tips te geven of er iets van te vinden? Het antwoord zou namelijk ook weleens lastig voor jou kunnen zijn, dat jij er iets mee moet, dat het werk blijft liggen, dat je geraakt wordt door het antwoord, dat het je geld gaat kosten. Misschien is het antwoord wel dat jij het zelf al zo druk hebt, dat je de druk van jouw leidinggevende voelt en nu echt door moet naar de volgende meeting. En voor de medewerker: kan het zijn dat jij bang bent om je kwetsbaar op te stellen? Dat je op voorhand een oordeel hebt over wat ‘ze’ van je zullen vinden en daarom maar zwijgt. Dat je misschien denkt dat jouw eerlijke antwoord lastig wordt voor je manager en ook voor jouzelf? Dat je vooral tips en adviezen zult krijgen, in plaats van dat er echt naar je geluisterd gaat worden. Voel je je misschien bezwaard omdat je weet dat je manager haast heeft en ook onder druk staat? Dan is ‘het gaat goed’ antwoorden veel makkelijker, geen verdere vragen krijgen en inderdaad gewoon doorgaan. Even een masker opzetten in plaats van jezelf echt laten zien? ‘Hoe gaat het met je?’, de vraag echt stellen en de vraag beantwoorden is nog niet zo makkelijk. We blijven meestal hangen in de oppervlakte en in de bekende dynamiek die immers houvast geeft. Doorgaan en hopen op betere tijden is het bijbehorende devies. En toch: echt even stilstaan loont. Het levert daadwerkelijk resultaat op: voor mens en organisatie.
coachlink magazine
• 49
50 • c o a c h l i n k
magazine
De favoriete werkvorm van...
Paula Kolthoff Stuck exercise: je fysieke intelligentie benutten Gebruikmaken van de wijsheid van je lichaam kun je bijvoorbeeld doen met de ‘Stuck exercise’. Paula Kolthoff gebruikt ‘m regelmatig in haar workshops Embodied Learning. ‘Door synchronisatie van lichaam en geest ontstaat een andere manier van aanwezig zijn.’ Paula laat mensen leren over leiderschap via een groter bewustzijn van hun lichaam. ‘Onder de naam Embodied Learning voor leiders breng ik verschillende disciplines samen: Social Presencing Theater, systemisch werken, Theory U, NLP en focussing. Je lichaam heeft een eigen intelligentie; het is een bron van informatie, authenticiteit en verbinding.’ ‘Waar lichaam en geest samenvallen, ontstaat een andere manier van aanwezig zijn’, vertelt Paula. ‘Dan maak je bijvoorbeeld makkelijker beslissingen, omdat je rustig en gefocust bent. Heel mooi vind ik de combinatie van kracht en zachtmoedigheid die dan ontstaat.’ ‘Radicale zachtmoedigheid’ noemt ze dit in haar boek Stevig staan in intense situaties. ‘Die komt voort uit contact met je lichaam en ontstaat in interactie met je omgeving, bijvoorbeeld met de groep waarin je je beweegt.’
foto: reginar photography
Een prachtige werkvorm vindt Paula de Stuck exercise. ‘Deze oefening geeft informatie over waar een situatie naartoe wil bewegen en hoe jij daarin aanwezig kunt zijn. Je neemt een situatie in gedachten die je frustreert of waarin je vastzit. Vervolgens laat je een houding ontstaan die daarbij past. Na een aantal minuten zal je lichaam vanzelf laten zien wat er gebeurt als er beweging ontstaat.’ Paula leerde deze oefening van Arawana Hayashi, die samen met Otto Scharmer vorm geeft aan Theory U.
Ze houdt deze houding enige tijd aan. Dan opent haar linkerhand; haar linkerarm gaat naar boven, de rechterarm strekt naar voren. Haar schouders zakken, haar kruin richt zich op en vormt langzaam een rechte lijn met haar rug. Op haar gezicht verschijnt een blije lach.’ Deze reis geeft Sandra onmiddellijk informatie dat de nieuwe functie goed bij haar past.
‘Geen enkele situatie stagneert blijvend’
‘Het uitgangspunt van de oefening is zo mooi: geen enkele situatie stagneert blijvend. Uiteindelijk komt alles altijd in beweging.’ Je kunt de Stuck exercise met kleine frustraties doen, maar ook met loopbaanvragen of levensvragen. Alleen, in tweetallen of met een groep. ‘Wanneer anderen feedback geven, brengt dit nog extra verdieping. Ik ontwikkelde hiervoor een manier om feedback te geven zonder oordeel: Embodied Feedback.’
‘In je reis zit de informatie’, vervolgt Paula. ‘Je verbindt je met de situatie zonder tussenkomst van je denken.’ Ze geeft een mooi voorbeeld. Sandra is gevraagd voor een andere functie en aarzelt om deze aan te nemen. ‘Ze maakt zich klein, armen gekruist voor haar borst, hoofd weggedraaid, haar voeten licht uit elkaar.
Als Paula deze en andere lichaamsgerichte werkvormen doet in haar workshop of programma, zijn de deelnemers aan het einde van de dag meestal verrast. ‘Ze voelen zich niet alleen ontspannen, maar hebben ook zinvolle informatie gekregen en nieuwe inzichten opgedaan. Vaak hebben ze ter plekke een besluit genomen. Ze kunnen de stagnatie loslaten en weer verder bewegen.’ (NvO)
coachlink magazine
• 51
Vitaal ondanks fysieke beperkingen
52 • c o a c h l i n k
magazine
martha rijkmans
In de beeldvorming rond vitaliteit ligt een sterke nadruk op het fysieke aspect. Meestal wordt vitaliteit gedefinieerd als een balans tussen fysieke, emotionele, mentale en spirituele aspecten. Maar kun je ook spreken van vitaliteit als deze aspecten niet in balans zijn, omdat er sprake is van serieuze en ingrijpende fysieke beperkingen?
I
n mijn coachpraktijk begeleid ik vrouwen na afloop van hun behandelingen voor borstkanker. Zelf heb ik al meer dan tien jaar een aantal forse fysieke beperkingen en daarnaast ook borstkanker gehad, wat mijn lichaam veel heeft gekost. Toch zal ik geen moment aarzelen om mijzelf vitaal te noemen. Want ondanks mijn fysieke beperkingen voel ik mij vitaal en levend, zelfs meer dan ooit tevoren. En dit geldt niet alleen voor mij. Op Facebook beheer ik een besloten community voor vrouwen na borstkanker. In deze groep zitten inmiddels bijna 1300 vrouwen. Aan hen heb ik de vraag gesteld wat vitaliteit voor hen betekent. Veel van deze vrouwen hebben fysieke beperkingen aan hun ziekte en de behandeling overgehouden, zoals vermoeidheid, vermindering van cognitieve vaardigheden, pijn en verminderde beweeglijkheid. Toch geven veel van hen aan zich vitaal en levend te voelen. Dit vergt echter wel een aanpassing in de houding ten opzichte van het leven. Ik zal dit illustreren aan de hand van het coachtraject met Anna.
De impact van borstkanker Anna is net klaar met haar behandelingen voor borstkanker. Zij heeft een heel proces doorgemaakt van chemotherapie, operatie en bestralingen en is daar bijna een jaar mee bezig geweest. Als zij bij mij komt is zij uitgeput, emotioneel gedesoriënteerd en leeg. Haar wereld heeft op zijn kop gestaan en ze is ermee geconfronteerd dat het leven zo maar over kan zijn. ‘Niemand begrijpt het’, zegt zij. ‘Hoe lief ze ook voor me zijn, ze begrijpen niet wat ik heb meegemaakt. Iedereen zegt dat ik er goed uitzie en dat alles nu weer normaal is, maar zo voelt het totaal niet. Want voor mij is niets meer normaal, alles is anders en ik ken mijzelf vaak niet eens meer terug.’ Anna heeft het óverleefd, maar ze voelt zich verre van levend.
Toch geven veel van hen aan zich vitaal en levend te voelen
En dat is ook niet zo vreemd, want een ziekte als borstkanker raakt je totale mens-zijn. Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel en mentaal. Op het spirituele vlak rijzen er zingevingsvragen, zoals: ‘Wat is belangrijk in het leven?’ en: ‘Wat wil ik nog met dit leven?’ Fysiek wordt Anna begeleid via een medisch fitnesstraject. Zo wordt gekeken in hoeverre zij haar lichamelijke conditie weer kan opbouwen. Samen met haar ga ik aan de slag met de andere aspecten.
Controle of regie? Anna heeft het gevoel dat zij de controle kwijt is. Het telefoontje van de huisarts na het bevolkingsonderzoek kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zij had niets gemerkt en ze voelde zich goed. De diagnose heeft haar geconfronteerd met het feit dat het leven voor een groot deel oncontroleerbaar is. Vaak zijn wij ons daar niet van bewust, maar de écht belangrijke dingen in het leven kunnen wij niet controleren. ‘Ik leef zo gezond en toch werd ik ziek’, zegt zij. Ik vraag haar of zij het verschil kent tussen controle en regie. Je kunt het leven niet controleren. Ziekte en dood zijn dingen die nu eenmaal gebeuren. Maar dat wil nog niet zeggen dat je machteloos bent, want regie nemen kun je onder alle omstandigheden. Regisseren betekent zelf bepalen hoe je omgaat met dat wat je overkomt. Ik zie het kwartje vallen. Anna realiseert zich dat borstkanker haar weliswaar is overkomen, maar dat zij geen speelbal is van het leven. Dat zij zelf aan het roer staat en in iedere situatie kan kiezen hoe zij daarmee wil omgaan. Ik zie de blik in haar ogen direct veranderen. Het gevoel regie te hebben, doet haar letterlijk opveren.
Aanvaarding als uitgangspunt Regie nemen begint met de situatie aanvaarden zoals deze is. Anna’s gezicht betrekt: ‘Maar dat betekent dat ik het opgeef,’ zegt zij, ‘en dat ga ik echt niet doen. Ik geef nooit op, zo ben ik niet.’ Ik leg haar uit dat aanvaarden niets te maken heeft met coachlink magazine
• 53
de moed opgeven of ervan uitgaan dat het nooit meer zal veranderen. Aanvaarden is het opgeven van het verzet tegen wat er nú is. Het willen dat het op dit moment anders is dan het is en daar al je energie en aandacht aan geven. Het is niets anders dan ‘beginnen waar je nu bent’. Dat is niet gemakkelijk voor Anna, want daarvoor moet ze het beeld dat ze van zichzelf heeft en van hoe zij had gewild dat het leven eruit zou zien, loslaten. Het vergt van haar dat zij stopt met achteromkijken en vergelijken met vroeger. Als ik haar vraag haar ogen te sluiten en zich voor te stellen dat het op dit moment niet anders hoeft te zijn dan het is, hoor ik haar na korte tijd diep zuchten. Tot haar grote verbazing voelt ze zich lichter en ruimer.
Emoties durven voelen Het proces van aanvaarden is niet pijnloos. Het is een vorm van rouw en er komen allerlei emoties omhoog. Afscheid nemen van hoe het was, maar vooral ook van verwachtingen en beelden over de toekomst. Anna is verbaasd dat er juist nu zoveel emoties naar boven komen. ‘Tijdens het behandelingstraject was ik heel “koel”’, zegt zij. Ik leg haar uit dat dit niet raar, maar zelfs logisch is. Tijdens het behandelingsproces zat zij in een rollercoaster. Ze ging van onderzoek naar onderzoek en van behandeling naar behandeling. Ze noemt het zelfs een ‘gevecht’.
Emoties en gedachten hangen nauw met elkaar samen. Ook Anna dreigt in een negatieve gedachtenspiraal te komen. Gedachten kunnen als olie op het vuur van de emotie zijn. Zij vertelt mij dat ze er vaak aan denkt dat het terug kan komen. Dat zij daarvan in paniek raakt en dat haar gedachten dan met haar op de loop gaan. Ik vraag haar of zij haar eigen gedachten gelooft. Ze kijkt mij verbaasd aan. Maar op het moment dat zij beseft dat de meeste gedachten gaan over het verleden of over de toekomst én in dit moment niet waar zijn, heeft zij de sleutel naar het ontsnappen uit de maalstroom in haar hoofd in handen. Ze leert om afstand te nemen, haar gedachten te observeren en hun waarheidsgehalte te toetsen.
Focussen op wat er wél (mogelijk) is De volgende keer dat Anna bij me komt, zit ze er duidelijk doorheen. Ze vertelt mij uitgebreid wat er allemaal niet meer mogelijk is. Inmiddels is wel duidelijk dat haar energieniveau ver achterblijft bij hoe het was voor haar ziekte. De beweeglijkheid van haar arm is beperkt, haar spieren zijn stijf en ze heeft regelmatig last van oedeem. ‘Ik lijk wel 80’, zegt ze bitter.
De écht belangrijke dingen in het leven kunnen wij niet controleren
Tijdens een gevecht is er geen ruimte voor emoties. Het lichaam is in de overlevingstand en de enige focus is overleven. En dat is ook prima. Die kracht is nodig om het aan te kunnen. Maar op het moment dat de behandelingen voorbij zijn, is die kracht niet meer nodig. Pas dan is er tijd en plaats voor emoties. Het is essentieel om die emoties de ruimte te geven. Het onderdrukken van emoties vraagt veel energie en houdt je aandacht gevangen. Het is als een bal die je onder water drukt en die, als je de druk vermindert, keihard omhoog springt.
