Goed voorbereid op je nieuwe stek
studieaanbod
Ook komende maanden organiseert
Klik weer meerdere verdiepende, praktijkgerichte studiedagen speciaal voor zorgverleners in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Bekijk hieronder ons volledige studieaanbod. Wees er op tijd bij want de cursussen zitten snel vol!
WEBINAR PSYCHIATRIE & LVB
Hoe ga je om met mensen met een (licht) verstandelijke beperking die psychiatrische problemen hebben? In dit praktijkgerichte webinar krijg je houvast om beter aan te sluiten bij mensen met verzamelwoede. Coach Mieke Janssens geeft aan de hand van gespeelde situaties met trainingsacteur Rob Marinus inzicht in de achtergrond van de psychiatrische problematiek en concrete handvatten voor een betere interactie met deze cliënten.
meer info & inschrijven via onze website
WEBINAR SEKSUALITEIT
Seksuoloog Welmoed Visser deelt haar ervaring met een positieve benadering van de seksuele ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking.
STUDIEDAG EMOTIONELE ONTWIKKELING
Een leerzame bijeenkomst waarbij je de basiskennis over emotionele ontwikkeling leert vertalen naar de praktijk in de verstandelijk gehandicaptenzorg.
studiedag WILSBEKWAAMHEID
Bij het toepassen van de Wet zorg en dwang (Wzd) in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, stuit je al snel op het thema wilsbekwaamheid. Want wie bepaalt en beslist er eigenlijk over de zorg? En hoe ga je om met de begrippen onvrijwillige zorg en ernstig nadeel uit de Wzd? Waar ligt de verantwoordelijkheid van de begeleider, de gedragsdeskundige, de vertegenwoordiger en die van de cliënt zelf? Loes den Dulk geeft hierover een praktische studiedag.
Dagbesteding dicht bij huis
Woonbescherming
Je rouw delen met anderen
Rubrieken
4 Klik Actueel Risico’s bij zwangerschap | Krachttraining | Moofie | Symposium LVB doet mee
7 Ontvangen reacties Echt gebeurd
15 Gedragsdeskundige Check de jeukwoorden
17 Seksuoloog Niet normaal gewoon
21 Dokter Oorzaak van vallen
22 Onderzoek Afhankelijkheid dragelijker maken
Thema: Verhuizen
8
Verhuisdienst voor en door cliënten
Cliënten die van een beschermde woonplek voor het eerst verhuizen naar een plek voor zichzelf met ambulante zorg, hebben heel wat te regelen. En dat is best ingewikkeld voor ze. Daarom bedacht zorgorganisatie Cosis samen met de cliëntenraad, dagbesteding en werkprojecten de dienst Heel Cosis Klust, gerund door cliënten en vrijwilligers. Zij helpen onder meer met sjouwen of opknappen van meubels, het stylen van de woning of het leggen van een laminaatvloer.
25 Persoonlijk Zin in een feestje
26 Verschenen Verhalen | Dementie | Online grensoverschrijdend gedrag | Treinreizen
30 Volgende Klik | Colofon
Een plek waar mensen met een verstandelijke beperking mogen blijven, dat was de insteek van de verhalen in de vorige Klik. Iets dat vanzelfsprekend zou moeten zijn, want waarom zou je moeten verhuizen als je dat niet wilt? Toch hebben bewoners die langdurige zorg krijgen nog steeds geen recht op woonbescherming, terwijl huurders dit bijvoorbeeld wel hebben. Bijna twee jaar geleden was hier al aandacht voor en werd er een motie over aangenomen om dit te verbeteren en gedwongen verhuizing te voorkomen. Er is helaas nog geen nieuws over de opvolging van deze motie. Het is voor mensen met een beperking nog steeds aan de orde dat zij door omstandigheden buiten hun macht moeten verhuizen, als een woonlocatie sluit, niet rendabel blijkt, de doelgroep verandert, etcetera.
Als verhuizing onvermijdelijk is, helpt het in ieder geval als hierover goed en tijdig gecommuniceerd wordt en dat mensen zelf hierbij worden betrokken. In deze Klik en ook in nieuwe video’s van Klik (www.klik.org/ video) besteedden we aandacht aan een dienst die hierbij helpt en voor en door mensen zelf ontwikkeld is. Zodat mensen die vaak toch spannende stap naar een nieuwe plek in ieder geval kunnen maken op de manier zoals dat voor hen het prettigst is.
| Tjitske Gijzen, redactie KlikOnderzoek
Handicap in Grondwet
Een verbod op discriminatie op grond van handicap is dinsdag 17 januari met instemming van de Eerste Kamer in de Grondwet vastgelegd. Dit betekent dat in artikel 1 ‘handicap’ specifiek als discriminatiegrond is toegevoegd.
“Het toevoegen van de grondslag handicap aan artikel 1 is historisch nieuws”, zegt Illya Soffer, directeur van belangenorganisatie Ieder(in) die hier samen met onder meer de Vereniging Gehandicaptenzorg jarenlang voor streed. “De uitbreiding van artikel 1 zorgt ook voor meer bewustwording die nodig is om de samenleving toegankelijk te maken voor iedereen.”
Uit onderzoek blijkt keer op keer dat mensen met een beperking of chronische aandoening forse achterstanden hebben in de volle breedte van hun dagelijks leven. Daar moet de aanpassing in de Grondwet verandering in gaan brengen. Voor de grondwetswijziging was een lobby met een lange adem nodig. Al in 2010 schreef Boris van der Ham, toen Tweede Kamerlid, nu VGN-voorzitter, het initiatiefwetsvoorstel hiertoe. Naast handicap is ook de grondslag seksuele gerichtheid aan artikel 1 toegevoegd. |
Medische risico’s
Vrouwen met een verstandelijke beperking lopen grotere medische risico’s bij een zwangerschap, maar in de medische richtlijnen wordt daar geen specifieke aandacht voor gevraagd.
Het wordt hoog tijd dat daar verandering in komt, stellen Nederlandse onderzoekers, die hun bevindingen daarom ook graag delen met huisartsen en artsen VG. Ze publiceerden erover in de Journal of Intellectual Disability Research.
Een van de onderzoekers is prof. dr. Carlo Schuengel van Viveon (de Academische Werkplaats van ’s Heeren Loo en VU Amsterdam). Hij geeft aan dat meerdere internationale studies hebben aangetoond dat vrouwen met een verstandelijke beperking een grotere kans hebben op verhoogde bloeddruk tijdens de zwangerschap. Dat kan onder meer leiden tot pre-eclampsie of het HELPP-syndroom. “Daarnaast is bij deze groep de kans op complicaties bij de bevalling groter, waardoor ze vaker te maken krijgen met een keizersnede. Overigens lijken deze medische risico’s voor Nederlandse vrouwen met een verstandelijke beperking niet hoger dan normaal te zijn. Toch eindigt ook bij hen de zwangerschap vaker in een miskraam. Maar
de medische oorzaken daarvan hebben we niet kunnen onderzoeken,” aldus Schuengel.
Vrouwen met een verstandelijke beperking doen vaker een beroep op hun huisarts als ze zwanger zijn. En bij anticonceptie informeren zijn vaker naar middelen die wat minder standaard zijn, zoals de morning-afterpil of prikpil. “Wij denken dat meer passende zorg rond anticonceptie bij deze vrouwen zal leiden tot minder ongewenste zwangerschappen en daarmee ook tot minder abortussen,” legt Schuengel uit.
Al met al hopen de onderzoekers dat er bij huisartsen en artsen VG meer aandacht komt voor de medische risico’s die zwangere vrouwen met een verstandelijke beperking lopen. Het zou opgenomen kunnen worden in de medische richtlijnen rond anticonceptie en zwangerschap. |
Lees een langer artikel op klik.org, zoek op ‘Schuengel’
‘Deze groep heeft een grotere kans op verhoogde bloeddruk tijdens de zwangerschap. Daarnaast is de kans op complicaties bij de bevalling groter’
Ontwikkelingen in de verstandelijk gehandicaptenzorg, meer nieuws op www.klik.org
Bewegen Beweegstok Moofie
Krachttraining met goede begeleiding
In de algemene bevolking wordt intensieve krachttraining al ingezet als alternatief voor medicatie bij risicofactoren als een hoge bloeddruk en diabetes. Recent is onderzocht of dit ook bij mensen met een verstandelijke beperking haalbaar is.
Fysiotherapeut Stijn Weterings, werkzaam bij Abrona, deed dit onderzoek voor de Academische Werkplaats GOUD met een uiteenlopende groep cliënten. Onlangs promoveerde hij hierop aan de Erasmus Universiteit. In totaal deden 24 cliënten tussen de 23 en 75 jaar met een licht tot matige verstandelijke beperking mee aan het onderzoek. Elk van hen had in ieder geval één risicofactor, zoals overgewicht of diabetes. Het speciaal ontwikkelde trainingsprogramma bestond uit zeven oefeningen, samen een total
body workout. De groep trainde 24 weken lang twee keer per week onder begeleiding van een fysiotherapeut of bewegingsagoog. Weterings: “Stapje voor stapje verhoogden we de trainingsintensiteit. Intensiever trainen geeft namelijk een groter effect bij de algemene bevolking. Als een cliënt oefende met een halter van 2 kilo, verhoogden we dat bijvoorbeeld naar 3 kilo. Uiteindelijk trainden 11 van de 19 deelnemers aan het eind van het traject op intensief niveau. Begeleiding was wel noodzakelijk, zodat de oefeningen op de juiste manier werden uitgevoerd en er geen blessures ontstonden.”
Mits onder goede begeleiding is intensieve krachttraining dus haalbaar. Of het bij de mensen met een verstandelijke beperking ook positieve effecten op de gezondheid heeft, moet nog blijken uit verder onderzoek, waar GOUD ook al mee bezig is. | Lees het hele interview met Stijn en een link naar een poster met de trainingsoefeningen op klik.org, zoek op ‘fitnessposter’
Vijf studenten van de minor Gezond samen leven/Active ageing aan de Avans Hogeschool hebben bij S&L Zorg een onderzoek uitgevoerd naar hoe je mensen met een verstandelijke beperking meer kunt laten bewegen.
Zij gebruikten hiervoor een speciaal hulpmiddel, de Moofie. Dat is een soort pratende beweegstok met lampjes en muziek, die opdrachten kan geven. Het hulpmiddel kan afgestemd worden op een doelgroep. Zo zullen kinderen eerder mee willen doen als er muziek van Snollebollekes te horen is, terwijl ouderen graag meezingers van vroeger horen.
In verschillende woongroepen werd de technologie ingezet, ook bij groepen die moeilijk bewegen. Volgens de studenten motiveerden de cliënten elkaar om mee te doen. Ook begeleiders waren enthousiast over de Moofie, maar het is wel een investering. Het instapmodel van de Moofie kost zo’n 874 euro exclusief btw. | Lees een langer artikel op Klik.org over de beweegstok, zoek op ‘Moofie’
De knoop ontrafelen bij mensen met een licht verstandelijke beperking
Hoe komt het toch dat een flink deel van de mensen met een licht verstandelijke beperking in problemen zoals criminaliteit en verslaving belandt? En wat betekent dit voor de ondersteuning die zij nodig hebben? Op het symposium ‘LVB doet mee’ van zorgorganisatie SDW werden hierover ervaringen gedeeld.
De bijeenkomst bestond uit een theoretisch gedeelte en twee workshops. Daarin werd voor de deelnemers duidelijk hoe mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) in de knoop kunnen zitten en hoe je hen hierbij kunt helpen.
Orthopedagoog Harmen Sterk gaf inzicht in de kenmerken van mensen met een licht verstandelijke beperking die hen kwetsbaar maken:
directe behoeftebevrediging; weg van de minste weerstand; kortetermijndenken;
onderontwikkelde of verstoorde sociale vaardigheden; een ander of verstoord referentiekader (bijvoorbeeld elke dag bier drinken, wat vroeger thuis gewoon was);
onderontwikkeld of verstoord moreel kompas; verschil in weerbaarheid.
Hij gaf vervolgens uitleg over hun emotioneel niveau van functioneren, op een leeftijd van een kind van 4 tot 12 jaar. “Normen en waarden integreren en goede keuzes maken op basis van je gevoelens en kennis leer je pas na je 12e. Dit verklaart waarom mensen met een licht verstandelijke beperking hier moeite mee hebben”, aldus Sterk.
