4
DOOR MARCO KRIJNSEN
De rellen van onwetendheid In de nazomer van 1961 kwam het in Twente tot harde confrontaties tussen Nederlandse jongeren en Italiaanse gastarbeiders. De plaatselijke autoriteiten in Oldenzaal waren totaal verrast door deze zogeheten Spaghettirellen, die eigenlijk – achteraf gezien –onvermijdelijk waren. “Als men zegt dat ze de Italianen niet binnen willen hebben, is dat hun zaak.”
H
et broeide in 1961 al een tijdje in Twente en dat was een gevolg van de economische situatie van dat moment. Nederland kampte met een nijpend tekort aan arbeidskrachten. De werkloosheid stond op een historisch dieptepunt (0,8%) en de werkgevers hadden landelijk maar liefst 80.000 vacatures openstaan. Om te voorkomen dat de productie in de industrie stagneerde, werden wervingsverdragen met Italië en Spanje afgesloten. Dat zou de migratie van werknemers uit beide landen vergemakkelijken. De Twentse textielfabrikanten waren er blij mee. Op 1 september 1961 werkten al ruim achthonderd Italianen en zo’n driehonderd Spanjaarden in de fabrieken in Enschede, Hengelo, Almelo en Oldenzaal. De Spaanse gastarbeiders waren vaak al getrouwd. Dat gold niet voor hun Italiaanse collega’s: dat waren jonge, ongehuwde mannen van vroeg in de twintig. Met hun zwarte haren en hun nette pakken waren ze in trek bij de Twentse meisjes. Het leidde tot spanning en incidenten.
Fietsen door de lucht
In februari 1961 was het al tot een stevige steekpartij gekomen in een cafetaria in Enschede. Aanleiding waren ‘handtastelijkheden van een Italiaan tegenover een jong Nederlands meisje’, aldus de politie. In Oldenzaal was het de hele zomer onrustig.
Op zondag 27 augustus kwam het tot een flinke knokpartij bij cafetaria Wiltie aan de Deurningerstraat. De toen 18-jarige Gerrit Eissink was er getuige van. “De fietsen vlogen door de lucht. Een man of tien ging met elkaar op de vuist”, weet hij nog.
zouden andere bezoekers afschrikken. Iets vergelijkbaars gebeurde in Enschede bij populaire danszalen als Wiener Café en Hotel Modern. Daar hingen zelfs bordjes in het Italiaans: ‘E prohibito l’ingresso a Italiani’ (verboden toegang voor Italianen).
Op zondag 2 september ondervond Eissink aan den lijve hoe hoog de spanningen tussen de Oldenzalers en gastarbeiders waren opgelopen. Hij werd op straat aangesproken door een groepje Italiaanse mannen. Ze beklaagden zich over de Kaptein Mobylette, die Eissink eerder aan een van hen had verkocht. De ruzie mondde uit in een vechtpartij. Met een hersenschudding en verwondingen in het gezicht moest de jonge Oldenzaler afdruipen naar huis. Hij zou er enkele dagen later de kolommen van De Telegraaf mee halen.
De weigering bij het St. Jozef-gebouw in Oldenzaal was de druppel die de emmer deed overlopen. De opgetrommelde politie dreef de Italianen met wapenstokken uit elkaar. Even later meldden zich zo’n vierhonderd met stokken gewapende Nederlanders bij het Italiaanse trefcentrum iets verderop. Ze wilden met de gastarbeiders afrekenen. Bij de gemeentegrens met gummiknuppels sloeg de politie met gummiknuppels hard in op Italianen uit Enschede, die met de fiets onderweg waren om hun Oldenzaalse landgenoten te hulp te schieten. In de binnenstad werden ruiten van auto’s en huizen ingegooid en een agent moest zelfs een waarschuwingsschot lossen.
‘Heden dansen in besloten kring’
Dat de landelijke media naar het oosten uitrukten, had te maken met de gebeurtenissen op zondag 2 september. Terwijl Eissink die avond met een hersenschudding thuis op bed lag, probeerden vijftig Italiaanse gastarbeiders elders in Oldenzaal tevergeefs binnen te komen bij dansgelegenheid St. Jozef. Op het bordje bij de ingang stond ‘Heden dansen in besloten kring’. In de praktijk kwam het erop neer dat Italianen niet welkom waren. Ze
Angst en miscommunicatie
De spanning was deze dagen om te snijden. “We waren zo bang dat we niet meer aan het werk durfden”, zegt de nu 83-jarige Salvatore Ierna. Ook de geboren Siciliaan weigerde om naar de textielfabriek van Gelderman te gaan. “Op de hoek van de straat stonden groepjes Nederlanders die ons in elkaar wilden slaan.”