Ik vraag haar om volledig te voelen hoe dat voor haar is. De tranen springen in haar ogen. ‘Ik word er somber en cynisch van’, zegt zij. Als ik haar vraag of zij in dit gevoel wil blijven hangen, schudt ze heftig nee. Daarom gaan we kijken wat er allemaal wel (mogelijk) is en dat blijkt heel veel te zijn. We spreken af dat ze elke dag een aantal dingen opschrijft waar ze blij en dankbaar voor is. Dat richt haar focus en ze kan er altijd op terugvallen op momenten dat het minder goed gaat.
De maalstroom van gedachten
Wat is wezenlijk belangrijk?
‘Ik durf het allemaal niet te voelen’, zegt Anna. ‘Ik ben veel te bang dat het mij overneemt en dat ik er nooit meer uitkom.’ Tijdens de sessie begeleid ik haar in het voelen. Als zij met haar volle aandacht bij de emotie in haar lichaam kan blijven, ebt deze na een paar minuten langzaam weg. Ze merkt dat het niet de emotie zelf is, die de meeste spanning oproept. Maar dat juist haar pogingen die weg te drukken, haar stress geven.
‘Weet je’, zegt ze een volgende keer, ‘ik weet eigenlijk helemaal niet meer wat ik wil. Ik ben mij er zo van bewust dat ik niet weet hoe lang mijn leven duurt en ik merk dat ik andere prioriteiten heb gekregen. Ik vraag mij regelmatig af wat ik echt belangrijk vind en wat ik verder wil met de rest van mijn leven.’
54 • c o a c h l i n k
magazine
Vaak roept de confrontatie met onze sterfelijkheid zingevingsvragen op. Om daar helderheid in te creëren ga ik met Anna aan de slag met het definiëren van haar kernwaarden. Opeens ziet zij wat ze mist in haar werk. Maar ook waarom de ene vriendin niet meer bij haar past. Het mooie van kernwaarden is dat ze open zijn. Ze raken de essentie van wie je bent, maar hoe je ze concreet vormgeeft, is helemaal aan jou.
Ze heeft zichzelf beter leren kennen en heeft vanuit haar kernwaarden keuzes gemaakt in werk en vriendschappen. Ze werkt aan haar fysieke conditie en hoopt dat die in de toekomst nog zal verbeteren. Maar haar fysieke beperkingen weerhouden haar er niet van om nú te leven. Zij heeft het niet alleen óverleefd, zij leeft!
Vertrouwen
Het traject van Anna laat zien hoe vitaliteit ondanks fysieke beperkingen kan worden opgebouwd. Omdat haar fysieke mogelijkheden achterbleven, werd een groter beroep gedaan op het ontwikkelen van mentale en emotionele veerkracht en het vinden van een zin in het leven. Wat ik bij mijzelf en bij de vrouwen die ik begeleid zie, is dat vitaliteit een houding is die je aanneemt ten opzichte van het leven. Daarmee beschouw ik vitaliteit niet als een statische, maar als een dynamische balans, waarbij de subjectieve beleving voorop staat. Vitaal zijn betekent actief kunnen balanceren tussen de mogelijkheden en onmogelijkheden. Die vaardigheid in je vingers krijgen, maakt je tot een ware levenskunstenaar.
De laatste sessie komt er een andere vrouw binnen dan de eerste keer. Anna straalt levenslust uit en is vol vertrouwen in de toekomst. Ze heeft door haar ervaring met borstkanker ontdekt dat ze over veel meer kracht en moed beschikt dan ze ooit had durven dromen. Nee, ze weet nog steeds niet wat er op haar pad zal komen. Maar inmiddels heeft ze het vertrouwen dat zij dat wat het leven brengt, aankan.
Afscheid nemen van hoe het was, maar vooral ook van verwachtingen en beelden over de toekomst
Vitaliteit is een dynamische balans
coachlink magazine
• 55
Chez Stéphanie
56 • c o a c h l i n k
magazine
tineke mulder
Energiek en vitaal ergens mee aan de slag kunnen gaan heeft minstens zoveel te maken met rust en inspiratie als met activiteit. Maar met een coachee die zichzelf voorbijloopt, kan het even duren voordat zo’n boodschap aankomt. Dan is het waardevol om te vertrouwen op wat er gebeurt in de tijd tussen de gesprekken, zo ervaart Tineke Mulder.
H
‘
oe drukker ik het heb, hoe langer ik moet bidden’, riep de Duitse monnik en theoloog Maarten Luther vertwijfeld uit. Onvermoeibaar streed Luther om alle misstanden binnen de kerk destijds aan het licht te brengen. Het was de zestiende eeuw, een tijd van ontdekkers en hervormers. In onze eeuw is de coronacrisis misschien het kantelpunt en vraagt de naderende klimaat- en economische crisis om grote inspanningen en heldere geesten. De hedendaagse variant op Luthers verzuchting is ‘Heb je het druk? Ga mediteren. Heb je het heel druk? Mediteer dan twee keer zo lang.’ Beide uitspraken komen op hetzelfde neer. Wie stil wordt, naar binnen kijkt, zich geïnspireerd voelt door iets groots en tijdloos, een doel heeft dat verder reikt dan verbetering van de eigen leefomstandigheden, krijgt veel voor elkaar. Energiek en vitaal ergens mee aan de slag kunnen gaan heeft minstens zoveel te maken met rust en inspiratie als met activiteit.
Soms denk ik, ik stop er helemaal mee, en begin een koffietent op het strand 360 en hoge verwachtingen Mijn eerste gesprek van vandaag is met Stéphanie. Ze werkt fulltime als beleidscoördinator bij de overheid, en doet daarnaast online een fulltime studie internationaal recht. Geen partner, geen gezin. Ze is door haar werkgever uitgenodigd voor een leiderschapstraject. De eerste training, vanwege corona aangepast tot webinars, zit erop. We hebben inmiddels haar 360-rapport besproken. De hoge scores die ze zichzelf gegeven heeft, blijken niet voort te komen uit een grote tevredenheid met zichzelf, zoals ik vooraf vermoedde.
Ze vond dat ze moest laten zien dat ze zelfvertrouwen had. Prestatiedruk en willen voldoen aan hoge verwachtingen is haar niet vreemd. In dat licht is haar uitspraak tegen het einde van het gesprek niet zo verrassend. ‘Ik ben bang dat ik het niet volhoud’, zegt ze. ‘Het is zó veel, werk en studie. Op dit moment gaat het nog wel, dankzij corona kan ik thuis mijn tijd redelijk zelf indelen. Maar straks, als we allemaal weer naar kantoor moeten, hoe ga ik dat dan doen?! Soms denk ik, ik stop er helemaal mee, en begin een koffietent op het strand. Chez Stéphanie. Lekker overzichtelijk.’ Ze kijkt me vanaf het scherm uitdagend en vermoeid aan.
Burn-down Ik houd m’n adem even in. Ze is zeker niet de eerste vrouw die ik een dergelijke uitspraak hoor doen. Die zich richting de top van haar organisatie beweegt, veel op haar bord heeft liggen en met de gedachte speelt af te haken. Die geen andere uitweg voor zichzelf ziet dan zelf een burn-down te creëren. Alle schepen achter zich wil verbranden en heel hard wil wegrennen naar het tegenovergestelde van dat gejaagde leven. Daarbij een romantisch idee van eenvoud voor ogen hebbend, als reactie op de overvolle dagen. Een burn-down uit angst voor een naderende burn-out. Zodat ze in ieder geval zelf de regie houdt… ‘Ik snap dat het veel is, werk, studie en dan ook nog die leiderschapstraining erbij. En dat het soms makkelijker lijkt om alles maar in één keer los te laten dan naar een balans toe te werken,’ reageer ik. Werken? Misschien niet zo’n handige woordkeus. Stéphanies reactie bevestigt dat. ‘Ja, hoor eens, daar word ik nou zó moe van, iedereen heeft het voortdurend maar over balans, veerkracht, vitaliteit en wat je daar allemaal voor moet doen. Ik wil niet nóg een “to do”. Daar heb ik helemaal geen tijd voor. Ik wil gewoon die eindstreep halen met mijn studie. Ook al zie ik enorm op tegen de komende anderhalf jaar en weet ik niet waar ik de energie vandaan moet halen. Heb je daar niet wat praktische tips voor, hoe ik dat makkelijker kan coachlink magazine
• 57
volhouden? Zonder elke dag een uur zweverig op een kussen te moeten zitten en naar een kaars te turen?’ ‘Ik heb wel duizend tips en bewonder je doorzettingsvermogen. Maar als je doorgaat zoals nu, dan is er een kantelpunt. Dan gaat het ineens echt niet meer. Dat moment komt toch nog altijd onverwacht. Op een ochtend lig je in bed te huilen en doet alles pijn en kun je helemaal níets meer. Ben je leeg. Op. En dan kost het je veel meer tijd om te herstellen.‘ ‘Je bedoelt zeker zoiets als mijn laptop. Als de batterij helemaal leeg is, en ik leg ’m aan de lader gebeurt er eerst helemaal niets. Dan zie ik een rood stipje waar ik nog steeds niets aan heb. Pas daarna komt hij weer langzaam in het groen.’
Gereedschapskist ‘Ongeveer ja. Als je jezelf tenminste met een laptop wilt vergelijken. Je kunt ook aan iets anders denken. Neem muziek. Die ontstaat in de stilte tussen de noten. Trillingen in de lucht nemen we waar als geluid, doordat ze onze gehoorbeentjes raken. Het is in de momenten tussen die trillingen dat muziek ontstaat. Zonder die stilte wordt het een kakafonie.’ Stephanie luistert aandachtig. ‘En wat die tips betreft: liever geef ik je de gereedschapskist voor vitaliteit, waarin je zelf af en toe rommelt en een laatje opentrekt. Kijkt wat je op dat moment wilt doen. Of juist laten. Daar zit misschien wel het misverstand. Soms moet je juist dingen laten, om balans te bereiken. Veel mensen openen altijd dezelfde lade van die kist, terwijl andere gesloten en een blinde vlek blijven. Er zijn meerdere manieren om een schilderij op te hangen. Niet alles los je op met een hamer en een spijker. Wat ik bedoel is, je let misschien goed op wat je eet, maar niet op dingen doen waar je plezier in hebt. Ik noem maar wat. Je hebt zoveel keuze!’ En ik ga van start. Meer een training dan coaching, maar fysiek herstel en het grootste energielek vinden, zijn nu het belangrijkste. Ik vertel over de vier lades in die kist, waar die duizenden tips altijd op terug te voeren zijn, voortkomend uit verschillende niveaus: fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel. Allevier onderverdeeld in kleinere vakken. Fysiek in voeding, vocht, slaap, beweging, ademhaling en ontspanning. Emotioneel: tijd nemen voor jezelf, alleen zijn, bezig zijn met iets waarbij je de tijd vergeet óf juist door vaker tijd te nemen om
58 • c o a c h l i n k
magazine
het gezelschap van anderen te zoeken. Mentaal, denkpatronen en oude overtuigingen doorbreken of door mindfulness stoppen met piekeren. En de laatste, de meest inspirerende: voelen dat je deel uitmaakt van een groter geheel, door vrijwilligerswerk te doen, onderdeel te zijn van een groep die hetzelfde ideaal heeft, tijd doorbrengen buiten waardoor je het tijdloze binnen en buiten jezelf kunt ervaren en voelt samenvallen. In het bos, de bergen, op het strand. Stéphanie veert op zodra dat laatste woord valt.
Strandwandelingen ‘Ik zie wat je zegt, dat laatste vooral, dat blijft bij me hangen. Wandelen, buiten zijn, dát heb ik nodig. Wat mij altijd oplaadt is een goede strandwandeling. Met daarna een dubbele espresso. Heerlijk! En het strand is niet eens zo ver weg, ik kan er zelfs lopend naar toe. Maar ik neem er bijna nooit meer de tijd voor … De huisarts zei het ook al. Ik verzwikte laatst mijn enkel, heel onhandig, gewoon bij het opstaan vanachter mijn bureau aan het einde van de dag. Hij vertelde dat ik meer moet bewegen als die enkel weer wat genezen is, minimaal twee keer per dag 15 minuten wandelen.’
Maar als je doorgaat zoals nu, dan is er een kantelpunt Hoe is het mogelijk, vraag ik me af. Zo simpel. Alle social media, tijdschriften, programma’s staan bol van tips en tricks om vitaal te blijven. Juist nu in coronatijd. Precies zoals Stéphanie zelf al zei. Dit is echt niks nieuws. En toch is er soms een één-op-één coachgesprek als dit voor nodig om het kwartje te laten vallen. Om de eerste stap te kunnen zetten, letterlijk. ‘Ik kan me wel inschrijven voor de strandvierdaagse’, hoor ik Stéphanie zeggen. Natuurlijk. Helemaal in character. Gelijk de beste willen zijn, presteren, wat het ook maar is. Ik blijf even stil. Gelukkig maar. ‘Hm, nee, dat is wat veel in één keer. Gaat mij met die enkel nog niet lukken.’ ‘Misschien helpt het je om het op deze manier te zien: in balans zijn is niet een ideaal dat je ooit bereikt. Het is niet iets statisch,
maar een continu proces. Een kwestie van steeds vaker de extremen weten te vermijden. Steeds minder bijsturen, zoals je leert fietsen, met vallen en opstaan, en uiteindelijk zelfs, nee juíst al ben je de beste fietser ter wereld, je het stuur voortdurend en ongemerkt, losjes, voortdurend een beetje van links naar rechts en andersom beweegt. En het zeker niet meer als een kind te stevig omknelt, omdat je dan sowieso omvalt.’