Een relatie opbouwen en mensen in hun waarde laten zijn belangrijk in de ondersteuning. Mensen zelf willen vooral normaal behandeld worden, zo kwam naar voren in een workshop met ervaringsdeskundigen. “Ik woonde op mezelf, maar ben mijn huis kwijtgeraakt door mensen die misbruik van mij maakten. Nu moet ik een stapje terug doen en krijg hulp,” vertelde Jeroen tijdens deze workshop. Hij vertelde wat hij wel en niet fijn vindt bij die ondersteuning: “Ik heb een hekel aan het woord cliënt, dat ben ik niet. Het belangrijkste is gelijkwaardigheid. Ik wil dat begeleiders gewoon normaal tegen mij doen en zich niet groter maken. Zo van: ‘Ik heb een paar diploma’s, dus ik ben meer dan jij.’”
VR-ervaring
Het missen van informatie en de verwarring hierover is wat mensen met een licht verstandelijke beperking constant ervaren,
als ze bijvoorbeeld documenten ontvangen die ze niet begrijpen of iets moeten regelen met instanties. Dat werd nagebootst in een sessie met een VR-bril door Careflexzorggroep. Deelnemers aan de VR-workshop moesten in een virtuele omgeving bij het juiste loket in een gemeente terecht zien te komen, maar dat bleek onmogelijk. Telkens kreeg je te horen dat je niet goed was ingecheckt of bij het verkeerde loket stond.
“Ik voelde me dom, een loser,” schreef iemand na afloop over de ervaring op een groot vel. Verdrietig, onzeker, eenzaam en geïrriteerd waren andere steekwoorden die vaak terugkwamen. Voor de deelnemers werd zo duidelijk hoe nodig het is om beter aan te sluiten en informatie aan te passen op mensen met een licht verstandelijke beperking, maar dan wel zo dat iemand zich niet minderwaardig voelt. SDW wil het symposium daarom ook nog herhalen bij instanties, zodat zij meer kennis krijgen over deze doelgroep. |
Toegang tot zorg moet beter
Mensen met een verstandelijke beperking in België krijgen vaak niet de benodigde zorg bij gezondheidsproblemen, zo ontdekte het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). De gezondheidszorg moet voor deze groep veel toegankelijker worden gemaakt. Hoe dit moet beschrijft het kenniscentrum in verschillende actiepunten en acht doelstellingen.
Het onderzoek kwam er dankzij de vereniging Special Olympics Belgium. Zij ontdekte dat haar atleten met een verstandelijke beperking vaak kampten met gezondheidsproblemen, die niet waren vastgesteld door medici, door de cliënt zelf of door verwanten. Enkele voorbeelden: 21,6 procent van de atleten had cariës die niet behandeld was en 56 procent van de atleten bleek schoenen te dragen met een verkeerde schoenmaat. Het was voor Special Olympics Belgium reden om het KCE te vragen onderzoek te doen naar de toegang tot routinezorg voor mensen met een verstandelijke beperking.
Acht doelstellingen
Door een aantal gegevens van diverse instanties te koppelen en te analyseren, literatuurstudies en later ook kwalitatief onderzoek bij zorgprofessionals uit de gehandicaptensector, bracht het KCE in kaart waar het zoal misgaat. Dat leidde tot de volgende acht doelstellingen ter verbetering van de toegankelijkheid van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking:
1. Empowerment van mensen met een verstandelijke beperking.
2. Een vaste huisarts voor iedere cliënt.
3. Zorg dat de gezondheidszorg geografisch bereikbaar is en dat verplaatsingen makkelijker worden.
4. Een langer consult, maar juist een kortere wachttijd.
5. Een gastvrije en efficiënte ziekenhuisomgeving.
6. Vaardigheden versterken van personeel uit de gehandicaptenzorg.
7. Vaardigheden van zorgverleners buiten de gehandicaptenzorg versterken.
8. Implementeren van monitoring en opvolging van specifieke gezondheidsbehoeften.
Het KCE stelt dat deze veranderingen in de gezondheidszorg niet alleen ten goede komen aan mensen met een verstandelijke beperking, ook andere kwetsbare groepen kunnen hiervan profiteren. | Lees het rapport op kce.fgov.be/nl/, zoek op ‘361AS’
Winnaar | Casus
Eind vorig jaar ontving Pauline Landa-van der Velden een exemplaar van het Mentemo-spel en boek ‘Emotionele ontwikkeling in verbinding. Mentaliserend coachen van begeleiders van kinderen en jongeren met complexe gedragsproblemen’. Pauline kwam als winnaar uit de bus bij de verloting hiervan in Klik 7.
Haar reactie: “Ik werk op een woonlocatie voor jongvolwassenen met een LVB+. Wij werken al een geruime tijd middels mentaliserend werken en heb-
ben hiervoor ook een lange training gehad. Het vernieuwde boek en spel is dan ook zeer op zijn plek, enerzijds voor verdieping, anderzijds om het mentaliseren levendig te houden op de werkvloer.”
Op de casus over falende meerzorg van de wanhopige begeleider in Klik 1 van 2023 kwam de volgende reactie op LinkedIn:
“Herkenbaar. Het gaat om de verbinding tussen de begeleider en de cliënt.” | Leonie Vervoort
Echt Gebeurd - Mag toch?
Als de dertienjarige Jesse en twaalfjarige Aron klaar zijn met het ontbijt en hun tanden hebben gepoetst, mogen ze nog even televisie kijken voor ze naar school moeten. Ze beloven me plechtig dat ze ‘iets netjes’ zullen kijken. Ik vertrek met Sanne naar boven om haar te helpen met tandenpoetsen. Zodra ik weer beneden ben, kijk ik met een schuin oog naar de televisie om te checken of de jongens iets kijken wat verantwoord is voor puberende kinderen met een licht verstan-
delijke beperking. Ik zie twee gespreide plastic benen en daartussen een gat. “Jongens, wat kijken jullie nou?”, roep ik met vertwijfelde verbazing. Jesse reageert met een grote grijns op zijn gezicht: “Topdoks! Dat is van de EO. Dat mag toch wel?” In deze aflevering oefent de presentator een bevalling op een bevallingspop. Met een grote glimlach en dikke knipoog vraag ik of hij toch niet liever iets anders wil kijken op de vroege ochtend. | Anne-Marie
KlaassenHeb je iets bijzonders meegemaakt in je werk?
Maak kans op een cadeaubon en stuur je verhaal in 140 woorden naar redactie@klik.org
Hulp voor en door cliënten om hen te helpen bij een verhuizing
Thema: Verhuizen
Verhuisdienst voor en door cliënten
Als cliënten verhuizen van een beschermde woonplek naar een zelfstandige woning staat er bij zorgorganisatie Cosis een team klussers klaar. Ze helpen met de ‘styling’ van de nieuwe woning, herstellen afgedankte meubels, sauzen muren en sjouwen verhuisdozen.
Iedereen die wel eens is verhuisd, weet dat dit een stressvolle gebeurtenis kan zijn. Er zijn zo veel dingen waar je aan moet denken: het vinden van een geschikte woning, het financieren ervan, het opknappen en inrichten van de nieuwe woonplek en het verhuizen zelf.
Voor mensen die bij een zorgorganisatie wonen en op een dag een indicatie krijgen voor een zelfstandige
tijd tussen het verkrijgen van een indicatie voor een eigen appartement en het daadwerkelijke verhuizen steeds korter. Het verkassen van de ene woning naar de ander kan daarom voor veel onrust zorgen. Om cliënten die gaan verhuizen bij deze grote stap in hun leven te helpen, bedacht zorgorganisatie Cosis samen met de cliëntenraad, dagbesteding en werkprojecten
taken bij het verhuizen hebben. Sommige bezoekers van de dagbesteding helpen bij de verhuizing. Zij doen, het liefst samen met de cliënt en mensen uit zijn netwerk, het zware werk en tillen meubels en verhuisdozen. Ook sauzen ze de muren en leggen bijvoorbeeld een laminaatvloer.
Styling
woonplek met ambulante zorg is het misschien nog wel ingrijpender. Veel van deze mensen wonen al jaren, zo niet het grootste deel van hun leven, in een beschermde omgeving. Ze weten niet wat er allemaal komt kijken bij het zelfstandig wonen in een eigen appartement. Bovendien wordt de
Heel Cosis Klust. Dit is een project voor en door cliënten. Het is niet alleen bedoeld ter ondersteuning van Cosis-cliënten die gaan verhuizen. Het is ook een dagbesteding waar twintig cliënten van Cosis werken, die samen met een aantal vrijwilligers verschillende ondersteunende
Andere cliënten houden zich, uiteraard met degene die verhuist, bezig met de inrichting en de ‘styling’ van de nieuwe woning. Zij buigen zich over vragen als: welke meubels komen in de nieuwe woning? Wat voor laminaat komt er op de vloer en welke kleur verf of welk behangetje komt er op de muren? Een moodboard wordt soms gebruikt om een beeld te krijgen van iemands smaak. Ook kan een ruimte met meubels worden ingericht tot een voorbeeldwoning.
Een derde groep cliënten vindt het leuk om afgedankte meubels op te knappen. Die meubels kunnen door
Er is minder onrust bij een verhuizing als je mensen de tijd geeft om zich in kleine stapjes vo te bereiden
Video
Hoe zet je een dienst als Heel Cosis Klust op, waarbij cliënten elkaar helpen bij een verhuizing? Wat komt er allemaal kijken bij een verhuizing en hoe ondersteun je mensen hierbij? In een video van Klik laten medewerkers en cliënten van Cosis zien hoe ze werken bij Heel Cosis Klust.
Bekijk de reportage op www.klik.org/video
Dennis volgde verschillende workshops bij HeelCosisKlust die hem hielpen bij de overstap naar zelfstandig wonenThema: Verhuizen
Cosis-cliënten voor een klein bedrag worden aangeschaft. Aan meubels is gelukkig nooit gebrek. Een berichtje op intranet of de Facebookpagina van Heel Cosis Klust is meestal voldoende om een gewenst meubel te krijgen.
Jack Poel en Jan Willem Zwols zijn begeleiders op deze unieke dagbesteding in Assen. Beiden hebben op verschillende plekken binnen Cosis gewerkt, maar beleven nu veel voldoening aan hun werk bij Heel Cosis Klust. Jack: “Wij zien het als onze taak om mensen te helpen in hun ontwikkeling. Daarvoor sluiten we zo veel mogelijk aan bij hun persoonlijke doelen, zodat ze steeds zelfstandiger worden en verder stijgen op de participatieladder.”
De begeleiders werken volgens de IRB-methode, die zowel bij woonloca-
ties als dagbestedingsplekken binnen Cosis wordt toegepast. IRB staat voor Individuele Rehabilitatie Benadering. Jan Willem: “Het uitgangspunt van deze methode is dat wij de cliënt zo veel mogelijk zelf laten nadenken. Dus als hij met een vraag komt, stellen wij een wedervraag. Zo doen we het ook bij Heel Cosis Klust. Als iemand bij ons komt met de vraag: ‘Willen jullie helpen met ver-
huizen?’, vragen wij aan hem: ‘Wat denk je zelf dat er moet gebeuren?’ Zo komt iemand er bijvoorbeeld achter dat hij hulp bij het verhuizen kan vragen aan mensen uit zijn netwerk. Dat is iets wat veel cliënten (kunnen) leren.”
Heel Cosis Klust helpt bij de praktische kanten van verhuizen. Jack en Jan Willem noemen wat voorbeelden van de vragen die ze kunnen krijgen. Wat is er nodig om televisie te kunnen kijken? Wat doe je als een lamp stuk is? Hoe vraag je een monteur om hulp als de wasmachine stuk is? En wat doe je als er lekkage is?
Ook kunnen ze vragen krijgen over de financiële en sociale kant van het wonen in een eigen huurappartement. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je genoeg geld overhoudt voor de huur? En: welke vaardigheden heb je nodig om met je buren te kunnen omgaan? In speciale workshops, die thuis kunnen worden gevolgd, komen deze vragen aan de orde.
Jack: “Alles is erop gericht om de kersverse bewoners van een eigen appartement zo goed mogelijk voor te bereiden op hun nieuwe leven. De workshops volgen ze samen met andere deelnemers, zodat ze hun ervaringen kunnen delen.”
Ook als de mensen hun nieuwe woning hebben betrokken, kunnen ze bij Heel Cosis Klust terecht met hun vragen. Jack: “Iedereen die een indicatie heeft voor ambulant wonen, kan zijn vragen over de praktische, financiële en sociale aspecten van zelfstandig wonen aan ons stellen.”
