2
#
nr. 02/ 2022
Vakblad Asset Management
WET- EN REGELGEVING
het nut en de noodzaak Non Destructief Onderhoud Gastketelwet, Omgevingswet, ATEX Circulaire uitdagingen, Brzo-wetgeving, Enterprise Asset Management
✓ De veilige verpakkingsautomatisering Bekijk onze oplossingen
van Pilz Dé zekerheid dat uw werkmaterieel veilig is! www.va-keur.nl
VA-keur: veilig, veelzijdig en handig • VA-keur is een onafhankelijk gecertificeerd keurmerk. • Het is breed toepasbaar voor vrijwel al uw machines en gereedschap. • De keuring is eenvoudig te combineren met het onderhoud. • Met het VA-keur heeft u als klant 24/7 toegang tot uw keurrapporten. • De keurkwaliteit is geborgd door onafhankelijk uitgevoerde steekproeven. • Alleen gediplomeerde en gecertificeerde keurmeesters mogen keuren volgens het VA-keur. VA-keur is het kwaliteitskeurmerk voor machineveiligheidskeuringen in onder meer de GWWen bouwsector. De keuringen worden uitgevoerd door gecertificeerde keuringsbedrijven die zijn aangesloten bij de brancheorganisatie Fedecom.
Kijk voor één van de keuringslocaties op www.va-keur.nl/keuringslocaties 1612-03_192x124mm.indd 1
23-03-2021 09:00
2
#
nr. 02 / 2022
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met
worldclassmaintenance.com itanks.eu safetydelta.nl nevap.nl Auteurs Pieter Pulleman (ATEX met Powerspex en EAM met Cloetta) Evi Husson (Gasketelwet moet leiden tot betere CV-installaties) Barbara van Baarsel, NEVAP Mark Oosterveer, iTanks (Inspire: Vliegende start als Drone expert) Ian van den Brink (Ontmoet en Van Meeuwen) Arjan van Dijk, SDN (Veilig Werken) Edse Dantuma, ING Economisch Bureau (Circulaire uitdagingen) Laura van der Linde, Mainnovation (Koste wat het kost risico’s wegnemen) WCM (Corrosie onder Isolatie) Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
VOORWOORD <
Gekke, handige en moeilijke wetten Tijdens het maken van deze VAM-editie ging ik op zoek naar malle wetten en regels. Heel ver hoef je daarvoor niet te rijden, want 500 kilometer verderop in Parijs, nota bene de stad van de liefde, is het eigenlijk verboden om te zoenen. Natuurlijk niet overal, maar in de treinstations en in de treinen is zoenen verboden bij de wet. De reden voor deze vrij ongebruikelijke wet is dat koppels die het te moeilijk vinden om afscheid te nemen vaak voor vertraging van de treinen zorgen. Nog zo’n gekke wet vind je in de Italiaanse stad Eraclea waar het verboden is om zandkastelen te bouwen. En in Engeland bepaalt de wet dat je postzegels altijd zo moet plakken dat de koningin rechtop staat. Het is strafbaar om de postzegel verkeerd op te plakken, omdat het gezien wordt als gebrek aan respect en hoogverraad. In België kunnen ze d’r ook wat van. In Hasselt mag niemand gemaskerd over straat lopen, behalve de paashaas, de kerstman en sinterklaas. En in Deinze krijg je een boete als je opgeraapte confetti opnieuw in de lucht gooit, terwijl straatmuzikanten in Leuven een boete krijgen wanneer hun muziek vals klinkt. Alle gekke wetten op een stokje, regels zijn er niet voor de flauwekul. Vaak staan ze ons tegen en zitten ze ons ook in de weg. Maar, er zijn ook handige wetten. Neem nu de Omgevingswet; hoewel de invoering natuurlijk een belachelijk lange periode nodig heeft (duurt van begin tot eind zo’n tien jaar), is de Omgevingswet zo gek nog niet. Deze wet is een bundeling van regels over de leefomgeving, dus alles wat je ziet als je naar buiten kijkt. Gebouwen, wegen, monumenten, bodem, water, lucht. Nederland is natuurlijk een klein land, maar er gebeurt veel en er spelen verschillende belangen, op het gebied van economie, maar ook op het vlak van gezondheid, veiligheid en de kwaliteit van het milieu. De Omgevingswet moet straks zorgen voor een gebalanceerde leefomgeving waar je prettig kan wonen, werken, recreëren, reizen en ondernemen. Dat lijkt mij dus een handige wet. Ik vind wetten vaak moeilijk. Ja, je autogordel moet om dat is niet zo moeilijk en je moet stoppen bij rood licht, ook niet ingewikkeld. Maar de meeste wetten zijn moeilijk te begrijpen voor een doorsnee-mens als ik. Regelgeving op het gebied van milieu of bouwen blijft natuurlijk heel technisch en ingewikkeld. Maar ik vind het een taak van de wetgever om binnen de juridische kaders de onnodige complexiteit weg te nemen. Schrijven vanuit de burger, werknemer, werkgever, dat is vaak moeilijk voor een wetgever. Natuurlijk, het juridische component is ook ingewikkeld, want wetten moeten ongelofelijk vaak op elkaar afgestemd zijn/worden. De meest rare wet wil ik je niet onthouden en die geldt gewoon in Nederland: Wanneer er bij je thuis wordt ingebroken, moet je oppassen dat je de inbreker niet opsluit in het toilet. Het is in ons land namelijk verboden om inbrekers op te sluiten in het toilet. Je zou de inbreker dan beroven van zijn vrijheid en dit is een overtreding van de wet…… Ik wens je veel leesplezier met deze VAM-editie. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
3
VAN DE VOORZITTER <
De Participatiewet; Wie is er nou beperkt? Onder de Participatiewet valt iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt. De wet moet ervoor zorgen dat ook mensen met een arbeidsbeperking werk vinden en houden. Ik ondersteun het doel van de Participatiewet waarbij het ook de bedoeling is dat er bijstand wordt verleend aan mensen die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Hoe zorgen we ervoor dat ook mensen met een arbeidsbeperking de kans krijgen om mee te doen? Een arbeidsbeperking is natuurlijk een ruim begrip. Voor een nieuwe collega in een rolstoel lijkt het mij zo gepiept om voorzieningen te treffen. Want wie bepaalt dat alle mensen met een beperking minder productief zijn in zijn/haar werkzaamheden, een rolstoel zal daar geen oorzaak van zijn. Mijn ervaring leert juist dat mensen die moeten knokken voor een baan vaak nog meer gemotiveerd zijn dan de mensen die de banen voor het oprapen hebben. Met de huidige arbeidsmarkt kunnen wij iedereen gebruiken, maar het hangt uiteraard wel van de beperking af waar we onze nieuwe collega’s voor inzetten. Als de beperking de taal is, sturen we onze nieuwe collega’s naar de nonnen in Vugt. Als de nieuwe collega’s niet kunnen zien, kunnen we bijvoorbeeld verslagen, rapporten, data, technische handleidingen in braille weergeven. En als de nieuwe collega’s niet kunnen horen, kunnen we misschien gebruik maken van de de hogere mate van hun sensitiviteit. Voor mensen met een arbeidsbeperking betekent een baan in ons vakgebied een kans op een andere toekomst. En andersom is ons vakgebied gebaat bij competente gemotiveerde mensen. Er komt (nog) meer diversiteit op de werkvloer en we weten allemaal dat diversiteit op de werkvloer en een divers samengesteld team bewezen effectief en daadkrachtig is. Net als iedereen willen ook arbeidsbeperkten graag aan de slag in een functie die bij hen past. Ook al ben je slechthorend of slechtziend of heb je een ziekte of een handicap, iedereen wil graag deelnemen aan de maatschappij en zijn of haar steentje bijdragen. Bedrijven zijn overigens verplicht een bepaald percentage arbeidsbeperkten in dienst
4 mei 2022
‘’ ’
‘Een nieuw steentje bijdragen aan duurzaam ondernemen’
te nemen, afhankelijk van de grootte van het bedrijf. Maar ook al is het niet verplicht, de participatiewet biedt een mooie kans om de problemen op de technische arbeidsmarkt te verzachten. Sterker nog: als bedrijven slim zijn, halen ze hun beperkingen weg om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. De participatiewet zal dan snel overbodig blijken. Ook in het kader van duurzaam ondernemen waarbij de normen en waarden ten aanzien van maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid belangrijk zijn, is het in dienst nemen van arbeidsbeperkten een goede keuze. Een kleine tien jaar geleden maakte de overheid met de werkgeversen werknemersorganisaties de afspraak om in de marktsector 100.000 extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Een fantastisch initiatief, want iemand met een beperking is natuurlijk niet dom. Over vier jaar moet dit doel gerealiseerd zijn. Ik roep onze achterban van harte op hieraan mee te werken en er vandaag al mee te beginnen. Het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking biedt tenslotte kansen voor zowel uw nieuwe werknemer als uw bedrijf! Bas Kimpel Voorzitter
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter 08 SPIE helpt SABIC Bergen op Zoom CE-compliant te zijn
14 Wet- en Regelgeving: het nut en de noodzaak
18 Meer grip dankzij nieuw Enterprise Asset Management-systeem 22 Circulaire uitdagingen, niet vrijblijvend
26 Goed opgeleid personeel en goede engineering vormen de basis
30 Koste wat het kost risico’s wegnemen?
34 Gasketelwet moet leiden tot betere CV-installaties
50
44 Vastgoedexperts over nut, noodzaak en de belemmeringen van wetten en regels
NVDO en The Lean Six Sigma Company verstevigen Procesoptimalisatie in Onderhoud
54 Mosa behaalt Cradle to Cradle Certified® Gold-certificering
58 Casus
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
06
a
Wij inspecteurs zijn echte techneuten > Negentien jaar geleden stond thermografie in Nederland nog in de kinderschoenen. Dat weet Ralf Grispen maar al te goed.
Corrosie onder isolatie heeft continu aandacht nodig 10
De noodzaak en het nut van Brzo wetgeving 16
Kort
21
Niet-destructief onderzoek (NDO) met industriële radiografie 24
Oplossing voor een technisch probleem bedacht? Vergeet het octrooi niet! 29 Vliegende start als Drone expert
32
Rotterdam Ahoy, more than just a venue 38
Inzicht in de arboveiligheid van je arbeidsmiddelen 46
Verleng de Levensduur en verbeter de Veiligheid 52
Cursuskalender Kort
59
56 5
6 mei 2022
Ralf Grispen Foto: privé collectie
ONTMOET Ralf Grispen <
Wie
Ralf Grispen
Wat
Thermografisch Adviesbureau
Negentien jaar geleden stond thermografie in Nederland nog in de kinderschoenen. Dat weet Ralf Grispen maar al te goed. De in Limburg woonachtige ‘vakidioot’ met een achtergrond in de elektrotechniek, was er toen namelijk professioneel al bij betrokken. Toen Grispen gevraagd werd om bij Thermografisch Adviesbureau te komen werken, was de passie voor thermografie er nog niet; “Die is over de jaren gegroeid. Ik vond thermografie wel gelijk interessant en dacht: dat is simpel. Maar, er gaat een hele andere wereld voor je open”. Op het moment dat de voorgaande eigenaar van het bureau zich vanwege gezondheidsredenen niet meer voor de volle 100 procent in kon zetten, twijfelde Grispen geen moment en nam hij het bedrijf samen met Rob Huting. In die tijd was er één andere inspecteur in dienst, inmiddels zijn dat er vijf. Groei is geen prioriteit en er wordt niet actief gezocht naar nieuw personeel; “Wij inspecteurs zijn echte techneuten en we willen lekker buiten lopen. Hoe groter je wordt, hoe meer je uit handen moet geven”. Grispen probeert ook vaak op een sportieve manier van het buitenleven te genieten. Op zaterdagochtend komt de landkaart op tafel en wordt er een gebied in Nederland uitgezocht voor een mooie wandeling. Dit combineren hij en zijn vrouw met fotografie. Maar, ook de thermografisch camera gaat soms mee. Zo zijn er vooral in het begin van zijn thermografische loopbaan veel foto’s gemaakt van koeien en paarden; “Ik wil toch zien hoe zo’n dier er warmte technisch uitziet. Maar je kan bijvoorbeeld ook zien of een auto net gereden heeft of al lang stilstaat. Zo zie je bijvoorbeeld wrijving in de banden of hitte rond de motorkap, wat zonder thermografie natuurlijk niet opvalt”.
‘
Tijdens zijn werk geniet Grispen vooral van de diversiteit in locaties; “Geen dag is hetzelfde, de ene dag sta je op een schip of in een vliegtuig, de volgende dag sta je bij een enorme installatie en dat is nou juist het leuke”. Deze verschillende locaties brengen echter ook allemaal eigen wet- en regelgeving met zich mee. “Zo moet je in de petrochemische industrie rekening houden met vonkgevaar wanneer je een accu van de thermografische camera verwisselt”. In zijn beginjaren als thermograaf, is de Limburger meerdere malen benaderd door grote (overheids)organisaties. Omdat nog bijna niemand van thermografie gehoord had, waren er ook nog geen regels of eisen waaraan bedrijven zich moesten houden. Deze eisen voor onder andere de apparatuur en het inspecterende personeel, zijn inmiddels vastgelegd in de bestekken van bijvoorbeeld de overheid en verzekeringsmaatschappijen. Het grote voordeel van dergelijke regelgeving is dat je een select gezelschap aan gerespecteerde collega bedrijven krijgt die opdrachten uit kunnen voeren. “Wet- en regelgeving zorgt er in onze branche voor dat bedrijven zich kunnen onderscheiden en dat niet jan en alleman, zonder ervaring en met een onjuiste camera, aan de slag kan”. Verzekeringsmaatschappijen stellen bijvoorbeeld steeds meer eisen en inmiddels moet je als bedrijf meerdere certificaten hebben. “Wij onderscheiden ons door die certificaten en kunnen bij de grote bedrijven aan de slag”. Daar is Grispen dan ook ontzettend trots op.
‘Wij inspecteurs zijn echte techneuten’ 7
INTERVIEW <
SPIE helpt SABIC Bergen op Zoom
CE-compliant te zijn
SABIC is een wereldleider in gediversifieerde chemicaliën en produceert verschillende soorten producten: chemicaliën, grondstoffen en hoogwaardige kunststoffen, landbouwvoedingsstoffen en metalen. De site in Bergen op Zoom produceert voornamelijk kunststof korrels en enkele producten uit de SABIC portfolio, waarvan LEXANTM (polycarbonaat) de bekendste is. SABIC valt met hun productie onder de SEVESO wetgeving (voorheen BRZO), hetgeen impliceert dat zij aantoonbaar risico’s tot een minimum dienen te beperken. Deze risico’s kunnen een chemische, elektrische of mechanische oorzaak hebben, waartoe deze risico’s in kaart dienen te worden gebracht. De beperking en beheersing van risico’s is wettelijk vastgelegd en dient hiermee in overeenstemming te zijn (compliant). Een onderdeel hiervan is de Conformité Européenne (CE) wetgeving, welke regelt dat een product of installatie in overeenstemming is met de Europese regelgeving.
> Samenstel. Bij SABIC worden regelmatig nieuwe productielijnen geplaatst of bestaande productielijnen aangepast. Deze pro-
8 mei 2022
ductielijnen bestaan veelal uit diverse verschillende machines en componenten met soms elk hun eigen besturing. Men spreekt in dat geval van een samenstel, waarbij elke machine en component een eigen CE-markering kan hebben. Al deze onderdelen vormen tezamen een productielijn en functioneert ook als één geheel. Het geheel dient dan CE gekeurd te worden, hetgeen SPIE Engineering voor SABIC heeft verzorgd.
> Samenwerking. Erwin Jansen, Manager Engineering bij SABIC Bergen op Zoom, licht toe: “SABIC doet momenteel veel investeringen in aanpassingen van bestaande productielijnen en compleet nieuwe productielijnen, welke in beide gevallen natuurlijk dienen te voldoen aan de huidige normen en wetgeving. Omdat we hier
op site al veel samenwerken met SPIE Engineering en zij beschikken over medewerkers met de vereiste kennis en ervaring (inclusief TÜV-certificering), waren de lijntjes kort om dit traject met SPIE Engineering op te pakken”. Frank Brugge, Mechanical Engineer en TüV - Certified Machinery Safety Specialist bij SPIE Engineering, vult aan: “De Machinerichtlijn, welke verplicht is sinds 1 januari 1995, en diverse andere (product)richtlijnen, vallen onder de Wetgeving. De fabrikant van een product of installatie is productaansprakelijk en wettelijk verplicht om aan de CE-markering te voldoen”.
Frank Brugge Foto: privé collectie
> Het ene bedrijf is het andere niet. Voor Brugge kent de > Machinerichtlijn. Brugge; “De fabrikant moet een EG-Verklaring van Overeenstemming afgeven. Deze juridische verklaring geeft aan dat de machine of installatie in overeenstemming is met de relevante eisen uit de Machinerichtlijn. De onderbouwing ervan is opgenomen in het Technisch (Constructie) Dossier. De uiteindelijke gebruiker -SABIC in dit geval- moet op verzoek in staat zijn de autoriteiten, bijvoorbeeld de Inspectie SZW, de technische documentatie en de EG-Verklaring van Overeenstemming te overleggen. Wij hebben de benodigde CE-inspecties en documenten voor SABIC verzorgd, zodat zij CE-Compliant zijn voor dit gedeelte”.
SEVESO-wereld geen geheimen, hij loopt al tien jaar mee en komt op verschillende interessante locaties. Hij is dan ook goed in staat om een SEVESO-bedrijf met een niet SEVESO-bedrijf te vergelijken waar ook gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, maar die de vastgelegde drempelwaarden niet overschrijden. Beide type bedrijven kunnen van elkaar leren. Brugge; “Hier zijn niet altijd gevaarlijke stoffen bij betrokken. Doordat ik bij veel verschillende bedrijven kom zie ik gelijk of de machines en/of productielijnen voldoen aan de machine veiligheid”.
> Onderhoud heeft spilfunctie. De uitvoerende maintenance > Onderhoud. Goed onderhoud is essentieel voor de bedrijfszekerheid. “Dat geldt ook voor onze werkzaamheden bij SABIC. Onze monteurs werken aan machines en productielijnen en daarbij werken we altijd volgens de huidige wet- en regelgeving. We maken bijvoorbeeld risico analyses, onderhoudsplannen en doen de CEkeuringen van de machines zodat de klant, en dus de monteurs, weten wat er aangepast dient te worden om de bedrijfszekerheid te kunnen garanderen en op die manier nog steeds (of weer) aan de wetgeving te voldoen.
‘
professional van SPIE heeft ook inhoudelijke kennis over wet- en regelgeving. Dit komt volgens Brugge doordat kwaliteit en ontwikkeling belangrijk zijn voor SPIE. “Daarom kijken we samen met onze medewerkers waar hun doorgroeimogelijkheden liggen. Zo biedt onze SPIE Academy verschillende trainingen aan om vakkennis op te doen, maar je kunt ook bij ons terecht op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, technische vaardigheden en veiligheid. Wij worden allemaal getraind om altijd veilig te werken volgens de laatste normen en richtlijnen”. <
‘Wij worden allemaal getraind om altijd veilig te werken volgens de laatste normen en richtlijnen’ 9
TECHNIEK <
Corrosie onder isolatie
heeft continu aandacht nodig Corrosie onder isolatie is een kostbaar en lastig te beheersen faalmechanisme. Corrosie kan zorgen voor storingen en daarmee gepaard gaande (omgevings)risico’s. De corrosieproblematiek raakt daarmee aan verschillende wet- en regelgeving, zoals integriteitseisen voor installaties en arbo -en milieuwetgeving. Om dit risico gecontroleerd te beheersen is een best practise ontwikkeld. “Een asset owner die dit omarmt, kan straks zeggen ‘wij werken volgens de Best Practise CUI standaard’.