Waarden en levensdoelen Fietsen ... Zou Tom Dumoulin dat gevoel hebben gehad? Dat het stuur zo vast aan zijn handen geplakt zat dat hij als hij zo zou doorgaan alleen nog maar kon omvallen? Topsporters en burndown. De spanning en verwachtingen, de druk om te presteren niet meer aankunnen. Ik heb er nog nooit over gelezen, maar het zou me niets verbazen als menig sporter onder het mom van blessureleed daardoor een carrière beëindigd heeft, met zijn of haar eigen versie van de koffietent op het strand in gedachten. De kunst van het loslaten en ontspannen, beetje bij beetje. Het moeilijkste wat er voor veel mensen is. Terwijl ik even wegmijmer, laat ook Stéphanie haar gedachten er nog eens over gaan. Wat aarzelend komt het eruit: ‘Ja, de strandvierdaagse is wel wat veel van het goede. Ik ben ook zo’n streber. Soms vraag ik me ook wel af wat ik nou echt wil bereiken met mijn baan, mijn studie, dit leiderschapstraject. Waar doe ik het nou echt voor. Voor wie? Wat zijn mijn drijfveren?’ En zo komt ieder gesprek over vitaliteit en verkracht vroeg of laat toch weer uit bij een gesprek over waarden, zingeving, levensdoelen. Want je kunt alles doen wat in je vermogen ligt om je veerkracht te vergroten, de hele gereedschapskist overhoop halen, maar als die drang naar vitaliteit niet van binnenuit komt en geen doel heeft om te dienen, blijf je uitgeput en voel je je nog steeds leeg.
Een dubbele espresso Opnieuw hoor ik een diepe zucht. Deze keer klinkt het gelukkig meer als de zucht van opluchting dan als een van vermoeidheid. Ik besluit af te ronden. Het uur is omgevlogen. ‘Laten we het volgende keer hebben over je waarden, drijfveren. Begin bij het begin, kom op adem. Ik zal je de link sturen voor een korte test over je kernwaarden. Als je weer hebt bijgetankt en inzicht in je idealen en waarden, dan komt daarna wel de duidelijkheid over hoe je werk en die studie al dan niet in dat geheel passen. En hoe je jezelf en anderen daarin kunt leiden. Eerst die korte strandwandelingen. Dat is al fantastisch.’ ‘Ga ik doen. En ik maak nu eerst die dubbele espresso, het strand verzin ik er vandaag gewoon bij. Tot de volgende keer!’
Toch is er soms een één-op-één coachgesprek voor nodig om het kwartje te laten vallen Ja, lekker, koffie, ik neem zelf ook nog een slok. Wat een totaal ander gesprek dan ik had verwacht. Het raam staat open. In de verte hoor ik een radio bij de buren ... Stilte tussen de noten maakt de muziek, rust op drukke dagen maakt dat iemand bergen kan verzetten. Vaker mijn mond houden in een coachgesprek is handiger dan enthousiast met mijn eigen wijsheden te strooien of te snel de volgende slimme vraag te stellen. Ook dat blijft een continu leerproces. Vertrouwen op wat er gebeurt in de tijd tussen de gesprekken. In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister. Die waarheid geldt voor Stéphanie en evenzo voor mijzelf. En met deze constatering besluit ik dat dit een goed moment is om pauze in te lassen voor het volgende gesprek.
Vitaliteit moet zich aan iets verbinden om er iets moois mee te kunnen bereiken. Luther ging bidden en wist daarna weer waarom hij volop wilde en kon strijden voor grote hervormingen. De meest inspirerende leiders doen niet alles zelf, maar weten wel waar ze voor staan, wat hen beweegt en kunnen dat overbrengen op hun team. Ik bedwing echter opnieuw mijn neiging om dit alles hardop te zeggen. We hebben nog een aantal gesprekken voor de boeg. Altijd beter als ze dit zelf gaandeweg verder ontdekt.
coachlink magazine
• 59
Vitaliteit een must? Dat bepaal je zelf wel
chantal samson
Tienduizendstappenstress of to-dolistellende, dat is niet de weg naar een gezonder bestaan, zo ziet Chantal Samson. Hoe zorg je ervoor dat je zelf je eigen keuzes blijft maken?
60 • c o a c h l i n k
magazine
V
italiteit is helemaal in. Online en in printmedia geven allerlei fitgirls en fitboys het goede voorbeeld. We moeten in shape blijven. En krijg je dat niet zelf voor elkaar? Nou, geen zorgen. Zij hebben allerhande boeken, video’s, apps, shakes en meer hulpmiddelen in de aanbieding om je een handje te helpen. En natuurlijk werkt dat. Je ziet toch dat het henzelf ook heeft gebracht naar waar ze nu zijn?
We zijn mensen Word jij ook al moe als je hieraan denkt? Ja, snap ik. Ik ook. Tegelijkertijd voelen zowel jij als ik dat het wel belangrijk is om voldoende energie te hebben en gezond te blijven. En zowel jij als ik weten dat we wel ons best doen om een gezonde leefstijl te hebben, maar dat dat niet 100% lukt. We hebben allemaal onze zwakke momenten en kleine verslavingen: ‘Mmm, het regent. Nee, nu even geen zin om hard te lopen. O, zo hard gewerkt vandaag. Dat ene bakje chips kan geen kwaad. En nu is de zak bijna leeg dus neem ik die laatste chipjes er ook nog maar bij.’ En zo schipperen we heen en weer tussen gezond gedrag en onze ondeugden. Is dat erg? Nee. We zijn mensen, dus 100% perfect zullen we niet worden. Bovendien heeft doorschieten in het fitgirl/fitboygedrag ook grote risico’s. En hoe meer we ons zelf op onze kop zitten over onze ‘guilty pleasures’, hoe zwaarder en onmogelijker we het onszelf maken. Onze wilskracht is niet onuitputtelijk. En we moeten al zo veel in onze drukke levens.
Moeten of willen In mijn coachpraktijk spreek ik veel cliënten die bijna bezwijken onder alles wat ze moeten van zichzelf. Geschokte gezichten als ik zeg dat ze er ook voor kunnen kiezen om te stoppen met al dat m o eten . Ja maar, ik kan toch niet zomaar stoppen met … en dan volgt er een lange lijst. Nee, nee natuurlijk niet. Stel je voor dat je stopt. Dan stopt de aarde onmiddellijk met draaien. Of valt dat eigenlijk wel mee? Ik herinner ze eraan dat er al periodes in hun leven zijn dat ze stoppen met dit alles. Soms uit vrije wil: dat heet vakantie. Soms onvrijwillig, bijvoorbeeld door ziekte of een calamiteit. Bijna al deze overbelaste cliënten hebben to-dolijsten. Wat ze niet hebben, zijn ‘wat-ik-willijsten’. De simpele overschakeling van ‘ik moet’ naar ‘ik wil’ klinkt te eenvoudig voor woorden. Maar de interne dialoog heeft grote invloed op hun emoties en welzijn. Zo kan een op het oog kleine verandering in woordkeuze leiden tot een enorme bevrijding uit een knel-
lend gedragspatroon. De opgeluchte gezichten na reflectie op dit thema, en het vervangen van to-dolijsten door ik-willijsten, spreken boekdelen. Er vallen kwartjes en er ontstaat ruimte voor keuze: ‘Ik hoef niet van alles te doen om te voldoen aan verwachtingen van de buitenwereld. Ik mag zelf bepalen wat ik wel en niet wil doen in mijn leven. Ik ben de enige die mijn leven kan leiden.’
Een keuze die goed voelt Deze shift in mindset is ook toe te passen op keuzes die te maken hebben met vitaliteit. Vitaliteit kan niet alleen draaien om fysieke fitheid. Natuurlijk is en blijft het verstandig om je leefstijl in de gaten te houden. Maar chronische stress is een enorme aanslag op je mentale en fysieke welbevinden. Te veel stress heeft heel vervelende mentale gevolgen en kan uitmonden in overspannenheid of burn-out. In dat laatste geval leidt aanhoudende extreme stress tot ontregeling van je hormonen en belangrijke processen in je brein. Dus als je gezond wilt blijven, moet vitaliteit niet een volgend stressvol doel worden in je overvolle bestaan. Als je je opgejaagd gaat voelen door het tellen van calorieën of de tienduizenstappendoelen op je Fitbit werkt je focus op fitheid en vitaliteit misschien eerder negatief dan positief voor je gezondheid. Het kan dan een aanjager worden voor een reeds overbelast en/of ontregeld stresssysteem.
Onze wilskracht is niet onuitputtelijk Vitaliteit moet geen extra verplichting zijn, maar een keuze waarbij je je goed voelt. Probeer kleine stapjes te vinden om te werken aan een gezonde leefstijl die met weinig inspanning, kleine aanpassingen in je dagelijkse routine en zonder stressgevoelens in te passen zijn in je leven. Je zult je alleen vitaal voelen als je je mentaal ontspannen voelt. Gun jezelf ruimte en rust en ga jezelf niet kritisch veroordelen als je eens een dagje smokkelt. Houd goed in gedachten dat er volgend jaar (als het niet eerder is) vast weer een ander belangrijk thema opduikt waarvan ook weer wordt verwacht dat je erin meegaat. En jij zult nog steeds maar één leven hebben en geen negen. Wees zuinig en geniet van dat ene leven. Dan zul je met meer plezier terugkijken aan het eind dan wanneer je je in een streng regime stort dat geen ruimte laat voor plezier in je leven. Dus hoezo, vitaliteit een must? Dat maak jij toch zeker zelf wel uit!
coachlink magazine
• 61
Boek
Klaas Koster, Vitalogie 192 blz, 1e druk, 2020, Boom Uitgevers Amsterdam, ¤ 23,95 Fitte, vitale medewerkers die bevlogen hun werk doen. Het is een ambitie van veel bedrijven, zeker nu duurzame inzetbaarheid zo’n belangrijk onderwerp is. Maar hoe bereik je dat? Hoe creëer je energie binnen je team en hoe laat je die stromen? En vooral ook: hoe zorg je ervoor dat mensen zelf de regie nemen? Klaas Koster, de eerste vitaloog van Nederland, geeft in dit boek de antwoorden. Met een doordachte methode, actuele psychologische inzichten en inspirerende voorbeelden laat hij zien hoe je binnen je organisatie duurzame gedragsverandering bereikt. Het resultaat: een hogere productiviteit, een gezondere leefstijl, een positievere mindset, een betere samenwerking met collega’s en een zinvoller leven. Voor jou en je team!
Elise Verberg
Mirjam Nederveen
Bianca Kroonstuiver
Transitiemanager/coach BedrijfsMotivaties Een praktisch boek waarin managementgoeroes, wetenschappelijke inzichten, persoonlijke verhalen, modellen en oefeningen elkaar in hoog tempo afwisselen en worden ingepast in het Vitalogiemodel. Al met al is Vitalogie een wat onrustig boek. Het boek geeft handvatten om zowel met jezelf als met anderen het gesprek aan te gaan. Naast snel te realiseren praktische veranderingen spoort de schrijver aan tot meer duurzame verandering. Klaas is een voorstander van ‘vertragen om te versnellen’; de snelle afwisseling van modellen en informatie is te veel om het boek in één ruk uit te lezen. Vertragen helpt dus ook om de verschillende onderdelen echt binnen te laten komen, te bepalen in welke mate je er mee aan de slag wilt en het te laten, alvorens verder te lezen. Zowel in mijn rol als coach als in mijn managementrol zie ik oefeningen en vragen die ik makkelijk kan toepassen in de praktijk.
Studieadviseur bij Rijksuniversiteit Groningen en Protestantse Theologische Universiteit Vitalogie: een nieuw begrip voor mij. Het blijkt een mooie parapluterm te zijn voor een veelheid aan welzijnsgebieden en concepten, met aandacht voor de mens als geheel. Dit spreekt mij als studieadviseur erg aan, omdat ik studenten graag coach met aandacht voor hun welzijn op alle levensgebieden. Doordat vitalogie zo breed is en het boek relatief dun, worden alle onderwerpen even aangestipt en niet verder uitgewerkt. Ik vond het lezen als een soort samenvatting en wilde regelmatig nog wat meer weten. Door de beknoptheid is Klaas vaak kort door de bocht: ‘Het is zo simpel.’ Meerdere keren dacht ik: Ja, hoe dan? Dat werken aan vitalogie nodig is, bewijst misschien juist dat het zo simpel niet is. Al met al een leuk boek om ideeën te krijgen van de verschillende levensgebieden waarop je kan coachen, maar helaas niet meer dan dat.
Ambulanceverpleegkundige RAV Brabant MWN en Vitaloog Ik vind vitaliteit interessant en het is een actueel onderwerp. Het is echter ook een containerbegrip en het kan vaag zijn wat vitaliteit exact is. Klaas Koster weet dit in het woord Vitalogie te omvatten en duidelijk te beschrijven. Hij maakt het begrip concreet. Met een simpele maar doortastende uitleg komen de verschillende items binnen vitaliteit aan bod. Hij deelt praktische tips en tools die direct toepasbaar zijn in de praktijk. Met het nodige enthousiasme en positiviteit neemt Klaas je mee in zijn verhaal. Mijn nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en het belang van een vitaal leven wordt duidelijk na het lezen van dit boek. Goed voor jezelf zorgen is van groot belang en dit boek helpt je bij de reis naar een vitaler leven. Vitaliteit is prioriteit!