Alles is erop gericht om mensen vo te bereiden op hun nieuwe levenBegeleider Jack (rechts) verhuist een bank samen met Gerard, een deelnemer van de dagbesteding Heel Cosis Klust
Veilige plek
In totaal heeft Heel Cosis Klust in de afgelopen drie jaar ongeveer 300 mensen verhuisd. Dennis (49, op de grote foto op pagina 9) was er daar één van. Hij werkt ook bij Heel Cosis Klust. Hij maakt de ruimtes van de dagbesteding schoon, kookt één keer per week een warme maaltijd voor de deelnemers van de dagbesteding en helpt soms mee met een verhuizing. “Ik werk hier met veel plezier. En als ik een mindere dag heb, kan ik het rustig aan doen.”
Bovendien leert Dennis op zijn werk andere mensen kennen. Zijn netwerk is er door gegroeid. “Het is belangrijk dat je andere mensen om je heen hebt.”
Dennis leefde ooit op straat. Via een ggz-organisatie kwam hij te wonen in een beschermde woonvorm bij Cosis. Daarna is hij nog een keer verhuisd naar een andere beschermde woonvorm binnen de zorgorganisatie. Om vervolgens te verhuizen naar een zelfstandig appartement, waar hij begeleiding krijgt vanuit zijn vorige woonlocatie.
Bij die laatste verhuizing hebben Heel Cosis Klust en de zus van Dennis geholpen. “Zij hielpen met het sauzen van de muur, de inrichting van de woning en het verhuizen.”
Ook Dennis kon met al zijn vragen bij Jack en Jan Willem terecht. “Ik stond er niet alleen voor. Dat was
heel prettig.”
Van een beschermde woonvorm naar een eigen woonplek was een grote stap voor Dennis. “De eerste drie maanden voelde ik me niet prettig in mijn nieuwe appartement. Ik wilde het liefst terug naar mijn oude woonplek. Daarna ging het beter. Ik voel me nu veilig in mijn huis.”
Dennis heeft verschillende workshops bij Heel Cosis Klust gevolgd die hem hebben geholpen bij het zelfstandig wonen. “Ik volgde een workshop ‘Fijn Thuis’ en ‘Baas van je eigen portemonnee’. Daarnaast leerde ik in andere workshops hoe je meubels kunt pimpen, hoe je moet schilderen en sauzen, hoe je laminaat moet leggen en hoe je lampen moet ophangen. En ik volgde de workshop Eerste hulp bij klussen.”
Minder stress
Verhuizen vergt een goede voorbereiding. Hoe beter de voorbereiding, hoe minder stress. Daarom vinden
Jan Willem en Jack het belangrijk dat ze op tijd te horen krijgen dat iemand gaat verhuizen. Ze vragen aan woonbegeleiders van Cosis om dit zo snel mogelijk te melden.
Jan Willem: “Er is minder onrust bij cliënten die gaan verhuizen als je ze de tijd geeft om zich in kleine stapjes voor te bereiden.” Hij geeft een voorbeeld. “Soms heeft iemand heel veel spullen die niet allemaal
meekunnen. Als je dat beseft, kun je bijtijds overbodige spullen naar de kringloopwinkel of de stort brengen. En hoeft het niet op het laatste moment, waarop je ook al zoveel andere dingen moet doen.”
Een goede voorbereiding en begeleiding van de verhuizing voorkomt niet dat het soms toch verkeerd uitpakt. Het komt helaas ook voor dat iemand die de overstap heeft gemaakt naar een zelfstandige woning daar niet op zijn plek blijkt te zijn. Hij of zij gaat dan weer terug naar een plek binnen de muren van Cosis. Gelukkig staat ook dan het team van Heel Cosis Klust klaar om bij de verhuizing te helpen. |
Meer info op www.cosis.nu/alles-overcosis/locaties/heel-cosis-klust
arbeidsomstandigheden
Ervaringen met de omslag naar langere diensten en een jaarrooster
Meer werkplezier door achtuursdiensten
Zorgorganisatie Frion werkt sinds kort met zo veel mogelijk achtuursdiensten en een jaarrooster. Dat levert voordelen op voor begeleider, cliënt en organisatie. Toch is niet iedereen daar blij mee. Sommige begeleiders zouden liever korte diensten of alleen op de dagbesteding willen werken.
VVanaf begin dit jaar is het grootste gedeelte van de locaties van zorgorganisatie Frion overgegaan op achtuursdiensten. Ook locatie Prunuspark 5-6 in Zwolle heeft de planning aangepast aan de nieuwe realiteit. Begeleiders Helma Adams, Petra Crans en Klaas Spijker zijn er positief over. “Er is meer balans tussen werk en vrije tijd.” Op Prunuspark 5-6 wonen 12 cliënten met een matig verstandelijke beperking en een intensieve zorgvraag.
Klaas bedacht zelf een oplossing voor dit probleem. “Ik ging in samenwerking met de toenmalige roosteraar na de vroege ochtenddienst met de cliënten mee naar de dagbesteding. Ik werkte dan 9 uur achtereen. Dat was wel lang, maar beter dan al die korte avonddiensten verspreid over de hele week.”
Ook Petra (25-urige werkweek) is een zij-instromer. Vierenhalf jaar geleden startte zij op een andere locatie
De meeste mensen willen geen kleine contracten meer
Klaas (32-urige werkweek) is een zij-instromer. Hij werkt inmiddels 12 jaar als begeleider bij Frion. Zijn werkweek moest hij altijd uitsmeren over verschillende avond- en slaapdiensten. “Dat waren diensten die steeds korter werden. Het werd moeilijker om aan de 32 uur te komen. Ik moest er steeds meer avonden en nachten voor werken.”
binnen Frion, bij zowel een woning als een dagbesteding. “Dat was een bewuste keuze. Ik wilde liever lange diensten werken, dan mijn uren verspreiden over de hele week.”
Woon-werkcirkels
Klaas en Petra waren onbedoeld voorlopers van lange diensten en werken op zowel een woning als in de dagbesteding. Anderen binnen Frion raakten overtuigd van het nut hiervan tijdens de coronatijd. Helma (36-urige werkweek), persoonlijk ondersteuner en meer dan 30 jaar werkzaam bij Frion: “Om eventuele besmettingen te voorkomen, werkten we tijdens de coronaperiode in zoge-
Helma verwacht dat er door de omslag naar achtuursdiensten meer mensen zullen zijn die extra uren willen werken noemde woon-werkcirkels. Begeleiders ondersteunden cliënten op zowel de woning als de dagbesteding op eenzelfde locatie. Bij Frion hebben we ervan geleerd dat het heel goed mogelijk is om begeleiders zowel op wonen als op de dagbesteding gedurende meerdere aaneengesloten uren te laten werken.”
De achtuursdiensten zijn door het bestuur van Frion omgezet in nieuw beleid. Door langere diensten te draaien, hebben begeleiders meer aaneengesloten vrije tijd om op te laden. Dat is zeker als je wat ouder bent wel nodig, zeggen vijftigers Helma, Petra en Klaas. Ze beschrijven hun werk als begeleider van mensen met een matig verstandelijke beperking en een intensieve zorgvraag als ‘pittig’. Helma: “Wij staan voortdurend aan. Tussen het werk op de woning en op de dagbesteding zit geen pauze. Je gaat aan één stuk door.”
Voldoende tijd om van het werk bij te komen is daarom erg belangrijk voor ze. Petra: “Als ik drie dagen heb gewerkt, heb ik echt een dag nodig om te herstellen. Ik doe dan helemaal niets.” Klaas vult aan: “Vroeger werkte ik soms zes dagen, nu zijn dat er maar vier. Ik heb meer dagen in de week om weer op te laden.”
Jaarrooster
Aantrekkelijker
Niet alleen voor de begeleiders die al bij Frion werken hebben achtuursdiensten voordelen. Het wordt waarschijnlijk voor de organisatie ook makkelijker om vacatures op te vullen. Helma: “De meeste mensen willen geen kleine contracten meer. Ze willen 24 of 32 uur werken. Het is voor hen aantrekkelijker om bijvoorbeeld drie of vier dagen van acht uur te werken.”
Op de locatie waar Helma, Petra en Klaas werken, blijft het lastig vacatures in te vullen, maar zijn er wel meer
Met de achtuursdiensten als uitgangspunt wil Frion elke medewerker een eigen jaarrooster geven. De weg er naartoe blijkt niet makkelijk. Helma: “Het roosteren gebeurde eerst door de locaties zelf. Nu worden roosters door centrale roosteraars gemaakt. Dat is een hele puzzel voor ze. De roosteraars moeten de wensen van de begeleiders weten: wanneer is iemands vrije dag? Ook moeten ze de situatie op een groep goed kennen. We hebben bijvoorbeeld een cliënt op de groep die extra begeleiding nodig heeft. Ook is er altijd één medewerker die een zogenoemde ‘pendeldienst’ heeft. Deze persoon kan bij ons én bij onze buren worden ingezet, afhankelijk van de behoefte. En de zogenoemde ‘hekjesdiensten’ moeten worden ingevuld. Bovendien is het belangrijk dat het team dat werkt in balans is, dat wil zeggen dat het bestaat uit de juiste mix van ervaren en onervaren krachten. Daar dient een roosteraar, alleen al voor onze groep, allemaal rekening mee te houden.”
diensten ingevuld, omdat mensen meer uren draaien. “Starters kiezen er vaak niet voor om te werken met mensen met een intensieve zorgvraag. Wij moeten het hebben van stagiaires en zij-instromers. Door hun een goede ervaring op deze groep te geven is de hoop dat zij blijven hangen. In de praktijk gebeurt dat ook.”
Bovendien blijkt dat mensen die al bij Frion in dienst zijn meer uren willen werken, omdat het ze makkelijk wordt gemaakt om op eenzelfde dag er een paar uren aan vast te plakken. De achtuursdiensten hebben Frion nu al 3 fte aan extra uren van eigen medewerkers opgeleverd. Voor die in totaal ruim 100 uren heeft de zorgorganisatie dus geen vacature en hoeft ze geen uitzendkrachten te regelen.
Helma: “Omdat we nog maar net begonnen zijn, is de verwachting dat er meer mensen zullen zijn die extra uren willen werken.”
Ook cliënten hebben baat bij de achtuursdiensten. Klaas: “Hiervoor zagen ze drie verschillende gezichten tijdens de ochtenddienst, de dagbesteding en de avonddienst. Nu zien ze niet meer dan twee gezichten. Degene die de ochtenddienst heeft gaat mee naar de dagbesteding. Dat maakt de overgang voor onze cliën-
ten makkelijker. Het heeft een positief effect op hun gedrag.”
Ziekteverzuim
De verwachting is dat door onder meer de achtuursdiensten er een betere werk-privébalans ontstaat en daarmee het ziekteverzuim omlaag zal gaan. Helma: “De stress van het werk wordt niet minder. Zeker niet op onze groep. Maar er is, zoals gezegd, meer tijd om bij te komen. Daardoor verwachten we dat er minder uitval zal zijn.”
Overigens heeft Frion ook iets bedacht om ziekteverzuim binnen de organisatie beter op te vangen. Daarmee wordt een andere factor die voor veel stress kan zorgen, ondervangen. Helma: “Er staan in het nieuwe rooster elke dag minimaal twee mensen die extra zijn. Deze personen, ‘de hekjes’, hebben op het rooster een ‘#’ achter hun naam. Zij kunnen bij ziekte invallen op onze of op een andere groep binnen Frion. En als er nergens een invaller nodig is, kunnen ze achterstallig werk doen waar ze nu wel tijd voor hebben of ze kunnen extra aandacht aan een cliënt geven.”
Daarnaast heeft de organisatie weer een vervangingspool ingesteld,
Podcast
Wat komt er allemaal kijken bij de omslag naar achtuursdiensten? Begeleider Helma Adams praat hierover in de achtste aflevering van de Klik-podcast met roosteradviseur en begeleider
Martin Dollenkamp en collega Gerdijanne Leestenmaker. Ze delen hun ervaringen uit de praktijk en de achtergrond van de omslag. De aflevering is te beluisteren via www.klik.org/podcast
waaruit bij langdurige ziekte geput kan worden. “Een bijkomend voordeel is dat Frion het door deze maatregelen zo lang mogelijk kan uitstellen om dure zzp’ers te bellen.”
Korte diensten
Ondanks alle voordelen die er zijn, is niet iedereen blij met de achtuursdiensten. Petra: “Acht uur achter elkaar werken is vooral voor oudere begeleiders zwaar. Zeker als je nauwelijks pauze kunt nemen. Sommige oudere begeleiders vinden het daarom fijner om kortere diensten te draaien, bijvoorbeeld drie ochtenden van vier uur. Iets dergelijks geldt ook
voor mij. Ik werk eigenlijk liever zes dan acht uur achter elkaar.”