> Zelf risico’s inschatten. “Voorheen gaven bijvoorbeeld de Praktijkregels voor Drukapparatuur richtlijnen voor het inspecteren van geïsoleerde leidingen. Maar tegenwoordig mogen bedrijven zelf hun aanpak bepalen. Elk bedrijf hanteert daarbij zijn eigen aanpak voor het fenomeen. Daar ligt een probleem richting de controlerende instanties en richting de omgeving: hoe toon je aan dat je het probleem op de goede manier aanpakt?” In een inmiddels afgesloten WCM-project werkten de deelnemers al aan oplossingen hiervoor. Dat leidde tot een zelf-assessment-tool waarmee asset owners hun situatie in kaart kunnen brengen en de daaraan verbonden risico’s kunnen vaststellen. Aansluitend daarop is een set aan best practices met een modulaire groep aan hulpmiddelen ontwikkeld: de toolbox van ‘de best practise voor risico gebaseerd CUI management’. De toolbox bestaat uit een beslismodel voor het selecteren van de beste niet-destructieve onderzoekstechniek en een aantal modules om de levensduur van coatings kwalitatief en kwantitatief te voorspellen. Het derde onderdeel betreft een risicogestuurde managementaanpak om corrosie onder isolatie te beheersen.
> Verbeterpotentieel. Dit zijn goede stappen op weg naar het Foto: WCM
Geert Henk Wijnants is principal consultant bij Stork Asset Management Technology en betrokken bij het CUI-project, waarin een groep van bedrijven samenwerkt met de Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (ION). Het project is een initiatief van World Class Maintenance en VNCI en een van de Safety Deals van Veiligheid Voorop. Het doel is om een set aan tools te ontwikkelen die asset owners moet helpen om het ‘onzichtbare’ corrosiemonster te temmen.
10 mei 2022
beter begrijpen en beheersen van de CUI-problemen, maar er ontbraken ook nog wat zaken, zegt Wijnants die eerder al uitgebreid de problematiek rond corrosie onder isolatie in VAM belichtte. “Een gevalideerd proces voor het bepalen van de levensduur van een bepaald type coating is er bijvoorbeeld niet. Ook hoe je de conditie van isolatie op een leiding in kaart brengt in relatie tot de richtlijnen is onduidelijk. Ook hebben we nog geen overzicht in de vraag hoeverre bedrijven in control zijn; iedereen doet het op zijn manier, naar eigen inzicht. Daarom ontwikkelden wij een gap-analysetool die asset owners niet alleen kunnen gebruiken om hun situatie in kaart te brengen maar ook om die (anoniem) te vergelijken met die van anderen. Daarmee brengen ze ook hun verbeterpotentieel in kaart”. De gap-analysetool komt binnenkort beschikbaar op een
‘
‘We willen onze kennis en ervaring delen, zodat er meer awareness ontstaat in de industrie’
webportal. “Daarmee wordt het mogelijk om op redelijk eenvoudige wijze inzichtelijk te maken hoe goed of slecht je het doet, en hoe goed we als industriesector zijn.”
> EFC-Richtlijn 55. Omdat corrosie onder isolatie een wereldwijd probleem is, zijn de best practices uit het eerste project inmiddels in het Engels vertaald en worden deze beschikbaar gesteld aan EFC, de Europese Federatie Corrosie. “Door het te vertalen kunnen multinationals die vaak hun eigen, wereldwijde aanpak hebben er ook binnen en buiten Nederland mee aan de slag. En EFC zal de best practices naar verwachting opnemen in de nieuwe EFC-Richtlijn 55 die specifiek handelt over corrosie onder isolatie, waardoor de kans toeneemt dat asset owners uit andere landen dit oppakken. Een asset owner die dit omarmt, kan straks zeggen ‘wij werken volgens de best practise van EFC/WCM’ in plaats van ‘dit is hoe wij het doen’. Daarmee schept het duidelijkheid voor het bedrijf zelf, zijn aandeelhouders en de toezichthouder. Je zorgt voor transparantie rond je zorgplicht.”
> Algemeen geaccepteerde guidelines. Het webportal met de gap-analysetool moet het hart vormen van een ‘corrosie-ecosysteem’ dat het portal gaat beheren en nieuwe innovaties oppakt en verder brengt. Tenminste, dat is de wens van de projectdeelnemers, licht Wijnants toe. “We willen komen tot een onafhankelijk platform voor iedereen die met corrosie onder isolatie te maken heeft.” Met de komst van het webportal en het leveren van de vertaalde best practices aan EFC is het nu tijd voor het opstarten van innovatieprojecten met de deelnemers. “Zodat ook de isolatiebedrijven het oppakken, evenals de isolatie-inspectiebedrijven, want die ontbraken in het eerste CUI-project. Samen willen we toe naar algemeen geaccepteerde inzichten, die passen binnen de regels die de overheid stelt en die passen bij het NEN-EN 16991 Risk-Based Inspection Framework (RBIF)”. Deze norm specificeert het raamwerk voor de inspecties en geeft richtlijnen voor Risk-Based Inspection and Maintenance (RBIM) in onder meer de procesindustrie. “In het vorige project stelden we al vast dat het hebben van algemeen geaccepteerde guidelines onontbeerlijk was”.
’
> Nieuwe oplossingen. In het vorige CUI-project focusten de deelnemers op bestaande en bewezen technieken en methoden. “Waar hebben we ervaring mee? Die vraag vormde het uitgangspunt. Maar al doende, brachten de mensen nieuwe ideeën en methoden aan. Die parkeerden we allemaal, omdat we eerst die best practices wilden vaststellen en vastleggen. In dit vervolgproject is er wel tijd om met die nieuwe oplossingen aan de slag te gaan. Als bijvoorbeeld een coatingleverancier een nieuw product aanprijst als ‘de’ oplossing, hoe weet je dan dat dat klopt? Dat moet je kunnen valideren en dat moet transparant en traceerbaar zijn. Daarvoor moet je proeven doen, maar welke eisen stel je aan een proef? Daar komt best veel bij kijken.” Een nieuw product dat wordt getest is een sensordraad die gevoelig is voor vocht. De sensor geeft een signaal als hij reflecties signaleert. “We horen er goede verhalen over en gaan dat nu proberen vast te stellen.” Een andere test gaat over sensoren die je door de isolatie heen ‘prikt’. “Uiteindelijk nemen we nieuwe methoden die aantoonbaar goed werken op in de best practices”. <
Geert Henk Wijnants Foto: privé collectie
Foto: WCM
11
BRANDED CONTENT <
Nieuwe BRL voor bovengrondse bulkopslag
van vloeibare chemicaliën De bovengrondse bulkopslag van vloeibare chemicaliën, dat moet veilig en correct gebeuren om negatieve gevolgen voor het milieu te voorkomen. Sinds 1 juli 2021 gelden daarom voor industriële bedrijven nieuwe regels. Wat houden die nieuwe regels in en welke gevolgen hebben ze voor die bedrijven? Frank Sardha, Manager Technical Inspections & Solutions Industrie bij technisch dienstverlener EQUANS, voorheen ENGIE Services, licht dat toe. Sinds 1 juli van vorig jaar is de (petro-)chemische industrie gehouden aan de BRL SIKB 7800. Frank Sardha: “De beoordelingsrichtlijn vervangt de BRL K903 en geeft de ontwerpeisen voor de bovengrondse bulkopslag van chemicaliën. Samen met de PGS 31 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 31) is de BRL SIKB 7800 bepalend voor de correcte, veilige opslag en omgang met vloeibare chemicaliën. De PGS 31 geeft de maatregelen die de industrie moet nemen voor de correcte bouw en het gebruik van gevaarlijke vloeistoffen.”
Verantwoordelijkheid bij de bedrijven zelf Een nieuwe BRL, hoeveel impact kan dat nou hebben? Best veel, meldt Sardha: "Met de overgang van de BRL K903 naar de BRL SIKB 7800 vond op 1 juli 2021 een belangrijke omzetting plaats in de norm voor de bovengrondse bulkopslag van vloeibare chemicaliën. Dat is voor bedrijven geen vrijbrief voor een zorgeloze omgang met je producten. Integendeel; voor bedrijven met een chemieopslag tussen de 300 ltr. en 150.000 ltr is het van belang dat ze aan de Omgevingsdienst kunnen laten zien hoe ze hun inspecties en onderhoud hebben georganiseerd. Bedrijven moeten de risico’s in kaart hebben, en de certificaten moeten up to date zijn. Kortom: installaties die conform de omgevingsvergunning aan de PGS 31 moeten voldoen, moeten gecertificeerd zijn - en blijven. De verantwoording wordt met de komst van de nieuwe zorgplicht (10-2022/01-2023) dus in zijn geheel bij de eindgebruiker neergelegd.”
Door KIWA gecertificeerd Die keuringen en certificeringen mogen alleen worden gedaan door KIWA-gecertificeerde instanties en bedrijven, zoals EQUANS. Sardha: “Deze bedrijven worden jaarlijks weer geauditeerd en periodiek op locatie gecontroleerd door KIWA. Als gecertificeerde keuringsinstantie voeren wij onafhankelijke inspecties in heel Nederland uit – voor bedrijven in de Rotterdamse haven, voor Tate & Lyle in de Zaanstreek, voor Vattenfall in Amsterdam, voor Avebe in Groningen en tal van andere (petro-)chemische bedrijven. Ook doen wij de structurele vervolginspecties en hercertificeringen voor de PGS 31 en de keuringen en certificeringen voor de eisen in de PGS 15, PGS 28, PGS 29 en PGS 30."
Meerwaarde Bij al die keuringen brengt EQUANS voor klanten belangrijke meerwaarde in, aldus Frank Sardha: "Wij hebben binnen EQUANS ook een gecertificeerd modificatieteam en bijvoorbeeld een divisie
12 mei 2022
‘
‘Als gecertificeerde keuringsinstantie voeren wij onafhankelijke inspecties in heel Nederland uit, van Groningen tot aan de Rotterdamse haven.’
Piping en Mechanical, voor vervanging en reparaties. Dat team kan voor klanten eventueel noodzakelijk onderhoud uitvoeren, als vervolg op een inspectie volgens andere normen in de industrie. Daarnaast doen we ontwerp en nieuwbouw van tankinstallaties. Het hele traject blijft zo in één hand. Bij EQUANS werken in Nederland 5.500 mensen met verschillende expertises en met die breedte van onze dienstverlening kunnen wij bedrijven goed helpen bij het voldoen aan de verschillende eisen in de markt.”
’
Frank Sardha
13
IMPROVE <
Foto: Ideo
Wet- en Regelgeving: het nut en de noodzaak
Regels om veiligheid en gezondheid te waarborgen binnen bedrijven, worden zowel binnen die bedrijven als vanuit de overheid opgesteld. En niet voor niks. Ongevallen binnen een bedrijf zijn verre van wenselijk, voor zowel directie als medewerkers. Interne en externe wet- en regelgeving is daarom heel belangrijk. Zo belangrijk zelfs, dat het een wezenlijke bijdrage levert aan het behalen van de bedrijfsdoelstellingen binnen Asset Management. Maar, op welke manier? En hoe word en blijf je als Asset Management-organisatie compliant?
> Voor je eigen bestwil. Een veilige omgeving voor medewerkers Binnen elk bedrijf gelden interne regels, geschreven of ongeschreven. Zo zijn er bijvoorbeeld bedrijven waarbinnen je wordt aangesproken als je met je laptop in beide handen de trap afloopt.
14 mei 2022
Daar geldt de regel: altijd met één hand op de trapleuning de trap op en af. Het is een regel die deel uitmaakt van een groter pakket aan regels voor veiligheid en gezondheid en ook direct een bijdrage levert aan het imago van een bedrijf. Als je als medewerker doorkrijgt dat het management van een bedrijf voldoende aandacht geeft aan gezondheid en veiligheid, zul je je immers veilig voelen en minder snel geneigd zijn om om die reden ergens anders te gaan werken. Bovendien verklein je met goede wet- en regelgeving de kans dat je bij een ongeval aansprakelijk wordt gesteld door een werknemer.
> Wetten en regels vanuit de overheid. Ook de overheid heeft
> Interne en externe stappen. Door dit soort plannen te
een pakket aan wetten en regels opgesteld waaraan bedrijven in specifieke branches moeten voldoen. Een mooi voorbeeld is de Richtlijn Drukapparatuur, de wettelijke opvolger van de Stoomwet, waarin de gestelde eisen aan drukapparatuur worden vastgelegd. Dit soort externe regels moeten worden nageleefd en moeten ook periodiek via een audit worden gecontroleerd om na te gaan of bedrijven voldoen aan deze wetten en regels. Oftewel: compliant zijn. Ben je als bedrijf niet compliant, dan kan dit je - naast een flinke boete - ook externe imagoschade opleveren. Klanten kunnen het vertrouwen verliezen en gaan naar een concurrent, die zijn zaken wel op orde heeft.
verankeren in de organisatie en breed uit te dragen, wordt voor iedereen binnen de organisatie duidelijk hoe belangrijk het naleven van wetten en regels is. Bovendien vormt de digitale registratie van plannen en resultaten het bewijs naar buiten toe dat een organisatie werkelijk compliant is. Iets dat een wezenlijke bijdrage levert aan het behalen van bedrijfsdoelstellingen binnen Asset Management. Horvers; “Geef jij dus om de toekomst van jouw Asset Management-organisatie, neem dan de juiste stappen. Zowel intern als extern”. <
> Improvement. Compliant worden en blijven Het moge duidelijk zijn: als bedrijf wil je altijd compliant zijn. Maar hoe zorg je als asset-intensief bedrijf nu dat je dit wordt? Volgens Bas Horvers, SAP EAM consultant bij Ideo BV, begint het bij de basis; “Eerst breng je in kaart wat je als bedrijf werkelijk belangrijk vindt. Vervolgens stel je een plan op waarin acties en maatregelen worden vastgelegd, die risico’s mitigeren. Dit plan implementeer je bedrijfsbreed en wordt periodiek uitgevoerd. De resultaten worden vastgelegd in een CMMS (Computerized Maintenance Management Systeem), zoals bijvoorbeeld SAP. En niet onbelangrijk: om niet alleen compliant te worden maar ook te blijven, worden resultaten continu beoordeeld, zodat het plan voortdurend verbetert”.
‘
‘Voorkomen is beter dan Genezen’ 15
VEILIG WERKEN <
Foto: NVDO
De noodzaak en het nut van Brzo wetgeving Goed geïmplementeerde wet- en regelgeving is essentieel om op consistente wijze (proces)veiligheid te borgen en daarbij werknemers en omwonenden de zekerheid te geven dat ze veilig zijn. “Wet- en regelgeving is een belangrijke bouwsteen van onze moderne maatschappij”, zegt Arjan van Dijk van Safety Delta Nederland. “Al in 1893 stelde de Franse socioloog Emile Durkheim dat de moderne industriële maatschappij heel veel variaties kent en dat wetgeving nodig is om dit allemaal in goede banen te leiden en zo voor een veilige samenleving te zorgen”. Wetgeving over veiligheid stelt regels over hoe veiligheidsrisico’s beperkt moeten worden. Er zijn verschillende benaderingen. Soms wordt uitgegaan van ‘Zero-risk’, maar meestal wordt uitgegaan van het principe dat na het implementeren van beheersmaatregelen de restrisico’s te tolereren zijn.
> Publiek vertrouwen. Het RIVM deed onderzoek naar de veiligheidsbeleving en informatiebehoeften van omwonenden rond het chemiecluster Chemelot (red.). “Daar kwam uit dat een minderheid (één op de zes) van de bewoners zich onveilig voelt” zegt Van Dijk. “Het ging dan vooral om mensen die dichtbij de industriële locatie wonen en er niet werken. Zij ervaren meer hinder en hebben meer
16 mei 2022
behoefte aan informatie. Bijvoorbeeld over wat ze kunnen doen bij een incident of hoe ze worden gewaarschuwd”. Het gevoel van onveiligheid hangt samen met het vertrouwen dat mensen in de overheid en industrie hebben volgens Van Dijk. “Hoe groter het vertrouwen, hoe veiliger mensen zich voelen. Hier is ruimte voor verbetering. Uit het Chemelot onderzoek volgde namelijk dat slechts een kleine minderheid er vertrouwen in bleek te hebben dat industrie en overheden eerlijk, open en tijdig communiceren over de veiligheid in de omgeving”.
> Wetgeving. Wet- en regelgeving is het instrument van de overheid om omgevingsveiligheid en veiligheid voor werknemers te borgen. Hierin zijn de afgelopen 40 jaar enorme stappen gezet. Van Dijk; “In slechts enkele jaren veranderde de boodschap van de industrie van ‘trust us, we know what we are doing’ na een aantal grote incidenten naar de tegenboodschap van de wetgever: ‘tell us that it is safe’. Hiertoe werd in 1982 de Europese Seveso I Richtlijn uitgegeven die lidstaten vervolgens implementeerden met landelijke wetgeving.
‘
’
‘Hele grote incidenten vinden gelukkig niet vaak meer plaats’ Enkele jaren later werd daarom in Nederland het Besluit risico zware ongevallen (Brzo) van kracht”. “Volgens deze Seveso richtlijn betekent veilig werken dat we van te voren incident scenario’s bij het omgaan met gevaarlijke stoffen ontwikkelen. En dat we beheersmaatregelen implementeren om die incidenten te voorkomen of om de effecten ervan te beperken”. Van Dijk meldt daarbij dat het noodplan daar een belangrijk onderdeel van is.
> Van I naar II naar III. De aangepaste richtlijn Seveso II omvatte nieuwe regels om te voorkomen dat bedrijven door het splitsen van activiteiten of splitsen van opslag van gevaarlijke stoffen in kleinere eenheden niet aan wettelijke eisen behoefden te voldoen, terwijl het veiligheidsrisico voor de omgeving wel bleef bestaan. Ook kwam er aandacht voor zogenaamde ‘domino-effecten’. Hierbij gaat het om de kans dat een incident bij één bedrijf zou kunnen overslaan naar andere bedrijven. Daarnaast werden zo’n 400 bedrijven werden als ‘Brzo bedrijf’ gedefinieerd. Van Dijk; “Zeven jaar geleden is de Seveso III richtlijn van kracht geworden met verdere eisen rond de classificatie, het Labelen en de verpakking van gevaarlijk stoffen. Ook zijn regels toegevoegd over het informeren van publiek (omwonenden) door de overheid over de oorzaken en gevolgen van een incident en over consultatie van omwonenden bij de ontwikkeling van nieuwe Brzo locaties. Tenslotte zijn er extra regels gekomen voor de inspectie van Brzo bedrijven door de overheid. “Dit alles heeft bijgedragen aan een sectorbrede verbetering van de werkelijke veiligheid bij Brzo bedrijven” aldus Van Dijk. “Hele grote incidenten vinden gelukkig niet vaak meer plaats. De laatste was de brand bij Chemiepack in 2011. Helaas zijn er nog wel steeds incidenten die op Europees niveau gemeld moeten worden [MARS]. Typisch zijn dit er 2-3 incidenten per jaar. Dit maakt dat de veiligheidsperceptie bij omwonenden van Brzo bedrijven in het dichtbevolkte Nederland een heikel punt blijft.
> Toezicht op veiligheid. Incidenten leiden regelmatig tot maatschappelijke oproep om meer toezicht en handhaving door de overheid. “Sinds een jaar of tien wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd over de Staat van de Veiligheid van de Brzo bedrijven (red.). Dit is informatie over de uitkomsten van overheidsinspecties en de veiligheidsprestaties van de industrie. Het biedt wetgevers de mogelijkheid om een vinger aan de pols te houden en zo nodig wetten en regels aan te passen”. Voor het implementeren van de wet- en regelgeving bestaat het stelsel van Vergunning, Toezicht en Handhaving (VTH). Een goed functionerend VTH-stelsel geeft vertrouwen in de overheid en maakt dat de samenleving zich veilig(er) voelt. Door de betrokkenheid van verschillende ministeries, provincies en veiligheidsregio’s, elk met verschillende belangen, is het Nederlandse VTH stelsel echter erg ingewikkeld.