7
6
62 • c o a c h l i n k
magazine
9
Column
Vitaal
freek sarink
foto: nadine maas
Herman Finkers zong ooit ‘De allermooiste tijd is de seksualiteit’. Daar ben ik het niet mee oneens, maar er is ook niets mis met de vitaliteit. Zo was ik laatst in Zuid-Limburg met mijn supermooie lichtgewicht racefiets waar ik als typische 45-jarige te veel geld aan uitgegeven had. En hoewel ik geen alcohol drink en daardoor geen bierbuik heb, mogen er ook bij mij een aantal kilo’s af. Je kunt het plaatje vast wel voor je zien. Hoe dan ook, onder het mom ‘je bent nooit te oud om aan je conditie te werken en je vitaal te voelen’ stond ik aan de voet van de Keutenberg. Dat is een van de beruchtste beklimmingen in ons land omdat die over 500 meter gruwelijk zwaar is. Maar ja, wie wil zichzelf nou niet testen? Wie wil nou niet tot het gaatje gaan om een megaprestatie op amateurniveau te leveren? Wie wil zich nou niet vitaal voelen als een jonge twintiger die nog zijn hele leven voor zich heeft? Nou, ik ook dus. Maar eenmaal halverwege die klim dacht ik dat ik zou ontploffen, dat het bloed mijn oren uit zou spuiten, dat ze me met drie hartinfarcten zouden moeten afvoeren. Vitaliteit ammehoela! Met die ervaring zat ik een paar weken later in gesprek met een jonge cliënte die alles
voor elkaar had. Die al van alles ondernomen had en daar behoorlijk wat succes mee had behaald. Ze kon eigenlijk op haar lauweren rusten, had geen doelen meer en was helemaal ingekakt. Hoewel ze weer wat vitaliteit in haar jonge leven wilde pompen, herkende ik me in haar, alleen was ik al in de fase van acceptatie en zij nog in die van de weerstand. Acceptatie waarvan en weerstand waartegen? Nou, dat vitaliteit natuurlijk lariekoek van de bovenste plank is. Terwijl ik snakkend naar een derde long, mijn tweede jeugd en een nog lichtere lichtgewicht racefiets zwaar verzuurd terugpeddelde naar mijn vakantiehuisje in Limburg, zag ik een paar koeien in de wei staan grazen, malen en herkauwen. Een andere tilde haar staart op met een lome, onverschillige houding om de maaltijd van de dag ervoor te dumpen in hetzelfde weiland. Ik besefte dat vitaliteit ook maar gewoon een construct is, verzonnen door mensen, waarschijnlijk met een commercieel belang, om de menselijke meute een niet-bestaande lekkere worst
Vitaliteit ammehoela!
voor te houden. Want het maakt natuurlijk niets uit of je nou heel veel uit het leven haalt of niet, uiteindelijk eindigen we toch allemaal hetzelfde: als voer voor de maden of vulling van een verbrandingsoven. Wat je in de tussentijd doet, tja, lekker belangrijk. En zo’n koe maakt zich er totaal niet druk om. Jong geleerd oud gedaan: waarom zou ze haar lethargische passieve houding aanpassen nu ze de daadwerkelijke zin van het leven onder ogen was gekomen? Mijn cliënte keek me verbaasd aan, zuchtte een paar keer diep en zei dat ze het nog nooit zo bekeken had. Vitaliteit ammehoela? Tja, misschien wel. Redelijk beduusd verliet ze mijn spreekkamer. Wedden dat ze me de volgende sessie gaat overtuigen dat ze niet op die manier oud wil worden en met een paar doelen op de proppen komt om uit haar lethargische houding te komen!
Freek Sarink is provocatief psycholoog en systeemtherapeut. Hij werkt in zijn eigen praktijk en geeft trainingen en workshops. Daarnaast werkt hij samen met collega’s in Spanje en Latijns-Amerika om ook daar de provocatieve psychologie te verspreiden. Hij doet promotieonderzoek naar de rol van humor in therapie.
coachlink magazine
• 63
En de woestijn zal bloeien
sandra benschop
Sandra Benschop nodigt haar cliënten uit tot eerlijk zelfonderzoek.Daarbij kom je er niet onderuit pijn en donkerte onder ogen te komen, voordat je weer in het licht kunt staan. Als je je leven niet langer aanpast aan de buitenwereld, maar aan je allereigenste binnenwereld, kun je op een vitale wijze in het leven staan. 64 • c o a c h l i n k
magazine
D
e zon schijnt. Ik kom net binnen van een wandeling van twee uur door de sneeuw. Goed aangekleed, ik heb het niet koud gekregen, mijn wangen gloeien. Ik heb genoten, eindelijk weer écht winterweer. Fijne herinneringen uit mijn kindertijd hebben mij vergezeld langs de Maas. En een gevoel van vreugde, van verbondenheid met de wereld om mij heen. Begroetingen, glimlachjes worden spontaan uitgewisseld. Gedoe is op afstand. Dát gevoel, díe beleving heeft voor mij met vitaliteit te maken. Jezelf ‘alive and kicking’ voelen, verbonden, met een richting, met zin. Dat gevoel kun je hebben in je werk, in je relaties, in sport en hobby’s en vrijwilligerswerk. En alleen. De context heeft invloed op hoe het met je gaat, dat zal altijd wel zo zijn, maar vitaliteit gaat over iets vanbinnen. Je kunt de omstandigheden nog zo naar je hand zetten, maar of dat resulteert in een gevoel van welbevinden, blijft onvoorspelbaar. Wat gebeurt daar nou vanbinnen, in die black box die wij ons innerlijk noemen, onze grote schat?
In mijn praktijk zie ik hoe ver van huis je kunt raken In dit stuk wil ik dat verkennen. Omdat ik sterk geloof dat wij als coaches onze cliënten kunnen ondersteunen weer of meer vertrouwd te raken met hun innerlijk, met hen een taal te ontwikkelen, zodat het landschap weer tot leven komt. De kus die Doornroosje wekt. Ja, dat is vitaliteit: een bloeiend innerlijk landschap.
Gemis Het verlangen naar vitaliteit ontstaat als het al langere tijd ontbreekt. Als er ineens een gemis geconstateerd wordt. Als je je ineens beseft dat ‘het’ niet meer is als eerder. Dat ‘het’ er niet meer is. En dan wil je ‘het’ tegen elke prijs terug, want om je heen kijkend lijkt iedereen ervan te blaken. Een periode van ‘doen alsof’ breekt aan, van door op wilskracht, van je in bochten wringen en het blijven posten van mooie plaatjes. Het kost vreselijk veel energie, die je eigenlijk niet hebt. Maar onder de oppervlakte neemt de wanhoop toe en ontstaat een steeds groter gevoel van leegte. Van falen. Van
onmacht. De buitenwereld begint het nu ook te merken. Het lontje wordt korter. De kringen onder de ogen dieper. Steeds minder zin dingen te ondernemen. De muggen zijn inmiddels echt zo groot als olifanten. Als dit te lang duurt, dan brand je op. Dan zit je aan de andere kant van vitaliteit, dan is het vuur gedoofd. In mijn praktijk zie ik hoe ver van huis je kan raken. En de publicaties over het thema doen mij de schrik om het hart slaan. Steeds jonger, steeds zwaardere klachten van emotionele uitputting.
Schaduw We kunnen volgens mij niet over vitaliteit praten, als we de schaduw ervan niet ook onder de loep nemen. Die schaduw verduistert inmiddels de zon en we lijken het niet te willen zien. Zijn we niet massaal opgebrand, omdat we massaal vitaal willen zijn? Laat het mijn jungiaanse vorming zijn. Geen wit zonder zwart. Geen licht zonder duister. Mijn eigen levenservaring en de vele bekentenissen van mijn cliënten hebben mij doen inzien dat je er niet onderuit komt door het stof te gaan, je pijn en donkerte onder ogen te komen, voordat je weer in het licht kunt staan. En dat voelt dan als een geschenk, als genade, als iets wat je toevalt. Niet direct het resultaat van doel- en resultaatgerichte acties, maar van een geduldig opbouwen van een stijl van leven die intrinsiek zin- en waardevol is. Het maakt mij nederig en bescheiden in mijn rol. Ik kan naast mijn cliënt staan, een veilige ruimte bieden, het proces van tot bewustzijn komen faciliteren, tijdelijk helpen dragen. Maar na een sessie stapt die ander de wereld weer in en daar moet het toch echt gebeuren. De subtiele veranderingen opmerken, de keuzeruimte ook echt durven benutten, de weerstand voelen van de mensen om je heen als je experimenteert met een andere manier van de dingen doen. Dat vereist moed en veel doorzettingsvermogen.
Barst in het pantser Neem Michael*. Hij kwam bij mij binnen met een ‘goed verhaal’, tot in de puntjes voorbereid, welbespraakt, in control. Alleen zijn doffe ogen lieten iets anders zien. De volgende stap in zijn, tot dan toe, veelbelovende loopbaan, kwam maar niet. Hij deed er vrij laconiek over. Hij was altijd gevraagd voor de volgende stap, slimste jongetje van de klas, lag goed in het team. Geen vuiltje aan de lucht, toch? coachlink magazine
• 65
Ook over zijn leven in het algemeen had hij niets te klagen. Fijne relatie, ach, er was weleens wat, maar niets wat onoverkomelijk was. Kinderen op de basisschool, een golden retriever in de mand bij de haard. Waarom hij dan een afspraak met mij gemaakt had, vroeg ik hem. Ineens kwamen de woorden niet meer zo makkelijk en leek er een barst in het pantser, een scheur in het masker te ontstaan. De rugpijn die maar niet overging, het gevoel van lusteloosheid in het weekend, een gevoel van afstand tot zijn partner, ja, eigenlijk een gevoel van afstand tot alles om hem heen, alsof hij niet echt aanwezig was in zijn eigen leven.
Carl Gustav Jung (1875-1961) was een Zwitserse psychiater die door zijn ongebruikelijke methode (hij ging met zijn cliënten in gesprek over de inhoud van hun wanen) het gebied van het onbewuste onderzocht. De analyse van het onbewuste (hij nam ook zichzelf onder handen en dat leverde het prachtige Het Rode Boek op) bracht hem op het idee dat wij een gedeeld collectief onbewuste hebben. Beide verzonken bewustzijnslagen sturen signalen naar de oppervlakte van het bewustzijn, zoals dromen, sterke gevoelens, verstoringen en ander ‘gedoe’, om een aanzet te geven tot helen van de psyche, tot individuatie.
Hij moffelde dat gevoel weg, schaamde zich ervoor, had toch alles wat zijn hartje begeerde, dus deed hij meer zijn best. Maar het gevoel van afstand bleef, leek zelfs groter te worden. Toen begon het wakker liggen en het piekeren. Hij, die op zijn werk zo geprezen werd om zijn scherpe geest en heldere analytische vermogen, draaide in de nacht dol op onbeantwoordbare vragen.
tere ventje, tussen die grote broer en zus. Om de gevoelige, slungelige puber die probeerde zijn moeder aan het lachen te maken, omdat ze altijd zoveel triestheid bij zich had. Om het gevoel tekort te schieten als een ruime voldoende niet genoeg was in de ogen van zijn veeleisende vader. Zoveel pijn te zien bij een cliënt om wat was en niet meer ongedaan gemaakt kan worden, is indrukwekkend. Maar dat het gevoel loskomt, is een ware doorbraak.
Hij draaide in de nacht dol op onbeantwoordbare vragen
In het reine komen met je eigen levensverhaal en gaan zien hoe je keuzen een antwoord zijn geweest op vragen die destijds te groot voor je waren, geeft ruimte voor reflectie. Voor reflectie moet er een afstand ontstaan tussen degene die reflecteert en dat waarop gereflecteerd wordt. Alsof er iets losgeweekt, of zo je wilt, losgewrikt moet worden. Michael zag ineens dat het volgen van het gebaande pad hem veilig had gehouden, het was belangrijk voor hem dat hij het goed deed in de ogen van zijn ouders, hij bezorgde niemand last en speelde op safe. Dat hij als kind van toneelspelen hield en daarbij zijn eigen scripts schreef, was hij bijna vergeten.
En toen ging de functie waar hij op had gesolliciteerd naar een ander en kreeg hij een vaag verhaal te horen over competenties die ontwikkeld zouden moeten worden en daarom zat hij nu bij mij. Hij keek er een beetje hulpeloos bij, alsof hij wilde zeggen: als het aan mij lag, zat ik nu ergens anders.
Eerlijk zelfonderzoek Het gebeurt geregeld, dat het verhaal dat iemand vertelt, of de vraag waarmee iemand binnenkomt, de ware nood versluiert. Ik wil best met iemand werken aan het ontwikkelen van competenties, maar doekjes voor het bloeden, die haal je maar bij je vrienden in de kroeg. Ik houd niet van schijnoplossingen, ben geen zachte heelmeester. ik nodig uit tot eerlijk zelfonderzoek. In de gesprekken die wij vervolgens voerden, kwam Michael tot de ontdekking dat hij al veel langer een gevoel van onbehagen bij zich had. Een gevoel van anders-zijn en er niet bij horen. Heel jong al eigenlijk. Hij pakte de foto’s uit zijn jeugd erbij en deelde beschroomd dat hij had moeten huilen om dat 66 • c o a c h l i n k
magazine
Samenvallen Michael had hulp gezocht, het gevoel kwam los, hij rouwde over het verleden en hij verwerkte lastige gevoelens (oh, de woede die hij ook gevoeld had jegens zijn ouders!), er kwam vrede over dat verleden en meer ontspanning in de gesprekken die wij voerden. Herinneringen kwamen los, er ontstond zicht op het eigen verhaal. Zijn denken werd weer leniger, er kwam creativiteit vrij in het oplossen van huis-tuin-en-keukenvraagstukken. De dofheid verdween uit zijn ogen. Hij heeft met dat nieuwe elan een overzicht gemaakt van de waarden waaraan hij zich verbonden voelt. Heeft de moed gevonden zijn verlangens onder woorden te brengen.