Ook zijn er begeleiders die altijd op dagbesteding of op wonen hebben gewerkt die er moeite mee hebben. Klaas: “Zij hebben er bijvoorbeeld bewust voor gekozen om op de dagbesteding te werken, omdat ze werken op een woning minder leuk vinden. Voor sommige begeleiders kan het ook betekenen dat ze moeten werken op andere tijden en in andere teams dan ze zouden willen. Het vraagt soms ook om aanpassingen in het privéleven. Medewerkers moeten bijvoorbeeld de kinderopvang anders regelen.”
Frion wil werknemers die ontevreden zijn met de nieuwe situatie uiteraard niet kwijt. Helma: “We moeten in gesprek blijven met elkaar en kijken hoe we aan de behoeften van deze mensen tegemoet kunnen komen. We kijken nu bijvoorbeeld of we een achtuursdienst kunnen verdelen in twee diensten van vier uur. Over een half jaar gaan we de achtuursdiensten sowieso evalueren. Dan weten we pas echt wat het ons heeft opgeleverd.” |
Vo cliënten zijn er minder verschillende gezichten op een dagKlaas heeft door de langere diensten meer dagen in de week om weer op te laden
In deze column vertellen deskundigen over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking
gedragsdeskundige
Fotografie Annabel JeuringCheck de jeukwoorden
Ervaringsdeskundige Lisa krijgt ambulante begeleiding van Estinea, waar ik werk als orthopedagoog. Eerder deelde ik hier het ongemak dat Lisa en ik voelen bij de termen die we in de zorg gebruiken: jeukwoorden.
Vorig jaar april deden Lisa en ik een oproep aan de lezers van Klik om jeukwoorden in de gehandicaptenzorg te melden bij ons ‘jeukwoordenmeldpunt ’. Wij ergeren ons namelijk suf aan woorden als ‘cliëntnummer’ (alsof iemand een nummertje is) en ‘plaatsingsadvies’ (alsof het om een object gaat).
Het artikel is vaak gelezen en veel mensen reageerden. Termen als probleemgedrag, zorgzwaartepakket, ontwikkelingsplafond, IQ, ‘ik draai deze cliënt vandaag’, ‘handen aan het bed’ en werkvloer hebben we inmiddels opgenomen in ons jeukwoordenboek.
Hoewel de meeste zorgorganisaties het begrip gelijkwaardigheid hoog in hun vaandel hebben staan, blijven we kleinerende en stigmatiserende taal gebruiken. Terwijl iemand toch veel meer is dan zijn of haar beperking?
En – ik schaam me ‘n beetje om het te zeggen, omdat ik het zelf ook ben en omdat ik het zelf ook nog steeds doe –het zijn met name de gedragsdeskundigen die de stigmatiserende taal goed beheersen. Wij zijn degenen die vooral in beeld zijn bij iemand wanneer er zorgen zijn, of wanneer een
begeleidingssituatie dreigt vast te lopen. Wij zoomen in op iemands probleem, in een poging de oorzaak ervan te achterhalen. Het gevolg is vaak dat iemand er nog een label of probleem bij krijgt geplakt in een ‘diagnostisch verslag’ (nog een jeukwoord, trouwens).
Maar misschien gaat het wel niet goed met iemand, omdat degene zich als persoon niet helemaal gezien voelt. Misschien richten we ons wel veel
te veel op iemands beperkingen en problemen en zien we daardoor steeds minder goed wie iemand eigenlijk is.
Juist dat verhaal over wie iemand is, rolt niet uit een diagnostische vragenlijst. Dat verhaal, iemands levensverhaal, vinden we bij ouders, broers, zussen, vrijwilligers en begeleiders. Zij hebben antwoorden op de vragen die wij, gedragsdeskundigen, hebben om een situatie te verbeteren; gewoon
de mensen die hun ervaringskennis delen over andere mensen. Laten wij die ervaringsdeskundigen nu eens veel meer benutten. Om samen iemands levensverhaal op te stellen, om samen te sparren over wat iemand kleurt, wat iemand lastig vindt, waar hij misschien wel beter in is dan veel andere mensen. En ook wat iemand nodig heeft om het ondanks zijn beperking zo veel mogelijk zelf te kunnen.
En als we samen besluiten om ons niet meer zo te focussen op stigma’s, hokjes en problemen, dan spreken we taal waarin we elkaar verstaan en die wel echt gelijkwaardig is. Taal zonder kleinerend zorgjargon.
En collega’s: als we klaar zijn met ons verslag, zullen we dan eerst nog even de jeukwoordencheck doen? Door ons stuk nog eens na te lezen, maar dan vanuit de ogen van de ouders, de begeleiders of de bewoner zelf? Even de check of de persoon over wie we schrijven ook als persoon gekend is, en niet alleen als ‘probleem’ of ‘gehandicapte’?
Want wat we al jarenlang zo doen, hebben we niet 1-2-3 afgeleerd, dat weten gedragsdeskundigen als geen ander. | Lot de
Swartdagbesteding
Tekst Roos Slot Fotografie Dewi KoomenRust en ruimte in de Schuur
De lockdowns in coronatijd hebben duidelijk gemaakt dat dagbesteding dichter bij huis bepaalde cliënten meer rust geeft. Woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen kwam hierdoor op het idee om voor cliënten die daar behoefte aan hebben, dagbesteding in een bijgebouw te starten.
IIn de tuin van woonlocatie de Boerderij van zorgorganisatie Esdégé-Reigersdaal stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen in op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding dicht bij huis, kwamen de begeleiders al snel uit op hun eigen stek. Het bijgebouw is omgetoverd tot nieuwe dagbestedingslocatie met als naam, hoe kan het ook anders, de Schuur. Met een aangrenzende tuin
een fijne plek voor cliënten die gebaat zijn bij rust en ruimte.
Bij binnenkomst valt de geur van nieuwigheid meteen op. Dat is ook niet zo gek, de Schuur is nog maar enkele maanden open. Binnenkort wordt de verschoningsruimte afgemaakt, dan kunnen cliënten van externe locaties ook de hele dag blijven.
Cliëntbegeleider Femke: “Dit gebouw was vooral een opslagplek. Door corona zijn we erachter gekomen dat het voor sommige cliënten beter is om dicht bij huis te blijven in plaats van met een busje naar een andere locatie. Dus gingen we op zoek naar dagbesteding dicht bij de Boerderij en kwamen we uit bij onze eigen schuur.”
Jennefer woont sinds 2004 in de Boerderij. Tot een aantal jaar geleden ging ze voor dagbesteding naar een locatie verderop. Nu is ze elke dag te vinden in de Schuur. “Het idee om hier een dagbestedingsruimte van te maken was er eigenlijk al heel lang, maar door corona is het eindelijk gerealiseerd,” vertelt Lenie, de moeder van Jennefer. “Het verschil voor Jennefer is groot,” vervolgt Lenie. “Voorheen moest ze met een busje mee, dan moet je op tijd je bed uit. Omdat
inslapen altijd lang duurt bij Jennefer, zat ze ’s ochtends dan nog vaak te slapen in haar rolstoel. Nu is de opstart later en rustiger. Ook was ze altijd overprikkeld als ze thuiskwam van dagbesteding. Doordat het nu kleinschalig is en zo dichtbij, is ze veel rustiger geworden. En door al die rust slaapt ze beter.”
De Schuur is gericht op beleving. Voelen, ruiken, proeven, luisteren. Iedere dag heeft een eigen thema. Creatief, wellness, koken, tuinieren. “Het tuinseizoen loopt een beetje op z’n einde, dus daar moeten we nog iets op verzinnen,” vertelt Femke, terwijl de laatste aardbeien worden geplukt. “De bloembollen zitten al in de grond, maar er moet nog meer gezaaid worden zodat we volgend jaar kunnen oogsten.”
Jennefer geniet erg van de kookactiviteiten, de geuren en de smaken.
Lenie: “Jennefer hield altijd al van eten. De schepjes gaan achter elkaar naar binnen en het kan haar niet snel genoeg gaan. Soms trekt ze het bord van tafel, als het te lang duurt.”
Ook gaat Jennefer veel naar buiten, met een begeleider of haar moeder.
Lenie: “Ze is vaak helemaal opgefrist als we een rondje hebben gelopen.”
Dagbesteding naast een woning voor bewoners die daar behoefte aan hebben
De Boerderij heeft een actieve en hechte verwantenraad. Lenie: “De voorzitter van de raad heeft een wervingsactie op poten gezet en allerlei fondsen aangeschreven. Dat is een groot succes geworden. Van dat geld is onder andere het waterbed aangeschaft, de picknicktafel in de tuin en een duofiets.”
Het waterbed is de lievelingsplek van Ralph. In kleermakerszit, terwijl het water zachtjes golft, valt hij even in slaap. Ook hebben ze sinds kort een BeleefTV, dankzij een schenking van een verwant.
Jennefer geniet van de kookactiviteiten
Niet n maal gewoon
De begeleider van Steve, een 32-jarige man met een licht verstandelijke beperking, belt mij met een bijzonder verhaal. Steve woont in een appartement. Hij werkt, heeft een auto en vermaakt zich in zijn vrije tijd graag met verzamelen. Een aantal keer in de week krijgt hij begeleiding. Met name hygiëne en zijn huis bewoonbaar houden, vragen om extra ondersteuning
Het appartement van Steve staat vol met spullen en het ruikt er doorgaans niet schoon. Een paar weken geleden hadden Steve en zijn begeleider afgesproken een grote schoonmaak te houden. Steve wilde daar zelf niet bij zijn. Hij gaf zijn begeleider carte blanche om spullen weg te gooien en ging zelf naar zijn werk. Tijdens de grote opruiming stuitte de begeleider op wel honderd glazen potjes met deksel, gevuld met urine. Ze stonden overal in huis, verstopt achter alle spullen. “Niet normaal gewoon,” vertelde de begeleider ontzet. “En vies!”
Femke: “Naast Jennefer en Ralph van de Boerderij komen er ook een paar cliënten van andere woonlocaties. We willen voorkomen dat alle clienten van de Boerderij naar de Schuur komen. Ze wonen ook al samen. En als je al een fijne dagbestedingsplek hebt, laten we dat natuurlijk zo.”
Het kleinschalige en de tuin zijn de belangrijkste redenen om naar de Schuur te komen. Cliënten kunnen zo de tuin in en dankzij de grote raampartijen is er altijd zicht op de tuin. Femke start haar dag op de Boerderij en gaat daarna verder op de dagbesteding. Dankzij de Schuur kan ze langere diensten werken. Omdat de locatie nog niet alle dagen vol is, hebben de begeleiders veel ruimte om nieuwe activiteiten uit te proberen. Femke: “Laatst hadden we een plastic zak gevuld met papier en verf, zodat Jennefer kon voelen en tegelijkertijd verven, maar dat sloeg niet aan. Dan proberen we weer wat anders. Of ze had gewoon haar dag niet, dat hebben we allemaal wel eens.” |
Dit artikel is afkomstig uit Bladeren, het magazine van Esdégé-Reigersdaal.
Bij thuiskomst had hij Steve aangegeven hoe vreemd, vies en ongewenst dit was. Steve, die al veel stress had door de grote schoonmaak, was heel ongemakkelijk geworden. Hij stamelde dat hij ook niet wist wie die potjes daar had neergezet. Daarna werd hij boos en had de begeleider de deur gewezen, met de boodschap dat hij nooit meer hoefde te komen. Sindsdien krijgt de begeleider geen contact meer met Steve. Die neemt zijn telefoon niet op, beantwoordt geen appjes en houdt zijn deur gesloten.
“Wat denk je dat Steve doet met die potjes urine?” vraag ik.
“Nou ja, ik dacht eigenlijk meteen aan iets met seks, maar daar heb ik het nooit met hem over gehad,” zegt de begeleider.
“En stel dat Steve seksuele opwinding heeft door te urineren in potjes?” reageer ik.
“Dan is het niet best met hem!” roept de begeleider uit.
“Want?” vraag ik door.
De begeleider kijkt wat vertwijfeld en zegt: “Nou ja, dit is toch gewoon abnormaal en helemaal niet nodig?”
“Maar Steve heeft toch ook recht op eigen seksualiteitsbeleving?” vraag ik.
“Als hij dit nou zelf fijn vindt. Hij doet er toch niemand kwaad mee?”
Het is even stil. “Maar dit is toch niet normaal gewoon… en vies!” reageert de begeleider weer.
“Nou, het wijkt af van wat we ‘normaal’ vinden,” zeg ik, “maar dat hoeft nog geen probleem te zijn. Het is mogelijk wel een hulpvraag. Hoe Steve van urofilie kan genieten zonder dat zijn hygiëne in gevaar komt. Daarvoor is een open gesprek met hem nodig. En geen veroordeling.”
