Proefmateriaal Factor-E Logistieke werkzaamheden uitvoeren

Page 1

Factor-e Dienstverlening Logistieke werkzaamheden uitvoeren

Logistieke werkzaamheden uitvoeren De methode Factor-E Dienstverlening is bedoeld voor de opleiding Dienstverlening (niveau 2). In de methode wordt gewerkt met thema’s waarin kennis, vaardigheden en samenwerken aan grote opdrachten steeds centraal staan. Per thema komen deze onderdelen terug in de vorm van een cursus, een training en een project.

Logistieke werkzaamheden uitvoeren

Als facilitair medewerker krijg je op verschillende manieren te maken met het uitvoeren van logistieke werkzaamheden. Je zorgt er bijvoorbeeld voor dat het magazijn op orde is. Goederen liggen netjes opgeslagen. Je zorgt ook voor het verplaatsen van goederen, bijvoorbeeld bij een interne verhuizing. Wat er allemaal komt kijken bij logistieke werkzaamheden leer je in dit boek. Daarna ga je zelf aan de slag. Je gaat op school helpen bij het ontvangen en opslaan van goederen. Met oefeningen bereid je je voor op een demonstratie van een onderdeel van het uitvoeren van de goederenopslag. Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Om werk te maken van onderwijs, zoeken we de samenwerking op met docenten, studenten en het bedrijfsleven. Dankzij dat netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op de behoefte van de beroepspraktijk.

9 789037 226652

FE_9789037226652_mr_fd_2017.indd 1

Profieldeel medewerker FacilitairE DIENSTVERLENING

dienstverlening

e 03-05-17 11:33


Logistieke werkzaamheden


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Astrid Habraken – van Esdonk Inhoudelijke redactie: Ludo Peters Eindredactie: Astrid Habraken - van Esdonk – Tekstbureau Flytande Titel: Logistieke werkzaamheden ISBN: 978 90 3722 665 2 Bronvermelding: Mandritoiu/shutterstock.com © Edu’Actief b.v. 2016 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Thema 2

Logistieke werkzaamheden Inleiding

6

Oriëntatie Planning

5

7 8

Cursus: Assisteert bij logistieke werkzaamheden Training: Assisteren bij logistieke werkzaamheden Project: Een verhuisplan maken Evaluatie van het thema

9 61

65

71

3


4


Thema 2 Logistieke werkzaamheden


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Inleiding Het thema begint met een cursus over het uitvoeren van logistieke werkzaamheden. Als facilitair medewerker krijg je hier op verschillende manieren mee te maken. Je zorgt er bijvoorbeeld voor dat het magazijn op orde is. Goederen liggen netjes opgeslagen. Je zorgt ook voor het verplaatsen van goederen, bijvoorbeeld bij een interne verhuizing. Wat er allemaal komt kijken bij logistieke werkzaamheden leer je in deze cursus. Daarna ga je zelf aan de slag. Je gaat op school helpen bij het ontvangen en opslaan van goederen. Met oefeningen bereid je je voor op een demonstratie van een onderdeel van het uitvoeren van de goederenopslag. Als laatste ga je een project uitvoeren. Samen met drie andere leerlingen ga je een draaiboek voor een interne verhuizing maken. Het eindresultaat bestaat uit een draaiboek en een presentatie voor de opdrachtgever. Aan het eind van dit thema kijk je terug op wat je hebt geleerd en evalueer je hoe de opdrachten en oefeningen zijn verlopen.

Leerdoelen • Je hebt basiskennis van het transportklaar maken van goederen. • Je hebt basiskennis van transport van goederen. • Je hebt basiskennis van FMIS (Facilitair managementinformatiesysteem) of andere geautomatiseerde systemen die bij opslag van goederen worden gebruikt. • Je hebt basiskennis van hoe je goederen opslaat in het magazijn en aan welke eisen het magazijn moet voldoen. • Je hebt basiskennis van de verwerking van goederen binnen het bedrijf. • Je verzamelt goederen voor interne en externe transportwerkzaamheden. • Je verzamelt goederen voor een (interne) verhuizing. • Je transporteert bij intern en extern transport goederen en mensen naar de gewenste locatie. • Je transporteert bij (interne) verhuizing goederen en mensen naar gewenste locatie. • Je slaat goederen op de juiste plaats op. • Je zet bij een (interne) verhuizing de goederen op de juiste plaats. • Je registreert gegevens op de juiste manier.

Wijze van beoordelen thema Dit thema bestaat uit verschillende onderdelen. Je wordt beoordeeld op alle onderdelen. In het onderdeel cursus wordt je beoordeeld op de gemaakte opdrachten en de toets. Maar je wordt ook beoordeeld op je deelname in de les. Bij het onderdeel training moet je een demonstratie uitvoeren. Bij het project word je beoordeeld op het product dat je oplevert en op de samenwerking tijdens het project.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Wat is logistiek? a. Als je denkt aan logistieke werkzaamheden, welke woorden schieten je dan te binnen?

b. Denk je dat er in ieder bedrijf logistieke werkzaamheden zijn? Waarom wel of niet?

c. Schrijf in eigen woorden op wat logistiek volgens jou is.

Opdracht 2

De goederen en het magazijn a. Met welk soort goederen heeft een ziekenhuis volgens jou te maken?

b. Met welk soort goederen heeft een bedrijf als IKEA te maken?

c. Waarom is het voor een ziekenhuis en IKEA belangrijk dat ze de goederen goed controleren?

d. Wat kom je, behalve goederen, volgens jou allemaal tegen in een magazijn?

7


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Planning Je gaat nu een planning voor dit thema maken waarbij je zoveel mogelijk rekening houdt met je sterke kanten en je ontwikkelpunten. a. Lees eerst het thema globaal door. Wat komt er aan de orde? Denk aan het aantal opdrachten, de hoeveelheid theorie, de moeilijkheidsgraad en de hoeveelheid tijd die je verwacht ermee bezig te zijn. Is er groepswerk? Moet je dingen organiseren? Wat moet je op school doen en wat kan ergens anders? b. Bepaal vervolgens in overleg met je docent waar je het best kunt beginnen en waar je extra aandacht aan gaat geven. c. Vul daarvoor het planningsformulier helemaal in. Je kunt beter tijd overhouden dan tekortkomen. d. Noteer afspraken en data waarop je iets moet opleveren of doen in je agenda. Planning thema 2 – Logistieke werkzaamheden Cursus – Assisteert bij logistieke werkzaamheden Datum

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

1. Goederen ontvangen en opslaan Datum

Geschatte tijd

2. Het verzamelen en verplaatsen van goederen Datum

3. Verhuizingen Datum

Training – Assisteren bij logistieke werkzaamheden Datum

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Project – Een verhuisplan maken Datum