Hoewel de gevoeligheid voor bepaalde triggers bleef, herkende hij ze nu en hij gaf zichzelf de ruimte om niet in zijn standaard gedrag te vervallen. Ook dat zal met het verstrijken van de tijd vanzelfsprekender worden. Michael verloor de zin om aan zijn competenties te werken. Was zelfs opgelucht dat hij niet gekozen was voor de functie. Hij ging de tijd nemen om zich te bezinnen op het vervolg van zijn loopbaan. Met verende stap liep hij mijn praktijk uit. ‘Ik val weer met mezelf samen’, waren zijn woorden van afscheid. Ik bleef gloeiend van blijdschap achter. Zo ziet een vitaal mens eruit!
Jungiaans Wat is nu jungiaans aan deze aanpak? In de eerste plaats de blik van de coach! Het perspectief dat wordt ingenomen, zegt veel over de interventies die volgen. De cliënt moet zich daarbij thuis voelen, vertrouwen voelen. Het is daarom zo belangrijk om aan de start van een traject iets te vertellen over de plek waarvandaan je gezamenlijk vertrekt.
Is dat hocus pocus? Welnee! De persona, het masker, waarmee de cliënt zich presenteert, is het stuk van zichzelf waar gemak en vertrouwdheid heerst, maar dat aan het schuren of aan het knellen is geraakt. De laag eronder mag aan het woord. En daar wordt het pas echt jungiaans. Want onze bewuste taal is vaak niet bij machte om woorden te geven aan de onderstroom. Beelden zijn dat wel. Dus zoeken we symbolen, metaforen en associaties. Maakt de cliënt tekeningen en verbeeldt hoe het met het innerlijk is gesteld. De analyse van de tekening levert veel bruikbaar materiaal op. Ook de analyse van dromen kan behulpzaam zijn om versluierde boodschappen aan het licht te brengen. Is dat hocus pocus? Welnee! De analyse is tastend en klopt als het klikt bij de cliënt. Dat is voelbaar in het lijf en in de ruimte. Dan is er iets gevonden dat voor de cliënt op een diep niveau als waarheid wordt beleefd. En volgt er vaak een ontlading. Werkelijk, alsof er energie vrijkomt. Jung spreekt over het libido, als levensenergie, zeer verwant aan hoe wij het concept vitaliteit kunnen gebruiken.
Alsof de cliënt weer op het eigen spoor geraakt, door een hint uit de binnenwereld. Jung zag dat als het Zelf, of de ziel, die je opriep. Een innerlijke roep tot groei. Dit proces duurt een leven lang en is het streven naar individuatie. ‘Worden wie je bent’, in de zin van het vrijmaken van wat is komen vast te zitten gedurende het leven. Wat in de schaduw terecht is gekomen; (on)bewust onderdrukte delen van onszelf, die niet hoorden, niet mochten en daardoor in een aanpassing aan de buitenwereld uit het zicht zijn geraakt. Al het ‘andere’ en het ‘vreemde’ in onszelf; die als we ons die stukken niet toe-eigenen geprojecteerd worden op de buitenwereld en dan voor veel leed zorgen (ook voor veel plezier overigens, want verliefdheid is ook een sterke projectie!). Zo komt de noodzaak tot verandering vaak door een trigger, of life-event van buiten. Zoals de gemiste promotie van Michael. Als die samenvalt met de roep tot groei van binnenuit, dan heb je een parel in handen. Maar dan moet wel eerst de oester open.
Synchroniciteit Persona, projectie, individuatie, de schaduw, het Zelf, allemaal jungiaans jargon. Ik voeg er nog een aan toe. Synchroniciteit. Het samenvallen van iets van binnen met iets van buiten, dat wij meestal toeval noemen. Het gaat vaak gepaard met een schok van verwondering. In dit kader is het van belang omdat het samenvallen van binnen en buiten, zoals hierboven omschreven, echt een krachtige drive tot verandering geeft. Tot een leven waarin je je niet langer aanpast aan de buitenwereld, maar aan je allereigenste binnenwereld. Zodat je op een vitale wijze in het leven kan staan. Lenig in denken, handelen en voelen, jezelf (je Zelf) volledig centraal stellend en vanuit overvloed delen en verbinden en de wereld dienen. En weet je waar ik op hoop? Dat als je op die manier in het leven staat duurzame antwoorden vindt op de uitdagingen die een onzekere toekomst met zich meebrengt. En de woestijn zal bloeien als een roos. * Michael is een gefingeerde cliënt, de hier gepresenteerde gevalsbeschrijving is samengesteld uit een aantal biografische feiten van cliënten. Door voor deze werkwijze te kiezen, hoop ik krachtig mijn verhaal te onderbouwen, zonder de identiteit en integriteit van een cliënt te compromitteren.
coachlink magazine
• 67
Coachlink
De beste kennisevents voor managers en coaches
Als coach wil je je blijven ontwikkelen. Met de online classes van Coachlink Academy ben je weer helemaal up-to-date over onderwerpen die er juist nú toe doen. • 2 webinars van 1,5 uur (achteraf 2 weken terug te kijken) • Q&A van de docenten waarin al jouw coachvragen worden beantwoord • E-book naar keuze dat aansluit bij de online class
14 & 16 september Coachen vanuit
kwetsbaarheid en compassie Met Marijke Leys en Pieter Grimbergen
9 & 11 november Uit je hoofd,
in je lichaam
Met Paula Kolthoff
en Hilde Backus
www.coachlinkacademy.nl
Kennisevents voor managers en coaches 68 • c o a c h l i n k
magazine
Column
De winst van lichaamsbewust online gaan
paula kolthoff
Online werken kost energie. Het vergt minder reistijd, maar vraagt veel van je vitaliteit. Hoe kan je tweedimensionaal werken met behoud van energie? Verbinding met je lichaam is een voorwaarde om online vitaal aanwezig te zijn. Het afgelopen jaar hebben we noodgedwongen expertise opgebouwd in online werken. We hebben ervaren dat online coaching en training veel meer mogelijkheden biedt dan we aanvankelijk dachten. Maar achter een scherm verlies je automatisch een deel van je energie. Het telefoonscherm, de laptop en de iPad hebben een zuigende werking. Je wordt teruggebracht tot een bovenlichaam of een deel daarvan. Ongemerkt ontwikkel je gespannen zitgewoonten. Je ademt anders dan wanneer je offline bent. Doordat je focus zo gericht is op het scherm, is een gedeelte van je zintuigen uitgeschakeld. Bovendien vernauwt je bewustzijn van ruimte achter een scherm. Dit zijn precies de fysieke aspecten die ik in mijn boek Stevig staan in intense situaties beschrijf als vier poorten naar balans: een ontspannen lichaamshouding, natuurlijke adem, open zintuigen en bewustzijn van ruimte. Volgens mij zijn dit ook vier doeltreffende ingangen naar vitaal online aanwezig zijn.
Een ontspannen lichaamshouding is waarschijnlijk de meest voor de hand liggende ingang. Een wakkere, evenwichtige lichaamshouding zorgt immers voor een dito levensgevoel. Als je online fit wilt blijven, maak dan je lichaamshouding achter je computer tot een regelmatig aandachtspunt. Daarnaast zorg je tussendoor natuurlijk voor voldoende beweging en buitenlucht. Wellicht is het je weleens opgevallen dat je anders ademt als je online bent. Vaak adem je oppervlakkiger dan gebruikelijk of je houdt je adem in. Vraag je coachee tijdens een (online) coaching af en toe of zij nog ademt en geef zelf het goede voorbeeld. Ontspannen ademen draagt in hoge mate bij aan je gevoel van levenskracht. Veel mensen hebben vermoeide ogen na een dag achter de computer. Geen wonder: je zicht en je oren worden overbelast. De andere zintuigen verdwijnen naar de ach-
Vraag je coachee tijdens een coaching af en toe of zij nog ademt
tergrond. Je vergeet te voelen: je voeten, je rug, de aanraking van je vingertoppen op het toetsenbord. Open zintuigen helpen om energiek aanwezig te zijn en fris waar te nemen. De vierde poort naar vitaal online werken is misschien wel de meest interessante, omdat die als hulpbron het minst bekend is. Achter de computer ben je geneigd om je ruimtebewustzijn te verliezen. Bewustzijn van de ruimte om je heen en van de afstand tussen jou en het scherm. Je kunt je ruimtebewustzijn trainen, waardoor je helemaal aanwezig blijft tijdens online ontmoetingen. Ik wens ons allemaal zo veel mogelijk driedimensionale ontmoetingen met échte, aanraakbare mensen. Maar als je online werkt, doe het dan het lichaamsbewust. Dat scheelt merkbaar energie, ook voor de klanten en organisaties waarvoor we werken. Paula Kolthoff werkt als (team)coach, trainer en adviseur. Ze ontwikkelde Embodied Learning voor leiders. In dit trainingsprogramma leert zij mensen die groepen en individuen begeleiden om hun fysieke intelligentie in te zetten als bron van informatie, authenticiteit en verbinding. Paula is auteur van het boek Stevig staan in intense situaties. Balans in je leiderschap met Embodied Learning.
coachlink magazine
• 69
Integraal coachen naar veerkracht en stuwkracht
bas snippert
Coaches kunnen mensen helpen om hun veerkracht te herstellen en stuwkracht op te bouwen. Bas Snippert doet dit aan de hand van een integraal vitaliteitsprogramma, dat niet alleen individuen, maar ook de hele organisatie een boost kan geven.
70 • c o a c h l i n k
magazine
I
n deze tijd staan we voor steeds grotere uitdagingen op sociaal-maatschappelijk, technologisch en ecologisch gebied. Tegelijkertijd staat ons aanpassingsvermogen onder druk, zo blijkt uit de stijgende CBS cijfers voor burnoutklachten, die richting 1 op de 5 gaan. En grote kans dat de coronacrisis dit een flinke zet in de verkeerde richting geeft, al zal dat pas met enige vertraging zichtbaar worden.
Om onze collectieve uitdagingen te overwinnen, zie ik twee essentiële bijdragen die wij als coaches leveren. De eerste is om mensen te helpen hun veerkracht te herstellen. De tweede stap is het helpen opbouwen van wat ik stuwkracht noem, ook bekend als ‘amplitie’. Waar veerkracht gaat over de capaciteit om terug te veren van (dagelijkse) uitdagingen, zie ik stuwkracht als de capaciteit om reserves (hulp- en krachtbronnen) proactief te vergroten. Vanuit hogere reservecapaciteit investeren mensen eerder energie in nieuwe uitdagingen, verkenningen en innovaties. Deze visie deel ik met mijn collega’s bij het Nederlands Expertisecentrum Vitaliteit (NEV), waar we werkend Nederland helpen naar veerkracht en vitaliteit. In dit artikel deel ik een
casus van het NEV waarbij we dit praktisch mogelijk maken voor een een sociaal-maatschappelijke organisatie met internationale academische professionals, van wie hoge prestaties verwacht worden onder aanzienlijke druk. In dit integrale vitaliteitsprogramma werken we met drie basismodellen, gericht op veerkracht en stuwkracht: • De Zeven Pijlers voor Vitaliteit: dit is onze overkoepelende ‘landkaart’ met de zeven aspecten (of dimensies) van vitaliteit die wij bij het NEV onderscheiden, namelijk Energie, Lichaam, Cognitie, Emotie, Identiteit, Interactie en Tijd. • De Vitaliteitmeter: dit is ons model voor zelfregulatie, gericht op het herstellen en bestendigen van individuele en collectieve veerkracht. • De Opwaartse Spiraal van Vitaliteit: dit is ons model voor het opbouwen van individuele en collectieve stuwkracht (amplitie). De uitgebreidere achtergrond en inhoud van deze modellen beschrijf ik in het boek De Vitaliteitrevolutie (2021). In dit artikel leg ik de focus op de Vitaliteitmeter (zie figuur 1) en hoe ik deze parallel inzet in het coachen van een individuele werknemer
Figuur 1 De Vitaliteitmeter coachlink magazine
• 71
met burn-outklachten (Michelle), het coachen van een van de teams in de organisatie en het coachen van het MT.
Veerkracht verbeteren met de Vitaliteitmeter De Vitaliteitmeter helpt mensen bij het herstellen en verbeteren van hun veerkracht. Wat ik hier schrijf is ook een deel van de ‘psycho-educatie’ die ik meegeef tijdens het vitaliteitprogramma. De Vitaliteitmeter laat de relatie zien tussen de mate van uitdaging die je ervaart op een bepaald moment – lichamelijk, emotioneel, mentaal, relationeel – en hoe goed je hiermee kunt omgaan, oftewel je ‘prestatie’. Deze relatie tussen uitdaging en prestatie vormt een golvende curve. Die curve ziet er voor verschillende mensen en op verschillende momenten anders uit, door factoren zoals slaap, voeding, levenservaring, omgevingsinvloeden enzovoort. Ondanks deze variaties zijn drie zones in het model en de onderliggende energiesystemen geworteld in onze biologie en daarmee universeel. Dat geeft dus handvatten voor het reflecteren op je eigen veerkracht en vitaliteit. Dit is de essentie per zone: 1 Vitale Zone (sociale betrokkenheidsysteem): in deze zone ben je (sociaal) betrokken en kun je optimaal presteren, omdat je meest adaptieve energiesysteem dominant is. We noemen dit ‘groene’ of ‘duurzame’ energie, waarmee je langdurig kan presteren tijdens je werkdag. Vanuit het onderliggende sociale betrokkenheidsysteem zijn we neurobiologisch geprimed voor nieuwsgierigheid, verkenning en verbinding met jezelf, anderen en de wereld om je heen. In deze zone zijn we het meest veerkrachtig en vitaal. 2 Risicozone (mobilisatiesysteem): na de ‘drempel’ in het midden van de curve, mobiliseer je hoge niveaus van energie waarmee je kan vechten of vluchten bij gevaar. Deze hoge energie is het meest geschikt voor grove fysieke actie, niet voor verfijnde prestatie. Daarom nemen je prestaties (onbewust) af na de drempel van je curve, ook al voel je veel energie of ‘drukte’ in jezelf. De hoge energie in deze zone komt uit je reserves en is ‘dure’ of ‘geleende’ energie. Je loopt hier dus risico op chronische (opgestapelde) stress, waarmee je roofbouw pleegt op je reserves.