> Functioneert dat wel goed?. Het functioneren van dit VTH stelsel is de afgelopen 20 jaar diverse malen onderzocht door overheidscommissies en wetenschap. Onderzoekers van de universiteit Delft hebben bijvoorbeeld gekeken hoe Seveso wetgeving in Nederland en België wordt toegepast. “Ze zagen ruimte voor verbetering. Uitkomsten gaven aan dat de Nederlandse veiligheidswetgeving versnipperd was, dat inspecties niet altijd onafhankelijk waren, dat er te weinig inspecteurs waren of kennis- en kunde van de inspecteurs verbetering nodig had en dat handhaving teleurstellend was. Intussen zijn hier door het BRZO+ samenwerkingsverband tussen inspectiediensten flinke verbeteringen aangebracht. Ook lopen er overheidsprojecten om het VTH stelsel verder te stoomlijnen”. <
Foto: SDN
De Safety Delta Nederland brengt overheid, industrie en wetenschap bij elkaar om door samenwerking veiligheidsrisico’s te beperken en de Nederlandse (petro)chemie tot de veiligste ter wereld te maken. Implementatie van weten regelgeving behoort daar bij. Een van de projecten gaat over verdere verbeteringen in het Toezicht, zowel intern door bedrijven als extern door de overheidstoezichthouder. Voor meer informatie: www.safetydelta.nl
17
THEMA ARTIKEL <
Meer grip dankzij nieuw Enterprise Asset Management-systeem Snoepfabrikant Cloetta werkt aan de implementatie van een Enterprise Asset Managementsysteem van Infor EAM. Het nieuwe systeem maakt het leven van de onderhoudsafdelingen gemakkelijker, ook bij het voldoen aan wet- en regelgeving, zegt Willem van der Velde. “Het grootste kapitaal van een technische dienst zijn de mensen. Hoe kun je die zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten? Dat lijkt simpel, maar dat is het niet. Dit nieuwe Infor EAM-pakket moet die inzichten geven, mede doordat we visueel kunnen plannen”, zegt Van der Velde. Hij is Group Maintenance Manager en verantwoordelijk voor het onderhoudsbeleid in de zeven fabrieken van Cloetta. “Een goed onderhoudsbeheersysteem is ontzettend belangrijk voor je onderhoud, beheer en het voldoen aan wet- en regelgeving”.
> Geen synergie. Het beursgenoteerde Cloetta heeft zeven productievestigingen in Europa. Drie daarvan bevinden zich in Ne-
Foto: Cloetta
18 mei 2022
derland (Sneek en twee in Roosendaal). Het Zweedse bedrijf is in Nederland vooral bekend van de merken KING, Sportlife, Venco en RedBand. De snoepfabrikant kent een lange geschiedenis met verschillende eigenaren en dat is de reden dat het IT-landschap versnipperd was, vertelt Van der Velde. “Er waren verschillende onderhoudssystemen en er was geen synergie”. Daar komt bij dat de verschillende fabrieken een verschillende mate van volwassenheid hebben ten aanzien van het onderhoud. “Sommige zijn al bezig met preventief en predictief, anderen zitten nog meer op correctief. We hebben ook gekeken naar onze behoeftes over tien, twintig jaar. We willen ons ontwikkelen richting de perfect factory en Infor EAM biedt hiervoor de mogelijkheden om mee te groeien”.
‘
‘Je moet je controles uitvoeren en in het systeem aantonen dat je dat hebt gedaan’
> Applicatie inrichten. Cloetta zocht een pakket dat geschikt
was voor de hele organisatie. “Op onze grootste fabriek – in Levice, Slowakije - werken negenhonderd mensen, op de kleinste in Dublin circa honderd. In Levice bestaat de TD uit ongeveer negentig man, in Dublin zijn het maar een handvol. Hoe kun je de applicatie zo inrichten dat het voor beide doelgroepen werkbaar is? We kunnen hiervoor rollen en verantwoordelijkheden toekennen. De applicatie is heel flexibel, maar we wilden graag vanuit het oogpunt van standaardisatie één applicatie, die aansluit op de standaard werkprocessen van Cloetta”.
> Wettelijke onderhoudstaken borgen. Het voordeel van een applicatie voor de hele organisatie is dat je de onderhoudsconcepten kunt delen, zegt Van der Velde. “De machines die wij gebruiken voor het spuitgieten van snoepjes zijn redelijk uniek, maar ook identiek. Dankzij het nieuwe EAM kunnen we meer samenwerken tussen de fabrieken en dat moet leiden tot minder stops, kortere stops en effectiever onderhoud. Ook je wettelijke onderhoudstaken, zoals verplichte kalibraties, kun je borgen in het systeem. Voorheen gebeurde dat met behulp van Excel-sheets. Dat werkte wel, maar je hebt minder grip. Bovendien produceren we in verschillende landen en hebben we te maken met verschillende wet- en regelgeving. Dat maakt het wel complex”. > Audits. “We hebben bijvoorbeeld te maken met de BRC-audit (British Retail Consortium) en de IFS-audit (International Food Standards). Daarnaast hebben we te maken met de HACCP-regels en zijn we ISO-gecertificeerd. En dan hebben we nog de e-weging: voldoen we aan de regels over het gewicht dat we zeggen dat we in een zakje stoppen? We werken daarom volgens de internationale regels van GMP, de General Manufacturing Practices die net een tikje scherper zijn. Dat is een belangrijke driver om onderhoud op te toetsen. Met het nieuwe EAM-systeem krijgen we nu proactief een signaal dat er de volgende maand een x-aantal inspecties uitgevoerd moeten worden. Met deze applicatie kunnen we de stops en onze mensen veel beter op elkaar afstemmen. Als we nu storingen hebben dan kunnen we het veel beter analyseren omdat alles in een systeem zit: alle werkzaamheden, alle uren, alle onderdelen en dat bovendien ook nog eens gekoppeld aan het financiële deel in het ERP”.
’
sen kantoorautomatiseringssystemen en productieautomatiseringssystemen. ISA-S88 is een internationale standaard die industrieën helpt om flexibel te kunnen produceren. De standaard bestaat uit modellen en termen die het productieproces logisch indelen en de besturing van het machinepark regelen. “Daarmee creëer je een unieke naamgeving voor al je assets die het delen van informatie met andere systemen mogelijk maakt”.
> Digitale checklist. Het nieuwe EAM is inmiddels geïmplementeerd in Sneek en in de twee fabrieken in Roosendaal. Turnhout is nu aan de beurt. Daarbij gaat het niet alleen om de tool, maar ook om de manier van werken van de mensen. “Die zijn gewend op een bepaalde manier te werken en moeten dat nu anders gaan doen. Daarin moet je ze begeleiden”. Die verschillende volwassenheidfases die Van der Velde eerde noemde, laten zich ook hier zien. “Sneek is wat verder dan Roosendaal en werkt al met tablets bij inspecties in het veld. Doordat je een digitale checklist af moet werken, kun je niets vergeten. Afwijkingen moet je direct invoeren en je kunt meteen de benodigde follow-up bepalen en de werkzaamheden voorbereiden en inplannen. Een papieren checklist kan je vergeten, deels niet invullen of zelfs verliezen”. > Meantime tot repair te verlagen. “Ook storingsmonteurs gaan in Sneek op pad met een tablet. “Als een monteur met een installatie aan de slag moet, ziet hij direct de hele historie en alle andere relevante informatie. Je zet hiermee echt een stap in de toekomst. Je kunt er foto’s mee maken en die in het systeem aan >
> ISA-95 en 88. Met de komst van het nieuwe systeem kregen alle assets – vanaf het laagste niveau – een unieke code, opgezet volgens ISA-S95 en S88. De ISA-S95 standaard is een leidraad om in kaart te brengen welke informatie moet worden uitgewisseld tus-
Foto: Cloetta
19
Willem van der Velde Foto: privé collectie
>
de installatie koppelen. Een foto zegt immers meer dan duizend woorden. Het is een middel om de meantime tot repair te verlagen; dat is cruciaal. Voorheen hadden we een redelijk platte asset structuur in het systeem; nu hebben we een systeemboom per installatie tot op het laagste niveau waar we onderhoud op uitvoeren. Is er een storing aan een pomp of een motor, dan kunnen we daar de werkbon aan koppelen. En het geeft betere analysemogelijkheden, omdat je beter vastlegt waar het mis gaat. Werken met tablets is ook iets om jongere medewerkers te trekken. Die zijn gewend om digitaal te werken. En het maakt alle systeeminfo toegankelijk voor een nog onervaren medewerker. Als hij de QR-code op een machine scant, geeft het systeem direct alle relevante informatie”.
> Inspectieplannen. Het maken van inspectieplannen – niet alleen voor legal, maar ook voor preventief – is ook eenvoudiger dankzij het systeem. En waar eerder tijdens een inspectie nog wel eens tegelijkertijd een reparatie werd uitgevoerd en daardoor een ander deel van de inspectie werd vergeten, is dat met de nieuwe werkwijze niet meer mogelijk. “Het zorgt ook voor real time info voor de organisatie. Waar gebeurt wat? Wat is de voortgang? Kunnen we eerder opstarten? Kunnen we het reactieve werk doorplannen? We willen naar een systeem dat ook de operators meer gedetailleerde storingsmeldingen doen, zodat we die beter kunnen analyseren. Je wilt een betere balans vinden: te veel onderhoud is duur. Daarom wil je ook constant beoordelen of het scherper kan”.
> Het systeem dwingt. “We doen ook trillingsmetingen met ultrasoon en infrarood. Deels doen we dat zelf, deels besteden we dat uit. Dat zijn werkzaamheden die je moet plannen. Preventief kun je makkelijk wegstrepen wanneer je druk bent, maar het systeem dwingt je nu om de meting uit te voeren. Want: geen meting is geen data en dus geen analyse, waardoor je niet weet waar je staat op de faalcurve”. Het EAM-systeem moest een systeem van werkvergunningen faciliteren, meetmiddelen registreren en de
20 mei 2022
Foto: Cloetta
administratie van de kalibraties kunnen doen. “We willen in de toekomst zelf kalibraties doen en de administratie daarvan moet in een beschermde database. Je mag immers de historische data niet kunnen aanpassen”.
> Voedselveiligheid. “Je wilt zeker weten dat de instrumenten doen wat ze moeten doen. Denk aan het kalibreren van flowmeters die binnen een bepaalde norm ingrediënten doseren. Of aan weeginstrumenten die we gebruiken bij het afvullen van verpakkingen. Bij verpakkingen met E-markering moet het gewicht kloppen, binnen een bepaalde toegestane tolerantie. Metaaldetectie-apparatuur is een belangrijke in het kader van voedselveiligheid. Je moet je controles uitvoeren en in het systeem aantonen dat je dat hebt gedaan. Verder willen we het systeem gebruiken om de overdracht van een machine van onderhoud naar productie inzichtelijk te maken. Wanneer vindt de overdracht plaats, gebeurt dat schoon?” > Cloud. Het systeem draait in de cloud. Dat was een vereiste, zegt Van der Velde. “Voorheen draaide alles op lokale servers met alle bijbehorende (onderhouds)kosten. Nu draait alles in de cloud, hebben we geen directe onderhoudskosten en kunnen we vanaf elke locatie inloggen en met het systeem werken”. De hele voorraad aan machineonderdelen staat in het EAM en is dankzij de cloud vanaf elke Cloetta-locatie inzichtelijk. “En omdat we in elkaars voorraad kunnen kijken, kunnen we consolideren. Turnhout kocht recentelijk een nieuwe zetmeeldroger met een frequentieregelaar van 60 kW. Daarvan leggen we een reserve op voorraad. En mocht een andere locatie ‘m nodig hebben, dan zetten we een koerier in”. “Maar, een goed systeem is één ding, de organisatie moet er wel goed mee werken. De input, de kwaliteit van de data moet goed zijn. Een reliability engineer bijvoorbeeld zoekt naar patronen. Als je slechte data hebt, vind je die niets. Het data-management moet dus goed zijn”. <
Kort Verantwoorde invoering Omgevingswet Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil dat de Omgevingswet op een verantwoorde manier wordt ingevoerd en zal daarom niet vasthouden aan de inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022. Het is belangrijk dat de dienstverlening aan mensen en bedrijven niet in het geding komt en dat gebiedsontwikkeling niet belemmerd wordt. Daarom zal worden bezien of de invoeringsdatum 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zal worden om de Omgevingswet inwerking te laten treden. Als dit duidelijk is zal het ontwerp Koninklijk Besluit (KB) worden aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Daarover kan in beide Kamers het debat worden gevoerd, zodat er tijdig duidelijkheid is over de invoeringsdatum voor de uitvoeringspraktijk. “De afgelopen weken zijn er verschillende overleggen geweest met medeoverheden en experts over de invoering van de Omgevingswet. Daaruit kwam naar voren dat er meer tijd nodig is om goed te
oefenen met de nieuwe systemen. Die tijd wil ik nemen voor een verantwoorde en zorgvuldige invoering”, aldus De Jonge. Bijna alle gemeenten, provincies en waterschappen zijn inmiddels aangesloten op het nieuwe systeem, er wordt al veel geoefend. De vergunningverlening functioneert al goed. Echter, we zien dat bij de zogeheten planketen, waar gemeenten, provincies en waterschappen met plansoftware nieuwe omgevingsplannen, omgevings- en waterschapsverordeningen kunnen publiceren, er verschillende onzekerheden zijn. Minister De Jonge zal daarom niet vasthouden aan 1 juli a.s. De Omgevingswet is een majeure wijziging en bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Dat betekent van 26 verschillende wetten naar 1 wet, van 60 Algemene Maatregelen van Bestuur naar 4 en van 75 ministeriële regelingen naar 1 Omgevingsregeling. <
Nieuwe Europese normalisatiestrategie Thierry Breton, Eurocommissaris voor Interne Markt, heeft een nieuwe Europese normalisatiestrategie gepresenteerd. Het doel van deze nieuwe strategie is om het mondiale concurrentievermogen van de Europese Unie (EU) te vergroten. En hiermee ook een groene en digitale economie mogelijk te maken en democratische waarden te verankeren in technologische toepassingen.
instituten in Europees en mondiaal verband bij het realiseren van de Europese maatschappelijke en economische doelstellingen. NEN ziet de strategie bovenal als een uitnodiging om samen met onze Europese partners en de Commissie verder te bouwen aan de positie van Europese normen wereldwijd. Dat is een uitdaging die wij, in nauw overleg met onze nationale stakeholders, graag aangaan”.
Met de nieuwe strategie wil Europa de strategische rol van normalisatie in de interne en de mondiale markt versterken, de verspreiding van Europese innovaties vergemakkelijken en ervoor zorgen dat Europese en internationale normen in overeenstemming zijn met de belangen en waarden van de EU. NEN deelt met CEN en CENELEC de waarde die de strategie aan normen geeft. Normalisatie is een instrument dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan een groene en digitale transformatie van het industriële ecosysteem van de EU.
Een samenhangend, efficiënt en sterk publiek-privaat partnerschap is essentieel voor Europees leiderschap aldus CEN en CENELEC. Deze verbintenis zal de strategische afstemming tussen beleidsmakers en regelgevers vergroten. Stefano Calzolari, President van CEN; “Een versterkt partnerschap tussen de Europese Commissie de NEN-organisaties moet gericht zijn op het versnellen van de invoering van slimme en duurzame normen in de ecosystemen die zijn geïdentificeerd in het industriebeleid van de EU. Het moet tevens de marktintroductie van innovaties mogelijk maken, waardoor Europa wordt geholpen om te innoveren en het voortouw kan nemen in de dubbele groene en digitale transitie. In mijn hoedanigheid als Innovatiekampioen verwelkom ik het voorstel voor een ‘standaardisatie Booster’ om onderzoek, innovatie en standaardisatie beter met elkaar te verbinden”. <
Rik van Terwisga, voorzitter directie NEN; “Wij zien de nieuwe Europese normalisatiestrategie als een bevestiging van het strategisch belang van normalisatie. De Europese Commissie benadrukt niet alleen de toenemende impact van normen bij geopolitieke vraagstukken, maar ook de belangrijke rol van nationale normalisatie-
21
VISIE <
Circulaire uitdagingen, niet vrijblijvend
Foto: NVDO
Maakbedrijven gaan steeds meer circulair te werk. Toch neemt het totale materiaalgebruik van de maakindustrie niet af. Circulaire innovaties zijn vaak complex en kostbaar, terwijl afnemers veelal nauwelijks extra geld voor (meer) circulaire producten over hebben. Er zijn kansen op circulaire versnelling, maar die vereisen wel strategische keuzes en concrete stappen richting waardebehoud. Hoewel per gemaakt product steeds minder materiaal nodig is (de ‘materiaalproductiviteit’ neemt toe), is het totale materiaalgebruik van de Nederlandse maakindustrie in absolute zin nog niet afgenomen. Om meer circulair te werk te gaan zijn grotere stappen vereist. Efficiënt materiaalgebruik gaat verder dan recycling en begint al bij het productontwerp.
‘
> Maakbedrijven door innovaties wel meer circulair. Ook al loopt het materiaalgebruik van maakbedrijven nog altijd op, veel industriële innovaties dragen wel degelijk bij aan de materiaalproductiviteit door via efficiënter gebruik meer toegevoegde waarde met dezelfde hoeveelheid materiaal te creëren. Zo beschrijft TNO behalve innovaties als een meer op dienstverlening gebaseerd businessmodel en geavanceerdere onderhoudsactiviteiten, dat diverse
‘Circulaire strategieën vereisen nog veelal intensieve samenwerking tussen partijen die hun nek durven uit te steken’
22 mei 2022
productiemethoden de circulariteit al geruime tijd bevorderen. Bijvoorbeeld grondstofbesparende productietechnologie, refurbishment (herstel van een oud product en tot een up-to-date product) en remanufacturing (gebruik van delen van een afgedankt product in een nieuw product met dezelfde functie) van kapitaalsgoederen.
> Overheid dwingt circulariteit in beperkte mate af. De Nederlandse overheid en de Europese Commissie streven naar een volledig circulaire economie in 2050. De meest concrete uitwerking van dit beleid vormen de circulaire inkoop door de Nederlandse overheid en de, vooral Europese, eisen op het vlak aan recycling en gebruik van recyclaat bij (plastic) en de belasting op plastic verpakkingen. De Nederlandse overheid richt zich tot nu toe vooral op kennisontwikkeling en het maken van vrijwillige afspraken zoals het Betonakkoord en het Plastic Pact. PBL pleit voor meer dwingende eisen op het vlak van circulariteit en producentenverantwoordelijkheid. Op basis van haar ‘Green Deal’ en ‘New Circular Economy Action Plan’ formuleert de EU nadere regels voor elektronische apparatuur met de focus op repareerbaarheid en levensduurverlenging. Binnen de ‘EU Taxonomy’ worden criteria vastgesteld die het mogelijk maken bedrijfsactiviteiten als circulair of niet-circulair te classificeren.
> Circulaire eisen aanscherpen. In het coalitieakkoord kondigt het kabinet Rutte-IV aan met een ambitieus klimaatdoel en uitvoeringsprogramma voor de circulaire economie te komen. Daarnaast is het plan bij de productie van bouwmaterialen en plastic verpakkingen een minimale inzet van recyclaat te verplichten en circulaire ketenprojecten te ondersteunen. Daarnaast stimuleert de
Met een nieuwe methode wordt het percentage kunststofrecyclaat (afvalkunststof ) in een halffabricaat (bewerkte grondstof ) of eindproduct vastgesteld. De methode is ontwikkeld door kunststofrecyclers, verwerkers van kunststof producten, brancheverenigingen, NEN en de Nederlandse overheid. De partijen stelden ook richtlijnen op over hoe producenten betrouwbaar aangeven hoeveel kunststofrecyclaat in een product zit. Kunststofrecyclaat is afvalkunststof dat als grondstof voor nieuwe kunststoffen wordt gebruikt. Kunststofrecyclaat wordt steeds vaker voor dit doeleinde gebruikt. De nieuwe methode heeft 3 onderdelen. Er is afgesproken dat: • een onafhankelijke controlerende instelling de herkomst en hoeveelheid van afvalkunststof vaststelt • alle bedrijven in de keten een administratie voeren die getoetst wordt door een onafhankelijke controlerende instelling. Deze moet voldoen aan de ISO-norm voor chain of custody (NEN-ISO 22095) • beweringen die bedrijven doen naar consumenten voldoen aan de richtlijnen van de Green Deal ‘Betrouwbaar bewijs voor het toepassen van kunststofrecyclaat’
Kunststofrecycling Foto: NVDO
overheid circulariteit direct via haar inkooptrajecten. Producenten moeten daardoor met onderscheidende circulaire innovaties komen om aan de overheid te mogen leveren. Op het vlak van kantoormeubilair, zonnepanelen en zoutstrooiwagens heeft dit een sterke groei van circulaire concepten tot gevolg gehad.