Evaluatie van het thema Datum

8


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Cursus Assisteert bij logistieke werkzaamheden Inleiding Taal 10

10

1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Goederen ontvangen en opslaan 11 De plaats van het magazijn 11 Verschillende soorten magazijnen 14 Werken met een FMIS 17 Waar moet je op letten bij de ontvangst en het opslaan van goederen? Waar en hoe sla je de goederen op? 25 Registreren 30 Aandachtspunten bij de goederenopslag 33 Ervaring uit de praktijk 36

2. 2.1 2.2 2.3

Het verzamelen en verplaatsen van goederen Het orderproces 37 Verplaatsen van goederen 39 Ervaring uit de praktijk 46

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Verhuizingen 47 Verhuisplanningen 47 Voorbereiding van een verhuizing De verhuizing 55 Na de verhuizing 60 Ervaring uit de praktijk 60

20

37

48

9


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Inleiding In deze cursus lees en leer je over het uitvoeren van logistieke werkzaamheden. Je leert hoe je goederen transportklaar kunt maken, hoe je goederen op de juiste manier transporteert. Je leert werken met een FMIS en weet hoe je goederen op de juiste manier verwerkt en opslaat in het magazijn.

Leerdoelen • Je hebt basiskennis van het transportklaar maken van goederen. • Je hebt basiskennis van transport van goederen. • Je hebt basiskennis van FMIS (Facilitair managementinformatiesysteem) of ander geautomatiseerde systemen die bij opslag van goederen worden gebruikt. • Je hebt basiskennis van hoe je goederen opslaat in het magazijn en aan welke eisen het magazijn moet voldoen. • Je hebt basiskennis van de verwerking van goederen binnen het bedrijf.

Taal • • •

<

10

Neem de theorie door en onderstreep de woorden die je niet kent. Noteer deze woorden in de woordenlijst en zet de betekenis erbij. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.

Gebruik het werkmodel Woordenlijst op http://dienstverlening.factor-e.nl.


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

1. Goederen ontvangen en opslaan Bedrijven verschillen. Ze verschillen in wat ze verkopen. Ze verschillen in hoe groot ze zijn. Ook de magazijnen van bedrijven verschillen van elkaar. IKEA verkoopt veel grote producten en verkoopt dagelijks aan heel veel klanten. Klanten pakken de meeste spullen zelf, in het zelfbedieningsmagazijn. Bij een zorginstelling verkopen ze geen producten. Toch is er ook daar een magazijn. Bijvoorbeeld een magazijn voor medicijnen, een magazijn voor werkkleding en een voor kantoorartikelen. Hier komen geen klanten, alleen medewerkers. Klanten kunnen ook medewerkers van het bedrijf zijn. Het magazijn is: • de plaats binnen het bedrijf waar de goederen ontvangen worden • de plaats waar de goederen van het bedrijf opgeslagen worden • het beginpunt van de levering van goederen aan klanten.

1.1 De plaats van het magazijn Voor ieder magazijn, of het nu voor een groot of een klein bedrijf is, gelden voorwaarden waar het magazijn aan moet voldoen om het goed te kunnen gebruiken: • Leveranciers moeten het met hun (vracht)wagens goed kunnen bereiken. • Er moet genoeg ruimte bij het magazijn zijn om goederen te kunnen lossen. • In het magazijn moet voldoende ruimte zijn om met goederen te kunnen manoeuvreren. • Het magazijn moet logisch en overzichtelijk ingericht zijn. • De stellingen in het magazijn moeten afgestemd zijn op het soort goederen dat erin opgeslagen wordt. • Het magazijn moet afgestemd zijn op goederen die een speciale behandeling vragen. • Het magazijn moet afsluitbaar zijn voor leveranciers en (indien noodzakelijk) voor klanten. • Het magazijn moet veilig en ergonomisch zijn ingericht. Het moet voldoen aan de Arbowet. Open en gesloten magazijnen Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten magazijnen: open magazijnen en gesloten magazijnen. Het open en gesloten zijn gaat over de vraag of medewerkers (of klanten) vrij toegang hebben tot het magazijn, of dat alleen specifieke medewerkers in het magazijn mogen komen. Een open magazijn is vrij toegankelijk voor medewerkers (en klanten), die zonder veel beperkingen (zoals het in moeten vullen van formulieren) goederen kunnen pakken. Bij het verlaten van het magazijn registreer je in sommige gevallen welke goederen het magazijn verlaten. Dat laatste gebeurt als klanten zelf producten in het magazijn mogen pakken, zoals bij IKEA.

11


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

In een gesloten magazijn zijn medewerkers aanwezig die goederen mogen pakken. Dit doen zij bijvoorbeeld met een formulier dat ze krijgen van de persoon die iets uit het magazijn moet hebben. Dit zie je bij een apotheek, in een ziekenhuis of verzorgingstehuis. Maar ook in de supermarkt is het magazijn gesloten voor klanten.

In een open magazijn werken in verhouding minder magazijnmedewerkers dan in een gesloten magazijn. In een open magazijn is de derving vaak hoger dan in een gesloten magazijn. Derving betekent dat er goederen zijn die je niet kunt verkopen. Bijvoorbeeld omdat ze beschadigd of gestolen zijn.

12


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 1

Open of gesloten magazijn Geef aan of er bij de volgende magazijnen sprake is van een open magazijn of van een gesloten magazijn. a. Medicijnenmagazijn in een ziekenhuis

b. Het zelfbedieningsmagazijn van Sligro

c. Het magazijn van het restaurant van IKEA

Opdracht 2

Klanten in het magazijn Waarom mogen klanten van IKEA wel in het magazijn komen en klanten van een supermarkt niet?

Opdracht 3

Arbowet Je hebt gelezen dat bij de inrichting van het magazijn ook de Arbowet gevolgd moet worden. a. Zoek uit wat de Arbowet zegt over de inrichting van magazijnen.

Tip: zoek bijvoorbeeld op ‘ergonomisch werken’ en ‘inrichten magazijn Arbowet’. b. Leg in je eigen woorden uit waarom het belangrijk is voor medewerkers dat het magazijn voldoet aan de Arbowet.

13


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Opdracht 4

Derving Je hebt in de theorie gelezen dat er in een open magazijn meer derving zal zijn. Zoek precies uit wat derving is. Maak met de informatie die je vindt een flyer met uitleg over derving. Geef in de flyer ook twee voorbeelden van derving in een magazijn. Magazijnindeling Bij de indeling van een magazijn moet je rekening houden met de voorraad. Sommige soorten voorraad vragen om speciale aandacht, bijvoorbeeld gevaarlijke goederen (spuitbussen of brandbare producten), of kostbare goederen (bijvoorbeeld gouden of zilveren sierraden). Soms moet je iets gekoeld of bevroren bewaren. De ruimtes voor goederen die om een speciale behandeling vragen noemen we geconditioneerde ruimtes.

