110151_Overijssel_2011_2.qxd:Opmaak 1
07-04-2011
13:57
Pagina 26
26
Een theaterstuk Maar liefst 144 brieven schreven Kees van Gruting en Coba van GrutingVenlet aan elkaar in de oorlogsjaren 19441945. In één van die bewaard gebleven brieven beschrijft Coba aan haar man de adembenemende gebeurtenissen die zich afspeelden op het Weusthag in Hengelo tijdens de bevrijdingsdagen. De brief geeft een fascinerende blik op de chaotische, soms levensbedreigende situatie in een provinciestadje tijdens de laatste oorlogsdagen. Coba van Gruting-Venlet, (1904-1990).
oba van Gruting (1904-1990) was de dochter van de Hengelose apotheker C.N. Venlet en getrouwd met de leraar wiskunde dr. C.J. van Gruting. Op 7 augustus 1944 overleed haar vader. Deze gebeurtenis leidde ertoe dat Coba vanuit Utrecht, waar haar man Kees leraar aan de Rijks HBS was, naar Hengelo kwam om haar moeder, Geertje Venlet-Dil, bij te staan en een provisor te zoeken die de apotheek moest gaan leiden. Niet lang daarna, op 6 en 7 oktober 1944, werd het centrum van Hengelo getroffen door zware bombardementen en moest de apotheek noodgedwongen worden verlaten. Het was daarbij uiteraard van groot belang dat Coba, naast tolkvertaalster, gediplomeerd apothekersassistente was. De apotheek werd samen met andere apotheken provisorisch ondergebracht in een school aan de Beukweg. Coba en haar moeder vonden onderdak in het grote huis en voormalig Sanatorium op het Weusthag, iets ten noorden van Hengelo. De twee kinderen van Coba, Liesbeth (1937) en Kees (1941), waren in februari 1945 vanuit Utrecht naar Hengelo overgebracht en verbleven ook op het Weusthag.
C
Kees van Gruting (1901-1956).