Thema 2 – Logistieke werkzaamheden
Opdracht 11
Balansen Eens in de zoveel tijd moet een organisatie haar voorraad balansen. a. Zoek uit wat balansen betekent.
b. Wat heeft het FMIS voor rol bij het balansen volgens jou? Leg je antwoord uit.
1.4 Waar moet je op letten bij de ontvangst en het opslaan van goederen? Het lijkt eenvoudig. Er komt een leverancier met een vrachtauto vol goederen aan bij het bedrijf en die goederen moeten in het magazijn komen te staan. Toch komt er veel meer bij kijken dan je denkt. De eerste dingen waar je op moet letten bij de goederen die geleverd worden is: • Zijn de goederen in orde (zijn ze bijvoorbeeld niet beschadigd)? • Klopt de hoeveelheid goederen die wordt geleverd? • Worden de juiste goederen geleverd? Een bedrijf dat dagelijks met opslaan te maken heeft is warenhuis IKEA. Een medewerker van IKEA kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende punten het signaal krijgen goederen niet in orde zijn: • Er zit een deuk of een gat in een doos. • Er ligt vocht of glas in de vrachtwagen die de goederen levert. • Goederen staan niet netjes opgestapeld.
Opdracht 12
Signalen Waarom kunnen de volgende punten een signaal zijn dat goederen niet in orde zijn: a. deuk of een gat in een doos
b. vocht of glas in de vrachtwagen
c. niet netjes opgestapelde goederen
20