Opdracht 5

<

Kennismaking met het magazijn Bekijk het filmpje Kennismaking met de afdeling magazijn en expeditie op http://dienstverlening.factor-e.nl. a. Welke werkzaamheden zie je voorbijkomen?

b. Met welke werkzaamheden denk je dat jij, als facilitair medewerker, ook te maken krijgt?

1.2 Verschillende soorten magazijnen In ieder bedrijf vind je een magazijn. Maar hoe dit magazijn er precies uitziet, zal in ieder bedrijf anders zijn. Soms is het magazijn niet meer dan een kast met een voorraad kantoorartikelen in de kamer van de secretaresse. In een ander bedrijf is het magazijn zo groot dat je er met een treintje doorheen moet rijden. In dit thema maak je kennis met vier verschillende soorten magazijnen: • • • •

14

magazijn met bureau- en kantoorartikelen magazijn van een technische of facilitaire dienst magazijn voor medische artikelen (zorgsector) magazijn voor voedingsmiddelen.


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Deze magazijnen kunnen allemaal klein of groot zijn – dat hangt van het bedrijf af. Je leert welke aandachtspunten er zijn voor deze magazijnen. Magazijn met bureau- en kantoorartikelen Dit magazijn komt in kleine en in grote organisaties voor. De grootte, indeling en structuur kan heel verschillend zijn. Je kunt je voorstellen dat een grote organisatie meer bureau- en kantoorartikelen nodig heeft. In grotere organisaties worden, vanuit het magazijn, kleinere magazijnen of ‘artikelkasten’ bevoorraad. Denk aan het aanvullen van printpapier en/of schrijfmateriaal. Het voordeel hiervan is dat de medewerkers binnen een organisatie niet voor elke pen of schrijfblok naar het magazijn hoeven of dit moeten aanvragen. Ze kunnen het op centrale plekken uit een kast pakken. Kleinere organisaties gebruiken vaak één magazijn waar de kantoorartikelen liggen. Medewerkers komen dan naar het magazijn toe om de artikelen op te halen of ze gebruiken een aanvraagformulier. Artikelen die in het magazijn voor kantoorartikelen zijn opgeslagen: • schrijfwaren: pennen, potloden, gummen, linialen • huisstijlproducten: briefpapier, enveloppen • opbergartikelen: mappen, snelhechters, dozen, insteekhoesjes • papierwaren: print- en kopieerpapier in diverse formaten, post-its, schrijfblokken. Magazijn voor technische/facilitaire dienst In zowel grote als kleine organisaties is er een magazijn voor de technische/facilitaire dienst. In dit magazijn liggen de artikelen die de medewerkers nodig hebben om hun dagelijkse werkzaamheden uit te kunnen voeren. Denk aan: • gereedschap: schroevendraaiers, boormachines, tangen • ijzerwaren: schroeven, bouten, spijkers • elektra: lampen, kabels, stopcontacten • sanitair- en schoonmaakartikelen. In het magazijn voor de technische/facilitaire dienst worden vaak reparaties uitgevoerd. Magazijn voor medische artikelen (zorgsector) In de zorgsector, zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en apotheken, vind je een magazijn voor het opslaan van de medicijnen. Dit magazijn moet voldoen aan verschillende wettelijke eisen om de medicijnen op de juiste manier op te kunnen slaan. De belangrijkste eisen: • De temperatuur en luchtvochtigheid in het magazijn moeten passen bij de medicijnen. • Sommige medicijnen moeten altijd in een steriele omgeving opgeslagen zijn. • Sommige medicijnen moeten gekoeld worden opgeslagen. • Voor de hygiëne moet voor de vloeren en wanden het juiste materiaal gebruikt zijn. • Alle medicijnen moeten altijd op de juiste plek liggen. Bijvoorbeeld: niet op de grond, niet boven ooghoogte, niet in de zon of extra gekoeld. • Altijd de FIFO-methode toepassen (First In First Out). Zo voorkom je dat medicijnen over de datum gaan.

15


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Magazijn voor voedingsmiddelen In sommige bedrijven is er een apart magazijn voor voedingsmiddelen. Vaak is dit vlakbij, of in de kantine of het bedrijfsrestaurant. In dit magazijn kunnen verschillende voedingsmiddelen worden opgeslagen. Deze zijn nodig om maaltijden te bereiden, koffiebuffetten op orde te houden en de snoep- en frisdrankautomaten aan te vullen. Ook dit magazijn moet voldoen aan een aantal eisen om de voedingsmiddelen op de juiste wijze op te kunnen slaan. Denk aan: • De HACCP-regelwetgeving. Die geldt niet alleen in de keuken of bij het werken met voedingsmiddelen, maar ook in het magazijn waar deze liggen. • De juiste temperatuur en luchtvochtigheid in het magazijn. • Producten die gekoeld moeten worden bewaard altijd in koelingen en/of vriezers plaatsen. Op geopende producten moet een sticker met datum van een opening zitten. • Producten die niet op de grond mogen worden opgeslagen staan ook niet op de grond. • Het toepassen van de FIFO-methode. De producten die als eerst zijn binnengekomen moeten ook als eerst worden gebruikt. Bijna alle voedingsmiddelen hebben een beperkte houdbaarheid. • De juiste stellingen om producten op te kunnen slaan. • Het juiste materiaal is gebruikt voor vloer- en wandafwerkingen voor de hygiëne.

Opdracht 6

Soorten magazijnen a. In een bedrijf kunnen meerdere magazijnen zijn. Leg dit uit met een voorbeeld.

b. Welke soorten magazijnen zijn er op jouw stageplek?

c. Welke soorten magazijnen zijn er binnen jullie school?

d. Zoek een afbeelding van de verschillende soorten magazijnen, of maak zelf een foto.

Opdracht 7

Artikelen in magazijnen Noem van elk van de hierboven genoemd magazijnen drie voorbeelden van artikelen/producten die er worden opgeslagen.

16


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 8

Plattegrond van een magazijn a. Teken een plattegrond van één van de magazijnen binnen jouw stageplek. b. Teken een plattegrond van één van de magazijnen binnen jouw school.

Opdracht 9

Regelgeving Zoals je hebt gelezen, krijg je bij het opslaan van voedingsmiddelen te maken met de HACCP regelgeving en de Arbowet. Je kunt ook te maken krijgen met de wet opslag gevaarlijke stoffen. a. Zoek uit wat gevaarlijke stoffen precies zijn.

b. Bedenk drie bedrijven waarmee je te maken kunt krijgen bij het opslaan van gevaarlijke stoffen.

c. Maak met de informatie een informatiefolder, met daarin de aandachtspunten die je gevonden hebt.