Weer is het even stil. Dan een diepe zucht. “Ik begrijp wat je zegt. Ik heb hem gewoon zitten veroordelen. Natuurlijk doet dat de deur dicht! Wat een zeikerd ben ik ook!”
We schieten tegelijk in de lach. Zeiken en seks, niet normaal gewoon. | Daphne Kemner, orthopedagoog-seksuoloog NVVS Prinsenstichting/Zodiak
rouw
Tekst & fotografie Tjitske GijzenErvaringen met een gespreksgroep over rouw voor mensen met een beperking
Praten over je verlies
“Mensen hebben vaak weinig begrip voor je verdriet, tot ze zelf iemand verliezen,” vertelt Digna, een van de deelnemers aan een gespreksgroep over omgaan met rouw voor mensen die leven met een beperking. Digna: “Ik heb veel dingen gehoord die ik kan toepassen om weer vooruit te komen.”
DDe deelnemers aan de gespreksgroep ‘Omgaan met verlies’ bij sociale werkplaats Betho in Goes hebben allemaal verschillende verhalen (zie kaders, red.). Zoals Digna, die vijf dierbaren verloor, waarvan vier in het afgelopen jaar. En Kees, die zijn beste vriend verloor bij een auto-ongeluk, waarbij hij zelf hersenletsel opliep. Gerarda ervaart het verlies bij haar vader die Alzheimer heeft en op een gesloten afdeling in een verpleeghuis zit. En Helen (niet haar echte naam) mist haar moeder, die in 2001 overleed.
Samen praatten ze hierover in vier bijeenkomsten, die werden geleid door twee trainers van SMWO, een or-
groep: “We geven verschillende trainingen voor iedereen, en hebben aangepaste trainingen voor mensen die leven met een beperking zoals niet-aangeboren hersenletsel, autisme en/of een licht verstandelijke beperking. Deze trainingen gaan over omgaan met geld, sociale vaardigheden en seksuele weerbaarheid. En de gespreksgroep over rouw en verlies die start rond het einde van het jaar, omdat we in die periode hierover vaak vragen krijgen. Deze zijn we gaan bundelen, zodat mensen elkaar in groepsverband kunnen steunen.” De gespreksgroep voor mensen die leven met een beperking bestaat bij voorkeur uit vijf deelnemers en komt
groep voor mensen die leven met een beperking duren de bijeenkomsten een uur en een kwartier en is er een wat lager tempo en aangepast taalgebruik waar nodig. Soms doen we de cursus bij ons op kantoor, maar vaak zitten we bij de sociale werkplaats, omdat hier de doelgroep zit.”
Spannend
Eline: “De meesten die zich aanmelden lopen vast in hun verlies. Ze voelen zich eenzaam of worden soms gewoon niet gehoord in hun verdriet. Ze weten niet zo goed hoe ze ermee om moeten gaan of met wie ze er wel over kunnen praten. We maken van tevoren kennis met iedere deelnemer in een individueel gesprekje, waarin we mogelijke spanning al een beetje wegnemen. In een groep praten over je verlies is spannend, dat merk je zeker de eerste keer. Maar dat gaat altijd ook snel weer weg.”
ganisatie voor maatschappelijk werk in Zeeland. Cursuscoördinatoren en trainers Eline de Ridder en Liesbeth van Sabben vertellen in een zaal bij Betho over de opzet van de gespreks-
vier keer bij elkaar. Liesbeth: “De opzet en duur zijn minder intensief dan bij reguliere groepen, die tien bijeenkomsten van twee uur per keer hebben met acht tot tien mensen. Bij de
Bij de eerste bijeenkomst beginnen ze met de groepsregels en kennismaking. Liesbeth: “We maken duidelijk dat alles wat hier wordt verteld, niet naar buiten gaat. Bijna heel de bijeenkomst besteden we aan vertellen wie ze zijn, wat ze doen, waar ze wo-
Vo de overledene zette ze nog altijd een koffiekopje neer
Deelnemers van de gespreksgroep over verlies afgelopen winter bij Betho in Goes. Van links naar rechts Helen*, Kees, Digna, Gerarda en trainster Eline de Ridder
nen en ook een stukje over hun verlies. Daarbij spreken ze hun verwachtingen naar elkaar uit.”
Herinneringen
Voor bijeenkomst twee krijgen de deelnemers een opdracht mee om een ge-
dicht, lied, symbool of voorwerp te zoeken dat voor hen bijzonder is bij hun verlies. Eline: “Vaak nemen ze foto’s mee, een keer had iemand een complete stereoset bij zich en ook bracht iemand een koffiekopje mee. Dat zette ze nog altijd neer
Luister goed naar elkaar
“Ik heb helaas vijf dierbaren verloren,” vertelt Digna. “Mijn werkbegeleider vroeg of de gespreksgroep over verlies wat voor mij was. In het begin was ik een beetje sceptisch, omdat ik een-op-een fijner vindt dan in een groep. In een groep trek ik mij te veel van anderen aan. Maar ik heb het als heel prettig ervaren. Ik heb veel dingen gehoord die ik kan toepassen om toch weer vooruit te komen. Zoals de tips waar je kracht uit haalt. Mandala’s kleuren helpt mij om mijn gedachten te verzetten. Dan kan ik gewoon mijn verstand op nul zetten. En ik maak gedichten, die helpen ook om het een beetje van me af te schrijven.
Binnen in de kaart die we maakten heb ik geschreven: ‘kostbare en liefdevolle herinneringen en mijn liefde voor jou zal ik altijd bij mij dragen’. Op de kaart heb ik vijf sterren geplakt voor al mijn dierbaren die ik ben verloren. De grote ster was mijn vader, de allereerste dierbare die ik moest missen. Deze maand is dat alweer achttien jaar geleden, dan maak ik een gedicht en ga bij zijn graf langs. Afgelopen weekend heb ik ook de as van mijn moeder uitgestrooid in haar geboorteplaats. En ik heb de as van mijn broer meegenomen, die gaan we binnenkort op zijn sterfdag uitstrooien.
Ik merk dat er weinig begrip is bij mensen voor je verdriet, totdat ze er zelf mee te maken hebben. Mijn tip is: luister goed naar elkaar, ook al heb je geen advies, luisteren is soms al genoeg.”
voor diegene als ze ging koffiedrinken. En wat opviel bij deze groep was dat ze bijna allemaal een tatoeage hadden als herinnering aan hun dierbare.”
Sinds kort geven ze in de tweede bijeenkomst ook informatie over de fases van rouw: ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en de aanvaarding. “Die stadia kunnen ook door elkaar lopen. Mensen kunnen bijvoorbeeld nog steeds boos zijn, ook al is het lang geleden. Soms is dit stuk wat te moeilijk, dus we houden het heel eenvoudig.”
Ontspannen
In de derde bijeenkomst vertellen de deelnemers waar ze hun kracht uithalen. Op een flip-over staat een lange lijst met concrete tips die de deelnemers elkaar gaven, waaronder sporten en veel creatieve activiteiten.
Liesbeth: “We vragen: waar haal jij kracht uit, op momenten dat het gemis het grootste is? En wat doe je om te ontspannen als je je rot voelt? Ze geven tips aan elkaar en doen soms ook simpele ontdekkingen, zoals iemand die zei: slapen, dat geeft mij dus energie.”
Tijdens de gespreksgroep deelden de deelnemers tips met elkaar, waar ze kracht uithalen en wat ze doen om te ontspannen als ze zich rot voelen
Op tafel liggen kaartjes met stellingen, waar de deelnemers in de derde bijeenkomst op kunnen reageren. Eline: “Dat levert mooie gesprekken op. Zoals: Na vijf jaar mag je het er niet meer over hebben. Eigenlijk gelijk zeggen ze dan: natuurlijk niet, je mag er altijd over praten. Ze zitten hier juist omdat ze het er ook niet zo makkelijk over kunnen hebben. Soms omdat ze
Het negatieve achterlaten
Helen* vertelt samen met de anderen over haar deelname aan de gespreksgroep over verlies: “Ik wilde hier de ervaringen horen van anderen. Mijn moeder is in 2001 overleden. Het is fijn om daar nog over te praten. Ik word rustig door diamond painting en ik heb positieve tips gekregen. Ter afsluiting nam ik mijn as-sieraad mee. In mijn kaart schreef ik dat je niet perfect hoeft te zijn, want dat zei mijn moeder altijd.”
Kees reageert grappend: “Nobody is perfect, en my name is nobody. Nee hoor, dat zou maar saai zijn. Ik vond het leuk om hier naar andere mensen te luisteren die ook met problemen zitten, daar leer je van om er wat makkelijker mee om te gaan. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Ik verloor 23 jaar geleden mijn beste vriend door een verkeersongeluk, dat mijn schuld was. Zelf heb ik daardoor ook kantje boord gelegen. Ik ben alles kwijt van vroeger en van gisteren ook. Ik heb voor mijn ongeluk ook moeten zitten in een half-open penitentiaire inrichting. Wat ik merk, is dat als ik erover praat een heleboel mensen gewoon niet luisteren. Ze doen net alsof ze luisteren, maar het gaat het ene oor in en het andere oor weer uit. Dat signaal krijg ik vaak.”
letterlijk te horen kregen: hou er nou eens over op, of: kom je weer?”
In de groep proberen ze vooral concrete dingen aan te reiken om met het verlies om te gaan en zo troost of steun te bieden. Liesbeth: “We benaderen het positief, al is er altijd ruimte voor het verdriet. In de laatste bijeenkomst geven we aandacht aan een herinneringsbox. Daarin kunnen
Hij laat de kaart zien die hij heeft gemaakt, waarin hij heeft geschreven dat hij de slechte en negatieve herinneringen achter zich wil laten. En een flink deel van de tips, die ze samen op de flip-over hebben geschreven, waar ze kracht uit halen zijn van hem: “Een potje boksen, fietsen en zwemmen, dat helpt mij om mij weer goed te voelen. En ik kan best wel flauwe humor hebben. Anderen mogen mijn tips overnemen hoor, het is gratis.” Gerarda zocht steun bij de groep vanwege haar vader die Alzheimer heeft. “Hij zit al een paar jaar in een verpleeghuis, op de gesloten afdeling. Mijn moeder is alleen thuis, die heeft het er ook moeilijk mee. Omdat mijn ouders ouderwets zijn opgevoed, wordt er eigenlijk niet over gepraat en dat maakt het moeilijker. In deze gespreksgroep was het fijn dat andere mensen ook verdriet, boosheid of angst hebben. Die gaan er anders mee om en daar kun je dan weer van leren. Mij geeft wandelen kracht als ik verdrietig ben. Wat ik achter mij wil laten en ook op de kaart heb geschreven, is verdriet en boosheid. En ik heb geschreven: ‘dementie begint ergens, alleen het einde is een weg naar niemandsland.’”
*Helen is niet haar echte naam.
Ook al heb je geen luisterenadvies, is soms al genoeg
ze van alles doen, een zakdoekje, een bril, een pijp, sieraden, gedichtjes, foto’s, wat je maar wil.”
Eline: “Dat creatieve is de doelgroep wel eigen. Dat komt ook terug in de kaarten die we maken als afsluiting en overgangsritueel. We maken twee kaarten per persoon, eentje over wat ze mee willen nemen en eentje voor wat ze achter willen laten. Die kaarten lezen ze voor, dat is vaak best emotioneel. Zeker bij de kaart die ze achter willen laten vloeien er wel wat tranen.”
Niet volgepland
Omdat er een keer naar gevraagd werd, bespreken ze de laatste les ook kort hoe ze hun eigen overlijden en wensen bij dood zien, en verwijzen daarbij naar de site van Steffie: Allesoverdedood.nl. Liesbeth: “Of daar behoefte aan is, verschilt per groep. Voor deze deelnemers is het prettig dat als ze een vraag hebben hier tijd en ruimte voor is, en het programma dus niet heel strak is volgepland.”
Bijzonder vinden de dames ook de humor in de bijeenkomsten. Eline: “Ze hebben serieuze gesprekken waarbij er af en toe een traan is, maar er zit ook echt veel humor in. Door die humor, zo zeggen ze zelf, houd je ook degene die overleden is levend.”
Ze hebben inmiddels vijf keer de gespreksgroep voor mensen met een beperking georganiseerd en het blijft volgens hen elke keer weer bijzonder. Liesbeth: “Hoe ze elkaar steunen en echt luisteren naar elkaar. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal, maar vinden elkaar toch in hun verdriet. Mooi is ook dat mensen die hier bij elkaar op de afdeling zitten, een sterkere band krijgen en elkaar privé gaan opzoeken.”