> Data maken levensduurverlengend onderhoud mogelijk. Installaties in moderne fabrieken zijn steeds complexer en genereren grote hoeveelheden data. Elektronica, zoals geïntegreerde software en sensoren, kan de nodige informatie over een product geven, waardoor levensduurverlengend onderhoud gemakkelijker wordt. Met predictive maintenance technieken kan de technische gesteldheid van een product worden gemeten. Anders dan bij routinematig of periodiek preventief onderhoud, wordt het benodigde onderhoud dan voorspelbaar en kan het zo efficiënt mogelijk plaatsvinden. Dit kan een meer circulair materiaalgebruik bevorderen, doordat er minder vaak vervanging van onderdelen nodig is en daardoor per saldo minder onderdelen worden verbruikt. Maar ook is er minder vaak vervanging van het gehele product nodig, wat de levensduur ten goede komt en het materiaalverbruik vermindert.
> Organiseer circulariteit samen met toeleveranciers en externe partners. Een meer circulaire manier van produceren bereik je alleen door samen met partners op te trekken. Denk aan toeleveranciers, afnemers en ondersteunende netwerkpartners, zoals recyclingbedrijven en financiers. Om hernieuwbare, afbreekbare of herbruikbare grondstoffen en materialen in te kopen of via retourlogistiek gebruikte materialen terug te halen voor hergebruik, kan een maakbedrijf niet zonder partners. Ook het invoeren van materialenpaspoorten (met informatie over de eigenschappen van producten en systemen om hergebruik te vergemakkelijken) moet bijvoorbeeld binnen een netwerk van partijen op een eenduidige manier worden vormgegeven. Samenwerking blijkt een onmisbaar element bij alle circulaire innovaties. <
23
ONDERZOEK <
Foto: ANVS
Niet-destructief onderzoek (NDO)
met industriële radiografie Met niet-destructief onderzoek (NDO) wordt de kwaliteit van objecten onderzocht zonder deze te beschadigen. Dit is vooral belangrijk, wanneer de gevolgen groot zijn als het object stuk gaat. Denk aan pijpleidingen, machineonderdelen en drukvaten voor vloeistoffen en gassen.
‘
Industriële radiografie, waarbij er een röntgenfoto van het object wordt gemaakt, is één van de manieren van NDO. Hierbij wordt ioniserende straling gebruikt. Dit moet uiteraard veilig gebeuren. Bedrijven die industriële radiografie uitvoeren, hebben daarom een vergunning nodig van de ANVS. Ook houdt de ANVS hierop toezicht.
> Technieken. Niet-destructief onderzoek gebeurt dus met verschillende technieken, bijvoorbeeld met magnetisme, ultrageluid of door het maken van röntgenfoto’s. Veel objecten worden al bij de productie in de fabriek onderzocht, maar dit soort onderzoek gebeurt ook in het veld tijdens de bouw of tijdens het gebruik. Denk aan het regelmatig controleren van een gasleiding op eventuele scheurtjes of roest. Ook de kerncentrale in Borssele wordt regelmatig gecontroleerd via NDO. Het is een van de belangrijke technieken bij het onderhoud van allerlei onderdelen van de installatie.
24 mei 2022
‘Afschermen van straling geeft meer veiligheid’
> Stralingsbronnen. Bij industriële radiografie worden
> Transport en opslag. Radioactieve bronnen moeten ook
voornamelijk de volgende twee soorten straling toegepast: Röntgenstraling: Dat is straling afkomstig van een röntgentoestel. Deze toestellen zijn vaak draagbaar en bestaan uit een röntgenbuis, bedieningspaneel en kabels. Röntgentoestellen geven geen straling als ze uitstaan. Staan ze aan dan geven deze specifieke toestellen voor de industrie echter zeer sterke straling. Het is niet te vergelijken met een röntgenfoto bij de tandarts. Daar is de straling heel zwak en in een flits weer weg. Hier duurt het onderzoek langer en is de straling sterk.
veilig worden meegenomen en dus goed verpakt zijn. Voor de voertuigen gelden aanvullende eisen en extra veiligheidsmiddelen. Chauffeurs hebben voor dit vervoer een opleiding gevolgd. Voor het transport van hoogactieve bronnen is een vergunning van de ANVS nodig.
> Gammastraling: Dat is straling afkomstig van een radioactieve bron. De radioactieve bronnen zijn klein, vaak maar een paar millimeter. De activiteit van deze radioactieve bronnen is vaak zo hoog dat ze vallen in de categorie ‘hoogactieve bronnen’. Deze bronnen stralen altijd in tegenstelling tot een röntgenapparaat. Hiervoor gelden dan ook extra veiligheidseisen. Zo zit de radioactiviteit verpakt in een kleine pil (capsule) die tegen brand, schudden en zware klappen kan. Daarnaast zit het ook nog in een dichte slang en broncontainer, waardoor de radioactiviteit niet op of in een object of de plek achterblijft. Daarnaast wordt verarmd uranium (een splijtstof ) gebruikt om de straling van de radioactieve bronnen af te schermen. Dit verarmd uranium zit in de containers waarin de radioactieve bronnen worden opgeslagen.
> Industriële radiografie. Voor het uitvoeren van industriële radiografie met gammastraling, hebben bedrijven een grote keuze aan stralingsbronnen, apparatuur en hulpmiddelen zoals elektriciteitskabels en een bedieningspaneel. De hoogactieve bronnen worden altijd opgeslagen in speciale bergplaatsen. Veilige en beveiligde opslag van dit soort radioactieve bronnen is belangrijk om misbruik, sabotage of diefstal tegen te gaan. Ook deskundig gebruik is nodig voor de veiligheid van mens en milieu.
Radioactieve bronnen moeten na gebruik worden opgeslagen in speciale bergplaatsen. Ook hier is een vergunning voor nodig. Veilige en beveiligde opslag van dit soort radioactieve bronnen is belangrijk om misbruik, sabotage of diefstal tegen te gaan. Alle regels rondom transport, opslag en gebruik zijn er om mensen, dieren en omgeving tegen straling te beschermen. Voor de opslag van röntgentoestellen is ook een vergunning nodig. Omdat röntgentoestellen geen straling uitzenden als ze uitstaan, zijn er alleen regels om misbruik en diefstal tegen te gaan.
> Vergunning en toezicht door de ANVS. Voor industriële radiografie moet een bedrijf altijd een vergunning van de ANVS hebben. Dit staat in het ‘Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming’. Aanvullende regels en beoordelingen, die onder andere zijn vastgelegd in de vergunning, helpen de veiligheid. Ook voert de ANVS waar nodig inspecties uit. Zo controleert zij of bedrijven zich aan de regels houden. Naast de ANVS wordt ook door andere toezichthouders gecontroleerd, bijvoorbeeld ten aanzien van het beschermen van werknemers. <
Wanneer het mogelijk is, moet industriële radiografie worden uitgevoerd in een speciaal daarvoor ontwikkelde ruimte of in veiligheidskasten. Dit zorgt ervoor dat de straling voldoende wordt afgeschermd. Mensen en het milieu zijn hierdoor veilig. Bij onderzoek in het veld is er niet zo’n ruimte. In dat geval wordt het onderzoeksgebied afgezet voor de veiligheid voor mens en omgeving.
Over de ANVS De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) ziet er op toe dat de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming in Nederland voldoen aan de hoogste eisen. De ANVS stelt daarvoor regels op, verleent vergunningen, ziet toe op de naleving daarvan en kan handhavend optreden. De ANVS valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Foto: ANVS
25
OPGELEVERD <
Goed opgeleid personeel en goede
engineering vormen de basis Bedrijven die te maken hebben met risico’s op het gebied van explosiegevaar moeten voldoen aan regelgeving en normen. Daar komt het nodige bij kijken, legt Explosion proof Coördinator Erwin Scheggetman van Powerspex uit. “Vroeger werden power plants zo ruim opgezet, dat de kans op het ontstaan van een explosief mengsel veel minder speelde. Maar systemen werden steeds compacter en daarmee nam de kans daarop toe. Dat is de reden dat we tegenwoordig steeds vaker te maken hebben met een ATEX zonering”, zegt Scheggetman.
> Specialiseren. Het Nederlandse Powerspex komt voort uit Stork Ketels en was een tijdlang onderdeel van NEM en later Sie-
mens. Sinds negen jaar is het weer zelfstandig. Een tiental jaren geleden rees de vraag of het niet efficiënter was om de werkplaatsactiviteiten uit te besteden. Maar onder aanvoering van toenmalig chef werkplaats Scheggetman werd besloten om vergaand te specialiseren in ATEX-gerelateerde werkzaamheden. “Je moet iets bijzonders doen, want dan blijf je aan het werk”, blikt Scheggetman terug. “Dus verdiepte ik me in ATEX en IECEx”. Het bijzondere is dat Powerspex nu actief is als fabrikant van EX-systemen, als instal-
Foto: NVDO
26 maart 2022
lateur van dergelijke systemen die tevens onderhoudswerkzaamheden uitvoert en als inspecteur. “Wij kunnen dus alles aan elkaar koppelen, maar wij keuren niet onze eigen systemen, daar huren we derden voor in”.
> ATEX 114 en ATEX 153. Er zijn best veel bedrijven die aan ATEX-regelgeving moeten voldoen, zegt Scheggetman. “Van houtzagerij, tankstation tot BRZO-bedrijven: overal waar de mogelijkheid bestaat op explosies vanwege het ontstaan van een explosief mengsel”. ATEX omvat twee Europese richtlijnen met betrekking tot explosiegevaar: de ATEX 114 en de ATEX 153 over de respectievelijk technische apparatuur en organisatorische maatregelen die een bedrijf moet treffen. ATEX is in Europa verplicht en gevaarlijke gebieden met een kans op explosies moeten worden ingedeeld in EX-zones. Daarnaast is er een internationaal certificatieschema, de IECEx certificering. Dit is een certificering die als basis kan dienen voor lokale certificeringen elders op de wereld, in veel gevallen is IECEx-certificering zelf ook voldoende. “IECEx streeft wel wereldwijde acceptatie na, maar helaas kunnen eindgebruikers wel hun lokale certificering eisen”.
> IECEx-opgeleid. Je kunt als bedrijf ATEX-gecertificeerd zijn. Vervolgens moet je als bedrijf zorgen voor goed opgeleide medewerkers. Bij Powerspex zijn er medewerkers die zijn gespecialiseerd in montage, in testen en in inspecties. “Deze medewerkers zijn IECEx-opgeleid en hebben het bijbehorende examen succesvol afgerond. Dit in tegenstelling tot ATEX waarvoor je geen officieel examen kunt doen, er zijn namelijk geen harde regels. Daarom kiezen wij ervoor te werken volgens het IECEx-systeem dat wereldwijd dezelfde hoge eisen stelt, dezelfde opleiding geeft en dezelfde systematiek hanteert. We willen met de ATEX-richtlijnen ook wel die kant op, maar dat is een kostbaar proces”. Powerspex is een zogenoemde ‘certified facility’. Dat betekent dat het een ATEX en IECEx-werkplaatscertificaat heeft waarmee het onder het raamcertificaat van een fabrikant geautoriseerd is om modificaties aan te brengen aan een ATEX- en IECEx-systemen. > Kostenoogpunt. Scheggetman ziet ‘helaas’ nogal eens dat
‘
er bedrijven zijn die ‘de binnenbocht’ nemen, soms uit onwetendheid, soms uit kostenoogpunt. “We zien regelmatig dat bedrijven in klemmenkasten met gecertificeerde EX-producten bijvoorbeeld een
Erwin Scheggetman Foto: Powerspex
standaard, niet EX-gecertificeerd relais toevoegen. Dat mag niet en is levensgevaarlijk. Want hoewel de kans dat het misgaat misschien erg klein is, zijn de gevolgen van een explosie desastreus, mogelijkerwijs met doden tot gevolg. Bedrijven wegen ook de risico’s af. Neem ATEX-zone 2, de ‘lichtste’ zonering: als er in minder dan 0,1 procent van de bedrijfsduur kans is op gasexplosiegevaar, in uren gezien minder dan tien uur per jaar – hoewel je dat eigenlijk niet meer zo mag gebruiken, omdat bedrijven deze tijdsduur ‘misbruikten’ – dan word je daarin ingedeeld. Daar wordt wel mee gerommeld en ik begrijp wel waarom: het inhuren van ATEX-experts en het aanschaffen van EX-gecertificeerd gereedschap is hartstikke duur. Maar toch kun je het risico niet nemen. De overheid is dan ook > bezig met een inhaalslag op het gebied van inspecties”.
‘De norm zegt dat je een wanddoorvoer deugdelijk moet afdichten. Maar wat is deugdelijk?’ 27
Foto: NVDO
>
> Beter op de hoogte. De grotere bedrijven hebben hun zaakjes meestal wel redelijk onder controle: het zijn de kleinere bedrijven ‘om de hoek’ waar dat minder het geval is, ziet Scheggetman. “Het begint altijd met goed opgeleid personeel. Ook de engineering moet goed zijn. Neem het ongeluk met offshore olieboorplatform Piper Alpha in 1988 waarbij 167 mensen omkwamen. Er vond een grote explosie plaats in de module voor gascompressie, voornamelijk omdat er aanpassingen aan de installatie waren gedaan met extra gasleidingen, terwijl de installatie daar niet op was toegerust. Gebruikers zijn tegenwoordig gelukkig steeds beter op de hoogte van de regelgeving”. > EX-gecertificeerd gereedschap. Gemiddeld elke circa zeven jaar krijgt de regelgeving een update. Die wordt gepubliceerd op de NEN-site en informatie over de nieuwe norm wordt vervolgens rondgestuurd naar belanghebbenden. “Bedrijven moeten die aangepaste norm vervolgens aanschaffen en kunnen trainingen volgen over de verschillen”. Een voorbeeld van een verandering in de norm is het voorschrift dat als er EX-gereedschap op de markt is, dat het dan ook gebruikt moet worden. “Eerder was het zo dat het veilig stellen van de EX-ruimte voldoende was en men standaard gereedschap kon toepassen, volgens het ‘read and run-principe’. Als de gas-pieper bij tien procent LEL-waarde (Lower Explosion Limit; Laagste explosie limiet) een signaal gaf, gold de instructie ‘wegwezen’. De nieuwe regel maakt het voor de (Arbo)inspectie makkelijker om te controleren. Helaas is EX-gecertificeerd gereedschap een stuk duurder”. > Compound-wartel. Een aanpassing in de norm die er aankomt, is het wel of niet moeten toepassen van een compound-wartel in een drukvaste behuizing. “Op basis van een flow chart bepaal je welk type wartel je moet gebruiken: een met rubber voor een lagere explosiedruk, of een compound-wartel voor hogere explosiedrukken (dit heeft te maken met de verschillende gasgroepen IIA, IIB, IIC). Die van rubber is goedkoper en sneller te monteren. Dus in de praktijk zag je voeger gebeuren dat men de flow chart zo toepaste dat men
28 mei 2022
zoveel mogelijk uitkwam bij de rubber versie. Nu hebben we het omgedraaid in de norm en is het voorschrift: ‘gebruik een compoundwartel, tenzij’. Dat lijkt een kleine aanpassing, maar als je weet dat bij waterstof bij een ontsteking veel meer druk ontstaat dan bij aardgas en de kabel in de wartel daardoor veel sneller defect raakt, dan begrijp je de risico’s. Ook de lengte van de kabel is overigens van belang om de druk tegen te kunnen houden. En met alle ontwikkelingen die plaatsvinden met waterstof is dat wel iets om bij stil te staan”.
> Alle onderdelen traceerbaar. Mechanical Atex is een relatief jonge (uit 2016) toevoeging aan de ATEX-regels en schrijft voor dat producten die een mechanische ontstekingsbron bevatten ook EX-gemarkeerd moeten zijn. “Stel, je hebt een installatie met tien automatische kleppen van exact hetzelfde type. Negen daarvan zijn EX-gecertificeerd en een niet. Wat doe je dan? Nummer tien moet ook EX-gecertificeerd zijn, maar EX-producten zijn duurder omdat alle onderdelen traceerbaar zijn. Werkt een onderdeel niet als verwacht, dan kun je dat namelijk traceren én alle andere gebruikers van dat product daarover informeren. Achteraf een stickertje plakken op die tiende meter lost het probleem dus niet op”. Scheggetman is lid van de Nederlandse normcommissie ‘Elektrisch materieel in verband met explosiegevaar’ (NEC 31) die in verschillende thematische werkgroepen discussieert over mogelijke aanpassingen. Scheggetman is betrokken bij de NEN-6079-reeks en zit in drie werkgroepen: drukvaste beveiliging, verhoogde beveiligingen en de norm voor selectie, design en installatiewerkzaamheden. De commissie geeft input aan en heeft stemrecht in de IECEx internationale normen en de Europese implementatie van de internationale norm. En vervolgens aan de Nederlandse implementatie van de Europese norm. Hij noemt een wanddoorvoer in een EX-ruimte als voorbeeld van een gespreksonderwerp in een werkgroep. “De norm zegt dat je een wanddoorvoer deugdelijk moet afdichten. Maar wat is deugdelijk? Kit? Pur? Ik ben voorstander van een gecertificeerde afdichting, gasdicht en brandveilig, maar niet iedereen is het daarmee eens”. <
GAST COLUMN <
Oplossing voor een technisch probleem bedacht? Vergeet het octrooi niet! Goede ideeën worden meestal geboren uit een probleem. Monteurs, werkvoorbereiders, maintenance engineers. Op de werkvloer merken ze dat een van hun tools niet in alle omstandigheden optimaal functioneert. Door hun ervaring verzinnen ze vaak een slimmere, betere, efficiëntere manier en vragen de leverancier dit te maken. Dat is alleen maar toe te juichen toch? Jazeker! Vergeet alleen niet om een octrooi aan te vragen. Technici in de maintenancesector werken meestal met apparatuur die wordt ingekocht bij een leverancier. Maar omdat zij degenen zijn die elke dag met hun apparatuur werken, bedenken zij ook vaak hoe het beter kan. De stap om die leverancier te bellen met de vraag of hij de door hun bedachte verbetering kan maken is snel gezet. Maar daarmee geef je het idee weg en loop je een kans mis om de concurrentie voor te blijven. Voordelen van een octrooi Een octrooi heeft een aantal voordelen. Allereerst ben je de concurrentie een stap voor. Zij hebben bijvoorbeeld die verbeterde inspectietool voor corrosie in leidingen nog niet. Die techniek die predictief Asset Management mogelijk maakt heeft de concurrent nog niet bedacht. Door een octrooi heb je alleenrecht op de verbetering. Een tweede voordeel is controle. Je bepaalt zelf wie je idee mag gebruiken. Hierover kun je afspraken met de leverancier maken. Bijvoorbeeld dat hij jouw idee wel voor andere bedrijven mag gebruiken, maar dan wel tegen betaling van royalty’s. Of dat hij jouw innovatie
Nyske Blokhuis
niet maakt voor je grootste concurrent. Op deze manier heeft ook de leverancier een sterkere positie richting zijn eigen concurrentie. Open source En als je nu iets bedenkt dat je graag met de wereld deelt? Omdat het de hele branche beter maakt bijvoorbeeld. Of omdat het bijdraagt aan een duurzamere manier van produceren. Dan lijkt een octrooi niet nodig. Gewoon iets verzinnen, delen en iedereen kan er gebruik van maken. Toch? Nee, ook dan is het verstandig om een octrooiaanvraag in te dienen. Dit zorgt er namelijk voor dat je zelf in de hand hebt wie jouw innovatie wel en niet mogen gebruiken. Partijen die onvoldoende kwaliteit bieden zet je daarmee buitenspel. Een octrooi voorkomt bovendien ook dat een ander een octrooi krijgt op jouw idee. In het ergste geval kun je je eigen innovatie niet gebruiken, omdat er door een ander octrooi op is aangevraagd. Net als Asset Management, is ook octrooirecht een specialisme. Is er binnen je organisatie een technische oplossing voor een technisch probleem bedacht? Ga dan altijd in gesprek met een octrooigemachtigde voor advies. < Nyske Blokhuis octrooigemachtigde bij EP&C Patent Attorneys
29
ASSET MANAGEMENT <
Foto: NVDO
Koste wat het kost risico’s wegnemen?