72 • c o a c h l i n k
magazine
3 Gevarenzone (immobilisatiesysteem): in deze zone immobiliseer je energie, waardoor je kan bevriezen of bezwijken bij overweldigend gevaar. Het is een ‘handrem’ op je energieniveau, waardoor je in deze zone weinig of geen energie meer hebt om te presteren. Je loopt in deze zone het gevaar dat je opbrandt, ziek wordt en langdurig moet herstellen om weer duurzaam te kunnen presteren. Laten we kijken naar enkele praktische voorbeelden van de Vitaliteitmeter op drie niveaus (individu, team en organisatie). Ik deel hierbij vooral enkele belangrijke kantelpunten tijdens het traject.
Individuele coaching met de Vitaliteitmeter Michelle meldt zich na een gesprek met hr voor preventieve coaching, omdat ze klachten ervaart die wijzen op overspannenheid. Na de intake neem ik de Vitaliteitmeter door met Michelle. Ze herkent signalen uit de Risicozone (spanningsklachten), maar ook uit de Gevarenzone (uitputtingsverschijnselen). De herkenning stemt haar hoopvol: ze beseft dat ze niet gek is en dat ‘vreemde’ klachten die ze al een tijd voelt er daadwerkelijk toe doen. Deze erkenning leidt tot enige opluchting, maar raakt haar ook. Voor Michelle, die nog niet is uitgevallen, ligt een belangrijk kantelpunt direct in het eerste gesprek. Namelijk het leren herkennen van haar ‘drempel’ op de Vitaliteitmeter. De drempel vormt de grens van de Vitaliteitmeter waarbij je van Vitale Zone naar Risicozone verschuift. Michelle beseft dat ze haar drempel helemaal niet kent, waardoor ze vaak ongemerkt dagenlang – en tijdens de coronacrisis soms wekenlang – grotendeels vanuit de Risicozone heeft gewerkt en geleefd. Met behulp van mindfulness en een reflectieoefening, verken ik samen met Michelle wat de signalen zijn van haar drempel. De allereerste signalen waarbij Michelle uitkomt, zijn een combinatie van haar schouders die lichtelijk omhoog komen, een frons op haar gezicht en hoe ze lichtelijk haar ademhaling schrap zet. Na deze sessie oefent Michelle de herkenning hiervan in de praktijk en ze noteert bijbehorende triggers. Bij de volgende sessie benoemt Michelle dat ze steeds beter doorkrijgt hoe haar drempel aanvoelt en wanneer ze de eroverheen zit. Ze pauzeert overdag al meer dan voorheen. Daarnaast
merkt ze een sterke nieuwsgierigheid – een belangrijke glimp van stuwkracht – naar de patronen van triggers die ze heeft ontdekt. Een daarvan is dat ze voorafgaand aan haar drempel zichzelf van binnen onder druk begint te zetten en zichzelf streng toespreekt. Dat werd voor Michelle het onderwerp van de verdere coaching, waarbij we deze trigger en bijbehorende overtuigingen hebben onderzocht en uiteindelijk opgelost.
Teamcoaching met de Vitaliteitmeter Ook in de eerste sessie op teamniveau realiseren meerdere teamleden dat zij hun drempel van de Vitaliteitmeter niet goed kennen of overschatten. Enkele teamleden benoemen hierbij dat ze ervaren dat ‘altijd druk zijn’ een deugd is in de organisatie. Anderen herkennen een algehele ‘mobilisatiemodus’ in het team, waardoor ze vaak te lang werken of thuis in gedachten nog op volle toeren doorwerken. Een jonge vader betreurt openlijk hoe hij vanuit deze modus ’s avonds vaak niet écht bij zijn gezin aanwezig is. Tegen het einde van de sessie merk ik een zachtere, verbonden sfeer in het team. Dat zie ik als signaal van het sociale betrokkenheidsysteem dat ‘online’ is bij meer mensen, waardoor het team collectief meer in de Vitale Zone zit. Het team concludeert dat de organisatiecultuur nadelig werkt op hun herstelvermogen, plezier en zingeving buiten het werk – kortom, juist datgene wat hen veerkrachtig maakt op het werk. Op teamniveau gaan ze daarom oefenen met een checkin tijdens de week- en dagstart. Ik geef ze 3W’s mee om de Vitaliteitmeter hierin te betrekken. Je kunt deze tijdens het lezen gelijk zelf eens uitproberen: 1 Waar zit je in de Vitaliteitmeter (groen, oranje of rood)? 2 Waarom zit je in die zone, denk je? 3 Wat heb je nodig (en van wie) om vandaag in het groen terug te komen of te blijven? Later in het traject volgt een kantelpunt rondom de derde vraag, waarbij we werken aan de obstakels rondom kwetsbaarheid en het durven uitreiken voor steun of hulp als het even wat minder gaat. Na het traject geven teamleden aan een gedeeld vocabulaire te hebben waarmee ze stress bespreekbaar kunnen maken. Verder steunen ze elkaar onderling meer in hun vitaliteit, door vaker samen te pauzeren, lunchen en wandelen.
MT-coaching met de Vitaliteitmeter In integrale vitaliteitprogramma’s van het NEV hebben leidinggevenden en het MT een cruciale rol, vanwege hun (impliciete) rolmodelschap en invloed op beleid. Met het MT reflecteer ik zowel op hun eigen Vitaliteitmeter, als op die van de organisatie als geheel. Het MT erkent ook de heersende ‘mobilisatiecultuur’, waaraan zij – onbedoeld – bekrachtiging geven met hun gedrag. Zo sturen veel leidinggevenden bijvoorbeeld mails in de avonden en in het weekend. Het MT realiseert dat dit en ander gedrag een ongewenste boodschap de organisatie in stuurt, waardoor werknemers moeilijker hun eigen grenzen durven aan te geven wanneer zij hun ‘drempel’ bereiken of hebben overschreden. Het MT maakt afspraken over gezonde grenzen en het inzetten van de Vitaliteitmeter in hun teams. Zo kan de coach de Vitaliteitmeter dus integraal inzetten om een hele organisatie te helpen naar meer veerkracht. Maar, zoals gezegd, veerkracht is slechts het begin. Vervolgens gaan we bouwen aan de stuwkracht in de organisatie, waarvan ik afsluitend een voorproefje zal geven.
Stuwkracht ontketenen met de Opwaartse Spiraal In figuur 1 valt te zien dat we aan de linkerkant van de Vitaliteitmeter toegang krijgen tot de Opwaartse Spiraal. In figuur 2 staan de vier stappen (H.E.A.L.) waarmee de Opwaartse Spiraal daadwerkelijk wordt geactiveerd. De Opwaartse Spiraal begint door nieuwsgierig te worden naar signalen van plezierige en positieve aspecten in onszelf of in de omgeving (inclusief andere mensen). Dit leidt ons naar (latente) hulpbronnen in ons (werk)leven. Pas wanneer we deze hulpbronnen ook daadwerkelijk ervaren, worden ze duurzaam geïntegreerd. Dat betekent dat we in contact moeten kunnen komen met de lichamelijke en gevoelsmatige beleving van een hulpbron. Het leren ervaren en belichamen van hulpbronnen is dan ook een belangrijke taak van coaching gericht op stuwkracht. Laten we dit afsluitend eens uitproberen: Herken: Verbreed je aandacht, door je ogen eens nieuws1 gierig te laten kijken waar ze willen kijken in de omgeving. Waar gaan je ogen spontaan heen? Kijk of ze vanzelf landen op iets dat ze prettig of plezierig vinden om naar te kijken.
coachlink magazine
• 73
Figuur 2 De Opwaartse Spiraal van Vitaliteit 2 Ervaar: Zodra je iets gevonden hebt: wat ervaar je hierbij in je lichaam? Is er in je lijf een plek die ook prettig voelt? En wat voel je daar? Ontspanning, warmte, ruimte, iets anders? Neem enkele momenten om het te ervaren. 3 Absorbeer: Wat merk je in je algehele gevoel? Voel je iets plezierigs? Iets in de richting van meer welzijn? Neem een moment om je algehele gevoel op te sporen en te benoemen. 4 Link: Link je innerlijke ervaring terug naar de omgeving. Hoe ziet vanuit deze innerlijke staat de wereld om je heen eruit? Merk je een (kleine) verandering in je waarneming van de omgeving? Wat valt je op in de omgeving? Je kan aansluitend de oefening nog één of twee keer herhalen.
Samen meebouwen Onze perceptie van de wereld transformeert zodra we onze innerlijke veerkracht en stuwkracht ervaren. We zien de wereld immers niet zoals deze is, maar zoals wij zelf zijn.
74 • c o a c h l i n k
magazine
Vanuit de Vitale Zone in de Vitaliteitmeter staren we ons niet blind op problematische of negatieve aspecten van de wereld om ons heen. In plaats daarvan kijken we met een bredere en nieuwsgierige oriëntatie, waarmee we missende hulpbronnen identificeren en integreren. Hoe vaker we dat herhalen, hoe meer momentum onze Opwaartse Spiraal krijgt en hoe sterker onze innerlijke stuwkracht wordt. Voor onze grootste uitdagingen is de hulpbron die we missen meestal onze medemens. Als coach vullen wij aanvankelijk deze missende hulpbron voor de mensen die wij helpen. En zodra zij zelf weer veerkrachtig en vitaal verder kunnen, zullen zij zelf óók weer een hulpbron worden voor anderen zijn. Daarmee geloof ik dat wij als coaches, direct en indirect, samen dagelijks meebouwen aan een collectieve Opwaartse Spiraal van Vitaliteit, die de stuwkracht kan leveren om onze collectieve uitdagingen te overstijgen.
De coachstijl van...
Martijn Vroemen ‘Ik ben constant aan het in- en uitzoomen’
Hij heeft een aantal succesvolle boeken over teamcoaching op zijn naam staan. Martijn Vroemen is teamcoach in hart en nieren. ‘Teamcoaching is heel talig, het heeft veel te maken met de exacte woordkeus.’
dus nog veel te leren. Ik heb altijd een vage angst gehad voor groepen. Een belangrijk omslagpunt was het besef dat ik genoeg ben. Vrijwel volledige zelfacceptatie is dan ook een belangrijk onderdeel van de opleiding teamcoaching die ik geef.’
‘Individueel coachen kan ik wel, maar ik doe het liever niet. Van teams krijg ik de meeste energie. Ik denk dat in de jaren mijn hersenen zo gevormd zijn’, lacht Martijn. Hij coacht allerlei teams, van besturen tot uitvoerende teams. ‘Ik zie een team als een web van relaties – langs de lijnen loopt de energie. Die lijntjes kan ik aanraken als de energie te snel of te langzaam loopt.’ Met oog voor detail observeert hij teams, kiest hij zorgvuldig zijn woorden en zoekt hij de kracht van een team.
‘Als teamcoach ben ik steeds minder met mezelf bezig.’ Martijn benadrukt het belang van goed contact met de groep. ‘Ik toets dus continu: is die wifi-verbinding nog goed? Is het contact verbroken, dan benoem ik dat subtiel of juist expliciet: “Hebben we nog contact?” Of: “Ik heb het gevoel dat ik jullie kwijt ben.”’
‘De hele tijd ben ik aan het in- en uitzoomen; ik zoom in op de relatie of op een persoon en zoom weer uit naar het team. Hoe reageren de anderen?’ Martijn vertelt dat hij met mate hulp biedt. ‘Alles wat ík geef, komt niet uit het team, daarom ben ik terughoudend in antwoorden geven en hulp bieden. In Handboek teamcoaching noem ik dat ”je bemoeizucht beteugelen”. Als teamcoach ben je op zoek naar de kracht van het team. Daarom houd ik teamleden of het team als geheel graag een spiegel voor. Dit doe ik als een critical friend.’
‘Alles wat ik leer, is bouwen aan de basis’ ‘Wat ik als coach hoop te bereiken, is een steeds hogere graad van trefzekerheid, ik stel dan ook hoge eisen aan de kwaliteit. Ik zie daarbij een Spaanse castell voor me; zo’n tachtig mensen duwen tegen deze menselijke piramide en vormen een gigantische, stabiele basis. Alles wat ik leer, is bouwen aan die basis. Inmiddels denk ik dat ik aan het begin van de toren sta, ik heb
De vergelijking met de wifi-verbinding brengt hem bij online coachen. ‘Online teams coachen blijkt goed te kunnen. Ook daarbij kunnen er stiltes en gevoelige momenten zijn en regelmatig laten mensen ook hun kwetsbare kant zien, dat is waardevol.’ Hij noemt direct ook dat hij de nazorg van gevoelige momenten nog lastig vindt. ‘Ik bel nu een teamlid op als ie heel boos of verdrietig was, terwijl ik er in de livesituatie op let dat deze nazorg door het team zelf gebeurt. Ik coach immers het collectief.’ (NvO)
coachlink magazine
• 75
Interview Interview
Doe deze boeken! Een prettig contact dat nog in de vorige eeuw ontstond, mondde jaren later uit in een bundeling van kennis en kunde met als resultaat twee ijzersterke boeken. Trainers Hedi van Alphen en Jacqui Halmans, beiden jarenlang actief in het veld van training en coaching, schreven een doeboek én een begeleidersboek voor persoonlijke groei waarbij breinleren en Transactionele Analyse centraal staan. ‘Doe dit boek’ is een feest om te doen en te lezen, zowel voor coach als coachee. Tekst: Hedda Treffers
‘De kracht zit in het verbinden van creatieve, fijne opdrachten waardoor je een completer en autonoom mens kunt worden’
76 • c o a c h l i n k
magazine
Jullie hebben de afgelopen jaren samen twee bijzondere boeken ‘ter wereld gebracht’ die zowel hulp bieden bij persoonlijke groei als de creativiteit stimuleren. Hoe is dit project tot stand gekomen? Jacqui: ‘We kennen elkaar al sinds 1999. We werkten toen als trainers en coaches bij een groot trainingsbureau en zagen elkaar soms ook buiten het werk. Een jaar of drie geleden kwamen we elkaar weer tegen. Hedi had zich ondertussen gespecialiseerd in breinleren en ze had met een doeboek net een master in veranderleiderschap afgerond. Ik was al jaren actief op het terrein van Transactionele Analyse (TA). In onze kennis en kunde bleken we super complementair.’