Meer informatie over de gespreksgroep via Eline de Ridder, e.deridder@smwo.nl of bij Liesbeth van Sabben, L.vansabben@smwo.nl.
der Wolf bespreekt de medische kant van de zorg.
Ozaak van vallen
Paul had vorige week een lelijke schaafwond op zijn oor en nu heeft hij weer een snijwond bij zijn wenkbrauw. Dat is wel vreemd, want eigenlijk hoor ik nooit iets van hem. Wat is er aan de hand?
Paul is een rustige 64-jarige man, die zelf niet zoveel praat. Medisch is er normaal gesproken niet zo veel met hem aan de hand. Nu heeft hij in korte tijd twee wonden, die zijn ontstaan door een val. Als ik probeer te achterhalen hoe dit is gebeurd, lacht hij mijn vragen een beetje weg. Ook de begeleiders hebben het vallen zelf niet gezien. We staan dus voor een raadsel wat er precies is gebeurd.
In onze instelling werken we met een zorgprogramma vallen. Als iemand vaak valt, nodigen we de cliënt uit op het spreekuur en doorlopen we de vragen van het zorgprogramma. Die zijn erop gericht de oorzaak van het vallen te achterhalen. Ze gaan bijvoorbeeld over medicatiegebruik, hoe iemand beweegt en hoe iemand kan horen en zien.
Samen met Paul en zijn begeleider neem ik deze vragen door. Over zijn zicht kan Paul zelf weinig zeggen. Hij glimlacht vriendelijk op mijn vraag en zegt: “Best hoor.” Ik regel daarom een consult bij de oogarts.
Twee weken later belt de begeleider na het bezoek aan de oogarts. Pauls oogdruk bleek veel te hoog. Dat moet nu direct behandeld worden met allerlei oogdruppels. Een te hoge oogdruk noemen we glaucoom. In je oog zit oogvocht, dat voeding geeft aan je oog. Het vocht wordt continu aangemaakt en het oudere vocht verlaat je oog weer via een speciaal afvoersysteem. Bij glaucoom werkt dit afvoersysteem niet voldoende. Hierdoor komt er teveel vocht in je oog en loopt de druk op. Door de hoge druk komt de oogzenuw, die achter in je oog zit, in de knel. Heb je te lang een hoge druk op de oogzenuw, dan raakt deze beschadigd. Daardoor ga je uiteindelijk zwarte vlekken zien.
Hoe behandel je glaucoom? Door het vocht in je oog goed af te voeren. Alleen is de schade die is ontstaan aan de oogzenuw en daarmee dus de zwarte vlekken helaas niet meer te herstellen. Glaucoom is een veelvoorkomende oorzaak van slechtziendheid en zelfs blindheid. Juist omdat je het vaak te laat ontdekt. In het begin merk je namelijk niets van de te hoge druk in je oog. Pas later, als het te laat is, zie je de zwarte vlekken.
Standaardcontrole op deze ziekte is noodzakelijk als er glaucoom in de familie voorkomt, iemand fors slechtziend is, je medicatie gebruikt die je immuunsysteem onderdrukt en/of er klachten van het hart en de bloedvaten zijn.
Sowieso loopt het risico van glaucoom op als je ouder wordt. Dat maakt dus dat controle van de oogdruk af en toe niet verkeerd is.
Paul wordt nu behandeld met oogdruppels waarbij de druk goed is gedaald. We moeten bij hem nog onderzoeken of er schade is aan zijn oogzenuw, dus of hij echt blijvend minder goed ziet. Daarmee hebben we de oorzaak van het vallen misschien wel gevonden.
autonomieregie
Tekst Mariët Ebbinge Fotografie Eigen foto’sOnderzoek naar afhankelijkheid in de zorgrelatie
Afhankelijkheid dragelijker maken
Het vergroten van de eigen regie en de zelfredzaamheid van de cliënt is een belangrijk streven. Tegelijkertijd maakt afhankelijkheid onvermijdelijk deel uit van de zorgrelatie. Simon van der Weele bestudeerde hoe je omgaat met die spanning en afhankelijkheid zo dragelijk mogelijk maakt.
SSimon van der Weele, ethicus en universitair docent aan de Universiteit voor de Humanistiek, promoveerde november vorig jaar op onderzoek naar afhankelijkheid in de zorgrelatie.
Waarom is zo onafhankelijk mogelijk zijn zo belangrijk geworden in de gehandicaptenzorg?
“In het algemeen geldt dat we in een liberale samenleving leven, waarin individuele vrijheid en autonomie vooropstaan. In die samenleving is er weinig plaats voor afhankelijkheid. Maar het is ook de uitkomst van een ontwikkeling die de laatste 50-60 jaar
burger. Dat had implicaties voor de zorgverlening: mensen met een verstandelijke beperking moesten in staat gesteld worden om een leven te leiden zoals zij dat zelf willen, en mochten niet meer afhankelijk gemaakt worden van hun hulpverleners.”
Waarom is het niet zo simpel als het lijkt?
“Als je zegt dat je afhankelijkheid in de (gehandicapten)zorg wil vermijden, ontken je dat afhankelijkheid onderdeel is van iedere zorgrelatie. Als je werkt aan het vergroten van iemands zelfregie en autonomie, bijvoorbeeld door de cliënt zijn eigen
Wat was jouw persoonlijke betrokkenheid bij dit onderwerp?
“Ik heb ooit enkele jaren in de ouderenzorg en thuiszorg gewerkt. In de thuiszorg gaf ik ook zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Tijdens dit werk worstelde ik met nabijheid en de professionele afstand die vereist werd. Dat vond ik ingewikkeld. Je kon niet negeren dat er een afhankelijkheidsrelatie was.”
Wat was de directe aanleiding voor jouw promotieonderzoek?
in de gehandicaptenzorg heeft plaatsgevonden. Er kwam steeds meer aandacht voor de rechten van mensen met een verstandelijke beperking. Ze werden steeds meer gezien als mede-
keuzes te laten maken, bevestig je juist die afhankelijkheid. De cliënt heeft immers jou nodig om onafhankelijker te zijn. Dat is de paradox van (on)afhankelijkheid.”
“Ik ging na mijn studie filosofie werken bij de Universiteit van Humanistiek (UvH), waar mijn collega’s en ik van het ministerie van VWS de opdracht kregen om empirisch onderzoek te doen naar ervaringen van afhankelijkheid van mensen met een verstandelijke beperking. De gedachte was dat afhankelijkheid haaks staat op kwaliteit van leven. Gaandeweg dit onderzoek kwamen we erachter dat de onderzoeksvraag niet voldeed. Het helpt deze mensen niet om afhankelijkheid te wantrouwen. Zij kunnen alleen een goed
De paradox is dat de cliënt jou nodig heeft om onafhankelijker te zijn
leven leiden als die afhankelijkheid erkend wordt. We veranderden de onderzoeksvraag daarom in: ‘Wan-
Bang voor afhankelijkheid?
Simon van der Weele verdedigde afgelopen jaar op 18 november zijn proefschrift ‘The Moral Charge of Dependency: Moral Contestations of Dependency in Care Theory and Care Practice’ aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, lees meer op uvh.nl/ actueel/agenda/promotie-simon-van-der-weele
Over het anders kijken naar afhankelijkheid in de dagelijkse zorg voor mensen met een beperking vertelde hij eerder op het Betweter Festival, kijk op YouTube zijn college terug, zoek op ‘Wie is er bang voor afhankelijkheid’.
neer wordt afhankelijkheid een probleem?’”
Wat waren de resultaten van dat onderzoek?
“We ontdekten dat er drie kwalijke gevolgen kunnen zijn van afhankelijkheid: onzichtbaarheid, ongelijkwaardigheid en onmacht. Dat zijn drie ervaringen die mensen met een verstandelijk beperking kunnen hebben als ze aangeven zich afhankelijk te voelen van hun begeleider. In 2019 hebben we hierover een boek uitgebracht: ‘Zorgen als ambacht’. In mijn promotieonderzoek ben ik dieper ingegaan op het gegeven dat afhankelijkheid deel uitmaakt van de zorgrelatie.”
Waar gaat je proefschrift precies over?
“Ik wilde in mijn proefschrift onderzoeken hoe het spanningsveld eruitziet tussen een cliënt zo onafhankelijk mogelijk laten zijn en de werkelijkheid dat er altijd een vorm
van afhankelijkheid is. Dat is volgens mij de kern van het werk van begeleiders. Ze zijn continu bezig om de afhankelijkheid die er nu eenmaal is voor een cliënt zo dragelijk mogelijk te maken.”
Hoe ziet ‘het dragelijk maken van de afhankelijkheid’ er in de praktijk uit?
“Je ziet dat begeleiders hier heel creatief mee omgaan. Zo geven ze de regie aan de cliënt door hem zelf keuzes te laten maken. Dat kan om hele kleine dingen gaan: als een cliënt kan snijden, snijdt hij zijn eigen brood; als hij dat niet kan, doet de begeleider dat, maar de cliënt prikt zelf een stukje brood aan de vork, en als hij dat niet kan, prikt de begeleider het stukje brood aan de vork, maar de client brengt het zelf naar zijn mond.
Ook proberen begeleiders de relatie tussen hen en de cliënt zo gelijkwaardig mogelijk te laten zijn. Ze kiezen er bijvoorbeeld voor om samen met hun cliënten te eten in
plaats van met de begeleiders onder elkaar. Of ze laten zich door de cliënt plagen, waardoor de gelijkwaardigheid in de relatie wordt benadrukt.
cliënt zelfvertrouwen te geven door hem te bevestigen in wie hij is en wat hij doet. Dat doen begeleiders bijvoorbeeld door hem complimenten
Afhankelijkheid is geen boeman, het is onderdeel van elke v
Of ze zoeken naar wederkerigheid in de relatie. Een mooi voorbeeld hiervan is een begeleider die de hand van een cliënt met een zalfje insmeerde. Vervolgens vroeg ze de cliënt om ook haar handen even in te smeren.
Een derde manier om de afhankelijkheid dragelijk te maken, is de
te geven of door een serieus gesprek te voeren over iemands levenskeuzes.”
Hoe belangrijk zijn begeleiders in het dragelijk maken van de afhankelijkheid?
“Heel belangrijk. Begeleiders kunnen enorm creatief en slim zijn. Vaak krijgen ze van hun organisatie allerlei tools, protocollen, regels en methodieken aangereikt om hun werk mee te doen. Maar ik merkte tijdens mijn onderzoek dat ze soms afweken van bijvoorbeeld de methodieken die ze hadden geleerd. Zij experimenteerden in hun begeleiding om uit te zoeken wat het beste bij die ene cliënt werkt.”
Wat betekent dit voor de organisaties waar zij voor werken?
“Organisaties moeten zich meer bewust worden van het feit dat het voorkomen van afhankelijkheid niet het doel van de zorg moet zijn. Terwijl dit wel vaak staat in de beleidsplannen: de cliënten moeten centraal staan en eigen autonomie en regie ervaren. Maar afhankelijkheid is geen boeman, het is onderdeel van
elke vorm van zorg. Dat zouden organisaties zich beter moeten realiseren. Vervolgens moeten organisaties begeleiders de ruimte geven om te experimenteren. Om op hun eigen manier de afhankelijkheid dragelijk te kunnen maken voor cliënten.”
Er is veel verloop in de gehandicaptenzorg. Wat zijn daar de gevolgen van voor de (afhankelijkheids)relatie tussen begeleider en client?
“Ik heb gezien dat hoe duurzamer een relatie tussen een cliënt en een begeleider is, hoe groter de ervaren kwaliteit van leven is. Maar het vormen van een robuuste relatie tussen begeleider en cliënt is door het verloop best moeilijk. De relatie wordt vaak abrupt afgebroken als een begeleider de organisatie verlaat. Toch hoort, net als in de wereld van mensen zonder een verstandelijke beperking, afscheid nemen van iemand erbij. Het moet alleen wel zorgvuldig en respectvol gebeuren.”
Er gaat ook kennis verloren met het vertrek van een begeleider. Hoe voorkom je dat?
“Veel kennis wordt niet op papier gezet. Kennis moet je dus op andere manieren bewaren, door er een structuur voor te bedenken. Het zou een vast onderdeel van het werk moeten zijn. Dat kan al heel erg klein. Je kunt bijvoorbeeld tijdens de koffiepauze successen of mislukkingen in de dagelijkse zorg met elkaar delen – iets wat veel begeleiders overigens ook al doen.” |
m van z g
In deze column beschrijft een vakgenoot bijzondere ervaringen in het werken met mensen met een verstandelijke beperking
Wat is er toch met Henk aan de hand dat hij nu al zo vroeg op is, al lijkt het of hij net uit bed is? Hij draagt een pyjama die nodig in de was moet en zegt: “Ikke, ikke.” Daarbij wijst hij op zijn borst. Vervolgens begint hij verwoed aan de mouw van mijn jas te trekken.