Lekkage van gevaarlijke stoffen, plotselinge stroomuitval, cybersecurity issues, een val van hoogte of stukjes metaal die terechtkomen in het productieproces. Elk bedrijf kent HSEQ risico’s. Met oorzaken in technisch falen of menselijk handelen of soms in domme pech. Alle risico’s voor honderd procent wegnemen, is niet mogelijk. Maar welke mitigerende maatregelen kun je wel nemen en wat zijn hiervan de kosten en de baten?
30 mei 2022
‘
‘Tussen niets doen en een complete fabriek stilleggen ligt een zee aan mogelijkheden’
’
> Lines of Defence. Europese BRZO bedrijven zijn sowieso ver-
Wikken en wegen over kosten van mitigerende maatregelen is bijna oneerbiedig. Het gaat immers over het verbeteren van de veiligheid, over mensenlevens! Safety moet dus ‘koste wat het kost’ op nummer één staan. Maar als je die uitspraak letterlijk neemt, is er een kans dat je doorschiet en te veel investeert in risicobeheersing.
> Risicomatrix. Met een risicomatrix wordt de mogelijke impact van een incident afgezet tegen de waarschijnlijkheid van optreden. Het spreekt voor zich dat incidenten met een hoge impact en een grote kans van plaatsvinden de meeste aandacht verdienen: wat kunnen we doen om de impact te verkleinen en welke maatregelen kunnen we nemen om te voorkomen dat het incident zich überhaupt voordoet? Om dodelijke incidenten, persoonlijk letsel en milieurampen te voorkomen, willen we het maximaal mogelijke doen. Nico Groen, directeur Traduco, a Mainnovation company zegt hierover; “Wanneer een (bijna) incident heeft plaatsgevonden, zie je vaak dat er vervolgens beslissingen worden genomen op basis van emotie en niet op ratio. Alles dat kan helpen om een dergelijk incident te voorkomen, wordt doorgevoerd”.
plicht zich te houden aan de ‘Lines of Defence’ zoals die zijn geformuleerd in de Seveso-richtlijn. Dit behelst in de eerste plaats het beheersen en beveiligen van de processen. Daarnaast moeten deze bedrijven kunnen aantonen wat ze doen aan mitigatie en zelfredzaamheid en moet ruimte worden gegeven aan eventuele reddende acties door overheidshulpdiensten. Groen; “Dit zijn verplichtingen die variëren van het aanbieden van degelijke PBM’s, het vaststellen en handhaven van wetten en regels en het uitvoeren van inspecties van alle beveiligingsinstallaties. Maar daarbinnen is nog steeds veel ruimte voor een eigen invulling. Hoe en hoe vaak worden medewerkers getraind, is er een lock-out-tag-out procedure, welke materialen houden we in reserve? En met al die beslissingen zijn kosten gemoeid”.
> Eigen verantwoordelijkheid. In de afgelopen tien jaar is er veel veranderd. Groen; “Vroeger schreef een ambtenaar uit Den Haag voor hoe de grote raffinaderijen de veiligheid op hun terrein moesten managen. Het is goed dat de verantwoordelijkheid nu bij de bedrijven zelf ligt, omdat zij hun installaties en werkwijzen kennen. ISO 55.000 kan hierbij als norm worden gehanteerd: wát moet gewaarborgd zijn. Maar hóe dit moet worden uitgevoerd, daarover kan worden gediscussieerd”. Het waarborgen van de betrouwbaarheid van de installatie is een belangrijk onderdeel binnen het vakgebied Reliability Engineering. Er zijn Asset Performance Management software tools op de markt die helpen met die hoe-vraag. Het unieke van de tool AMprover is dat je op zoek kunt gaan naar de juiste balans tussen effectieve maatregelen en de kosten en baten ervan. Groen; “Tussen niets doen en een complete fabriek stilleggen – uiteraard beide geen optie – ligt een zee aan mogelijkheden. Welke maatregel is effectief mitigerend en wat zijn de (bijkomende) kosten? Met deze inzichten kun je daadwerkelijk de veiligheid verbeteren, mensenlevens waarborgen, maar wel tegen de juiste prijs”. <
31
INSPIRE <
Vliegende start als Drone expert
Drones zijn hot. Op verschillende plaatsen wordt gefantaseerd over nieuwe toepassingen van drones en op sommige plaatsen worden ze ook écht ingezet. Die groeiende inzet zal ook gaan zorgen voor een groeiende vraag naar technisch specialisten. Mensen die verstand hebben van zowel de techniek van de drones als de wet- en regelgeving die hiermee gemoeid is. ROC Noorderpoort werkt samen met Omnidrones Academy en andere partners aan een vierjarige MBO niveau-4 opleiding tot Drone Expert. techniek in de drones, de veiligheid rondom de drone, de wet- en regelgeving die erbij komt kijken. En ook van het onderhoud aan de systemen en bijvoorbeeld het verwerken van data. Die zaken willen we door middel van de opleiding bij Noorderpoort de nieuwe drone experts gaan leren”.
> Marktgericht. Vanaf september 2022 start ROC Noorderpoort de MBO 4 opleiding Drone Expert die onderdeel is van de opleiding Technicus Engineering. Hierdoor is er een behoorlijke technische basis in de lesstof aanwezig met aanvullend de drone component. De veelzijdigheid van de onderwerpen maakt de nieuwe opleiding interessant én het dwingt tot keuzes. Henk Zwetsloot, vanuit Noorderpoort ingeschakeld om de verbindingen met het werkveld te leggen; “Je moet goed nadenken wat je in de beperkte tijd van vier jaar kan doen. Daarom is mijn rol als relatiemanager om de bedrijven naar ons toe te halen die bij dat soort keuzes kunnen helpen”. De aanpak maakt de opleiding marktgericht. Goed overleg met de vragende partijen uit een breed scala zorgt ervoor dat de opleiding vakgericht maar niet te niche wordt. We hebben te maken met een grote diversiteit aan bedrijven. Deze lopen uiteen van de drone experts, het inspecteren van wegen en gebouwen tot gebruikers van data die gegenereerd wordt uit inspecties.
Foto: iTanks
“Wij zijn er van overtuigd dat als we nu niet snel gaan opleiden, we over een paar jaar echt problemen krijgen”. Egbert Swierts, eigenaar van Omnidrones Academy schetst de noodzaak van een vakgerichte opleiding in de groeimarkt van drones. De aantrekkingskracht én zichtbaarheid van drones maken de technologie populair bij potentiële gebruikers én nieuwe werknemers. “Maar zij zoeken daarom ook naar mensen die verstand hebben van de
32 mei 2022
> Omgeving. Er is meer dan nieuwe techniek. Ook de wet- en regelgeving rond drones is onlangs van landelijke naar Europese regelgeving gegaan. Daar is in de opleiding ook ruim aandacht voor. Swierts; “Je moet snappen in wat voor wereld je terecht komt als je met én aan drones gaat werken. Ook moet je weten dat er andere gebruikers zijn. Van grote vliegtuigen en zweefvliegers tot ballonvaarders en traumahelikopters. Daarbij is bewustwording in welke omgeving je terecht komt heel belangrijk”. De gehanteerde regels zijn afspraken voor in de praktijk, maar ook daar zullen innovaties op te zien zijn. Volgens Swierts verplaatst de toepassing steeds meer naar autonome toestellen. En ook daar zullen de regels in meebewegen.
‘
‘We proberen toe te werken naar slimme en groene mobiliteit. En daar hoort het opleiden van drone experts en dronepiloten ook bij’ > Contouren. Om aan de vraag te voldoen, moet de vraag wel bekend zijn. Dat is voor enkele bedrijven die al een paar jaar zelf vliegen en drones inzetten geen probleem. Maar er zijn genoeg bedrijven waar het inzetten van drones veel waarde kan betekenen maar waar ze er nog totaal niet mee bezig zijn. Zwetsloot; “We beginnen met de bedrijven die er helemaal voor open staan en baseren daar de voorbeelden op. Daarmee gaan we ook op pad om de overige bedrijven te inspireren om met drones én de opleiding bij Noorderpoort aan de slag te gaan. De basiscontouren daarvoor staan, de verdieping in de onderwerpen wordt nu verder uitgewerkt”. Swierts; “Daar hebben we de komende vier jaar voor uitgetrokken. Met de kennis die bij ons en bij Noorderpoort aanwezig is, kunnen we een schitterende opleiding neerzetten die meegroeit met de markt. We hebben een learning by doing aanpak om dicht bij de vraag te blijven. De markt verandert nog zo snel dat het nu geen zin heeft om de plannen exact vast te leggen voor de komende vier jaar”.
> Breed. De opleiding wordt mede gefinancierd vanuit het Nationaal Programma Groningen en ondersteund door de provincie
’
Groningen en Hive Mobility. Zij zijn bezig met slimme en groene mobiliteit in de provincie. Daar is de nieuwe opleiding een onderdeel van. Swierts; “We proberen toe te werken naar slimme en groene mobiliteit. En daar hoort het opleiden van drone experts en dronepiloten ook bij. Bovendien zorgt het initiatief voor de aangesloten bedrijven voor een veel bredere kijk op het mobiliteitsvraagstuk en kan je bij elkaar in de keuken kijken”. Bedrijven die nu benaderd worden en die zich aansluiten, doen dat voor de langere termijn. Zwetsloot; “Daar gaan we afspraken over maken en we proberen zo ook voor de studentenplekken te regelen waar ze kunnen gaan kijken en mee kunnen werken aan praktijksituaties. Niet alleen vanuit de klas, maar ook stages, excursies, gastcolleges en voorbeeldprojecten”. En daar is Zwetsloot steeds naar op zoek: Bedrijven die zich aansluiten en zo meebouwen aan de experts van morgen. Als er partijen in Noord-Nederland zijn die meer willen weten of zelfs willen aansluiten, dan kan dat via de redactie van Vakblad Asset Management. <
Foto: Tanks
33
ONDERHOUD <
Gasketelwet moet leiden
tot betere CV-installaties De Gasketelwet is van kracht. Vanaf 1 januari 2023 moeten alle Nederlandse cv-installateurs en gasinstallatiebedrijven beschikken over een Bewijs van Vakmanschap CO en een CO-certificering. Dit onder meer om het aantal doden en gewonden door koolmonoxide te verminderen.
Foto: Bonarius
Jaarlijks vallen er naar schatting vijf à tien dodelijke slachtoffers en enkele honderden gewonden door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide. Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar koolmonoxideongevallen, blijkt dat bijna de helft van de ongevallen gebeurt met een cv-installatie. Het merendeel hiervan is niet te wijten aan slecht onderhouden toestellen of oude geisers, maar komt ook voor bij modern en goed onderhouden systemen.
34 mei 2022
> Installatiefouten. “Uit het onderzoek blijkt dat er in de praktijk veel installatiefouten worden gemaakt en/of dat de installaties niet op een juiste wijze worden onderhouden. Sinds het afschaffen van de Vestigingswetgeving in 2007 stelde de overheid ook geen vakbekwaamheidseisen meer aan installateurs en kon iedereen een installatiebedrijf beginnen. Dit in tegenstelling tot landen als België, Duitsland en Engeland. De door de markt zelf uitgebrachte kwaliteitskeurmerken bleken onvoldoende tot zelfregulering te leiden en
‘
‘Na de overgangsperiode zal handhaving gaan plaatsvinden en is het strafbaar om werkzaamheden aan cv-ketels te verrichten zonder certificering’ Als eerste gecertificeerd voor de Gasketelwet Installatiebedrijf Bonarius maakt deel uit van een select aantal installatiebedrijven dat meedraaide in een pilot. In deze pilot mochten zes certificerende instellingen maximaal vier installatiebedrijven certificeren. In april vorig jaar bezocht een auditor van Kiwa een aantal Bonarius medewerkers op het werk. Hij beoordeelde de benodigde opleverhandelingen en registraties en toetste het kwaliteitssysteem en de gebruikte meetmiddelen conform het opgestelde certificatieschema. Aangezien Bonarius al BRL-certificeringen hanteerde, sloot de Gasketelwet (BRL6000-25) meteen aan bij de aanwezige werkwijze. Hierdoor hoefden er relatief weinig aanpassingen te worden gedaan in de aanloop naar de certificeringspilot. Voor Kiwa was de pilot een mooie gelegenheid om het schema in de praktijk te toetsen.
ze bieden bewoners onvoldoende zekerheid dat hun cv-ketel en rookgasafvoer op een veilige wijze zijn geïnstalleerd”, zegt WillemJan Broekkamp, manager kwaliteit en veiligheid bij installatiebedrijf Bonarius dat aan ruim 250.000 cv-installaties het onderhoud verzorgt. Broekkamp bewaakt de arbo- en kwaliteitscertificeringen voor de technische installaties en begeleidt collega’s en zowel interne als externe audits.
’
Inmiddels is de certificering via aanpassing in de Omgevingsregeling ook opgenomen in de nieuwe Omgevingswet. Concreet betekent dit dat alleen gecertificeerde bedrijven en monteurs met een Bewijs van Vakmanschap CO nog bepaalde werkzaamheden mogen uitvoeren aan gasinstallaties, rookgasafvoervoorzieningen of verbrandingsluchttoevoeren”.
> Overgangsperiode. Alhoewel de wetgeving in 2020 al is ingegaan, kent deze een overgangsperiode tot 1 januari 2023. “Deze overgangsperiode is bedoeld om monteurs de tijd te geven om de benodigde opleiding te behalen en installatiebedrijven om zich te laten certificeren. De eisen gelden voor installatiebedrijven maar ook voor zelfstandigen. Na de overgangsperiode zal handhaving gaan plaatsvinden en is het strafbaar om werkzaamheden aan cvketels te verrichten zonder certificering”. > Wat houdt de BRL 6000-25 in? De wet- en regelgeving, wat mag en wat niet langer is toegestaan, is strenger geworden terwijl er meer verantwoordelijkheid bij de monteur komt te liggen. “Zo zijn er meer controlepunten en moeten er meer controlehandelingen worden uitgevoerd die specifiek zijn bedoeld om na te gaan >
> BRL6000-25. De BRL 6000-25 moet het tij keren. “De BRL 6000-25, in de volksmond de Gasketelwet genoemd, is een beoordelingsrichtlijn die betrekking heeft op gebouwgebonden gasverbrandingstoestellen en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas. In september 2020 is via publicatie in de Staatscourant een wijziging van het Bouwbesluit doorgevoerd in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties.
Willem-Jan Broekkamp Foto: Bonarius
35
>
hoe de verbranding plaatsvindt en hoe het rookgasafvoersysteem functioneert. Denk onder andere aan het meten van verbrandingswaarden, het uitvoeren van omgevingsmetingen, … Daarnaast moeten gecertificeerde bedrijven voortaan ook een kwaliteitshandboek bijhouden. Hierin wordt schriftelijk vastgelegd op welke manier de kwaliteitszorg is geregeld. Het bestaat enerzijds uit procedures die de kwaliteit van de interne processen binnen de organisatie aantonen (organisatiegerichte procedures) en anderzijds uit procedures en checklist waarmee de kwaliteit van de uitgevoerde projecten zeker wordt gesteld (projectgerichte procedures)”.
> Kwaliteit en efficiëntie. Bonarius heeft de BRL 6000-25 certificering inmiddels al op zak. “Dagelijks verzorgen we met ruim 300 medewerkers de installatie, onderhoud en optimalisering van technische installaties. De meeste installaties in beheer zijn nog voorzien van gasverbrandingstoestellen. We hebben alle technische disciplines in huis en streven altijd naar de beste oplossing. Kwaliteit primeert. We geloven dat kwalitatief goed werken ook efficiënt werken betekent”. “Als je dat eenmaal begrijpt, dan levert het werken volgens een kwaliteitssysteem alleen maar voordelen op. Deze aanpak heeft ons al veel gebracht. Als installatiebedrijf hadden wij al een BRL6000-certificering voor de verschillende deelgebieden die betrekking hebben
op de regelgeving in het Bouwbesluit voor werkzaamheden aan technische installaties (SCIOS-regeling, F-gassen, …) De BRL 6000-25 sluit daardoor goed aan op de bestaande werkwijze. De voorbereiding van de wetgeving en invoering is al lang bekend dus is er genoeg tijd geweest om ons te kunnen voorbereiden en onze werkzaamheden aan te passen zodat we ons eenvoudig konden certificeren”.
> Vakbekwaamheid. Een belangrijk deel van de certificering betreft de aantoonbare vakbekwaamheid van de medewerkers over de risico’s van koolmonoxide. “Daar besteden we met onze Bonarius Academy al veel aandacht aan, dus ook hier was er een goede aansluiting tussen wat we al deden en wat van ons wordt verwacht. We hebben alle monteurs hiervoor opgeleid. Dat geldt ook voor onze inhuurkrachten die we hebben betrokken. We hebben hen eveneens alle mogelijkheden geboden om zich via ons voor te bereiden en te scholen”. > Betere en veiligere installaties. De certificering is, in het licht van het Bouwbesluit erg nuttig, vindt Broekkamp. “De risico’s van koolmonoxide in de praktijk zijn reëel. Daar worden wij met enige regelmaat mee geconfronteerd. De problemen met koolmonoxide doen zich vooral voor bij rookgasafvoeren van bestaande cv-ketels. In het verleden zijn rookgasafvoeren bij vervanging van de cv-ketel niet vervangen of onjuist aangebracht. Deze blijken onvoldoende bevestigd of ongeschikt om een ketelleven mee te gaan en zorgen voor lekkages en risicovolle situaties. Hoe we daarmee omgaan? Onze professionals leveren de installatie van of onderhoud aan cvketels altijd op volgens het opgestelde protocol van certificering. Hierbij volgen ze de regelgeving en voorschriften van de fabrikant strikt op. Constateren ze afwijkingen aan bestaande installaties, dan worden deze opgenomen en met de eigenaar besproken en vastgelegd. Bij ernstige afwijkingen waarbij er koolmonoxide vrijkomt geven ze dit door de certificerende instellingen en bevoegd gezag”.
‘
‘Het is een kapstok voor het technische proces van engineering tot uitvoering’ CLV Inspectie Foto: Bonarius
36 mei 2022
Toolbox Foto: Bonarius
Deze procedure volgt nog niet elk installatiebedrijf op dit moment. “Echter, de verplichte certificering en de daarbij horende voorgeschreven handelingen zorgen in de hele installatiesector voor meer aandacht voor kwaliteit en veiligheid van installatie en onderhoud van gasinstallaties bij een gelijk speelveld voor alle installateurs. De invoering van de BRL 6000-25 gaat mijns inziens vanzelfsprekend leiden tot betere installaties en veiligere cv-ketels”.