1.3 Werken met een FMIS Om de dagelijkse facilitaire zaken zo goed mogelijk te kunnen beheren gebruiken bedrijven een Facilitair Management Informatie Systeem (FMIS). Een FMIS ondersteunt de afdelingen of diensten in hun dagelijkse werkzaamheden. Bovendien zorgt dit systeem voor een goede communicatie tussen de verschillende afdelingen. Ook bij logistieke werkzaamheden is een FMIS heel belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld precies zien wat er op voorraad is en wat besteld moet worden. Het FMIS Een FMIS is software waarmee je facilitaire informatie en facilitaire processen binnen een (facilitaire) organisatie kunt registreren en beheren. Denk aan het registreren en beheren van goederen in het magazijn, maar ook aan storingen die binnenkomen. Het inrichten en beheren van die facilitaire informatie en facilitaire processen verschilt per organisatie. Iedere organisatie heeft andere wensen, eisen en processen die in het FMIS staan. De grootte van een organisatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. Voor een organisatie met één gebouw zijn de werkprocessen vaak eenvoudiger dan voor een organisatie met meerdere gebouwen. Bij meerdere locaties kan de aansturing van de werkzaamheden per gebouw verschillen. Meestal zijn er dan meerdere medewerkers bij de uitvoering betrokken.

17


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Opbouw FMIS Een FMIS is meestal flexibel opgebouwd. Zo kan een facilitaire organisatie meegroeien met de organisatie. Een organisatie staat nooit stil. Zowel interne als externe ontwikkelingen hebben invloed op de processen binnen een organisatie. Dit kan gevolgen hebben voor de inrichting en werkwijze binnen een FMIS. Door het inzetten van een FMIS kunnen veranderingen binnen een organisatie, bijvoorbeeld verhuizingen en verbouwingen, zo optimaal mogelijk worden aangestuurd. Een ontwikkeling van de afgelopen jaren is dat een FMIS steeds meer webbased wordt aangeboden. Dit betekent dat het met een internetverbinding, waar ook ter wereld, 24 uur per dag bereikbaar is. Een voordeel hiervan is dat de uitvoerende medewerkers niet (meer) afhankelijk zijn van één werkplek, maar met internet overal kunnen inloggen en altijd actuele informatie voorhanden hebben. Daarnaast zijn er steeds meer toepassingen gekoppeld aan een FMIS. Denk aan een app op de smartphone of tablet, waarmee een medewerker eenvoudig zijn klussen in kan zien en direct af kan melden. Of een tablet met barcodescanner om inventarisaties van je voorraad of inventarisstukken eenvoudig en snel uit te kunnen voeren. Wanneer de inventarisaties zijn uitgevoerd, kunnen de resultaten direct worden verwerkt in het FMIS. Modules in een FMIS Een FMIS bestaat meestal uit meerdere modules. De afbeelding hierna geeft een voorbeeld weer van de opbouw van een FMIS. Binnen dit FMIS is onderscheid tussen de basismodules (oranje tandwiel) en de modules waaruit een organisatie kan kiezen (grijze tandwielen). De basismodules kun je zien als de ‘gereedschapskist’ van het FMIS en zijn standaard in het systeem aanwezig. De modules die de organisatie kiest zijn het gereedschap waarmee het bedrijf gaat werken.

Opbouw FMIS Zorginstelling De Boomberg werkt met een Facilitair Management Informatie Systeem. Hiermee beheert de facilitaire afdeling de binnengekomen meldingen over storingen en de zaalreserveringen. Tot een maand geleden gebeurde dit nog per e-mail. Nu kunnen medewerkers zelf (geautomatiseerd) hun klachten en storingen melden en zaalreserveringen doen. Ook de voorraad van kantoorartikelen staat in het FMIS. Medewerkers kunnen in het systeem aangeven wat ze nodig hebben en wanneer ze het nodig hebben. Ligt dit in het magazijn, dan komt een facilitair medewerker de bestelde goederen zo snel mogelijk langsbrengen. Ligt het er niet, dan bestellen de medewerkers deze automatisch bij een van de leveranciers. In de toekomst zal ook het bedrijfsrestaurant met het FMIS gaan werken. Maar eerst gaat De Boomberg dit uitproberen.

18


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 10

Voorraadbeheer en FMIS Zorginstelling De Boomberg gebruikt module Voorraadbeheer om de voorraad van hun artikelen te kunnen beheren. a. Leg uit hoe een FMIS zorginstelling De Boomberg kan helpen met het voorraadbeheer.

b. Noem drie soorten artikelen waarvan De Boomberg met het FMIS de voorraad kan beheren.

19


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Opdracht 11

Balansen Eens in de zoveel tijd moet een organisatie haar voorraad balansen. a. Zoek uit wat balansen betekent.

b. Wat heeft het FMIS voor rol bij het balansen volgens jou? Leg je antwoord uit.

1.4 Waar moet je op letten bij de ontvangst en het opslaan van goederen? Het lijkt eenvoudig. Er komt een leverancier met een vrachtauto vol goederen aan bij het bedrijf en die goederen moeten in het magazijn komen te staan. Toch komt er veel meer bij kijken dan je denkt. De eerste dingen waar je op moet letten bij de goederen die geleverd worden is: • Zijn de goederen in orde (zijn ze bijvoorbeeld niet beschadigd)? • Klopt de hoeveelheid goederen die wordt geleverd? • Worden de juiste goederen geleverd? Een bedrijf dat dagelijks met opslaan te maken heeft is warenhuis IKEA. Een medewerker van IKEA kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende punten het signaal krijgen goederen niet in orde zijn: • Er zit een deuk of een gat in een doos. • Er ligt vocht of glas in de vrachtwagen die de goederen levert. • Goederen staan niet netjes opgestapeld.

Opdracht 12

Signalen Waarom kunnen de volgende punten een signaal zijn dat goederen niet in orde zijn: a. deuk of een gat in een doos

b. vocht of glas in de vrachtwagen

c. niet netjes opgestapelde goederen

20


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 13

In het magazijn van IKEA

IKEA heeft een magazijn waar klanten zelf producten kunnen pakken. Maar er is ook een magazijn waar alleen medewerkers komen. Een deel van dat magazijn vind je bij de winkel. Een ander deel vind je op een externe locatie, die wel in de buurt is van de winkel. a. Waarom denk je dat IKEA verschillende soorten magazijnen heeft?