Henk wil duidelijk heel graag met mij ergens naar toe. Zo ben ik echt nog nooit een ochtenddienst begonnen. Ik vraag hem een paar keer rustig aan te doen, wat niks helpt. “Ik hang eerst mijn jas op, Henk,” zeg ik dan maar tegen hem. “Dan pas ga ik met je mee.”
Als mijn jas aan de kapstok hangt, rént hij voor me uit naar het pictobord. Daar blijft hij staan, wijst nog een keer en roept met een gelukzalig gezicht: “Ikke!”
Dan zie ik in één oogopslag wat er aan de hand is. Bij een geplastificeerde foto van Henk staat het pictogram van een verjaardagstaart. Henk is dus jarig, ware het niet dat hij nog geen drie weken geleden zijn verjaardag vierde!
“Ikke,” juicht hij opnieuw. Nu snap ik wat er in Henk omgaat. Waarschijnlijk heeft hij na het plassen, wat hij ’s ochtends vroeg op de wc in het halletje doet, op het pictobord ontdekt dat hij jarig is.
Meteen haal ik zowel het
Zin in een feestje
Als ik deze ochtend om kwart voor zeven de woning binnenstap, word ik tot mijn verbazing opgewacht door een zeer opgewonden Henk (58). Normaal gesproken ligt hij tot acht uur op bed, maar nu niet.
plaatje van de taart als zijn foto van het bord en zeg hem dat hij vandaag niet jarig is.
Vervolgens laat ik hem zien dat er in de woonkamer geen
slingers hangen en dat zijn stoel niet is versierd. Ook staat er geen taart in de koelkast.
“Kijk maar, Henk,” zeg ik, terwijl ik de koelkastdeur open
doe. “Er is geen taart!”
Uit Henks mond komen moeilijk te duiden geluiden, maar het is helder dat hij teleurgesteld is. Wat later, op zijn kamer, moet hij even huilen. In bed trekt hij de deken over zijn hoofd.
Hoe is dit gebeurd? Heeft een collega zich misschien vergist? Nee, dat is echt onmogelijk. Iedereen kent Henk al jaren en weet ook precies wanneer hij zijn verjaardag viert.
Mijn conclusie is daarom dat Henk een poets is gebakken door een medebewoner. Het doosje met pictogrammen en foto’s van de bewoners staat open en bloot bij het bord. Iedereen kan erbij. Wie van zijn medebewoners is in staat geweest om Henk deze streek te leveren?
Ik zie maar één kandidaat voor me: Maria (34), een vrouw met Down die ooit ‘verkering’ met Henk had. Na het ontbijt neem ik haar eventjes apart. “Jammer, hè, dat Henk toch niet jarig is vandaag,” zeg ik. “Ik had wel zin in taart.”
Maria zit nooit verlegen om woorden, maar nu wel. Ze mompelt wat, terwijl haar wangen rood kleuren. Mij zegt dit genoeg. Vandaar dat het doosje met pictogrammen en foto’s voortaan achter slot en grendel op het kantoor staat. | Frans van Duijn
Waar droom je van?
Kinderen moeten leren dat vallen geen falen is, maar dat er nog andere manieren zijn om iets te proberen. In een nieuw prenten- en werkboek met oplossingsgerichte vragen leren kinderen aan de hand van de reis van Beer en Millie nadenken over waar ze van dromen, wat goed ging, wie hen helpt, waar ze van gaan stralen, en nog veel meer.
Het prentenboek Beer en Millie de meevliegvogel en het bijbehorende werkboek is ontwikkeld voor kinderen in de leeftijd van 4-10 jaar door GZ-psycholoog en orthopedagoog-generalist Elise van der Giessen-Verschoor samen met schoolmaatschappelijk werker en illustrator Mariët van de Merwe.
Samen met Sem (10 jaar met syndroom van Down) die ik begeleid, neem ik het prentenboek door en stel hem de bijbehorende vragen uit het werkboek. Wat opvalt is dat Sem het best ingewikkeld vindt om antwoord te geven op de vragen. En bij het lezen van het prentenboek stuit hij op woorden die hij lastig vindt om te lezen. Een ‘potje lavendelhoning’ is voor hem te moeilijk, waardoor hij de draad van het verhaal kwijtraakt. Van een ‘kabbelend beekje’ heeft hij ook niet eerder gehoord. Zo zijn er meer woorden die lastig voor hem zijn, zoals meevliegvogel, aanmoedigen, vliegensvlug en ploeteren.
Dat neemt niet weg dat hij het erg leuk vindt om het boek te lezen en de vragen te beantwoorden. Ook de tekeningen in zowel het prentenboek als het werkboek zijn aansprekend. Hoe je een foto in je hoofd maakt van een heel fijn moment, daar is hij nog niet over uit. Want waar
Beer dit associeert met fladderende vlinders om zich heen, vindt Sem dat juist niet fijn.
Ook de climax blijft wat abstract voor Sem als Beer zegt: ‘Je hoeft niet alles alleen uit te vogelen. Iedereen heeft een Millie nodig’. Hoe kom je aan een Millie?
De werkvormen in het werkboek zijn geïnspireerd op diverse behandelmethoden, zoals oplossingsgerichte therapie, cognitieve gedragstherapie, ACT en mindfulness. Het idee is goed, de vormgeving is mooi, maar de beeldspraak is soms wat ingewikkeld. Dat zal niet alleen voor Sem zijn, dat zal voor meer kinderen gelden. | AMK
Beer en Millie de meevliegvogel. Een reis vol oplossingsgerichte vragen.
Door: Mariët van de Merwe (illustrator) en Elise van der Giessen-Verschoor (auteur). Uitgave in eigen beheer. Prijs prentenboek: €19,95. Prijs prentenboek en werkboek €27,50
TreinTrainPakket
De trein is er voor iedereen, dus moet ook iedereen kunnen reizen met de trein. Toch is dat voor mensen met een licht verstandelijke beperking soms lastig om te doen. Daarom heeft de NS het TreinTrainPakket ontwikkeld. Na deze training zouden mensen zelfstandig met de trein moeten kunnen reizen.
Het pakket is samen met diverse organisaties – waaronder Steffie (met een nieuwe site over treinreizen en een folder met veel beeld) en MEEontwikkeld, en ook mensen met een licht verstandelijke beperking waren erbij betrokken. De pakketten gaan naar scholen en zorginstellingen die er steeds twee maanden gebruik van mogen maken. Daarna gaan ze weer naar andere instellingen. Geinteresseerden kunnen zich aanmelden via programma.toegankelijkheid@ ns.nl.
Sekszorg
In het NPO Radio 1-programma Dit is de Dag sprak EO-presentator Tijs van den Brink met Joke Storm van Stichting Tiresias, een organisatie die seksualiteit voor mensen met een beperking uit de taboesfeer wil halen. Zij vindt dat seks een mensenrecht is en bovendien goed voor de gezondheid. Daar zou volgens haar dus zorggeld voor moeten worden vrijgemaakt. Zorgeconoom Wim Groot reageert en stelt dat het eten van groente en fruit ook gezond is, maar dat die producten ook niet van belastinggeld betaald worden. Het gesprek van 12 minuten werd vrijdag 13 januari uitgezonden en is online terug te luisteren via nporadio1.nl.
Leren van verhalen Snap jij ‘t nog?
Belangrijke inzichten en lessen kunnen we volgens Ronald Geelen putten uit oude verhalen. De auteur die eerder schreef over lessen uit sprookjes, heeft in een nieuw boek verhalen gebundeld uit verschillende culturen, geloven en stammen.
In zijn nieuwe boek Verhalen voor (zorg) legt psycholoog Ronald Geelden in herkenbare, praktische situaties uit hoe de zorgbegeleiding in zijn werk gaat. Zo begint hij met het onthaasten en het verhaal van de haas en de schildpad dat leert hoe je omgaat met haastige spoed en traagheid. Deze fabel van de Griekse verteller Aesopus laat zien dat langzaam maar zeker werken tot goede resultaten leidt. Een andere les van de haas en de schildpad is dat zelfoverschatting leidt tot falen, dan ben je zogezegd het haasje.
Geelen gebruikt het verhaal als lessen voor zorgverleners:
Kalmte uitstralen is lastig als je steeds meer moet doen.
Wie dagelijks op dezelfde manier met mensen omgaat, ze wast en aankleedt, gaat op de automatische piloot werken. Vertraging vermindert de wrijving en verbetert het contact.
Bij geduld gaat het niet om wat je doet, maar om wat je kan laten.
Het is onnodig belastend als we bepaalde situaties in de hand willen hebben of houden, als dit er niet in zit.
Goed complimenteren is volgens Geelen ook belangrijk in je werk als begeleider, en het is te leren. Een goed compliment zegt iets over het goede van de ander, maar ook over jezelf, namelijk dat je opmerkzaam bent en een constructieve kijk op zaken hebt. Door te kijken naar wat een ander goed kan, komt er meer balans. Door te letten op andermans positieve kwaliteiten zie je ook eerder hoe je zelf iets voor elkaar kan krijgen. Non-verbale gebaren als de duim
omhoog of een glimlach zijn de kleinste alledaagse complimenten.
In de bundel bespreekt Ronald Geelen verschillende centrale thema’s bij de begeleiding, zoals begeleiden van familie, bezieling, loon naar werken, oplosbare moeilijkheden, penibele situaties, tegenspoed, vertraging, weldoen en zingeving. Het boek is voor nieuwe begeleiders een kennismaking met het vak en voor oudere begeleiders een handreiking. De manier van schrijven kan als wat belerend worden ervaren, maar is bedoeld om aan te zetten tot zelfreflectie en om antwoorden te geven op kernvragen in de begeleiding. | AMK
Verhalen voor (zorg)begeleiders. Door: Ronald Geelen. Uitgeverij Gompel & Svacina. Prijs € 21,-
In opdracht van het ministerie van VWS deed de LFB onderzoek naar ingewikkelde taal. Zo’n 2,5 miljoen mensen in Nederland hebben moeite met taal, waaronder mensen met een licht verstandelijke beperking. Daarom maakte de LFB de toolkit ‘Snap jij het nog?’ met tips over omgaan met moeilijke informatie. Schakel bijvoorbeeld je netwerk in, bel met de instantie en leg uit dat je moeite hebt met taal en dat je hun brief niet begrijpt. Je kunt ook ‘Snap jij het nog?-stickers op brieven plakken en deze terugsturen. Meer informatie over de toolkit staat op lfb.nu
Beeldvorming
Van de richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ is onderzocht in hoeverre zorgprofessionals, naasten en wettelijk vertegenwoordigers hiermee bekend zijn, met name rond het hoofdstuk Beeldvorming. Uit deze studie blijkt dat er nog wel wat te verbeteren valt, waaronder op het gebied van scholing. Naasten geven aan graag meer betrokken te worden. Zij kennen de cliënt met probleemgedrag vaak het best. Ook noemen zij als verbeterpunten: meer ervaring en kennis bij de zorgprofessionals en minder verloop bij begeleiders. Lees meer op klik.org, zoek op ‘beeldvorming’.
Contact bij dementie
In het boek ‘Ondersteunde communicatie bij dementie’ van de Vlaamse Chris De Rijdt en Wilma Scheres lees je hoe je gebruik kunt maken van ondersteunde communicatie, ook specifiek bij mensen met een verstandelijke beperking met dementie.
Nu mensen met een verstandelijke beperking steeds langer leven, krijgen ze ook vaker te maken met ouderdomskwalen en dementie. Toch zijn er verschillen in het ontwikkelen van dementie bij hen en mensen zonder een verstandelijke beperking.
Het boek beschrijft de eerste symptomen, waaronder achteruitgang van het kortetermijngeheugen, toenemende inactiviteit en verminderde interesse in bijvoorbeeld hobby’s. Ook verwarring en desoriëntatie, verandering in dieptezicht, verandering in slaappatronen, toenemende begripsproblemen en meer dwalen zijn mogelijke symptomen van dementie. De wijze waarop ze met hun omgeving communiceren verandert ook vaak.
Bij mensen met een verstandelijke beperking zijn veel van de vroege symptomen moeilijk te herkennen. Gedrag en moeilijkheden worden vaak toegeschreven aan de verstandelijke beperking of veranderingen in de omgeving, zoals personeelswisselingen, overlijden van een ouder, verandering van dagbesteding, groepssamenstelling enzovoort.