En toen? Jacqui [lachend]: ‘Toen heb ik Hedi een aanzoek gedaan.’ Hedi: ‘En ik zei ja! Ik dacht meteen: met haar durf ik zo’n project aan. En vervolgens zijn we op onze manier begonnen: er eerst goed over nadenken en héél veel praten en overleggen tijdens lange wandelingen over de Utrechtse grachten. Na een halfjaar hadden we een gedegen voorstel op papier en konden we een uitgever benaderen. Jacqui had al eerder een boek uitgebracht, dus die had dit pad al een keer bewandeld.’ Jacqui: ‘Klopt, ik schreef eerder al Coachen met lef.’
autonomie. Autonomie betekent dat je in contact met anderen de ruimte durft te nemen om die dingen te doen, te denken en te voelen die je helpen stappen te zetten om je doelen te bereiken. Je wordt een completer mens en maakt gebruik van alles wat je in je hebt.’
Hedi, jij bent expert op het gebied van ‘breinleren’? Hedi: ‘Klopt. Bij breinleren kijk je naar leren en ontwikkelen vanuit de neurowetenschappen. En dat is een mooie aanvulling op de blik vanuit de sociologie en de psychologie. Wat gebeurt er eigenlijk in je brein als je aan het leren bent? En hoe maak je daar zo goed mogelijk gebruik van? Als je leert, maak je neurale netwerken aan of je versterkt ze. Veel netwerken zijn er omdat je (onbewust) leeft volgens de patronen die je in de loop van je leven aanleert en waaraan je gewend raakt. Ze geven je een gevoel van zekerheid en veiligheid. Die netwerken kun je zien als stevige snelwegen. Nieuwe paden bewandelen is dan een uitdaging. De kracht van onze methode zit in creatieve, afwisselende opdrachten gebaseerd op breinleren waarmee we de drempel verlagen om uitdagingen aan te gaan. Zo leer je op een speelse manier jezelf iets nieuws aan, waardoor je een completer en autonoom mens kunt worden.’
Jullie expertise is complementair, zoals je net al zei. Wat was jouw belangrijkste aandeel Jacqui?
Er is een doeboek, maar ook een begeleidersboek. Moet je als coach per se van TA en breinleren afweten om met jullie methode aan de slag te gaan?
Jacqui: ‘Mijn kennis en kunde zit op het gebied van de psychologische stroming Transactionele Analyse (TA). Daar ging mijn vorige boek overigens ook over. Door TA krijg je meer inzicht in je gedrag en hoe je met anderen omgaat. Als je met TA werkt dan begeleid je de ander in het verkrijgen van steeds meer
Hedi: ‘Nee hoor, helemaal niet. Iedere coach met een gedegen achtergrond kan met onze boeken aan de slag. Alles over TA en over breinleren leggen we uit voor begeleiders die er nog niet bekend mee zijn, dus in dat opzicht is er geen enkele belemmering. Zolang je maar thuis bent in je vakgebied.’
Hedi van Alphen heeft als trainer en coach een fascinatie voor leren vanuit de neurowetenschappen, en voegt daar humor en creativiteit aan toe. Ze laat mensen creëren en experimenteren. Ze brengt mensen in beweging en daagt hen uit stappen te zetten buiten de gebaande paden.
Jacqui Halmans is trainer en coach. Zij geeft vorm aan haar missie om coaches, managers en trainers te laten ervaren dat diepgang en speelsheid prima kunnen samengaan. Eerder publiceerde zij het boek Coachen met lef.
Jullie gebruiken heel aansprekende opdrachten in het doeboek. Zo mag je een ‘museum van successen’ maken, een ‘complimentenmand’ vullen en je ‘excuustruus‘ inkleuren. Ze maken het boek zeer levendig. Hebben jullie deze termen zelf verzonnen of komen die uit al bestaande methodes? Jacqui: ‘De titels hebben we zelf gekozen met als belangrijkste criteria aansprekend en prikkelend. De termen die we in het doeboek gebruiken zoals bijvoorbeeld strooks, script, coachlink magazine
• 77
69 Misschien denk je weleens dat jij de enige bent die dingen uitstelt. Echt, iedereen heeft een Excuus Truus! Het is niets om je voor te schamen. Want Truus heeft het goed met je voor. Ze wil je beschermen tegen wat er allemaal kan misgaan. Kleur jouw Excuus Truus in. Schrijf op de zak welke gedachten jouw Truus heeft om nog maar even niet in actie te komen.
→ Waar is jouw Truus het bangst voor? Wat mag vooral niet gebeuren?
→ En stel dat dat gebeurt, hoe kun je daarmee omgaan?
Ik deed deze opdracht op Ik vond deze opdracht Wat ik wil onthouden van deze opdracht is
186
78 • c o a c h l i n k
magazine
en deed of bekeek deze weer op
ouderboodschappen, dopamine, spiegelneuronen en neocortex komen uit de theorieën die we gebruiken. We willen deelnemers en coachees ook hierin meenemen.’
Dankzij jullie opdracht ‘de complimentenmand’ geef ik mijzelf nu meer schouderklopjes en de opdracht ‘mijn kledingkast’ deed me beseffen dat kleding in het gezin waar ik in opgroeide van ondergeschikt belang was. Krijgen jullie veel van dit soort reacties op het doeboek? Jacqui: ‘Sinds kort verzorgen we inspiratieworkshops voor trainers en coaches die Doe dit boek willen inzetten in hun begeleidingstrajecten. Als voorbereiding maken de deelnemers zelf een aantal opdrachten. Op ‘Mijn kledingkast’ hebben we superleuke reacties gekregen. Een deelnemer ontdekte dat ze – in deze tijden van thuiswerken – haar mantelpak geen seconde gemist heeft en dat dit uniform helemaal niet bij haar paste.’ Hedi: ‘Een andere deelnemer realiseerde zich dat ze haar hele jeugd rode kleding had moeten dragen en wat voor een impact dat op haar had gehad’.
Jullie schrijven over ‘strooks’, een term uit de TA. Kun je dit toelichten? Jacqui: ‘Wat leuk dat je juist naar dit concept uit de TA vraagt. Strooks zijn namelijk heel belangrijk om ons goed te kunnen ontwikkelen. Iedereen heeft strooks nodig. Een strook is een eenheid van aandacht, erkenning, voor wie je bent of wat je doet. Wij mensen zijn altijd bezig om gezien, gehoord en erkend te worden. Van positieve strooks groeien we het meest. Hierdoor ontwikkelen we zelfvertrouwen en voelen we ons zeker. Als we positieve strooks krijgen, dan maken we goede stoffen aan: het hormoon oxytocine bijvoorbeeld. Maar ook negatieve strooks zijn zinvol, want daar leer je van en daardoor ontwikkel je je weer. In het doeboek zit een aantal opdrachten waarmee je strooks verzamelt en uitdeelt en waardoor je ervaart hoe je met strooks omgaat. Hedi: ‘We stroken trouwens zelf ook veel in het doeboek, met teksten als “je mag het op jouw manier doen” of “je bent goed op weg”. We dagen de lezer ook vaak uit: strook jezelf.’
Aan het einde van het doeboek kun je als lezer gaan ‘borgen’. Kunnen jullie dat toelichten? Hedi: ‘Borgen houdt in dat alles wat je doet vanzelfsprekend wordt. We hadden het net over het versterken en maken van neurale netwerken bij het aanleren van nieuw gedrag. Je moet vaak over deze ‘paadjes’ heen lopen om het nieuwe gedrag te laten inslijten. Herhaling is hierbij dus belangrijk. Het duurt vaak zes weken voordat het geleerde stevig op de goede plek in
Doe dit boek (doeboek)
Doe dit boek (begeleidersboek)
De weg naar persoonlijke groei isbn 9789024427932 208 pagina’s ¤ 23,50
Een methode voor persoonlijke groei met breinleren en TA isbn 9789024428748 192 pagina’s ¤ 26,50
Winactie
aak kans op een M van de drie sets Doe dit boek. Mail voor 1 september 2021 naar win@coachlink.nl.
het brein zit. Daarbij helpt het om nieuw gedrag te koppelen aan al bestaand gedrag. Zoals in ons boek ook staat: als je je meer wilt ontspannen en toch al elke week naar de sportschool gaat, kun je daar ook een bezoek aan de sauna aan vastkoppelen. Zo help je je brein om iets sneller te leren, want een deel van het paadje is er dan al.’
Is het eigenlijk niet lastig, een boek samen schrijven, of twee zelfs? Hedi: ‘Nee hoor, we vullen elkaar goed aan, qua kennis, maar ook qua persoonlijkheid. Waar Jacqui altijd wat harder door wilde, remde ik dan weer wat af. En waar ik de neiging had om het te precies te willen doen, bracht Jacqui de vaart er weer in. Maar vooral inhoudelijk was het heel prettig. Ik denk wat meer buiten de gebaande paden en Jacqui kan heel goed verdiepende vragen stellen. Daarnaast hadden we een pilotgroep met mensen van binnen én buiten het vakgebied. Van hen kregen we elke tien dagen feedback op een hoofdstuk uit het doeboek. Zo hadden we een fantastische stok achter de deur bij het schrijven.’
Wat ik zelf heel fijn vond bij het doen van alle opdrachten in het doeboek, was puur het feit dat je dingen zwart op wit zet. Zaken over je jeugd, over je missers, wat je graag zou willen bereiken. Sommige dingen weet je heus wel diep van binnen, maar door het op te schrijven (of te tekenen!) concretiseer je het, waardoor je er wel mee aan de slag moet. Krijgen jullie mooie reacties op de boeken? Jacqui: ‘Zeker! Wij vinden het bijvoorbeeld erg leuk om te horen dat Doe dit boek zo goed werkt in deze tijd van corona. Het helpt om op een speelse manier eens stil te staan bij hoe het gaat en wat verlangens zijn. We horen dat coaches en trainers hun coachees en deelnemers de opdrachten zelfstandig in eigen tijd en tempo laten maken. De contactmomenten zijn vooral online en zorgen voor extra reflectie en verdieping. Het doeboek wordt bijvoorbeeld ingezet binnen een traineeship van een grote gemeente, maar ook als inspiratie voor medewerkers van een grote hotelketen!’ Hedi: 'En verder krijgen we regelmatig foto’s van coachees en deelnemers van de cocktails die ze maken bij de opdracht "Cuba libre" en van "Happy-collages" en familiewapens. Ook ervaren we dat vooral de opdrachten die je samen met anderen kunt doen, veel losmaken. Door in gesprek te gaan met bijvoorbeeld een ouder, broer of zus of goede vriend ontstaan er heel veel haakjes om op door te gaan.' coachlink magazine
• 79
Is er nog iets wat jullie zelf graag kwijt willen over jullie methode?
Het thema van dit magazine is ‘vitaliteit’. Wat houdt jullie eigenlijk vitaal?
Hedi: ‘Ja, het boek komt pas goed tot zijn recht als je het ziet als meer dan een werkvormenboek. Het is een methode waarin zowel jezelf leren kennen, je richting bepalen en in actie komen geïntegreerd zijn. Je start met een nulmeting en je bepaalt je doel. De grote plus is dat je daarna de opdrachten kris kras door elkaar kunt doen wanneer en hoe je maar wilt. Je kunt zelf bepalen welke opdrachten op welk moment bij je passen. De slimme reflectietools, helpen je steeds weer om verbanden te leggen zodat na een tijdje het complete plaatje ontstaat. Door alle creatieve en speelse vormen ben je actief aan het leren. Je bent dus niet – zoals vaak het geval is bij zelfhulpboeken – passief aan het lezen. Door de diversiteit van de opdrachten is er aandacht voor alle zintuigen, eigen emoties, eigen beleving en eigen acties.’ Jacqui: ‘Helemaal mee eens! En het begeleidersboek helpt de begeleider om op een speelse en verdiepende manier je deelnemer of coachee te begeleiden. Als begeleider kun je de ander volgen in de opdrachten die hij wil doen. Je kunt ook af en toe gidsen door bepaalde opdrachten aan te bevelen. We beschrijven uitgebreid alle opdrachten en geven extra informatie over TA en breinleren.’
Hedi: ‘Mijn elfjarige zoon houdt mij jong en vitaal. Zijn creatieve, vrije blik op de wereld vind ik inspirerend. Dat houdt mij fris van geest.’ Jacqui: ‘Tijdens het schrijven van deze boeken heb ik ervaren hoeveel levenslust er bij mij vrij komt bij creëren en nieuwe dingen ontdekken. Ik word daar erg vrolijk van. En zeker als ik dit samen met anderen mag doen. Ik mis het schrijfproces ook echt.’
