38 – MILITAIRE COURANT
INTERVIEW
‘Waar een wil is, is een weg’ In De knikkers van Qadir vlucht Qadir Nadery met zijn gezin vanuit Afghanistan. Wat volgt is een gevaarlijke reis naar Europa met acht knikkers uit zijn jeugd als waardevolste bezit. Uiteindelijk belandt hij in België waar hij toevallig onderzoeker en journalist Leo Bormans ontmoet. Samen hebben ze dit boek geschreven, ontstaan vanuit een diepe vriendschap. DOOR MIREILLE BREGMAN
W
e ontmoeten elkaar halverwege onze woonplaatsen in de LocHal te Tilburg, waarin de bibliotheek gevestigd is. Het is, nadat ik het boek gelezen heb, bijzonder om Qadir in het echt te zien, aangezien hij zich ook in Europa nog niet volledig veilig voelt. In Afghanistan wordt zijn volk, de Hazara, gediscrimineerd en vervolgd door de taliban. Ook hier zouden zij hem en zijn
gezin nog steeds kwaad kunnen doen. Daarom is Qadir een schuilnaam en komt hij niet op beeld.
Terug naar het begin: hoe hebben jullie elkaar ontmoet? Leo Bormans begint: ‘In mijn dorp kwam een kamp met vijfhonderd vluchtelingen en van tevoren hoorde je al veel protest. Mensen waren bang dat de vluchtelingen hun kinderen lastig zouden vallen. Mijn vrouw en ik gingen kijken: het was stil op straat, alleen Qadir
en zijn gezin liepen er rond.’ Ze doen hun eerste gesprek na: ‘Are you refugees?’ ‘Yes.’ ‘Come, let’s have a cup of coffee.’ Leo: ‘We hadden dus een eerste gesprek in het Engels. We verstonden elkaar, want Qadir had onder meer tijdens zijn werk op een militaire basis in Kabul Engels geleerd. Zijn moedertaal is namelijk het Dari, een variant van het Perzisch. Daarna bleven we elkaar spreken en volgde ik hem in de tijd dat hij wachtte op