Het boek biedt praktische manieren voor efficiënte communicatie. Voor het gebruik van visualisaties om dementie bespreekbaar te maken bij personen met een verstandelijke beperking verwijzen de auteurs naar verschillende initiatieven op dit gebied, zoals het Dementiespel.
Niet alle tips zijn vernieuwend, zoals het gebruiken van pictogrammen, gebaren en de tovertafel, maar de hulpvragen
om de persoon en zijn behoeften in kaart te brengen kunnen waardevol zijn om op papier te hebben, zoals:
Is de persoon links- of rechtshandig?
Heeft de persoon tijdsbesef?
Is er sprake van impulsief gedrag?
Hoe gaat de persoon om met bekenden en onbekende mensen?
Zoals Chris De Rijdt eerder in een interview met Klik aangaf, is het gebruik van visualisaties aardig ingeburgerd. Maar daarbij blijft het nodig om kritisch te kijken of dit op de juiste manier gebeurt, dus ook bij mensen met dementie. |
Ondersteunde communicatie bij dementie (3e herziene uitgave). Door: Chris De Rijdt & Wilma Scheres. Uitgeverij Gompel & Svacina. Prijs € 24,90
Podcast over EMDR
Voor de Vereniging EMDR Nederland worden regelmatig podcasts opgenomen waarin steeds een specifiek toepassingsgebied van EMDR aan bod komt. Onlangs ging het over EMDR en LVB. In die aflevering komt Mirjam Lammers aan het woord. Zij is GZ-psycholoog en EMDR-practitioner en ontwikkelde samen met Elmedina Dautovic en Marloes Kool de Traumatrein: een intensieve traumabehandeling voor volwassenen met een verstandelijke beperking. In de podcast hoor je wat die behandeling inhoudt en hoe de Traumatrein verder ontwikkeld wordt. De podcast is te vinden op Spotify, zoek op Vereniging EMDR Nederland.
Gebarentaal
KRO-NCRV wil media meer toegankelijk maken voor mensen met een beperking. Zo was zaterdag 21 januari Hands Up te zien, over gebarentaal. In deze nieuwe serie laten tolk Nederlandse gebarentaal Irma Sluis en presentator Klaas van Kruistum je kennismaken met gebarentaal. Zes bekende Nederlanders gaan proberen de taal onder de knie te krijgen. En in Gebaar het maar! worden dove en slechthorende kinderen (5 tot en met 7 jaar) gevolgd. Zij vertellen over hun leven. Ook hier is een gebarentolk bij, zodat iedereen met een gehoorbeperking het kan volgen. De serie is gemaakt met medewerking van Kentalis.
Zowel de afleveringen van Hands Up als van Gebaar het maar! zijn online terug te kijken via npostart.nl.
Nieuwe uitgaven en hulpmiddelen voor de verstandelijk gehandicaptenzorg
Risico’s van internetgebruik door jongeren
Het boek ‘Jongeren en online seksueel grensoverschrijdend gedrag’ van Zohra Lkasbi biedt allerlei handvatten en concrete tips om jongeren te begeleiden in hun digitale surfgedrag. Je krijgt uitleg over omgaan met sociale media, online challenges, gameverslaving, wraakporno, sexting en sextortion, deepfake media en nog veel meer digitale verleidingen.
Daar is niets is mee. Maar soms gaat het fout, zo ziet Lkasbi in de praktijk. Ze is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van jeugdige zedendelinquenten en adolescenten met een psychiatrische problematiek in combinatie met normoverschrijdend gedrag.
Neem het doorsturen van ontvangen naaktfoto’s. Er zijn verschillende redenen om seksueel getinte beelden te verspreiden, waaronder cyberpesten, het verwerven van sociale status en macht, stoerdoenerij en bewust schade veroorzaken door publieke vernedering (shame-sexting). Kinderen en jongeren moeten de risico’s van het internet leren inschatten.
Stem jij ook?
Met het project ‘Stem jij ook?’ biedt Prodemos mensen met een licht verstandelijke beperking ondersteuning bij de verkiezingen. Speciaal voor de verkiezingen in maart voor de Provinciale Staten en waterschappen is er een speciale uitzending gemaakt, te volgen via de website stemjijook.nl. Aan de hand van verschillende opdrachten en gesprekken met ervaringsdeskundigen kom je alles te weten over deze verkiezingen en ook het belang van de provincie voor mensen met een licht verstandelijke beperking.
Inclusief stembureau
Met de ondertitel ‘Wegwijs in het digitale tijdperk’ doet de auteur Zohra Lkasbi een boekje open over de risico’s, gevaren en vunzigheid die te vinden is op het internet. Zohra Lkasbi is klinisch kinderpsycholoog, criminoloog, gedragstherapeut en een collega van dr. Ramos die de inleiding schreef. Hij is kinder- en jeugdpsychiater, werkzaam binnen het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen en beschrijft hoe naakt en hulpeloos hij zich voelt als hij een keer zijn smartphone is vergeten, als was hij afgesneden van de maatschappij.
Ook voor jongeren is de smartphone van levensbelang. Het internet en de nieuwe media zijn belangrijke bronnen voor jongeren om seksualiteit te ontdekken. Hun seksuele nieuwsgierigheid en interesse horen nu eenmaal bij de seksuele ontwikkeling.
Ergens weet je dat er van alles mis gaat in de digitale wereld, maar voor veel begeleiders die niet zijn opgegroeid met digitale media kan het een onbekende wereld zijn. Na het lezen van dit boek niet meer. Dan weet je waar veel jongeren zich mee bezig houden, en ook de cijfers worden genoemd. Dan besef je dat er een wereld te winnen is op het gebied van een gezonde seksuele ontwikkeling en het gebruik van het internet. Enige kanttekening is dat het wat omfloerste taalgebruik en de vele bronvermeldingen in de tekst het boek wat minder leesbaar maken. | AMK
Jongeren en online seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wegwijs in het digitale tijdperk. Door: Zohra Lkasbi. Uitgeverij Garant. Prijs: € 33,00
Stichting Prokkel zoekt vrijwilligers voor inclusieve stembureaus. In meer dan 200 gemeenten zal op 15 maart een stembureau zijn waar een vrijwilliger met een verstandelijke beperking werkt. Zij doen dit samen met een maatje zonder verstandelijke beperking en vormen zo een Prokkelduo. In zo’n 50 gemeenten is nog plek voor een vrijwilliger met een (licht) verstandelijke beperking. En een aantal gemeenten heeft zelf al een maatje klaar staan. Stichting Prokkel houdt ter voorbereiding online bijeenkomsten, zodat vrijwilligers weten wat er van ze verwacht wordt. Vrijwilligers kunnen zich aanmelden via de site prokkel.nl/aan-
Klik 3 van 2023 verschijnt 12 april en heeft als thema Onderwijs en integratieklassen
Verder in Klik
Personeelstekort Teamcoach en ethicus over omgaan met schrijnende situaties // Duurzame dagbesteding Afval scheiden als werk // Tijdsbeleving Onderzoek naar tijdsverwerkingscapaciteiten // en de columns van de Dokter, Gedragskundige, Seksuoloog en Persoonlijk
klikwijzer
advertentie
Cursus adviesVakantie
Mieke Janssens
Trainingsbureau Concrete Coaching
Graaf Hendrik III plein 68, 4819 CL Breda
T 06-21215815
E miekejanssens@concretecoaching.eu
I www.concretecoaching.eu
Vandaag leren, morgen toepassen! Mieke Janssens is auteur en geeft praktijkgerichte workshops en teamtrainingen in de Verstandelijk Gehandicaptenzorg, gebaseerd op actuele begeleidingscasuïstiek.
colofon
Vakblad voor de verstandelijk gehandicaptenzorg
52e jaargang, nummer 2 grote foto omslag door Martine Sprangers van Rick bij het artikel op pagina 8 www.klik.org
Redactie
Tjitske Gijzen
Postbus 24028, 3502 MA Utrecht Telefoon 06-24207476
E-mail gijzen@prelum.nl
De redactie werkt onafhankelijk op basis van een redactiestatuut. Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties uitsluitend met toestemming.
Aan dit nummer werkten mee Mariët Ebbinge, Ruth Eppink, Anne-Marie Klaassen, Hester Brugman
Uitgave Prelum
Basis-lay out Twin media bv Vormgeving colorscan bv,
www.colorscan.nl
Druk Veldhuis Media, Raalte ISSN 0166-5782
Abonnementen
Voor vragen over abonnementen, bezorging of adreswijzigingen kunt u: Bellen met: 030-63 55 060
Mailen naar: klantenservice@klik.org
Schrijven naar: Prelum, Klik Postbus 24028, 3502 MA Utrecht
Klik Compleet € 184,50
Klik Online Only € 153,50
Klik Privé € 103,50
Klik Privé Online € 73,50 (ook voor studenten)
Klik Proef € 33,00
Voor prijzen buiten Nederland en groepsabonnementen zie klik.org/abonneren of mail met klantenservice@klik.org.
*Prijzen zijn incl. 9% BTW. Jaarabonnement geldt tot wederopzegging. Beëindigen kan schriftelijk of per mail tot drie maanden
voor het einde van de abonnementsperiode. Zie www.klik.org/voorwaarden
Advertenties
Dock35 in Doetinchem
Frank Roosenbeek
Telefoon 0314-355830
E-mail frank@dock35media.nl
Kennispockets
Kennispockets zijn themaboekjes, die je antwoord geven op de meest gestelde vragen over thema’s die leven in de zorg, zoals autisme, seksualiteit en communicatie. De pockets zijn zowel digitaal als in een geprinte versie verkrijgbaar. Prijs € 22, inclusief BTW en verzendkosten. Kijk op www.klik.org/kennispockets
Thema’s
Het tijdschrift Klik is ook nog los na te bestellen. Prijs € 13,95 per stuk, inclusief verzendkosten en exclusief 9% BTW.
Aanbieders van producten of diensten in de verstandelijk gehandicaptenzorg
Stichting Arie van Wijngaarden
Postbus 72, 2160 AB Lisse
T 0252 414 702
E info@stichtingarievanwijngaarden.org
I www.stichtingarievanwijngaarden.org
Stichting Arie van Wijngaarden stelt jaarlijks voor kleinschalige doelen een bedrag beschikbaar, dat naar het oordeel van het bestuur bijdraagt aan de integratie en acceptatie van mensen met een verstandelijke handicap in de samenleving. Alleen schriftelijke aanvragen worden behandeld.
Eelke Verschuur
T 030 2844844
E info@eelkeverschuur.nl
I www.eelkeverschuur.nl
TFG, Tom Gravestein
T 0651786223
E gravestein@hetnet.nl
I www.contactcirkels.nl
• Psychomotorische therapie
• Contextuele therapie
• Coaching met video
• Scholing en methodisch werken
De leukste webwinkel voor aangepast speelgoed, communicatieknoppen en -mappen, sensomotorisch materiaal, planborden en timers, ADL hulpmiddelen, computer- en iPad-aanpassingen, kauwsieraden, Joyk poppen en meer.
Met vertrouwen genieten!
Omdat iedereen met vertrouwen van een maaltijd moet kunnen genieten, hebben onze koks en diëtisten het winVitalis assortiment ontwikkeld. Heerlijke glad gemalen en fijn gemalen maaltijden. Daarnaast bieden we ook glad gemalen (brood)maaltijden en bijgerechten zoals taarten, quiches en salades.
Waarom winVitalis?
• IDDSI-conform: level 4 (glad gemalen) en 5 (fijn gemalen)
• Draagt bij aan voldoende inname van energie en eiwit
• Ruime keuze voor verschillende eetmomenten
• Amylase resistent: de consistentie blijft behouden tijdens het eten
De winVitalis maaltijden zijn makkelijk te kauwen en te slikken, bevorderen de eetlust en geven energie.
Leid je eigen
Thomashuis
Vind je dat de gehandicaptenzorg anders moet en kan? En verlang je naar meer vrijheid in jouw werk? Misschien is het leiden van een Thomashuis de uitdaging die jij en je partner zoeken.
Een Thomashuis is een kleinschalige woonvorm voor 9 volwassenen met een verstandelijke beperking. Iedere locatie is een onderneming die wordt geleid door zorgondernemers, die in of naast het Thomashuis wonen. Je bent als ondernemers eindverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de zorg in jouw Thomashuis. Door de korte lijnen en kleinschaligheid kan je de bewoners de tijd en aandacht geven die ze nodig hebben.
Thomashuis Breezand, Wagenberg, Gouderak en Zenderen zoeken momenteel opvolgers. Meld je aan voor de informatiebijeenkomst over het zorgondernemerschap. En ontdek de voordelen van franchise in de zorg.