> Bedrijfsprocessen in kaart. Broekkamp ziet nog meer voordelen van certificering. “Het is een kapstok voor het technische proces van engineering tot uitvoering. Voor technische installaties gelden voorschriften vanuit regelgeving of fabrikanten waarbij het van belang is voor het goed functioneren van de installaties dat deze worden gevolgd. Omdat je bij een certificering ook je bedrijfsproces in kaart moet brengen helpt dit je om efficiënter te komen tot beter eindproduct. En uiteraard is ook de klant daarmee geholpen en zal dit ook zo waarderen”. > Impact. Nadelen zijn er niet meteen. “Toch is het belangrijk om te benoemen dat systemen die in het verleden zijn geïnstalleerd volgens de huidige wet- en regelgeving, niet meer zouden mogen worden geïnstalleerd. Dit betekent dat als je in bepaalde gebouwen een oude ketel door een nieuwe variant vervangt, er meer aanpassingen nodig zijn dan men mogelijk verwacht”. Broekkamp licht toe met een voorbeeld. “Veel eigenaren en vastgoedbeheerders hebben de collectieve rookgasafvoersystemen (CLV systemen) in complexen
in beheer niet goed in beeld. Deze systemen zijn vaak verouderd en/ of worden niet onderhouden. Volgens de nieuwe regelgeving kan een installateur hier niet zomaar meer een nieuwe ketel op aansluiten. De systemen moeten worden geïnspecteerd op de geschiktheid voor nieuwe HR-ketels. Vaak blijken de systemen verouderd en ongeschikt. De kosten van vervanging van deze systemen zijn aanzienlijk waarbij onvoldoende rekening is gehouden in de opgestelde meerjarenbegrotingen. De Gasketelwet heeft dus niet alleen impact op de installatiesector, daar is nog niet iedereen zich van bewust”. <
Bonarius Academy Bonarius heeft een eigen Academy en mag zich al enige jaren ‘Erkend Leerbedrijf’ noemen. Sinds 2017 worden de lessen van opleiding Service en Onderhoud gegeven in een eigen klaslokaal. Bij de opleiding ligt de focus niet alleen op service (storingen en onderhoud), maar ook op montage. Daarom is in het kantoor in Zwanenburg een replica van een Amsterdamse driekamerwoning (70m2) gebouwd. Hier leren monteurs alles over het installeren en onderhouden van leidingen en cv-installaties op verschillende plekken in huis. Bijvoorbeeld boven het aanrecht, in de balkonkast of in de kruipruimte. Ook leren ze hoe het aansluiten en monteren van een radiator in zijn werk gaat. De risico’s van koolmonoxide is uiteraard een belangrijk aandachtspunt.
37
ON OUR WAY TO EUROMAINTENANCE <
Rotterdam Ahoy,
more than just a venue As a venue Rotterdam Ahoy is well known among the ‘biggest on earth’ since 1971. A worldclass venue offering infinite possibilities with over 50 years of experience in hosting concerts, sports-, business events and much more. Therefore it is the perfect location for a high quality congress such as EuroMaintenance and Maintenance NEXT, the leading maintenance and technology exhibition in the Benelux. But, Rotterdam Ahoy is more than just a venue. 38 maart 2022
on the Ahoy square. The new development has a direct connection to the rest of the event accommodation, making it possible to create various combinations with the building’s many other spaces.
> Het Hart van Zuid (The Heart of South). The completion of the building is not only a milestone for Rotterdam Ahoy, but also for the area development of Hart van Zuid. The large-scale quality improvement of Hart van Zuid continues at a rapid pace. The Swimming Centre Rotterdam and Zuidplein Theatre with a location of Rotterdam Library are already in use. An expansion of Shopping Mall Zuidplein, a new bus terminal and movie theatre, residences and food service establishments are all still in development. This gives leisure a full place within the area development and further improves Hart van Zuid’s status as a city centre. > Sustainable future. Investing in sustainability initiatives is one of Ahoy’s top priorities. Therefore the Municipality of Rotterdam, Rotterdam Ahoy and Hago Nederland (cleaning company) are joining forces to start on the realisation of an urban water buffer (UWB), a system in which rainwater is collected, retained, filtered, stored and reused. The water collected in the underground storage facility will be purified with plants and stored deep in the subsoil until it can be reused. The water from the water buffer will be used for window cleaning and floor cleaning. The water will also be used to flush the toilets at the new cinema. With the UWB Ahoy expects to be able to reuse 20,000 cubic metres of the collected water annually.
Foto: Rotterdam Ahoy
> Rotterdam Ahoy Convention Centre. Last year was the opening of the new state-of-the-art Rotterdam Ahoy Convention Centre (RACC). This expansion gives Rotterdam Ahoy thirty-five additional spaces in which to host (international) conventions and gatherings. The RACC boasts thirty-five spaces with capacities ranging from 50 to 1,000 people. RTM Stage is the building’s largest space. It can be used as a music hall for 7,800 visitors (a so-called mid-size arena) and as a theatre/auditorium. With a capacity of 2,750 seats (or 4,000 seats in the XL variant), RTM Stage is the largest theatre hall in the Netherlands. Another one of the building’s remarkable spaces is the expo foyer ‘De Rotterdam’, located on the third floor. It grants visitors a stunning view of the skyline of Rotterdam’s inner city. Bar Restaurant Seventy One, named after the year of Ahoy’s opening, will welcome visitors
As you can see Rotterdam Ahoy is more than just a venue. The possibilities, location, ambition and the social role it plays, make it the perfect stage for the combination of EuroMaintenance and Maintenance NEXT. Hopefully you will witness it in the third week of April 2023. <
‘
‘Rotterdam Ahoy is more than just a venue’ 39
25 T H E D I T I O N
ASSET MANAGEMENT AT ITS BEST
PARTNERSHIP PACKAGES Eu ro Ma i n t e n a n c e
17 - 19 APRIL 2023 | ROTTERDAM AHOY
WWW.EUROMAINTENANCE.NET
40 mei 2022
EUROMAINTENANCE 2023 The largest European maintenance congress will take place from 17 to 19 April 2023 in the brand new, state-of-the-art, Rotterdam Ahoy Convention Centre (RACC). Visitors will be treated to three full days of valuable presentations, workshops and demonstrations. At the same time the leading maintenance and technology exhibition in the Benelux - Maintenance NEXT - will be held in Rotterdam Ahoy. The combination of EuroMaintenance and Maintenance NEXT will make Rotterdam the most important meeting place for maintenance professionals.
Asset Management at its best will be the theme for this edition of EuroMaintenance. Business leaders will share their vision on developments and the future of the industry and best practices will be showcased. More than 40 workshops will focus on the main themes in asset management: Smart industry, Sustainability, Asset performance management, Human factor and Safety. In addition to the workshops, international top speakers take the stage to share their knowledge and inspire.
Smart Industry
Sustainability
Asset Performance Management
Human Factor
Safety
High quality content Extensive networking opportunities International top industry leaders
PARTNERSHIP PACKAGES EuroMaintenance 17 - 19 April 2023 | Rotterdam Ahoy
41
PARTNERSHIP PACKAGES EuroMaintenance is the perfect opportunity to present your company internationally and to the right target audience. We offer 3 limited partnership packages to choose from.
PLATINUM
GOLD
SILVER*
32 m2
16 m2
4 m2
Bar table
2
1
1
Chairs
4
2
2
1-day congress tickets for relations**
18
12
9
1-day congress tickets for colleagues
18
12
9
Dinnertickets ***
8
6
4
€ 19,500.-
€ 9,900.-
€ 3,950.-
PRESENTATION OPTIONS Host a workshop Host a round table meeting
HOSPITALITY UNIT Standspace including standwall
Counter
CONGRESS TICKETS
COMMUNICATION – LOGO VISIBILITY Website EuroMaintenance Website Maintenance NEXT Newsletter template Confirmation email registration Press backdrop Welcome presentation slides plenary App Aftermovie LinkedIn Lanyards
Price
NVDO and EFNMS members will receive a 10% discount on both the partnership packages and the congress tickets.
*) Partnership package silver is exclusively available for exhibitors of Maintenance NEXT (from 20m2) or organizations that contribute to the congress program of EuroMaintenance. **) Congress tickets represent a value of € 950.- (standard rate). ***) Dinnertickets represent a value of € 95.- (standard rate) and will take place on Monday 17 April.
PARTNERSHIP PACKAGES EuroMaintenance 17 - 19 April 2023 | Rotterdam Ahoy
42 mei 2022
Hall 1
Office
Ahoy Plaza Ahoy Arena
MAINTENANCE NEXT EXHIBITION EUROMAINTENANCE
Hall 4 Hall 6
Entrance
Maintenance NEXT Exhibition
Main Entrance
Hall 2
Hall 3
Hall 5
RTM STAGE 3,100M 2 2 SETTINGS: • AUDITORIUM 2,750P • HALL 7,000P
Entrances Convention Centre
CONVENTION CENTRE
EuroMaintenance is organised by NVDO – The Dutch Maintenance Society represent over 300,000 maintenance professionals. EFNMS - The European Federation of National Maintenance Societies, its objectives are the improvement of maintenance for the benefit of the peoples of Europe. Rotterdam Ahoy - A world-class venue offering infinite possibilities. Over 50 years of experience in hosting business events. For more information or participation please contact +31 (0)10 293 30 41 or info@euromaintenance.net.
Maintenance NEXT 18 – 20 April 2023 Maintenance NEXT is the most important meeting place for maintenance professionals. During the exhibition, more than 250 national and international exhibitors will present the most important innovations in the field of (industrial) maintenance on the exhibition floor, which is visited by more than 11,000 visitors every two years. A visit to Maintenance NEXT is essential for anyone who is professionally involved in the maintenance industry. Visit the website www.maintenancenext.com for additional information.
PARTNERSHIP PACKAGES EuroMaintenance 17 - 19 April 2023 | Rotterdam Ahoy
43
VASTGOEDEXPLOITATIE <
Vastgoedexperts over nut, noodzaak en de belemmeringen van wetten en regels
Jaap van der Bijl (Altera) en Marleen Kranenburg (Rebo) zijn het eens: ‘Soms wordt het paard achter de wagen gespannen…’ Met € 3 miljard aan assets onder beheer (verdeeld over de sectoren woningen en winkels), is Altera Vastgoed een grote speler te noemen als institutionele vastgoedbelegger in Nederland. REBO Groep is met haar bijna 50-jarig bestaan, 140 medewerkers en 11 vestigingen ook niet meer weg te denken in het landschap van onafhankelijke vastgoedspecialisten. Met deze twee NEVAP-leden duiken we in de wereld van wet- en regelgeving. Stoffig? Zeker niet. Juist een thema waar het vakgebied op alle facetten dagdagelijks mee te maken heeft. Soms werkt het in het voordeel, soms als een belemmering.
> Nut en noodzaak: verdeling schaarste - creëren kwaliteit - aanjagen innovatie. Jaap van der Bijl (CEO Altera Vastgoed) en Marleen Kranenburg (Algemeen Directeur REBO Groep) kijken eerst naar het nut en de noodzaak van wet- en regelgeving. Van der Bijl; “Het doel van wetten en regels is o.a. dat zij duidelijkheid schetsen voor alle partijen, zodat ze belangen met elkaar kunnen verenigen. Dat veronderstelt overigens dat de regels goed en doelgericht zijn. De cascade van regels zijn ervoor bedoeld om een heel pakket te bieden: van bouwtechnische regels tot het ESV (economisch samenwerkingsverband) en van kwaliteitsborging tot ruimtelijke ordening. Bij de woningmarkt hebben de nieuwe regels nu veelal het karakter van verdeling van schaarste naast het creëren van geïntegreerde kwaliteit”. Kranenburg is het hier mee eens, en vult als ‘nut’ aan dat als gevolg van regelgeving innovaties worden aangejaagd. “Als er bijvoorbeeld geen wetten en regels zouden zijn rondom duurzaamheid, doen partijen wellicht helemaal niets, of slechts een beetje. Door het heilige moeten wordt alles soms vloeibaar. Ook zijn wetten nodig om kwetsbaren te beschermen; zoals ouderen of invaliden. Mijns inziens worden wetten ook voor dit soort hogere doelen ingevoerd”.
> Belemmering: regels die het paard achter de wagen spannen. Volgens Van der Bijl is er een veronderstelling dat er een goede overlap is tussen de doelstellingen van regels, maar die is er niet altijd: “Dat komt door politieke besluitvorming; er worden soms regels gemaakt die ‘het paard achter de wagen’ zetten. Dat kan belemmerend zijn voor degenen die zich houden aan deze regels, waarvan op voorhand duidelijk is dat ze een doelfrustrerende werking hebben”.
Jaap van der Bijl Foto: Altera
44 mei 2022
Ter illustratie schetst Van der Bijl twee treffende voorbeelden: Ten eerste: “Op voorhand was voor onze sector duidelijk dat de verhoging van de overdrachtsbelasting niet goed zou zijn. Niet voor institutionele beleggers maar ook niet voor particuliere kopers, vanwege het prijsopdrijvende effect. In de gang van de politieke besluitvorming wordt niet voldoende naar inhoudelijke argumenten geluisterd: ‘te lastig om terug te draaien, dat gaan we niet meer doen’. Die houding vind ik niet goed; je zit met regelgeving opgescheept die het doel voorbijschiet”.
‘ ’
‘Een opeenstapeling van regels heeft iets weg van een lappendeken’
Ten tweede: “De opeenstapeling van regels heeft iets weg van een lappendeken. Regels rondom ruimtelijke ordening, bouwtechniek, milieu, lokale en nationale procedures,… Het is geen goed geïntegreerd pakket en daardoor ook niet altijd goed uitvoerbaar en verdeeld over vele loketten. Mede daardoor kunnen ambtenaren niet geïntegreerd beoordelen, laat staan besluiten. En met het risico van miscommunicatie en traagheid. Ook wij moeten langs vele loketten voor een nieuwbouwproject, en zien dat niet iedereen hun inspanning op elkaar kan afstemmen. Is het ambtelijk apparaat wel goed geresourced? Een vraag die onze verantwoordelijkheid voorbijgaat”.
> Bezint eer gij begint. Hoewel Van der Bijl meent dat het
afstemmen en in uitvoering brengen van wet- en regelgeving weerbarstig kan zijn, ziet hij ook verbeterkansen. “Zonder het arrogant te bedoelen: bezint eer gij begint. Aan de voorkant zou de politiek zich meer vragen moeten stellen, zoals ‘wat bevordert deze regel, wordt iets hiermee efficiënter, hebben meer mensen er baat bij, in hoeverre is het toepasbaar?’ Als het concreet wordt gemaakt, kan het als een business case benaderd worden. Nu staan vaak zaken haaks op elkaar: als het doel is om in tien jaar circa een miljoen woningen te bouwen is het kapitaal (300-350 miljard) dan wel beschikbaar? En waar gaan we de huizen bouwen? Is er wel voldoende bouwrijpe grond, hoe zit het met de infrastructuur en worden vergunningsprocedures op het doel afgestemd? Vervolgens kom je ook op het punt van flexibiliteit, want zijn de makers van wetten en regels bereid deze aan te passen wanneer nieuwe gebeurtenissen de plannen lijken te doorkruisen?”
valt: “Als je de procedures wilt versnellen, kijk dan kritisch naar de pijplijn. Vastgoed is nogal ‘vast’, dus als je dat weet en je start met bouwen, wil je het zo toekomstbestendig mogelijk doen. Als je het belang daarvan kunt aantonen – ook tijdens het bouwproces – dan zou dat met een spoedprocedure mogelijk moeten zijn”.
> De (neven)effecten van (te stringente) wet- en regelgeving. Kranenburg vindt dat niet alleen vanzelfsprekend van-
wege het duurzaamheidsaspect, ook denkt zij aan de portemonnee van de bewoners en de vele andere neveneffecten. “Als Property Managers gaan wij er vaak met gestrekt been in, omdat we pas in beeld komen als de discussies tijdens de bouw over wel of niet nog iets toevoegen of weglaten aan een woning geweest zijn. Stel dat in zo’n discussie besloten is om niet voor die zonnepanelen te gaan, omdat dit extra tijd zou kosten bij de loketten, dan heeft dat als direct gevolg voor de huurder dat zijn maandlasten omhooggaan. Zijn energielasten zijn hoger dan had gehoeven. Dat kan op termijn leiden tot meer mutaties; een huurder vertrekt als hij elders energiezuiniger kan wonen. Dat betekent hogere kosten voor de belegger. Het zijn eigenlijk de praktische gevolgen van wet- en regelgeving. Toepassingen en nieuwe ontwikkelingen in de bouw en installatietechniek gaan ontzettend hard, en wetgeving blijft daar soms bij achter of werkt zelfs tegen. Ontzettend zonde”. <<
> Papieren werkelijkheid. Een terechte vraag, meent Kranenburg, een die aan het einde van de rit ook impact heeft op de eindgebruiker. De bewoner van een huis of een retailer. “De consument denkt dan ‘waarom ben ik hier de dupe van? Wat een gemiste kans! Ik snap niet dat de bouwer dit huis zo heeft kunnen opleveren’. Maar gedurende het bouwproject bleek bijvoorbeeld geen ruimte meer te zijn om alsnog nul-op-de-meter te realiseren, of die zonnegevel in te bouwen. Waarom? Alleen omdat de vergunningen al waren verstrekt en niemand zit te wachten op het antwoord: ‘ga terug naar start’. In de eerste plaats omdat de bouw dan langere tijd stilligt en in de tweede plaats omdat dit een enorm domino-effect heeft, denk alleen al aan de stijging van bouwkosten. Zo zitten net opgeleverde woningen anno 2022 nog op het gas aangesloten, enkel vanwege de datum op een vergunningsformulier. Het is een papieren werkelijkheid.” Kranenburg meent wel dat dit op te lossen
Marleen Kranenburg Foto: REVO Groep
45
KEURING <
Inzicht in de arboveiligheid
van je arbeidsmiddelen Onder arbeidsmiddelen vallen alle hulpmiddelen die bij het werk gebruikt worden, variërend van eenvoudig gereedschap tot machines en componenten van procesinstallaties. Om veilig en gezond te kunnen werken dienen arbeidsmiddelen in goede staat te verkeren en op de juiste wijze te worden gebruikt. Naleving van de voorschriften voor arbeidsmiddelen is een verplichting van zowel werkgevers als werknemers.
46 mei 2022
Arbeidsmiddelen moeten worden onderhouden opdat ze altijd in een goede staat verkeren. Daarbij moet altijd aan de oorspronkelijke eisen van vervaardiging zijn voldaan. Veelal is in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het arbeidsmiddel informatie gegeven over het onderhoud.
> Keuring van arbeidsmiddelen. Voor de meeste arbeidsmiddelen geldt naast een onderhoudsplicht ook een aanvullende keuringsverplichting. Daar weet Jelle Bartlema, Branchemanager Fedecom en directeur bij VA-Keur, alles van. “Zo’n keuringsplicht geldt als gebruik of invloeden van buitenaf leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering van het betreffende arbeidsmiddel”. De keuring voor tijdige opsporing van slijtage, veroudering of verslechtering moet periodiek plaatsvinden. Met zo’n terugkerende keuring en de eventuele beproevingstest, kan tevens worden nagegaan of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, zodat gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden.
> Frequentie. Bartlema; “Hoe vaak gekeurd moet worden, hangt af van het soort arbeidsmiddel en de intensiteit van het gebruik ervan. Regelmatig keuren waarborgt de deugdelijkheid van het arbeidsmiddel en de goede staat. In de toelichting van het Arbobesluit is minimaal één keuring per jaar als richtsnoer gegeven. Dit sluit ook aan bij de gangbare praktijk van Arbowettelijke keuringen van arbeidsmiddelen. Het is raadzaam om de uitkomsten van de risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E), die in het kader van het Arbobeleid wordt gemaakt, te betrekken bij het bepalen van de keuringsfrequentie voor elk arbeidsmiddel dat in gebruik is”.
