7 coverstory
‘De goede kwaliteit van “vroeger” met de techniek van vandaag’
Aastra benadert video vanuit de telefonie De manier waarop bedrijven tegen videoconferencing aankijken verandert doordat de ‘skype-generatie’, generatie Y, op de arbeidsmarkt komt. Daar moet je als fabrikant klaar voor zijn. Maar je moet je oplossingen ook weer niet onnodig kostbaar en gecompliceerd maken door met alle vormen van gebruik rekening te willen houden. Dat is, heel simpel gezegd, de strategie van Aastra als het om video gaat.
‘We vinden dat video vooral handig moet zijn. Het moet communicatie makkelijker en beter maken’
A
astra heeft al haar hard- en software voor videoconferencing gebundeld onder het label BluStar Ecosystem. Daaronder valt een media phone, maar ook een oplossing voor conferencerooms en clients voor PC’s, tablets en smartphones. Alles met dezelfde look and feel en schaalbaar vanaf de onderkant MKB tot enterpriseniveau.
Ad hoc “De trend is dat video zich verplaatst van de conference room naar gebruik op verschillende plekken met allerlei devices”, constateert product line manager Sjoerd de Jong. “Dat komt vooral door de jonge generatie die de arbeidsmarkt op komt en die, door ondermeer Skype, al aan video
26
tbm |
gewend zijn. Zij willen video gebruiken zoals het hen op dat moment het beste uitkomt. Mede door de cloud is dat ook mogelijk. Videocommunicatie gebeurt veel vaker ad hoc, het hoeven geen geplande vergaderingen te zijn. Gisteren heb ik bijvoorbeeld, zonder planning vooraf, via video gebeld met een aantal NoordAmerikaanse en Europese collega’s bij Aastra via de BluStar 8000i. Het leverde een heel korte, maar vooral effectieve vergadering op.” Marketing manager Tom Deelstra vult aan: “Video wordt een natuurlijke toevoeging aan andere vormen van communicatie. Unified communicatie, het combineren van verschillende vormen van communicatie, was de eerste stap. De tweede stap wordt nu gezet, en dat is dat
d e c e m b e r 2 0 1 3 | V A K B L AD V O O R DE T E L EC O M H ANDE L
je op allerlei devices dankzij applicaties op dezelfde manier kunt communiceren.”
Voordelig Aastra kijkt pragmatisch naar het gebruik van video. Het klinkt misschien gek, maar de oplossing hoeft niet alles te kunnen wat technisch mogelijk is. De Jong geeft een voorbeeld. “We hebben onderzoek gedaan: tachtig procent van de videogesprekken is peer-to-peer, dus tussen twee personen of twee groepen. Van de overige twintig procent is het grootste deel een drie- of viervoudig gesprek. Gesprekken waarbij meer partijen betrokken zijn, zijn op de vingers van één hand te tellen. Het maximum bij deze versie van onze oplossing ligt daarom, zonder server, heel bewust op