Door HuisartsenService
Uw mening
Counseling essentieel bij anticonceptieverzoek Recent is de herziene NHG-standaard anticonceptie gepubliceerd. Deze biedt meer handvatten voor counseling bij de keuze voor een methode, onder andere door overzichtstabellen. Toch is die keuze al jaren een ondergeschoven kindje in de huisartsenzorg en wordt bij het voorschrijven van anticonceptie niet altijd gekeken wat het beste is voor de patiënt, maar vanuit een automatisme voorgeschreven. “Anticonceptie maakt aan de meeste universiteiten amper deel uit van de basisopleiding, in het beste geval een paar uur. Daar moet een arts het de rest van zijn werkzame leven mee doen.” Was getekend Rob Beerthuizen, voorzitter van de Stichting Anticonceptie Nederland in een van de eerste edities van HuisartsenService in 2013. Zeven jaar later is er nog weinig veranderd. Dat maakt dat er nog steeds veel aandacht nodig is voor de manier waarop huisartsen omgaan met de anticonceptiewensen van hun patiënten. Steeds meer vrouwen stoppen met de pil en kiezen liever voor een alternatief. Hoe deze vrouwen goed voor te lichten?
De juiste methode HuisartsenService legde een aantal stellingen op dit gebied bij een keur aan huisartsen* neer. Op de stelling dat er veel vrouwen zijn die niet de anticonceptie gebruiken die het beste bij hen past, zijn de meeste reacties ontkennend. “Ik probeer met de meeste vrouwen zo open en breed mogelijk het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden, met bijbehorende voor- en nadelen. Ik heb het idee dat het uiteindelijk een persoon16
HuisartsenService
lijke keuze van de vrouw zelf is die toch wel past”, zo stelt een arts. Een ander zegt: “Vrouwen zijn tegenwoordig goed op de hoogte van de verschillende mogelijkheden. Ze kunnen goed kiezen en komen anders op het spreekuur om met me te overleggen. Alleen de Mirena rondom de overgang – heb ik het idee – is nog niet zo bekend. Daar zou winst in te halen zijn.” Peter Leusink, huisarts en arts seksuele gezondheid, stelt dat hij de stelling om zou willen draaien: “Vrouwen moeten goed kijken wat er nodig is om de voor hen juiste anticonceptiemethode te gebruiken. Ik ben wel van mening dat hier nog veel winst te behalen valt in de huisartsenzorg.”
Meedenken Het is dus de huisarts die moet uitleggen wat de mogelijkheden zijn en wat voor de specifieke patiënt het beste pas bij de levensfase waarin deze zit. “Ik vind het in zijn algemeenheid wel belangrijk dat je als arts meedenkt”, aldus een respondent. “Soms heeft iemand al een bepaald idee. Noem dan ook de logische alternatieven. Dat kan best, terwijl je de keuze uiteindelijk bij de vrouw zelf laat.” Sommige huisartsen zien op dit moment een verschuiving bij heel jonge vrouwen; van de automatische keuze voor de pil naar een keuze voor langwerkende anticonceptie. Al zijn daar ook nog
wel verschillen in. Huisarts Esther Broekhuizen: “Mijn ervaring is dat de andere langwerkende methodes als de prikpil en Implanon toch zeer regelmatig onacceptabele bijwerkingen hebben voor de patiënt. Bij mensen met verminderde intelligentie (en daarmee medicatietrouw) is dit uiteraard vaak wel een veiligere oplossing, al vind ik dat ook dan goed gekeken moet worden of de methode ook prettig is voor de vrouw.” Zij stelt dat veel patiënten toch nog angst hebben voor óf niet goed bekend zijn met de werking van zowel hormoonafgevende als koperen IUD’s.
Controle Er zijn dan ook nogal wat mythes omtrent anticonceptie die in het hoofd van de patiënten genesteld zitten (zie kader) omtrent langwerkende anticonceptie. Dit terwijl de spiraal (koper- of hormoonspiraal) het meest betrouwbaar is. Soms kan een beetje hormoon zelfs beter zijn dan geen hormonen. Momenteel heeft meer dan de helft van de vrouwen de keuze gemaakt voor kortwerkende anticonceptie, terwijl er geen kinderwens is op korte (lees: binnen drie jaar) termijn. Waarom wordt dan toch niet de keuze voor langwerkende anticonceptie gemaakt? “Vaak is dat het gemak van flexibiliteit, kunnen stoppen wanneer je wilt. Soms komt daar
‘Als een vrouw binnenkomt met de mededeling ‘ik wil aan de pil’ is dat niet altijd een vraag om ‘de pil’, maar wel een vraag om anticonceptie’