> Wie keurt de arbeidsmiddelen?. De werkgever bepaalt zelf door wie hij zijn arbeidsmiddelen laat keuren. Voorwaarde daarbij is dat dit door een deskundig persoon of instelling (artikel 7.4a, vijfde lid) wordt gedaan. Dit kan bijvoorbeeld een onafhankelijke keuringsinstantie zijn, een onderhoudsdienst van een leverancier of de technische dienst van het bedrijf zelf. Bartlema geeft aan dat een keuring door een onafhankelijke keurinstantie vaak door eigenaren van arbeidsmiddelen wordt geprefereerd boven een keuring door eigen personeel, hoe deskundig deze dan ook zijn. Dit laatste namelijk vanwege de “zweem” die er dan om heen hangt van de slager die zijn eigen vlees keurt. Veel eigenaren van arbeidsmiddelen willen dat niet en kiezen bewust voor ene onafhankelijk uitgevoerde keuring Bartlema; “VA-Keur is zo’n onafhankelijke veiligheidskeuring voor arbeidsmiddelen. Deze veiligheidskeuring wordt uitgevoerd door gecertificeerde keurbedrijven, die zijn aangesloten bij brancheorganisatie Fedecom van de Koninklijke Metaalunie. Arbeidsmiddelen zijn gereedschap, machines en werktuigen in verschillende sectoren. Wij bewaken één keurmerk voor alle arbeidsmiddelen en een complete keuring”. > Inspecties controleren. “Onze keurbedrijven keuren jaarlijks ruim 200 duizend arbeidsmiddelen waaronder zo’n 38 duizend heftrucks en ruim 43 duizend stuks elektrisch aangedreven gereedschap. Onze ruim 1000 opgeleide keurmeesters worden natuurlijk zelf ook gecontroleerd op hun deskundigheid. Om het kennisniveau van de VA-Keur keurmeesters op een onafhankelijke wijze te toetsen zet Certifer HHC/DRS haar eigen gekwalificeerde en ervaren inspecteurs in voor het uitvoeren van steekproeven op de door VA-Keur keurmeesters uitgevoerde keuringen. Dit steekproefregime houdt de keurmeesters alert en scherp en is daarmee van grote waarde voor het waarborgen van de kwaliteit van ons keurmerk”, aldus Bartlema. > Onderhoud belangrijke speler. De Arbowet schrijft voor
Foto: Fedecom
dat de nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de arbeidsmiddelen tijdens de gehele gebruiksduur middels toereikend onderhoud in een zodanige staat worden gehouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Periodieke (veiligheid) keuringen zijn een middel om dit te waarborgen. Op de arbeidsplaats moeten schriftelijke bewijsstukken (artikel 7.4a, zesde lid) aanwezig zijn van de uitgevoerde keuringen. Hiermee kan bij de toezichthouder (de Nederlandse Arbeidsinspectie) worden aange- >
47
‘ ’
‘Gedigitaliseerde en inzichtelijke rapportage helpen de Onderhoudsorganisatie’ >
toond dat aan de keuringsverplichting is voldaan. Daar helpt een goed Asset Management systeem bij, is Bartlema’s overtuiging.
> Asset Management Systeem. Het digitale VA-keur registratiesysteem dat door alle VA-keur keurbedrijven gebruikt wordt is feitelijk een Asset Management systeem. De keurmeester logt hier
op in, gaat naar de betreffende keurlijst, voert de keuring uit, slaat na goedkeur het rapport op met het unieke nummer dat ook op keursticker staat en plakt deze laatste als uiterlijk bewijs op het gekeurde arbeidsmiddel. Dit staat hiermee netjes in het systeem geregistreerd en kan tevens ingepland worden voor een volgende keuring. “De eigenaar van de arbeidsmiddelen kan via een eigen login 24/7 inzicht in de keurrapporten van zijn arbeidsmiddelen krijgen” zegt Bartlema. Hoewel het VA-keur registratiesysteem in eerste instantie is voorbehouden aan de Fedecom leden die ook keurbedrijf zijn, is er sinds enige tijd ook de mogelijkheid voor niet Fedecom leden om een eigen ‘portal’ te krijgen waarin ze hun arbeidsmiddelen kunnen laten keuren en registreren. Daarmee hoeven ze niet meer in te loggen in de portal van het VA-keur bedrijf, maar hebben ze zelf een centraal overzicht van al hun arbeidsmiddelen via hun eigen portal. Vooral grotere organisaties hebben hier baat bij want daar is vaak sprake van een verspreiding van arbeidsmiddelen over verschillende locaties. Ook worden de arbeidsmiddelen door verschillende keurbedrijven gekeurd. Via de eigen portal creëer je een centraal punt waarin alles dan geregistreerd staat. Bartlema: “Het systeem werkt op deze manier efficiënt, kostenbesparend en levert feitelijk een positieve bijdrage aan het veiligheidsbeleid van de betreffende organisatie. We hebben dit inmiddels al bij een aantal grotere gemeentes draaien waaronder Rotterdam, Amsterdam, Groningen en Assen en dit naar grote tevredenheid. Ik kan me zo voorstellen dat dit voor veel NVDO leden ook interessant is”. <
Maintenance Webinar NVDO-VAkeur op 9 september Inzicht in de Arboveiligheid van je arbeidsmiddelen Tijdig Onderhoud is nodig voor de optimale inzet van je arbeidsmiddelen. Onder arbeidsmiddelen worden alle werktuigen, machines en gereedschappen in de landbouw-, tuin & park-, intern transport- en industriesector verstaan. Maar naast het optimaal kunnen inzetten van je arbeidsmiddelen, zorgt het tijdig onderhouden ervan ook voor de veiligheid van je medewerkers. In de Arbowet is sinds 1998 de ‘Richtlijn Arbeidsmiddelen’ opgenomen. Deze regelgeving stelt dat een verplichte periodieke keuring een betere veiligheid bij machines en apparaten garandeert, mits dit door een deskundige keurmeester wordt gedaan. VA-keur heeft deze deskundigheid in huis. Foto: Fedecom
48 mei 2022
9 september in een samenwerking tussen NVDO, VA-Keur en Certifer HHC/DRS
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
>> Word lid!
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
49
SAMENWERKING <
NVDO en The Lean Six Sigma Company verstevigen Procesoptimalisatie in Onderhoud
ISO 13053 en 18404 zijn de internationale normen die bedoeld zijn om de vereiste competenties te verduidelijken voor persooncertificering op het gebied van Lean Six Sigma. Voorheen was er geen universele en onafhankelijke standaard over de competenties van bijvoorbeeld een Black Belt. Bijvoorbeeld, een organisatie plaatst een vacature voor een Six Sigma Black Belt, hoe kan de organisatie er dan zeker van zijn van de competenties en vaardigheden van een Black Belt? De ISO 13053 en 18404 normen helpen bij het beantwoorden van zo’n vraag.
> Drie competentieniveaus uitgelegd. “We onderscheiden drie niveaus als het gaat om verbeterniveaus en -vaardigheden in Onderhoud” zegt Casper de Man van Lean Six Sigma Company. Hij noemt als eerste de Leanspecialist. “Zoeken naar het juiste gereedschap, wachten op het veiligstellen van de installatie, klopt de werkbon en welke waarde heeft je handelen in het grote plaatje”? Allemaal vragen waar je zelf een antwoord op kunt gaan vinden,
Foto: NVDO
50 mei 2022
maar De Man is van mening dat trainen kan bijdragen aan de verdere professionalisatie van de professional. Zijn collega Sander Momberg noemt Lean Six Sigma Green Belt als tweede niveau. “Een Green Belt heeft de kennis over de belangrijkste tools binnen Lean Six Sigma en weet wanneer deze gebruikt kunnen worden tijdens het optimaliseren van processen. De Green Belt richt zich (net als de Black Belt) op het elimineren van verspillingen, variatie en defecten in het proces. Green Belts werken aan projecten op afdelingsniveau, binnen hun eigen specifieke vakgebied”. Momberg benadrukt dat de Lean Six Sigma Green Belt onmisbaar is voor elke organisatie die zich continu wil verbeteren en de meeste waarde wil toevoegen aan de bedrijfs- en onderhoudsprocessen.
Het derde competentieniveau is dat van Black Belt. De Man; “Een Black Belt is iemand die het grootste deel van de tijd besteed aan Lean Six Sigma projecten en het Lean Six Sigma programma vorm geeft, Green Belts begeleidt, verbeterprojecten uitvoert en het management begeleidt bij de koppeling van visie en strategie met verbeterprojecten. “Vaak zien we dat dit een op zichzelf staande functie is binnen organisaties die leidend zijn binnen hun specialisme”.
> Hoge standaard. De NVDO en The Lean Six Sigma Company hebben hun samenwerking verstevigd vertelt Ellen den Broeder, NVDO. “Onze achterban en eigenlijk iedereen in Asset Management is bezig met procesoptimalisatie. Of het nu gaat om de assets, de mensen of de processen, we willen allemaal een duurzame inzetbaarheid van onze fysieke en digitale assets. Uitbreiding van ons portfolio in de NVDO Maintenance Academy met Lean Six Sigma, Green Belt en Black Belt kan daar de onderhoudssector heel goed bij helpen”. Den Broeder benadrukt het belang van de kwaliteit van het portfolio. “De kwaliteit van onze trainingen moet geborgd blijven. In dit geval zorgen certificeren door ISO 13053 en ISO 18404 daarvoor”. Momberg; “Certificering van opleidingen zegt iets over de kwaliteit van het onderwijs. Maar, minstens net zo belangrijk, is het hoge (praktijk)niveau van de docenten”. Den Broeder beaamt dit; “EHBO-les hoor je ook niet van een boekhouder te krijgen. Die wil iemand met brandwonden onder een lauwe douche zetten die niet dicht in de buurt is, terwijl de praktijkdocent waarschijnlijk de dichtstbijzijnde vijver aanbeveelt”.
> Certificering. De Man legt uit waarom er specifiek voor een ISO-normering is gekozen; “In de praktijk zijn er verschillende normen die een certificeringsschema hanteren met betrekking tot Lean en Six Sigma en vaak leidt dit dan ook tot onduidelijkheid. Wat is het voordeel van de ene norm ten opzichte van de andere? Op basis van deze input hebben wij gezocht naar een ondubbelzinnig onafhankelijke norm. Deze hebben wij gevonden in de ISO 13053 en ISO 18404. Ook door onze wereldwijde dekking is het noodzakelijk om te voldoen aan een normering die wereldwijd wordt erkend en herkend”.
‘
‘Hoogwaardig onderwijs mede dankzij ISO 13053 en 180404’
Foto: NVDO
> In de praktijk. Momberg noemt ten slotte nog een praktijkvoorbeeld; “Reden voor dit project was dat het onderhoud aan railvoertuigen niet binnen de verwachte interval kon worden uitgevoerd. Hierdoor was er voor de reiziger sprake van een verhoogde kans op vertraging. Na afronding van het project bleek de doorlooptijd met 25% te zijn verkort, wat heeft geresulteerd in genoemde besparing op jaarbasis”. Een ander voorbeeld is dat van een besparing van 1K per jaar door efficiënte interne logistiek. “Doordat de voorraad op offshore locaties snel genoeg en onbetrouwbaar (op het gebied van doorlooptijd) werd bijgevuld, konden klanten niet optimaal worden bediend. Tijdens het project is gekeken naar de gehele keten en op basis hiervan is een verbetertraject gestart wat heeft geresulteerd in een verbeterde doorlooptijd van 60%”. <
Lean; Procesoptimalisatie in Onderhoud • Lean Awareness in Onderhoud: 7 juni 2022 - Lean filosofie en de mogelijkheden hiervan - Leer verspillingen te herkennen - Inzicht in de inhoud van de lean toolbox - Faciliteren dagstart - Handvatten voor het implementeren van verbeteringen • Lean Six Sigma Green Belt Training: startdatum 14 september 2022 Het doel van deze training is om het geleerde toe te passen. De lesdag zijn derhalve interactief (geen PowerPoint presentaties), gericht op de praktijk en lopen over van voorbeelden, simulaties en games. Belangrijk onderdeel is de praktijkopdracht. Hier verbetert de cursist (onder begeleiding van de trainer) een proces binnen de eigen organisatie, waarna deze een praktijkcertificering ontvangt • Leergang Lean Six Sigma Black Belt: startdatum 7 september 2022 De Lean Six Sigma Black Belt is in staat organisatie breed processen te verbeteren, verbeterteams te leiden en kwaliteit en uptime aantoonbaar te verhogen. De belangrijkste vaardigheid van de Black Belt is ook het verzamelen en analyseren van data, om hier vervolgens statisch onderbouwde verbeteringen mee door te voeren in productie- en Onderhoudsprocessen Voor het actuele rooster, de kosten en aanmelden check de Maintenance Academy op www.nvdo.nl
51
WET- EN REGELGEVING <
Verleng de Levensduur en verbeter de Veiligheid Familiebedrijf Van Meeuwen Lubrication kijkt graag ver vooruit. Wat ze doet moet bijdragen aan het langetermijnsucces van klanten, de maatschappij, het milieu en de eigen medewerkers. Voorop lopen om innovaties te stimuleren zit in de genen van het bedrijf. Maar, gaan genen en wet- en regelgeving wel samen als het gaat om innovaties die bijdragen aan een veilige en duurzame ontwikkeling van onze samenleving en het milieu? onderhoudsbudget uitmaakt . Maar, als je kijkt naar de mogelijkheden om impact te maken op betrouwbaarheid van equipment en de belasting op zowel het milieu als ook onze aarde te verminderen, wordt het interessant”. Smeermiddelen hebben een belangrijke rol in Onderhoud. “Het begint met de applicatie waarna het meest optimale smeermiddel moet worden gekozen. Smering moet je niet zien als iets dat erbij hoort, je moet het zien als een constructie element. Je kunt met de juiste smering impact maken. En als je die kennis als onderhoudsprofessional zelf niet beheerst, laat je dan adviseren door specialisten”.
> Aan de slag. Maar hoe krijg je nu concreet voor elkaar dat ma-
Foto: Van Meeuwen
chines betrouwbaarder worden, minder gaan verbruiken en minder storingen geven? Mets; “Door het regelmatig nemen van monsters en het gebruik van online condition monitoring meten we steeds meer. Denk aan de status van het smeermiddel, de status van de machine zelf en contaminatie zoals de hoeveelheid water en ongewenste deeltjes die zich in het smeermiddel bevinden”. Met die informatie kan niet alleen worden bepaald wanneer het smeermiddel moet worden vervangen, ook de conditie van de asset en zelfs de prestaties van het personeel kunnen worden afgelezen. Hierdoor kan de levensduur van smeermiddelen worden verlengd, storingen worden voorkomen en mogelijke problemen vroegtijdig worden opgespoord.
> Dat kan niet zomaar op eigen houtje. Het gebruik van “Overal om ons heen worden smeermiddelen gebruikt. Machines, fabrieken, schepen, auto’s, treinen, bruggen, sluizen, windmolens en ga zo maar verder. Zonder smering stopt de werking door overmatige slijtage en wrijving. Binnen dit specialisme worden door ons continue stappen gezet om te verduurzamen”, vertelt Taco Mets, technisch directeur bij Van Meeuwen Lubrication.
> Onderhoud heeft een belangrijke rol. Langere levensduur van equipment, minder verbruik van oliën en vetten en minder belasting van het milieu. “Smering is nu eenmaal geen aansprekend thema, omdat het slechts 1 tot maximaal 3% van het
52 mei 2022
smeermiddelen moet voldoen aan wet- en regelgeving. Dat begint al in het magazijn. “Smeermiddelen zomaar op een stelling in je magazijn plaatsen mag niet, dan krijg je te maken met de Milieuwetgeving en de PGS 15 (red). In deze wetgeving zijn onder andere de voorschriften van opslag opgenomen zoals het plaatsen van olievaten op een lekbak die groot genoeg is om de inhoud van het grootste vat plus tien procent op te vangen. Binnen een opslagvoorziening moeten daarnaast bodembeschermende voorzieningen en maatregelen zijn getroffen die leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico. In de vloer van een opslagvoorziening mogen zich geen openingen bevinden die in directe verbinding staan of kunnen worden gebracht met de openbare riolering of met het oppervlaktewater.
‘’
‘Altijd inspelen op Trends én Innovaties stimuleren’
Taco Mets Foto: Van Meeuwen
we naar alternatieven opzoek gegaan die dezelfde werking hebben zonder dat het een giftig product is”. Mets is trots op het feit dat zijn organisatie blijft innoveren.
> Investeren in kennisoverdracht. Alle mechanische com-
Naast vaten, zijn er vaak ook spuitbussen aanwezig. Bij een beperkte opslag van spuitbussen kan worden volstaan met een chemicaliënkast. Maar, worden dit er meer, dan moet er een speciale kluis worden gebouwd. Verder zijn productveiligheidsbladen (MSDS) van elk product bij de opslag van smeermiddelen verplicht, net als (persoonlijke)veiligheidsmiddelen. Mets voegt daar nog aan toe dat ook na de opslag van materialen er wet- en regelgeving bestaat om je aan te houden. “Zo kunnen verpakkingen, afgewerkte oliën en zelfs de gebruikte poetslappen niet zomaar worden afgevoerd. Dit moet worden gedaan door de hiervoor gecertificeerde bedrijven in Nederland”.
> De ene Industrie is de andere niet. Sectoren verschillen van elkaar, ook als het gaat om het wettelijk toegestane gebruik van smeermiddelen. Dat geldt voor milieuvriendelijkere biologisch afbreekbare smeermiddelen voor scheepvaart en offshore, maar Mets noemt ook het voorbeeld van H1 geregistreerde smeer- en reinigingsmiddelen voor de voedingsmiddelen industrie. Die mogen (incidenteel) in contact komen met voedingsmiddelen in en rond voedselverwerkingsgebieden zonder dat ze de volksgezondheid in gevaar brengen. “De gebruikte hoeveelheid smeermiddel moet het minimum zijn dat nodig is om het gewenste technische effect in of op de asset te bereiken. Als je teveel gebruikt, dan moet je het overtollige smeermiddel wegnemen, zodat het niet kan worden overgebracht op het voedsel dat wordt verwerkt. Mijn advies is om bij foodprocessing uitsluitend H1-geregistreerde smeermiddelen en reinigers te gebruiken om vergissingen te voorkomen en risico’s uit te sluiten. Deze producten passen trouwens ook uitstekend in het HACCP-plan”.
ponenten hebben in combinatie met de omgevingsfactoren unieke uitdagingen om de TCO zo laag mogelijk te maken. Dat vraagt dan ook om specifieke smeermiddelen. Mets; “Bij Van Meeuwen adviseren we altijd het meest geschikte smeermiddel (uiteraard rekening houdend met een efficiënt totaalpakket). Voor elke machine, installatie en elk onderdeel. Niet vanaf een alternatieven-lijstje, maar op basis van de omstandigheden en applicatie en altijd volgens de geldende wet- en regelgeving. In de praktijk ziet Mets dat de onderhoudsprofessional ‘zijn’ assets hartstikke goed kent en onderhoudt. “Ik denk wel dat men kennis heeft van veiligheidsbladen waarin de gevaren van een gevaarlijke stof en de adviezen hoe er veilig mee te werken omschreven staan, maar dat leveranciers nog te weinig kennis door-communiceren van regels waar je nu eenmaal niet omheen kunt. Denk daarbij aan het aanmelden van gevaarlijke stoffen bij het anti-gif centrum (Poison Centre Notification (PCN) en de verplichte UFI codes op producten. Daarom investeert Van Meeuwen ook in het bijspijkeren van die specifieke kennis. Bijvoorbeeld ook samen met de NVDO waarvoor we de eendaagse training ‘Smeertechnisch Onderhoud’ hebben ontwikkeld”. <
Smeermiddelen worden overal gebruikt Foto: Van Meeuwen
> Blijven innoveren. Naast de specifieke wet- en regelgeving voor de voedingsmiddelenindustrie, is er ook wetgeving die alle industrieën raakt. Mets refereert daarbij aan REACH (red). “Deze regelgeving geldt in beginsel voor alle chemische stoffen en heeft ertoe geleid dat er minder gevaarlijke stoffen worden toegepast in onder andere smeermiddelen. Neem bijvoorbeeld lood, vroeger vonden we het fantastisch om te gebruiken als additief omdat het enorm goed smeert, maar het blijkt wel enorm giftig. Daarom zijn
53
INNOVATIE <
Mosa behaalt Cradle to Cradle ® Certified Gold-certificering Mosa heeft de Cradle to Cradle Certified® Gold-certificering behaald voor zijn keramische vloer- en wandtegels. 99% van de producten van Mosa, voorheen Cradle to Cradle Certified Silver, is nu Cradle to Cradle Certified Gold-volgens versie 3.1 van de Cradle to Cradle Certified Product Standard. De certificering van het Cradle to Cradle Products Innovation Institute is ‘s werelds meest geavanceerde, wetenschappelijk onderbouwde standaard voor het vervaardigen van producten die een duurzame toekomst mogelijk maken. jarenlange investeringen, innovatie en inspanningen van iedereen binnen onze organisatie en gewaardeerde partners in onze keten”.