Ga naar de website van IKEA. Gebruik de zoekfunctie om een bureaustoel op te zoeken die je zelf zou willen gebruiken. Zoek uit of de bureaustoel op voorraad is in de IKEA-vestiging die dichtbij jouw woonplaats is. b. Welke informatie kun je online vinden?

c. Is er informatie over de voorraad die je niet online kunt vinden?

Hoeveelheid goederen controleren Als de goederen in goede staat geleverd zijn, controleer je of de hoeveelheid wel klopt. Bij te veel geleverde goederen kan er te weinig ruimte zijn om de goederen op te slaan. Is er te weinig geleverd, dan kan het bedrijf te weinig voorraad hebben. Bovendien moet je wel betalen voor wat er geleverd wordt. Als er te veel geleverd wordt moet je te veel betalen.

21


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Vrachtbrief.

Of de juiste hoeveelheid goederen geleverd is, kun je controleren met de vrachtbrief die een chauffeur bij zich heeft. Op de vrachtbrief staat bijvoorbeeld hoeveel verpakkingen geleverd worden en hoe ze geleverd worden. Een ander woord voor verpakkingen is colli. Bij een supermarkt als Jumbo zijn dit bijvoorbeeld pallets of rolcontainers. Het aantal pallets of containers is eenvoudig te tellen. Het aantal verpakkingen is vaak wat moeilijker, omdat niet alle verpakkingen zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat verpakkingen midden op een pallet staan met andere verpakkingen eromheen, dan moet je eerst de buitenste verpakking verwijderen. Daarna tel je alsnog de aantallen. Dit vergelijk je met het aantal dat op de vrachtbrief staat. Als het aantal geleverde producten klopt met het aantal dat op de vrachtbrief staat, tekent iemand de vrachtbrief af. Meestal is dit een teamleider of een ervaren medewerker. Je vergelijkt de informatie van de vrachtbrief ook met de pakbon. De pakbon zit meestal in de verpakking. Soms zal je deze ook van de leverancier krijgen. Op de pakbon staat precies welke goederen er volgens de leverancier geleverd zijn.

22


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Pakbon.

Opdracht 14

Ontvangst controleren a. Wat kan de oorzaak zijn van het geleverd krijgen van te veel goederen?

b. Waarom is het aantal pallets of containers van een levering gemakkelijker te tellen dan het aantal verpakkingen?

Opdracht 15

Documenten Je hebt vast zelf weleens een pakketje besteld. Bijvoorbeeld bij Bol.com of Coolblue. Neem alle documenten mee die je hebt gekregen bij deze bestelling. Denk aan de e-mail die je hebt gekregen als bevestiging. Maar ook aan de factuur en de pakbon. Bekijk samen met een paar leerlingen de verschillende documenten die jullie hebben gekregen. a. Welke informatie staat op alle documenten?

b. Is er informatie die soms wel en soms niet op de documenten staat?

23


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

c. Ken je alle begrippen op de documenten? Zo niet, zoek de begrippen op die jullie niet kennen.

Opdracht 16

<

Controleren van de binnengekomen voorraad Gebruik voor deze opdracht de Bestellijst en Pakbon van de bronnenbak op http://dienstverlening.factor-e.nl. Jasper werkt als facilitair medewerker bij een groot kantoorgebouw. Veel medewerkers dragen bedrijfskleding. Vandaag levert Workman Store een bestelling nieuwe bedrijfskleding. Jasper neemt de bestelling in ontvangst. Hij gebruikt voor de controle de bestellijst en de pakbon. a. Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen de bestellijst en de pakbon.

b. Bekijk de bestellijst en de pakbon. Is alles geleverd wat er besteld is? Of is er misschien te veel geleverd? Schrijf op wat er niet klopt.

c. Waarom moet je meteen melden dat de bestelling niet klopt?

Zijn de juiste goederen geleverd? Als de goederen in orde zijn en de hoeveelheid is juist, kunnen nog steeds verkeerde goederen worden geleverd. Om er zeker van te zijn dat de goederen geleverd zijn die het bedrijf besteld heeft, moet de pakbon die bij de geleverde goederen zit worden gecontroleerd met de goederen. Staan de geleverde goederen op de pakbon?Wanneer de verkeerde goederen geleverd worden, dan kan dat problemen voor de klanten opleveren en daardoor voor een bedrijf. Stel je de volgende situaties eens voor: • Een IKEA-filiaal heeft een bankje besteld omdat er veel vraag naar is bij studenten, er wordt een duurder type geleverd. • Een Jumbo-filiaal heeft 2.000 pakken volle melk besteld, maar krijgt 2.000 pakken karnemelk geleverd. • Een apotheek in een ziekenhuis krijgt een zwaardere dosis van een medicijn geleverd dan dat de apotheek besteld heeft.

24


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 17

Gevolgen verkeerd geleverde producten Geef aan wat de gevolgen voor klanten en hun bedrijven kunnen zijn bij de hiervoor gegeven situaties. a. Het leveren van duurdere bankjes bij IKEA.

b. Het leveren van karnemelk in plaats van volle melk bij de kantine van een bedrijf.

c. Het geleverd krijgen van een medicijn met een zwaardere dosis dan besteld is.

1.5 Waar en hoe sla je de goederen op? Goederen moeten op de juiste plaats opgeslagen worden. Waar je goederen opslaat, hangt af van het locatiesysteem van het magazijn. Voordat je goederen kunt opslaan, moet je ze hiervoor klaarmaken. Dit noem je opslaggereed maken. Bij het opslaggereed maken kan het nodig zijn dat de volgende activiteiten uitgevoerd worden: • de goederen sorteren • de goederen ompakken • coderen en etiketteren van de goederen • vaststellen of de goederen in de werkvoorraad of de bulkvoorraad opgeslagen moeten worden. Locatiesystemen De ruimte in het magazijn moet je efficiënt benutten: je wilt zo min mogelijke vrije ruimte hebben. Hoe de goederen een plaats krijgen in het magazijn hangt af van het locatiesysteem. Dit geeft aan op welke manier de goederen in het magazijn zijn opgeslagen. Het is belangrijk dat de ruimte goed en overzichtelijk is ingedeeld. Dit is gemakkelijk bij het in opslaan van goederen, maar ook bij het weer verzamelen van de opgeslagen goederen. Er zijn drie soorten opslagsystemen: • vast locatiesysteem • vrij locatiesysteem • semi-vrij locatiesysteem.

25


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Vast locatiesysteem Bij een vast locatiesysteem worden de goederen altijd op een vaste plaats neergezet. Deze plek moet groot genoeg zijn om de hele voorraad daarvan te omvatten. Wanneer geen voorraad van een bepaald product aanwezig is, is de daarvoor gereserveerde plek leeg. Deze vorm kun je in magazijnen zien waar elk artikel altijd dezelfde plek krijgt toegewezen, bijvoorbeeld in een magazijn met technische onderdelen. Dit opslagsysteem kom je ook in supermarkten tegen. In deze winkels hebben de goederen een vaste plaats. Dit is gemakkelijk voor de vaste klanten, die weten dan waar de artikelen staan. Dit scheelt zoeken en dus tijd. Zo ook in magazijnen met een vast locatiesysteem: als facilitair medewerker weet je snel waar je moet zijn als je goederen moet opslaan. Een nadeel is dat de totale ruimte niet zo goed benut wordt. Er ontstaan lege plekken die niet opgevuld mogen worden met andere goederen. Dit omdat anders het systeem en de administratie in de war raken.

Een magazijn met een vast locatiesysteem.

Vrij locatiesysteem Bij een vrij locatiesysteem worden de goederen neergezet waar plaats is. Hierdoor ontstaat soms het idee dat de voorraad door elkaar staat. Het voordeel is dat de ruimte goed benut wordt. Ook kun je de dozen of pallets vooraan neerzetten. Dit betekent minder rijtijd en dus snelheid. Maar de ruimte wordt op deze manier wel goed benut. Dit vrije locatiesysteem kom je tegen bij tijdelijke opslagruimtes en bij bulkvoorraad. Een goed locatiesysteem is een eerste vereiste: anders is het overzicht snel zoek. Elke medewerker moet weten op welke plek de goederen te vinden zijn. Dit moet bij het in opslag nemen zorgvuldig gebeuren. Een nadeel is dat je als logistiek medewerker wat langer moet zoeken of rijden om de goederen te bereiken. Je kunt iets niet ‘automatisch’ doen.

26


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Een magazijn met een vrij locatiesysteem.

Semi-vrij locatiesysteem Dit is een mengvorm van de twee eerdergenoemde systemen. Voor een deel bestaat het magazijn uit een vast locatiesysteem. Het andere gedeelte wordt ingevuld met een vrij locatiesysteem. Deze vorm wordt gebruikt in magazijnen waar snel verkopende artikelen op een vaste plek staan. De langzaam lopende artikelen komen dan op de vrije beschikbare plaatsen.

Opdracht 18

Locatiesystemen Welk locatiesysteem lijkt jou het fijnst om mee te werken? Leg je antwoord uit.

De goederen sorteren Goederen moeten op een logische manier opgeslagen worden. Goederen die bij elkaar horen moeten in de opslag zoveel mogelijk bij elkaar staan. De redenen waarom de goederen bij elkaar horen kunnen zijn: • De goederen vergen een vergelijkbare aanpak. Denk aan diepvriesartikelen, deze sla je allemaal bij elkaar op in de vriesruimte. • De goederen zijn voor dezelfde klant. Wanneer Bol.com bijvoorbeeld verschillende producten voor een klant besteld heeft, dan kunnen deze bij elkaar opgeslagen worden. Is de order van de klant compleet, dan kan die meteen verstuurd worden. • De goederen hebben een bepaalde omvang of een bepaald gewicht. Grote en zware goederen worden vaak op de vloer of laag opgeslagen, lichtere goederen kunnen op een hoger niveau opgeslagen worden. Het uitzoeken welke artikelen bij elkaar horen voor het opslaggereed maken heet sorteren. Soms heeft de leverancier de goederen die bij elkaar horen al gesorteerd. In dat geval zal er bij het bedrijf dat de goederen ontvangt minder tijd nodig zijn voor het sorteren.

27


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Opdracht 19

Speciale behandeling a. Noem behalve diepvriesartikelen, nog meer artikelen die een specifieke behandeling vragen en daarom bij elkaar opgeslagen moeten worden.

b. Noem twee voorbeelden van zware artikelen die bij IKEA in het magazijn opgeslagen liggen.

De goederen ompakken Goederen worden geleverd in een verpakking. Dat hoeft niet dezelfde verpakking te zijn als waarin ze opgeslagen worden. Een apotheek krijgt medicijnen bijvoorbeeld geleverd in een grote kartonnen doos. Daarbij kunnen verschillende medicijnen in dezelfde doos zitten. De apotheek wil de medicijnen in kleinere doosjes opslaan in een kast. Het uit de grotere doos halen van kleinere doosjes (of deze in kleinere doosjes stoppen) is een voorbeeld van ompakken. Redenen om goederen om te pakken zijn: • De verpakking waarin de goederen geleverd zijn past niet in de opslaglocatie. • De hoeveelheid waarin de goederen geleverd zijn is groter dan de hoeveelheid waarin naar afnemers geleverd wordt. • De verpakking waarin de goederen geleverd zijn is beschadigd. • Voor de opslaglocatie waar de goederen naar toegaan gelden speciale verpakkingseisen. • Er is bij het opslaan een standaardverpakking (bijvoorbeeld kratten).

Opdracht 20

Verpakking Waarom denk je dat veel leveranciers goederen niet meteen in een verpakking leveren waarin het product opgeslagen kan worden?

Coderen en etiketteren van goederen Voordat de goederen naar een opslaglocatie gaan, moet je ervoor zorgen dat op of bij de verpakking informatie zit over de goederen. Dit kan door etiketten op de verpakking of bijvoorbeeld op de stelling te doen. Op de etiketten kan informatie staan over: • om welke goederen het gaat • op welke wijze de goederen behandeld moeten worden • of er sprake is van gevaarlijke goederen • of het gaat om breekbare goederen.

28


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

De informatie die op de etiketten moet komen kan te omvangrijk zijn voor het etiket. De informatie kan dan samengevat worden in een code. Het toekennen van een code heet coderen.

Opdracht 21

Etiketten a. Schrijf twee artikelen van IKEA op, die je op verschillende manieren moet behandelen en geef aan wat het verschil in behandeling is.

b. Noteer twee voorbeelden van gevaar die te maken kunnen hebben met verkeerd behandelen van goederen.

Werkvoorraad en bulkvoorraad Een bedrijf neemt geleverde goederen op in de voorraad van het bedrijf. In veel bedrijven is onderscheid tussen werkvoorraad en bulkvoorraad. De werkvoorraad is de voorraad die nodig is, om direct aan de vraag van een afnemer te kunnen voldoen. Voor een Jumbo-supermarkt is dat de voorraad die in de winkel ligt. Voor een IKEA-filiaal is het de voorraad die in het zelfbedieningsmagazijn ligt. Voor een apotheek is het de voorraad die achter de balie bewaard wordt. De bulkvoorraad is de voorraad die een bedrijf nog achter de hand heeft. Die wordt vaak bewaard in een andere (magazijn)ruimte. Voor een supermarkt is dat meestal een ruimte die aan de winkelruimte grenst. De magazijnruimte kan ook ergens anders zijn opgeslagen. Een bulkvoorraad is voor bedrijven een reservevoorraad. Bij sommige bedrijven is de bulkvoorraad ook de werkvoorraad.

Opdracht 22

Bulkvoorraad en werkvoorraad a. Bij welke bedrijf zal de bulkvoorraad groter zijn, een filiaal van Jumbo of een vestiging van IKEA? Leg je antwoord uit.

b. Geef een reden waarom de werkvoorraad van een apotheek beperkt zal zijn.

29


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Stellingen Als de producten aankomen in het magazijn, sla je ze meestal op in stellingen. Soms zet je ze gewoon op de vloer. Het opslaan van producten in stellingen heeft wel veel voordelen. Producten zijn dan: • gemakkelijk te vinden • gemakkelijk te pakken • overzichtelijk gegroepeerd. In een magazijn kunnen de volgende stellingen staan: • palletstelling • inrijstelling • doorrijstelling • legbordstelling • doorrolstelling • draagarmstelling • insteekstelling • omloopstelling • verrijdbare stelling.

Opdracht 23

Verschillende soorten stellingen Maak een collage met daarop drie soorten stellingen. Dit is een overzicht met afbeeldingen en informatie om in het magazijn op te kunnen hangen. Voor geschikt materiaal kun je zoeken op internet. Je kunt ook in het magazijn van je school of stagebedrijf kijken welke stellingen daar zijn. Vraag een medewerker om meer informatie. Zet bij elke stelling: • de voordelen en nadelen • een beschrijving van de stelling • een foto, schets of tekening. Als voorbeeld: Insteekstelling • Deze stelling is geschikt voor lange goederen. • Er zit wel een gewichtsbeperking op. • Voordeel is dat lange goederen op deze manier minder ruimte innemen. • Het is een duurder systeem. • Vaak moet je met de hand aanvullen of met dure aanpassingen op de vorkheftruck.

1.6 Registreren Wat moet je registeren? Het opslaan van goederen gaat samen met het vastleggen van gegevens. Dat begint al op het moment dat de leverancier met de vrachtwagen voor de deur staat. De chauffeur overhandigt bij zijn aankomst een pakbon, waarop staat welke goederen geleverd worden. In een logboek komt te staan welke leverancier de goederen levert en wat het nummer van de pakbon is. Daarna begint de controle van de goederen: • Is er sprake van beschadigde verpakkingen en/of goederen? • Welke niet bestelde goederen zijn geleverd? • Welke wel bestelde goederen zijn niet geleverd?

30


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Geleverde goederen die beschadigd zijn noemen we ‘breuk’. Te veel geleverde goederen noemen we ‘surplus’, te weinig geleverde goederen ‘manco’. Ook met het opslaan van de goederen moet je zaken vastleggen: • Welke goederen zijn er opgeslagen? • Om welke hoeveelheden gaat het bij alle opgeslagen goederen? • Waar zijn de goederen opgeslagen? • Is er sprake van bijzonderheden?

Opdracht 24

Verkeerde levering Hans werkt als facilitair medewerker bij een groot bedrijf. Hij krijgt de dagelijkse levering van verse producten voor de kantine binnen. Al snel merkt hij dat de aantallen van een aantal producten niet kloppen. Gelukkig is alle informatie over de levering geregistreerd. a. Leg in je eigen woorden uit waarom dat handig is.

b. Leg in je eigen woorden uit wat Hans nu moet doen.

Waarom moet je registreren? Alles dat gaat over de goederenstroom moet je controleren. Welke goederen het bedrijf binnenkomen, wat er binnen het bedrijf met de goederen gebeurt en welke goederen het bedrijf weer verlaten. Wanneer het registreren nauwkeurig is, heeft het bedrijf informatie beschikbaar over: • van welke goederen er voldoende of onvoldoende voorraad is • bij welke goederen eventueel vaker leveringsproblemen zijn • of bepaalde goederen vaker beschadigd raken dan andere goederen • of er bij bepaalde leveranciers vaker sprake van problemen is dan bij andere leveranciers. De informatie die het registreren oplevert, is belangrijk voor de eigen bedrijfsvoering en voor de correcte afhandeling van problemen met leveranciers.

Opdracht 25

Registratie I Leg in je eigen woorden uit waarom goede registratie zowel belangrijk is voor het bedrijf waar je werkt als voor het afhandelen van problemen met leveranciers.

31


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Hoe registreer je? Voor het vastleggen van gegevens over het opslaan van goederen zijn er computersystemen. Hoe die registratie precies gaat is afhankelijk van hoe groot een bedrijf is en van de software die door een bedrijf daarvoor gebruikt wordt. In veel facilitaire organisaties registreer je ook deze gegevens in het FMIS. Bij het registreren is belangrijk: • de gegevens op de vrachtbrief • de gegevens op de pakbon • de geconstateerde afwijkingen • de locatie waar de goederen opgeslagen zijn. Het registreren moet steeds zo snel mogelijk gebeuren nadat een activiteit plaatsgevonden heeft. De gegevens van de vrachtbrief en de pakbon moet je na het vertrek van de chauffeur registreren. De afwijkingen moet je na de controles registreren. Daarnaast moet je zo snel mogelijk de locaties registreren nadat de goederen op de locatie opgeslagen zijn.

Opdracht 26

Registratie II Noteer in je eigen woorden waarom je zo snel mogelijk informatie moet registreren over: a. de vrachtbrief en de pakbon

b. de uitvoering van de controles

c. de locaties waar de goederen zijn opgeslagen

32


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

1.7 Aandachtspunten bij de goederenopslag Bij de ontvangst en opslag van goederen zijn er een paar aandachtspunten die altijd belangrijk zijn: • • • • • • • •

Houd het magazijn altijd netjes en overzichtelijk. Leg de artikelen op de juiste plaats in de magazijnstellingen. Controleer voor je bijvult of bestelt altijd de actuele voorraad. Bestel niet te veel – dan kun je het magazijn niet netjes houden. Let goed op de verpakking. Is de verpakking niet beschadigd en/of geopend? Let op het juist geleverde aantal goederen. Let op je eigen veiligheid en werk ergonomisch. Werk volgens de Arbo voorschriften.

In de verschillende magazijnen, zijn er aandachtspunten waar je extra op moet letten. De belangrijkste staan hieronder. Magazijn met bureau- en kantoorartikelen In dit type magazijn zijn de belangrijkste aandachtspunten bij de ontvangst en opslag van goederen: • Controleer de pakbon. Klopt de bestelling? Zijn alle artikelen met de juiste hoeveelheid geleverd? • Let op de verpakking; is de verpakking beschadigd of geopend? • Sla de in ontvangst genomen artikelen direct op in het magazijn op de daarvoor bestemde plek. • Heeft een artikel een andere/nieuwe verpakking? Zorg ervoor dat de oude verpakkingen als eerste worden uitgegeven. Magazijn voor technische/facilitaire dienst In dit type magazijn zijn dit de belangrijkste aandachtspunten bij de ontvangst en opslag van goederen: • Controleer de pakbon. Klopt de bestelling? Zijn alle artikelen met de juiste hoeveelheid geleverd? • Let op de verpakking. Is de verpakking beschadigd of geopend? • Wanneer er apparaten in ontvangst worden genomen: controleer of deze werken voordat ze worden opgeslagen. • Sla de in ontvangst genomen artikelen direct op in het magazijn op de daarvoor bestemde plek. • Wees voorzichtig met het opslaan van schoonmaakmiddelen en andere chemische stoffen. Sla deze op de juiste plek op. Magazijn voor medische artikelen In dit type magazijn zijn dit de belangrijkste aandachtspunten bij de ontvangst en opslag van goederen: • Let op de houdbaarheidsdatum van de medicijnen. • Is de verpakking beschadigd en/of geopend? • Medicijnen die gekoeld moeten worden opgeslagen, moet je meteen in de daarvoor bestemde ruimte leggen. • Sla de in ontvangst genomen producten direct op in het magazijn op de daarvoor bestemde plek. Let hierbij op de FIFO-methode.

33


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Magazijn voor voedingsmiddelen In dit type magazijn zijn dit de belangrijkste aandachtspunten bij de ontvangst en opslag van goederen: • Let op de houdbaarheidsdatum van de voedingsmiddelen. Alle producten moeten zijn voorzien van een houdbaarheidsdatum. • Koude producten moeten voldoende koel worden aangeleverd: minder dan zeven graden. • Sla de in ontvangst genomen producten direct op in het magazijn op de daarvoor bestemde plek. Let hierbij op de FIFO-methode. • De temperatuur van de koelkast/vriezer moet regelmatig gecontroleerd worden. De temperatuur van de koelkast moet minder dan 7ºC zijn, het liefst 4ºC. De temperatuur van de vriezer moet lager dan-18ºC zijn. • Zet nieuw binnengekomen producten altijd achteraan (First in First out). • Bewaar zelf ingevroren producten niet langer dan drie maanden. • Houd levensmiddelen en schoonmaakmiddelen van elkaar gescheiden. • Let op een goede scheiding tussen rauw en bereide producten: rauwe producten onder in de koelkast en bereide producten boven in de koelkast. • Alle producten moeten in een stelling staan. Je mag etenswaren nooit op de grond bewaren.

Opdracht 27

Aandachtspunten opslag voedingsmiddelen Maak een poster waarop je de aandachtspunten voor de opslag van goederen in een magazijn voor voedingsmiddelen duidelijk terug laat komen.

Opdracht 28

<

Ontvangst Bekijk de filmpjes Ontvangen van goederen en Ontvangst 1 op http://dienstverlening.factor-e.nl over de ontvangst van goederen. a. Welke overeenkomsten zie je bij de ontvangst in de twee bedrijven?

b. Welke verschillen zie je bij de ontvangst in de twee bedrijven?

c. Welke werkzaamheden kom denk je ook voor in het magazijn van een technische dienst?

34


Assisteert bij logistieke werkzaamheden

Opdracht 29

<

Controleren van de ontvangen goederen I Bekijk het filmpje Controleren van een levering op http://dienstverlening.factor-e.nl. In dit filmpje zie je precies hoe je te werk gaat bij het controleren van een levering. a. Schrijf op welke woorden je allemaal hoort die te maken hebben met het controleren van een levering.

b. Als er woorden zijn die je niet kent, zoek je op wat deze woorden betekenen. Noteer deze woorden in het Werkmodel Woordenlijst om ze later nog eens te kunnen opzoeken. c. Maak een controlelijst die je kunt gebruiken als er goederen binnenkomen die je moet controleren. d. In het filmpje zie je welke stappen er voorafgaan aan de levering van de goederen. Schrijf al die stappen op en bewaar deze stappenlijst.

Opdracht 30

Controleren van de ontvangen goederen II In het bedrijf waar je werkt heeft al het kantoorpersoneel een nieuwe laptop. Je leidinggevende heeft jou hiervoor nieuwe laptoptassen laten bestellen. Jullie hebben hiervoor een vaste leverancier. a. Wat gebeurt er allemaal tussen het moment dat jij de tassen hebt besteld en het moment van levering?

b. Als de bestelling binnenkomt, wat moet je dan allemaal controleren?

c. De bestelling is binnen en er zijn geen tien maar honderd tassen binnengekomen. Wat kan hier mis zijn gegaan?

35


Thema 2 – Logistieke werkzaamheden

Opdracht 31

<

Controleren van ontvangen goederen III Gebruik voor deze opdracht de Vrachtbrief van de bronnenbak op http://dienstverlening.factor-e.nl. Erik werkt in het grootmagazijn van een groot ziekenhuis. Een van zijn taken is de ontvangst van de goederen. Op woensdag is het meestal extra druk met vrachtwagens die goederen komen brengen. De eerste vrachtwagen komt al binnen. De chauffeur geeft Erik de papieren en opent de vrachtwagen. Erik gaat helpen met het lossen van de goederen. De chauffeur geeft Erik de vrachtbrief. Bekijk de vrachtbrief goed. Het is een belangrijk document in de goederenverwerking. a. Zoek op wie de leverancier is van de goederen.

b. En wie gaat de goederen ontvangen?

c. Wat is het totale gewicht van de vracht in kilo’s?

d. Zoek uit wat ‘franco’ betekent.

1.8 Ervaring uit de praktijk Iedere ochtend komen er verschillende leveranciers voedingsmiddelen leveren voor de bedrijfskantine. Als facilitair medewerker ontvang ik de verschillende leveranciers. Ik help soms bij het lossen van de goederen, maar meestal doen de chauffeurs dit zelf. Ik kijk altijd goed of er geen lekkende pakken of kapotte verpakkingen zijn. Voor je het weet is er iets bedorven. Bij een van de leveranciers controleer ik altijd extra of de bestelling wel compleet is. Het is al een paar keer gebeurd dat er te weinig blikjes frisdrank geleverd waren. Vervelend, want dan kan ik niet alle automaten goed bijvullen. Daar krijgt mijn leidinggevende dan weer klachten over van de medewerkers.

36


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.