80 • c o a c h l i n k
magazine
Zijn jullie na verschijnen van de boeken nog in een zwart gat gevallen? Hedi: ‘Nee, zeker niet. Sterker nog, we zijn nu druk bezig de boeken bekendheid te geven. We geven online workshops, schrijven artikelen en gaan de boer op met onze boeken, zodat zo veel mogelijk mensen en organisaties kennis kunnen maken met deze methode. Genoeg te doen dus.' Jacqui: 'We hebben bovendien door het maken van de boeken zoveel weer geleerd over onszelf en van elkaar, daar kunnen we nog lang op teren. En dat houdt ons vitaal. [lachend] We leven nu vast een paar jaar langer.’
Houd de zaag scherp! sacha loeffen
Volgens Van Dale betekent vitaliteit: energie om te leven, levenskracht. Wie wil dat nu niet? We streven er allemaal naar ons fit, energiek en positief te voelen en actief deel uit te maken van de maatschappij. We willen maar al te graag het leven aankunnen en de dingen doen die belangrijk zijn voor ons. Dat is belangrijk voor je coachees, maar niet minder voor jou al coach.
coachlink magazine
• 81
I
n het coachvak speelt het thema vitaliteit een belangrijke rol. Veel coachvragen hebben direct of indirect iets te maken met de energie of levenskracht van de coachee. Als ik doelen formuleer met mijn coachees, dan vallen woorden als energie, gezondheid, genieten en levenslust vaak. Ik coach veel mensen met een burn-out. Zij ervaren vaak een groot gebrek aan energie en levenskracht. Dat heeft een enorme impact op hun werkzame leven en op hun privéleven. En wat te denken van coaching rondom vermoeidheid, een gevoel van ‘is dit het nu’, leefstijl, zelfvertrouwen, somberheid, lusteloosheid, relatie en werkgeluk? Als een coachee een dergelijke coachvraag heeft, dan ervaart hij vaak ook een verminderde vitaliteit. Coaching rondom de hulpvraag werkt in die gevallen vaak door op iemands energie en levenskracht.
Vitaliteit van de coach Daarnaast heeft de coach te maken met haar eigen vitaliteit. Zij is immers het ‘instrument’ waarmee binnen de coachrelatie wordt gewerkt. Haar vitaliteit is dan ook direct van invloed op de kwaliteit van de dienstverlening. Vitaliteit wordt door de NOBCO/EMCC zelfs zo belangrijk gevonden, dat er in de Internationale Ethische Code (IEC) expliciet een bepaling is opgenomen over de fitheid en gezondheid van de coach. Vitaliteit gaat weliswaar over meer dan dat, maar als je niet gezond en fit bent, dan beïnvloedt dit de mate waarin je jezelf vitaal voelt. Uit de IEC: 4. Excellente beroepsuitoefening […] 4.2 Leden zijn voldoende fit en gezond om hun beroepsmatige werk te doen. Als dat niet het geval is, of als zij er niet zeker van zijn of zij qua gezondheid in staat zijn om hun werk te doen, schakelen zij professionele steun of hulp in. Indien noodzakelijk of wenselijk zorgt het praktiserend lid ervoor dat zijn werk als coach wordt beëindigd en dat de cliënt naar een ander praktiserend lid wordt verwezen. De meesten van ons zullen niet dagelijks met deze bepaling bezig zijn. Wat is ‘voldoende fit en gezond’ eigenlijk precies? Momenteel begrijpen we allemaal dat we niet face-tot-face kunnen coachen als we coronagerelateerde klachten hebben. Het is ook vrij duidelijk dat we niet kunnen coachen als een andere aandoening hebben waardoor we echt ziek zijn. Coachen met een gebroken arm of been, overgewicht of een slechte conditie zou echter prima kunnen. Waar ligt de grens? 82 • c o a c h l i n k
magazine
Coach jij weleens terwijl je eigenlijk niet helemaal fit of gezond bent? En heeft dat dan gevolgen voor de kwaliteit die je levert?
Volledig in verbinding De bepaling uit de IEC ziet wat mij betreft toe op de professionaliteit en de verantwoordelijkheid die de coach heeft richting zichzelf en haar coachee. De coachee heeft er recht op dat de coach, vanuit een gezond lichaam en een gezonde geest, volledig in verbinding kan zijn met zichzelf om zo optimaal aansluiting te kunnen vinden bij de coachee. Als er iets speelt rond de gezondheid of fitheid van de coach waardoor deze niet optimaal kan functioneren, dan is er dus een ethische vraag aan de orde: kan ik als coach de kwaliteit leveren waar de klant recht op heeft?
Coach jij weleens terwijl je eigenlijk niet helemaal fit of gezond bent? Het kan dus voorkomen dat ik mijzelf dus de vraag zal moeten stellen of ik in staat ben om er volledig te zijn voor mijn coachee, zonder dat ik word afgeleid of gehinderd door mijn eigen fysieke of mentale conditie. Ben ik voldoende in staat om in verbinding te blijven? Kan ik geconcentreerd, scherp en gefocust zijn? Kan ik nog functioneren als de coach waar de coachee behoefte aan heeft en recht op heeft? Is het (ethisch) verantwoord om het gesprek doorgang te laten vinden? Ik neem me voor om de belangen van de coachee en van mijzelf in dergelijke situaties serieus te nemen en om zo nodig met de coachee te overleggen over de situatie. Dat is kwetsbaar, maar voelt voor mij wel integer.
Vier dimensies Omdat vitaliteit op meerdere manieren relevant is voor het coachvak, is het interessant om even stil te staan bij de vraag welke factoren een rol spelen bij vitaliteit. Ik moest in dit verband meteen denken aan Stephen Coveys wereldberoemde boek over persoonlijk leiderschap: The Seven Habits of Highly Effective People (1989). Hoewel het boek alweer 32 jaar oud is, is het wat mij betreft op veel punten nog steeds actueel. De kernboodschap is dat er zeven routines ten grondslag liggen aan een succesvol leven en dat iedereen deze gewoonten bij zichzelf kan ontwikkelen. De zevende routine die in het boek
wordt besproken is: ‘Houd de zaag scherp’. Het gaat hier over het ‘onderhoud en de verbetering van het beste instrument dat je hebt’: jezelf. Het onderhoud gaat volgens Covey over vier dimensies: lichaam, hoofd, hart en ziel.
met belangrijke en onbelangrijke urgente zaken hebben beziggehouden, dan vluchten we graag even weg in het kwadrant onbelangrijk/niet urgent om even uit te puffen. Drie keer raden welke zaken er dan bij inschieten.
De dimensie lichaam gaat over onze fysieke behoeften zoals beweging, nachtrust, ontspanning en gezond eten. Slaap je genoeg, is je gewicht gezond, is je conditie op peil, krijgt je lichaam de juiste voedingsstoffen binnen, is er ruimte voor herstel/oplaadmomenten? Het hoofd heeft betrekking op het geestelijke welzijn en heeft behoefte aan bijvoorbeeld lezen, puzzelen of leren. Ervaar je enige vorm van groei, lees je weleens, leer je nieuwe dingen, kun je jezelf mentaal ontspannen, daag je die hersenpan weleens uit? Het hart gaat over de sociaal-emotionele dimensie en heeft behoefte aan fijne relaties, voldoening, waardering, emoties tonen en dankbaarheid. Ervaar je liefde en vriendschap, voel je jezelf nuttig, gezien, gehoord en gewaardeerd en ben je dankbaar? De ziel heeft behoeftes op het gebied van spiritualiteit zoals meditatie, gebed, natuur en muziek. Ben je weleens bezig met dagdromen, lekker niksen, mijmeren, genieten van de pracht van de natuur of de schoonheid van muziek? Sta je weleens stil om te reflecteren, mediteren of te bidden?
Zelfzorg
Drie keer raden welke zaken er dan bij inschieten
Het is dus een uitdaging om heel bewust stil te staan bij de dingen die je nodig hebt om je energiek en levenslustig te voelen. Waar valt voor jou winst te behalen; is dat vooral je lichaam, je hart, je hoofd of je ziel? Waar ervaar jij een energielek, een behoefte of verlangen? Op welke punten laat jij wat liggen? Welke kleine (of grote) verandering zou jouw vitaliteit positief kunnen beïnvloeden? En hoe zorg je dat je daar ook zo goed mogelijk invulling aan geeft? Dat brengt mij naar het slot van mijn betoog: zelfzorg. Zelfzorg gaat over goed zorgen voor je eigen welzijn en gezondheid. Ook dit woord valt vaak tijdens coachgesprekken, ik merk dat het vaak goed valt bij coachees. Ze ervaren het over het algemeen als veilig, positief, lief en mild zonder dat het te zweverig of vaag bevonden wordt. Vaak komen ze tot de conclusie dat ze heel goed zorgen voor de mensen om hen heen, maar niet voor zichzelf. Wat valt hier te leren? Welke ontwikkeling kan iemand hierin doormaken? Hoe kan iemand beter voor zichzelf gaan zorgen en welke impact heeft dit op zijn gevoel van eigenwaarde en op zijn vitaliteit? Dergelijke vragen kunnen heel goed aan de orde komen tijdens een coachtraject, waarbij de metafoor van de zaag (Covey) heel treffend is. Het scherphouden van de zaag speelt vaak een belangrijke rol bij cliënten, en het vormt ook een aandachtspunt voor de coaches zelf!
We doen er volgens Covey verstandig aan om aan elk van deze vier dimensies aandacht te besteden. Dat draagt bij aan het scherphouden van de zaag en dus ook aan onze vitaliteit. Dat lijkt eenvoudig, maar er zit een addertje onder het gras. Veel van de dingen die goed voor ons zijn (en die onze vitaliteit beïnvloeden) bevinden zich in het kwadrant ‘belangrijk/niet urgent’ van de Eisenhower-matrix. Denk aan gezond eten, voldoende slapen en bewegen, nieuwe dingen leren, stilstaan bij onze waarden, de natuur opzoeken, culturele dingen doen, reflecteren en voldoende tijd doorbrengen met onze dierbaren. Dit kwadrant komt helaas vaak in de verdrukking. Wij besteden namelijk vooral veel aandacht aan zaken die belangrijk/ urgent en onbelangrijk/urgent zijn. En als we ons al zo veel coachlink magazine
• 83
De coachplek van...
Hilde Backus Afwisselend Amelisweerd ‘Het is zo’n prachtige plek, Amelisweerd. De Kromme Rijn, oude landhuizen, weilanden met koeien, de lammetjes en veel sneeuwklokjes. Uit onderzoek blijkt dat afwisseling in het landschap en water beide bijdragen aan ontspanning.’ Wandelend coach Hilde Backus werkt al 17 jaar in dit prachtige bos en geeft er ook opleidingen tot wandelcoach.
Hilde is wandelcoch van het eerste uur. ‘Toen ik begon als zelfstandig coach, hoorde ik van twee jongens die wandelend coachten. Ik belde ze op en we hebben een poosje samengewerkt. Lang woonde ik in Utrecht stad en ik vond het heerlijk om naar buiten te gaan – en ook om daarna in de gezellige stad terug te komen.’ Inmiddels woont Hilde in een kaswoning en werkt ze nog altijd in Amelisweerd.
Voor de opleidingen tot wandelcoach en registerwandelcoach gebruikt ze gewoonlijk de vergaderruimte van de Veldkeuken. ‘Tijdens de opleidingsdagen gaan we veel naar buiten. In Amelisweerd is een mooie open plek, omgeven door linden, een prachtige opleidingslocatie. Net als het notenbomenbos trouwens. Amelisweerd is rijk aan oude en verschillende bomen. Een oefening als “Zoek een boom uit die past bij
‘Het notenbomenbos is een prachtige plek voor de opleiding’ 84 • c o a c h l i n k
magazine
jouw bedrijf” is dan erg leuk om te doen. Je kunt dan doorvragen over de keuze en de boswachter vertelt over de geschiedenis en kenmerken van de boom.’ Hilde geniet enorm van wandelend coachen. ‘Je hoeft elkaar niet aan te kijken, er kunnen makkelijk stiltes vallen, ik kan goed naar de ander kijken terwijl die zich niet bekeken voelt. Je wandelt altijd vooruit en kunt dit gebruiken in je coaching. Je wandelt
naast elkaar; hieruit spreekt een gelijkwaardigheid: een diagnose is niet meer aan de orde en samen bekijk je de situatie, de emoties en vind je nieuwe paden.’ Hilde noemt het onderzoek naar synchronie: ‘Door het wandelen stem je je fysieke houding op elkaar af en dat is zelfs van invloed op het afstemmen van de hersenen. Er ontstaat zo meer verbinding, en laat een goede relatie nou de belangrijkste succesfactor van coaching zijn!’ (NvO)
coachlink magazine
• 85
Vitale tijd Bij mijn geboorte – nou ja, kort erna – kreeg ik een tuimelaar Zo’n mannetje met een bolle buik die je onbeperkt kon omduwen Altijd veerde het weer op Toen het leven mij als een opgevoerde fietser inhaalde en het elastiek om mijn dagen zijn rek verloor bedacht ik dat ik wil leren een tuimelaar te zijn Diep verscholen vond ik hem door slechts als een ademhaling met de dagen mee te bewegen Nu ik iets meer inadem dan uitblaas denk ik weleens dat iedere baby een tuimelaar zou moeten krijgen als eerste speelgoed marianne van velzen
Stadsdichter van Leiden 2018 - 2021
86 • c o a c h l i n k
magazine