> Een kringloopeconomie in de bouw. Wereldwijd neemt de
Foto: Mosa
vraag naar woonruimte toe en bijna 50% van alle grondstoffen wordt verbruikt door de bouwsector. Daarom is er dringend behoefte aan circulaire, duurzame bouwproducten. De Cradle to Cradle-certificering wordt beschouwd als een betrouwbare standaard voor het controleren van de veiligheid en circulariteit van materialen en producten die de gezondheid en het welzijn van mens en milieu bevorderen. Om deze certificering te verkrijgen, moeten producten voldoen aan eisen in vijf belangrijke duurzaamheidscategorieën: materiaalgezondheid, materiaalhergebruik, gebruik van hernieuwbare energie en koolstof, watermanagement en sociale rechtvaardigheid.
> Doel. Op basis van de prestaties van een product in alle vijf Het behalen van Cradle to Cradle Certified Gold is een mijlpaal in Mosa’s inspanningen om gezonde leefomgevingen te creëren met een positieve impact op mens en milieu. Ruim tien jaar geleden implementeerde het bedrijf de Cradle to Cradle-principes en werd daarmee de eerste producent van keramische tegels met een certificering voor zijn producten.
> Vruchten plukken. Tegenwoordig fungeert de Cradle to Cradle Certified als een richtinggevend kader om de reeds lang bestaande duurzaamheidswaarden in de praktijk te brengen. De standaard helpt Mosa bij de overgang naar een circulair businessmodel door ambitieuze doelen en roadmaps te formuleren om de duurzaamheid van zijn producten en processen te verbeteren. “Het behalen van de Cradle to Cradle Certified Gold is een mijlpaal die laat zien hoe belangrijk het is om de grenzen van duurzaamheid voor onze producten, processen en industrie voortdurend te blijven verleggen”, aldus Mosa’s CEO Frank Spikker. “Deze prestatie is het resultaat van
54 mei 2022
de categorieën, wordt een certificeringsniveau toegekend, oplopend van Bronze tot Platinum. Het doel van de Cradle to Cradlecertificering is om materialen en producten te vervaardigen die zijn gemaakt voor een kringloopeconomie en die de gezondheid en het welzijn van mens en milieu bevorderen. Cradle to Cradle Certified
“Mosa’s toewijding om de Cradle to Cradle Certified Gold te behalen, is een krachtig voorbeeld van hoe bedrijven de principes van de Cradle to Cradle Certified Product Standard kunnen gebruiken om hun duurzaamheidsinspanningen om te zetten in betekenisvolle praktijken”, zegt Dr. Christina Raab, voorzitter en CEO van het Cradle to Cradle Products Innovation Institute. “Deze prestatie weerspiegelt Mosa’s inzet voor onze gedeelde visie van een gezonde, rechtvaardige en duurzame wereld met producten die een positieve impact hebben op mens en milieu”.
lokale watermaatschappijen. Het hernieuwbare materiaal is niet te onderscheiden van ruwe kalk en heeft geen negatief effect op productprestaties of -ontwerp.
> Kernactiviteiten. “Daarnaast hebben we een kringloopeconomiestrategie ontwikkeld die gericht is op drie kernactiviteiten” vertelt Spikker en noemt daarbij het aandeel post-consumer recycled materialen in Mosa-producten verhogen, Circulaire producten maken die zijn ontwikkeld om te worden hergebruikt en gerecycled en Partnerschappen opbouwen voor het recyclen en upcyclen van producten. Tevens is Sociale rechtvaardigheid een kernactiviteit. “Huidige en toekomstige leveranciers van Mosa worden gescreend op conflictmineralen en of arbeidskrachten op een ethische manier worden ingekocht”. Frank Spikker, CEO Foto: Mosa
producten en materialen kunnen de transitie versnellen naar een kringloop-economie in de bouw door het mogelijk te maken om leefruimtes en gebouwen te ontwerpen en ontwikkelen die gezond, circulair en duurzaam zijn. Cradle to Cradle Certified producten dragen bij aan wereldwijd erkende bouwstandaarden, zoals BREEAM, DGNB, HQE, LEED en de WELL Building Standard.
> De weg naar goud. Om de Cradle to Cradle Certified Gold te behalen, moest Mosa een aantal van de grootste duurzaamheidsuitdagingen van de keramische-tegelindustrie aanpakken op een manier die nu oplossingen biedt en die de weg vrijmaakt voor toekomstige technologieën en innovaties. Spikker; “Enkele belangrijke stappen die we hebben gezet om de Gold-certificering te behalen, zijn onder andere Hernieuwbare energie en koolstof management. Tijdens het bakproces van keramische tegels worden de ovens opgestookt tot 1200 °C. Als onderdeel van het proces om de Goldcertificering te behalen, maakten we al gebruik van hernieuwbare energie voor de ovens en andere processen”. Ook implementeerde het bedrijf een proces om de warmte van de ovens te kanaliseren en te hergebruiken als energie voor een aantal van de voorgaande productiefases. “Als laatste stap om Gold te behalen, wordt de koolstofimpact van niet-hernieuwbare energie die wordt gebruikt in het tegelproductieproces nu gecompenseerd met koolstofcertificaten”. > Materiaalhergebruik. Mosa heeft meer dan 30% van de massa van zijn wandtegels vervangen door secundaire grondstoffen. De ruwe kalk die wordt gebruikt als primaire grondstof in keramische tegels is bijvoorbeeld vervangen door calciet, een bijproduct van de productie van drinkwater, dat wordt ingekocht bij
> Het verhaal gaat verder. “Cradle to Cradle Certified Gold is een belangrijk stap waarbij we duurzaamheid en welzijn hoger dan ooit op de agenda hebben staan. We zijn trots op deze prestatie en kijken ernaar uit om nog ambitieuzere doelen te bereiken in ons Cradle to Cradle-traject”, aldus Frank Spikker.
> Voldoening. “De Cradle to Cradle- filosofie biedt ons een framework om gericht aan duurzaamheid te werken”, vertelt Frank Spikker. “Wij weten welke doelen we nastreven en wij kunnen daar in ons plan van aanpak rekening mee houden. Zo weten we welke investeringen er aan komen. “Het is een uitdaging, maar die geeft ons voldoening. We hebben geleerd dat zoiets in je hele bedrijf moet leven, je hebt dwars door het bedrijf experts nodig om te kunnen innoveren. En we weten dat dit breder gaat dan ons bedrijf: de hele industrie, iedereen in de keten moet hiervoor samenwerken”. <
Het belang van duurzaamheid Foto: Mosa
‘Een kringloopeconomiestrategie gericht op drie kernactiviteiten’ 55
CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl
3 juni; Asset Data Management Informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle! Informatie speelt een cruciale rol in het engineeren en onderhouden van assets. Deze eendaagse training introduceert u in de wereld van het verzamelen, vastleggen, delen, beheren en analyseren van informatie, zodat u door het slim inrichten van Asset Data Management maximaal presteert in alle fasen van de Asset Life Cycle!
Doel
Resultaten voor deelnemers aan de training “Asset Data Management”: Inzicht in en bewustzijn van ADM in projecten en technisch beheer Herkennen van valkuilen op het gebied van informatiemanagement Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud Inzicht in functie van informatiemanagement in de verschillende fasen van de Asset Life Cycle Tips & tricks voor slim ADM
In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en actieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • Functie van informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle • Positie van ADM in Asset Management • ADM in projecten versus beheer • Informatie vastleggen, delen en beheren • Tools voor het verzamelen van informatie • Onderhoudsinformatiesystemen en Document control in projecten • Master dataverwerking voor reservedelen • Informatie voor FMECA en onderhoudsplannen • Analyseren van informatie om te komen tot predictive maintenance
7 juni; Lean Awareness in Onderhoud Zoeken naar het juiste gereedschap, wachten op het veiligstellen van de installatie, waarom klopt de werkbon niet en welke waarde heeft mijn handelen in het grote plaatje? Tijdens deze eendaagse training, leer je de kracht van Lean in het Onderhoud. Gedurende deze dag maak je kennis met de verschillende principes van Lean, leer je de principes herkennen en hoe Lean bijdraagt aan het maximaliseren van waarde van de assets.
Na afloop van deze training: • • • • •
Ken je de lean filosofie en de mogelijkheden hiervan Ben je in staat verspillingen te herkennen Heb je inzicht in de inhoud van de lean toolbox Weet je hoe je een dagstart moet faciliteren Beschik je over handvatten voor het implementeren van verbeteringen
Onderwerpen
Deze cursus is een combinatie van theorie, praktijkvoorbeelden en simulaties. De volgende onderwerpen komen aan bod (hoge interactie): • Wat is Lean en wat is Lean niet en de geschiedenis van Lean • De bottleneck herkennen • Welke activiteiten waarde toevoegen voor de organisatie • De 7+1 verspillingen • Hoe Lean de onderhoudsorganisatie kan verbeteren • De toegevoegde waarde van alle medewerkers • Verschillende tools uit de toolbox • Streven naar perfectie EN: 3 spellen om de snelheid van Lean zelf te ervaren!
56 mei 2022
21,22,23 juni; Basiscursus Reliability Centered Maintenance 3 (RCM3) Deze cursus neemt de deelnemers mee door het Aladon RCM3-proces, de volgende generatie RCM. RCM3 is de opvolger van het robuuste en grondige denkproces van de RCM2-methode. Organisaties passen RCM3 toe om operationele en onderhoudsrisico’s die samenhangen met het gebruik van fysieke assets te reduceren, om zo de inherente capaciteit van assets op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid te bereiken tegen minimale kosten. Risicogebaseerd RCM (RCM3) brengt de onderhoudsstrategie volledig in lijn met de internationale normen voor Asset Management en risicomanagement (ISO 55000 en ISO 31000).
Onderwerpen
• Risico’s inventariseren en beoordelen • Maatregelen bepalen om de risico’s effectief te beheersen • Kiezen uit de verschillende soorten onderhoud en operationele strategieën op basis van technische haalbaarheid en toegevoegde waarde • Vereiste intervallen bepalen van onderhoudstaken • De gemeenschappelijke RCM3-taal; met gedeelde doelstellingen voor onderhoud, inspectie en productie en hoe de onderlinge samenwerking tussen deze afdelingen succesvol Asset Management mogelijk maakt • De juiste Asset Management beslissingen nemen voor optimale prestaties van technische systemen en tegelijkertijd veiligheid en milieu-integriteit maximaliseren • Bereiken van compliance - onderhoudsstrategieën opstellen die voldoen aan de ISO-standaards voor Asset Management en risicomanagement (ISO55000 en ISO31000). Na de cursus bent u in staat om deel te nemen in een projectteam dat RCM3 toepast op een asset onder leiding van een RCM3-facilitator
5 juli; Artificial Intelligence voor Maintenanceprofessionals (ONLINE) Artificial Intelligence (AI) of Kunstmatige intelligentie wordt ook wel machine-intelligentie genoemd. Hierbij komt intelligentie namelijk vanuit machines en systemen, in tegenstelling tot natuurlijke intelligentie van mensen. Met AI in het Onderhoud kan bijvoorbeeld assetdata worden geanalyseerd, algoritmes op de data worden uitgezet, en toekomstig benodigd onderhoud kan worden voorspeld. In deze eendaagse intensieve ONLINE cursus worden de bouwstenen en termen geïntroduceerd om succesvol met AI (ook wel Kunstmatige Intelligentie genoemd) aan de slag te gaan. Onderwerpen als technische aspecten zoals software en data worden besproken. Er wordt tevens aandacht besteed aan de organisatorische en menselijke impact van AI. Tevens komen ruimschoots aan bod: het identificeren van business cases voor AI en het inschatten van de maturiteit van de organisatie rond AI. De spilfunctie van Onderhoud is daarbij cruciaal.
Doel
Deelnemers maken kennis met de laatste innovaties op het gebied van AI. Hierbij gaat de cursist naar huis met kennis over de toepassingen van AI in onderhoud, hoe er kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen rondom AI en wat de rol van de onderhoudsprofessional wordt wanneer AI op grote schaal wordt toegepast.
Onderwerpen
• • • • • • •
Wat is AI/wat is het niet? Veel gebruikte terminologie De voordelen en opbrengsten van AI Het belang van Data- en Cybersecurity AI modellen monitoren en onderhouden Toepassingen en voorbeelden vanuit de praktijk Hoe de onderhoudssector zich (in de toekomst) kan gaan toespitsen op AI • De rol van de maintenanceprofessional na de implementatie van AI • Tips en tricks om zelf met AI aan de slag te gaan
57
Storingsanalyse is meer dan op zoek gaan met een spanningsmetertje Nadat een oorzaak voor een complex probleem is gevonden, is dit meestal eenvoudig te verklaren. Vaak zijn het meerdere oorzaken of een samenloop van omstandigheden. Onduidelijkheid over de oorzaak wordt over het algemeen door drie factoren beïnvloed: Aannames, Jumping to conclusions en te Snel tevreden zijn met een vage omschrijving. De gevolgen van deze aanpak laten zich dagelijks zien in de vorm van terugkerende storingen, veiligheidsincidenten en te hoge kosten door verspilling van tijd en middelen. Storingsanalyse kan ook anders! Bijvoorbeeld door het toepassen van Root Cause Analyse (RCA). RCA kent vele methoden, maar het zijn de principes die je dagelijks helpen bij het beschrijven en oplossen van problemen: Visualiseer, Stel vragen en Houd het kort.
Voorbeeld Een voorbeeld bij een raffinaderij betrof het onverwacht dichtlopen van een snelsluitklep bij een jetty die op dat moment aardolie aan het lossen was. Door het ineens dichtlopen van de snelsluitklep ontstond er een drukgolf waardoor de laadarm wegsloeg van het schip. Gelukkig raakte niemand gewond, maar de jetty bleef uitbedrijf waardoor er 25% minder capaciteit beschikbaar was. Dankzij storingsanalyse werden in 30 minuten de oorzaken uitgesloten en de meest waarschijnlijke oorzaak gevonden en acties bepaald. Natuurlijk doe je dat niet alleen. In dit geval was een team samengesteld van een elektromonteur, een operator, de operations manager, de maintenance manager en de veiligheidskundige.
24 juni; Storingsanalyse, maar dan Anders! Bij de NVDO in Houten De NVDO-cursus “Storingsanalyse, maar dan Anders!” biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. Enkele honderden onderhoudsprofessionals zijn reeds opgeleid. In één dag wordt geleerd: • Hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en) • Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig beschreven kan worden, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten • Hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald • Hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen • Hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne)klant en de “storingsoplosser” kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productie-installaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.
Het verloop Eerst werd een Event Map gemaakt waarin exact de oorzaak-gevolg keten werd beschreven. Omdat het een veerbediende normaal gesloten snelsluitklep was, gaf de elektromonteur aan dat het
Deze waardevolle trainingsdag kan ook in company georganiseerd worden. Vraag vrijblijvend offerte: info@nvdo.nl
wegvallen van de spanning uit relais K2 de enige oorzaak kon zijn. De vraag was nu, wat veroorzaakte het wegvallen van de spanning? Storingsanalyse helpt om mogelijke oorzaken te vinden en te testen door feiten te verzamelen. Met de structuur van de ProbleemAnalyse van NVDO’s partner CoThink werd vastgesteld dat alleen K2 was afgevallen, niet K3 en K1 en dat dit gebeurde om 11.00 uur, terwijl de lossing al sinds 03.00 uur aan de gang was. Er waren nog meer details, maar het tijdstip viel op, precies op het moment dat er een tankswitch plaatsvond. Een tankswitch word uitgevoerd met een Motor Operated Valve (MOV) die op dezelfde voeding als de snelsluitklep zat. Een mogelijke oorzaak was snel gevonden in een spanningsdip op het substation. Onlangs was daar ook een project uitgevoerd en waren relais vervangen. Andere oorzaken werden uitgesloten of hadden veel aannames nodig om overeind te blijven. Wat was er nodig om een storingsanalyse uit te voeren: 30 minuten, een structuur en experts! 58 maart 2022
Kort Beleidskader voor het in stand houden van de Gebouwde Omgeving Woningcorporaties en gemeenten gebruiken de Nederlandse Technische Afspraak (NTA) 8026 ‘Vastgoedsturing en conditiemeting’ (2009). Vanwege de NEN 2767-1 (bijlage D) en de ISO55000 is er nu behoefte aan de doorontwikkeling van deze NTA naar een NEN norm: de NEN8026. De nieuwe NEN-norm heeft als doel om de asset manager te helpen om op tactisch niveau te sturen op waarden. De sectoren Vastgoed en Infra worden binnen de norm samengebracht om het tactische en strategische niveau te verbinden en zo richting te geven aan het operationeel niveau. De intentie is om deze nieuwe norm dit jaar nog te publiceren voor commentaar vanuit de markt. Proces Op strategisch niveau wordt het proces beschreven om vanuit de organisatiedoelen en kernwaarden te komen tot een Asset Managementstrategie voor de korte en lange termijn. Hier kan worden gekozen voor desinvesteren, consolideren of investeren. Daarbij worden waardeaspecten gebruikt om richting te geven aan het op strategisch niveau
op te stellen Asset Managementplan (SAMP). Deze waardeaspecten zijn op te delen in doelen gericht op de kwaliteit en gebruikstevredenheid van assets, doelen gericht op kostenbeheersing/kostenoptimalisatie en belangen van stakeholders ten opzichte van de omgeving”. De combinatie van organisatiedoelen, kernwaarden en waardeaspecten resulteert op tactisch niveau in drie niveaus voor het in stand houden van de gebouwde omgeving: Minimum (instandhoudingsdoelen en plannen voor de korte termijn), Basis (Instandhoudingsdoelen en plannen voor een middellange tot lange termijn ) en Plus (Instandhoudingsdoelen en plannen voor de lange termijn (meer dan tien jaar). De combinatie van het strategische en tactische niveau komt samen in het Asset Managementplan. Dit plan moet onder andere zijn afgestemd op de assetmanagementstrategie en waardeaspecten, in het verlengde liggen van de SAMP en de essentiële koppeling vormen tussen de strategie en de operatie. Daarnaast moet het plan op tactisch niveau worden geïmplementeerd en geborgd in de operationele planning en beheersing, de beheersactiviteiten, diensten en producten en de ondersteunende activiteiten, systemen en processen. <
HET TEKORT AAN TECHNICI IS NIET EVEN EEN “STORINKJE” OPLOSSEN PatRon biedt een nieuwe generatie technici in het machine-onderhoud en de revalidatietechniek. Flexibele mensen die beschikken over brede technische vaardigheden met actuele technische kennis. PatRon staat voor kwaliteit, vakinhoudelijke kennis en betrouwbaarheid. Kijk voor meer informatie op onze website of scan de QR code. Een afspraak is zo gemaakt. ADRES Burgemeester Meslaan 98 4003 CD Tiel
CONTACT www.pat-ron.nl ron@pat-ron.nl
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ron Hartman op 06-29213302
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Wat is Asset Management? • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren? • Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management? • Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Maintenance Management bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen • Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht • Post-HBO Onderhoud en Asset Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 17 mei 2022 Start 6 oktober 2022 Start 13 oktober 2022 Start 5 september 2022
Nieuw: Post-HBO Projectmanagement voor Engineers In 2021 tweemaal succesvol gestart. Informeer naar de startdata in 2022. De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN